Benq MX882UST, MW883UST User Manual [nl]

MX882UST/MW883UST Digitale projector
Gebruikershandleiding

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies ........... 3
Inleiding.................................. 7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector...................9
Bedieningselementen en functies.........10
De projector
positioneren........................ 15
Snel installeren gebruiken .....................15
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................16
Aansluitingen....................... 19
Videoapparaten aansluiten ....................20
Smart-apparaten aansluiten...................21
Bediening .............................22
De projector opstarten .........................22
Het geprojecteerde beeld aanpassen .23
De menu's gebruiken .............................27
De projector beveiligen.........................28
Schakelen tussen ingangssignalen.........31
Vergroten en details zoeken ................32
De beeldverhouding selecteren...........33
Het beeld optimaliseren ........................35
De presentatietimer instellen...............39
Door pagina's scrollen met de
afstandsbediening ....................................40
Het beeld stilzetten ................................40
Het beeld verbergen ..............................40
Besturingstoetsen blokkeren................41
Gebruik op grote hoogte......................41
Het geluid aanpassen..............................42
Het testpatroon gebruiken .................. 42
Onderwijssjabloons................................ 43
Presenteren via een Usb-lezer ............44
De projector uitschakelen.................... 45
Direct uitschakelen ................................ 45
Menubewerkingen .................................. 46
Onderhoud ......................... 58
Onderhoud van de projector .............. 58
Informatie over de lamp ....................... 59
Problemen oplossen ......... 65
Specificaties......................... 66
Projectorspecificaties............................. 66
Afmetingen ............................................... 67
Installatie van de
wandmontagebeugel .............................. 67
Timingdiagram ......................................... 68
Informatie over garantie
en auteursrechten ............. 72
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar
de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de netspanning niet stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of op de afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat als de
projectorlamp brandt, de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke spanning. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens het gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw BenQ-projector. BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector heeft de volgende kenmerken
SmartEco™ voor dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een nieuwe manier om het lampsysteem van de projector te bedienen en energie te sparen, afhankelijk van de helderheid van het beeldmateriaal.
Interactieve mogelijkheden Extra interactieve functie met de optionele PointWrite-module.
• Passend in hoek en Passend op oppervlak
Corrigeer elke vervormde hoek en rand voor een perfect rechthoekig beeld.
Compatibel met HDMI/MHL U kunt de content van smart-apparaten projecteren via een HDMI/MHL-verbinding.
• Netwerkbesturing
Geïntegreerde RJ45-aansluiting voor besturing via een netwerk, zodat de status van de projector via een webbrowser op een computer kan worden beheerd. Netwerkstand-bymodus activeren < 6 W.
• Ondersteuning voor Crestron RoomView
De projector biedt ondersteuning voor Crestron eControl, RoomView en AMX, zodat u de apparatuur op een externe computer via een lan kunt besturen en beheren.
Minder dan 0,5 W in stand-by Minder dan 0,5 W stroomverbruik in stand-by.
Automatisch aanpassen met één toets Druk op AUTO op het toetsenblok of afstandsbediening om meteen de beste beeldkwaliteit in te stellen.
Twee geïntegreerde 10 W luidsprekers Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang.
Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal,
Direct inschakelen Snelle afkoeling-functie versnelt het afkoelen als de projector wordt uitgeschakeld. Automatisch uitschakelen-functie zorgt ervoor dat de projector automatisch kan
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd. Inschakelen bij signaal-functie schakelt de projector automatisch in zodra een signaal op een ingang wordt gedetecteerd en Direct inschakelen-schakelt de projector in als de stroom wordt ingeschakeld.
Ondersteuning voor 3D Diverse 3D-formaten maken de 3D-functie nog veelzijdiger. Met 3-dimensionale beelden en een 3D-bril van BenQ geniet u van 3D-films, video's en sportevenementen alsof u erbij bent.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
®
en AMX
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

Digital Projector
Quick Start Guide
1. Reservelamp
2. 3D-bril
3. PointWrite-kit
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*Wordt uitsluitend in bepaalde regio's geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector met de projector-
montageplaat
Snelgids Cd met
gebruikershandleiding
Afstandsbediening met batterijen Wandmontagekit

Optionele accessoires

Netsnoer VGA-kabel
Garantiekaart*
Inleiding8

Buitenkant van de projector

a
b
5
6
4
12
10
11
13
7
8
9
2
1
3
Voorkant/bovenkant
14 16 18 20 22 24 26
27
28
28
7
15 17 19 21 23 25
7
Achter/onderkant
1. Lampdeksel
2. Ventilatie (warme lucht uit)
3. Luidsprekerrooster
4. PointWrite-dummyafdekking (optionele PointWrite-kit)
5. IR-sensor voor afstandsbediening aan de voorkant
6. Projectielens en -spiegel
7. Verstelvoetje
8. Luidspreker
9. Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en
functies" op pagina 10 voor details.)
10. Focusring
11. Ventilatie (koele lucht in)
12. Usb-poort van type-A (voor usb­flashdrive/draadloze usb-dongle)
13. HDMI/MHL-ingang (voor HDMI­dongle)
14. Stroomaansluiting
15. Usb-poort van type A (energietoevoer voor Touch-kit)
16. PointWrite-poort (PointWrite-kit vereist)
17. HDMI-ingang
18. Video-ingang
19. S-Video-ingang
20. Audio-ingangen (L/R)
21. Audio-ingangen Audio-uitgang
22. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/YCbCr)-signaalingangen
23. RGB-signaaluitgang
24. RS232-controlepoort
25. RJ45 lan-ingang
26. Usb-mini-B-poort
27. Sleuf voor Kensington-slot
28. Projectorbevestigingsplaat
Inleiding 9

Bedieningselementen en functies

Projector

1
2
5 6
b
a
7 8 9
10
11
12
13
6
2 3 4
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
3. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
4. LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
5. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
6. Keystone/pijltoetsen (/Omhoog, /Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
7. Links/
Zet het volume van de projector lager.
8. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het (OSD).
9. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
10. AAN/UIT Dit zet de projector aan of op stand-by.
11. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
12. Rechts/
Zet het volume van de projector hoger. Als het OSD-menu is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #6, #7 en #12 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
13. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Inleiding10

Afstandsbediening

(voor Japan)
1
2
3 4 5
6
7
8
9
10 11
12 13 14
15
16 17
3
18
19 20
21 22
1. ON/ OFF
Dit zet de projector aan of op stand-by.
2. Ingangselectieknopppen (COMPUTER 1, COMPUTER 2, VIDEO, S-VIDEO, HDMI, NETWORK
)
Kies een ingangsignaal voor het beeld.
3. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog,
/Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
4. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
5. Links/
Zet het volume van de projector lager.
6. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus. Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu (OSD).
1
2
3 4 5
6 7
10 11
12 13 23
15
16 17
3
18
19 20
21 22
7. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
8. LASER
Hiermee laat u een zichtbaar laseraanwijzerlampje branden waarmee presentaties kunnen worden uitgevoerd.
9. MHL-besturingsknoppen ( Vorige, Afspelen/pauzeren,
Volgende, Terugspoelen, Stoppen, Vooruitspoelen)
Gaat naar het vorige bestand/afspelen/ pauzeren/gaat naar het volgende bestand/ terugspoelen/stoppen/vooruitspoelen door media.
Alleen beschikbaar als het smart-apparaat bestuurd wordt in de MHL-modus.
10. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld.
Inleiding 11
11. PAGE+/PAGE-
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
12. FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
13. NETWORK SETTING
Via het Netwerkinstellingen OSD­menu.
14. QUICK INSTALL
Selecteert snel diverse functies om het geprojecteerde beeld aan te passen en toont het testpatroon.
15. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
16. Rechts/
Zet het volume van de projector hoger. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #3, #5 en #16 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
17. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
18. MIC/VOL+/MIC/VOL-
(Geen functie.)
19. MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
20. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
21. SMART ECO
Toont het menu Lampmodus waarin u een geschikte lampmodus kunt selecteren.
22. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers in de netwerkinstellingen.
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor professionele gebruikers een hulpmiddel tijdens presentaties. Als u erop drukt, zendt de aanwijzer rood licht uit.
De laserstraal is zichtbaar. Houd LASER ingedrukt voor een continu lasersignaal.
Kijk niet rechtstreeks naar het venster van de laserstraal en richt de laserstraal niet
op anderen of op uzelf. Zie de waarschuwingen op de achterzijde van de afstandsbediening voordat u deze gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen bedachtzaam om te gaan met de gevaren van laserenergie en de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen te houden.
Inleiding12
Het smart-toestel besturen via de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
Als de projector content projecteert vanaf een met MHL-compatibel smart-toestel, kunt u met de afstandsbediening het smart-toestel besturen.
Activeer de MHL-modus door AUTO 3 seconden ingedrukt te houden. U kunt het smart-toestel met de volgende toetsen besturen: Pijltoetsen ( / Omhoog,
/ Omlaag, Links, Rechts), MENU/EXIT, MODE/ENTER, #0-#9,
MHL-besturingsknoppen.
Sluit de MHL-modus door AUTO 3 seconden ingedrukt te houden.
Als de MHL-modus is geactiveerd, hebben de toetsen op de projector dezelfde functies als de toetsen op de afstandsbediening.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
Inleiding 13
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Inleiding14

De projector positioneren

Plafond voor
Plafond achter

Snel installeren gebruiken

De heeft een sneltoets om snel Projectorinstallatie, Testpatroon en 2D-keystone in te stellen.
Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening en druk op / om uit de onderstaande items te selecteren:
Projectorinstallatie. Zie "De projector positioneren" op pagina 15 voor details.
Testpatroon. Zie "Het testpatroon gebruiken" op pagina 42 voor details.
2D-keystone. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 24 voor details.
1. Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende plekken worden geïnstalleerd:
2. Het testpatroon gebruiken
3. Het beeld corrigeren
• 2D-keystonecorrectie
• Passend in hoek-correctie
De projector positioneren 15
• Passend op oppervlak-correctie
a
D
V
M
W
F
h
X
Midden
Dikte van het scherm
Schaalwaarde = D
Midden
30 mm
Plaathoogte 260 mm Met deksel 270 mm
Plafondhoogte (H) =30 mm+ plaathoogte +V+h+F
Stel het scherm in via de QUICK INSTALL-sneltoets op de afstandsbediening. Als de projector is ingeschakeld, kunt u ook naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie gaan. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 27 voor informatie over het OSD-menu.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

Projectieafmetingen

• De installatieafstand D wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot aan het oppervlak van de
wandmontage.
• De projectieafstand a wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot aan het
projectieoppervlak.
• Verticale verschuiving V wordt gemeten vanaf de onderrand van de wandplaat tot aan de bovenste
schermrand.
De projector positioneren16
Beeldaanpassingsgebied
M
W
h
Midden: 0
-1,5 cm
+1,5 cm
+3,5 cm
-3,5 cm
Midden: 0
Aanpassingsgebied
MX882UST
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en van het geprojecteerde beeld 4:3.
Schermgrootte
Diagonaal
(M)
Hoogte
(h)
Gewicht
(W)
Min.
plafond-
hoogte
H
verschuiving
a
Ve rt ic al e
V
Installatieafstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
(D=a+30 mm)
Inch mm (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
73 1854 1113 1483 2401 238 88 118
78 1981 1189 1585 2490 252 118 148
83 2108 1265 1687 2580 265 147 177
88 2235 1341 1788 2670 279 177 207
93 2362 1417 1890 2760 292 207 237
98 2489 1494 1991 2849 306 236 266
100 2540 1524 2032 2885 311 248 278
103 2616 1570 2093 2939 319 266 296
108 2743 1646 2195 3029 333 296 326
110 2794 1676 2235 3065 338 308 338
a. Gebaseerd op een beeld op 762 mm vanaf de grond. Als het beeld lager is, valt door de meting de
minimale plafondhoogte kleiner uit.
b. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm bedraagt.
c. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm bedraagt.
De projector positioneren 17
Xc=30 mm
MW883UST
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en die van het geprojecteerde beeld is 16:10.
Schermgrootte
Diagonaal
(M)
Hoogte
(h)
Gewicht
(W)
Min.
plafond-
hoogte
H
a
Ve rt ic al e
afstand
V
Installatieafstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
Xc=30 mm
(D=a+30 mm)
Inch mm (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
86,5 2197 1164 1863 2430 216 88 118
87 2210 1171 1874 2438 217 91 121
90 2286 1212 1939 2485 223 106 136
95 2413 1279 2046 2562 233 131 161
100 2540 1346 2154 2639 243 156 186
105 2667 1414 2262 2717 253 181 211
110 2794 1481 2369 2794 263 206 236
115 2921 1548 2477 2872 273 231 261
120 3048 1615 2585 2949 284 256 286
125 3175 1683 2692 3026 294 281 311
130 3302 1750 2800 3104 304 306 336
a. Gebaseerd op een beeld op 762 mm vanaf de grond. Als het beeld lager is, valt door de meting de
minimale plafondhoogte kleiner uit.
b. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm bedraagt.
c. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm bedraagt.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
De projector positioneren18

Aansluitingen

a
b
7
8
4 1 21 3
7
7
10
10
86%$
+'0,0+/
1211
6 5
3
9
13
Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
of
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
Smartphone of tablet-pc
of
PointWrite­kit
Touch­module
of
of
AV-apparaat
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
Aansluitingen 19
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. Usb-kabel
4. Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel
5. S-Video-kabel
6. Videokabel
8. Audio-l/r-kabel
9. Usb-kabel (A-naar-mini-B) aansluiten op de Touch-module
10. HDMI-kabel
11. Usb-flashdrive
12. Draadloze usb-dongle
13. Draadloze HDMI-dongle
7. Audiokabel
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op stand-by staat, zorg dan dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-
by-instellingen" op pagina 56 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI/MHL
Beste
Component video
S-Video
Video
Aansluitingen20
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
a
b
86%$
+'0,0+/
86%$
+'0,0+/
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home-theater- of home­cinematoepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 21 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.

Smart-apparaten aansluiten

De projector kan content direct projecteren vanaf een met MHL-compatibel smart­apparaat. Met een draadloze MHL-dongle kunt u smart-apparaten aansluiten op de projector om de content ervan op een groot scherm te projecteren.
Bepaalde smart-apparaten zijn wellicht niet compatibel met de gebruikte kabel. Raadpleeg de fabrikant van het smart-apparaat voor meer informatie.
1. Pak een draadloze HDMI-dongle of draadloze USB-dongle en sluit deze aan op de
MHL-ingang van de projector.
2. Schakel naar de HDMI/MHL-ingang. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 31 voor details over het schakelen tussen ingangssignalen.
Aansluitingen 21

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of de POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) voor het apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
2. Druk op AAN/UIT of ON om de projector te starten. Zodra het lampje
gaat branden, is een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER (Power-lampje) knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen. Zie "Uitschakelen van de Beltoon aan/uit" op pagina 42 voor details over het
uitschakelen van de beltoon. De projector kan automatisch worden ingeschakeld als een VGA-signaal of HDMI-
signaal met 5 V wordt gedetecteerd. Activeer deze functie door Aan in te stellen in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Gebruiksinstellingen > Inschakelen bij signaal.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt
gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken"
op pagina 28 voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector gaat zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 31 voor details.
Bediening22
Loading...
+ 50 hidden pages