BenQ MX716, MX717 User Manual [nl]

MX716/MX717 Digital Projector Gebruikershandleiding
Welkom

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies.... 3
Inleiding......................... 7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector...................9
Bedieningselementen en functies.........10
De projector
positioneren................ 15
Het kiezen van een plek ........................15
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................16
Aansluitingen.............. 17
Videoapparaten aansluiten ....................18
Bediening .................... 19
De projector opstarten .........................19
Het geprojecteerde beeld aanpassen .20
De menu's gebruiken .............................22
De projector beveiligen.........................23
Schakelen tussen ingangssignalen.........26
Vergroten en details zoeken ................27
De beeldverhouding selecteren...........27
Het beeld optimaliseren ........................29
De presentatietimer instellen...............32
Door pagina's scrollen vanaf de
afstandsbediening ....................................33
Het beeld stilzetten ................................33
Het beeld verbergen ..............................33
Besturingstoetsen blokkeren................34
Gebruik op grote hoogte......................34
Uw eigen startscherm maken ..............34
Het geluid aanpassen..............................35
De projector besturen via een
lan-omgeving............................................36
De projector uitschakelen.................... 39
Direct uitschakelen ................................39
Menubewerkingen ..................................40
Onderhoud ................. 53
Onderhoud van de projector.............. 53
Informatie over de lamp ....................... 54
Problemen oplossen .. 61
Specificaties ................ 62
Projectorspecificaties............................. 62
Afmetingen............................................... 63
Plafondmontage....................................... 64
Timing-diagram........................................65
Informatie over garantie en
auteursrechten........... 70
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Blokkeer de projectielens niet met voorwerpen. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op BLANK of ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook
die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een
brandalarm.
- Plekken met een
omgevingstemperatuur hoger dan 40°C/104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
3.000 m (10000
voet)
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
0 m
(0 voet)
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington­slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• ECO LEEG - Door gebruik van technologie zal de functie Eco leeg tot wel 70% van de
energie van de lamp besparen terwijl tegelijkertijd uw afbeelding verborgen wordt
• Met netwerkinstellingen kan via een webbrowser van een computer de projectorstatus
worden beheerd
• Met de 3D-functie kunt u genieten van films, video’s en sport in 3D, nu nog realistischer
doordat de beelden diepte krijgen
• Heldere kleur/VIDI voor echtere, levendigere kleuren in het beeld
• Ondertitels voor de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma’s en
video’s
• Variabel geluidsniveau
• Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met
verschillende vooraf gedefinieerde kleuren
• Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal
• Instelbare wachtwoordbeveiliging
• 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur
• Snelkoelfunctie om de projector snel af te koelen
• Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties
• Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
• Digitale keystone-correctie om vervormde beelden te corrigeren
• Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
• Weergave van 1,07 miljoen kleuren
• Meertalige schermmenu's (OSD)
• Schakelen tussen de modi normaal en economisch om het stroomverbruik te
verminderen
• Ingebouwde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
• Compatibel met component HDTV (YP
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor
contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
bPr)
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen. *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde
informatie.
MX716
VGA-kabel Snelgids CD met
Garantiekaart* Afstandsbediening met
MX717
Projector Netsnoer
batterijen

Optionele accessoires

1. Reservelamp
2. Wandmontagekit
3. RS232-kabel
gebruikershandleiding
Draagtas
Inleiding8

Buitenkant van de projector

Voorkant/bovenkant
1
2
3
MX716
4
1
2
3
MX717
5
Achter/onderkant
10 1112 13 14 15 16
MX716
19
22
24
10 11 12 13 14 15 16
17 18
17 18
1. Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 10 voor meer informatie.)
2. Lampdeksel
6
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Verstellerknop
5. Lenskap
7
6. Focusring en zoomring
7. Ventilatie (koele lucht in)
8
8. IR-sensor afstandsbediening voorkant
9. Projectielens
9
10. RJ45 lan-ingang
11. Usb-poort
12. RS-232-controlepoort
6
13. HDMI-ingang
14. RGB-signaaluitgang
15. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/
7
YCbCr)-signaalingang
8
16. S-Video-ingang Video-ingang
17. Audio (L/R)-ingangen
18. Audio-ingang
9
Audio-uitgang
19. Stroomaansluiting
20. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
21. 12V gelijkstroomuitgang Te gebruiken om externe apparaten aan te sturen, zoals een elektrisch scherm of belichtingsbesturing, enz. Neem contact op met uw verkoper voor informatie over de aansluiting van deze apparaten.
22. Achterste verstelvoetje
20
23. Verstelvoetje aan voorkant
24. Gaten voor plafondmontage
AUDIO-IN
MX717
19
20 22
24
23
21
22
23
Inleiding 9

Bedieningselementen en functies

Projector

MX716
1 2
3
4
5
6
7
8
MX717
1
9
2
10
3
11
4
12
5
13
6
14
15
7
11
8
9
10
11 12 13 14
15
11
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
4. IR-sensor afstandbediening bovenkant
5. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
6. AAN/UIT Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
7. Links/
Verlaagt het volume van de projector.
8. ECO BLANK BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
9. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
10. LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
11. Keystone/pijltoetsen (/Omhoog, /Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
12. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld.
13. MODE
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
ENTER
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
14. Rechts/
Verhoogt het volume van de projector. Als het schermmenu (OSD) is
geactiveerd, functioneren de toetsen #7, #11 en #14 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
15. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
Inleiding10

Afstandsbediening

0;
0;
   
1. ON/OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
2. Ingangdetectieknoppen (COMPUTER-1, COMPUTER-2,
VIDEO, S-VIDEO)
Kies een ingangsignaal voor het beeld.
3. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
4. ECO BLANK BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
5. Links
6. MODE
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
ENTER
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
7. LASER
Hiermee laat u een zichtbaar laseraanwijzerlampje branden waarmee presentaties kunnen worden uitgevoerd.

 










 
8. PAGE UP/PAGE DOWN
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
9. FREEZE
Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil.
10. NETWORK SETTING
Niet beschikbaar.
11. TEST
Geeft het testpatroon weer.
12. SMART ECO
Geeft de selectiebalk voor de lampmodus weer.
13. NETWORK
Niet beschikbaar.
14. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
15. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld.
  





  
 
Inleiding 11
16. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog,
/Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
17. Rechts
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de toetsen #5, #16 en #17 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
18. ZOOM+/ZOOM-
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
19. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
20. MUTE
Hiermee schakelt u het geluid in en uit.
21. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
22. MIC/VOL +/-
Niet beschikbaar.
23. CAPTURE
Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld op als startscherm.
24. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers in de netwerkinstellingen.
Numerieke toetsen 1, 2, 3, 4 kunnen niet worden ingedrukt om een wachtwoord in te voeren.
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor professionele gebruikers een hulpmiddel tijdens presentaties. Als u erop drukt, zendt de aanwijzer rood licht uit.
De laserstraal is zichtbaar. Houd LASER ingedrukt voor een continu lasersignaal.
Kijk niet rechtstreeks naar het venster van de laserstraal en richt de laserstraal niet op anderen
of op uzelf. Zee de waarschuwingen op de achterzijde van de afstandsbediening voordat u hem gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen bedachtzaam om te gaan met de gevaren van laserenergie en de afstandsbediening buiten het bereik van kinderen te houden.
Inleiding12
Bereik van de afstandsbediening
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en bovenkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
• De projector bedienen via de voorkant
MX716
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
MX717
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
• De projector bedienen via de bovenkant
MX716
MX717
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
Inleiding 13
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. U opent het klepje van het batterijcompartiment door de afstandsbediening om te draaien, op het klepje te drukken en dit in de richting van de pijl open te schuiven zoals staat afgebeeld. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de batterijen (indien nodig) en installeer twee nieuwe AAA-batterijen. Let erop dat u de polen in de juiste richting plaatst (aangegeven in het batterijcompartiment). Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Leg het klepje gelijk met de opening en schuif het terug over de opening. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant
aanbevolen.
• Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant en de plaatselijke
milieurichtlijnen.
• Gooi de batterijen nooit in open vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
• Verwijder de batterijen als deze leeg zijn of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo
voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterijen.
Inleiding14

De projector positioneren

Het kiezen van een plek

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
4. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren 15

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Als u een scherm met een beeldverhouding van 4:3 nodig hebt om een beeld van 4:3 te projecteren, en de gemeten projectieafstand is 4000 mm), zie dan Tabel A1 De beste treffer in de kolom "Afstand tot scherm (mm)" is 4246 mm. Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 120'' (ongeveer 3,0 m) nodig hebt.

Projectieafmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 63 voor de maten van het lensmidden van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
A1
Maximale zoom
Minimale zoom
Scherm
Midden van de lens
op pagina 16.
Verticale afstand
Tabel A1: De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3
Formaat van de
Schermgrootte
Diagonaal
Inch mm
40 1016 610 813 1231 1415 1600 46 50 1270 762 1016 1538 1769 2000 57 60 1524 914 1219 1846 2123 2400 69 70 1778 1067 1422 2154 2477 2800 80 80 2032 1219 1626 2462 2831 3200 91
90 2286 1372 1829 2769 3185 3600 103 100 2540 1524 2032 3077 3538 4000 114 120 3048 1829 2438 3692 4246 4800 137 150 3810 2286 3048 4615 5308 6000 171 200 5080 3048 4064 6154 7077 8000 229 250 6350 3810 5080 7692 8846 10000 286 300 7620 4572 6096 9231 10615 12000 343
Er zit een tolerantie van 3% in deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
geprojecteerde
afbeelding
H
(mm)W (mm)
Min lengte
(max.
zoom)
Projectieafstand
Afstand tot scherm (mm)
Max lengte
Gemiddeld
(min.
zoom)
Vert ica le
afstand
(mm)
De projector positioneren16

Aansluitingen

Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
Beelds-cherm
Laptop of desktopcomputer
AV-apparaat
(VGA)
1
(DVI)
2
3
MX716
MX717
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. USB-kabel
4. HDMI-kabel
5. Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel
1
9
5
4
of
8
7
9
of
6
Luidsprekers
AUDIO-IN
9
6. Audio-l/r-kabel
7. S-Video-kabel
8. Videokabel
9. Audiokabel
Aansluitingen 17
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-
instellingen" op pagina 51 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI
Component Video
S-Video
Video
Best
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft twee ingebouwde mono-luidsprekers met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidspreker wordt gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
• In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI-ingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in op YUV. Zie
"De Kleurruimte veranderen" op pagina 26 voor details.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 18 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen18

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
2. Druk op AAN/UIT of ON om de
projector te starten. Zodra het lampje gaat branden, hoort u een "opstartgeluid". De POWER (Power-lampje) knippert groen en blijft branden als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen. Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor details over het
uitschakelen van de geluidsmelding.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd,
drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De
wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 23
voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector gaat zoeken naar ingangssignalen.
Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 26 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht 'Buiten bereik' op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina 65 voor details.
MX716
MX717
Bediening 19

Het geprojecteerde beeld aanpassen

De projectiehoek aanpassen

De projectorhoogte aanpassen (MX716):
1. Druk op de verstellerknop en til de projector
aan de voorkant op. Wanneer het beeld de gewenste positie heeft, laat u de verstellerknop los om het verstelvoetje in deze positie te vergrendelen.
2. Draai aan het achterste verstelvoetje om de
horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector omhoog te houden terwijl u op de verstellerknop drukt. Laat de projector vervolgens langzaam zakken. Draai in omgekeerde richting aan het achterste verstelvoetje.
De projectorhoogte aanpassen (MX717): Draai aan de verstelvoetjes om de horizontale hoek
nauwkeuriger in te stellen.
Trek de voeten terug door de verstellervoeten in de andere richting te draaien.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven. Om deze situatie te corrigeren, zie "Keystone corrigeren" op pagina 21 voor details.

Het beeld automatisch aanpassen

In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen. Hiervoor drukt u op AUTO op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
MX716
1
MX717
Kijk niet in de lens wanneer de projectorlamp brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Pas goed op als u op de verstellerknop drukt want deze bevindt zich vlak bij de afzuiging voor de warme lucht.
2
Bediening20

Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen

1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
MX716
MX717
2. Stel het beeld scherp door aan de focusring te draaien.
MX716
MX717

Keystone corrigeren

Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat.
U kunt dit corrigeren door de hoogte van de projector aan te passen, maar ook, als u wilt dat de projector dit automatisch aanpast, met de automatisch keystonecorrectie. Stel de functie Automatische keystone in het menu WEERGAVE in op Aan.
Of corrigeer het handmatig via ÉÉN van onderstaande stappen.
• Met de afstandsbediening Druk op / op de projector of de
afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina te openen. Druk op om de keystone bovenin
het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE geselecteerd is.
2. Druk op om Keystone te selecteren en druk op ENTER. De correctiepagina voor Keystone wordt geopend.
3. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
Druk op
/.
Druk op
/.
Bediening 21
Loading...
+ 49 hidden pages