Benq MX805ST User Manual [nl]

MX805ST
g
Digital Projector
ebruikershandleidin

Inhoudsopgave

Belangrijke
Inleiding......................... 7
Eigenschappen van de projector............7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector................... 9
De projector
positioneren................ 15
Een locatie kiezen ...................................15
De gewenste beeldgrootte van
de projectie instellen..............................16
Aansluitingen.............. 17
Een computer of beeldscherm
aansluiten ..................................................18
Een Component
video-bronapparaat aansluiten .............19
De projector opstarten .........................20
Het geprojecteerde beeld
aanpassen ..................................................21
De menu's gebruiken .............................24
De projector beveiligen.........................25
Schakelen tussen ingangssignalen.........28
Vergroten en details zoeken ................29
De beeldverhouding selecteren...........29
Het beeld optimaliseren ........................31
De presentatietimer instellen...............35
Externe oproepbewerkingen................36
Het beeld verbergen ..............................37
Het beeld stilzetten ................................37
Gebruik op grote hoogte......................38
Lessjabloon gebruiken............................39
De menuweergave van de
projector aanpassen............................... 40
De lampspaarmodus selecteren .......... 40
De projector uitschakelen.................... 41
Menubediening ........................................ 42
Onderhoud ................. 52
Onderhoud van de projector .............. 52
Informatie over de lamp ....................... 53
Problemen
oplossen ...................... 60
Specificaties ................ 61
Afmetingen ............................................... 62
Installatie met plafondmontage............ 62
Timingtabel............................................... 63
Informatie over garantie en
auteursrechten........... 66
Inhoudsopgave2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter is geopend of dat de lensdop is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
5. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden
waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat u zelf mag vervangen, is de lamp die een afneembare afdekking heeft. U mag nooit andere afdekkingen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
3000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
17. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en controleer of de projector stevig vastzit.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Inleiding

Eigenschappen van de projector

Dit model is een van de beste projectoren die ter wereld verkrijgbaar zijn. U kunt van de beste videokwaliteit genieten met een projectie tot 750 cm met verschillende apparaten zoals een pc, laptop, dvd en vcr, en zelfs een documentcamera, om alle mogelijkheden tot leven te brengen.
De projector heeft de volgende kenmerken
• SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing
De SmartEco™-technologie bespaart tot 70 % op het energiegebruik van de lamp, afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud als de SmartEco-mode is geselecteerd.
• Een langere levensduur van de lamp met de SmartEco™-technologie
De SmartEco™-technologie verlengt de levensduur van de lamp als de modus SmartEco wordt gekozen om het energieverbruik te beperken
• ECO BLANK spaart 70% van de lampenergie
Druk op de ECO BLANK-knop om het beeld direct te verbergen, waardoor 70 % van de lampenergie wordt beperkt op hetzelfde moment dat u het beeld verbergt.
• Minder dan 0,5 W in stand-by modus
Minder dan 0,5 W energieverbruik in de stand-by modus
• Automatisch instellen met één toets
Druk op AUTO op het toetsenbord of de afstandsbediening om de beste beeldkwaliteit direct weer te geven.
• Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Direct inschakelen
De functie Snelle afkoeling versnelt het afkoelproces bij het uitschakelen van de projector. Met de functie Automatisch uitschakelen kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. Direct inschakelen schakelt de projector in zodra de voeding is ingeschakeld.
• Direct herstarten
Met de keuze Direct herstarten kunt u de projector onmiddellijk herstarten binnen 90 seconden na het uitschakelen.
• 3D-functie ondersteund
Door verschillende 3D-indelingen is de functie 3D flexibeler geworden. Door de diepte van het beeld te tonen, kunt u een BenQ 3D-bril dragen om op een realistischer manier van 3D-films, video's en sportevenementen te genieten.
De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen afhankelijk van de omgevingsbelichting en de contrast-/helderheidsinstellingen van het geselecteerde ingangssignaal, en is in verhouding met de projectie-afstand.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de specificaties van de fabrikant. Dit is normaal.
7

Inhoud van de verpakking

QQ
u
ick Start G
uid
eu
ick Start G
uid
e
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Voedingskabel VGA-kabel
D
igit
al Pro
j ector
Snelgids CD met
Garantiekaart*
gebruikershandleiding
Afstandsbediening met batterij

Optionele accessoires

1. Reservelampset
2. Plafondmontageset
3. Draagtas
8
4. 3D bril
5. Presentation Plus

Buitenkant van de projector

Voorkant/bovenkant
1
2
3
Achter/onderkant
9 10
8
12
11
1. Extern bedieningspaneel (zie
2. Lampafdekking
3. Focusring
4. Uitlaat (warmeluchtuitlaat)
5. IR-sensor vooraan voor
4
6. Projectielens
7. Snelontgrendelingsknop
5
8. RGB (PC)/Component video
6
7
9. RGB-signaaluitgang
10. RS-232-besturingspoort
11. USB-ingang
12. Sleuf voor Kensington-
13. Aansluiting netsnoer
14. Gaten voor plafondmontage
15. Afstelvoet achteraan
"Projector" op pagina 10 voor
details.)
afstandsbediening
(YPbPr/ YCbCr) signaalingang
antidiefstalslot
14
7
13
15
9

Bedieningselementen en functies

Projector

6. Volume /pijltoetsen ( / links, / rechts)
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Zie "De
beeldhelderheid fijn afstemmen" op pagina 22 voor details.
2. TEMP (temperatuur) waarschuwingslampje
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie "Indicators"
op pagina 59 voor details.
3. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu-instellingen op.
4. Voedingsindicator (POWER)
Licht op of knippert als de projector wordt gebruikt. Zie "Indicators" op pagina 59 voor details.
I
I
5. POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 20 en "De projector uitschakelen" op pagina 41 voor details.
8
9
10
6
11 12
Functie Volume werkt niet. Indien het On-Screen Display (OSD)
menu is geactiveerd, worden de toetsen #6 en #8 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Zie "De
menu's gebruiken" op pagina 24 voor
details.
7. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 37 voor details.
8. Keystone/pijltoetsen ( / omhoog, / omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 23 voor
details.
9. LAMP-indicatorlichtje
Geeft de status van de lamp aan. Licht op of knippert wanneer er een probleem is met de lamp. Zie "Indicators" op pagina
59 voor details.
10. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeldtimings voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld automatisch
aanpassen" op pagina 21 voor details.
11. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 28 voor details.
12. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 31
voor details. Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 24 voor details.
10
Plafondmontage van de projector
Wij willen u het gebruik van uw BenQ-projector zo aangenaam mogelijk maken. Daarom vestigen wij uw aandacht op deze veiligheidskwestie om mogelijk lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen. Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ-projectors te gebruiken voor een veilige en stevige montage. Als u een plafondmontageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat er een veiligheidsrisico omdat de projector van het plafond kan vallen vanwege een slechte bevestiging door het gebruik van schroeven met een verkeerde maat of lengte. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
11

Afstandsbediening

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1. Info
De statusinformatie van de projector weergeven.
2. Menu/Exit
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD­menu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 24 voor details.
3. Links/ Rechts
Indien het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden de toetsen #3 en #12 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 24 voor details.
4. Mode/Enter
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Zie "Een beeldmodus
selecteren" op pagina 31 voor details.
Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu. Zie "De menu's gebruiken" op
pagina 24 voor details.
5. Eco Blank
11
12
13
3
Druk op de knop Eco Blank om het beeld een bepaalde periode uit te schakelen met een lampenergiebesparing tot 70%. Druk opnieuw om het beeld te herstellen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 37 voor details.
6. Smart Eco
14
12
Toont de selectiebalk voor de lampmodus (Normaal/Economisch/SmartEco).
7. Aspect
15
Selecteert de beeldverhouding. Zie
"Over de beeldverhouding" op pagina 30
16
17
18 19
20
21
22
voor details.
8. Digital Zoom toetsen (+, -)
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld. Zie "Vergroten en
details zoeken" op pagina 29 voor details.
9. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling. Zie "De
presentatietimer instellen" op pagina 35
voor details.
10. Timer Setup
Hiermee wordt de instelling voor de presentatietimer direct geopend. Zie
"De presentatietimer instellen" op pagina 35 voor details.
I
I
11. Power
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 20 en "De projector uitschakelen" op pagina 41 voor details.
12. Keystone/pijltoetsen ( / omhoog, / omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 23 voor
details.
13. Auto
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 21
voor details.
12
14. Source
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 28 voor details.
15. Volume +/-
Deze functie werkt niet.
16. Page Up/Down
Pijlen Pagina omhoog/omlaag wanneer aangesloten via USB op een pc. Zie
"Externe oproepbewerkingen" op pagina 36 voor details.
17. Mute
Deze functie werkt niet.
18. Freeze
19. CC
Deze functie werkt niet.
20. Test
Geeft het testpatroon weer. Zie "Het
ingebouwde testpatroon gebruiken" op pagina 22 voor details.
21. Teaching Template
Toont de selecteerbare balk voor trainers waarin ze een sjabloon kunnen kiezen voor een geschikte leerachtergrond. Zie
"Lessjabloon gebruiken" op pagina 39 voor
details.
22. 3D setting
Activeert het 3D item in het OSD-menu.
Bevriest het geprojecteerde beeld. Zie
"Het beeld stilzetten" op pagina 37 voor
details.
De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 15 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De projector bedienen vanaf de voorzijde
O
ng
ev
e
er
15
º
13
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Om het batterijvak te openen, draait u de afstandsbediening om, drukt u op het lipje op het deksel en schuift u het in de richting van de pijl, zoals in de afbeelding. Het deksel schuift eraf.
2. Verwijder waar nodig de oude batterijen en plaats twee AAA-batterijen. Let daarbij op de polariteit zoals aangegeven op de onderkant van het batterijvak. Positief (+) past op positief en negatief (-) past op negatief.
3. Plaats het deksel terug door het uit te lijnen op de voet en dit opnieuw omlaag te schuiven in zijn positie. Stop als het deksel op zijn plaats klikt.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door
de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
14

De projector positioneren

Een locatie kiezen

De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector ondersteboven aan het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu SYSTEEMINSTLL:
Basis > Projectorinstallatie in nadat de projector is ingeschakeld.
3. Tafel achter
Selecteer deze locatie als u de projector op de vloer en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist.
Stel Tafel achter in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de projector is ingeschakeld.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector ondersteboven aan het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achter en de plafondmontageset van BenQ vereist.
Stel
Plafond achter
Basis
>
Projectorinstallatie
in het menu
in nadat de projector is ingeschakeld.
SYSTEEMINSTLL:
15

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.

Projectie-afmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 62 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
4:3 schermdiagonaal
Scherm
H
Ve rt ic a le
B
afstand
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is 4:3
Schermgrootte
Diagonaal B
Inch mm
30 762 610 457 372 57 40 1016 813 610 496 76 60 1524 1219 914 744 114
80 2032 1626 1219 992 152 100 2540 2032 1524 1240 191 120 3048 2438 1829 1487 229 150 3810 3048 2286 1859 286 200 5080 4064 3048 2479 381 250 6350 5080 3810 3099 476 300 7620 6096 4572 3719 572
Als u bijvoorbeeld een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 1.487 mm en is er een verticale verschuiving van 229 mm.
Als de gemeten projectie-afstand bijvoorbeeld 2,0 m (2.000 mm) is, is 1.859 mm in de kolom "Afstand vanaf scherm (mm)" de waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij kijkt, ziet u dat een 150" (ongeveer 4 meter) scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en ­afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
(mm)H(mm)
Projectieafstand
Afstand vanaf scherm
(mm)
Midden van de lens
Ver ti ca le
verschuiving (mm)
16

Aansluitingen

Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Zie pagina's 18-23 voor details over de aansluitingsmethoden.
1
2
3
1
4
1. VGA-kabel 3. USB-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel 4. Component Video-naar-VGA (D-sub) adapterkabel
17

Een computer of beeldscherm aansluiten

Een computer aansluiten

De projector kan worden aangesloten op IBM®-compatibele en Macintosh®-computers. Als u verbinding maakt met oudere Macintosh-computers, hebt u een Mac-adapter nodig.
De projector aansluiten op een laptop of desktopcomputer:
1. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde VGA-kabel aan op de D-Sub-uitgang van de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de VGA-kabel aan op de COMPUTER IN-1- of
COMPUTER IN-2-signaalingang op de projector.
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een monitorsymbool op de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.

Een beeldscherm aansluiten

Als u een close-up van uw presentatie zowel op een monitor als op het scherm wilt weergeven, kunt u de MONITOR-OUT-signaaluitgang op de projector aansluiten op een externe monitor volgens de onderstaande instructies:
De projector op een beeldscherm aansluiten:
1. Sluit de projector aan een computer zoals beschreven in "Een computer aansluiten"
op pagina 18.
2. Neem een geschikte VGA-kabel (slechts één bijgeleverd) en sluit het ene uiteinde van de kabel aan op de D-Sub-ingang van de videomonitor. Als uw monitor is uitgerust met een DVI-ingang, kunt u een VGA-naar-DVI-A-kabel nemen en het DVI-uiteinde van de kabel aansluiten op de DVI-ingang van de videomonitor.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de MONITOR-OUT-aansluiting op de projector.
Het uitgangssignaal voor de MONITOR-OUT-aansluiting werkt alleen wanneer het
ingangssignaal afkomstig is van de COMPUTER IN-1- of COMPUTER IN-2-aansluiting. Wanneer de projector wordt ingeschakeld, verschilt het uitgangssignaal van de MONITOR­OUT-aansluiting afhankelijk van het ingangssignaal van de COMPUTER IN-1- of COMPUTER IN-2-aansluiting.
Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan
dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Stand-byinstellingen. Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 50 voor details.
18

Een Component video-bronapparaat aansluiten

Bestudeer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte Component video-uitgangen beschikbaar zijn:
• Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een Component video-bronapparaat aansluiten:
1. Neem een Component Video naar VGA (D-Sub)-adapterkabel en verbindt het einde met 3 RCA-koppelingen met de Component Video-uitgangen van het videobronapparaat. Zorg ervoor dat de kleuren van de kabels kloppen met de aansluitingen; groen bij groen, blauw bij blauw, rood bij rood.
2. Sliut het andere uiteinde van de Component Video aan op de VGA-adapterkabel (D-Sub) (met een D-Sub type-verbinding) op de COMPUTER IN-1- of
COMPUTER IN-2-aansluiting op de projector.
Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en
de juiste video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
19

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit de voedingskabel aan op de projector en een stopcontact. Schakel de schakelaar van het stopcontact in (waar aangesloten) Controleer of het Voedingsindicator (POWER) op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld.
Gebruik de originele accessoires (bijv. voedingskabel)
alleen met het apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
Als de functie Direct inschakelen is geactiveerd in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Gebruiksinstellingen, wordt de projector automatisch ingeschakeld nadat de voedingskabel is aangesloten en er stroom wordt geleverd. Zie "Direct inschakelen" op pagina 49 voor details.
I
2. Druk op POWER op de projector of afstandsbediening om de projector te starten. Voedingsindicator (POWER) knippert en blijft groen wanneer de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Als de projector voor de eerste keer wordt ingeschakeld, selecteert u de OSD-taal volgens de instructies op het scherm.
4. Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordfunctie
gebruiken" op pagina 25 voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector start het zoeken naar ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal verschijnt op het scherm. Als de projector geen geldig signaal waarneemt, blijft het bericht ‘Geen signaal’ op het scherm staan tot er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop Source op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 28 voor details.
Als gedurende 3 minuten geen signaal is gedetecteerd, gaat de projector automatisch in de
modus ECO BLANK.
I
20
Bediening

Het geprojecteerde beeld aanpassen

De projectiehoek aanpassen

De projector heeft 1 verstelvoetje met een snelontgrendeling en 1 verstelvoetje achteraan. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen:
1. Druk op de snelontgrendelingsknop en til de voorkant van de projector op. Zodra het beeld op de gewenste positie staat, laat u de snelontgrendelingsknop los om de voet op zijn positie te vergrendelen.
2. Schroef de afstelvoet achteraan om de horizontale hoek fijn af te stemmen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector omhoog te houden terwijl u op de snelontgrendelingsknop drukt. Laat de projector vervolgens langzaam zakken. Schroef het achterste verstelvoetje in tegenovergestelde richting.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak is geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig. Raadpleeg "Vergroten en details zoeken" op pagina 29 voor details om deze situatie te corrigeren.
Kijk niet in de lens wanneer de lamp is ingeschakeld. Het felle licht kan uw ogen
beschadigen.
Let op wanneer u op de afstelknop drukt, want deze bevindt zich dicht bij de uitlaat van
warme lucht.
2

Het beeld automatisch aanpassen

In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit te optimaliseren. Druk hiervoor op AUTO op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde Functie Intelligente automatische aanpassing de waarden van Frequentie en Klok aan om de beste beeldkwaliteit te bieden.
Tijdens het gebruik van Auto is het scherm
leeg.
Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
1
Bediening 21

Het ingebouwde testpatroon gebruiken

U kunt de vorm van het beeld en de status van de scherpstelling aanpassen door de inhoud van het ingangssignaal te observeren of met behulp van het ingebouwde testpatroon van het OSD of de afstandsbediening voor een betere observatie van de gewijzigde vorm.
Open het OSD-menu en ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Testpatroon > Aan. Druk op MODE/ ENTER. Testpatroon wordt weergegeven.

De beeldhelderheid fijn afstemmen

1. Stel het beeld scherp door de scherpstelring te draaien.
22
Bediening

Keystone corrigeren

Keystone verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld aanzienlijk breder is aan de bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht ten opzichte van het scherm staat.
Om dit te corrigeren, moet u niet alleen de hoogte van de projector aanpassen, maar zult u ook handmatig correcties moeten aanbrengen met één van de volgende stappen.
• Met de afstandsbediening
Druk op / op de projector of de afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina te openen. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op
/ tot het menu WEERGAVE wordt
gemarkeerd.
2. Druk op om Keystone te markeren en druk op MODE/ENTER. De correctiepagina voor Keystone wordt weergegeven.
3. Druk op om de keystone bovenaan het beeld te corrigeren of druk op om de keystone onderaan het beeld aan te corrigeren.
Druk op /.
Druk op /.
Bediening 23

De menu's gebruiken

De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u verschillende aanpassingen en instellingen kunt opgeven. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Pictogram hoofdmenu
Hoofdmenu
Markeren
Submenu
Huidig ingangssignaal
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe u de OSD-taal kunt instellen.
1. Druk op de projector of de afstandsbediening op MENU/EXIT om het OSD-menu te activeren.
2. Gebruik / om het menu SYSTEEMINSTLL: Basis te markeren.
3. Druk op om Taal te selecteren en druk op Enter om een gewenste taal te kiezen.
4. Druk tweemaal* op MENU/ EXIT op de projector of op de afstandsbediening om het menu te sluiten en de instellingen op te slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug naar het hoofmenu en wanneer u tweemaal drukt, wordt het OSD-menu gesloten.
Status
Druk op MENU/EXIT om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
24
Bediening

De projector beveiligen

Met een beveiligingskabelvergrendeling

De projector moet op een veilige plaats worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Koop anders een slot, zoals een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. Op de achterkant van de projector kunt u een sleuf voor het Kensington-slot vinden. Zie item 12 op pagina 9 voor details.
Een Kensington-slot met beveiligingskabel is doorgaans een combinatie van code(s) en slot. Raadpleeg de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.

De wachtwoordfunctie gebruiken

Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik, is de projector voorzien van een optie voor het instellen van een wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het OSD-menu.
WAARSCHUWING: Indien u de voeding-aan-vergrendelingsfunctie activeert en het wachtwoord vergeet, zal dit ongemakken veroorzaken. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden.

Een wachtwoord instellen

Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld, kan de projector alleen worden gebruikt als het wachtwoord bij elke start van de projector wordt ingevoerd.
1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Beveiligingsins Tellingen wordt geopend.
2. Selecteer Inschakelblokkering en kies Aan door op / te drukken.
3. Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier pijlknoppen ( , , , ) respectievelijk
voor vier cijfers (1, 2, 3, 4). Gebruik de navigatietoetsen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu terug naar de pagina
Beveiligingsins Tellingen.
BELANGRIJK: de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf het door u gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
Bediening 25

Als u het wachtwoord bent vergeten

Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren als u de projector inschakelt. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN'. U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u het echt niet meer kunt herinneren, kunt u de procedure voor het ophalen van het wachtwoord starten. Zie "De
procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina 26 voor details.
Wanneer u 5 keer achtereenvolgens een verkeerd wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.

De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten

1. Druk op Auto op de projector of op de afstandsbediening en houd de knop 3 seconden ingedrukt. De projector zal vervolgens een gecodeerd nummer weergeven op het scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Raadpleeg het servicecentrum van BenQ om het nummer te decoderen. U kunt worden gevraagd een bewijs van aankoop voor te leggen om te controleren of u een bevoegde gebruiker van de projector bent.

Het wachtwoord wijzigen

1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op MODE/ENTER. Het bericht 'HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN' wordt weergegeven.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht 'NIEUW
WACHTWOORD INVOEREN'.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht 'HUIDIG
WACHTWOORD INVOEREN' voor uw nieuwe poging. U kunt op MENU/ EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf het door u gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren.
26
Bediening
6. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Denk eraan om het nieuwe wachtwoord in te voeren als de projector de volgende keer wordt gestart.
7. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.

De wachtwoordfunctie uitschakelen

U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering nadat het OSD-menu is geopend. Kies Uit door op / te
drukken. Het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN' wordt weergegeven. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt de pagina Beveiligingsins Tellingen en
staat 'Uit' in de rij van Inschakelblokkering. Wanneer u de projector de volgende keer inschakelt, hoeft u geen wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN' voor uw nieuwe poging. U kunt op MENU/
EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval u de wachtwoordfunctie ooit weer opnieuw moet activeren door het oude wachtwoord in te voeren.
Bediening 27

Schakelen tussen ingangssignalen

De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Wanneer u opstart, zoekt de projector automatisch de beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG op Aan staat (dit is de standaardinstelling van deze projector) als u wilt dat de projector de signalen automatisch zoekt.
U kunt ook handmatig door de beschikbare ingangssignalen gaan.
1. Druk op INGANG op de projector of afstandsbediening. Er verschijnt een bronselectiebalk.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ ENTER. Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde bron enkele seconden weergegeven op het scherm. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert overeenkomstig wanneer u schakelt
tussen de verschillende ingangssignalen. "pc"-gegevenspresentaties (grafisch) die meestal stilstaande beelden gebruiken, zijn doorgaans helderder dan "Video"-presentaties die vooral bewegende beelden gebruiken (films).
De beschikbare opties voor Beeldmodus zijn afhankelijk van het type ingangssignaal. Zie
"Een beeldmodus selecteren" op pagina 31 voor details.
Voor de beste beeldresultaten moet u een ingangssignaal dat bij deze resolutie uitvoert, kiezen en gebruiken. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling ‘beeldverhouding’. Dit kan enige beeldvervorming of verlies van beeldhelderheid veroorzaken. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina 29 voor details.
28
Bediening

Vergroten en details zoeken

Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de pijltoetsen om het beeld te verschuiven.
• Met de afstandsbediening
1. Druk op Digital Zoom +/- om de Zoombalk te openen.
2. Druk op Digital Zoom + om het midd en van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets tot de beeldgrootte geschikt is voor uw behoeften.
3. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven.
4. Druk op AUTO om de oorspronkelijke grootte van het beeld te herstellen. U kunt ook op Digital Zoom - drukken. Als u opnieuw op de toets drukt, wordt het beeld verder verkleind tot het weer het originele formaat heeft.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu WEERGAVE wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Digitale zoom te markeren en druk op MODE/ENTER. De Zoombalk verschijnt.
3. Herhaal stappen 2-4 uit paragraaf "Met de afstandsbediening" hierboven. Of ga verder met de volgende stappen als u het bedieningspaneel op de projector gebruikt.
4. Druk herhaaldelijk op op de projector om het beeld te vergroten tot de gewenste grootte.
5. Om door het beeld te navigeren, drukt u op MODE/ENTER om te schakelen naar de panmodus. Druk op de pijltoetsen ( , , , ) om het beeld te verschuiven.
6. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven.
7. Om het beeld te verkleinen, drukt u op MODE/ENTER om terug te keren naar de functie voor in-/uitzoomen. Druk op AUTO om de oorspronkelijke grootte van het beeld te herstellen. U kunt ook herhaaldelijk op drukken tot de oorspronkelijke grootte is hersteld.
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het beeld is vergroot. U kunt het beeld verder vergroten terwijl u details zoekt.

De beeldverhouding selecteren

De 'beeldverhouding' is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De meeste analoge tv"s en computers hebben een beeldverhouding van 4:3 en digitale tv's en dvd's hebben doorgaans een verhouding van 16:9 of 16:10.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen digitale weergaveapparaten zoals deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en de beelduitvoer schalen naar een andere verhouding dan die van het beeldingangssignaal.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de bron):
Bediening 29
• Met de afstandsbediening
1. Druk op Aspect om de huidige instelling te tonen.
2. Druk herhaaldelijk op Aspect om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu WEERGAVE wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Beeldverhouding te markeren.
3. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
Over de beeldverhouding
1. Auto: schaalt een beeld verhoudingsgewijs volgens de oorspronkelijke resolutie van de projector in horizontale of verticale breedte. Deze instelling is geschikt voor een binnenkomend beeld dat noch 4:3 noch 16:9 is en waarbij u een zo groot mogelijk deel van het scherm wilt gebruiken zonder dat u de beeldverhouding verandert.
2. Werkelijk: Het beeld wordt geprojecteerd in de oorspronkelijke resolutie en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Bij ingangssignalen met een lagere resolutie, wordt het geprojecteerde beeld kleiner weergegeven dan op een volledig scherm. Indien nodig kunt u de zoominstelling aanpassen of de projector dichter bij het scherm plaatsen zodat het beeld wordt vergroot. Het is ook mogelijk dat u opnieuw zult moeten scherpstellen nadat u deze aanpassingen hebt uitgevoerd.
3. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is vooral geschikt voor 4:3-beelden, zoals computerschermen, tv's met standaarddefinitie en dvd-films met een 4:3-beeldverhouding, omdat de beelden in dit geval worden weergegeven zonder dat de beeldverhouding wordt gewijzigd
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden die al een beeldverhouding van 16:9 hebben, zoals HDTV, omdat ze worden weergegeven zonder dat de beeldverhouding wordt gewijzigd.
5. 16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:10. Dit is vooral geschikt voor beelden die al een beeldverhouding van 16:10 hebben, zoals HDTV, omdat ze worden weergegeven zonder dat de beeldverhouding wordt gewijzigd.
30
Bediening

Het beeld optimaliseren

Een beeldmodus selecteren

De projector beschikt over verschillende vooraf gedefinieerde beeldmodi zodat u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Volg een van de volgende stappen om een gebruiksmodus te kiezen die voldoet aan uw behoeften:
• Druk herhaaldelijk op MODE/ENTER op de
afstandsbediening of projector tot de gewenste modus is geselecteerd.
• Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op / om een gewenste
modus te selecteren.
De beeldmodi worden hieronder weergegeven.
1. Dynamischmodus: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze modus is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, zoals het gebruik van de projector in een goed verlichte kamer.
2. Presentatiemodus (standaard): Is ontworpen voor presentaties. In deze modus wordt de helderheid benadrukt.
3. sRGB modus: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische pc-toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4. Bioscoopmodus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere omgeving wordt gebruikt.
5. Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De Gebruikersmodus 1/
Gebruikersmodus 2 instellen" op pagina 31 voor details.
De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 instellen
Er zijn twee door de gebruiker definieerbare modi als de momenteel beschikbare beeldmodi niet geschikt zijn voor uw behoeften. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2
1. Druk op MENU/EXIT om het OSD-menu te openen.
2. Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3. Druk op / om Gebruikersmodus 1 op Gebruikersmodus 2 te selecteren.
4. Druk op om Referentiemodus te markeren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 is geselecteerd in het submenu-item Beeldmodus.
5. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
6. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de waarde aan met / . Zie "De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de
gebruikersmodi" hieronder voor details.
7. Wanneer alle instellingen zijn uitgevoerd, markeert u Instellingen opslaan en drukt u op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan.
8. Het bevestigingsbericht 'Instelling opgeslagen' wordt weergegeven.
) en de instellingen aanpassen.
Bediening 31

Wandkleur gebruiken

Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk op / om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak
benadert. U kunt uit verschillende vooraf gekalibreerde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze,
Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.

De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de gebruikersmodi

Afhankelijk van het gedetecteerde type signaal en geselecteerde beeldmodus zijn sommige van de onderstaande functies mogelijk niet beschikbaar. Op basis van uw behoeften kunt u aanpassingen maken aan deze functies door ze te markeren en op de projector of
afstandsbediening op / te drukken.
Aanpassen Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. Hoe lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop zo in, dat de zwarte gedeelten van het beeld gewoon zwart worden weergegeven en dat er nog
+30
details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de instelling Helderheid hebt aangepast overeenkomstig de geselecteerde ingang en
-30
de kijkomgeving.
Aanpassen Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te hoog is, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen Tint
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen Scherpte
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager de waarde, hoe zachter het beeld.
Aanpassen Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren natuurgetrouwer en levendiger in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en natuuropnamen, zodat de projector de beelden realistisch en in ware kleuren weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als u dat niet wilt, kies dan Uit.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Selecteren van Kleurtemperatuur
+50
0
+70
+30
32
Bediening
De beschikbare opties voor de instelling van de kleurtemperatuur* verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
1. Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
2. Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
3. Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Een kleurtemperatuur naar wens instellen.
Zo stelt u een kleurtemperatuur naar wens in:
1. Markeer Kleurtemperatuur en selecteer Warm, Normaal of Koel door op /
te drukken op projector of afstandsbediening.
2. Druk op om Kleurtemperatuur fijn afstellen te markeren en druk op MODE/ENTER. De pagina Kleurtemperatuur fijn afstellen verschijnt.
3. Druk op / om het item te markeren dat u wilt veranderen en pas de waarden aan door op / te drukken.
R-versterking/G-versterking/B-versterking: Past de contrastniveaus aan van
rood, groen en blauw.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Past de helderheidsniveaus
aan van rood, groen en blauw.
4. Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
3D-kleurbeheer
In de meeste installatieomstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een klaslokaal, vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente installaties met kunstmatige lichtniveaus, zoals directiekamers, congreszalen of thuisbioscopen, moet kleurbeheer worden overwogen. Met kleurbeheer kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u, als u dat wenst, de kleuren nog waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en reproduceerbare weergaveomstandigheden. U hebt een colorimeter (kleurlichtmeter) en een reeks geschikte bronbeelden nodig om de kleurreproductie te meten. Deze hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd, maar de verkoper van uw projector of zelfs een ervaren professionele installateur zou u de nodige hulp moeten kunnen bieden.
Kleurbeheer biedt zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Als u een testschijft hebt aangeschaft met verschillende kleurtestpatronen, kunt u deze gebruiken om de kleurpresentatie op monitors, tv's, projectors, enz. te controleren. U kunt elk beeld van de schijf op het scherm projecteren en vervolgens het menu 3D- kleurbeheer gebruiken om wijzigingen aan te brengen.
De instellingen aanpassen:
1. Ga naar het menu BEELD en selecteer 3D-kleurbeheer.
2. Druk op MODE/ENTER en de pagina 3D-kleurbeheer verschijnt.
Bediening 33
3. Markeer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen. U hebt de keuze tussen Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw en Magenta.
4. Druk op om Tint te markeren en druk op / om het bereik te selecteren. Een grotere bereik zal kleuren bevatten met meer proporties van de twee aangrenzende kleuren.
Raadpleeg de afbeelding rechts voor de onderlinge relatie tussen de kleuren. Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
ROOD
Geel
GROEN
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
5. Druk op om Verzadiging te markeren
Magenta
Cyaan
en pas de waarden naar wens aan door te drukken op / . Het effect van elke
BLAUW
aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed. Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert alle kleur uit het beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt die kleur te sterk en onrealistisch.
6. Druk op om Versterking te markeren en pas de waarden naar wens aan door te drukken op / . Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt
beïnvloedt. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het beeld.
7. Herhaal stappen 3 tot 6 voor andere kleuraanpassingen.
8. Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt.
9. Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
De huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen
1. Ga naar het menu BEELD en selecteer Beeldinstelling herstellen.
2. Druk op MODE/ENTER en druk op / om Huidige of Alle te selecteren.
Huidige: herstelt de fabrieksinstellingen van de huidige beeldmodus.
Alle: herstelt de fabrieksinstellingen van alle instellingen, behalve
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 in het menu BEELD.
34
Bediening

De presentatietimer instellen

De presentatietimer kan de presentatietijd op het scherm weergeven om u te helpen uw tijd tijdens het geven van presentaties beter te beheren. Volg deze stappen om deze functie te gebruiken:
1. Druk op Timer Set up op de afstandsbediening of ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en druk op MODE/ ENTER om de pagina Presentatietimer te
openen.
2. Markeer Timerinterval en bepaal de timerperiode door op / te drukken. De tijdsduur kan worden ingesteld van 1 tot 5 minuten in stappen van 1 minuut, en van 5 tot 240 minuten in stappen van 5 minuten.
3. Druk op om Timerweergave te markeren en druk op / om te kiezen of de timer op het scherm moet worden weergegeven.
Selectie Beschrijving
Altijd
3 min/2 min/1 min Geeft de timer op het scherm weer tijdens de laatste 3/2/1 minu(u)t(en).
Nooit Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd verborgen.
4. Druk op om Timerpositie te markeren en stel de timerpositie in door te drukken op / .
Linksboven Linksonder Rechtsboven Rechtsonder
5. Druk op om Aftelrichting te markeren en selecteer de gewenste telrichting door te drukken op / .
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd op het scherm weergegeven.
Selectie Beschrijving
Optellen Telt op vanaf 0 tot de vooraf ingestelde tijd.
Aftellen Telt af vanaf de vooraf ingestelde tijd naar 0.
6. Activeer de presentatietimer door te drukken op , druk op / om Aan te selecteren en druk op MODE/ENTER.
7. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Markeer Ja en druk op MODE/ ENTER om te bevestigen. Het bericht "Timer is ingeschakeld!" wordt weergegeven op het scherm. De timer start met tellen vanaf het moment dat de timer wordt ingeschakeld.
Bediening 35
Volg onderstaande stappen om de timer te annuleren.
• Met de afstandsbediening.
Druk op Timer On, druk op / om Uit te markeren en druk op MODE/ENTER.
•Met het OSD-menu.
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en markeer Uit.
Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
2. Markeer Ja en druk op MODE/ENTER om te bevestigen. Het bericht "Timer is uitgeschakeld!" wordt weergegeven op het scherm.
De toets Timer On gebruiken.
Timer On is een multifunctionele toets.
• Als de presentatietimer is uitgeschakeld en u op
deze knop drukt, verschijnt een bevestigingsbericht. U kunt ervoor kiezen de timer al of niet te activeren door de instructies op het scherm te volgen.
• Als de timer is ingeschakeld, drukt u op deze
toets om een bevestigingsbericht te zien. U kunt dan bepalen of de timer opnieuw moet worden opgestart, moet doorgaan of wordt uitgeschakeld door de instructies op het scherm te volgen.

Externe oproepbewerkingen

Sluit de projector aan op uw pc of notebook met een USB-kabel voordat u de oproepfunctie gebruikt.
U kunt de weergavesoftware gebruiken (op een aangesloten pc) die reageert op opdrachten Pagina omhoog/omlaag (zoals Microsoft PowerPoint) door op de afstandsbediening op Page Up/Down te drukken.
Als de functie voor extern oproepen niet werkt, moet u controleren of de USB-verbinding correct is uitgevoerd en of het muisstuurprogramma op uw computer is bijgewerkt naar de laatste versie.
36
Bediening

Het beeld verbergen

Druk op de knop Eco Blank op de projector of afstandsbediening om het beeld een bepaalde periode uit te schakelen met een lampenergiebesparing tot 70%. Druk op een willekeurige toets op de projector of de afstandsbediening om het beeld te herstellen.
Het woord "Eco Blank" verschijnt op het scherm terwijl het beeld verborgen is.
• Eco Blank: Spaar tot 70 % van de lampenergie.
Tijd om uw aandeel te leveren in het redden van de planeet.
Er wordt automatisch geschakeld naar de modus Eco Blank nadat de projector langer dan drie minuten is ingeschakeld zonder weergavebron. Hierdoor wordt onnodig energieverbruik voorkomen en wordt de levensduur van de projectorlamp verlengd.
U kunt de inactief-timer instellen in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Gebruiksinstellingen > Inactief-timer zodat de projector het beeld automatisch na een bepaalde tijd herstelt als bij inactief beeld geen actie is ondernomen. De duur kan worden ingesteld van 5 tot 30 minuten in stappen van 5 minuten.
Blokkeer de projectielens niet voor het projecteren, anders kan het blokkerende object oververhit raken.
Ongeacht of Eco Blank is geactiveerd, kunt u op een toets (behalve op de toets Page Up/Down) drukken op de projector of afstandsbediening om het beeld te herstellen.

Het beeld stilzetten

Druk op op de afstandsbediening om het beeld stil te zetten. Het woord 'FREEZE' wordt op het scherm weergegeven. Om de functie vrij te geven, drukt u op een willekeurige toets op de projector of afstandsbediening (behalve de toets Page Up/ Down).
Bediening 37

Gebruik op grote hoogte

We raden u aan Hoogtemodus te gebruiken wanneer uw omgeving tussen 1500 meter tot 3000 meter boven zeeniveau ligt, met een omgevingstemperatuur tussen 0 en 35°C. Regio China uitsluitend van toepassing voor hoogten tot 2000 m.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500 meter is, met een omgevingstemperatuur tussen 0 en 35°C. De projector zal dan te veel afkoelen als u de modus inschakelt in dergelijke omstandigheden.
De Hoogtemodus activeren:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Hoogtemodus te markeren en druk op / om Aan te selecteren. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
3. Markeer Ja en druk op MODE/ENTER.
Het gebruik onder "Hoogtemodus" kan een hoger bedrijfsgeluid van meer decibels veroorzaken vanwege de hogere ventilatorsnelheid die nodig is om de algemene koeling en prestaties van het systeem te verbeteren.
Als u deze projector in andere extreme omstandigheden dan de bovenstaande gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer in dergelijke gevallen de hoogtemodus om deze symptomen te verhelpen. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
38
Bediening

Lessjabloon gebruiken

Om het leerkrachten gemakkelijker te maken op het bord te schrijven, kunt u de ingebouwde sjabloon gebruiken via het OSD of de afstandsbediening.
Open het OSD-menu en ga naar WEERGAVE > Lessjabloon. Selecteer Schoolbord/ Wit bord > Uit/Lettervorming/Werkblad/Coördinatenkaart. Het lessjabloon verschijnt.
Lessjabloon Wit bord Schoolbord
Lettervorming
Werkblad
Coördinatenkaart
Bediening 39

De menuweergave van de projector aanpassen

U kunt de OSD-menu's instellen volgens uw voorkeur. De volgende instellingen hebben geen invloed op de projectie-instellingen, de bediening of de prestaties van de projectie.
Weergaveduur menu in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-
instellingen stelt de tijd in hoelang het OSD-menu geactiveerd blijft na de laatste ingedrukte toets. U kunt een tijdsduur tussen 5 en 30 seconden kiezen, in stappen van
5 seconden. Gebruik / om een geschikt tijdsframe te kiezen.
Menupositie in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen stelt de
OSD-positie in op vijf locaties. Gebruik / om de positie van uw voorkeur te kiezen.
Taal in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt de OSD-menu's in op een voor u
bekende taal. Met Enter selecteert u uw taal.
Herinnering in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen bepaalt
of herinneringsberichten op het scherm worden weergegeven. Met / selecteert u de gewenste instelling.
Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt het logoscherm van
uw voorkeur in dat wordt weergegeven tijdens het opstarten van de projector. Met
/ selecteert u een venster.

De lampspaarmodus selecteren

• Met de afstandsbediening.
Druk op SmartEco om Lampmodus te markeren en druk op / om Normaal/ Economisch/SmartEco te selecteren.
•Met het OSD-menu.
1. Druk op Menu/Exit en vervolgens op /
tot het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Lampmodus te markeren en druk op Mode/Enter. De pagina Lampinstellingen wordt geopend.
3. Markeer Lampmodus en druk op / om Normaal/Economisch/SmartEco te selecteren. De helderheid van de lamp verschilt afhankelijk van de lampmodus. Raadpleeg de beschrijvingen in de onderstaande tabel.
Lampmodus Beschrijving
Normaal 100% lamphelderheid.
Economisch Spaart 20% lampenergieverbruik.
SmartEco
Als de modus Economisch of SmartEco is geselecteerd, wordt de lichtuitvoer verminderd en worden de geprojecteerde beelden donkerder.
Bespaart tot 70 % energiegebruik door de lamp, afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud.
40
Bediening

De projector uitschakelen

I
1. Druk op POWER en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op POWER. Voedingsindicator (POWER) knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilators blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen.
Om de lamp te beschermen, zal de projector niet
op opdrachten reageren tijdens het afkoelen.
U kunt de afkoeltijd verkorten door de functie
Snelle afkoeling te activeren. Zie "Snelle afkoeling"
op pagina 49 voor details.
3. Zodra het afkoelen is voltooid, licht Voedingsindicator (POWER) stabiel oranje op en stoppen de ventilators.
4. Trek de stroomkabel uit het stopcontact als de projector geruime tijd niet zal worden gebruikt.
5. Wanneer Direct herstarten is ingesteld op Aan, kunt u de projector onmiddellijk opnieuw opstarten binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld. (De projector zal 30% van zijn vermogen behouden gedurende 90 sec)
Wanneer Direct herstarten is ingesteld op Uit, moet u wachten tot de lamp is afgekoeld om de projector opnieuw te starten. Wanneer Direct herstarten is ingeschakeld, wordt het item Snelle afkoeling grijs weergegeven.
Als de projector niet correct is uitgeschakeld en u de projector probeert opnieuw op te
starten, zullen de ventilators nog enkele minuten blijven draaien om af te koelen om de lamp te beschermen. Druk nogmaals op Power om de projector te starten nadat de ventilators zijn gestopt en Voedingsindicator (POWER) oranje wordt.
De werkelijke levensduur van de lamp kan verschillen afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en het gebruik.
I
I
I
Bediening 41

Menubediening

Menusysteem

De OSD-menu's kunnen verschillen, afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
Hoofdmenu Submenu Opties
Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/Blauw/
Schoolbord
Auto/Top-Bottom/Frame Sequential/ Frame packing/Side-by-side/Uit
Uit/Lettervorming/Werkblad/ Coördinatenkaart
Uit/Lettervorming/Werkblad/ Coördinatenkaart
R-versterking/G-versterking/ B-versterking/R-verschuiving/ G-verschuiving/B-verschuiving
1. WEERGAV E
2. BEELD
3. INGANG
Wandkleur
Beeldverhouding Auto/Werkelijk/4:3/16:9/16:10
Keystone
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
3D
Lessjabloon
Beeldmodus
Referentiemodus Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop/(3D)
Helderheid
Contrast
Brilliant Color Aan/Uit
Kleurtemperatuur Koel/Normaal/Warm
Kleurtemperatuur fijn afstellen
3D-kleurbeheer
Beeldinstelling herstellen
Snel automatisch zoeken Aan/Uit
3D-modus
3D sync omkeren Uitschakelen/Omkeren
Schoolbord
Wit bord
Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop/(3D)/ Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2
Primaire kleur R/G/B/C/M/Y
Tint
Verzadiging
Versterking
Huidige/Alle/
Annuleren
42
Bediening
Presentatietimer
Taal
Timerinterval 1~240 minuten
Timerweergave
Timerpositie
Aftelrichting Aftellen/Optellen
Aan/Uit Ja/Nee
Altijd/3 min/2 min/1 min/ Nooit
Linksboven/Linksonder/ Rechtsboven/Rechtsonder
4. SYSTEEMINSTLL: Basis
Projectorinstallatie
Weergaveduur menu
Menu-instellingen
Gebruiksinstelling en
Paneeltoetsblokke ring
Achtergrondkleur BenQ/Zwart/Blauw/Paars
Opstartscherm BenQ/Zwart/Blauw
Menupositie
Herinnering Aan/Uit
Direct inschakelen Aan/Uit
Automatisch uitschakelen
Snelle afkoeling Aan/Uit
Direct herstarten Aan/Uit
Inactief-timer
Slaaptimer
Ventilatorsnelheid Normaal/High
Aan/Uit Ja/Nee
Tafel voor/Tafel achter/ Plafond achter/Plafond voor
5 sec/10 sec/20 sec/30 sec/ Altijd
Midden/Linksboven/ Rechtsboven/Rechtsonder/ Linksonder
Uitschakelen/3 min/10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min.
Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min.
Uitschakelen/30 min./1 uur/2 uur/3 uur/4 uur/8 uur/12 uur
Bediening 43
Hoogtemodus Aan/Uit Ja/Nee
Normaal/Economisch/
SmartEco
Inschakelblokkering
2400/4800/9600/14400/ 19200/ 38400/57600/ 115200
Aan/Uit
• Ingang
•Beeldmodus
•Resolutie
•Lampmodus
•3D-formaat
•Kleursysteem
• Equivalent lampuren
•Firmware-versie
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd
6. INFORMATIE
Lampmodus
Lampinstellingen
Beveiligingsins Tellingen
Baud-ratio
Testpatroon Aan/Uit
Stand-by­instellingen
Instellingen herstellen
Huidige systeemstatus
Lamptimer herstellen Reset/Annuleren
Equivalent lampuren
Wachtwoord wijzigen
Beveiligingsinstellingen wijzigen
Beeldscherm-uit
Reset/Annuleren
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één geldig signaal detecteert. Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of als er geen signaal wordt gedetecteerd, zijn slechts beperkte menuopties beschikbaar.
44
Bediening

Beschrijving van elk menu

De standaardwaarden die in deze handleiding zijn weergegeven, vooral op de pagina's 45-51, zijn uitsluitend informatief bedoeld. Ze kunnen verschillen tussen de projectors vanwege de voortdurende verbetering van de producten.
FUNCTIE BESCHRIJVING
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het
Wandkleur
Beeldverhoudi ng
Keystone
1. Menu WEERGAVE
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op pagina
32 voor details.
Er zijn vier opties voor het instellen van de beeldverhouding, afhankelijk van de bron van het ingangssignaal. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina 29 voor details.
Corrigeert eventuele keystone-afwijkingen van het beeld. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 23 voor details.
De pagina voor het aanpassen van de positie wordt weergegeven. U verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. De waarden die onder aan de pagina worden weergegeven, veranderen telkens wanneer u op een knop drukt tot het maximum of minimum is bereikt.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld. Zie
"Vergroten en details zoeken" op pagina 29 voor details.
Bediening 45
FUNCTIE BESCHRIJVING
Deze projector beschikt over een 3D-functie waarmee u 3D-films, video's en sportevenementen op een realistischere manier kunt bekijken door de diepte van de beelden weer te geven. U moet een 3D-bril dragen om 3D-beelden te kunnen bekijken.
1. Menu WEERGAVE 3D
Lessjabloon
3D-modus
De standaardinstelling is Auto en de projector kiest automatisch een geschikte 3D-indeling zodra 3D-inhoud gedetecteerd wordt. Als de projector de 3D-indeling niet herkent, druk u op / om een 3D­modus te kiezen.
3D sync omkeren
Als u vaststelt dat de beelddiepte omgekeerd is, schakelt u deze functie in om het probleem te verhelpen.
Biedt een aantal sjablonen als leerhulpmiddelen. Trainers kunnen die gebruiken om les te geven. Zie "Lessjabloon gebruiken" op pagina 39 voor details.
46
Bediening
FUNCTIE BESCHRIJVING
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
Beeldmodus
Referentiemod us
Helderheid
Contrast
2. Menu BEELD
Brilliant Color
Kleurtemperat
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 31 voor details.
Selecteert een beeldmodus die het best overeenkomt op uw behoeften op het vlak van beeldkwaliteit en zorgt voor het verder fijn afstemmen van het beeld op basis van de selecties op deze pagina. Zie "De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 instellen"
op pagina 31 voor details.
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen Helderheid"
op pagina 32 voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen Contrast" op pagina 32 voor details.
Zie "Aanpassen Brilliant Color" op pagina 32 voor details.
Zie "Selecteren van Kleurtemperatuur" op pagina 32 voor details.
uur
Kleurtemperat uur fijn
Zie "Een kleurtemperatuur naar wens instellen." op pagina 33 voor details.
afstellen
3D­kleurbeheer
Beeldinstelling herstellen
3. Menu INGANG
Snel automatisch zoeken
Zie "3D-kleurbeheer" op pagina 33 voor details.
Zie "De huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen" op pagina 34 voor details.
Als Beeldmodus onder Dynamisch is, zet kiezen voor "Huidige" alleen de standaardwaarde terug voor Dynamisch, maar kiezen voor "Alles" herstelt de standaardwaarden voor alle instellingen van Beeldmodus.
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 28 voor details.
Bediening 47
FUNCTIE BESCHRIJVING
Presentatieti
SYSTEEMINSTLL: Basis
mer
Taal
4. Menu Projector-
installatie
Menu­instellingen
Herinnert de spreker eraan de presentatie binnen een bepaalde tijd af te ronden. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 35 voor details.
Stelt de taal in voor de OSD-menu's (On-Screen Display). Zie "De
menu's gebruiken" op pagina 24 voor details.
U kunt de projector aan het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels. Zie "Een locatie kiezen"
op pagina 15 voor details.
Weergaveduur menu
Bepaalt hoe lang het OSD-menu op het scherm blijft nadat u de laatste knop hebt ingedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 30 seconden kiezen, in stappen van 5 seconden.
Menupositie
Hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
Herinnering
Stelt in of het herinneringsbericht moet worden weergegeven.
48
Bediening
FUNCTIE BESCHRIJVING
Direct inschakelen
Selecteer Aan om de functie in te schakelen. Zie "De projector
opstarten" op pagina 20 voor details.
Automatisch uitschakelen
Hiermee kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. Zie
"Instelling Automatisch uitschakelen" op pagina 54 voor details.
Snelle afkoeling
Als u Aan kiest wordt de functie ingeschakeld en wordt de afkoeltijd van de projector verkort naar enkele seconden.
SYSTEEMINSTLL: Basis
Gebruiks­instellingen
4. Menu
Paneeltoets­blokkering
Achtergrond­kleur
Opstartscher m
Direct herstarten
Wanneer Direct herstarten is ingeschakeld, kunt u de projector onmiddellijk opnieuw opstarten binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld.
Inactief-timer
Bepaalt hoe lang een beeld blanco wordt weergegeven wanneer de functie Blank is geactiveerd. Zodra deze tijd is verstreken wordt het beeld opnieuw weergegeven. Zie "Het beeld verbergen" op pagina 37 voor details.
Slaaptimer
Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. De timer kan worden ingesteld op een waarde tussen 30 minuten en 12 uur.
Ventilatorsnelheid
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer een stoffilter is geïnstalleerd. Kies High om de functie in te schakelen.
Schakelt alle toetsfuncties van het paneel in of uit, behalve de voedingsknop op de projector en de toetsen op de afstandsbediening.
Hiermee kunt u kiezen welke achtergrondkleur wordt weergegeven wanneer de projector geen signaal ontvangt. Er zijn vier opties beschikbaar: BenQ-logo, Zwart, Blauw of Paars.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van de projector. U kunt kiezen uit drie opties: BenQ-logo, Zwart scherm of Blauw scherm.
Als u de projector direct na het snel afkoelen opnieuw probeert op te starten, wordt deze wellicht niet goed ingeschakeld en worden de koelventilators opnieuw gestart.
Bediening 49
FUNCTIE BESCHRIJVING
Hoogtemodus
Lampinstellinge n
5. Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd
Beveiligingsins Tellingen
Baud-ratio
Testpatroon
Stand-by­instellingen
Een modus voor gebruik op grote hoogte. Zie "Gebruik op grote
hoogte" op pagina 38 voor details.
Lampmodus
Zie "De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of
SmartEco modus" op pagina 53 voor details.
Lamptimer herstellen
Zie "De lamptimer opnieuw instellen op nul" op pagina 58 voor details.
Equivalent lampuren
Zie "Het aantal lampuren kennen" op pagina 53 voor meer informatie over de manier waarop de totale gebruiksduur van de lamp wordt berekend.
Wachtwoord wijzigen
U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u het vervangt door een nieuw.
Beveiligingsinstellingen wijzigen Inschakelblokkering
Zie "De wachtwoordfunctie gebruiken" op pagina 25 voor details. Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u
de projector kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van de projector kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor bevoegde onderhoudstechnici.
Kies Aan om de functie in te schakelen en de projector een rastertestpatroon te laten weergeven. Het helpt u met het aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is. Zie "Het ingebouwde
testpatroon gebruiken" op pagina 22 voor details.
Beeldscherm-uit
Kies Aan om de functie in te schakelen. De projector kan een VGA-signaal uitvoeren wanneer deze in stand-bymodus is en wanneer de COMPUTER 1- en BEELDSCHERM-UIT- aansluitingen correct zijn aangesloten op de apparaten. Zie "Een
beeldscherm aansluiten" op pagina 18 voor informatie over het
maken van de aansluiting.
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Instellingen herstellen
Als deze functie is ingeschakeld wordt het stand­bystroomverbruik licht verhoogd.
De stand-by monitoruitgang werkt alleen wanneer een geschikte D-Sub-ingang wordt aangesloten op de COMPUTER 1-aansluiting.
De volgende instellingen blijven behouden: Positie, Fase, Horizontale afmeting, Gebruikersmodus 1, Gebruikersmodus 2, Projectorpositie, Kleurruimteconversie, Hoogtemodus, Beveiligingsinstellingen, Baud-ration en Netwerkinstellingen.
50
Bediening
FUNCTIE BESCHRIJVING
Ingang
Toont de huidige signaalbron.
Beeldmodus Toont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
6. Menu INFORMATIE
Huidige systeemstatus
Resolutie
Toont de native resolutie van het ingangssignaal.
Lampmodus
Toont de actuele lampmodus.
3D-formaat
Toont de actuele 3D-modus.
Kleursysteem
Toont het formaat van het ingangssysteem: NTSC, PAL, SECAM of RGB.
Equivalent lamp
Toont het aantal uur dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie
Toont de firmwareversie.
Bediening 51

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De projector heeft weinig onderhoud nodig. U hoeft alleen de lens en behuizing regelmatig schoon te maken.
Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen moeten worden vervangen.

De lens reinigen

Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak opmerkt.
• Verwijder stof met een fles met perslucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit schurende doekjes, alkaline-/zuurhoudende reinigingsproducten, schuurpoeder of vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol, benzeen, thinner of insecticiden. Wanneer u dergelijke materialen gebruikt of als het product langdurig in contact is met rubber of vinyl materialen, kan dit schade veroorzaken aan het projectoroppervlak en het materiaal van de behuizing.
Wrijf nooit met schurend materiaal over de lens.

De projectorbehuizing reinigen

Schakel de projector op de correcte manier uit zoals beschreven in "De projector
uitschakelen" op pagina 41 en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat
u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, vezelvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek, bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.

De projector opbergen

Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen:
• Controleer of de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 61 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterij uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.

De projector vervoeren

Het is aanbevolen de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking te verzenden.
Onderhoud
52

Informatie over de lamp

Het aantal lampuren kennen

De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer wanneer de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend:
Totale (equivalente) lamptijd = 1 uur (gebruiksduur in de modus Economisch) + 4/3 uur (gebruiksduur in de modus Normaal)
Zie "De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of SmartEco modus" hieronder voor meer informatie over de modus Economisch.
De gebruiksduur in de modus Economisch wordt berekend als 3/4 van die in de modus Normaal. Als u de projector in de modus Economisch gebruikt, wordt de gebruiksduur
van de lamp dus met een 1/3 verlengd.
Informatie over het aantal lampuren verkrijgen:
1. Druk op Menu/Exit en vervolgens op / tot het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2. Druk op om Lampinstellingen te markeren en druk op Mode/Enter. De
pagina Lampinstellingen wordt geopend.
3. U ziet informatie over Equivalent lamp in het menu.
4. Sluit het menu af door op Menu/Exit te drukken.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.

De levensduur van de lamp verlengen

De projectielamp is een verbruiksartikel. Door de volgende instellingen via het OSD-menu of de afstandsbediening op te geven, kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of SmartEco modus
Met de modus Economisch/SmartEco wordt het systeemgeluid en stroomverbruik verminderd. Als de modus Economisch/SmartEco is geselecteerd, wordt de lichtuitvoer verminderd en worden de geprojecteerde beelden donkerder. De projector wordt beschermd voor een langere bedrijfsduur.
Ook als u de projector in de modus Economisch/SmartEco zet, wordt de gebruiksduur van de lamp verlengd. Stel de modus Economisch/SmartEco in door naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen > Lampmodus te gaan en op / te drukken.
De lampmodi worden gedefinieerd zoals in de onderstaande tabel.
Lampmodus Beschrijving
Normaal 100% lamphelderheid.
Economisch Spaart 20% lampenergieverbruik.
SmartEco
Bespaart tot 70 % energiegebruik door de lamp, afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud.
Onderhoud 53
Instelling Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangsbron wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Om Automatisch uitschakelen in te stellen, gaat u naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Automatisch uitschakelen en drukt u op / . De tijdsduur kan worden ingesteld van 5 tot 30 minuten, in stappen van 5 minuten. Als de vooraf ingestelde tijdsduur niet geschikt is voor uw presentatie, selecteert u Uitschakelen. De projector wordt niet automatisch binnen een bepaalde periode uitgeschakeld.
54
Onderhoud

De timing van de lampvervanging

Als het LAMP-waarschuwingslampje rood oplicht of wanneer er een bericht wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, moet u een nieuwe lamp te installeren of uw leverancier raadplegen. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
Probeer de lamp nooit zelf te vervangen. Neem contact op met bevoegde onderhoudstechnici voor de vervanging.
Het LAMP (waarschuwingslampje lamp) en het TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) gaan branden als de lamp te heet wordt. Zie "Indicators" op pagina 59 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de lamp dient te vervangen.
De onderstaande waarschuwingsberichten zijn uitsluitend informatief bedoeld. Volg de eigenlijke instructies op het scherm om de lamp voor te bereiden en te vervangen.
Status Bericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Als de projector gewoon wordt gebruikt met Economisch geselecteerd ("De
Lampmodus eco functie instellen als Economisch of SmartEco modus" op pagina 53), kunt u de
projector nog blijven gebruiken tot de volgende lampwaarschuwing verschijnt.
U dient een nieuwe lamp te plaatsen om te voorkomen dat de projector wordt uitgeschakeld als de gebruiksduur van de lamp is verstreken.
Het is sterk aanbevolen de lamp nu te vervangen. De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert na verloop van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp vervangen als de helderheid aanzienlijk is afgenomen.
De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw normaal kan functioneren.
"XXXX" in de bovenstaande berichten zijn nummers die verschillen afhankelijk van de verschillende modellen.
Onderhoud 55

De lamp vervangen

Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de
lokale wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt, moet u controleren of er niemand onder de lampsok staat om het risico op letsels of oogbeschadiging, veroorzaakt door de gebroken lamp, te voorkomen.
Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de lamp vervangt.
Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen, dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is gespat.
Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking van de lens te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is verwijderd.
Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke lokale regelgeving.
Wij raden u aan een BenQ-projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de optimale prestaties van de projector te verzekeren.
1. Schakel de voeding uit en koppel de projector los van het stopcontact. Als de lamp
heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om brandwonden te voorkomen.
2. Maak de schroef op de lampafdekking
los.
56
Onderhoud
3. Verwijder de lampafdekking door (a)
het deksel naar de zijkant van de projector te schuiven en (b) het af te nemen.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
Steek uw vingers niet tussen lamp en de projector. De scherpe randen in de projector kunnen letsels veroorzaken.
4. Maak de schroeven waarmee de lamp is
bevestigd, los.
5. Til de handgreep op zodat deze
rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector.
Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen.
Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen.
Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd. Als u de optische onderdelen in de projector aanraakt, kan dat ongelijke kleurweergave en een vervormde projectie veroorzaken.
(b)
(a)
6. Plaats de nieuwe lamp in het
lampcompartiment en controleer of deze in de projector past.
Onderhoud 57
7. Maak de schroeven waarmee de lamp is
bevestigd, vast.
Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroeven niet te vast.
8. Zorg dat de handgreep volledig vlak ligt
en stevig op zijn plaats zit.
9. Plaats de lampafdekking terug door
deze op zijn plaats te schuiven.
10. Maak de schroef waarmee de
lampafdekking is bevestigd, vast.
Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
Draai de schroef niet te vast.
(a)
(b)
11. Start de projector opnieuw op.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
De lamptimer opnieuw instellen op nul
12. Open het OSD-menu nadat het startlogo is
verschenen. Ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen. Druk op Mode/Enter.
De pagina Lampinstellingen wordt geopend. Druk op om Lamptimer herstellen te markeren en druk op Mode/Enter. Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Markeer
Reset en druk op Mode/Enter. De lamptijd wordt opnieuw ingesteld op '0'.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet in op nul wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u dat wel doet, kan dit schade veroorzaken.
Onderhoud
58

Indicators

Lampje Status & beschrijving
POWER TEMP LAMP
Stroomgebeurtenissen
Oranje Uit Uit
Groen
knipperend
Groen Uit Uit
Oranje
knipperend
Rood Uit Uit
Groen Uit Rood
Rood
knipperend
Groen Uit Uit
Groen Groen Groen
Uit Uit Rood
Uit Uit
Rood Rood Uit
Rood
Rood Groen Uit
Groen Rood Uit
Groen
Groen Groen Uit
Groen
Groen
knipperend
Groen
knipperend
Groen
knipperend
Groen
knipperend
Uit Uit
Uit Uit
Uit Uit
Lampgebeurtenissen
Rood
knipperend
Thermische gebeurtenissen
Rood
knipperend
Rood
knipperend
Groen
knipperend
Rood Uit
Rood
knipperend
Groen Uit
Groen
knipperend
Uit
Uit
Uit
Uit
Uit
Stand-bymodus Inschakelen
Normale werking Koelen bij normaal uitschakelen
Downloaden CW start mislukt Uitschakelen schaler mislukt (gegevens
afgebroken) Inbranden AAN Inbranden UIT
Lamp 1 fout bij normaal gebruik Lamp is niet aan
Fout ventilator 1 (de feitelijke ventilatorsnelheid is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Fout ventilator 2 (de feitelijke ventilatorsnelheid is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Fout ventilator 3 (de feitelijke ventilatorsnelheid is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Temperatuur 1 fout (boven temperatuurgrens) Fout Thermische sensor 1 open
Fout Thermische sensor 1 kortgesloten Thermische IC #1 I2C verbindingsfout
Temperatuur 2 fout (boven temperatuurgrens)
Fout Thermische sensor 2 open
Fout Thermische sensor 2 kortgesloten
Thermische IC #2 I2C verbindingsfout
Onderhoud 59

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Poging om projector opnieuw in te schakelen tijdens het afkoelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten op het apparaat van het ingangssignaal.
Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld.
De projector en het scherm zijn niet correct uitgelijnd.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de wisselstroomingang op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Controleer of het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Kies het juiste ingangssignaal met de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening.
Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte van de projector aan indien nodig.
De afstandsbediening werkt niet
Oorzaak Oplossing
De batterij is leeg. Vervang de batterij door een nieuwe.
Er bevindt zich een voorwerp tussen de afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Het wachtwoord is onjuist
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Problemen oplossen
60
Verwijder het voorwerp.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Zie "De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten" op pagina 26 voor details.

Specificaties

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optische specificaties
Resolutie
1024 x 768 XGA
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Lens F/waarde
F = 2,6
Verschuiving
125%
Lamp
Lamp van 210 W
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer
AC100–240V, 2,6 A, 50-60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik
285 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanische specificaties
Gewicht
2,3 Kg (5,1 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (vrouwelijk) x 1
Besturing
Seriële besturing via RS-232
9-pins x 1 IR-ontvanger x 1 USB-type B x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (vrouwelijk) x 2
Videosignaalingang
SD/HDTV-signaalingang
Analoge - Component RCA­aansluiting x 3 (via RGB-ingang)
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C-40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf
10%-90% (zonder condensatie)
Bedrijfshoogte
0-1499 m bij 0°C-35°C 1500-3000* m bij 0°C-30°C (met Hoogtemodus ingeschakeld) * Regio China uitsluitend van toepassing voor hoogten tot 2000 m.
De levensduur van de lamp zal verschillen, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
Specificaties 61

Afmetingen

302,8 mm (W) x 111,7 mm (H) x 222,6 mm (D)
302,8
79,4
222,6

Installatie met plafondmontage

Plafondmontageschroeven : M4 (Max. L = 25 mm; Min. L = 20 mm)
196,0
181,0
80,0
537,9
583,6
643,7
Eenheid: mm
111,7
74,1
62,8
62
Specificaties
133,6
79,5
79,5
151,4
302,8
151,5
302,8
126,1
96,7

Timingtabel

Ondersteunde timing voor pc-ingang
Resolutie Modus Ver ti ca le
640 x 480 VGA_60* 59,940 31,469 25,175
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221 800 x 600 SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
1024 x 768 XGA_60* 60,004 48,363 65,000
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108 1024 x 576 BenQ Notebook_ timing 60,0 35,820 46,966 1024 x 600 BenQ Notebook_ timing 64,995 41,467 51,419 1280 x 720 1280 x 720_60* 60 45,000 74,250 1280 x 768 1280 x 768_60* 59,87 47,776 79,5 1280 x 800 WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
1280 x 1024 SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
1280 x 960 1280 x 960_60*** 60,000 60,000 108,000
1360 x 768 1360 x 768_60*** 60,015 47,712 85,5 1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500 1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA*** 60,000 75,000 162,000 1680 x 1050 1680 x 1050_60*** 59,954 65,29 146,25 640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280 1024 x 768@75Hz MAC19 74,93 60,241 80,000 1152 x 870@75Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
*Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential, Top Bottom en Side-by-Side. ** Ondersteunt timing voor non-3D- en 3D-signaal met de indeling Frame Sequential. ***Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Top Bottom en Side-by-Side.
De hierboven genoemde timings worden mogelijk niet ondersteund als gevolg van beperkingen in het EDID-bestand en VGA-beelden. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250 SVGA_120**
(Vermindert wit worden)
XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500 XGA_120**
(Vermindert wit worden)
WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500 WXGA_120**
(Vermindert wit worden)
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
frequentie (Hz)
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
119,909 101,563 146,25
Horizontale frequentie (kHz)
Pixelfrequentie (MHz)
Specificaties 63
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr ingang
Timing Resolutie Ve r ti ca le
480i* 720 x 480 59,94 15,73 13,5 480p 720 x 480 59,94 31,47 27 576i 720 x 576 50 15,63 13,5 576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25 1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25 1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5
* Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
frequentie (Hz)
Horizontale frequentie (kHz)
Ondersteund 3D-signaal voor D-SUB ingang
PC timing
Resolutie Timing Horizontale
frequentie (kHz)
640 x 480 VGA_60 59,94 31,469
VGA_72 72,809 37,861 VGA_75 75 37,5
VGA_85 85,008 43,269 720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 800 x 600 SVGA_60 60,317 37,879
SVGA_72 72,188 48,077
SVGA_75 75 46,875
SVGA_85 85,061 53,674
SVGA_120
119,854 77,425 (Vermindert wit worden)
1024 x 768 XGA_60 60,004 48,363
XGA_70 70,069 56,476 XGA_75 75,029 60,023 XGA_85 84,997 68,667 XGA_120
119,989 97,551 (Vermindert wit worden)
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 1024 x 576 BenQ timing
60 35,82 voor notebook
1024 x 600 BenQ timing
64,995 41,467 voor notebook
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45
1280 x 720_120 120 90
Ver ti ca le frequentie (Hz)
3D veld sequentieel
3D boven onder
◎◎
◎◎
◎◎
◎◎◎ ◎
Pixelfrequent ie (MHz)
3D naast elkaar
64
Specificaties
1280 x 768 1280 x 768_60
1280 x 800 WXGA_60 59,81 49,702
1280 x 1024 SXGA_60 60,02 63,981
1280 x 960 1280 x 960_60 60 60
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 1440 x 900 WXGA+_60
1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 1600 x 1200 UXGA 60 75 1680 x 1050 1680 x 1050_60
1920 x 1200 1920 x 1200_60
640 x 480@67Hz
832 x 624@75Hz 1024 x 768@75Hz
1152 x 870@75Hz
1920 x 1080 (VESA)
(Vermindert wit worden)
1280 x 768_60 59,87 47,776
WXGA_75 74,934 62,795 WXGA_85 84,88 71,554 WXGA_120 (Vermindert wit
worden)
SXGA_75 75,025 79,976 SXGA_85 85,024 91,146
1280 x 960_85 85,002 85,938
(Vermindert wit worden)
WXGA+_60 59,887 55,935
(Vermindert wit worden)
1680 x 1050_60 59,954 65,29
(Vermindert wit worden)
MAC13 66,667 35
MAC16 74,546 49,722
MAC19 75,02 60,241
MAC21 75,06 68,68
1920 x 1080_60 (model Auditorium)
60 47,396
119,909 101,563
60 55,469
59,883 64,674
59,95 74,038
59,963 67,158
◎◎
◎◎◎ ◎◎
◎◎
◎◎
◎◎ ◎◎
◎◎ ◎◎ ◎◎ ◎◎
◎◎ ◎◎
Specificaties 65

Informatie over garantie en auteursrechten

Patenten
Deze BenQ-projector wordt gedekt door de volgende patenten:
Amerikaanse patenten 6,837,608; 7,275,834; 7,181,318; TW-patenten 202690; 205470; I228635; I259932; Chinese patenten ( 中国发明专利 ) ZL01143168.7; ZL03119907.0;
ZL200510051609.2
Beperkte garantie
BenQ garandeert dat dit product vrij is van defecten in vakmanschap en materialen, bij normaal gebruik en opslag.
Wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie, zal een aankoopbewijs worden gevraagd. Wanneer dit product binnen de garantieperiode defect raakt, is de enige verplichting van BenQ en uw enig verhaal de vervanging van defecte onderdelen (inclusief werkuren). Om garantieservice te verkrijgen, moet u de leverancier bij wie u het product hebt gekocht, onmiddellijk op de hoogte brengen van eventuele defecten.
Belangrijk: Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten het product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en u kunt andere rechten hebben die verschillen afhankelijk van het land.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2013 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een retrievalsysteem of vertaald in enige taal of computertaal, en in geen enkele vorm of op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Afstandsverklaring
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, met betrekking tot de inhoud van deze publicatie en wijst specifiek alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan af en toe te wijzigen zonder de verplichting enige persoon op de hoogte te brengen van dergelijke herzieningen of wijzigingen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Informatie over garantie en auteursrechten
66
Loading...