De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor
ict-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in deze
handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding
aandachtig door voordat u de
projector gaat gebruiken. Bewaar
de handleiding voor toekomstig
gebruik.
2.Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden
over aan een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de netspanning
niet stabiel. Hoewel deze projector
normaal werkt bij een netspanning
van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan
het apparaat uitvallen wanneer zich
een stroomstoring of een
spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is,
is het raadzaam de projector aan
te sluiten op een
spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
6.Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. De voorwerpen kunnen
heet worden en daardoor vervormd
raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of op de
afstandsbediening om de lamp tijdelijk
uit te schakelen.
4.Zorg er altijd voor dat als de
projectorlamp brandt, de
lenssluiter (indien aanwezig) is
geopend of de lensdop (indien
aanwezig) is verwijderd.
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de
lamp toch langer gebruikt, kan deze in
zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de projector
uit het stopcontact is verwijderd
voordat u de lamp of elektronische
onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een
onstabiele ondergrond. Het product
kan dan vallen en ernstig worden
beschadigd.
11. Open deze projector niet zelf. De
onderdelen van het apparaat staan
onder hoge, levensgevaarlijke
spanning. Het enige onderdeel dat u
mag vervangen, is de lamp met het
deksel.
U mag nooit andere onderdelen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt,
neemt u mogelijk warme lucht en een
bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende
ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten
minste 50 cm van de muur staat en laat
voldoende ruimte vrij rondom de
projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto
met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur
van de projector en verdonkert het
beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een
doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting
in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens het gebruik
altijd op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (naar links of
rechts) of in een hoek van meer dan
15 graden (voor naar achter). Als u de
projector gebruikt wanneer deze niet
volledig horizontaal staat, werkt deze
mogelijk niet optimaal of kan de lamp
beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van
of op de projector. Als er vloeistof in
de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, trekt u de stekker
uit het stopcontact en belt u BenQ
voor reparaties.
Montage van de projector op het
plafond
Voor een probleemloze werking van de
projector is ook veiligheid van groot
belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om
schade en lichamelijk letsel te
voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond
wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander
merk dan BenQ gebruikt, bestaat het
gevaar dat de projector naar beneden
valt omdat het apparaat met de
verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectoren kopen bij de
leverancier van uw BenQ-projector.
BenQ raadt u aan een aparte
veiligheidskabel aan te schaffen die
compatibel is met het Kensington-slot.
Maak deze kabel vast aan de sleuf voor
het Kensington-slot op de projector en
aan de houder. Wanneer de projector
loskomt van de houder, blijft het
apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van
BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de plaatstelijke wetten
voor afvalverwerking. Zie
www.lamprecycle.org.
Inleiding
Kenmerken van de projector
De projector heeft de volgende kenmerken
• SmartEco™ voor dynamische energiebesparing
De SmartEco™-technologie biedt een nieuwe manier om het lampsysteem van de
projector te bedienen en energie te sparen, afhankelijk van de helderheid van het
beeldmateriaal.
• Interactieve mogelijkheden
Extra interactieve functie met de optionele PointWrite-module.
• Passend in hoek en Passend op oppervlak
Corrigeer elke vervormde hoek en rand voor een perfect rechthoekig beeld.
• Compatibel met HDMI/MHL
U kunt de content van smart-apparaten projecteren via een HDMI/MHL-verbinding.
• Netwerkbesturing
Geïntegreerde RJ45-aansluiting voor besturing via een netwerk, zodat de status van de
projector via een webbrowser op een computer kan worden beheerd.
Netwerkstand-bymodus activeren < 6 W.
• Ondersteuning voor Crestron RoomView
De projector biedt ondersteuning voor Crestron eControl, RoomView en AMX, zodat
u de apparatuur op een externe computer via een lan kunt besturen en beheren.
• Minder dan 0,5 W in stand-by
Minder dan 0,5 W stroomverbruik in stand-by.
• Automatisch aanpassen met één toets
Druk op AUTO op het toetsenblok of afstandsbediening om meteen de beste
beeldkwaliteit in te stellen.
• Twee geïntegreerde 10 W luidsprekers
Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid bij gebruik van een
audio-ingang.
• Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal,
Direct inschakelen
Snelle afkoeling-functie versnelt het afkoelen als de projector wordt uitgeschakeld.
Automatisch uitschakelen-functie zorgt ervoor dat de projector automatisch kan
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt
gedetecteerd. Inschakelen bij signaal-functie schakelt de projector automatisch in
zodra een signaal op een ingang wordt gedetecteerd en Direct inschakelen-schakelt
de projector in als de stroom wordt ingeschakeld.
• Ondersteuning voor 3D
Diverse 3D-formaten maken de 3D-functie nog veelzijdiger. Met 3-dimensionale
beelden en een 3D-bril van BenQ geniet u van 3D-films, video's en sportevenementen
alsof u erbij bent.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor
contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
®
en AMX
Inleiding7
Inhoud van de verpakking
Digital Projector
Quick Start Guide
1.Reservelamp
2.3D-bril
3.PointWrite-kit
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer
een of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de
leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*Wordt uitsluitend in bepaalde regio's geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Gaat naar het vorige bestand/afspelen/
pauzeren/gaat naar het volgende bestand/
terugspoelen/stoppen/vooruitspoelen
door media.
Alleen beschikbaar als het smart-apparaat
bestuurd wordt in de MHL-modus.
10. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint het geprojecteerde
beeld.
Inleiding11
11. PAGE+/PAGE-
Hiermee kunt u een softwareprogramma
(op een aangesloten pc) bedienen dat
reageert op opdrachten voor pagina
omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft
PowerPoint).
12. FREEZE
Zet het geprojecteerde beeld stil.
13. NETWORK SETTING
Via het Netwerkinstellingen OSDmenu.
14. QUICK INSTALL
Selecteert snel diverse functies om het
geprojecteerde beeld aan te passen en
toont het testpatroon.
15. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor
het beeld.
16.Rechts/
Zet het volume van de projector hoger.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #3, #5 en #16 als
pijltoetsen om de gewenste menu-items te
selecteren en om aanpassingen uit te
voeren.
17. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
18. MIC/VOL+/MIC/VOL-
(Geen functie.)
19. MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
20. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
21. SMART ECO
Toont het menu Lampmodus waarin u
een geschikte lampmodus kunt selecteren.
22. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers in de
netwerkinstellingen.
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor
professionele gebruikers een
hulpmiddel tijdens presentaties.
Als u erop drukt, zendt de
aanwijzer rood licht uit.
De laserstraal is zichtbaar. Houd
LASER ingedrukt voor een
continu lasersignaal.
Kijk niet rechtstreeks naar het
venster van de laserstraal en richt de laserstraal niet
op anderen of op uzelf. Zie de waarschuwingen op de
achterzijde van de afstandsbediening voordat u deze
gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders
dienen bedachtzaam om te gaan met de gevaren
van laserenergie en de afstandsbediening buiten
het bereik van kinderen te houden.
Inleiding12
Het smart-toestel besturen via de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
Als de projector content projecteert vanaf een met MHL-compatibel smart-toestel, kunt u
met de afstandsbediening het smart-toestel besturen.
Activeer de MHL-modus door AUTO 3 seconden ingedrukt te houden. U kunt het
smart-toestel met de volgende toetsen besturen: Pijltoetsen (/ Omhoog,
Sluit de MHL-modus door AUTO 3 seconden ingedrukt te houden.
Als de MHL-modus is geactiveerd, hebben de toetsen op de projector dezelfde functies als de toetsen op de
afstandsbediening.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van
de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels
liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
Inleiding13
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1.Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw
vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de
richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2.Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u
let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+)
naar plus en min (-) naar min.
3.Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie
te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Inleiding14
De projector positioneren
Plafond voor
Plafond achter
Snel installeren gebruiken
De heeft een sneltoets om snel Projectorinstallatie, Testpatroon en 2D-keystone in
te stellen.
Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening en druk op / om uit de
onderstaande items te selecteren:
• Projectorinstallatie. Zie "De projector positioneren" op pagina 15 voor details.
• Testpatroon. Zie "Het testpatroon gebruiken" op pagina 42 voor details.
• 2D-keystone. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 24 voor details.
1. Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende plekken worden geïnstalleerd:
2. Het testpatroon gebruiken
3. Het beeld corrigeren
• 2D-keystonecorrectie
• Passend in hoek-correctie
De projector positioneren15
• Passend op oppervlak-correctie
a
D
V
M
W
F
h
X
Midden
Dikte van het scherm
Schaalwaarde = D
Midden
30 mm
Plaathoogte 260 mm
Met deksel 270 mm
Plafondhoogte (H)
=30 mm+
plaathoogte +V+h+F
Stel het scherm in via de QUICK INSTALL-sneltoets op de afstandsbediening. Als de
projector is ingeschakeld, kunt u ook naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorinstallatie gaan. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 27 voor informatie over
het OSD-menu.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en
uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de
nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De gewenste beeldgrootte van de projectie
instellen
Projectieafmetingen
• De installatieafstand D wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot aan het oppervlak van de
wandmontage.
• De projectieafstand a wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot aan het
projectieoppervlak.
• Verticale verschuiving V wordt gemeten vanaf de onderrand van de wandplaat tot aan de bovenste
schermrand.
De projector positioneren16
Beeldaanpassingsgebied
M
W
h
Midden: 0
-1,5 cm
+1,5 cm
+3,5 cm
-3,5 cm
Midden: 0
Aanpassingsgebied
MX882UST
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en van het geprojecteerde beeld 4:3.
Schermgrootte
Diagonaal
(M)
Hoogte
(h)
Gewicht
(W)
Min.
plafond-
hoogte
H
verschuiving
a
Ve rt ic al e
V
Installatieafstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
(D=a+30 mm)
Inch mm(mm)(mm)(mm)(mm)(mm)(mm)
73185411131483240123888118
781981118915852490252118148
832108126516872580265147177
882235134117882670279177207
932362141718902760292207237
982489149419912849306236266
100 2540152420322885311248278
103 2616157020932939319266296
108 2743164621953029333296326
110 2794167622353065338308338
a. Gebaseerd op een beeld op 762 mm vanaf de grond. Als het beeld lager is, valt door de meting de
minimale plafondhoogte kleiner uit.
b. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm bedraagt.
c. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm bedraagt.
De projector positioneren17
Xc=30 mm
MW883UST
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en die van het geprojecteerde beeld is 16:10.
Schermgrootte
Diagonaal
(M)
Hoogte
(h)
Gewicht
(W)
Min.
plafond-
hoogte
H
a
Ve rt ic al e
afstand
V
Installatieafstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
Xc=30 mm
(D=a+30 mm)
Inch mm(mm)(mm)(mm)(mm)(mm)(mm)
86,5 219711641863243021688118
87221011711874243821791121
902286121219392485223106136
952413127920462562233131161
100 2540134621542639243156186
105 2667141422622717253181211
110 2794148123692794263206236
115 2921154824772872273231261
120 3048161525852949284256286
125 3175168326923026294281311
130 3302175028003104304306336
a. Gebaseerd op een beeld op 762 mm vanaf de grond. Als het beeld lager is, valt door de meting de
minimale plafondhoogte kleiner uit.
b. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm bedraagt.
c. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm bedraagt.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten.
BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van
deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke
locatie.
De projector positioneren18
Aansluitingen
a
b
7
8
41213
7
7
10
10
86%$
+'0,0+/
1211
6 5
3
9
13
Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
of
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
Smartphone
of tablet-pc
of
PointWritekit
Touchmodule
of
of
AV-apparaat
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
Aansluitingen19
1.VGA-kabel
2.VGA-naar-DVI-A-kabel
3.Usb-kabel
4.Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
5.S-Video-kabel
6.Videokabel
8.Audio-l/r-kabel
9.Usb-kabel (A-naar-mini-B) aansluiten
op de Touch-module
10. HDMI-kabel
11. Usb-flashdrive
12. Draadloze usb-dongle
13. Draadloze HDMI-dongle
7.Audiokabel
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is
aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave
doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een
beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het
notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is
aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op stand-by staat, zorg dan dat de
Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-
by-instellingen" op pagina 56 voor details.
Videoapparaten aansluiten
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke
uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de
beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste
videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluitingBeeldkwaliteit
HDMI/MHL
Beste
Component video
S-Video
Video
Aansluitingen20
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
a
b
86%$
+'0,0+/
86%$
+'0,0+/
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het
geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren
van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home-theater- of homecinematoepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid
voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is
aangesloten.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 21 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Smart-apparaten aansluiten
De projector kan content direct projecteren vanaf een met MHL-compatibel smartapparaat. Met een draadloze MHL-dongle kunt u smart-apparaten aansluiten op de
projector om de content ervan op een groot scherm te projecteren.
Bepaalde smart-apparaten zijn wellicht niet compatibel met de gebruikte kabel. Raadpleeg de fabrikant van het
smart-apparaat voor meer informatie.
1.Pak een draadloze HDMI-dongle of draadloze USB-dongle en sluit deze aan op de
MHL-ingang van de projector.
2.Schakel naar de HDMI/MHL-ingang. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 31 voor details over het schakelen tussen ingangssignalen.
Aansluitingen21
Bediening
De projector opstarten
1.Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact
in (indien nodig). Controleer of de POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt
zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel)
voor het apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en
brand, te voorkomen.
2.Druk op AAN/UIT of ON om de projector te starten. Zodra het lampje
gaat branden, is een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER (Power-lampje)
knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten
wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "Uitschakelen van de Beltoon aan/uit" op pagina 42 voor details over het
uitschakelen van de beltoon.
De projector kan automatisch worden ingeschakeld als een VGA-signaal of HDMI-
signaal met 5 V wordt gedetecteerd. Activeer deze functie door Aan in te stellen in
het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Gebruiksinstellingen > Inschakelen bij signaal.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de
lamp wordt ingeschakeld.
3.Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de
instructies op het scherm te volgen.
4.Als u om een wachtwoord wordt
gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een
wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken"
op pagina 28 voor details.
5.Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6.De projector gaat zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande
ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de
projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het
scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om
het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 31 voor details.
Bediening22
Loading...
+ 50 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.