Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor
IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding aandachtig
door voordat u de projector gaat
gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2.Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan
een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector
normaal werkt bij een netspanning
van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan
het apparaat uitvallen wanneer zich
een stroomstoring of een
spanningspiek van ±10 V voordoet.
In gebieden waar dit risico hoog is, is
het raadzaam de projector aan te
sluiten op een spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
6.Blokkeer de projectielens niet met
voorwerpen. De voorwerpen kunnen
heet worden en daardoor vervormd
raken of vlam vatten. Druk op
BLANK of ECO BLANK op de
projector of afstandsbediening om de
lamp tijdelijk uit te schakelen.
4.Zorg er altijd voor dat de lenssluiter
(indien aanwezig) is geopend of de
lensdop (indien aanwezig) is
verwijderd wanneer de projectorlamp
brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een
onstabiele ondergrond. Het product
kan dan vallen en ernstig worden
beschadigd.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de
lamp toch langer gebruikt, kan deze in
zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de projector
uit het stopcontact is verwijderd
voordat u de lamp of elektronische
onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf.
De onderdelen van het apparaat staan
onder hoge spanning die
levensgevaarlijk is. Het enige
onderdeel dat u mag vervangen, is de
lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt,
neemt u mogelijk warme lucht en een
bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende
ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten
minste 50 cm van de muur staat en laat
voldoende ruimte vrij rondom de
projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto
met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur
van de projector en verdonkert het
beeld.
- Plekken in de buurt van een
brandalarm.
- Plekken met een
omgevingstemperatuur hoger dan
40°C/104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
3.000 m
(10000
voet)
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een
deken, beddengoed of op een ander
zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een
doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij
wordt gehouden, kan er door
oververhitting in de projector brand
ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik
altijd op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts)
of in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp
beschadigd raken.
0 m
(0 voet)
16. Plaats de projector niet verticaal.
De projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt
van of op de projector. Als er vloeistof
in de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, trekt u de
stekker uit het stopcontact en belt u
BenQ voor reparaties.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van
BenQ en zorg dat de projector stevig
vastzit.
Montage van de projector
op het plafond
Voor een probleemloze werking van
de projector is ook veiligheid van
groot belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om
schade en lichamelijk letsel te
voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond
wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander
merk gebruikt, bestaat het gevaar dat
de projector naar beneden valt omdat
het apparaat met de verkeerde
schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectoren kopen bij de
leverancier van uw projector.
Het verdient ook aanbeveling een
aparte veiligheidskabel aan te schaffen
die compatibel is met het Kensingtonslot. Maak deze kabel vast aan de sleuf
voor het Kensington-slot op de
projector en aan de houder. Wanneer
de projector loskomt van de houder,
blijft het apparaat toch veilig zitten.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de plaatstelijke wetten
voor afvalverwerking.
Zie www.lamprecycle.org.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Inleiding
Kenmerken van de projector
De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een
gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• ECO LEEG - Door gebruik van technologie zal de functie Eco leeg tot wel 70% van de
energie van de lamp besparen terwijl tegelijkertijd uw afbeelding verborgen wordt
• Met netwerkinstellingen kan via een webbrowser van een computer de projectorstatus
worden beheerd
• Met de 3D-functie kunt u genieten van films, video’s en sport in 3D, nu nog realistischer
doordat de beelden diepte krijgen
• Heldere kleur/VIDI voor echtere, levendigere kleuren in het beeld
• Ondertitels voor de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma’s en
video’s
• Variabel geluidsniveau
• Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met
verschillende vooraf gedefinieerde kleuren
• Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal
• Instelbare wachtwoordbeveiliging
• 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur
• Snelkoelfunctie om de projector snel af te koelen
• Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties
• Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
• Digitale keystone-correctie om vervormde beelden te corrigeren
• Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
• Weergave van 1,07 miljoen kleuren
• Meertalige schermmenu's (OSD)
• Schakelen tussen de modi normaal en economisch om het stroomverbruik te
verminderen
• Ingebouwde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
• Compatibel met component HDTV (YP
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor
contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
bPr)
Inleiding7
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde
informatie.
MX716
VGA-kabelSnelgidsCD met
Garantiekaart*Afstandsbediening met
MX717
ProjectorNetsnoer
batterijen
Optionele accessoires
1.Reservelamp
2.Wandmontagekit
3.RS232-kabel
gebruikershandleiding
Draagtas
Inleiding8
Buitenkant van de projector
Voorkant/bovenkant
1
2
3
MX716
4
1
2
3
MX717
5
Achter/onderkant
10 1112131415 16
MX716
19
22
24
10 11 12131415 16
17 18
17 18
1.Extern besturingspaneel
(Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 10 voor meer informatie.)
2.Lampdeksel
6
3.Ventilatie (warme lucht uit)
4.Verstellerknop
5.Lenskap
7
6.Focusring en zoomring
7.Ventilatie (koele lucht in)
8
8.IR-sensor afstandsbediening voorkant
9.Projectielens
9
10. RJ45 lan-ingang
11. Usb-poort
12. RS-232-controlepoort
6
13. HDMI-ingang
14. RGB-signaaluitgang
15. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/
7
YCbCr)-signaalingang
8
16. S-Video-ingang
Video-ingang
17. Audio (L/R)-ingangen
18. Audio-ingang
9
Audio-uitgang
19. Stroomaansluiting
20. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
21. 12V gelijkstroomuitgang
Te gebruiken om externe apparaten aan
te sturen, zoals een elektrisch scherm of
belichtingsbesturing, enz. Neem contact
op met uw verkoper voor informatie
over de aansluiting van deze apparaten.
22. Achterste verstelvoetje
20
23. Verstelvoetje aan voorkant
24. Gaten voor plafondmontage
AUDIO-IN
MX717
19
20
22
24
23
21
22
23
Inleiding9
Bedieningselementen en functies
Projector
MX716
1
2
3
4
5
6
7
8
MX717
1
9
2
10
3
11
4
12
5
13
6
14
15
7
11
8
9
10
11
12
13
14
15
11
1.Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van
het geprojecteerde beeld aan.
2.Zoomring
Hiermee past u de grootte van het
beeld aan.
3.POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector
wordt gebruikt.
4.IR-sensor afstandbediening
bovenkant
5.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het
vorige schermmenu (OSD), sluit u het
menu en slaat u de menu-instellingen op.
6.AAN/UIT
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
7.Links/
Verlaagt het volume van de projector.
8.ECO BLANK
BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
9.TEMP (waarschuwingslampje
temperatuur)
Licht rood op als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
10. LAMP (waarschuwingslampje
lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of
knippert als er een probleem is met de
lamp.
11. Keystone/pijltoetsen
(/Omhoog, /Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
12. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
13. MODE
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
ENTER
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
14.Rechts/
Verhoogt het volume van de projector.
Als het schermmenu (OSD) is
geactiveerd, functioneren de toetsen #7,
#11 en #14 als richtingspijlen om de
gewenste menuopties te selecteren en
de instellingen te wijzigen.
15. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
Inleiding10
Afstandsbediening
0;
0;
1.ON/OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
2.Ingangdetectieknoppen
(COMPUTER-1, COMPUTER-2,
VIDEO, S-VIDEO)
Kies een ingangsignaal voor het beeld.
3.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD)
in. Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en
slaat u de menu-instellingen op.
4.ECO BLANK
BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
5.Links
6.MODE
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
ENTER
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
7.LASER
Hiermee laat u een zichtbaar
laseraanwijzerlampje branden waarmee
presentaties kunnen worden uitgevoerd.
8.PAGE UP/PAGE DOWN
Hiermee kunt u een softwareprogramma
(op een aangesloten pc) bedienen dat
reageert op opdrachten voor pagina
omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft
PowerPoint).
9.FREEZE
Hiermee zet u het geprojecteerde beeld
stil.
10. NETWORK SETTING
Niet beschikbaar.
11. TEST
Geeft het testpatroon weer.
12. SMART ECO
Geeft de selectiebalk voor de
lampmodus weer.
13. NETWORK
Niet beschikbaar.
14. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
15. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
Inleiding11
16. Keystone/pijltoetsen (/ Omhoog,
/Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
17.Rechts
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd,
functioneren de toetsen #5, #16 en #17 als
richtingspijlen om de gewenste menuopties
te selecteren en de instellingen te wijzigen.
18. ZOOM+/ZOOM-
Hiermee vergroot of verkleint u het
geprojecteerde beeld.
19. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
20. MUTE
Hiermee schakelt u het geluid in en uit.
21. ASPECT
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
22. MIC/VOL +/-
Niet beschikbaar.
23. CAPTURE
Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld op
als startscherm.
24. Numerieke toetsen
Voor het invoeren van cijfers in de
netwerkinstellingen.
Numerieke toetsen 1, 2, 3, 4 kunnen niet worden
ingedrukt om een wachtwoord in te voeren.
De LASER aanwijzer gebruiken
De laseraanwijzer is voor
professionele gebruikers een
hulpmiddel tijdens
presentaties. Als u erop drukt,
zendt de aanwijzer rood licht
uit.
De laserstraal is zichtbaar.
Houd LASER ingedrukt voor
een continu lasersignaal.
Kijk niet rechtstreeks naar het venster van de
laserstraal en richt de laserstraal niet op anderen
of op uzelf. Zee de waarschuwingen op de
achterzijde van de afstandsbediening voordat u
hem gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders
dienen bedachtzaam om te gaan met de
gevaren van laserenergie en de
afstandsbediening buiten het bereik van
kinderen te houden.
Inleiding12
Bereik van de afstandsbediening
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en
bovenkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal
30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector.
De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter
(~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
• De projector bedienen via de voorkant
MX716
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
MX717
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
• De projector bedienen via de bovenkant
MX716
MX717
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
Inleiding13
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1.U opent het klepje van het batterijcompartiment door de afstandsbediening om te
draaien, op het klepje te drukken en dit in de richting van de pijl open te schuiven
zoals staat afgebeeld. Het klepje schuift open.
2.Verwijder de batterijen (indien nodig) en installeer twee nieuwe AAA-batterijen. Let
erop dat u de polen in de juiste richting plaatst (aangegeven in het
batterijcompartiment). Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3.Leg het klepje gelijk met de opening en schuif het terug over de opening. Stop als het
deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant
aanbevolen.
• Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant en de plaatselijke
milieurichtlijnen.
• Gooi de batterijen nooit in open vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
• Verwijder de batterijen als deze leeg zijn of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo
voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterijen.
Inleiding14
De projector positioneren
Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1.Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector
op de tafel en voor het scherm installeert.
Als u een snelle opstelling en draagbaarheid
wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2.Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en voor het scherm
installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
3.Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en achter het scherm
installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal
scherm voor achterwaartse projectie
vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
4.Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector
op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm
voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en
uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de
nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren15
De gewenste beeldgrootte van de projectie
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Als u een scherm met een beeldverhouding van 4:3 nodig hebt om een beeld van 4:3 te
projecteren, en de gemeten projectieafstand is 4000 mm), zie dan Tabel A1
De beste treffer in de kolom "Afstand tot scherm (mm)" is 4246 mm. Als u in deze rij kijkt,
ziet u dat u hiervoor een scherm van 120'' (ongeveer 3,0 m) nodig hebt.
Projectieafmetingen
Zie "Afmetingen" op pagina 63 voor de maten van het lensmidden van deze projector
voordat u de geschikte positie berekent.
A1
Maximale zoom
Minimale zoom
Scherm
Midden van de lens
op pagina 16.
Verticale afstand
Tabel A1: De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3
Er zit een tolerantie van 3% in deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ beveelt bij een
permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de
projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector.
Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
geprojecteerde
afbeelding
H
(mm)W (mm)
Min lengte
(max.
zoom)
Projectieafstand
Afstand tot scherm (mm)
Max lengte
Gemiddeld
(min.
zoom)
Vert ica le
afstand
(mm)
De projector positioneren16
Aansluitingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
Beelds-cherm
Laptop of desktopcomputer
AV-apparaat
(VGA)
1
(DVI)
2
3
MX716
MX717
1.VGA-kabel
2.VGA-naar-DVI-A-kabel
3.USB-kabel
4.HDMI-kabel
5.Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
1
9
5
4
of
8
7
9
of
6
Luidsprekers
AUDIO-IN
9
6.Audio-l/r-kabel
7.S-Video-kabel
8.Videokabel
9.Audiokabel
Aansluitingen17
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is
aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave
doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een
beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw
notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is
aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de
Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-
instellingen" op pagina 51 voor details.
Videoapparaten aansluiten
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke
uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de
beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste
videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluitingBeeldkwaliteit
HDMI
Component Video
S-Video
Video
Best
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft twee ingebouwde mono-luidsprekers met enkele basisfuncties voor het
geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren
van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema
toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de
luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidspreker wordt gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is
aangesloten.
• In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI-ingang van de
projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in op YUV. Zie
"De Kleurruimte veranderen" op pagina 26 voor details.
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 18 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen18
Bediening
De projector opstarten
1.Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact
in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt
zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel)
op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en
brand, te voorkomen.
2.Druk op AAN/UIT of ON om de
projector te starten. Zodra het lampje gaat
branden, hoort u een "opstartgeluid". De
POWER (Power-lampje) knippert groen en blijft
branden als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de
latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo
weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor details over het
uitschakelen van de geluidsmelding.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de
lamp wordt ingeschakeld.
3.Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de
instructies op het scherm te volgen.
4.Als u om een wachtwoord wordt gevraagd,
drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord
van zes cijfers in te voeren. Zie "De
wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 23
voor details.
5.Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6.De projector gaat zoeken naar ingangssignalen.
Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm
weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht
"Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om
het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 26 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht
'Buiten bereik'op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de
projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina 65 voor details.
MX716
MX717
Bediening19
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
De projectorhoogte aanpassen (MX716):
1.Druk op de verstellerknop en til de projector
aan de voorkant op. Wanneer het beeld de
gewenste positie heeft, laat u de
verstellerknop los om het verstelvoetje in
deze positie te vergrendelen.
2.Draai aan het achterste verstelvoetje om de
horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector
omhoog te houden terwijl u op de verstellerknop
drukt. Laat de projector vervolgens langzaam
zakken. Draai in omgekeerde richting aan het
achterste verstelvoetje.
De projectorhoogte aanpassen (MX717):
Draai aan de verstelvoetjes om de horizontale hoek
nauwkeuriger in te stellen.
Trek de voeten terug door de verstellervoeten in de
andere richting te draaien.
Wanneer de projector niet op een horizontaal
oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan,
wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven. Om deze situatie te
corrigeren, zie "Keystone corrigeren" op pagina 21 voor details.
Het beeld automatisch aanpassen
In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen. Hiervoor drukt u op
AUTO op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde
automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een
optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
MX716
1
MX717
Kijk niet in de lens wanneer de
projectorlamp brandt. Het felle licht
kan schade toebrengen aan uw ogen.
Pas goed op als u op de
verstellerknop drukt want deze
bevindt zich vlak bij de afzuiging voor
de warme lucht.
2
Bediening20
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
1.Wijzig de grootte van het
geprojecteerde beeld met behulp van
de zoomring.
MX716
MX717
2.Stel het beeld scherp door aan de
focusring te draaien.
MX716
MX717
Keystone corrigeren
Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan
bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm
staat.
U kunt dit corrigeren door de hoogte van de projector aan te passen, maar ook, als u wilt
dat de projector dit automatisch aanpast, met de automatisch keystonecorrectie. Stel de
functie Automatische keystone in het menu WEERGAVE in op Aan.
Of corrigeer het handmatig via ÉÉN van onderstaande stappen.
• Met de afstandsbediening
Druk op / op de projector of de
afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina
te openen. Druk op om de keystone bovenin
het beeld te corrigeren. Druk op om de
keystone onderin het beeld te corrigeren.
• Via het OSD-menu
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE
geselecteerd is.
2.Druk op om Keystone te selecteren en druk op ENTER. De correctiepagina
voor Keystone wordt geopend.
3.Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de
keystone onderin het beeld te corrigeren.
Druk op
/.
Druk op
/.
Bediening21
Loading...
+ 49 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.