BenQ garandeert dat dit product vrij is van defecten in vakmanschap en materialen, bij normaal gebruik
en opslag.
Wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie, zal een aankoopbewijs worden gevraagd. Wanneer dit
product binnen de garantieperiode defect raakt, is de enige verplichting van BenQ en uw enig verhaal de
vervanging van defecte onderdelen (inclusief werkuren). Om garantieservice te verkrijgen, moet u de
leverancier bij wie u het product hebt gekocht, onmiddellijk op de hoogte brengen van eventuele
defecten.
Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten het product te gebruiken
overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de
gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C
en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920
voet. Deze garantie verleent u specifieke wettelijke rechten en u kunt andere rechten hebben die
verschillen afhankelijk van het land.
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, met
betrekking tot de inhoud van deze publicatie en wijst specifiek alle garanties van verkoopbaarheid of
geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt BenQ Corporation zich het recht voor deze
publicatie te herzien en de inhoud ervan af en toe te wijzigen zonder de verplichting enige persoon op
de hoogte te brengen van dergelijke herzieningen of wijzigingen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en
productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor details over de patentdekking van de BenQ-projector.
2 Informatie over garantie en
Inhoudsopgave
Informatie over garantie en auteursrechten ..................................................................... 2
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 7
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................ 9
De projector positioneren ................................................................................................. 11
Een locatie kiezen ..................................................................................................................................... 11
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen..................................................................... 12
De projector monteren.......................................................................................................................... 16
Het geprojecteerde beeld aanpassen ..................................................................................................17
De projector opstarten .......................................................................................................................... 21
De menu's gebruiken............................................................................................................................... 22
De projector beveiligen .......................................................................................................................... 24
Schakelen tussen ingangssignalen .......................................................................................................... 25
De projector uitschakelen...................................................................................................................... 26
Direct uitschakelen ..................................................................................................................................26
Menu Basis ................................................................................................................................................27
Menu Geavanceerd .............................................................................................................................. 29
Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT-apparatuur. Voor
een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product
nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar
de handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal
kan uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan
een bevoegd technicus.
6. In sommige landen is de lijnspanning NIET
stabiel. In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal
werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V
(wisselstroom), kan het apparaat uitvallen
wanneer zich een stroomstoring of een
spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar de netspanning kan
schommelen of uitvallen, is het
raadzaam de projector aan te sluiten op
een spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
7. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens
als de projector wordt gebruikt. Deze
voorwerpen kunnen oververhitten of
vervormen of kunnen zelfs brand
veroorzaken. Om de lamp tijdelijk uit te
schakelen, gebruikt u de inactief-functie.
4. Zorg er altijd voor dat de lenssluiter
(indien aanwezig) is geopend of dat de
lensdop (indien aanwezig) is verwijderd
wanneer de projectorlamp brandt.
5. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik.
Laat de projector ongeveer 45 minuten
afkoelen voordat u de lamp vervangt.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
8. Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de lamp
toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame
gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het
stopcontact is verwijderd voordat u de lamp
of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een onstabiel
wagentje, een onstabiele standaard of een
wankele tafel. Het product kan vallen en
ernstig worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te
demonteren. De onderdelen in het apparaat
staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk
is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat u
zelf mag vervangen, is de lamp die een
afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen losmaken of
verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over
aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
13. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op
een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden
(links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15
graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt
wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt
deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
14. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel veroorzaken
of beschadigd raken.
15. Ga niet op projector staan of leg er geen
voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade
aan de projector veroorzaken, maar kan ook
leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
12. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed
of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met
andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt
gehinderd, kan er door oververhitting in de
projector brand ontstaan.
16. Wanneer u de projector gebruikt, is het
mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde
geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is
een normaal verschijnsel en geen defect.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
17. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
de projector. Als er vloeistof in de projector
wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet
meer. Als de projector nat wordt, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en de
projector laten controleren door een
BenQ-onderhoudstechnicus.
20. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat
de projector minstens 50 cm van de muur staat en
zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom
rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan
oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische
componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de
levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
18. Dit product is in staat omgekeerde beelden
weer te geven wanneer de projector aan het
plafond/de muur is gemonteerd.
19. Dit apparaat moet worden geaard.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer
dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
6 Belangrijke veiligheidsinstructies
Inleiding
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van
deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
ProjectorVoedingskabelVGA-kabel
Beknopte handleidingGarantiekaart*
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor
gedetailleerde informatie.
Optionele accessoires
1. Reservelampset
2. Plafondmontageset
3. Draagtas
4. 3D-bril
5. InstaShow (WDC10)
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk op de batterijklep en open deze zoals afgebeeld.
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en
plaats twee AAA-batterijen. Zorgen voor de positieve en
negatieve eenden correct zijn geplaatst, zoals afgebeeld.
3. Laatste batterijklep terug tot deze vastklikt.
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet achter in een bijzonder warme of vochtige omgeving zoals de keuken,
de badkamer, de sauna, de zonnekamer of in een gesloten auto.
• Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant
aanbevolen.
• Gooi de gebruikte batterijen weg conform de aanwijzingen van de fabrikant en de lokale milieuvoorschriften.
• Gooi batterijen nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
• Verwijderde batterijen als deze leeg zijn of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u dat
de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Afstandsbediening met
batterijen
7 Inleiding
Buitenkant van de projector
1
2
9
3
4
5
6
7
8
11 12 13 14 15 16 17
10
18
1920
21
20
22
23
24
25
1. Extern bedieningspaneel
(Zie Projector en afstandsbediening op pagina
9 voor details.)
2. Lampafdekking
3. Opening (luchtinlaat)
4. Focusring
5. Zoomring
6. IR-sensor afstandsbediening voorkant
7. Projectielens
8. Snelontgrendelingsknop
9. RGB-signaaluitgang
10. USB mini B ingang
11. RS-232-besturingspoort
12. RGB (PC)/Component video (YPbPr/ YCbCr)
signaalingang
13. S-Video-ingang
14. HDMI-ingang
15. Audio-ingang
16. USB type A-aansluiting
17. Audio-uitgang
18. Ventilator (warme lucht uit)
19. Beveiligingsbalk
20. Afstelvoet achteraan
21. Instelbare voet aan voorzijde
22. Sleuf voor Kensington-antidiefstalslot
23. Gaten voor plafondmontage
24. Video-ingang
25. Aansluiting netsnoer
8 Inleiding
Bedieningselementen en functies
Alle toetsindrukken die in dit document worden
beschreven, zijn beschikbaar op de projector of
op de afstandsbediening.
3
4
5
7
6
8
2
1
9
1
3
4
5
6
7
9
8
11
12
13
14
16
17
18
20
21
19
15
10
Projector en afstandsbediening
1. POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
2. Voedingsindicator/TEMPeratuurwaarsch
3. SOURCE
4. BACK
ON/ OFF
Schakelt de projector in of uit.
uwingslampje/LAMP-indicatielampje
(Zie Indicators op pagina 42.)
Geeft de bronselectiebalk weer.
Gaat terug naar het vorige OSD-menu.
Sluit af en slaat menu-instellingen op indien op
het hoogste niveau van het OSD-menu.
5. Pijltoetsen (, , , )
Indien het On-Screen Display (OSD) menu is
geactiveerd, worden deze toetsen gebruikt als
richtingspijlen om de gewenste menu-items te
selecteren en aanpassen aan te brengen.
Keystone-toetsen (, )
Toont de correctiepagina voor Keystone.
Volumetoetsen /
Verlaagt of verhoogt het volume van de
projector.
6. ECO BLANK
Druk op deze knop om het beeld een
bepaalde periode uit te schakelen met een
lampenergiebesparing tot 70%. Druk opnieuw
om het beeld te herstellen.
Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens, omdat de voorwerpen heet
kunnen worden en daardoor vervormd
raken of vlam vatten.
9 Inleiding
7. OK
O
n
g
e
v
e
e
r
3
0
º
14. 3D SETTINGS
Bevestigt het geselecteerde item van het
OSD-menu.
Gaat naar het volgende niveau van het
OSD-menu.
8. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeld-timings
voor het weergegeven beeld als PC-signaal
(analoog RGB) is geselecteerd.
9. MENU
Geeft het OSD-menu weer of sluit het af.
10. Toetsen bronkeuze: PC 1
Selecteert ingangsbron PC 1 voor weergave.
11. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
12. PAGE+/PAGE-
Pijlen Pagina omhoog/omlaag wanneer
aangesloten via USB mini-B op een pc.
Activeert het 3D-item van het OSD-menu.
15. ASPECT
Selecteert de beeldverhouding.
16.
Schakelt de audio van de projector in en uit.
17. ZOOM+/ZOOM-
Hiermee vergroot of verkleint u het
geprojecteerde beeld.
18. Volumetoetsen /
Verlaagt of verhoogt het volume van de
projector.
19. SMART ECO
Opent het menu Lichtmodus weer om een
geschikte lampbedrijfsmodus te selecteren.
20. INFO
Geeft de projectorinformatiemenu weer.
Bedien de weergavesoftware (op een
aangesloten pc) die reageert op opdrachten
pagina omhoog/pagina omlaag (zoals Microsoft
PowerPoint).
21. QUICK INSTALL
Geeft het menu QUICK INSTALL weer,
inclusief Projectorinstallatie, Testpatroon en
Keystone.
13. PICTURE MODE
Selecteert de beeldmodus.
Bereik van de afstandsbediening
Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor(en) van
de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de
afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (26 voet) bedragen.
Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) op de projector staan die
de infraroodstraal kunnen hinderen.
• De projector bedienen vanaf de
voorzijde
10 Inleiding
De projector positioneren
Een locatie kiezen
Voordat u een installatielocatie kiest voor uw projector, moet u rekening houden met de volgende
factoren:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijzen installeren.
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling met de projector op een
tafel voor het scherm geplaatst. Als u een snelle
opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
3. Plafond voor
Selecteer deze locatie met de projector
ondersteboven hangend voor het scherm. Als u de
projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u
het beste de plafond/wandmontageset van BenQ
bij uw leverancier kopen.
2. Tafel achter
Selecteer deze instelling met de projector op een
tafel achter het scherm geplaatst. Voor deze
opstelling is een speciaal scherm voor projectie
achteraan vereist.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector
ondersteboven achter het scherm installeert. Voor
deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
projectie achter en de muur/wandmontageset van
BenQ vereist.
Na het inschakelen van de projector gaat u naar Menu Geavanceerd - Instell. >
Projectorinstallatie > Projectorinstallatie en druk op OK. Met / selecteert u een venster.
U kunt ook QUICK INSTALL op de afstandsbediening gebruiken om dit menu te openen.
11 De projector positioneren
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
4:3 schermdiagonaal
Verticale afstand
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Projectie-afmetingen
SVGA
• De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van 4:3
SchermgrootteProjectie-afstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
40101681361015791738189640
501270101676219872186238450
601524121991423952634287360
7017781422106728043083336270
8020321626121932123531385080
9022861829137236213980433990
100254020321524402944294828100
120304824381829484653265805120
150381030482286607166717271150
200508040643048811389149715201
250635050803810101551115712158251
300762060964572121971340014602301
B (mm)H (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Ver tic al e
afstand
(mm)
Als u bijvoorbeeld een 120” scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 5326 mm.
• Als de gemeten projectie-afstand 8000 mm is, is 8914 mm in de kolom "Projectie-afstand (mm)" de
waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij kijkt, ziet u dat een 200” (ongeveer
5,0 meter) scherm vereist is.
12 De projector positioneren
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse
met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector.
Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
XGA
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
4:3 schermdiagonaal
Verticale afstand
• De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van 4:3
SchermgrootteProjectie-afstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
40101681361015581717187537
501270101676219632161235946
601524121991423682606284355
7017781422106727723049332664
8020321626121931773494381073
9022861829137235823938429482
10025402032152439874382477791
120304824381829479652715745110
150381030482286601066037195137
200508040643048803488249614183
250635050803810100571104512032229
300762060964572120811326614450274
B (mm)H (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Ver tic al e
afstand
(mm)
Als u bijvoorbeeld een 120” scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 5271 mm.
• Als de gemeten projectie-afstand 8000 mm is, is 8824 mm in de kolom "Projectie-afstand (mm)" de
waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij kijkt, ziet u dat een 200” (ongeveer
5,0 meter) scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse
met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector.
Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
13 De projector positioneren
WXGA
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:10 schermdiagonaal
Verticale afstand
• De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van
16:10
SchermgrootteProjectie-afstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
40101686253813101447158320
501270107767316521823199325
601524129280819952200240430
701778150894223372576281436
8020321723107726802953322541
9022861939121230223329363646
10025402154134633653706404651
12030482585161540504459486761
15038103231201950775588609976
200508043082692679074718152102
2506350538533658502935310204127
300762064624039102151123612257152
B (mm)H (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Ver tic al e
afstand
(mm)
Als u bijvoorbeeld een 120” scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 4459 mm.
• Als de gemeten projectie-afstand 7500 mm is, is 7471 mm in de kolom "Projectie-afstand (mm)" de
waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij kijkt, ziet u dat een 200” (ongeveer
5,0 meter) scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse
met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector.
Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
14 De projector positioneren
1080p
H
B
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
16:9 schermdiagonaal
Verticale afstand
• De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld is een beeldverhouding van
16:9
SchermgrootteProjectie-afstand (mm)
Diagonaal
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
40101688649813191439155935
601524132874719792158233852
802032177199626392878311770
10025402214124532993597389687
120304826571494395843174676105
150381033211868494853965844131
200508044282491659771957793174
220558848702740725779148572192
250635055353113824689949741218
30076206641373698961079211689262
B (mm)H (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
Ver tic al e
afstand
(mm)
Als u bijvoorbeeld een 120” scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 4317 mm.
• Als de gemeten projectie-afstand 5000 mm is, is 5396 mm in de kolom "Projectie-afstand (mm)" de
waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij kijkt, ziet u dat een 150” (ongeveer
3,8 meter) scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse
met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector.
Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
15 De projector positioneren
Loading...
+ 33 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.