Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding aandachtig
door voordat u de projector
gebruikt. Bewaar de handleiding voor
toekomstig gebruik.
2.Kijk tijdens het gebruik niet direct in
de lens van de projector. De sterke
lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
4.Zorg er altijd voor dat de lenssluiter
is geopend of dat de lensdop is
verwijderd wanneer de
projectorlamp brandt.
5.In sommige landen is de lijnspanning
NIET stabiel. In sommige landen is de
netspanning ongelijkmatig. Hoewel
deze projector normaal werkt bij een
netspanning van 100 tot 240 V
(wisselstroom), kan het apparaat
uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van ±10 V voordoet. In gebieden
waar dit risico hoog is, is het
raadzaam de projector aan te sluiten
op een spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan
een bevoegd technicus.
6.Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. Deze voorwerpen kunnen
oververhitten of vervormen of
kunnen zelfs brand veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u
de lamp toch langer gebruikt, kan
deze in zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de
projector uit het stopcontact is
verwijderd voordat u de lamp of
elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een
onstabiel wagentje, een onstabiele
standaard of een wankele tafel. Het
product kan dan vallen en ernstig
worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te
demonteren. De onderdelen in het
apparaat staan onder hoge spanning
die levensgevaarlijk is als u ze
aanraakt. Het enige onderdeel dat u
zelf mag vervangen, is de lamp die
een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, is
het mogelijk dat u warme lucht en
een bepaalde geur opmerkt bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel en geen defect.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3000 m
(10000 voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten
ruimtes. Zorg dat de projector minstens
50 cm van de muur staat en zorg voor
voldoende ruimte voor de luchtstroom
rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig
wordt gehinderd, kan er door
oververhitting in de projector brand
ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik
altijd op een vlak, horizontaal
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts) of
in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
16. Plaats de projector niet verticaal. De
projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
17. Ga niet op projector staan of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt
van of op de projector. Als er vloeistof
in de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en
de projector laten controleren door
een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van
BenQ en controleer of de projector stevig
vastzit.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Inleiding
Eigenschappen van de projector
Dit model is een van de beste projectoren die ter wereld verkrijgbaar zijn. U kunt van de
beste videokwaliteit genieten met een projectie tot 750 cm met verschillende apparaten
zoals een pc, laptop, dvd en vcr, en zelfs een documentcamera, om alle mogelijkheden tot
leven te brengen.
De projector heeft de volgende kenmerken
• SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing
De SmartEco™-technologie bespaart tot 80 % op het energiegebruik van de lamp,
afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud als de SmartEco-mode is
geselecteerd.
• Langste levensduur lamp met SmartEco™-technologie
De SmartEco™-technologie verlengt de levensduur van de lamp als de modus
SmartEco wordt gekozen om het energieverbruik te beperken
• ECO BLANK spaart 80% van de lampenergie
Druk op de ECO BLANK-knop om het beeld direct te verbergen, waardoor 80 % van
de lampenergie wordt beperkt op hetzelfde moment dat u het beeld verbergt.
• Minder dan 0,5 W in stand-by modus
Minder dan 0,5 W energieverbruik in de stand-by modus
•Filtervrij
Filtervrij ontwerp voor het verminderen van de onderhouds- en gebruikskosten.
• Automatisch instellen met één toets
Druk op AUTO op het toetsenbord of de afstandsbediening om de beste
beeldkwaliteit direct weer te geven.
• Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Direct inschakelen
De functie Snelle afkoeling versnelt het afkoelproces bij het uitschakelen van de
projector. Met de functie Automatisch uitschakelen kan de projector automatisch
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is
gedetecteerd. Direct inschakelen schakelt de projector in zodra de voeding is
ingeschakeld.
• Direct herstarten
Met de keuze Direct herstarten kunt u de projector onmiddellijk herstarten binnen
90 seconden na het uitschakelen.
• 3D-functie ondersteund
Door verschillende 3D-indelingen is de functie 3D flexibeler geworden. Door de
diepte van het beeld te tonen, kunt u een BenQ 3D-bril dragen om op een realistischer
manier van 3D-films, video's en sportevenementen te genieten.
•De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen afhankelijk van de
omgevingsbelichting en de contrast-/helderheidsinstellingen van het geselecteerde ingangssignaal, en is in
verhouding met de projectie-afstand.
•De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de specificaties van de
fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding 7
Inhoud van de verpakking
QQ
u
ick Start G
uid
eu
ick Start G
uid
e
1.Reservelampset
2.Plafondmontageset
3.Draagtas
4.3D bril
5.Presentation Plus
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor
gedetailleerde informatie.
ProjectorVoedingskabelVGA-kabel
D
igit
al Pro
j
ector
Optionele accessoires
Inleiding8
SnelgidsCD met
Afstandsbediening met batterij
Garantiekaart*
gebruikershandleiding
Buitenkant van de projector
Voorkant/bovenkant
8
7
1
2
3
4
6
9
5
Achter/onderkant
13
10
12
14
19
18
9
21
15
16
11
22
20
17
1.Extern bedieningspaneel (zie
"Projector" op pagina 10 voor
details.)
2.Lampafdekking
3.Zoomring
4.Focusring
5.Lensklep
6.Uitlaat (warmeluchtuitlaat)
7.IR-sensor vooraan voor
afstandsbediening
8.Projectielens
9.Snelontgrendelingsknop
10. Audio-ingang
11. S-Video-ingang
12. RGB (PC)/Component video
(YPbPr/ YCbCr) signaalingang
13. RGB-signaaluitgang
14. HDMI invoerstekker
15. RS-232-besturingspoort
16. USB-ingang
17. Sleuf voor Kensingtonantidiefstalslot
18. Audio-uitgang
19. Video-ingang
20. Aansluiting netsnoer
21. Gaten voor plafondmontage
22. Afstelvoet achteraan
Inleiding 9
Bedieningselementen en functies
1
3
11
2
13
9
6
8
7
4
9
10
7
12
5
I
I
Projector
7.Volume /pijltoetsen (/links, /
rechts)
Regelt het volume.
Indien het On-Screen Display (OSD)
menu is geactiveerd, worden de toetsen
#7 en #9 gebruikt als richtingspijlen om
de gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De
menu's gebruiken" op pagina 28 voor
details.
8.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op
1.Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan. Zie "Het
beeldformaat en de helderheid fijn
afstellen" op pagina 26 voor details.
2.Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld
aan. Zie "Het beeldformaat en de
helderheid fijn afstellen" op pagina 26 voor
details.
3.TEMP (temperatuur) waarschuwingslampje
Licht rood op als de temperatuur van de
projector te hoog wordt. Zie "Indicators"
op pagina 66 voor details.
4.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige
OSD-menu en slaat u de menu-instellingen
op.
5.Voedingsindicator (POWER)
Licht op of knippert als de projector wordt
gebruikt. Zie "Indicators" op pagina 66
voor details.
6.POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 24 en "De projector
uitschakelen" op pagina 45 voor details.
Inleiding10
pagina 41 voor details.
9.Keystone/pijltoetsen (/ omhoog,
/omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 27 voor
details.
10. LAMP-indicatorlichtje
Geeft de status van de lamp aan. Licht op
of knippert wanneer er een probleem is
met de lamp. Zie "Indicators" op pagina
66 voor details.
11. AUTO
Bepaalt automatisch de beste
beeldtimings voor het weergegeven
beeld. Zie "Het beeld automatisch
aanpassen" op pagina 25 voor details.
12. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 32 voor details.
13. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 35
voor details.
Activeert het geselecteerde item van het
OSD-menu. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 28 voor details.
Plafondmontage van de projector
Wij willen u het gebruik van uw BenQ-projector zo aangenaam mogelijk maken.
Daarom vestigen wij uw aandacht op deze veiligheidskwestie om mogelijk lichamelijk
letsel of materiële schade te voorkomen.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQ-projectors te gebruiken voor een veilige en stevige
montage.
Als u een plafondmontageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat er een
veiligheidsrisico omdat de projector van het plafond kan vallen vanwege een slechte
bevestiging door het gebruik van schroeven met een verkeerde maat of lengte.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen bij de leverancier
van uw projector. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen
bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte
veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze
kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder.
Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het
geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
Inleiding 11
Afstandsbediening
1
12
2
4
16
8
15
9
14
3
11
10
6
13
5
7
3
17
18
19
20
21
22
12
5.Eco Blank
Druk op de knop Eco Blank om het
beeld een bepaalde periode uit te
schakelen met een lampenergiebesparing
tot 70%. Druk opnieuw om het beeld te
herstellen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 41 voor details.
6.Smart Eco
Toont de selectiebalk voor de
lampmodus (Normaal/Economisch/
SmartEco/LampSave).
7.Aspect
Selecteert de beeldverhouding. Zie
"Over de beeldverhouding" op pagina 34
voor details.
8.Digital Zoom toetsen (+, -)
Hiermee vergroot of verkleint u het
geprojecteerde beeld. Zie "Vergroten en
details zoeken" op pagina 33 voor details.
9.Timer On
Hiermee kunt u een timer op het
scherm activeren of weergeven op basis
van uw eigen timerinstelling. Zie "De
1.Info
De statusinformatie van de projector
weergeven.
2.Menu/Exit
Hiermee schakelt u het OSD-menu in.
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSDmenu en slaat u de menu-instellingen op.
Zie "De menu's gebruiken" op pagina 28
voor details.
3.Links/ Rechts
Indien het On-Screen Display (OSD) menu
is geactiveerd, worden de toetsen #3 en
#12 gebruikt als richtingspijlen om de
gewenste menu-items te selecteren en
aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 28 voor details.
4.Mode/Enter
Selecteert een beschikbare
beeldinstellingsmodus. Zie "Een beeldmodus
selecteren" op pagina 35 voor details.
Activeert het geselecteerde item van het
OSD-menu. Zie "De menu's gebruiken" op
pagina 28 voor details.
Inleiding12
presentatietimer instellen" op pagina 39
voor details.
10. Timer Setup
Hiermee wordt de instelling voor de
presentatietimer direct geopend. Zie
"De presentatietimer instellen" op
pagina 39 voor details.
I
I
11.Power
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in. Zie "De projector
opstarten" op pagina 24 en "De projector
uitschakelen" op pagina 46 voor details.
12. Keystone/pijltoetsen (/
omhoog, / omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 27 voor
details.
13. Auto
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 25
voor details.
14. Source
O
ng
e
v
e
e
r
15
º
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 32 voor details.
15. Volume +/Regelt het volume. Zie "Het geluid
aanpassen" op pagina 42 voor details.
16. Page Up/Down
Pijlen Pagina omhoog/omlaag wanneer
aangesloten via USB op een pc. Zie
"Externe oproepbewerkingen" op pagina
40 voor details.
17. Mute
Schakelt de audio van de projector in en
uit.
18.Freeze
19. CC
Geeft de beschrijving van de videoterm
weer op het scherm. Deze functie is
voorzien voor hardhorende kijkers.
20. Test
Geeft het testpatroon weer. Zie "Het
ingebouwde testpatroon gebruiken" op
pagina 26 voor details.
21. Teaching Template
Toont de selecteerbare balk voor trainers
waarin ze een sjabloon kunnen kiezen voor
een geschikte leerachtergrond. Zie
"Lessjabloon gebruiken" op pagina 43 voor
details.
22. 3D setting
Activeert het 3D item in het OSD-menu.
Bevriest het geprojecteerde beeld. Zie
"Het beeld stilzetten" op pagina 41 voor
details.
De IR-sensor (infrarood) van de afstandsbediening bevindt zich op de voorkant van de
projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 15 graden ten opzichte
van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De
afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet)
bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
•De projector bedienen vanaf de voorzijde
Inleiding 13
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1.Om het batterijvak te openen, draait u de afstandsbediening om, drukt u op het lipje
op het deksel en schuift u het in de richting van de pijl, zoals in de afbeelding. Het
deksel schuift eraf.
2.Verwijder waar nodig de oude batterijen en plaats twee AAA-batterijen. Let daarbij
op de polariteit zoals aangegeven op de onderkant van het batterijvak. Positief (+)
past op positief en negatief (-) past op negatief.
3.Plaats het deksel terug door het uit te lijnen op de voet en dit opnieuw omlaag te
schuiven in zijn positie. Stop als het deksel op zijn plaats klikt.
•Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
•De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
•Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant
aanbevolen.
•Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
•Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
•Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt
u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding14
De projector positioneren
Een locatie kiezen
De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke
voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van
een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1.Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling
en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte
opstelling.
2.Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector
ondersteboven aan het plafond en voor het scherm
installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u
het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorinstallatie in nadat de projector is ingeschakeld.
3.Tafel achter
Selecteer deze locatie als u de projector op de vloer en
achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
projectie achteraan vereist.
Stel Tafel achter in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorinstallatie in nadat de projector is ingeschakeld.
4.Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector ondersteboven
aan het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
projectie achter en de plafondmontageset van BenQ
vereist.
Stel
Plafond achter
Projectorinstallatie
in het menu
in nadat de projector is ingeschakeld.
SYSTEEMINSTLL: Basis
>
De projector positioneren 15
De gewenste beeldgrootte van de projectie
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Ver t ic al e
afstand
Diagonaal
B
H
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien
beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het
geprojecteerde beeld bepalen.
Projectie-afmetingen
Zie "Afmetingen" op pagina 69 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat
u de geschikte positie berekent.
MS521/MX522/MS511H
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld is 4:3
Als u bijvoorbeeld een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 5040 mm
en is er een verticale verschuiving van 274 mm.
Als de gemeten projectie-afstand bijvoorbeeld 5 m (5000 mm) is, is 5040 in de kolom
"Projectie-afstand (mm)" de waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij
kijkt, ziet u dat een 120" (ongeveer 3m) scherm vereist is.
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld is 16:10
Als u bijvoorbeeld een 120" scherm gebruikt, is de gemiddelde projectieafstand 4239 mm
en is er een verticale verschuiving van 202 mm.
Als de gemeten projectie-afstand bijvoorbeeld 5 m (5.000 mm) is, is 5299 in de kolom
"Projectie-afstand (mm)" de waarde die het dichtst aanleunt bij uw afstand. Als in in deze rij
kijkt, ziet u dat een 150" (ongeveer 4m) scherm vereist is.
Alle afmetingen zijn benaderingen; deze kunnen afwijken van de eigenlijke maten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van
deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw
specifieke locatie.
De projector kan worden aangesloten op IBM®-compatibele en Macintosh®-computers.
Als u verbinding maakt met oudere Macintosh-computers, hebt u een Mac-adapter nodig.
De projector aansluiten op een laptop of desktopcomputer:
1.Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde VGA-kabel aan op de D-Sub-uitgang van
de computer.
2.Sluit het andere uiteinde van de VGA-kabel aan op de COMPUTER IN-1- of
COMPUTER IN-2-signaalingang op de projector.
3.Als u de projectorluidspreker(s) in uw presentaties wilt gebruiken, neemt u een
geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang
van de computer en het andere uiteinde op de AUDIO-stekker van de projector.
Wanneer u een audio-uitgangssignaal van een computer verbindt, moet u de
volumeregelingsbalk instellen om optimale geluidseffecten te verkrijgen.
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten.
Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of
uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een monitorsymbool op
de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor
meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Een beeldscherm aansluiten
Als u een close-up van uw presentatie zowel op een monitor als op het scherm wilt
weergeven, kunt u de BEELDSCHERM-UIT-signaaluitgang op de projector aansluiten op
een externe monitor volgens de onderstaande instructies:
De projector op een beeldscherm aansluiten:
1.Sluit de projector aan een computer zoals beschreven in "Een computer aansluiten"
op pagina 19.
2.Neem een geschikte VGA-kabel (slechts één bijgeleverd) en sluit het ene uiteinde van
de kabel aan op de D-Sub-ingang van de videomonitor.
Als uw monitor is uitgerust met een DVI-ingang, kunt u een VGA-naar-DVI-A-kabel
nemen en het DVI-uiteinde van de kabel aansluiten op de DVI-ingang van de
videomonitor.
3.Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de BEELDSCHERM-UIT-aansluiting op
de projector.
•Het uitgangssignaal voor de BEELDSCHERM-UIT-aansluiting werkt alleen wanneer het ingangssignaal
afkomstig is van de COMPUTER IN-1- of COMPUTER IN-2-aansluiting. Wanneer de projector wordt
ingeschakeld, verschilt het uitgangssignaal van de BEELDSCHERM-UIT-aansluiting afhankelijk van het
ingangssignaal van de COMPUTER IN-1- of COMPUTER IN-2-aansluiting.
•Als u deze aansluitmethode wilt gebruiken als de projector in de stand-bymodus is, moet u ervoor zorgen
dat de functie Stand-by monitor-uit is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie
"Stand-by-instellingen" op pagina 57 voor details.
Aansluitingen 19
Videobronapparaten aansluiten
U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de
bovenstaande aansluitmethoden. Elk apparaat biedt echter een ander niveau van
videokwaliteit. De methode die u kiest zal zeer waarschijnlijk afhangen van de
beschikbaarheid van geschikte aansluitingen op de projector en het videobronapparaat
zoals hieronder beschreven:
De projector biedt een HDMI-ingang voor het aansluiten op een HDMI-bronapparaat,
zoals een dvd-speler, een dvd-toner of een scherm.
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt niet-gecomprimeerde
videogegevensoverdracht tussen compatibele apparaten zoals dvd-tuners, dvd-spelers en
schermen via één kabel. Dit biedt een zuivere digitale weergave en luisterervaring.
Controleer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte HDMI-uitgangen
beschikbaar zijn:
• Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een HDMI-bronapparaat:
1.Neem een HDMI-kabel en sluit het ene uiteinde aan op de HDMI-uitgang van het
HDMI-bronapparaat. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HDMIsignaalingang op de projector. Zodra de kabel is aangesloten, kan de audio worden
beheerd via de OSD-menu's van de projector. Zie "Geluidsinstellingen" op pagina 56
voor details.
2.Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-aansluiting op de
projector.
•Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videobronapparaat is ingeschakeld en goed werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
•In het onwaarschijnlijke geval dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI-ingang van de
projector en het geprojecteerde beeld de verkeerde kleuren toont, moet u de kleurruimte wijzigen naar
YUV. Zie "Kleurruimte wijzigen" op pagina 32 voor details.
Aansluitingen 21
Een Component video-bronapparaat aansluiten
Bestudeer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte Component
video-uitgangen beschikbaar zijn:
• Indien dat het geval is, kunt u doorgaan met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een Component video-bronapparaat aansluiten:
1.Neem een Component Video naar VGA (D-Sub)-adapterkabel en verbindt het einde
met 3 RCA-koppelingen met de Component Video-uitgangen van het
videobronapparaat. Zorg ervoor dat de kleuren van de kabels kloppen met de
aansluitingen; groen bij groen, blauw bij blauw, rood bij rood.
2.Sliut het andere uiteinde van de Component Video aan op de VGA-adapterkabel
(D-Sub) (met een D-Sub type-verbinding) op de COMPUTER IN-1- of
COMPUTER IN-2-aansluiting op de projector.
3.Als u de projectorluidspreker(s) in uw presentaties wilt gebruiken, neemt u een
geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang
van het apparaat en het andere uiteinde op de AUDIO-stekker van de projector.
•Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en de juiste
video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen22
Een S-Video/composiet-bronapparaat aansluiten
Bestudeer uw videobronapparaat om vast te stellen of er ongebruikte S-Video/composietuitgangen beschikbaar zijn:
• Als het apparaat beide aansluitingen heeft, gebruikt u de S-Video-uitgang voor het
aansluiten, omdat de S-Video-uitgang een betere beeldkwaliteit biedt dan de
Video-uitgang.
• Als het apparaat een van de uitgangen heeft, kunt u ook doorgaan met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren waarop u het apparaat kunt aansluiten.
De projector aansluiten op een S-Video/Video-bronapparaat:
1.Neem een S-Video/Video-kabel en sluit het ene uiteinde aan op de
S-Video-/Video-uitgang van het videobronapparaat.
2.Sluit het andere uiteinde van de S-Video/Video-kabel aan op de S-Video/Videoaansluiting op de projector.
3.Als u de projectorluidspreker(s) in uw presentaties wilt gebruiken, neemt u een
geschikte audiokabel en sluit u het ene uiteinde van de kabel aan op de audio-uitgang
van het apparaat en het andere uiteinde op de AUDIO-stekker van de projector.
•Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en de juiste
video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen 23
Bediening
I
I
De projector opstarten
1.Sluit de voedingskabel aan op de projector en
een stopcontact. Schakel de schakelaar van het
stopcontact in (waar aangesloten) Controleer of
het Voedin g s i n d i c ator (POWER) op de
projector oranje oplicht nadat de stroom is
ingeschakeld.
•Gebruik de originele accessoires (bijv. voedingskabel) alleen
met het apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische
schok en brand, te voorkomen.
•Als de functie Direct inschakelen is geactiveerd in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Gebruiksinstellingen, wordt de projector automatisch ingeschakeld nadat de voedingskabel is aangesloten
en er stroom wordt geleverd. Zie "Direct inschakelen" op pagina 55 voor details.
2.Verwijder de lensdop. Als deze gesloten blijft,
wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte
van de lamp.
3.Druk op POWER op de projector of
afstandsbediening om de projector te starten.
Voedingsindicator (POWER) knippert en blijft
groen wanneer de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In
de latere fase van het opstarten wordt het
opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de
helderheid van het beeld aan te passen.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat
de lamp wordt ingeschakeld.
4.Als de projector voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, selecteert u de OSD-taal volgens
de instructies op het scherm.
5.Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u
op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordfunctie
gebruiken" op pagina 29 voor details.
6.Schakel alle aangesloten apparatuur in.
7.De projector start het zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande
ingangssignaal verschijnt op het scherm. Als de
projector geen geldig signaal waarneemt, blijft
het bericht ‘Geen signaal’ op het scherm staan
tot er een ingangssignaal wordt gevonden.
Bediening
24
U kunt ook op de knop Source op de projector of afstandsbediening drukken om het
gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 32 voor details.
•Als gedurende 3 minuten geen signaal is gedetecteerd, gaat de projector automatisch in de modus ECO
BLANK.
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
De projector heeft 1 verstelvoetje met een snelontgrendeling en 1 verstelvoetje achteraan.
Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De
projectorhoogte aanpassen:
1.Druk op de snelontgrendelingsknop en til de
voorkant van de projector op. Zodra het beeld
op de gewenste positie staat, laat u de
snelontgrendelingsknop los om de voet op zijn
positie te vergrendelen.
2.Schroef de afstelvoet achteraan om de
horizontale hoek fijn af te stemmen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector
omhoog te houden terwijl u op de
snelontgrendelingsknop drukt. Laat de projector
vervolgens langzaam zakken. Schroef het achterste
verstelvoetje in tegenovergestelde richting.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak is geplaatst of het scherm en de
projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld
trapeziumvormig. Raadpleeg "Vergroten en details zoeken" op pagina 33 voor details om
deze situatie te corrigeren.
•Kijk niet in de lens wanneer de lamp is ingeschakeld. Het felle licht kan uw ogen beschadigen.
•Let op wanneer u op de afstelknop drukt, want deze bevindt zich dicht bij de uitlaat van warme lucht.
Het beeld automatisch aanpassen
In sommige gevallen is het nodig om de
beeldkwaliteit te optimaliseren. Druk hiervoor
op AUTO op de projector of de
afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de
ingebouwde Functie Intelligente automatische
aanpassing de waarden van Frequentie en Klok
aan om de beste beeldkwaliteit te bieden.
•Tijdens het gebruik van Auto is het scherm leeg.
•Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Bediening 25
Het ingebouwde testpatroon gebruiken
U kunt de vorm van het beeld en de status van
de scherpstelling aanpassen door de inhoud
van het ingangssignaal te observeren of met
behulp van het ingebouwde testpatroon van
het OSD of de afstandsbediening voor een
betere observatie van de gewijzigde vorm.
Open het OSD-menu en ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Testpatroon > Aan. Druk op MODE/ENTER.
Testpatroon wordt weergegeven.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
1.Pas het geprojecteerde beeld aan naar het
benodigde formaat met behulp van de
zoomring.
26
2.Stel vervolgens het beeld scherp door aan
de focusring te draaien.
Bediening
Keystone corrigeren
Druk op / .
Druk op / .
Keystone verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld aanzienlijk breder is
aan de bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht ten
opzichte van het scherm staat.
Om dit te corrigeren, moet u niet alleen de hoogte van de projector aanpassen, maar zult
u ook handmatig correcties moeten aanbrengen met één van de volgende stappen.
• Met de afstandsbediening
Druk op / op de projector of de
afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina
te openen. Druk op om de keystone bovenin
het beeld te corrigeren. Druk op om de
keystone onderin het beeld te corrigeren.
•Via het OSD-menu
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op /
tot het menu WEERGAVE wordt
gemarkeerd.
2.Druk op om Keystone te markeren en
druk op MODE/ENTER. De correctiepagina
voor Keystone wordt weergegeven.
3.Druk op om de keystone bovenaan het
beeld te corrigeren of druk op om de
keystone onderaan het beeld aan te corrigeren.
Bediening 27
De menu's gebruiken
Huidig
ingangssignaal
Pictogram
hoofdmenu
Hoofdmenu
Submenu
Markeren
Druk op
MENU/EXIT
om naar de
vorige pagina te
gaan of af te
sluiten.
Status
De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u verschillende aanpassingen en
instellingen kunt opgeven.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe u de OSD-taal kunt instellen.
28
1.Druk op de projector of de
afstandsbediening op MENU/EXIT om
het OSD-menu te activeren.
2.Gebruik / om het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis te markeren.
Bediening
3.Druk op om Taal te
selecteren en druk op ENTER
om een gewenste taal te kiezen.
4.Druk tweemaal* op MENU/
EXIT op de projector of op de
afstandsbediening om het menu
te sluiten en de instellingen op
te slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat u
terug naar het hoofmenu en wanneer u
tweemaal drukt, wordt het OSD-menu
gesloten.
De projector beveiligen
Met een beveiligingskabelvergrendeling
De projector moet op een veilige plaats worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen.
Koop anders een slot, zoals een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. Op de
achterkant van de projector kunt u een sleuf voor het Kensington-slot vinden. Zie item 17
op pagina 9 voor details.
Een Kensington-slot met beveiligingskabel is doorgaans een combinatie van code(s) en slot.
Raadpleeg de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
De wachtwoordfunctie gebruiken
Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik, is de projector
voorzien van een optie voor het instellen van een wachtwoordbeveiliging. U kunt het
wachtwoord instellen via het OSD-menu.
WAARSCHUWING: Indien u de voeding-aan-vergrendelingsfunctie activeert en het wachtwoord vergeet, zal
dit ongemakken veroorzaken. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de
handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Wanneer u een wachtwoord hebt ingesteld, kan de projector alleen worden gebruikt als het wachtwoord bij
elke start van de projector wordt ingevoerd.
1.Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Beveiligingsins Tellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Beveiligingsins Tellingen
wordt geopend.
2.Selecteer Inschakelblokkering en kies Aan door op / te drukken.
3.Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier
pijlknoppen ( , , , ) respectievelijk
voor vier cijfers (1, 2, 3, 4). Gebruik de
navigatietoetsen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren.
4.Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit
opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld, keert het
OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins
Tellingen.
BELANGRIJK: de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij
de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5.Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
Bediening 29
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u
gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren
als u de projector inschakelt. Als u het verkeerde
wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het
wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit
blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt
het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN'. U kunt
een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als u het
wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u het echt niet meer kunt
herinneren, kunt u de procedure voor het ophalen van het wachtwoord starten. Zie "De
procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina 30 voor details.
Wanneer u 5 keer achtereenvolgens een verkeerd wachtwoord invoert, wordt de
projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord
starten
1.Druk op Auto op de projector of op de
afstandsbediening en houd de knop 3 seconden
ingedrukt. De projector zal vervolgens een
gecodeerd nummer weergeven op het scherm.
2.Schrijf het nummer op en schakel de projector
uit.
3.Raadpleeg het servicecentrum van BenQ om het
nummer te decoderen. U kunt worden gevraagd
een bewijs van aankoop voor te leggen om te
controleren of u een bevoegde gebruiker van de projector bent.
Het wachtwoord wijzigen
1.Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2.Druk op MODE/ENTER. Het bericht 'HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN'
wordt weergegeven.
3.Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht 'NIEUW WACHTWOORD
INVOEREN'.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht 'HUIDIG
WACHTWOORD INVOEREN' voor uw nieuwe poging. U kunt op MENU/EXIT
drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
4.Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: de ingevoerde cijfers worden weergegeven als sterretjes op het scherm. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord voor of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij
de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
5.Bevestig het nieuwe wachtwoord door dit opnieuw in te voeren.
30
Bediening
6.U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector
toegewezen. Denk eraan om het nieuwe
wachtwoord in te voeren als de projector de
volgende keer wordt gestart.
7.Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te
drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering nadat het
OSD-menu is geopend. Kies Uit door op / te drukken. Het bericht
'WACHTWOORD INVOEREN' wordt weergegeven. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt de pagina Beveiligingsins Tellingen en staat
'Uit' in de rij van Inschakelblokkering. Wanneer u de projector de volgende keer
inschakelt, hoeft u geen wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht 'WACHTWOORD
INVOEREN' voor uw nieuwe poging. U kunt op MENU/EXIT drukken om de
wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het
geval u de wachtwoordfunctie ooit weer opnieuw moet activeren door het oude wachtwoord in te voeren.
Bediening 31
Schakelen tussen ingangssignalen
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De
beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden
weergegeven. Wanneer u opstart, zoekt de projector automatisch de beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG op Aan staat (dit is de
standaardinstelling van deze projector) als u wilt dat de projector de signalen automatisch
zoekt.
U kunt ook handmatig door de beschikbare
ingangssignalen gaan.
1.Druk op INGANG op de projector of
afstandsbediening. Er verschijnt een
bronselectiebalk.
2.Druk op / totdat het gewenste signaal
is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de
informatie over de geselecteerde bron
enkele seconden weergegeven op het
scherm. Als er meerdere apparaten op de
projector zijn aangesloten, herhaal dan
stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
•De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert
overeenkomstig wanneer u schakelt tussen de verschillende ingangssignalen. "pc"-gegevenspresentaties
(grafisch) die meestal stilstaande beelden gebruiken, zijn doorgaans helderder dan "Video"-presentaties
die vooral bewegende beelden gebruiken (films).
•De beschikbare opties voor Beeldmodus zijn afhankelijk van het type ingangssignaal. Zie "Een beeldmodus
selecteren" op pagina 35 voor details.
Voor de beste beeldresultaten moet u een ingangssignaal dat bij deze resolutie uitvoert,
kiezen en gebruiken. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk
van de instelling ‘beeldverhouding’. Dit kan enige beeldvervorming of verlies van
beeldhelderheid veroorzaken. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 33 voor
details.
Kleurruimte wijzigen
In het onwaarschijnlijke geval dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMIingang van de projector en het geprojecteerde beeld de verkeerde kleuren toont, moet u
de kleurruimte wijzigen naar YUV.
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu INGANG wordt
gemarkeerd.
2.Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om een
geschikte kleurenruimte te selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de HDMI-ingang in gebruik is.
Bediening
32
Vergroten en details zoeken
Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de
pijltoetsen om het beeld te verschuiven.
• Met de afstandsbediening
1.Druk op Digital Zoom +/- om de Zoombalk
te openen.
2.Druk op Digital Zoom + om het midden van
het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op
de toets tot de beeldgrootte geschikt is voor
uw behoeften.
3.Gebruik de richtingstoetsen ( , , , )
op de projector of afstandsbediening om het
beeld te verschuiven.
4.Druk op AUTO om de oorspronkelijke
grootte van het beeld te herstellen. U kunt
ook op Digital Zoom - drukken. Als u opnieuw op de toets drukt, wordt het beeld
verder verkleind tot het weer het originele formaat heeft.
•Via het OSD-menu
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu WEERGAVE wordt
gemarkeerd.
2.Druk op om Digitale zoom te markeren en druk op MODE/ENTER. De
Zoombalk verschijnt.
3.Herhaal stappen 2-4 uit paragraaf "Met de afstandsbediening" hierboven. Of ga verder
met de volgende stappen als u het bedieningspaneel op de projector gebruikt.
4.Druk herhaaldelijk op op de projector om het beeld te vergroten tot de gewenste
grootte.
5.Om door het beeld te navigeren, drukt u op MODE/ENTER om te schakelen naar de
panmodus. Druk op de pijltoetsen ( , , , ) om het beeld te verschuiven.
6.Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening
om het beeld te verschuiven.
7.Om het beeld te verkleinen, drukt u op MODE/ENTER om terug te keren naar de
functie voor in-/uitzoomen. Druk op AUTO om de oorspronkelijke grootte van het
beeld te herstellen. U kunt ook herhaaldelijk op drukken tot de oorspronkelijke
grootte is hersteld.
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het beeld is vergroot. U kunt het beeld verder vergroten
terwijl u details zoekt.
De beeldverhouding selecteren
De 'beeldverhouding' is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De
meeste analoge tv"s en computers hebben een beeldverhouding van 4:3 en digitale tv's en
dvd's hebben doorgaans een verhouding van 16:9 of 16:10.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen digitale weergaveapparaten zoals
deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en de beelduitvoer schalen naar een andere
verhouding dan die van het beeldingangssignaal.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de
bron):
Bediening 33
• Met de afstandsbediening
1.Druk op Aspect om de huidige instelling te tonen.
2.Druk herhaaldelijk op Aspect om een beeldverhouding te selecteren die past bij het
formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
•Via het OSD-menu
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu WEERGAVE wordt
gemarkeerd.
2.Druk op om Beeldverhouding te markeren.
3.Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van
het videosignaal en de vereisten van het scherm.
Over de beeldverhouding
1.Auto: schaalt een beeld verhoudingsgewijs volgens de oorspronkelijke resolutie van
de projector in horizontale of verticale breedte. Deze instelling is geschikt voor een
binnenkomend beeld dat noch 4:3 noch 16:9 is en waarbij u een zo groot mogelijk
deel van het scherm wilt gebruiken zonder dat u de beeldverhouding verandert.
2.Werkelijk: Het beeld wordt geprojecteerd in de oorspronkelijke resolutie en de
grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Bij ingangssignalen met een
lagere resolutie, wordt het geprojecteerde beeld kleiner weergegeven dan op een
volledig scherm. Indien nodig kunt u de zoominstelling aanpassen of de projector
dichter bij het scherm plaatsen zodat het beeld wordt vergroot. Het is ook mogelijk
dat u opnieuw zult moeten scherpstellen nadat u deze aanpassingen hebt uitgevoerd.
3.4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is vooral geschikt voor
4:3-beelden, zoals computerschermen, tv's met standaarddefinitie en dvd-films met
een 4:3-beeldverhouding, omdat de beelden in dit geval worden weergegeven zonder
dat de beeldverhouding wordt gewijzigd
4.16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden
die al een beeldverhouding van 16:9 hebben, zoals HDTV, omdat ze worden
weergegeven zonder dat de beeldverhouding wordt gewijzigd.
5.16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt
weergegeven in een beeldverhouding van 16:10. Dit is vooral geschikt voor beelden
die al een beeldverhouding van 16:10 hebben, zoals HDTV, omdat ze worden
weergegeven zonder dat de beeldverhouding wordt gewijzigd.
34
Bediening
Het beeld optimaliseren
Een beeldmodus selecteren
De projector beschikt over verschillende vooraf
gedefinieerde beeldmodi zodat u de modus kunt
kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving
en het beeldtype van het ingangssignaal.
Volg een van de volgende stappen om een
gebruiksmodus te kiezen die voldoet aan uw
behoeften:
• Druk herhaaldelijk op MODE/ENTERop de
afstandsbediening of projector tot de gewenste modus is geselecteerd.
• Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op / om een gewenste modus
te selecteren.
De beeldmodi worden hieronder weergegeven.
1.DynamischModus: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze
modus is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, zoals
het gebruik van de projector in een goed verlichte kamer.
2.Presentatie modus (standaard): Is ontworpen voor presentaties. In deze modus
wordt de helderheid benadrukt.
3.sRGBModus: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk
weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de
helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn
gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het
bekijken van grafische pc-toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4.BioscoopModus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere
omgeving wordt gebruikt.
5.Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2Modus: Roept de aangepaste instellingen op,
gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De Gebruikersmodus 1/
Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 35 voor details.
De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen
Er zijn twee door de gebruiker definieerbare modi als de momenteel beschikbare beeldmodi
niet geschikt zijn voor uw behoeften. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken
(behalve
1.Druk op MENU/EXIT om het OSD-menu te openen.
2.Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3.Druk op / om Gebruikersmodus 1 op Gebruikersmodus 2 te selecteren.
4.Druk op om Referentiemodus te markeren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 is geselecteerd in
het submenu-item Beeldmodus.
5.Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
6.Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas
7.Wanneer alle instellingen zijn uitgevoerd, markeert u Instellingen opslaan en drukt u
8.Het bevestigingsbericht 'Instelling opgeslagen' wordt weergegeven.
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2
de waarde aan met /. Zie "De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de
gebruikersmodi" hieronder voor details.
op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan.
) en de instellingen aanpassen.
Bediening 35
Wandkleur gebruiken
+50
+30
+70
0
+30
-30
Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet
wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te
corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde
beeld zoveel mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk op
/ om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak benadert.
U kunt uit verschillende vooraf gekalibreerde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen,
Blauw en Schoolbord.
De beeldkwaliteit fijn afstemmen in de gebruikersmodi
Afhankelijk van het gedetecteerde type signaal en geselecteerde beeldmodus zijn sommige
van de onderstaande functies mogelijk niet beschikbaar. Op basis van uw behoeften kunt u
aanpassingen maken aan deze functies door ze te markeren en op de projector of
afstandsbediening op / te drukken.
Aanpassen Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding.
Hoe lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel
deze knop zo in, dat de zwarte gedeelten van het beeld
gewoon zwart worden weergegeven en dat er nog
details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast.
Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te
stellen nadat u eerder de instelling Helderheid hebt
aangepast overeenkomstig de geselecteerde ingang en
de kijkomgeving.
Aanpassen Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te hoog is,
worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen Tint
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen Scherpte
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager de waarde, hoe zachter het
beeld.
Aanpassen Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en
systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren
natuurgetrouwer en levendiger in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de
middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en
natuuropnamen, zodat de projector de beelden realistisch en in ware kleuren weergeeft.
Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als u dat niet wilt, kies dan Uit.
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Selecteren van Kleurtemperatuur
De beschikbare opties voor de instelling van de kleurtemperatuur* verschillen afhankelijk
van het geselecteerde signaaltype.
Bediening
36
1.Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
2.Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
3.Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden
beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de
kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode
schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Een kleurtemperatuur naar wens instellen.
Zo stelt u een kleurtemperatuur naar wens in:
1.Markeer Kleurtemperatuur en selecteer Warm, Normaal of Koel door op / te
drukken op projector of afstandsbediening.
2.Druk op om Kleurtemperatuur fijn afstellen te markeren en druk op
MODE/ENTER. De pagina Kleurtemperatuur fijn afstellen verschijnt.
3.Druk op / om het item te markeren dat u wilt veranderen en pas de waarden
aan door op / te drukken.
• R-versterking/G-versterking/B-versterking: Past de contrastniveaus aan van rood,
groen en blauw.
• R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Past de helderheidsniveaus aan van
rood, groen en blauw.
4.Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
3D-kleurbeheer
In de meeste installatieomstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een
klaslokaal, vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters
daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente installaties met kunstmatige lichtniveaus, zoals directiekamers,
congreszalen of thuisbioscopen, moet kleurbeheer worden overwogen. Met kleurbeheer
kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u, als u dat wenst, de kleuren nog
waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en
reproduceerbare weergaveomstandigheden. U hebt een colorimeter (kleurlichtmeter) en
een reeks geschikte bronbeelden nodig om de kleurreproductie te meten. Deze
hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd, maar de verkoper van uw projector of
zelfs een ervaren professionele installateur zou u de nodige hulp moeten kunnen bieden.
Kleurbeheer biedt zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u
elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Als u een testschijft hebt aangeschaft met verschillende kleurtestpatronen, kunt u deze
gebruiken om de kleurpresentatie op monitors, tv's, projectors, enz. te controleren. U
kunt elk beeld van de schijf op het scherm projecteren en vervolgens het menu 3Dkleurbeheer gebruiken om wijzigingen aan te brengen.
De instellingen aanpassen:
1.Ga naar het menu BEELD en selecteer 3D-kleurbeheer.
2.Druk op MODE/ENTER en de pagina 3D-kleurbeheer verschijnt.
3.Markeer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen. U hebt de keuze
tussen Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw en Magenta.
Bediening 37
4.Druk op om Tint te markeren en druk op / om het bereik te selecteren.
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
Een grotere bereik zal kleuren bevatten met meer proporties van de twee
aangrenzende kleuren.
Raadpleeg de afbeelding rechts voor de
onderlinge relatie tussen de kleuren.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik
instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het
verhogen van het bereik neemt ook rood op
dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
5.Druk op om Verzadiging te markeren en
pas de waarden naar wens aan door te
drukken op /. Het effect van elke
aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het
beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging
van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen
produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert alle kleur uit
het beeld. Als de verzadiging te hoog is, wordt die kleur te sterk en onrealistisch.
6.Druk op om Versterking te markeren en pas de waarden naar wens aan door te
drukken op /. Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt
beïnvloedt. Het effect van elke aanpassing is onmiddellijk zichtbaar in het beeld.
7.Herhaal stappen 3 tot 6 voor andere kleuraanpassingen.
8.Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt.
9.Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
De huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen
1.Ga naar het menu BEELD en selecteer Beeldinstelling herstellen.
2.Druk op MODE/ENTER en druk op / om Huidige of Alle te selecteren.
• Huidige: herstelt de fabrieksinstellingen van de huidige beeldmodus.
• Alle: herstelt de fabrieksinstellingen van alle instellingen, behalve
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 in het menu BEELD.
38
Bediening
De presentatietimer instellen
De presentatietimer kan de presentatietijd op het
scherm weergeven om u te helpen uw tijd tijdens het
geven van presentaties beter te beheren. Volg deze
stappen om deze functie te gebruiken:
1.Druk op Timer Set up op de afstandsbediening
of ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Presentatietimer en druk op MODE/ENTER om
de pagina Presentatietimer te openen.
2.Markeer Timerinterval en bepaal de
timerperiode door op / te drukken. De
tijdsduur kan worden ingesteld van 1 tot 5 minuten in stappen van 1 minuut, en van 5
tot 240 minuten in stappen van 5 minuten.
3.Druk op om Timerweergave te markeren en druk op / om te kiezen of de
timer op het scherm moet worden weergegeven.
SelectieBeschrijving
Altijd
3 min/2 min/1 min Geeft de timer op het scherm weer tijdens de laatste 3/2/1 minu(u)t(en).
NooitHiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd verborgen.
4.Druk op om Timerpositie te markeren en stel de timerpositie in door te drukken
op /.
LinksbovenLinksonderRechtsbovenRechtsonder
5.Druk op om Aftelrichting te markeren en selecteer de gewenste telrichting door
te drukken op /.
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd op het
scherm weergegeven.
SelectieBeschrijving
OptellenTelt op vanaf 0 tot de vooraf ingestelde tijd.
AftellenTelt af vanaf de vooraf ingestelde tijd naar 0.
6.Activeer de presentatietimer door te drukken op , druk op / om Aan te
selecteren en druk op MODE/ENTER.
7.Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. Markeer Ja en druk op MODE/
ENTER om te bevestigen. Het bericht "Timer is ingeschakeld!" wordt weergegeven
op het scherm. De timer start met tellen vanaf het moment dat de timer wordt
ingeschakeld.
Bediening 39
Volg onderstaande stappen om de timer te annuleren.
• Met de afstandsbediening.
Druk op Timer On, druk op / om Uit te markeren en druk op MODE/ENTER.
•Met het OSD-menu.
1.Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en markeer Uit.
Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
2.Markeer Ja en druk op MODE/ENTER om te bevestigen. Het bericht "Timer is
uitgeschakeld!" wordt weergegeven op het scherm.
De toets Timer On gebruiken.
Timer On is een multifunctionele toets.
• Als de presentatietimer is uitgeschakeld en u op
deze knop drukt, verschijnt een
bevestigingsbericht. U kunt ervoor kiezen de
timer al of niet te activeren door de instructies
op het scherm te volgen.
• Als de timer is ingeschakeld, drukt u op deze
toets om een bevestigingsbericht te zien. U kunt
dan bepalen of de timer opnieuw moet worden
opgestart, moet doorgaan of wordt
uitgeschakeld door de instructies op het scherm
te volgen.
Externe oproepbewerkingen
Sluit de projector aan op uw pc of notebook met
een USB-kabel voordat u de oproepfunctie gebruikt.
U kunt de weergavesoftware gebruiken (op een
aangesloten pc) die reageert op opdrachten Pagina
omhoog/omlaag (zoals Microsoft PowerPoint) door
op de afstandsbediening op Page Up/Down te
drukken.
Als de functie voor extern oproepen niet werkt,
moet u controleren of de USB-verbinding correct is
uitgevoerd en of het muisstuurprogramma op uw
computer is bijgewerkt naar de laatste versie.
40
Bediening
Het beeld verbergen
Druk op de knop Eco Blank op de projector of afstandsbediening om het beeld een
bepaalde periode uit te schakelen met een lampenergiebesparing tot 70%. Druk op een
willekeurige toets op de projector of de afstandsbediening om het beeld te herstellen.
Het woord "Eco Blank" verschijnt op het scherm
terwijl het beeld verborgen is. Wanneer deze functie
wordt geactiveerd terwijl een audio-ingang is
aangesloten, blijft de audio hoorbaar.
• Eco Blank: Spaar tot 70 % van de lampenergie.
Tijd om uw aandeel te leveren in het redden van
de planeet.
Er wordt automatisch geschakeld naar de modus Eco Blank nadat de projector langer dan
drie minuten is ingeschakeld zonder weergavebron. Hierdoor wordt onnodig
energieverbruik voorkomen en wordt de levensduur van de projectorlamp verlengd.
U kunt de inactief-timer instellen in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Gebruiksinstellingen > Inactief-timer zodat de projector het beeld automatisch na een
bepaalde tijd herstelt als bij inactief beeld geen actie is ondernomen. De duur kan worden
ingesteld van 5 tot 30 minuten in stappen van 5 minuten.
Blokkeer de projectielens niet voor het projecteren, anders kan het blokkerende object oververhit raken.
Ongeacht of Eco Blank is geactiveerd, kunt u op een toets (behalve op de toets Page Up/Down) drukken op
de projector of afstandsbediening om het beeld te herstellen.
Het beeld stilzetten
Druk op op de afstandsbediening om het beeld
stil te zetten. Het woord 'FREEZE' wordt op het
scherm weergegeven. Om de functie vrij te geven,
drukt u op een willekeurige toets op de projector of
afstandsbediening (behalve de toets Page Up/Down).
Zelfs wanneer een beeld op het scherm is stilgezet,
blijven de beelden op de video of een ander apparaat
doorlopen. Als de aangesloten apparaten een actieve
audio-uitgang hebben, blijft u audio horen ondanks
het feit dat het beeld is stil staat op het scherm.
Bediening 41
Gebruik op grote hoogte
We raden u aan Hoogtemodus te gebruiken wanneer uw omgeving tussen 1500 meter tot
3000 meter boven zeeniveau ligt, met een omgevingstemperatuur tussen 0 en 35°C.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500 meter is, met een omgevingstemperatuur tussen
0 en 35°C. De projector zal dan te veel afkoelen als u de modus inschakelt in dergelijke omstandigheden.
De Hoogtemodus activeren:
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2.Druk op om Hoogtemodus te markeren en druk op / om Aan te
selecteren. Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
3.Markeer Ja en druk op MODE/ENTER.
Het gebruik onder "Hoogtemodus" kan een hoger bedrijfsgeluid van meer decibels
veroorzaken vanwege de hogere ventilatorsnelheid die nodig is om de algemene koeling en
prestaties van het systeem te verbeteren.
Als u deze projector in andere extreme omstandigheden dan de bovenstaande gebruikt,
wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector
oververhit geraakt. Selecteer in dergelijke gevallen de hoogtemodus om deze symptomen
te verhelpen. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme
omstandigheden kan worden gebruikt.
Het geluid aanpassen
De geluidsaanpassingen zoals hieronder weergegeven, hebben invloed op de luidspreker(s)
van de projector. Controleer of u een juiste aansluiting hebt gemaakt met de audio-ingang
van de projector. Zie "Aansluitingen" op pagina 18 voor uitleg over het aansluiten op de
audio-ingang.
Het geluid dempen
Het geluid tijdelijk uitschakelen:
1.Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / tot het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2.Druk op om Geluidsinstellingen te markeren en druk op MODE/ENTER. De
pagina Audio-instellingen wordt weergegeven.
3.Markeer Geluid uit en druk op / om Aan te selecteren.
42
Het volume regelen
Om het volume te regelen, drukt u op Volume +/op de afstandsbediening, of:
1.Herhaal de bovenstaande stappen 1-2.
2.Druk op om Volume te markeren en druk
op / om een gewenst geluidsniveau te
selecteren.
Bediening
Lessjabloon gebruiken
Om het leerkrachten gemakkelijker te maken op het bord te schrijven, kunt u de
ingebouwde sjabloon gebruiken via het OSD of de afstandsbediening.
Open het OSD-menu en ga naar WEERGAVE > Lessjabloon. Selecteer Schoolbord/Wit
bord > Uit/Lettervorming/Werkblad/Coördinatenkaart. Het lessjabloon verschijnt.
LessjabloonWit bordSchoolbord
Lettervorming
Werkblad
Coördinatenkaart
Bediening 43
De menuweergave van de projector
aanpassen
U kunt de OSD-menu's instellen volgens uw voorkeur. De volgende instellingen hebben
geen invloed op de projectie-instellingen, de bediening of de prestaties van de projectie.
• Weergaveduur menu in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-
instellingen stelt de tijd in hoelang het OSD-menu geactiveerd blijft na de laatste
ingedrukte toets. U kunt een tijdsduur tussen 5 en 30 seconden kiezen, in stappen van
5 seconden. Gebruik / om een geschikt tijdsframe te kiezen.
• Menupositie in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen stelt de
OSD-positie in op vijf locaties. Gebruik / om de positie van uw voorkeur te
kiezen.
• Taal in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt de OSD-menu's in op een voor u
bekende taal. Met ENTER selecteert u uw taal.
• Herinnering in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen bepaalt
of herinneringsberichten op het scherm worden weergegeven. Met / selecteert u
de gewenste instelling.
• Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt het logoscherm van
uw voorkeur in dat wordt weergegeven tijdens het opstarten van de projector. Met
/ selecteert u een venster.
De lampspaarmodus selecteren
• Met de afstandsbediening.
Druk op SmartEco, markeer Lampmodus en druk op / om Normaal/Economisch/SmartEco/LampSave te selecteren.
•Met het OSD-menu.
1.Druk op Menu/Exit en vervolgens op /
tot het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2.Druk op om Lampmodus te markeren en
druk op Mode/Enter. De pagina
Lampinstellingen wordt geopend.
3.Markeer Lampmodus en druk op / om
Normaal/Economisch/SmartEco/LampSave te selecteren. De helderheid van
de lamp verschilt afhankelijk van de lampmodus. Raadpleeg de beschrijvingen in de
onderstaande tabel.
Als de modus Economisch of SmartEco is geselecteerd, wordt de lichtuitvoer verminderd en
worden de geprojecteerde beelden donkerder.
Bespaart tot 80% lampvermogensverbruik afhankelijk van het
helderheidsniveau van de inhoud en houdt het beeld even helder als in
de normale modus.
Bespaart tot 80% lampvermogensverbruik om de langste levensduur
van de batterij te bieden.
44
Bediening
De projector uitschakelen
I
I
I
I
1.Druk op POWER en er verschijnt een
melding die u om een bevestiging vraagt.
Wanneer u niet binnen enkele seconden
reageert, verdwijnt het bericht.
2.Druk nogmaals op POWER.
Voedingsindicator (POWER) knippert oranje
en de lamp wordt uitgeschakeld. De
ventilators blijven nog ongeveer 90 seconden
draaien zodat de projector kan afkoelen.
•Om de lamp te beschermen, zal de projector niet op
opdrachten reageren tijdens het afkoelen.
•U kunt de afkoeltijd verkorten door de functie Snelle
afkoeling te activeren. Zie "Snelle afkoeling" op pagina 55
voor details.
3.Zodra het afkoelen is voltooid, licht Voedingsindicator (POWER) stabiel oranje op en
stoppen de ventilators.
4.Trek de stroomkabel uit het stopcontact als de projector geruime tijd niet zal
worden gebruikt.
5.Wanneer Direct herstarten is ingesteld op Aan, kunt u de projector onmiddellijk
opnieuw opstarten binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld. (De
projector zal 30% van zijn vermogen behouden gedurende 90 sec)
Wanneer Direct herstarten is ingesteld op Uit, moet u wachten tot de lamp is
afgekoeld om de projector opnieuw te starten. Wanneer Direct herstarten is
ingeschakeld, wordt het item Snelle afkoeling grijs weergegeven.
•Als de projector niet correct is uitgeschakeld en u de projector probeert opnieuw op te starten, zullen de
ventilators nog enkele minuten blijven draaien om af te koelen om de lamp te beschermen. Druk
nogmaals op Power om de projector te starten nadat de ventilators zijn gestopt en Voedingsindicator
(POWER) oranje wordt.
•De werkelijke levensduur van de lamp kan verschillen afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het
gebruik.
Bediening 45
Menubediening
Menusysteem
De OSD-menu's kunnen verschillen, afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
•De standaardwaarden die in deze handleiding zijn weergegeven, vooral op de pagina's 50-58, zijn
uitsluitend informatief bedoeld. Ze kunnen verschillen tussen de projectors vanwege de voortdurende
verbetering van de producten.
FUNCTIEBESCHRIJVING
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het
Wandkleur
Beeldverhouding
Keystone
Positie
Fase
Horizontale
afmeting
Digitale zoom
projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op pagina
36 voor details.
Er zijn vier opties voor het instellen van de beeldverhouding,
afhankelijk van de bron van het ingangssignaal. Zie "De
beeldverhouding selecteren" op pagina 33 voor details.
Corrigeert eventuele keystone-afwijkingen van het beeld. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 27 voor details.
De pagina voor het aanpassen van de positie wordt weergegeven. U
verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. De
waarden die onder aan de pagina worden weergegeven, veranderen
telkens wanneer u op een knop drukt tot het maximum of minimum
is bereikt.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is
geselecteerd.
Hiermee past u de klokfase aan om
vervorming van het beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar
indien een pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar indien een pc-signaal (analoog RGB) is
geselecteerd.
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld. Zie
"Vergroten en details zoeken" op pagina 33 voor details.
50
Bediening
FUNCTIEBESCHRIJVING
1. Menu WEERGAVE
Deze projector beschikt over een 3D-functie waarmee u 3D-films,
video's en sportevenementen op een realistischere manier kunt
bekijken door de diepte van de beelden weer te geven. U moet een
3D-bril dragen om 3D-beelden te kunnen bekijken.
3D-modus
De standaardinstelling is Auto en de projector kiest automatisch een
geschikte 3D-indeling zodra 3D-inhoud gedetecteerd wordt. Als de
projector de 3D-indeling niet herkent, druk u op / om een 3D-
3D
Lessjabloon
modus te kiezen.
3D sync omkeren
Als u vaststelt dat de beelddiepte omgekeerd is, schakelt u deze
functie in om het probleem te verhelpen.
3D-instellingen toepassen
De projector zal de opgeslagen 3D-instellingen toepassen en deze
instellingen bewaren wanneer u de projector de volgende keer
opnieuw opstart.
3D-instellingen opslaan
De projector zal de huidige 3D-instellingen onthouden.
Biedt een aantal sjablonen als leerhulpmiddelen. Trainers kunnen die
gebruiken om les te geven. Zie "Lessjabloon gebruiken" op pagina 43
voor details.
Bediening 51
FUNCTIEBESCHRIJVING
2. Menu BEELD
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
Beeldmodus
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 35 voor details.
Selecteert een beeldmodus die het best overeenkomt op uw
behoeften op het vlak van beeldkwaliteit en zorgt voor het verder
fijn afstemmen van het beeld op basis van de selecties op deze
pagina. Zie "De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus
instellen" op pagina 35 voor details.
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen Helderheid"
op pagina 36 voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen Contrast" op pagina 36 voor details.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen Kleur" op
pagina 36 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de inputbron Video of S-Video
geselecteerd is.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Zie "Aanpassen Tint" op pagina 36 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een Video- of S-Video-signaal
is geselecteerd en het systeemformaat NTSC s.
Maakt het beeld scherper of zachter. Zie "Aanpassen Scherpte" op
pagina 36 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de inputbron Video of S-Video
geselecteerd is.
52
Bediening
FUNCTIEBESCHRIJVING
2. Menu BEELD
3. Menu INGANG
Brilliant Color
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur
fijn afstellen
Zie "Aanpassen Brilliant Color" op pagina 36 voor details.
Zie "Selecteren van Kleurtemperatuur" op pagina 36 voor details.
Zie "Een kleurtemperatuur naar wens instellen." op pagina 37 voor
details.
3D-kleurbeheer
Beeldinstelling
herstellen
Snel automatisch
zoeken
Kleurruimteconversie
Zie "3D-kleurbeheer" op pagina 37 voor details.
Zie "De huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen" op pagina 38
voor details.
Als Beeldmodus onder Dynamisch is, zet kiezen voor "Huidige"
alleen de standaardwaarde terug voor Dynamisch, maar kiezen
voor "Alles" herstelt de standaardwaarden voor alle instellingen
van Beeldmodus.
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 32 voor details.
Zie "Kleurruimte wijzigen" op pagina 32 voor details.
Bediening 53
FUNCTIEBESCHRIJVING
4. Menu SYSTEEMINSTLL:
Basis
Herinnert de spreker eraan de presentatie binnen een bepaalde tijd
Presentatietimer
Taal
Projectorinstallatie
Menuinstellingen
af te ronden. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 39 voor
details.
Stelt de taal in voor de OSD-menu's (On-Screen Display). Zie "De
menu's gebruiken" op pagina 28 voor details.
U kunt de projector aan het plafond of achter een scherm
installeren, of met een of meerdere spiegels. Zie "Een locatie kiezen"
op pagina 15 voor details.
Weergaveduur menu
Bepaalt hoe lang het OSD-menu op het scherm blijft nadat u de
laatste knop hebt ingedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 30
seconden kiezen, in stappen van 5 seconden.
Menupositie
Hiermee stelt u de positie van het OSD-menu in.
Herinnering
Stelt in of het herinneringsbericht moet worden weergegeven.
Bediening
54
FUNCTIEBESCHRIJVING
4. Menu SYSTEEMINSTLL:
Basis
Gebruiksinstellingen
Paneeltoetsblokkering
Achtergrondkleur
Opstartscherm
Direct inschakelen
Selecteer Aan om de functie in te schakelen. Zie "De projector
opstarten" op pagina 24 voor details.
Automatisch uitschakelen
Hiermee kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er
na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. Zie
"Instelling Automatisch uitschakelen" op pagina 61 voor details.
Snelle afkoeling
Als u Aan kiest wordt de functie ingeschakeld en wordt de afkoeltijd
van de projector verkort naar enkele seconden.
Als u de projector direct na het snel afkoelen opnieuw probeert op te
starten, wordt deze wellicht niet goed ingeschakeld en worden de
koelventilators opnieuw gestart.
Direct herstarten
Wanneer Direct herstarten is ingeschakeld, kunt u de projector
onmiddellijk opnieuw opstarten binnen 90 seconden nadat de
projector is uitgeschakeld.
Inactief-timer
Bepaalt hoe lang een beeld blanco wordt weergegeven wanneer de
functie Blank is geactiveerd. Zodra deze tijd is verstreken wordt het
beeld opnieuw weergegeven. Zie "Het beeld verbergen" op pagina 41
voor details.
Slaaptimer
Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. De timer kan
worden ingesteld op een waarde tussen 30 minuten en 12 uur.
Ventilatorsnelheid
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer een stoffilter is
geïnstalleerd. Kies High om de functie in te schakelen.
Schakelt alle toetsfuncties van het paneel in of uit, behalve de
voedingsknop op de projector en de toetsen op de
afstandsbediening.
Hiermee kunt u kiezen welke achtergrondkleur wordt weergegeven
wanneer de projector geen signaal ontvangt. Er zijn vier opties
beschikbaar: BenQ-logo, Zwart, Blauw of Paars.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het
opstarten van de projector. U kunt kiezen uit drie opties: BenQ-logo,
Zwart scherm of Blauw scherm.
Bediening 55
5. Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd
FUNCTIEBESCHRIJVING
Hoogtemodus
Geluidsinstellingen
Lampinstellingen
Beveiligingsins
Tellingen
Baud-ratio
Testpatroon
Een modus voor gebruik op grote hoogte. Zie "Gebruik op grote
hoogte" op pagina 42 voor details.
Hiermee kunt u het menu Geluidsinstellingen openen.
Geluid uit
Stelt de functie Geluid uit in.
Volume
Regelt het volumeniveau van de audio.
Lampmodus
Zie "De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of
SmartEco modus" op pagina 60 voor details.
Lamptimer herstellen
Zie "De lamptimer opnieuw instellen op nul" op pagina 65 voor
details.
Equivalent lampuren
Zie "Het aantal lampuren kennen" op pagina 60 voor meer
informatie over de manier waarop de totale gebruiksduur van de
lamp wordt berekend.
Wachtwoord wijzigen
U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u
Zie "De wachtwoordfunctie gebruiken" op pagina 29 voor details.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u
de projector kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de
firmware van de projector kunt updaten of downloaden. Deze
functie is bedoeld voor bevoegde onderhoudstechnici.
Kies Aan om de functie in te schakelen en de projector een
rastertestpatroon te laten weergeven. Het helpt u met het
aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het
geprojecteerde beeld niet vervormd is. Zie "Het ingebouwde
testpatroon gebruiken" op pagina 26 voor details.
56
Bediening
5. Menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd
FUNCTIEBESCHRIJVING
Ondertitels aan
Activeer de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde
ingangssignaal ondertitels bevat.
• Ondertitels: als weergave op het scherm van de gesproken tekst,
Ondertitels
verhaal en geluidseffecten van tv-programma’s en video’s met
ondertiteling (meestal gemarkeerd met “CC” in de tv-gids).
Ondertitelversie
Selecteert de ondertitelmodus van uw voorkeur. Selecteer CC1,
CC2, CC3 of CC4 (CC1 geeft ondertitels weer in de primaire taal
van uw regio) om ondertitels te bekijken.
Beeldscherm-uit
Kies Aan om de functie in te schakelen. De projector kan een
VGA-signaal uitvoeren wanneer deze in stand-bymodus is en
wanneer de COMPUTER 1- en BEELDSCHERM-UIT-
aansluitingen correct zijn aangesloten op de apparaten. Zie "Een
beeldscherm aansluiten" op pagina 19 voor informatie over het
maken van de aansluiting.
Als deze functie is ingeschakeld wordt het standbystroomverbruik licht verhoogd.
Stand-byinstellingen
De stand-by monitoruitgang werkt alleen wanneer een geschikte
D-Sub-ingang wordt aangesloten op de COMPUTER 1aansluiting.
Audio pass-through
De projector kan geluid afspelen wanneer deze in de stand-bymodus
is en de overeenkomende aansluitingen correct zijn aangesloten op
de apparaten. Druk op / om de gewenste bron te gebruiken. Zie
"Aansluitingen" op pagina 18 voor informatie over het maken van de
aansluiting.
Als deze functie is ingeschakeld wordt het standbystroomverbruik licht verhoogd.
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Instellingen
herstellen
De volgende instellingen blijven behouden: Gebruikersmodus 1,
Gebruikersmodus 2, Projectorpositie, Kleurruimteconversie,
Hoogtemodus, Beveiligingsinstellingen en Baud-ration.
Bediening 57
FUNCTIEBESCHRIJVING
6. Menu INFORMATIE
Ingang
Toont de huidige signaalbron.
Beeldmodus
Toont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
Resolutie
Toont de native resolutie van het ingangssignaal.
Lampmodus
Huidige
systeemstatus
Toont de actuele lampmodus.
3D-formaat
Toont de actuele 3D-modus.
Kleursysteem
Toont het formaat van het ingangssysteem: NTSC, PAL, SECAM of
RGB.
Equivalent lamp
Toont het aantal uur dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie
Toont de firmwareversie.
58
Bediening
Onderhoud
Onderhoud van de projector
De projector heeft weinig onderhoud nodig. U hoeft alleen de lens en behuizing regelmatig
schoon te maken.
Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact
op met uw leverancier als er andere onderdelen moeten worden vervangen.
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak opmerkt.
• Verwijder stof met een fles met perslucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u
een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak
van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit schurende doekjes, alkaline-/zuurhoudende reinigingsproducten,
schuurpoeder of vluchtige oplosmiddelen, zoals alcohol, benzeen, thinner of
insecticiden. Wanneer u dergelijke materialen gebruikt of als het product langdurig in
contact is met rubber of vinyl materialen, kan dit schade veroorzaken aan het
projectoroppervlak en het materiaal van de behuizing.
Wrijf nooit met schurend materiaal over de lens.
De projectorbehuizing reinigen
Schakel de projector op de correcte manier uit zoals beschreven in "De projector
uitschakelen" op pagina 45 en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat
u de behuizing reinigt.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, vezelvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek, bevochtigd
met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de
behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen:
• Controleer of de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het
aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 68 of neem
contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterij uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het is aanbevolen de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking te
verzenden.
Onderhoud 59
Informatie over de lamp
Het aantal lampuren kennen
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de
ingebouwde timer wanneer de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur
wordt als volgt berekend:
Totaal (equivalent) lampuren = 20/9 * (uren gebruikt in de modus Normaal) + 5/3 * (uren
gebruikt in de Economischmodus) + 20/13 * (uren gebruikt in SmartEco)+1 * (uren
gebruikt in LampSave)
Zie "De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of SmartEco modus" hieronder voor
meer informatie over de modus Economisch.
De lampuren in Economisch, SmartEco en LampSave wordt korter berekend dan in de
modus Normaal. Dit betekent dat de levensduur van de lamp wordt verlengd wanneer u
de projector gebruikt in de modus Economisch, SmartEco of LampSave.
Informatie over het aantal lampuren verkrijgen:
1.Druk op Menu/Exit en vervolgens op / tot het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd wordt gemarkeerd.
2.Druk op om Lampinstellingen te markeren en druk op Mode/Enter. De
pagina Lampinstellingen wordt geopend.
3.U ziet informatie over Equivalent lamp in het menu.
4.Sluit het menu af door op Menu/Exit te drukken.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.
De levensduur van de lamp verlengen
De projectielamp is een verbruiksartikel. Door de volgende instellingen via het OSD-menu
of de afstandsbediening op te geven, kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
De Lampmodus eco functie instellen als Economisch of SmartEco
modus
Met de modus Economisch/SmartEco wordt het systeemgeluid en stroomverbruik
verminderd. Als de modus Economisch/SmartEco is geselecteerd, wordt de
lichtuitvoer verminderd en worden de geprojecteerde beelden donkerder. De projector
wordt beschermd voor een langere bedrijfsduur.
Ook als u de projector in de modus Economisch/SmartEco zet, wordt de gebruiksduur
van de lamp verlengd. Stel de modus Economisch/SmartEco in door naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen > Lampmodus te gaan en
op / te drukken.
De lampmodi worden gedefinieerd zoals in de onderstaande tabel.
60
LampmodusBeschrijving
Normaal100% lamphelderheid.
EconomischSpaart 20% lampenergieverbruik.
SmartEco
LampSave
Onderhoud
Bespaart tot 80% lampvermogensverbruik afhankelijk van het
helderheidsniveau van de inhoud en houdt het beeld even helder als in
de normale modus.
Bespaart tot 80% lampvermogensverbruik om de langste levensduur
van de batterij te bieden.
Instelling Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een
ingestelde periode geen ingangsbron wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp
niet onnodig wordt verbruikt.
Om Automatisch uitschakelen in te stellen, gaat u naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Automatisch uitschakelen en drukt u op / . De tijdsduur kan worden ingesteld van 5
tot 30 minuten, in stappen van 5 minuten. Als de vooraf ingestelde tijdsduur niet geschikt is
voor uw presentatie, selecteert u Uitschakelen. De projector wordt niet automatisch
binnen een bepaalde periode uitgeschakeld.
Onderhoud 61
De timing van de lampvervanging
Als het LAMP-waarschuwingslampje rood oplicht of wanneer er een bericht wordt
weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, moet u een nieuwe lamp te
installeren of uw leverancier raadplegen. Een oude lamp kan storing in de projector
veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
Probeer de lamp nooit zelf te vervangen. Neem contact op met bevoegde onderhoudstechnici voor de
vervanging.
Het LAMP (waarschuwingslampje lamp) en het TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) gaan branden als de
lamp te heet wordt. Zie "Indicators" op pagina 66 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u
de lamp dient te vervangen.
De onderstaande waarschuwingsberichten zijn uitsluitend informatief bedoeld. Volg de eigenlijke instructies op
het scherm om de lamp voor te bereiden en te vervangen.
StatusBericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale
prestaties. Als de projector gewoon wordt
gebruikt met Economisch geselecteerd ("De
Lampmodus eco functie instellen als Economisch
of SmartEco modus" op pagina 60), kunt u de
projector nog blijven gebruiken tot de volgende
lampwaarschuwing verschijnt.
U dient een nieuwe lamp te plaatsen om te
voorkomen dat de projector wordt uitgeschakeld
als de gebruiksduur van de lamp is verstreken.
Het is sterk aanbevolen de lamp nu te vervangen.
De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid
van de lamp vermindert na verloop van tijd. Dit is
normaal. U kunt de lamp vervangen als de
helderheid aanzienlijk is afgenomen.
De lamp MOET worden vervangen voordat de
projector opnieuw normaal kan functioneren.
"XXXX" in de bovenstaande berichten zijn nummers die verschillen afhankelijk van de verschillende modellen.
Onderhoud
62
De lamp vervangen
•Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de lokale
wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
•Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt, moet u
controleren of er niemand onder de lampsok staat om het risico op letsels of oogbeschadiging,
veroorzaakt door de gebroken lamp, te voorkomen.
•Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen voordat u de lamp vervangt.
•Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te
laten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
•Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen,
dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is
gespat.
•Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking van de lens
te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is verwijderd.
•Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke lokale
regelgeving.
•Wij raden u aan een BenQ-projectorlamp aan te schaffen als vervanging om de optimale prestaties van de
projector te verzekeren.
•Zorg voor een goede ventilatie bij het hanteren van gebroken lampen. Wij raden u aan een gasmasker, een
veiligheidsbril, een beschermende bril of een gelaatsbescherming te gebruiken en beschermende kleding,
zoals handschoenen, aan te trekken.
1.Schakel de voeding uit en koppel de projector los van het stopcontact. Als de lamp
heet is, laat u de lamp eerst ongeveer 45 minuten afkoelen om brandwonden te
voorkomen.
2.Maak de schroef op de lampafdekking
los.
Onderhoud 63
3.Verwijder de lampafdekking door (a)
(a)
(b)
het deksel naar de zijkant van de
projector te schuiven en (b) het af te
nemen.
•Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel
van de lamp is verwijderd.
•Steek uw vingers niet tussen lamp en de projector.
De scherpe randen in de projector kunnen letsels
veroorzaken.
4.Maak de schroeven waarmee de lamp is
bevestigd, los.
5.Til de handgreep op zodat deze
rechtop staat. Trek met de handgreep
de lamp langzaam uit de projector.
•Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor
glasscherven in de projector terecht kunnen
komen.
•Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen
of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare
materialen.
•Steek uw handen niet in de projector nadat de
lamp is verwijderd. Als u de optische onderdelen
in de projector aanraakt, kan dat ongelijke
kleurweergave en een vervormde projectie
veroorzaken.
6.Plaats de nieuwe lamp in het
lampcompartiment en controleer of
deze in de projector past.
Onderhoud
64
7.Maak de schroeven waarmee de lamp is
bevestigd, vast.
•Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
•Draai de schroeven niet te vast.
8.Zorg dat de handgreep volledig vlak ligt
en stevig op zijn plaats zit.
9.Plaats de lampafdekking terug door
deze op zijn plaats te schuiven.
10. Maak de schroef waarmee de
lampafdekking is bevestigd, vast.
•Een losse schroef kan tot een slechte verbinding
leiden, met storingen tot gevolg.
•Draai de schroef niet te vast.
(a)
(b)
11. Start de projector opnieuw op.
Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd.
De lamptimer opnieuw instellen op nul
12. Open het OSD-menu nadat het startlogo is
verschenen. Ga naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Lampinstellingen. Druk op Mode/Enter. De
pagina Lampinstellingen wordt geopend.
Druk op om Lamptimer herstellen te
markeren en druk op Mode/Enter. Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u
wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Markeer Reset en druk op Mode/Enter.
De lamptijd wordt opnieuw ingesteld op '0'.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet in op nul wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u dat wel doet,
kan dit schade veroorzaken.
afgebroken)
Resetten schaler mislukt (alleen videoprojector)
Inbranden AAN
Inbranden UIT
Lampgebeurtenissen
Lamp 1 fout bij normaal gebruik
Lamp is niet aan
Fout ventilator 1 (de feitelijke ventilatorsnelheid
is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Uit
Fout ventilator 2 (de feitelijke ventilatorsnelheid
is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Fout ventilator 3 (de feitelijke ventilatorsnelheid
is ±25% buiten de gewenste snelheid)
Uit
Uit
Temperatuur 1 fout (boven temperatuurgrens)
Fout Thermische sensor 1 open
Fout Thermische sensor 1 kortgesloten
Uit
Thermische IC #1 I2C verbindingsfout
Temperatuur 2 fout (boven temperatuurgrens)
Uit
Fout Thermische sensor 2 open
Fout Thermische sensor 2 kortgesloten
Uit
Thermische IC #2 I2C verbindingsfout
66
Onderhoud
Problemen oplossen
U kunt de projector niet inschakelen.
OorzaakOplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
Poging om projector opnieuw in te
schakelen tijdens het afkoelen.
Geen beeld
OorzaakOplossing
De videobron is niet ingeschakeld of niet
correct aangesloten.
De projector is niet correct aangesloten
op het apparaat van het ingangssignaal.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
Onscherp beeld
OorzaakOplossing
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
De projector en het scherm zijn niet
correct uitgelijnd.
De lensklep is nog gesloten.Open de lensklep.
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
wisselstroomingang op de projector en het andere
uiteinde in het stopcontact. Controleer of het
stopcontact is ingeschakeld (indien van
toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Schakel de videobron in en controleer of de
signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Kies het juiste ingangssignaal met de knop
SOURCE op de projector of afstandsbediening.
Pas de scherpstelling van de lens aan met de
focusring.
Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte van de
projector aan indien nodig.
De afstandsbediening werkt niet
OorzaakOplossing
De batterij is leeg.Vervang de batterij door een nieuwe.
Er bevindt zich een voorwerp tussen de
afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Verwijder het voorwerp.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de
projector staan.
Het wachtwoord is onjuist
OorzaakOplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Zie "De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten" op pagina 30 voor details.
Problemen oplossen 67
Specificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optische specificaties
Resolutie
(MS521/MS511H)
800 x 600 SVGA
(MX522)
1024 x 768 XGA
(MW523/TW523)
1280 x 800 WXGA
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
Lens F/waarde
(MS521/MX522/MS511H)
F = 2,51 tot 2,69
f = 22,08 tot 24,28 mm
(MW523/TW523)
F = 2,55 tot 3,06
f = 21 tot 25,6 mm
Verschuiving
(MS521/MX522/MS511H): 130%;
(MW523/TW523): 125%
Zoomfactor
(MS521/MX522/MS511H): 1,1X;
(MW523/TW523): 1,2x
Lamp
(MS521/MX522/MW523/MS511H/
TW523): Lamp van 190 W
Elektrische specificaties
Stroomtoevoer
AC100–240V, 2,6 A,
50-60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik
(MS521/MX522/MW523/MS511H/
TW523): 265 W (max); < 0,5 W (standby)
Mechanische specificaties
Gewicht
2,3 Kg (5,1 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (vrouwelijk) x 1
Luidspreker
(Stereo) 2 watt x 1
Besturing
Seriële besturing via RS-232
9-pins x 1
IR-ontvanger x 1
USB-type B x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (vrouwelijk) x 2
Videosignaalingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pins poort x 1
VIDEO
RCA-stekker x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoge - Component RCAaansluiting x 3 (via RGB-ingang)
Digitaal-HDMI x 1
Audiosignaalingang
Audio-ingang
Pc-audio-aansluiting x 2
Audio-uitgang
Pc-audio-aansluiting x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C-40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid in bedrijf
10%-90% (zonder condensatie)
Bedrijfshoogte
0-1499 m bij 0°C-35°C
1500-3000* m bij 0°C-30°C (met
Hoogtemodus ingeschakeld)
* Geldt voor China alleen tot een hoogte
van 2000 m
De levensduur van de lamp zal verschillen, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en het gebruik.
Specificaties
68
Afmetingen
301,6
219,2
111,3
76
70,0
80,0
196,0
196,0
181,0
71
,
9
301,6
21,0
81,0
57,5
162,1
Plafondmontageschroeven:
M4 x 8 (Max. L = 8 mm)
Eenheid: mm
301,6 mm (W) x 111,3 mm (H) x 219,2 mm (D)
Installatie met plafondmontage
Specificaties 69
Timingtabel
Ondersteunde timing voor pc-ingang
ResolutieModusVer ti ca le
640 x 480VGA_60*59,94031,46925,175
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600SVGA_60*60,31737,87940,000
1024 x 768XGA_60*60,00448,36365,000
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1024 x 576BenQ Notebook_ timing 60,035,82046,966
1024 x 600BenQ Notebook_ timing 64,99541,46751,419
1280 x 7201280 x 720_60*6045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_60*59,8747,77679,5
1280 x 800WXGA_60*59,81049,70283,500
1280 x 1024SXGA_60***60,02063,981108,000
1280 x 9601280 x 960_60***60,00060,000108,000
1360 x 7681360 x 768_60***60,01547,71285,5
1440 x 900WXGA+_60***59,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_60***59,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA***60,00075,000162,000
1680 x 10501680 x 1050_60***59,95465,29146,25
640 x 480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75Hz MAC1974,9360,24180,000
1152 x 870@75Hz MAC2175,06068,680100,000
•*Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential, Top Bottom en Side-by-Side.
** Ondersteunt timing voor non-3D- en 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
***Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Top Bottom en Side-by-Side.
•De hierboven genoemde timings worden mogelijk niet ondersteund als gevolg van beperkingen in het
EDID-bestand en VGA-beelden. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600SVGA_60*60,31737,87940,000
1024 x 768XGA_60*60,00448,36365,000
1152 x 8641152 x 864_757567,5108
1280 x 7681280 x 768_60*59,8747,77679,5
1024 x 576@60HzBenQ Notebook_
1024 x 600@65HzBenQ Notebook_
1280 x 7201280 x 720_60*6045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5
1280 x 800WXGA_60*59,81049,70283,500
1280 x 1024SXGA_60***60,02063,981108,000
1280 x 9601280 x 960_60***60,00060,000108,000
1360 x 7681360 x 768_60***60,01547,71285,5
1440 x 900WXGA+_60***59,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_60***59,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA***60,00075,000162,000
1680 x 10501680 x 1050_60***59,95465,29146,25
640 x 480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75HzMAC1974,9360,24180,000
1152 x 870@75HzMAC2175,06068,680100,000
•*Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential, Top Bottom en Side-by-Side.
** Ondersteunt timing voor non-3D- en 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
***Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Top Bottom en Side-by-Side.
•De hierboven genoemde timings worden mogelijk niet ondersteund als gevolg van beperkingen in het
EDID-bestand en VGA-beelden. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
TimingResolutieVe rt i ca le
frequentie (Hz)
480i*720 x 48059,9415,7327Alleen HDMI
480p*720 x 48059,9431,4727Alleen HDMI
576i720 x 5765015,6327HDMI / DVI
576p720 x 5765031,2527HDMI / DVI
720/50p**1280 x 7205037,574,25HDMI / DVI
720/60p****1280 x 7206045,0074,25HDMI / DVI
1080/50i***1920 x 10805028,1374,25HDMI / DVI
1080/60i***1920 x 10806033,7574,25HDMI / DVI
1080/24P**1920 x 1080242774,25HDMI / DVI
1080/25P1920 x 10802528,1374,25HDMI / DVI
1080/30P1920 x 10803033,7574,25HDMI / DVI
1080/50P1920 x 10805056,25148,5HDMI / DVI
1080/60P1920 x 10806067,5148,5HDMI / DVI
* Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
**Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Top Bottom en Side-by-Side.
***Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Side-by-Side.
****Ondersteunde timing voor 3D-signaal met formaat Frame Sequential, Top-Bottom en Frame packing.
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Opmerking
72
Specificaties
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr ingang
TimingResolutieVe rt ica le
480i*720 x 48059,9415,7313,5
480p*720 x 48059,9431,4727
576i720 x 5765015,6313,5
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p*1280 x 7206045,0074,25
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 10806067,5148,5
•* Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
•Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde timing voor Video- en S-Video-ingang
VideomodusHorizontale
NTSC*15,73603,58
PAL15,63504,43
SECAM15,63504,25 of 4,41
PAL-M15,73603,58
PAL-N15,63503,58
PAL-6015,73604,43
NTSC4.4315,73604,43
* Ondersteunt timing voor 3D-signaal met de indeling Frame Sequential.
frequentie (kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
Frequentie
kleursubdrager
Frequentie (MHz)
Specificaties 73
Ondersteund 3D-signaal voor HDMI (HDCP)-invoer
Videotiming
ResolutieTimingHorizontale
720 (1440) x
480
720 x 480480p31,4759,94
720 (1440) x
576
720 x 576576p31,2550
1280 x 720720/50p37,550
1280 x 720720/60p4560
1920 x 10801080/
1920 x 10801080/
1920 x 10801080/
1920 x 10801080/50i28,1350
1920 x 10801080/60i33,7560
1920 x 10801080/
1920 x 10801080/
480i15,7359,94
576i15,6350
24P
25P
30P
50P
60P
frequentie
(kHz)
2724
28,1325
33,7530
56,2550
67,560
PC timing
ResolutieTimingHorizontale
640 x 480VGA_6059,9431,469
720 x 400720x400_7070,08731,469
800 x 600SVGA_6060,31737,879
1024 x 768XGA_6060,00448,363
1152 x 8641152 x 864_757567,5
1024 x 576BenQ timing voor
Deze BenQ-projector wordt gedekt door de volgende patenten:
Amerikaanse patenten 6,837,608; 7,275,834; 7,181,318; TW-patenten 202690; 205470;
I228635; I259932; Chinese patenten ( 中国发明专利 ) ZL01143168.7; ZL03119907.0;
ZL200510051609.2
Beperkte garantie
BenQ garandeert dat dit product vrij is van defecten in vakmanschap en materialen, bij
normaal gebruik en opslag.
Wanneer u aanspraak wilt maken op de garantie, zal een aankoopbewijs worden gevraagd.
Wanneer dit product binnen de garantieperiode defect raakt, is de enige verplichting van
BenQ en uw enig verhaal de vervanging van defecte onderdelen (inclusief werkuren). Om
garantieservice te verkrijgen, moet u de leverancier bij wie u het product hebt gekocht,
onmiddellijk op de hoogte brengen van eventuele defecten.
Belangrijk: Belangrijk: de bovenstaande garantie vervalt wanneer de klant heeft nagelaten
het product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het
bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheid moet tussen
10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden
gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent u
specifieke wettelijke rechten en u kunt andere rechten hebben die verschillen afhankelijk
van het land.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2013 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van deze
publicatie mag worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een
retrievalsysteem of vertaald in enige taal of computertaal, en in geen enkele vorm of op
geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch,
handmatig of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ
Corporation.
Afstandsverklaring
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch
stilzwijgend, met betrekking tot de inhoud van deze publicatie en wijst specifiek alle
garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. Verder behoudt
BenQ Corporation zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan af en
toe te wijzigen zonder de verplichting enige persoon op de hoogte te brengen van
dergelijke herzieningen of wijzigingen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments.
Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of
organisaties.
Informatie over garantie en auteursrechten77
FCC statement (for the United States only)
CLASS B: This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and
used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However,
there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause
harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off
and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.
— Increase the distance between the equipment and receiver.
— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Operation is subject to the following two conditions:
1) this device may not cause interference and
2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the
device.
FCC Caution: Any changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance
could void the user's authority to operate this equipment.
Informatie over garantie en auteursrechten78
Accessibility Requirements for Rehabilitation Act of 1973, Section 508
BenQ's commitment to accessible products allows us to support government in making accessible technology
choices. BenQ's LCD monitors and projectors are compliant with Section 508 guidelines by including the
assistive features as below:
z
BenQ's monitors have colored "Power" indicators. While the indicator shows green, it means that the
monitor is using the full power. While the indicator shows yellow or amber, it means that the monitor is in
suspend or sleep mode and is using less than 2watts of electricity.
z
BenQ's monitors have a variety of settings of pre-programmed flicker-free timing to make the screen
shown on the monitor readily accessible. The default timing setting is automatically turned on every time
the monitor is powered up, and thus reduces the hassle of user intervention.
z
BenQ's monitors and projectors have options for brightness and contrast adjustments that text and
images could be displayed differently to meet the demands of the visually impaired. Other similar
adjustments are also available by using the On-Screen Display (OSD) controls on the products.
z
BenQ's multimedia monitors and projectors usually have one or two speakers for audio performance
which allow users (including hearing impaired) to interact with the computer systems connected. Speaker
controls are typically located on the front-panel.
z
Firmware of BenQ's monitors and projectors contain unique product information that helps computer
systems to identify BenQ products and activate their Plug-and-Play function when connected.
z
All BenQ's monitors and projectors are compatible with the PC99 standard. For example, connectors are
color-coded to help users easily connecting products to computer systems correctly.
z
Some models of BenQ's monitors and projectors contain additional USB and DVI ports for connection to
more devices such as a special headphone to assist the hearing impaired.
z
All BenQ monitors and projectors come with user manuals on compact discs which could be easily read
by commercial software such as Adobe Reader via a connected computer system. These documents are
also available on the BenQ's web site (www.BenQ.com). Other types of documents may be available
upon requests.
z
BenQ's customer service provides answers and assistance to all our customers through phone calls,
facsimiles, e-mails, or web sites.
Informatie over garantie en auteursrechten79
IC statement (for Canadian users)
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil numͼrique de la classe B est conforme ͳ la norme NMB-003 du Canada.
The device complies with RSS-210 of the Industry Canada Rules. Operation is subject to the following two
conditions (If the product within RF function):
1) this device may not cause interference and
2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the
device.
Ce dispositif est conforme a la norme CNR-210 d'Industrie Canada applicable aux appareils radio exempts de
licence. Son fonctionnement est sujet aux deux conditions suivantes: (1) le dispositif ne doit pas produire de
brouillage prejudiciable, et (2) ce dispositif doit accepter tout brouillage recu, y compris un brouillage
susceptible de provoquer un fonctionnement indesirable.
For UK only
z
The mains lead (power cable) on the equipment comes with a moulded plug incorporating a fuse.
z
The rating of the fuse is indicated on the pin face of the plug and, if it requires replacing, a fuse approved
by ASTA or BSI to BS 1362 of the same rating must be used.
z
If the plug has a detachable fuse cover, remember to place the fuse cover back if you need to change the
fuse.
z
Do NOT use a plug without the fuse cover. If the fuse cover is missing, contact your nearest BenQ
Customer Service Center for assistance.
Informatie over garantie en auteursrechten80
CE DOC
English
DECLARATION OF CONFORMITY
The device complies with the requirements set out in the Council Directives on the Approximation of the Laws
of the Member States relating Electromagnetic Compatibility (2004/108/EC) and Low Voltage Directive
(2006/95/EC) and Radio and Telecommunications Terminal Equipment Directive (1999/5/EC), the Restriction
of The Use of Certain Hazardous Substances in Electrical And Electronic Equipment Directive (2011/65/EU),
implementing Directive 2005/32/EC of the European Parliament and of the Council with regard to eco-design
requirements for standby and off mode electric power consumption of electrical and electronic household and
office equipment, and the Directive 2009/125/EC of the European parliament and of the council establishing a
framework for the setting of eco-design requirements for energy-related products.
Français
DÉCLARATION DE CONFORMITÉ
Cet appareil est conforme aux exigences énoncées dans les directives du Conseil sur le rapprochement des
législations des États membres concernant la compatibilité électromagnétique (2004/108/CE) et la Directive
basse tension (2006/95/CE), la directive équipements radio et équipements terminaux de télécommunication
(1999/5/EC), la directive relative à la limitation de l'utilisation de certaines substances dangereuses dans les
équipements électriques et électroniques(2011/65/UE), la directive EEE turc, le règlement (CE) n° 1275/2008
mettant en œuvre la directive 2005/32/CE du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les
exigences d’écoconception pour le mode veille et arrêt de la consommation d’énergie électrique d’appareils
électriques et électroniques et matériel de bureau, et de la Directive 2009/125/EC du Parlement européen et
du Conseil établissant un cadre pour la fixation d’exigences en matière d’écoconception applicables aux
produits liés à l’énergie.
Español
DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD
Este dispositivo cumple con los requisitos establecidos en las Directivas del Consejo sobre la Aproximación
de las Leyes de los Estados Miembros en relación con la Directiva de Compatibilidad Electromagnética
(2004/108/EC) y Directiva de Bajo Voltaje (2006/95/EC) y la Directiva sobre equipos radioeléctricos y
terminales de comunicación (1999/5/EC), la Directiva sobre la restricción del uso de ciertas sustancias
peligrosas en equipos eléctricos y electrónicos (2011/65/UE), la directiva EEE turca, Reglamento (CE) nº
1275/2008 de la Comisión, por el que se desarrolla la Directiva 2005/32/CE del Parlamento Europeo y del
Consejo en lo concerniente a los requisitos de diseño ecológico aplicables al consumo de energía eléctrica
en los modos preparado y desactivado de los equipos eléctricos y electrónicos domésticos y de oficina y la
Directiva 2009/125/EC del Parlamento Europeo y del Consejo por la que se instaura un marco para el
establecimiento de requisitos de diseño ecológico aplicables a los productos relacionados con la energía.
Informatie over garantie en auteursrechten81
Deutsch
KONFORMITÄTSERKLÄRUNG
Dieses Gerät erfüllt die Voraussetzungen, welche in den Richtlinien zur Angleichung der Rechtsvorschriften
der Mitgliedstaaten in Bezug auf elektromagnetische Kompatibilität (2004/108/EC), Niederspannungsrichtlinie
(2006/95/EC), Richtlinie für Funkanlagen und Telekommunikations-Endeinrichtungen (1999/95/EC),
Beschränkung der Verwendung bestimmter gefährlicher Stoffe in Elektro- und Elektronikgeräten
(2011/65/EU), Türkische EEE-Direktive, Kommissionreglementierung (EC) Nr. 1275/2008 zur Ausführung der
Direktive 2005/32/EC des Europaparlamentes und des Rats für Öko-Design-Voraussetzungen für
Stromverbrauch im Standby- und Aus-Modus von Elektro- und Elektronikgeräten für den Heim- und
Bürogebrauch und die Direktive 2009/125/EC des Europaparlamentes und es Rats zu Etablierung eines
Rahmens zum Aufstellen von Voraussetzungen für Öko-Designs für Energie verbrauchende Produkte
aufgestellt wurden.
Italiano
DICHIARAZIONE DI CONFORMITÀ
Il dispositivo è conforme con i requisiti esposti nel Consiglio Direttivo in materia di Approssimazione delle
Leggi degli Stati Membri in relazione alla Compatibilità Elettromagnetica (2004/108/EC) e alla Direttiva basso
voltaggio (2006/95/EC) e alla Direttiva sugli Apparati Radio e Terminali di Telecomunicazione (1999/5/EC),
Direttiva sulla restrizione dell’uso di sostanze pericolose nelle apparecchiature elettriche ed elettroniche
(RoHS) (2011/65/UE), Direttiva EEE turca, Regolamento della Commissione (EC) No 1275/ 2008 che
implementa la Direttiva 2005/32/EC del Parlamento europeo e del Consiglio in merito ai requisiti di ecodesign
per il consumo di alimentazione elettrica in modalità standby e spento per le apparecchiature elettriche
domestiche e di lavoro, e la Direttiva 2009/ 125/EC del Parlamento europeo e del Consiglio che stabilisce la
struttura dell’impostazione dei requisiti di ecodesign per prodotti basati su energia.
(1999/5/EC), dyrektywą ograniczenia stosowania niektórych niebezpiecznych
substancji w wyposaĪeniu elektrycznym ielektronicznym (2011/65/UE), turecką dyrektywą EEE,
rozpocządzeniem komisji (WE) nr 1275/2008 w sprawie wykonania dyrektywy 2005/32/WE Parlamentu
Europejskiego i Rady w odniesieniu do wymogów dotyczących ekoprojektu dla zuĪycia energii przez
elektryczne i elektroniczne urządzenia gospodarstwa domowego i urządzenia biurowe w trybie czuwania i
wyáączenia oraz dyrektywą 2009/125/EC, ustanawiającą ogólne zasady ustalania wymogów dotyczących
ekoprojektu dla produktów związanych zenergią.
Informatie over garantie en auteursrechten83
ýeština
PROHLÁŠENÍ O SHODċ
Toto zaĜízení odpovídá požadavkĤm stanoveným ve smČrnici Rady o sbližování právních pĜedpisĤþlenských
státĤ týkajících se elektromagnetické kompatibility (2004/108/ES), ve smČrnici týkající se nízkonapČĢových
zaĜízení (2006/95/ES), ve smČrnici o rádiových zaĜízeních a telekomunikaþních koncových zaĜízeních
(1999/5/ES), ve smČrnici o omezení používání nČkterých nebezpeþných látek v elektrických a elektronických
zaĜízeních (2011/65/EU), v turecké smČrnici EEE, v naĜízení Komise (ES) þ. 1275/2008, kterým se provádí
smČrnice 2005/32/ES Evropského parlamentu a Rady týkající se požadavkĤ na ekodesign zhlediska spotĜeby
elektrické energie u elektrických a elektronických zaĜízení vpohotovostním režimu a ve vypnutém stavu
urþených pro domácnosti a kanceláĜe avesmČrnici Evropského parlamentu a Rady 2009/125/ES o stanovení
rámce pro urþení požadavkĤ na ekodesign výrobkĤ spojených se spotĜebou energie.
Türkçe
UYUM BEYANI
Bu aygıt Üye Ülkelerin Yasalarının Yakınlaútırılması ba÷lamında Konsey Direktifleri dahilinde getirilen
gereklilikler, Elektromanyetik Uyumluluk (2004/108/EC) ve Düúük Voltaj Direktifi (2006/95/EC) ve Radyo ve
Telekomünikasyon Terminal Ekipmanı Direktifi (1999/5/EC), Elektrikli ve Elektronik Aletlerde Tehlikeli
Maddelerin Kullanımıyla ølgili Sınırlamalar Direktifi (2011/65/EU) i Türkiye EEC Direktifi, Türk ErP (Karar
2010/643)
;
Avrupa Parlamentosu ve Konseyinin elektrikli ve elektronik ev aletleri ve büro ekipmanlarının
bekleme ve kapalı moddayken elektrik tüketimleriyle ilgili eko-tasarım gereklilikleri ba÷lamında yayınlamıú
oldu÷u 2005/32/EC numaralı Direktifin uygulanmasıyla ilgili Komisyon Tüzü÷ü (EC) No 1275/2008 ve Avrupa
Parlamentosu veKonseyinin enerji sarfiyatıyla ürünlerin eko-tasarım gerekliliklerinin düzenlenmesi
ba÷lamında bir çerçeve çizen 2009/125/EC numaralı Direktifiyle uyumludur.
Português
DECLARAÇÃO DE CONFORMIDADE
O dispositivo está conforme aos requisitos definidos pelas Directivas do Conselho sobre a Aproximação das
Leis dos Estados-Membros relativamente à Compatibilidade Electromagnética (2004/108/CE) e Directiva de
Baixa Tensão (2006/95/CE) e a Directiva relativa aos equipamentos de rádio e equipamentos terminais de
telecomunicações (1999/5/CE), a restrição do uso de determinadas substâncias perigosas em equipamentos
eléctricos e electrónicos (2011/65/EU), Directiva Turca EEE, Regulamento da Comissão (EC) nº. 1275/2008
que implementa a Directiva 2005/32/EC do Parlamento Europeu e do Conselho relativamente aos requisitos
de eco-design para consumo de energia eléctrica no modo de suspensão e desligado de equipamentos
eléctricos e electrónicos domésticos e de escritório, e a Directiva 2009/125/EC do Parlamento Europeu e do
Conselho, que estabelece uma base para a definição dos requisitos de eco-design para produtos
relacionados com energia.
Informatie over garantie en auteursrechten84
Magyar
MEGFELELėSÉGI NYILATKOZAT
Az eszköz megfelel a Bizottság tagállamainak harmonizált jogszabályainak az elektromágneses
kompatibilitás (2004/108/EK) és a kisfeszültségĦ direktíva (2006/95/EK), a rádiófrekvenciás és
telekommunikációs végberendezések direktíva (1999/5/EK), továbbá az elektromos eszközök egyes
veszélyesanyag-felhasználását korlátozó direktíva (2011/65/EU),a török EEE direktíva, a 1275/2008 sz.
Bizottsági szabályozás (EK) (amely az Európai Parlament és a Bizottság 2005/32/EK sz. direktíváját vezeti be
az elektromos és elektronikus háztartási és irodai eszközök környezetbarát kialakításával, környezetbarát
készenléti és kikapcsolt állapotbeli fogyasztásával kapcsolatban) és az Európai Parlament ésa Bizottság
2009/125/EK sz. direktíva (amely az energiahasználó termékek környezetbarát kialakítási követelményeinek
Apparatet er i overensstemmelse med kravene i Rådets direktiver om indbyrdes tilnærmelse af
medlemsstaternes lovgivning om elektromagnetisk kompatibilitet (2004/108/EF) og lavspændingsdirektivet
(2006/95/EF) og radio-og teleterminaludstyr (1999/5/EF), begrænsning af anvendelsen af visse farlige stoffer
i elektrisk og elektronisk udstyr (2011/65/EU), Tyrkisk EEE direktiv, Kommissionens forordning (EF) nr.
1275/2008 om gennemførelse af direktiv 2005/32/EF af Europa-Parlamentets og Rådets direktiv med hensyn
til krav til miljøvenligt design for elforbrug i standbytilstand og slukket tilstand af elektrisk og elektronisk
husholdnings-og kontorudstyr, og direktiv 2009/125/EF af Europa-Parlamentet og Rådet om rammerne for
fastlæggelse af krav til miljøvenligt design af energiforbrugende produkter.
Informatie over garantie en auteursrechten86
Finnish
VAATIMUSTENMUKAISUUSVAKUUTUS
Laite täyttää sähkömagneettista yhteensopivuutta koskevan EMC-direktiivin (2004/108/EY),
pienjännitedirektiivin (2006/95/EY), radio- ja telepäätelaitedirektiivin (1999/5/EY) ja vaarallisten aineiden
käytön rajoittamista sähkö- ja elektroniikkalaitteissa koskevan direktiivin (2011/65/EU), turkkilaisen
EEE-direktiivin; komission asetuksen (EY) N:o 1275/2008 direktiivin 2005/32/EY täytäntöönpanosta
kotitalouksissa ja toimistoissa käytettävien sähkö- ja elektroniikkalaitteiden lepovirtakulutuksen ekologista
suunnittelua koskevien vaatimusten osalta sekä Euroopan parlamentin ja neuvoston direktiivin 2009/125/EY
energiaan liittyvien tuotteiden ekologiselle suunnittelulle asetettavien vaatimusten puitteista.
Norwegian
SAMSVARSERKLÆRING
Enheten er i samsvar med de angitte kravene i EU-direktivene om tilnærming av lovene i medlemslandene
angående elektromagnetisk kompatibilitet (2004/108/EC), lavspenning (2006/95/EC) og radio og
telekommunikasjonsutstyr (1999/5/EC), begrensningen i bruk av visse farlige substanser i EU-direktivet for
elektrisk og elektronisk utstyr (2011/65/EU), det tyrkiske EEE-direktivet, EU-kommisjonsforskrift nr.
1275/2008 som iverksetter EU-parlamentets og EU-rådets direktiv 2005/32/EC angående øko-designkrav til
strømforbruk i beredt og avslått elektrisk og elektronisk utstyr til hjem og kontor og EU-parlamentets direktiv
2009/125/EC som etablerer et rammeverk for etableringen av øko-designkrav for energirelaterte produkter.
Informatie over garantie en auteursrechten87
WEEE directive
English
WEEE
Battery
Disposal of Waste Electrical and Electronic Equipment and/or Battery by users in
private households in the European Union.
This symbol on the product or on the packaging indicates that this can not be disposed
of as household waste. You must dispose of your waste equipment and/or battery by
handling it over to the applicable take-back scheme for the recycling of electrical and
electronic equipment and/or battery. For more information about recycling of this
equipment and/or battery, please contact your city office, the shop where you
purchased the equipment or your household waste disposal service. The recycling of
materials will help to conserve natural resources and ensure that it is recycled in a
manner that protects human health and environment.
Recycling information: See http://www.benq.com/support/recycle for details.
Français
Directive DEEE
WEEE
Pile
Mise au rebut des déchets d’équipements électriques et électroniques et/ou des
piles par les particuliers dans l’Union Européenne.
Ce symbole figurant sur le produit ou l’emballage signifie que celui-ci ne peut pas être
jeté avec les ordures ménagères. Vous devez mettre vos déchets d’équipements et/ou
piles au rebut en le déposant dans un point de collecte prévu à cet effet afin que les
équipements électroniques et électriques et/ou piles soient recyclés. Pour de plus
amples informations sur le recyclage de ce produit et/ou cette pile, veuillez prendre
contact avec l’organisme local compétent, le service d’élimination des déchets
ménagers ou le point de vente du produit.Le recyclage des matériaux aidera à
conserver les ressources naturelles et à s’assurer qu’ils seront recyclés d’une façon
que cela protège la santé humaine et l’environnement.
Recycling information: See http://www.benq.com/support/recycle for details.
Informatie over garantie en auteursrechten88
Español
Directiva WEEE
WEEE
Batería
Residuos de aparatos eléctricos y electrónicos y/o batería por parte de los
usuarios domésticos privados en la Unión Europea.
El símbolo que muestra el producto o el embalaje indica que no puede ser desechado
como residuo doméstico. Para desechar el equipo siga las directrices aplicables para
el reciclaje de equipo eléctrico y electrónico y/o batería.
Para obtener más información sobre el reciclaje de este equipo y/o batería, póngase
en contacto con el ayuntamiento, la tienda donde adquirió el equipo o el servicio de
recogida de basuras. Al reciclar materiales ayudamos a conservar el medio natural y a
garantizar el reciclaje de manera que proteja la salud y el medioambiente.
Recycling information: See http://www.benq.com/support/recycle for details.
Deutsch
WEEE-Richtlinie
WEEE
Batterie
Entsorgung von Elektro- und Elektronikgeräten bzw. Batterien in
Privathaushalten der Europäischen Union.
Das Symbol auf der Produktverpackung zeigt an, dass dieses Gerät nicht mit dem
normalen Hausmüll entsorgt werden darf. Sie sind verpflichtet, Ihre Altgeräte bzw.
Batterien entsprechend der geltenden Bestimmungen für die Wiederverwertung von
Elektro- und Elektronik-Altgeräten bzw. Batterien zu entsorgen. Weitere Informationen
über das Recycling dieses Geräts bzw. Batterie erhalten Sie von Ihren örtlichen
Behörden, Ihrem Fachhändler oder der lokalen Rücknahmestelle. Fachgerechtes
Wertstoffrecycling spart nicht nur wertvolle Ressourcen, sondern schützt auch Umwelt
und Gesundheit.
Recycling information: See http://www.benq.com/support/recycle for details.
Italiano
Direttiva WEEE
WEEE
Batteria
Smaltimento di apparecchi elettrici ed elettronici e/o batterie nell'Unione
Europea da parte di utenti privati.
Questo simbolo sul prodotto o sulla confezione indica che l'articolo non può essere
smaltito come i normali rifiuti domestici. È necessario smaltire le apparecchiature e/o
batterie secondo quanto previsto dagli schemi di recupero per il riciclaggio di
apparecchiature elettriche e elettroniche e/o batterie. Per ulteriori informazioni sul
riciclaggio di questo apparecchio e/o batteria, contattare l’ente della propria città, il
negozio dove è stato acquistato l’apparecchio o il proprio servizio di smaltimento rifiuti
domestici. Il riciclaggio dei materiali contribuisce a ridurre il consumo di risorse naturali
e assicura che i materiali siano riciclati tutelando la salute umana e l'ambiente.
Recycling information: See http://www.benq.com/support/recycle for details.