Benq MX863UST, MW864UST User Manual [nl]

MX863UST/MW864UST Digitale projector Gebruikershandleiding
V 1.01

Informatie over garantie en auteursrechten

Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat voordoen.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright © 2017, by BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over gedekte patenten van de BenQ-projector.
2 Informatie over garantie en auteursrechten
Inhoud
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Belangrijke veiligheidsinstructies ........................................................................................ 4
Inleiding ................................................................................................................................. 7
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 7
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................ 9
De projector positioneren ................................................................................................. 12
Een plek kiezen .........................................................................................................................................12
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 13
De projector bevestigen .........................................................................................................................15
Het geprojecteerde beeld aanpassen................................................................................................... 17
Aansluitingen ...................................................................................................................... 19
Bediening ............................................................................................................................. 21
De projector opstarten .......................................................................................................................... 21
De menu's gebruiken............................................................................................................................... 22
De projector beveiligen .......................................................................................................................... 23
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 25
De projector uitschakelen...................................................................................................................... 26
Direct uitschakelen ..................................................................................................................................26
Menubewerkingen .............................................................................................................. 27
BEELD menu ...........................................................................................................................................29
INGANG menu ...................................................................................................................................... 32
SYSTEEMINSTLL: BASIS menu ...................................................................................................33
SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD menu ............................................................................35
INFORMATIE menu............................................................................................................................ 37
Onderhoud .......................................................................................................................... 38
Onderhoud van de projector ................................................................................................................38
Informatie over de lamp ......................................................................................................................... 39
Problemen oplossen ........................................................................................................... 44
Specificaties ......................................................................................................................... 45
Projectorspecificaties ..............................................................................................................................45
Afmetingen .................................................................................................................................................46
Timingdiagram ........................................................................................................................................... 47
3 Inhoud

Belangrijke veiligheidsinstructies

De projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ict-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de projector gaat gebruiken.
Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
6. In sommige landen is de netspanning NIET stabiel. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Om de lamp tijdelijk uit te schakelen, gebruikt u de functie leeg.
4. Zorg er altijd voor dat als de
projectorlamp brandt, de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd.
5. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge, levensgevaarlijke spanning. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
13. Plaats de projector tijdens het gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
14. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
15. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
12. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
16. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
17. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
20. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
18. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafond/wandmontage mogelijk is.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur hoger dan 40°C / 104°F.
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
19. Dit apparaat moet worden geaard.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.
6 Belangrijke veiligheidsinstructies

Inleiding

Digital Projector
Quick Start Guide

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items aanwezig zijn. Wanneer een of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
Projector met
projectorbevestigingsplaat
Wandmontagekit
Afstandsbediening met
Snelgids Garantiekaart* Netsnoer
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Optionele accessoires
1. Reservelamp
2. 3D-bril
3. PointWrite-kit
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk en schuif de batterijklep weg zoals in de afbeelding is weergegeven.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en negatieve zijdes correct zijn gepositioneerd zoals in de afbeelding is weergegeven.
batterijen
VGA-kabel
3. Schuif de batterijklep terug zodat deze op z'n plek klikt.
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals de keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
7 Inleiding

Buitenkant van de projector

1
2
3
9
8
8
3
10
11
12
5
6
4
7
131415161718192021
23
25
26
27
27
2422
8
1. Lampdeksel
2. Ventilatie (warme lucht uit)
3. Luidsprekerrooster
4. PointWrite-dummyafdekking (optionele PointWrite-kit)
5. Power- lamp je/Waarschuwingslampje temperatuur/Waarschuwingslampje
14. Usb-poort van type A (energietoevoer voor To u c h - k i t )
15. PointWrite-poort (PointWrite-kit vereist)
16. Hdmi-ingang
17. Video-ingang
18. S-Video-ingang
19. Audio-ingangen (L/R)
lamp
(Zie Indicatoren op pagina 43.)
20. Audio-ingangen Audio-uitgang
6. IR-sensor voor afstandsbediening
21. RGB (pc)-signaalingangen
7. Projectielens en -spiegel
8. Verstelvoetjes
9. Extern besturingspaneel (Zie Bedieningselementen en functies op
pagina 9.)
10. Focusring
11. Ventilatie (koele lucht in)
12. HDMI/MHL-ingang (voor HDMI-dongle)
23. RS-232-besturingspoort
24. RJ-45 lan-ingang
25. Usb-mini-B-poort
26. Sleuf voor Kensington-slot
27. Projectorbevestigingsplaat
22. RGB (pc)-signaaluitgang
13. Stroomaansluiting
8 Inleiding

Bedieningselementen en functies

9
8
7
5
6
3
1
2
10
2
4
• Alle toetsindrukken die in dit document zijn beschreven, zijn beschikbaar op de afstandsbediening of op de projector.
• De afstandsbediening wordt in Japan zonder laseraanwijzer geleverd
Projector en afstandsbediening
6
11
2 1
7
1. MENU
Activeert het schermmenu (OSD).
EXIT
Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
2. Keystonetoetsen ( , )
Opent de pagina voor keystonecorrectie.
3.
Zet het volume van de projector lager.
3 4 5
8 2 9
10
12
13
14
15
16
17 18
ENTER
Hiermee bevestigt u het geselecteerde menu-item in het On-Screen Display (OSD)-menu.
5. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten.
19
20 21
22 23
4. MODE
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
6. AAN/UIT
Dit zet de projector aan of op stand-by.
ON/ Off
Dit zet de projector aan of op stand-by.
9 Inleiding
7. AUTO
16. FREEZE
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
8.
Zet het volume van de projector hoger.
9. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
10. Pijltoetsen ( , , , )
Als het On-Screen Display (OSD)-menu is geactiveerd, gebruikt u deze toetsen als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
11. Ingangselectieknoppen: COMPUTER 1, COMPUTER 2, VIDEO, S-VIDEO, HDMI
Kies een ingangsignaal voor het beeld.
NETWORK
(Geen functie.)
12. LASER
Hiermee laat u een zichtbaar laseraanwijzerlampje branden waarmee presentaties kunnen worden uitgevoerd.
13. MHL-besturingsknoppen ( Vorige, Afspelen/pauzeren,
Volgende, Terugspoelen, Stoppen,
Vooruitspoelen)
Gaat naar het vorige bestand/afspelen/pauzeren/gaat naar het volgende bestand/terugspoelen/stoppen/vooruitspoelen door media.
Alleen beschikbaar als het smart-apparaat bestuurd wordt in de MHL-modus.
14. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld.
15. PAGE +/PAG E-
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
Zet het geprojecteerde beeld stil.
17. NETWORK SETTING
Via het SNEL INSTALLEREN OSD-menu.
18. SNEL INSTALLEREN
Selecteert snel diverse functies om het geprojecteerde beeld aan te passen en toont het testpatroon.
19. MIC/VOL+/MIC/VOL-
(Geen functie.)
20. MUTE
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
21. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
22. SMART ECO
Toont het menu Lampmodus waarin u een geschikte lampmodus kunt selecteren.
23. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers in de netwerkinstellingen.
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor professionele gebruikers een hulpmiddel tijdens presentaties. Als u erop drukt, zendt de aanwijzer rood licht uit. De laserstraal is zichtbaar. Houd LASER ingedrukt voor een continu lasersignaal.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen bedachtzaam om te gaan met de gevaren van laserenergie en de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen te houden.
Kijk niet rechtstreeks naar het venster van de laserstraal en richt de laserstraal niet op anderen of op uzelf. Zie de waarschuwingen op de achterzijde van de afstandsbediening voordat u deze gebruikt.
10 Inleiding
Het smart-toestel besturen via de afstandsbediening
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
Als de projector content projecteert vanaf een met MHL-compatibel smart-toestel, kunt u met de afstandsbediening het smart-toestel besturen.
Activeer de MHL-modus door AUTO 3 seconden ingedrukt te houden. U kunt het smart-toestel met de volgende toetsen besturen: Pijltoetsen ( , , , ), MENU, EXIT, ENTER, MHL-besturingsknoppen.
Sluit de MHL-modus door AUTO 3 seconden ingedrukt te houden.
Als de MHL-modus is geactiveerd, hebben de toetsen op de projector dezelfde functies als de toetsen op de afstandsbediening.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant
11 Inleiding

De projector positioneren

Een plek kiezen

Voordat u een plek voor de projector kiest, houdt u rekening met de volgende zaken:
• Formaat en positie van het scherm
• Plek van het stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projctor en de rest van de apparatuur
U kunt de projector op de volgende manieren installeren.
1. Plafond voor
Selecteer deze locatie als de projector ondersteboven voor het scherm wordt opgehangen. Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafond/wandmontageset voor een BenQ Projector bij uw leverancier kopen.
Na het inschakelen van de projector, gaat u naar SYSTEEMINSTLL: BASIS > Projectorinstallatie > Projectorinstallatie en drukt u op / om een instelling te selecteren.
U kunt dit menu ook openen met QUICK INSTALL op de afstandsbediening.
2. Plafond achter
Selecteer deze locatie als de projector ondersteboven achter het scherm wordt opgehangen. Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie en de plafond/wandmontageset van BenQ vereist.
12 De projector positioneren

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

Midden
Dikte van het scherm
Schaalwaarde = D
Midden
30 mm
Plaathoogte 260 mm
Met deksel 270 mm
Plafondhoogte (H)
=30 mm+ plaathoogte +V+h+F
48 mm
Midden van het beeld
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectieafmetingen
a
D
V
M
• De installatieafstand D wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot aan het oppervlak van de wandmontage.
• De projectieafstand a wordt gemeten vanaf de achterzijde van de projector tot aan het projectieoppervlak.
• Verticale verschuiving V wordt gemeten vanaf de onderrand van de wandplaat tot aan de bovenste schermrand.
X
W
h
F
13 De projector positioneren
Projectieafmetingen
Midden: 0
-1,5 cm
+1,5 cm
+3,5 cm
-3,5 cm
Midden: 0
Aanpassingsgebied
-4,8 cm
Midden van het beeld
M
h
W
MX863UST
• De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en van het geprojecteerde beeld 4:3
Schermgrootte
Diagonaal (M) Hoogte (h)
Inch mm (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
73 1854 1113 1483 2401 238 88 118
78 1981 1189 1585 2490 252 118 148
83 2108 1265 1687 2580 265 147 177
88 2235 1341 1788 2670 279 177 207
93 2362 1417 1890 2760 292 207 237
98 2489 1494 1991 2849 306 236 266
100 2540 1524 2032 2885 311 248 278
103 2616 1570 2093 2939 319 266 296
108 2743 1646 2195 3029 333 296 326
110 2794 1676 2235 3065 338 308 338
a. Gebaseerd op een beeld op 762 mm vanaf de grond. Als het beeld lager is, valt door de meting de minimale plafondhoogte kleiner uit.
b. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm bedraagt.
c. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm bedraagt.
Breedte
(W)
Minimale
plafondhoogte
a
H
Ver ti ca le
afstand
V
Installatieafstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
Xc=30 mm
(D=a+30 mm)
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.
14 De projector positioneren
MW864UST
• De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en die van het geprojecteerde beeld is 16:10.
Schermgrootte
Diagonaal (M) Hoogte (h)
Inch mm (mm) (mm) (mm) (mm) (mm) (mm)
86,5 2197 1164 1863 2430 216 88 118
87 2210 1171 1874 2438 217 91 121
90 2286 1212 1939 2485 223 106 136
95 2413 1279 2046 2562 233 131 161
100 2540 1346 2154 2639 243 156 186
105 2667 1414 2262 2717 253 181 211
110 2794 1481 2369 2794 263 206 236
115 2921 1548 2477 2872 273 231 261
120 3048 1615 2585 2949 284 256 286
125 3175 1683 2692 3026 294 281 311
130 3302 1750 2800 3104 304 306 336
a. Gebaseerd op een beeld op 762 mm vanaf de grond. Als het beeld lager is, valt door de meting de minimale plafondhoogte kleiner uit.
b. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 0 mm bedraagt.
c. Aangenomen wordt dat de dikte van het projectiescherm (X) 30 mm bedraagt.
Breedte
(W)
Minimale
plafondhoogte
a
H
Ver ti ca le
verschuiving
V
Installatieafstand (D)
Xb=0 mm
(D=a)
Xc=30 mm
(D=a+30 mm)
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt aan, dat bij een permanente plaatsing van de projector de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het beste past in uw specifieke locatie.

De projector bevestigen

Als u de projector wilt bevestigen, is het raadzaam een gepaste montageset voor BenQ-projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
Voordat u de projector bevestigt
• U kunt een projectormontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw BenQ-projector.
• BenQ raadt u aan een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
• Vraag de leverancier om de projector voor u te monteren. Als u de projector zelf monteert, kan de projector vallen en letsel opleveren.
• Neem de benodigde maatregelen om te voorkomen dat de projector naar beneden valt tijdens bijvoorbeeld een aardbeving.
• De garantie dekt geen beschadiging van het product als gevolg van het monteren van de projector met een projectormontageset die niet van BenQ is.
15 De projector positioneren
• Let op de omgevingstemperatuur van de plek waar de projector aan het plafond/wand wordt
179.7
382
126.6
435
145
345.4
144.0
30.0 30.0
532.0
445.0
406.4
313.0
218.0
155.5
85.0
232.0
38.0
264.0
75.0
75.0
140.0
Schroef voor plafond/wandmontage: M4 (max. L = 25 mm; min. L = 20 mm)
Eenheid: mm
bevestigd. Als een verwarming wordt gebruikt, kan de temperatuur bij het plafond hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding van de montageset voor informatie over de kracht van het draaimoment. Als u de montageset te stevig vastschroeft, kan dit de projector beschadigen waardoor deze uiteindelijk naar beneden kan vallen.
• Zorg dat het stopcontact op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector makkelijk kunt uitschakelen.
Plafond/wandmontage installatiediagram
16 De projector positioneren

Het geprojecteerde beeld aanpassen

Druk op .
Druk op .
Druk op .
Druk op .
Kijk niet in de lens wanneer de projectorlamp brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Het beeld automatisch aanpassen
Soms moet de beeldkwaliteit worden aangepast. Druk op AUTO om dit te doen. Binnen 3 seconden past de ingebouwde automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
De beeldhelderheid fijn afstellen
Stel het beeld scherp door aan de focusring te draaien.
b
a
Keystone corrigeren
Keystone verwijst naar de situatie waarin het geprojecteerde beeld een trapezoïde vorm aanneemt als onder een hoek wordt geprojecteerd.
Corrigeer dit handmatig via deze stappen.
1. Open de keystonecorrectiepagina met een van de volgende stappen.
• Druk op / op de projector of op de afstandsbediening.
• Druk op QUICK INSTALL op de afstandsbediening. Druk op om 2D-keystone te selecteren en druk op ENTER.
• Druk op MENU en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is geselecteerd. Druk op om 2D-keystone te selecteren en druk op ENTER.
2. De correctiepagina voor 2D-keystone wordt geopend. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren. Druk op op
de projector om de keystone-effecten aan de rechterkant van het beeld te corrigeren. Druk op op de projector om de keystone-effecten aan de linkerkant van het beeld te corrigeren.
17 De projector positioneren
Passend in hoek aanpassen
Pas handmatig de vier hoeken van het beeld aan door de horizontale en verticale waarden in te stellen.
1. Druk op MENU en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is geselecteerd.
2. Druk op om Passend in hoek te selecteren en druk op ENTER. De correctiepagina voor Passend in hoek wordt geopend.
3. Druk op / / / om een hoek te selecteren en druk op ENTER.
4. Druk op / om de verticale waarden aan te passen.
5. Druk op / om de horizontale waarden aan te passen.
18 De projector positioneren

Aansluitingen

b
a
7
8
4
1 2
1
3
7
7
10
10
+'0,0+/
6 5
3
9
11
Laptop of desktopcomputer
AV-apparaat
VGA-kabel
VGA-naar-DVI-A-kabel
Usb-kabel
Componentvideo-naar­VGA (D-sub)
adapterkabel
S-Video-kabel
Videokabel
Audiokabel
Audio-l/r-kabel
Usb-kabel (A-naar-mini-B) aansluiten
op de Touch-module
Hdmi-kabel
Draadloze HDMI-dongle
1
23456
7
8910
11
Luidsprekers
Beeldscherm
PointWrite-kit
To u c h ­module
Smart-apparaat
AV-apparaat
Volg deze instructies om apparatuur op de projector aan te sluiten:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat deze aansluit.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden bij de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina 7). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + functietoets kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding van het notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
19 Aansluitingen
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit.
Aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI/MHL
Component video (via RGB-ingang)
S-Video
Video
Best
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home-theater- of home-cinematoepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
20 Aansluitingen

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan. Schakel het stopcontact in (indien nodig). De Powerindicator op de projector brandt oranje zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Druk op op de projector of op op de afstandsbediening om de projector te starten. De
powerindicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
3. Als de projector voor het eerst wordt geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een wachtwoord van 6 cijfers in te voeren. Zie De
wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 23.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zoekt naar ingangssignalen. Het huidige ingangssignaal dat gescand wordt verschijnt. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op SOURCE drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie Schakelen
tussen ingangssignalen op pagina 25.
• Gebruik de originele accessoires (zoals het netsnoer) om mogelijk gevaar, zoals een elektrische schok of brand, te voorkomen.
• Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
• De Setupwizard-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van het daadwerkelijke ontwerp.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht "Buiten bereik" op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie Timingdiagram op pagina 47.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de spaarmodus geactiveerd.
21 Bediening

De menu's gebruiken

WEERGAVE
Wandkleur Beeldverhouding
Passend in hoek Positie Fase Horizontale afmeting Digitale zoom
Uit
Afsluiten
COMPUTER 1/Y Pb Pr 1
2D-keystone
2
3
4
1
5
6
0 0
3D
Lessjabloon
1
4
2
5
3
6
De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Hoofdmenupict ogram
Huidig ingangssignaal
Hoofdmenu Status
Druk op MENU om
Submenu
terug naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
U opent het OSD-menu door op MENU op de projector of afstandsbediening te drukken.
• Navigeer door de menu-items met de pijltoetsen ( / / / ) op de projector of afstandsbediening.
• Gebruik ENTER op de projector of afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
22 Bediening

De projector beveiligen

Nieuw Wachtwoord Invoeren
Terug
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 26 op pagina 8.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Beveiligingsins Tellingen. Druk op ENTER. De pagina Beveiligingsins Tellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op ENTER.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen de 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om Inschakelblokkering te markeren en druk op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord nogmaals in.
• De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd op, zodat u het altijd kunt opzoeken, mocht u het vergeten.
• Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord en verschijnt vervolgens de melding Huidig Wachtwoord Invoeren. Als u het wachtwoord echt niet meer weet, gebruikt u de wachtwoordherstelprocedure. Zie De procedure voor het
herstellen van het wachtwoord starten op pagina 24.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
23 Bediening
De procedure voor het herstellen van het wachtwoord starten
Noteer de code en neem contact op met de BenQ-kl antenservice.
Code:
255 255 255 255
Wachtwoord oproepen
Afsluiten
1. Houd AUTO 3 seconden ingedrukt. De projector laat op het scherm een code zien.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Neem contact op met de klantenservice van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op ENTER. Het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt nogmaals het bericht "Nieuw Wachtwoord Invoeren''.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Schakel de wachtwoordbeveiliging uit door naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering te gaan en druk op / om Uit te selecteren. Het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt een foutmelding voor het wachtwoord op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig Wachtwoord Invoeren" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
24 Bediening

Schakelen tussen ingangssignalen

De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Ingang > Auto-ingang in het menu is ingesteld op Aan als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE. Een ingangselectiebalk verschijnt dan.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden in de hoek van het scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende ingangssignalen.
• Voor de beste beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van de eigenresolutie van de projector. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling "beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie Beeldverhouding op pagina 27.
25 Bediening

De projector uitschakelen

1. Druk op en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op . De powerindicator knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen.
3. Zodra het afkoelen klaar is, brandt de powerindicator oranje en stoppen de ventilatoren. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
• U kunt de afkoeltijd verkorten door de functie Snelle afkoeling te activeren. Zie Snelle afkoeling op pagina 34.
• Probeer de projector niet onmiddellijk weer in te schakelen als deze net is uitgeschakeld, aangezien grote hitte nadelig is voor de levensduur van de lamp.
• De daadwerkelijk levensduur van de lamp is afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.

Direct uitschakelen

De stroomkabel kan direct nadat de projector is uitgeschakeld, worden losgekoppeld. Bescherm de lamp door ongeveer 10 minuten te wachten voordat u de projector weer inschakelt. Als u de projector weer probeert in te schakelen, kunnen de ventilatoren enkele minuten blijven draaien om de projector af te koelen. Mocht dit gebeuren, druk dan nogmaals op AAN/UIT om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en oranje brandt.
26 Bediening

Menubewerkingen

15:9-beeld
(MX863UST)
(MW864UST)
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
16:10-beeld
De schermmenu (OSD)'s verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel.
De menu-items zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal detecteert. Wanneer geen apparatuur op de projector is aangesloten of geen signaal wordt waargenomen, zijn beperkte menuopties beschikbaar.
WEERGAVE menu
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak, bijvoorbeeld een geverfde muur, niet wit is. De functie Wandkleur kan dan de kleur
Wandkleur
van het geprojecteerde beeld corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt. U kunt uit diverse vooraf ingestelde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.
Er zijn diverse opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is.
Auto: De verhouding van het beeld wordt aangepast aan de eigen resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte.
Beeldver­houding
2D-keystone
Werkelijk: Projecteert een beeld in de oorspronkelijke resolutie en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Bij ingangssignalen met een lagere resolutie, worden de beelden kleiner weergegeven dan op een volledig scherm.
4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3.
16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9.
16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:10.
Corrigeert eventuele keystonefouten in het beeld. Zie Keystone corrigeren op
pagina 17.
Passend in hoek
Positie
Past de vier hoeken van het beeld aan. Zie Passend in hoek aanpassen op pagina 18.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
27 Menubewerkingen
Fase
Hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het beeld te verminderen. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Horizontale afmeting
Digitale zoom
Stelt de horizontale breedte van het beeld in. Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
1. Als de Zoombalk zichtbaar is, drukt u herhaaldelijk op om het beeld te vergroten naar een gewenst formaat.
2. Navigeer door het beeld door op MODE/ENTER te drukken om naar de verschuifmodus te schakelen en druk op de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om door het beeld te navigeren.
3. Verklein de beeldgrootte door op MODE/ENTER te drukken om terug te schakelen naar de in/uitzoomfunctie. Druk op AUTO om de oorspronkelijke beeldgrootte te herstellen. U kunt ook herhaaldelijk drukken totdat de oorspronkelijke beeldgrootte is hersteld.
U kunt alleen op het beeld navigeren als het is uitvergroot. U kunt het beeld verder uitvergroten terwijl u details zoekt.
Deze projector bevat een 3D-functie waarmee u kunt genieten van films, video's en sportprogramma's in 3D, die nog realistischer lijken als ze via hdmi worden weergegeven. Draag een 3D-bril om van de 3D-beelden te kunnen genieten.
3D
3D-modus: de standaardinstelling is Uit. Als u wilt dat de projector automatisch
een geschikt 3D-formaat kiest als 3D-beelden worden gedetecteerd, kiest u Auto. Als de projector het 3D-formaat niet kan herkennen, drukt u op / om een 3D-modus te kiezen uit Boven-onder, Frame opeenvolg., Frame packing en Side-by-side.
Als de 3D-functie is geactiveerd:
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt verminderd.
• De volgende instellingen kunnen niet worden aangepast: Beeldmodus, Referentiemodus.
• De 2D-keystone kan alleen in beperkte mate worden aangepast.
3D sync omkeren: als u merkt dat de beelddiepte is omgedraaid, schakel dan
deze functie in om het probleem te verhelpen.
3D-instellingen opslaan: als de 3D-content correct wordt weergegeven nadat
de aanpassingen zijn gemaakt, schakelt u deze functie in en kiest u een reeks 3D-instellingen om de actuele 3D-instellingen op te slaan.
3D-instellingen toepassen: zodra de 3D-instellingen zijn opgeslagen, kunt u ze
activeren door ze als een reeks opgeslagen 3D-instellingen te selecteren. Eenmaal toegepast speelt de projector de ontvangen 3D-content automatisch af als deze overeenkomt met de opgeslagen 3D-instellingen.
Alleen de reeks(en) met 3D-instellingen met onthouden gegevens is (zijn) beschikbaar.
28 Menubewerkingen
De projector biedt diverse patronen voor diverse onderwijsdoeleinden.
1. Druk op / om Schoolbord of Wit bord te selecteren.
Lessjabloon
2. Druk op / om uit Lettervorming, Werkblad en Coördinatenkaart
3. Druk op ENTER om het patroon weer te geven.

BEELD menu

De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Helder: maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
Presentatie: is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven,
Beeldmodus
waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
het gewenste patroon te kiezen.
Referentie­modus
Bioscoop: met goed gebalanceerde kleurtinten en contrast bij lage helderheid, is dit met name geschikt voor films in een volledig donkere omgeving (zoals in een bioscoop).
3D: is geschikt voor 3D-beelden en 3D-videofragmenten.
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2: roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie Referentiemodus op
pagina 29.
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2) en de instellingen aanpassen.
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 te
selecteren.
3. Druk op om Referentiemodus te markeren en druk op / om een
beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
4. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en
pas de waarde aan. De aanpassingen worden opgenomen in de geselecteerde gebruikersmodus.
Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
29 Menubewerkingen
Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de Helderheid hebt ingesteld die past bij de geselecteerde ingang en de omgeving.
Kleur
Tint
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Als de instelling te hoog staat, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder het beeld.
Scherpte Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld.
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en pakkender in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de
Brilliant Color
middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en natuurlijke scènes, zodat de projector de beelden realistisch en natuurgetrouw weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Er zijn diverse voorinstellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. De beschikbare instellingen variëren op basis van het geselecteerde signaaltype.
Kleurtem­peratuur
Normaal: de witte kleur behoudt de normale schakering.
Koel: maakt het beeld blauwachtig wit.
Warm: maakt het beeld roodachtig wit.
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties aan te passen.
Kleurtemp. fijn afstellen
R-versterking/G-versterking/B-versterking: past de contrastniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: past de helderheidniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
30 Menubewerkingen
3D-kleurbe-
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
heer
Deze functie heeft zes kleurreeksen (RGBCMY) die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert, kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Primaire kleur: selecteert een kleur uit R (Rood), G (Groen), B (Blauw), C (Cyaan), M (Magenta) of Y (Geel).
Tint: een verhoging van het bereik omvat de kleuren die de twee naastliggende kleuren bevatten. Zie de afbeelding om te zien hoe de kleuren samenhangen. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rood in het geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
Verzadiging: past de waarden naar wens aan. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Beeldin­stellingen her­stellen
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren
minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
Versterking: past de waarden naar wens aan. Het contrastniveau van de gekozen primaire kleur wordt beïnvloed. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld.
Huidige: alle aanpassingen die zijn aangebracht voor de geselecteerde Beeldmodus worden hersteld naar de standaard fabriekswaarden.
Alle: herstelt de fabrieksinstellingen van alle instellingen, behalve Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 in het menu BEELD.
31 Menubewerkingen

INGANG menu

Snel automatisch zoeken
Kleurruimte­conversie
HDMI-bereik
Hiermee kan de projector automatisch een signaal zoeken.
In het onwaarschijnlijke geval dat u de projector aansluit op een apparaat (zoals een dvd- of Blu-rayspeler) via de HDMI-ingang van de projector en het geprojecteerde beeld onjuiste kleuren vertoont, past u de instelling van de kleurruimte aan op een optie die past bij de kleurruimte-instelling van het uitvoerapparaat.
Auto: selecteert automatisch een geschikte kleurruimte voor het inkomende HDMI-signaal.
RGB: stelt de kleurruimte in op RGB.
YUV: stelt de kleurruimte in op YUV.
Deze functies zijn alleen beschikbaar als het HDMI/MHL- of HDMI-signaal is geselecteerd.
Selecteert een geschikt RGB-kleurbereik om de kleurgetrouwheid te corrigeren.
Auto: selecteert automatisch een geschikt kleurbereik voor het inkomende HDMI-signaal.
Volledig: maakt gebruik van het volledige bereik RGB 0-255.
HDMI-equal­izer
Beperkt: maakt gebruik van het beperkte bereik RGB 16-235.
Past de versterkingsinstellingen van de equalizer aan voor een HDMI-signaal. Hoe hoger de instelling, hoe hoger de versterking. Als de projector over meer dan een HDMI-poort beschikt, selecteert u eerst de HDMI-poort voordat u de waarde aanpast.
32 Menubewerkingen

SYSTEEMINSTLL: BASIS menu

Altijd
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd op het scherm weergegeven.
3 min/2 min/1 min
Geeft de timer op het scherm weer in de laatste 3/2/1 minute(n).
Nooit
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd verborgen.
Aftellen Telt af vanaf de ingestelde tijd naar 0. Optellen Telt op vanaf 0 naar de ingestelde tijd.
De presentatietimer kan de presentatietijd op het scherm weergeven zodat u uw presentatie beter kunt indelen.
Timerinterval: stelt de tijdperiode in. Als de timer is ingeschakeld, start deze opnieuw met aftellen zodra het Timerinterval wordt gereset.
Timerweergave: dit bepaalt of de timer op het scherm wordt weergegeven gedurende een van de volgende tijdperiodes:
Presentatie­timer
Timerpositie: stelt de positie van de timer in.
Aftelrichting: stelt de gewenste aftelrichting in, kies uit:
Herinnering voor geluid: dit bepaalt of de geluidsherinnering wordt geactiveerd of niet. Als dit wordt ingeschakeld, hoort u een dubbele pieptoon zodra de laatste 30 seconden van het af/optellen ingaan, en drie pieptonen als de timer is afgelopen.
Aan/Uit: kies Aan om de presentatietimer te activeren.
Taal Hiermee stelt u de taal van de On-Screen Display (OSD)-menu's in.
Projectorin­stallatie
Menu-instelling en
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren of met een of meerdere spiegels. Zie Een plek kiezen op pagina 12.
Weergaveduur menu: bepaalt hoe lang het OSD op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt.
Menupositie: hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
Herinnering: zet de herinneringen aan of uit.
33 Menubewerkingen
Direct inschakelen: hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er stroom staat op de stroomkabel.
Inschakelen bij signaal: bepaalt of de projector direct wordt ingeschakeld zonder op AAN/UIT of ON te drukken als de projector op stand-by
staat en een signaal van 5 V op de vga-kabel of hdmi-kabel wordt gedetecteerd.
Automatisch uitschakelen: hiermee wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Gebruiksin­stellingen
Paneeltoets­blokkering
Snelle afkoeling: selecteer Aan om de functie in te schakelen. De projector koelt minder lang af: 15 seconden in plaats van de normale 90 seconden.
Direct herstarten: hiermee kunt u de projector onmiddellijk opnieuw starten binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld.
Inactief-timer: stelt in hoeveel tijd moet verstrijken met geen inactiviteit op een zwart beeld. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt het beeld hersteld. Wanneer de huidige tijdsduur niet overeenkomt met uw wensen, selecteert u Uitschakelen. Ongeacht of Inactief-timer is geactiveerd of uitgeschakeld, kunt u op de meeste toetsen op de projector of afstandsbediening drukken om het beeld te herstellen.
Slaaptimer: stelt de timer voor automatisch uitschakelen in.
Als de toetsen op de projector en de afstandsbediening zijn geblokkeerd, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Paneeltoetsblokkering is ingeschakeld, functioneert
geen enkele toets op de projector, behalve AAN/UIT.
U kunt de toetsblokkering opheffen door (de rechtertoest) op de projector of afstandsbediening gedurende 3 seconden ingedrukt te houden.
Achtergrond­kleur
Opstartscherm
USB-aan/uitsch akelaar
Als u de projector uitschakelt zonder de paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de paneeltoetsen van de projector nog steeds geblokkeerd als de projector weer wordt ingeschakeld.
Stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van de projector.
Schakelt de 5 V-voedingsuitvoer van "Type A-aansluiting" in of uit. Kies Aan om deze functie in te schakelen. Kies Uit als PointWrite Touch-module niet wordt gebruikt om schade te voorkomen.
34 Menubewerkingen

SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD menu

Als u de projector op een hoogte van 1500 - 3000 m boven zeeniveau gebruikt, en de temperatuur tussen 0ºC - 30ºC ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te gebruiken.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt er wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het
Hoogtemodus
apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500 m ligt en de temperatuur tussen 0°C en 35°C is. Als u onder zulke omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te ver afgekoeld.
Geluid uit: schakelt het geluid tijdelijk uit.
Volume: past het geluidsniveau aan.
Geluidsin­stellingen
Lampin­stellingen
Beveiliging­sins Tellingen
Baud-ratio
Testpatroon
Beltoon aan/uit: schakelt de beltoon uit tijdens het opstarten of uitschakelen van de projector.
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is het instellen van Aan of Uit hier. Het dempen van het geluid of aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.
Lampmodus: zie Instellen van de Lampmodus op pagina 39.
Lamptimer herstellen: zie Stelt de lamptimer in op nul op pagina 42.
Lamptimer: zie Het aantal lampuren opzoeken op pagina 39.
Zie De wachtwoordbeveiliging gebruiken op pagina 23.
Kies een baudrate die identiek is aan die van de computer, zodat u de projector via een geschikte RS-232-kabel kunt aansluiten en de firmware van de projector kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde reparateurs.
Past de beeldgrootte en de focus aan zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is.
35 Menubewerkingen
Ondertitels aan: activeer de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde
Netwerkstand-bym odus inschakelen
Hiermee activeert de projector de netwerkfunctie tijdens de stand-bymodus.
Netwerkstand-bym odus autom. Uit
Hiermee kan de projector de netwerkfunctie uitschakelen na een bepaalde tijd nadat de stand-bymodus is geactiveerd. Als bijvoorbeeld 20 min is geselecteerd, blijft de netwerkfunctie van de projector nog 20 minuten geactiveerd nadat de stand-bymodus is geactiveerd. Als 20 minuten voorbij zijn, activeert de projector de normale stand-bymodus.
ingangssignaal ondertitels bevat.
Ondertitels
Stand-by-inste llingen
Ondertitels: Plaatst de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma's en video's die ondertiteling bevatten, op het scherm (in de programmagids wordt dit vaak aangegeven met "CC").
Ondertitelversie: selecteert een gewenste ondertitelmodus. Bekijk ondertitels door OT1, OT2, OT3 of OT4 te kiezen (OT1 toont ondertitels in de primaire taal van uw regio).
Netwerk: hiermee kunt u de volgende instellingen veranderen:
Beeldscherm-uit: hiermee kan de projector een vga-signaal uitvoeren in de stand-bymodus en als de COMPUTER-1-aansluiting en de MONITOR-OUT-aansluiting correct zijn aangesloten.
Audio pass-through: de projector kan in de stand-bystand een geluid afspelen als op de aansluitingen randapparatuur is aangesloten. Druk op / om de gewenste bron te kiezen. Zie Aansluitingen op pagina 19 voor meer informatie over aansluitingen.
Netwerkin­stellingen
Instellingen herstellen
36 Menubewerkingen
Kabel-lan: zie BenQ Netwerkprojector Handleiding.
AMX-apparaat detecteren: als deze functie Aan staat, kan de projector door de AMX-controller worden gedetecteerd.
MAC-adres: Toont het mac-adres van deze projector.
Zet alle instellingen terug op de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Gebruikersmodus 1, Gebruikersmodus 2,
Kleurruimteconversie, Projectorinstallatie, PointWrite Toucheenheid, Hoogtemodus, Beveiligingsins Tellingen, Baud-ratio, Netwerkinstellingen.

INFORMATIE menu

Oorspronkeli­jke resolutie
Huidige systeemstatus
Toont de eigenresolutie van de projector.
Ingang: geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
Lampmodus: geeft de geselecteerde modus in het menu Lampinstellingen weer.
Resolutie: geeft de eigenresolutie van het ingangssignaal weer.
3D-formaat: geeft de huidige 3D-modus aan.
Kleursysteem: geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
Gebruikstijd lamp: geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie: toont de firmware-versie van de projector.
37 Menubewerkingen

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Schakel de projector uit en laat de projector volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak en behuizing van de projector.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit (zie De projector uitschakelen op pagina 26) en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie Specificaties op pagina 45 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het wordt aanbevolen dat de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking wordt getransporteerd.
38 Onderhoud

Informatie over de lamp

Het aantal lampuren opzoeken
Als de projector wordt gebruikt, wordt de gebruiksduur van de lamp (lampuren) automatisch berekend door de ingebouwde timer. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend:
Gebruikstijd lamp = (aantal uur in de modus Normaal) + (aantal uur in de modus Economisch) + (aantal uur in de modus SmartEco)
Totaal (equivalent) aantal lampuren = 2 x (aantal uur in de modus Normaal) + 1,5 x (aantal uur in de modus Economisch) + 1,0 x (aantal uur in de modus SmartEco)
Informatie over het aantal lampuur verkrijgen:
1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Lampinstellingen en druk op ENTER. De pagina Lampinstellingen wordt weergegeven.
2. Druk op om Lamptimer te selecteren en druk op OK. De Lamptimer-informatie wordt geopend.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.
De levensduur van de lamp verlengen
• Instellen van de Lampmodus
Ga naar SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Lampinstellingen > Lampmodus en selecteer een geschikt lampvermogen uit de beschikbare modi.
Stel de projector in de modus Economisch of de modus SmartEco om de levensduur van de lamp te verlengen.
Lampmodus Beschrijving
Normaal De lamp brandt op volle sterkte
Economisch
SmartEco Past het lampvermogen automatisch aan op de helderheid van de content
Beperkt de helderheid om de levensduur van de lamp te verlengen en het geruis van de ventilator te verminderen
• Instellen van Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in door naar SYSTEEMINSTLL: BASIS > Gebruiksinstellingen > Automatisch uitschakelen te gaan en druk op / .
De timing van de lampvervanging
Als de Lampindicator rood oplicht of als een bericht op het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, neemt u contact op met de verkoper of gaat u naar
http://www.BenQ.com voordat u een nieuwe lamp plaatst. Een oude lamp kan storing in de projector
veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal en geanticipeerd gedrag.
• De Waarschuwingslampje lamp gaat branden als de lamp te heet wordt. Zet de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen. Als de indicatoren Lamp of Temp nog steeds branden als het apparaat weer wordt ingeschakeld, neemt u contact op met uw verkoper. Zie Indicatoren op pagina 43.
39 Onderhoud
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de lamp dient
Bestel een vervangende lamp
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ. com
Melding
Lamp snel vervangen
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Melding
Gebruiksduur lamp verstreken
Vervang lamp (zie handleiding) stel lamptimer dan opnieuw in
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Melding
Lamp nu vervangen
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Melding
te vervangen.
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Als de projector meestal op de modus Economisch is ingesteld (zie
Het aantal lampuren opzoeken op pagina 39), kunt u de
projector nog blijven gebruiken totdat de volgende lampuurwaarschuwing verschijnt. Druk op OK om het bericht te negeren.
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lamp vervangt. De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert na verloop van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp vervangen als de helderheid aanzienlijk is afgenomen. Druk op OK om het bericht te negeren.
"XXXX" in bovenstaande melding zijn getallen die per model kunnen verschillen.
De lamp vervangen
• Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen.
• Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
• Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
• Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is verwijderd.
• Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke lokale regelgeving.
• Aanbevolen wordt een geschikte projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de optimale prestaties van de projector te verzekeren.
• Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt, let dan goed op dat niemand onder de lampklep staat om mogelijk letsel of schade aan de ogen door glasscherven te voorkomen.
• Zorg altijd voor goede ventilatie als u omgaat met gebroken lampen. We raden u aan een stofmasker, veiligheidsbril of gezichtmasker te gebruiken en beschermende kleding, zoals handschoenen, te dragen.
40 Onderhoud
De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw normaal functioneert. Druk op OK om het bericht te negeren.
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker van de projector uit het stopcontact. Als de lamp heet is,
1
1
2
wacht u ongeveer 45 minuten totdat de lamp is afgekoeld. Zo voorkomt u letsel.
2. Draai de schroeven aan de zijkant van de projector, die de lempklep bevestigen, los zodat de lampklep los komt.
3. Verwijder de lampklep van de projector.
• Zet de projector niet aan als de lampklep open staat.
• Steek geen vingers tussen de lamp en de projector. De scherpe randen aan de binnenkant van de projector kunnen u verwonden.
4. Maak de schroeven los die de lamp bevestigen.
5. Trek aan de hendel zodat deze omhoog gaat staan.
6. Trek de lamp langzaam aan de hendel uit de projector.
• Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen.
• Plaats de lamp niet in de buurt van water, binnen het bereik van kinderen, of bij ontvlambare stoffen.
• Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd. De scherpe randen aan de binnenkant van de projector kunnen u verwonden. Als u de optische componenten aan de binnenkant aanraakt, kan dit kleurafwijkingen en vervormingen opleveren in het geprojecteerde beeld.
7. Plaats de nieuwe lamp zoals dit in de afbeelding is aangegeven. Richt de lampaansluiting en twee scherpen punten op de projector en druk de lamp voorzichtig vast.
41 Onderhoud
8. Maak de schroeven vast die de lamp bevestigen.
2
2
1
9. Zorg dat de hendel volledig plat ligt en goed vast op z’n plek zit.
• Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
• Draai de schroef niet te vast.
10. Vervang de lampklep van de projector.
11. Draai de schroef vast die de lampdeksel bevestigt.
• Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
• Draai de schroef niet te vast.
12. Sluit het netsnoer aan en start de projector.
Stelt de lamptimer in op nul
13. Open het OSD-menu na het opstartlogo. Ga naar
SYSTEEMINSTLL: GEAVANCEERD > Lampinstellingen en druk op OK. De pagina Lampinstellingen wordt weergegeven. Selecteer Lamptimer herstellen en druk op OK. Er
verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Selecteer Reset en druk op OK. De lamptijd wordt op "0" gezet.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in als de lamp niet is vervangen. Als u dat wel doet, kan dat tot schade leiden.
42 Onderhoud
Indicatoren
Lampje
Status en beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
Afkoelen bij normaal uitschakelen
Downloaden
Starten van CW mislukt
Situaties gerelateerd aan de lamp
Storing bij lamp bij normaal gebruik
Lamp brandt niet
Levensduur lamp verstreken
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Storing bij ventilator 1 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 2 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 3 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij ventilator 4 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid) Storing bij temperatuur 1 (overschrijding van temperatuurlimiet)
: Uit
Thermische sensor 1 open storing
Thermische sensor korte storing
Thermische IC #I2C verbindingsstoring
: oranje aan : groen aan : rood aan
: oranje knippert : groen knippert : rood knippert
43 Onderhoud

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Tijdens het afkoelproces is geprobeerd de projector weer in te schakelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld. Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
De projector en het scherm staan scheef.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet.
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang beide batterijen met nieuwe. Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de SOURCE-toets.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en -hoogte van de projector aan.
Ver w ij de r he t o bst ake l.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Het wachtwoord is onjuist.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
44 Problemen oplossen
Zie De procedure voor het herstellen van het wachtwoord
starten op pagina 24.

Specificaties

Projectorspecificaties

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
1024 x 768 XGA (MX863UST) 1280 x 800 WXGA (MW864UST)
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Objectief
F = 2,4, f = 3,35 mm
Lamp
Lamp van 240 W
Elektrisch
Voeding
AC100-240 V, 3,9 A, 50-60 Hz (automatisch)
Energieverbruik
410 W (max); < 0,5 W (stand-by); < 2 W (als de Netwerkfunctie in de Stand-by-instellingen is ingeschakeld)
Mechanisch
Gewicht
8 kg (17,6 lbs) met projectorbevestigingsplaat
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Luidspreker
10 Watt x 2
Audio-uitgang
PC-audio-aansluiting x 1
Besturing
Usb
PointWrite (mini-usb van type-B) (optioneel voor PointWrite-kit) Stroomtoevoer van type-A 5 V /1,5 A (optioneel voor PointWrite Touch-module)
RS-232 seriële besturing
9 pins x 1
Lan-besturing
RJ45 x 1
IR-ontvanger x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 2
Video-ingangssignaal
S-VIDEO
Mini DIN 4-pin x 1
VIDEO
RCA-aansluiting x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoog - Component RCA-aansluiting x 3
(via RGB-ingang)
Digitaal - HDMI x 1; HDMI/MHL x 1
Audio-ingangssignaal
Audio-ingang
RCA audio-aansluiting (L/R) x 1 PC-audio-aansluiting x 2
Usb-poort (mini-B x 1)
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf/in opslag
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35°C 1500–3000 m bij 0°C–30°C (met Hoogtemodus aan)
45 Specificaties

Afmetingen

382
435
145
Eenheid: mm
382 mm (B) x 145 mm (H) x 435 mm (D)
46 Specificaties

Timingdiagram

Ondersteunde timing voor pc-signaal
Resolutie Modus
VGA_60* 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108 1024 x 576 BenQ Notebook_timing 60,0 35,820 46,966 1024 x 600 BenQ Notebook_timing 64,995 41,467 51,419 1280 x 720 1280 x 720_60* 60 45,000 74,250 1280 x 768 1280 x 768_60* 59,87 47,776 79,5
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60*** 60,015 47,712 85,5
1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500 1600 x 1200 UXGA*** 60,000 75,000 162,000 1680 x 1050 1680 x 1050_60*** 59,954 65,290 146,250
640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280 1024 x 768@75Hz MAC19 74,93 60,241 80,000 1152 x 870@75Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120** (Reduce
Blanking) XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120** (Reduce
Blanking)
WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120** (Reduce
Blanking)
SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_60*** 60,000 60,000 108,000
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
Ver tic al e
frequentie (Hz)
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
119,909 101,563 146,25
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
• *Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Frame opeenvolg., Boven-onder en Side-by-side.
• **Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg.
• ***Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Boven-onder en Side-by-side.
• Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
47 Specificaties
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
• PC-timings:
Resolutie Modus
VGA_60* 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108
1280 x 768 1280 x 768_60* 59,87 47,776 79,5 1024 x 576@60Hz BenQ Notebook Timing 60,00 35,820 46,996 1024 x 600@65Hz BenQ Notebook Timing 64,995 41,467 51,419
1280 x 720 1280 x 720_60* 60 45,000 74,250
1280 x 768 1280 x 768_60* 59,870 47,776 79,5
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60*** 60,015 47,712 85,500
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500
1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA*** 60,000 75,000 162,000 1680 x 1050 1680 x 1050_60*** 59,954 65,290 146,250
1920 x 1080@60Hz 1920 x 1080_60*** 60 67,5 148,5
1920 x 1200
640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75Hz MAC19 75,020 60,241 80,000
1152 x 870@75Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120** (Reduce
Blanking) XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120** (Reduce
Blanking)
WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120** (Reduce
Blanking)
SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_60*** 60,000 60,000 108
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1920 x 1200_60*** (Reduce Blanking)
Ver ti ca le
frequentie (Hz)
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
119,909 101,563 146,25
59,950 74,038 154,0000
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
• *Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Frame opeenvolg., Boven-onder en Side-by-side.
• **Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg.
• ***Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Boven-onder en Side-by-side.
• Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
48 Specificaties
• Videotimings
Timing Resolutie
480i* 720 x 480 59,94 15,73 27
480p* 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 x 576 50 15,63 27
576p 720 x 576 50 31,25 27
720/50p** 1280 x 720 50 37,5 74,25
720/60p*** 1280 x 720 60 45,00 74,25 1080/50i**** 1920 x 1080 50 28,13 74,25 1080/60i**** 1920 x 1080 60 33,75 74,25
1080/24P** 1920 x 1080 24 27 74,25
1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25
1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P***** 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P***** 1920 x 1080 60 67,5 148,5
Ver ti ca le
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
• *Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg.
• **Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Boven-onder, Frame packing en Side-by-side.
• ***Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Frame opeenvolg., Boven-onder, Frame packing en Side-by-side.
• ****Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Side-by-side.
• *****Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Boven-onder en Side-by-side.
Ondersteunde timing voor MHL-signaal
(MHz)
Timing Resolutie
480i 720 (1440) x 480 59,94 15,73 27
480p 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 (1440) x 576 50 15,63 27
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25 1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25
1080/50p 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60p 1920 x 1080 60 67,5 148,5
Verticale frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Ondersteunde timing voor component-YPbPr-ingang
Timing Resolutie
480i* 720 x 480 59,94 15,73 13,5
480p* 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 x 576 50 15,63 13,5
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25
720/60p* 1280 x 720 60 45,00 74,25
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25 1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5
Verticale frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
49 Specificaties
• *Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg.
• Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Ondersteunde timing voor Video- en S-Video-ingang
Videomodus
NTSC* 15,73 60 3,58
PAL 15,63 50 4,43
SECAM 15,63 50 4,25 of 4,41
PAL-M 15,73 60 3,58 PAL-N 15,63 50 3,58
PAL-60 15,73 60 4,43
NTSC4,43 15,73 60 4,43
Horizontale frequentie
(kHz)
Verticale frequentie (Hz)
Frequentie
kleursubdrager (MHz)
Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg.
50 Specificaties
Loading...