BenQ MS512H, MS521P, TS521P, TS537, MX522P User Manual [nl]

...
MS512H/MS521P/TS521P/TS537/ MX522P/TX538/TW523P/TW539
Digital Projector
Gebruikershandleiding

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies ........... 3
Kenmerken van de projector.................7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector...................9
Bedieningselementen en functies.........10
De projector
positioneren........................ 14
Het kiezen van een plek ........................14
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................15
Aansluitingen....................... 17
Videoapparaten aansluiten ....................18
Bediening .............................19
De projector opstarten .........................19
Het geprojecteerde beeld aanpassen .20
De menu's gebruiken .............................22
De projector beveiligen.........................23
Schakelen tussen ingangssignalen.........26
Vergroten en details zoeken ................27
De beeldverhouding selecteren...........27
Het beeld optimaliseren ........................29
De presentatietimer instellen...............32
Door pagina's scrollen vanaf de
afstandsbediening ....................................33
Het beeld stilzetten ................................34
Het beeld verbergen ..............................34
Besturingstoetsen blokkeren................34
Gebruik op grote hoogte......................35
Het geluid aanpassen..............................35
Het testpatroon gebruiken ...................36
Onderwijssjabloons................................ 36
De projector uitschakelen.................... 37
Direct uitschakelen ................................ 37
Menubewerkingen .................................. 38
Onderhoud ......................... 48
Onderhoud van de projector .............. 48
Informatie over de lamp ....................... 49
Problemen oplossen ......... 52
Specificaties......................... 53
Projectorspecificaties............................. 53
Afmetingen ............................................... 54
Plafondmontage....................................... 54
Timing-diagram........................................ 55
Informatie over garantie
en auteursrechten ............. 59
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C / 104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector heeft de volgende kenmerken
SmartEco™ start dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een nieuwe manier om het lampsysteem van de projector te bedienen en energie te sparen, afhankelijk van de helderheid van het beeldmateriaal.
Langste levensduur van de lamp met SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik en verhoogt de levensduur van de lamp.
ECO LEEG bespaart het stroomverbruik van de lamp Als u op de knop ECO BLANK drukt, verbergt u het beeld en wordt het lampvermogen beperkt.
Minder dan 0,5W in stand-by Minder dan 0,5W stroomverbruik in stand-by.
Filterloos Een filterloos ontwerp voor minimaal onderhoud en gebruikskosten.
Automatisch aanpassen met één toets Druk op AUTO op het toetsenblok of afstandsbediening om meteen de beste beeldkwaliteit in te stellen.
Geïntegreerde luidspreker(s) Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio­ingang.
Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal, Direct
inschakelen Snelle afkoeling functie versnelt het afkoelen als de projector wordt uitgeschakeld. Automatisch uitschakelen functie zorgt ervoor dat de projector automatisch kan
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd. Inschakelen bij signaal functie schakelt de projector automatisch in zodra een signaal op een ingang wordt gedetecteerd en Direct inschakelen start de projector automatisch op als de stroom wordt aangesloten.
Direct herstarten Kies Direct herstarten om de projector onmiddellijk opnieuw te starten binnen 90 seconden nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Ondersteuning voor 3D Diverse 3D-formaten maken de 3D-functie nog veelzijdiger. Met 3-dimensionale beelden en een 3D-bril van BenQ geniet u van 3D-films, video's en sportevenementen alsof u erbij bent.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Netsnoer VGA-kabel
Snelgids
Afstandsbediening met batterijen

Optionele accessoires

1. Reservelamp
2. Plafondmontageset
Inleiding8
CD met
gebruikershandleiding
3. 3D-bril
4. Draagtas
Garantiekaart*

Buitenkant van de projector

Voorkant/bovenkant
1
2
3
Achter/onderkant
10 111812 13 14 151716
9
1. Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 10 voor details.)
2. Ventilatie (warme lucht uit)
3. Verstelvoetje
4
4. Focusring en zoomring
5
5. Ventilatie (koele lucht in)
6
6. Luidsprekerrooster
7. IR-sensor afstandsbediening voorkant
8. Projectielens
7
9. Stroomaansluiting
8
10. Audio-ingang Audio-uitgang
11. S-Video-ingang Video-ingang
12. HDMI-ingang
13. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/ YCbCr)-signaalingangen
14. RGB-signaaluitgang
15. Usb-poort
16. RS232-controlepoort
17. Gaten voor plafondmontage
18. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
Inleiding 9

Bedieningselementen en functies

Projector

1 2
3 4 5 6
7
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
4. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
5. Links/
Zet het volume van de projector lager.
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. Keystone/pijltoetsen (/omhoog, /omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
8. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
9. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
10. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
11. AAN/UIT Dit zet de projector op stand-by of aan.
12. Rechts/
Zet het volume van de projector hoger. Als het OSD-menu is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #5, #7 en #12 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
13. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
14. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
7 8
9
10
11
12 13 14
Inleiding10

Afstandsbediening

1
2
3
4
5 6
7 8
9 10
11
12
13
14
1. AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
2. Info
Toont de statusinformatie over de projector.
3. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
4. Links
5. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
8. SmartEco
Opent de lampmodus selectiebalk.
7
15
16
17
18
18
19
20
21 22 23
9. Aspect
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
10. Page Up/Page Down
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
11. Digital Zoom (+, -)
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld.
12. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling.
13. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor presentatietimer direct ingevoerd.
14. 3D settings
Opent direct de 3D-instellingen.
15. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
16. Rechts
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #4, #7 en #16 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
17. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
18. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
19. Mute
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
20. Freeze
Zet het geprojecteerde beeld stil.
Inleiding 11
21. Quick Install
Selecteert snel diverse functies om het geprojecteerde beeld aan te passen en toont het testpatroon.
22. CC
Toont ondertiteling op het scherm voor doven en slechthorenden.
23. Teaching template
Opent direct de Teaching template­instelling.
Inleiding12
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw
vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u
let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie
te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Inleiding 13

De projector positioneren

Het kiezen van een plek

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
4. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren14

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.

Projectieafmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 54 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
MS512H/MS521P/TS521P/TS537/MX522P/TX538
4:3 schermdiagonaal
H
Verticale afstand
B
Projectieafstand
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3
Schermgrootte Afstand tot scherm (mm)
Diagonaal
B (mm) H (mm)
Inch mm
30 762 610 457 1132 1189 1245 46
40 1016 813 610 1509 1585 1660 61
50 1270 1016 762 1887 1981 2075 76
60 1524 1219 914 2264 2377 2491 91
80 2032 1626 1219 3019 3170 3321 122
100 2540 2032 1524 3774 3962 4151 152
120 3048 2438 1829 4528 4755 4981 183
150 3810 3048 2286 5660 5943 6226 229
200 5080 4064 3048 7547 7925 8302 305
250 6350 5080 3810 9434 9906 10377 381
300 7620 6096 4572 11321 11887 12453 457
Min
lengte
(max.
zoom)
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4755 mm en bedraagt de verticale afstand 183 mm.
Voor een projectieafstand van 6,0 m (6000 mm) is 5943 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom "Afstand tot scherm (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150'' (ongeveer 3,8 m) nodig hebt.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Scherm
Midden van de lens
Gemiddeld
Max
lengte
(min.
zoom)
Ve rt ic a le
afstand
(mm)
De projector positioneren 15
TW523P/TW539
16:10 schermdiagonaal
H
Scherm
Midden van de lens
B
Projectieafstand
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld 16:10
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
B (mm) H (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
40 1016 862 538 1290 1355 1419
50 1270 1077 673 1613 1694 1774
60 1524 1292 808 1935 2032 2129
70 1778 1508 942 2258 2371 2484
80 2032 1723 1077 2581 2710 2839
90 2286 1939 1212 2903 3048 3194
100 2540 2154 1346 3226 3387 3548
110 2794 2369 1481 3548 3726 3903
120 3048 2585 1615 3871 4065 4258
130 3302 2800 1750 4194 4403 4613
140 3556 3015 1885 4516 4742 4968
150 3810 3231 2019 4839 5081 5323
160 4064 3446 2154 5161 5419 5677
170 4318 3662 2289 5484 5758 6032
180 4572 3877 2423 5806 6097 6387
190 4826 4092 2558 6129 6435 6742
200 5080 4308 2692 6452 6774 7097
250 6350 5385 3365 8065 8468 8871
300 7620 6462 4039 9677 10161 10645
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4065 mm.
Voor een projectieafstand van 5,0 m (5000 mm) is 5081 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom "Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150'' (ongeveer 3,8 m) nodig hebt.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren16

Aansluitingen

Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
Luidsprekers
AV-apparaat
Laptop of desktopcomputer
(VGA)
Beeldscherm
of
(DVI)
7
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. USB-kabel
4. Componentvideo-naar-VGA
6
5
7
HDMI
8
4
of
1
7
3
1 2
5. S-Video-kabel
6. Videokabel
7. Audiokabel
8. HDMI-kabel
(of D-sub) adapterkabel
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is
aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen 17
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is
aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de
Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 47 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI
Best
Component video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten (maar niet voor de Beltoon aan/uit).
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 18 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen18

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER- indicator op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
2. Druk op AAN/UIT om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden,
is een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER-indicator knippert groen en blijft groen als de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor details over het uitschakelen van de beltoon.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt
gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 23 voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector gaat zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 26 voor details.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het
bericht “Buiten bereik” op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina
55 voor details.
• Als gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, wordt automatisch de modus ECO LEEG
geactiveerd.
Bediening 19

Het geprojecteerde beeld aanpassen

De projectiehoek aanpassen

De projector beschikt over 1 verstelvoetje. Dit aanpassingsvoetje past de beeldhoogte en projectiehoek aan. Draai aan het verstelvoetje aan de achterkant om de horizontale hoek bij te stellen.
Trek de voet terug door het vestelvoetje in de andere richting te draaien.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig weergegeven. Om deze situatie te corrigeren, zie
"Keystone corrigeren" op pagina 21 voor details.

Het beeld automatisch aanpassen

In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen. Hiervoor drukt u op AUTO op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.

Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen

1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door aan de
Kijk niet in de lens wanneer de projectorlamp brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen.
Pas goed op als u op de verstellerknop drukt want deze bevindt zich vlak bij de afzuiging voor de warme lucht.
focusring te draaien.
Bediening20

Keystone corrigeren

Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat.
Corrigeer dit door het handmatig via EEN van onderstaande stappen te corrigeren.
• Druk op / op de projector of de afstandsbediening om de Keystone­correctiepagina te openen. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te corrigeren.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is
geselecteerd.
2. Druk op om Keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De
correctiepagina voor Keystone wordt geopend.
3. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de
keystone onderin het beeld te corrigeren.
Druk op /.
Druk op /.
Bediening 21

De menu's gebruiken

De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Pictogram hoofdmenu
Hoofdmenu
Submenu
Selecteren
Huidig ingangssignaal
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe u de OSD-taal kunt instellen.
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening om het OSD-menu te openen.
WEERGAVE
Wandkleur Beeldverhouding
Keystone
Positie
Fase Horizontale afmeting Digitale zoom 3D
Lessjabloon
Analog RGB
Uit
Auto
0 0
ENTER
MENU
Afsluiten
3. Druk op om Taal te selecteren en druk op MODE/ ENTER.
Status
Druk op MENU/EXIT om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
WEERGAVE
Wandkleur Beeldverhouding Keystone Positie Fase Horizontale afmeting Digitale zoom 3D Lessjabloon
Analog RGB
0 0
2. Gebruik / om het menu SYSTEEMINSTLL: Basis te selecteren.
SYSTEEMINSTLL: Basis
Presentatietimer Taal Projectorinstallatie Menu-instellingen Gebruiksinstellingen Paneeltoetsblokkering Achtergrondkleur Opstartscherm
Analog RGB
Bediening22
Uit
Auto
MENU
Tafel voor
Uit BenQ BenQ
MENU
Afsluiten
Afsluiten
SYSTEEMINSTLL: Basis
Presentatietimer
Taal
Projectorinstallatie Menu-instellingen Gebruiksinstellingen Paneeltoetsblokkering Achtergrondkleur Opstartscherm
Analog RGB
ENTER
Tafel voor
Uit BenQ BenQ
MENU
4. Druk op / / / om een voorkeurstaal te selecteren en druk op MODE/ENTER.
5. Druk op MENU/EXIT op de projector of op de afstandsbediening om de instellingen te sluiten en op te slaan.
Afsluiten

De projector beveiligen

Een veiligheidskabelslot gebruiken

De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 18 op pagina 9 voor details.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.

De wachtwoordbeveiliging gebruiken

Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD).
WAARSCHUWING: Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Als u een wachtwoord hebt ingesteld en de inschakelblokkering is geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd >
Beveiligingsins Tellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Beveiligingsins Tellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer Beveiligingsinstellingen wijzigen en druk op MODE/ENTER.
3. Zoals hier rechts afgebeeld, staan de vier pijltoetsen ( , , , ) voor vier cijfers
(1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord, op de pijltoetsen op afstandsbediening om de zes cijfers van het wachtwoord in te voeren.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Als het wachtwoord is ingesteld keert het OSD­menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Activeer de functie Inschakelblokkering door op / te drukken om Inschakelblokkering te markeren en druk op / om Aan te selecteren.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plek.
6. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
TerugMENU
Bediening 23
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren als u de projector inschakelt. Als u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt het bericht WAC HTWO O RD INVOEREN. U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als u het wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u kunt het zich absoluut niet meer herinneren, kunt u de procedure starten waarmee u het wachtwoord kunt oproepen. Zie "De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten" op pagina
24 voor details.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert, wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
1. Druk op AUTO op de projector of op de afstandsbediening en houd de knop 3 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
WACHTWOORD OPROEPEN
Noteer de code en neem contact op met de BenQ-klantenservice.
Code:
255 255 255 255
MENU
Afsluiten
Het wachtwoord wijzigen
1. Open het OSD-menu en ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd> Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op MODE/ENTER. Het bericht ”HUIDIG WACHTWOORD INVOEREN” verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
i. Als het wachtwoord juist is, verschijnt het bericht "NIEUW
WACHTWOORD INVOEREN''.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "HUIDIG
WACHTWOORD INVOEREN" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord
proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding, zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plek.
Bediening24
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
6. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe wachtwoord in als u de projector weer start.
7. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Beveiligingsinstellingen wijzigen zodra het OSD-menu is geopend. Druk op MODE/ ENTER. Het bericht "WACHTWOORD INVOEREN" verschijnt. Voer het huidige
wachtwoord in.
i. Als het juiste wachtwoord is ingevoerd, keert het OSD-menu terug naar de
pagina Beveiligingsins Tellingen. Druk op om Inschakelblokkering te markeren en druk op / om Uit
te selecteren. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen wachtwoord meer in te voeren.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord
drie seconden op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "WACHTWOORD INVOEREN" en kunt u het opnieuw proberen. U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te voeren.
Bediening 25

Schakelen tussen ingangssignalen

De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden aangesloten. De beelden van deze apparaten kunnen echter niet tegelijkertijd op volledig scherm worden weergegeven. Tijdens het opstarten zoekt de projector automatisch beschikbare signalen.
Zorg dat de functie Snel automatisch zoeken in het menu INGANG is ingesteld op Aan als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt.
De ingang selecteren:
1. Druk op SOURCE op de projector of afstandsbediening. Een ingangselectiebalk verschijnt dan.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden in de hoek van het scherm weergegeven. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, herhaal dan stappen 1-2 om een ander signaal te zoeken.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens
het schakelen tussen de verschillende ingangssignalen. Grafische "pc"-presentaties met stilstaande beelden zijn doorgaans helderder dan "Video"-presentaties met bewegende beelden (films).
• De eigenresolutie van deze projector heeft een
beeldverhouding van 4:3 (MS512H/MS521P/TS521P/TS537/ MX522P/TX538)/16:10 (TW523P/TW539). Voor de beste beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van deze resolutie. Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling “beeldverhouding”, waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan optreden. Zie "De beeldverhouding
selecteren" op pagina 27 voor details.
De Kleurruimte veranderen
In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMI- ingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in op YUV.
Ga als volgt te werk:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu INGANG geselecteerd is.
2. Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om een geschikte kleur te kiezen.
Deze functie is alleen beschikbaar als de HDMI-ingang wordt gebruikt.
Computer1/YPbPr1
Computer2/YPbPr2
HDMI
Video
S-Video
Bediening26

Vergroten en details zoeken

Als u details in het geprojecteerde beeld wilt zoeken, vergroot u het beeld. Gebruik de pijltoetsen om door het beeld te navigeren.
• Met de afstandsbediening
1. Druk op Digital Zoom+/- om de Zoombalk te openen. Druk op Digital Zoom+ om het midden van het beeld uit te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de gewenste beeldgrootte is bereikt.
2. Navigeer door het beeld met de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening.
3. Herstel de oorspronkelijke beeldgrootte door op AUTO te drukken. U kunt ook op Digital Zoom- drukken. Als u nogmaals op de toets drukt, wordt het beeld nog meer verkleind totdat de originele grootte is hersteld.
• Via het OSD-menu
1.
Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is geselecteerd.
2. Druk op om Digitale zoom te selecteren en druk op MODE/ENTER. De Zoombalk wordt geopend.
3. Druk herhaaldelijk op om het beeld te vergroten tot de gewenste grootte.
4. Navigeer door het beeld door op MODE/ENTER te drukken om naar de verschuifmodus te schakelen en druk op de pijltoetsen ( , , , ) op de
projector of afstandsbediening om door het beeld te navigeren.
5. Verklein de beeldgrootte door op MODE/ENTER te drukken om terug te schakelen naar de in/uitzoomfunctie. Druk op AUTO om de oorspronkelijke beeldgrootte te herstellen. U kunt ook herhaaldelijk op drukken totdat de oorspronkelijke beeldgrootte is hersteld.
Het beeld kan alleen worden verschoven nadat het is vergroot. U kunt het beeld verder uitvergroten terwijl u details zoekt.

De beeldverhouding selecteren

De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De meeste analoge tv-signalen en enkele computers maken gebruik van een verhouding van 4:3 en digitale tv's en dvd's van 16:9.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen apparaten die digitale beelden weergeven, zoals deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en schalen naar een andere verhouding dan die van het ingangssignaal.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de bron):
• Met de afstandsbediening
1. Druk op Aspect om de actuele instelling weer te geven.
2. Druk herhaaldelijk op Aspect om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu WEERGAVE is geselecteerd.
2. Druk op
3. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en de vereisten van het scherm.
om Beeldverhouding te selecteren.
Bediening 27
Info over de beeldverhouding
• In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief.
• OSD-menu’s kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
1. Auto: De verhouding van het beeld
wordt aangepast aan de eigen resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte. Kies deze optie als het ingangssignaal 4:3 noch 16:9 is en u het scherm optimaal wilt benutten onder de beeldverhouding van het beeldmateriaal te veranderen.
2. Werkelijk geprojecteerd in de oorspronkelijke resolutie, en de grootte wordt aangepast binnen het weergavegebied. Bij ingangssignalen met een lagere resolutie, worden de beelden kleiner weergegeven dan op een volledig scherm. Indien nodig past u de zoominstellingen aan of plaatst u de projector dichter bij het scherm, zodat het beeld wordt vergroot. Wellicht dient u hierna ook de scherpstelling van de projector aan te passen.
3. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is vooral geschikt voor 4:3-beeld zoals bepaalde computermonitors, tv's met een standaarddefinitie en dvd-films met een 4:3-beeldverhouding, omdat in dit geval de beeldverhouding van het beeldsignaal behouden blijft.
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden met een beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven.
: Het beeld wordt
15:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld
MS512H/ MS521P/ TS521P/ TS537/ MX522P/ TX538
TW523P/ TW539
Bediening28
5. 16:10: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:10. Dit met name geschikt voor beelden die al een verhouding van 16:10 hebben, deze worden weergegeven zonder beeldvervorming.
16:10-beeld

Het beeld optimaliseren

Wandkleur gebruiken

Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt.
Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk op / om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak
benadert. U kunt uit diverse vooraf ingestelde kleuren kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw en Schoolbord.

Een beeldmodus selecteren

De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
Volg één van de volgende stappen om een geschikte gebruiksmodus te kiezen:
• Druk herhaaldelijk op MODE/ENTER op de afstandsbediening of projector totdat de gewenste modus is geselecteerd.
• Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus en druk op / om een gewenste modus te selecteren.
1. Dynamisch modus: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld.
Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
2. Presentatie modus: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid primeert in
deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook.
3. sRGB modus: In deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk
weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidinstellingen. De modus is geschikt voor het bekijken van foto's die zijn gemaakt met een sRGB-compatibele en correct gekalibreerde camera, en voor het bekijken van grafische toepassingen en tekenprogramma's zoals AutoCAD.
4. Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van kleurrijke films, videoclips van
digitale camera's of DV's via de pc-ingang wanneer de projector in een donkere omgeving wordt gebruikt.
5. 3D modus: Is geschikt voor 3D-beelden en 3D-videofragmenten.
6. Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: Roept de aangepaste
instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 30 voor details.
Bediening 29
De Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen
Er zijn twee door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve Gebruikersmodus 1/2) en de instellingen aanpassen.
1. Druk op MENU/EXIT om het schermmenu (OSD) te openen.
2. Ga naar het menu BEELD > Beeldmodus.
3. Druk op / om Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 te selecteren.
4. Druk op om Referentiemodus te selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruikersmodus 1 of Gebruikersmodus 2 is geselecteerd in het Beeldmodus submenu-item.
5. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert.
6. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas
de waarde aan met / . Zie "De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi" hieronder voor details.

De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi

Afhankelijk van het gedetecteerde signaaltype en de geselecteerde beeldmodus, zijn enkele onderstaande functies wellicht niet beschikbaar. Afhankelijk van uw voorkeur, kunt u deze
functies aanpassen door ze te markeren en vervolgens op / op de projector of afstandsbediening te drukken.
Aanpassen van Helderheid
Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. En hoe lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart worden weergegeven en er nog details
+30
zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
Aanpassen van Contrast
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de
-30
omgeving.
Aanpassen van Kleur
Lagere instelling levert minder verzadigde kleuren op. Wanneer de instelling te hoog staat, worden de kleuren op het beeld te fel, waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Aanpassen van Tint
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen van Scherpte
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager de waarde, hoe zachter het beeld.
Aanpassen van Brilliant Color
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en pakkender in beeld komen. Het verhoogt de helderheid van de middentonen met meer dan 50%. Middentonen komen veel voor in video's en natuurlijke scènes, zodat de projector de beelden realistisch en werkelijk weergeeft. Als u beelden van deze kwaliteit wilt, kies dan Aan. Als u dat niet wilt, kies dan Uit.
+50
0
+70
+30
Bediening30
Als Uit is geselecteerd, is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Een Kleurtemperatuur selecteren
De beschikbare opties voor de instelling van kleurtemperatuur* verschillen per signaaltype.
1. Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
2. Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
3. Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Een voorkeurskleurtemperatuur instellen
Een gewenste kleurtemperatuur instellen:
1. Selecteer Kleurtemperatuur en kies Warm, Normaal of Koel door op /
te drukken op de projector of afstandsbediening.
2. Druk op om Kleurtemp. fijn afstellen te selecteren en druk op MODE/
ENTER. De pagina Kleurtemp. fijn afstellen wordt weergegeven.
3. Druk op / om het item dat u wilt veranderen te selecteren en pas de waardes
aan door op / te drukken.
R-versterking/G-versterking/B-versterking: Past de contrastniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Past de helderheidniveaus van Rood, Groen en Blauw aan.
4. Druk op MENU/EXIT om af te sluiten en de instellingen op te slaan.
3D-kleurbeheer
In de meeste omstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een klaslokaal, vergaderruimte of woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente opstellingen met kunstmatig licht, zoals directiekamers, congreszalen of thuisbioscopen kan kleurbeheer een optie zijn. Met kleurbeheer kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u, als u dat wenst, de kleuren nog waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en reproduceerbare condities. U heeft een colorimeter (kleurlichtmeter) en een reeks geschikte testbeelden nodig om de kleurreproductie te meten. Deze hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd. Wellicht dat de verkoper van de projector u kan helpen deze hulpmiddelen, en eventueel zelfs een ervaren professionele installateur, te verkrijgen.
Kleurbeheer heeft zes reeksen (RGBCMY) kleuren die kunnen worden aangepast. Als u elke kleur selecteert kunt u onafhankelijk het bereik en verzadiging naar wens aanpassen.
Als u een testdisk heeft met diverse kleurtestpatronen, kunt u deze gebruiken om de kleurpresentatie op monitoren, tv's, projectors, enz. te controleren. U kunt een beeld van de disk op het scherm projecteren en vervolgens het menu 3D-kleurbeheer gebruiken om wijzigingen aan te brengen.
De instellingen aanpassen:
Bediening 31
1. Ga naar het menu BEELD en selecteer 3D-kleurbeheer.
2. Druk op MODE/ENTER op de projector of afstandsbediening en de pagina 3D-kleurbeheer wordt weergegeven.
3. Selecteer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen uit Rood, Geel, Groen, Cyaan, Blauw of Magenta.
4. Druk op om Tint te markeren en druk op / om het bereik ervan in te stellen. Een verhoging van het bereik omvat de kleuren die de twee naastliggende kleuren bevatten.
Zie de afbeelding rechts om te zien hoe de kleuren samenhangen.
Als u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik instelt op 0, wordt alleen puur rood in het
ROOD
Geel
GROEN
geprojecteerde beeld geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en dicht bij magenta ligt.
5. Druk op om Verzadiging te kiezen en
Magenta
Cyaan
pas de waardes naar wens aan met / . Elke aangebrachte aanpassing is direct terug
BLAUW
te vinden in het beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kies en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert de betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
6. Druk op om Versterking te markeren en pas de waardes naar wens aan door te drukken op / . Het contrastniveau van de gekozen primaire kleur wordt
beïnvloed. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld.
7. Herhaal stappen 3 tot en met 6 voor andere kleuraanpassingen.
8. Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt.
9. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en het menu te sluiten.
Huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen
1. Ga naar het menu BEELD en selecteer Beeldinstelling herstellen.
2. Druk op MODE/ENTER en druk op / om Huidige of Alle te selecteren.
Huidige: herstelt de fabrieksinstellingen voor de huidige beeldmodus.
Alle: herstelt de fabrieksinstellingen van alle instellingen, behalve
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 in het menu BEELD.

De presentatietimer instellen

Presentatietimer kan de presentatietijd op het scherm weergeven zodat u uw presentatie beter kunt indelen. Volg onderstaande stappen om deze functie te gebruiken:
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en druk op MODE/ENTER om de pagina Presentatietimer te openen.
2. Selecteer Timerinterval en bepaald de tijdsperiode door op / te drukken. De tijdsduur kan worden ingesteld van 1 tot 5 minuten in stappen van 1 minuut, en van 5 tot 240 minuten in stappen van 5 minuten.
Als de timer is ingeschakeld, start hij opnieuw met aftellen zodra het Timerinterval opnieuw is ingesteld.
Bediening32
3. Druk op om Timerweergave te selecteren en kies of de timer op het scherm wordt getoond door te drukken op
Selectie Beschrijving
Altijd
3 min/2 min/1 min Geeft de timer op het scherm weer in de laatste 3/2/1 minute(n).
Nooit
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd op het scherm weergegeven.
Hiermee wordt de timer gedurende de gehele presentatietijd verborgen.
/ .
4. Druk op om Timerpositie te selecteren en stel de timerpositie in door te drukken op /
Linksboven Linksonder Rechtsboven Rechtsonder
.
5. Druk op om Aftelrichting te markeren en selecteer de gewenste telrichting door te drukken op / .
Selectie Beschrijving
Optellen Telt op vanaf 0 naar de ingestelde tijd. Aftellen Telt af vanaf de ingestelde tijd naar 0.
6. Druk op om Herinnering voor geluid te selecteren en kies of u de geluidsmelding wilt inschakelen door te drukken op / . Als u Aan kiest, hoort u
een dubbele pieptoon zodra de laatste 30 seconden van het af/optellen ingaan, en drie pieptonen als de timer is afgelopen.
7. Activeer de presentatietimer door te drukken op en druk op / om Aan te selecteren en druk op MODE/ENTER.
8. Er wordt een bevestiging weergegeven. Kies Ja en druk op MODE/ENTER op de projector of afstandsbediening ter bevestiging. U ziet het bericht “Timer is ingeschakeld” op het scherm. De timer start met aftellen als de timer aan staat.
Volg onderstaande stappen om de timer te stoppen:
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en selecteer Uit. Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestiging weergegeven.
2. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging. U ziet het bericht “Timer is uitgeschakeld” op het scherm.

Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening

Sluit de projector met een USB-kabel op uw pc of notebook aan voordat u door pagina's gaat bladeren. Zie "Aansluitingen" op pagina 17 voor details.
U kunt software voor beeldweergave (op een aangesloten pc) die reageert op pagina omhoog/omlaag-opdrachten (zoals Microsoft PowerPoint) besturen door te drukken op Page Up/Page Down op de afstandsbediening.
Als door pagina's schuiven via de afstandsbediening niet werkt, controleer dan of de usb­aansluiting correct is aangebracht en of het stuurprogramma van de muis tot de laatste versie is bijgewerkt.
Deze besturing op afstand functioneert niet in het besturingssysteem Microsoft® Windows®98. Windows®XP of een nieuwe besturingssysteem wordt aanbevolen.
Bediening 33

Het beeld stilzetten

Druk op Freeze op de afstandsbediening om de het beeld stil te zetten. Het woord "FREEZE" wordt linksboven in de hoek weergegeven. Druk op een willekeurige toets op de projector of afstandsbediening om verder te gaan met afspelen.
Als de afstandsbediening de volgende knoppen heeft, kunt u deze knoppen niet gebruiken om deze functies uit te voeren: LASER, #1, #4, Page Up/Page Down, NETWORK, NETWORK SETTING.
Hoewel het beeld op het scherm wordt gepauzeerd, blijven de beelden op de video of een ander apparaat doorlopen. Als de aangesloten apparaten geluid weergeven, blijft u het geluid horen hoewel het beeld niet meer beweegt.

Het beeld verbergen

Als u wilt dat de aandacht van het publiek volledig op de presentator is gevestigd, kiest u ECO BLANK op de projector of de afstandbediening om het beeld op het scherm te verbergen. Wanneer deze functie wordt geactiveerd terwijl er verbinding is gemaakt met een audio-ingang, kunt u het achtergrondgeluid nog steeds horen.
U kunt de inactief-timer instellen in het menu
Gebruiksinstellingen > Inactief-timer
een bepaalde tijd herstelt als bij inactief beeld geen actie is ondernomen.
Wanneer de huidige tijdsduur niet overeenkomt met de presentatie, selecteert u Uitschakelen.
Ongeacht of op de projector of afstandsbediening drukken om het beeld te herstellen.
Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten.
Inactief-timer is geactiveerd of uitgeschakeld, kunt u op de meeste toetsen
SYSTEEMINSTLL: Basis >
zodat de projector het beeld automatisch na

Besturingstoetsen blokkeren

Als de besturingstoetsen op de projector geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Paneeltoetsblokkering is ingeschakeld, functioneert geen enkele toets op de projector,
behalve AAN/UIT.
1. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Paneeltoetsblokkering en kies Aan door op / op de projector of afstandsbediening te drukken. Er wordt een
bevestiging weergegeven.
2. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging.
Hef de paneeltoetsblokkering op door het menu Paneeltoetsblokkering te openen en druk op / om Uit te kiezen.
• Toetsen op de afstandsbediening blijven beschikbaar als de paneeltoetsblokkering is ingeschakeld.
• Als u de projector uitschakelt zonder de paneeltoetsblokkering op te heffen, zijn de paneeltoetsen van de
projector nog steeds geblokkeerd als de projector weer wordt ingeschakeld.
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Bediening34

Gebruik op grote hoogte

Als u de projector gebruikt op een hoogte van 1500-3000m boven zeeniveau, en de temperatuur tussen 0ºC-30ºC ligt, wordt aanbevolen de Hoogtemodus te gebruiken.
Gebruik Hoogtemodus niet als uw hoogte tussen 0 en 1500m ligt en de temperatuur tussen 0°C en 35°C is. Als u onder zulke omstandigheden de modus inschakelt, wordt de projector te ver afgekoeld.
Activeer zo de Hoogtemodus:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op om Hoogtemodus te markeren en druk op / om Aan te selecteren. Er wordt een bevestiging weergegeven.
3. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER.
Tijdens het gebruik van de "Hoogtemodus" wordt er wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.

Het geluid aanpassen

De hieronder uitgevoerde geluidsaanpassingen zijn van toepassing op de luidspreker(s) van de projector. Zorg dat de aansluitingen op de audio-ingang van de projector correct zijn aangebracht. Zie "Aansluitingen" op pagina 17 voor informatie over aansluitingen op de audio-ingang.
Het geluid dempen
Zo schakelt u het geluid tijdelijk uit:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op om Geluidsinstellingen te kiezen en druk op MODE/ENTER. De pagina Geluidsinstellingen wordt weergegeven.
3. Selecteer Geluid uit en druk op / om Aan te selecteren.
Indien beschikbaar drukt u op Mute op de afstandsbediening om het geluid van de projector in of uit te schakelen.
Het geluidsniveau aanpassen
Pas het geluidsniveau aan door op Volume +/- of / te drukken, of:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2. Druk op om Volume te selecteren en druk op / om het gewenste geluidsniveau te kiezen.
De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit
Zo schakelt u de beltoon uit:
1. Herhaal bovenstaande stappen 1-2.
2. Druk op om Beltoon aan/uit te selecteren en druk op / om Uit te selecteren.
Bediening 35
De enige manier om Beltoon aan/uit aan te passen, is door hier Aan of Uit te kiezen. Het dempen van het geluid of het aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.

Het testpatroon gebruiken

De projector kan een testbeeld weergeven. Het helpt u met het aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is.
Geef het testbeeld weer door het OSD-menu te openen, ga naar SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Testpatroon en druk op / om Aan te selecteren.

Onderwijssjabloons

De projector biedt diverse patronen voor diverse onderwijsdoeleinden. Zo activeert u een patroon:
1. Open het OSD-menu, ga naar WEERGAVE > Lessjabloon en druk op / om Schoolbord of Wit bord te selecteren.
2. Druk op / om het gewenste patroon te kiezen.
3. Druk op MODE/ENTER om het patroon te activeren.
Lessjabloon Wit bord Schoolbord
Lettervorming
Werkblad
Coördinaten­kaart
Bediening36

De projector uitschakelen

1. Druk op AAN/UIT en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt.
Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht.
2. Druk nogmaals op AAN/UIT. De POWER-indicator knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen.
Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
U kunt de afkoeltijd verkorten door de Snelkoelfunctie te activeren. Zie "Snelle afkoeling" op pagina 45 voor details.
3. Zodra het afkoelen is voltooid, is een "Uitschakeltoon" hoorbaar. De POWER- indicator blijft oranje branden en de ventilatoren stoppen. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor
details over het uitschakelen van de aan/uit-beltoon.
• Ter bescherming van de lamp gaan, als de projector niet op de
juiste manier is afgesloten, de ventilatoren enkele minuten draaien
als u de projector weer wilt starten. Druk nogmaals op AAN/ UIT om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en POWER-indicator oranje brandt.
• De daadwerkelijk levensduur van de lamp is afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en het gebruik.

Direct uitschakelen

De stroomkabel kan direct nadat de projector is uitgeschakeld worden losgekoppeld. Bescherm de lamp door ongeveer 10 minuten te wachten voordat u de projector weer inschakelt. (Als u de projector weer probeert in te schakelen, kunnen de ventilatoren enkele minuten blijven draaien om de projector af te koelen. Mocht dit gebeuren, druk dan
nogmaals op AAN/UIT om de projector te starten nadat de ventilatoren zijn gestopt en POWER-indicator oranje brandt.)
Bediening 37

Menubewerkingen

Menusysteem

De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel.
Hoofdmenu Submenu Opties
Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/Blauw/ Schoolbord
Auto/Boven-onder/Frame opeenvolg./ Frame packing/Side-by-side/Uit
Uitschakelen/Omkeren
3D-instellingen 1/3D-instellingen 2/3D­instellingen 3/Uit 3D-instellingen 1/3D-instellingen 2/3D­instellingen 3 Uit/Lettervorming/Werkblad/ Coördinatenkaart Uit/Lettervorming/Werkblad/ Coördinatenkaart
R-versterking/G-versterking/ B-versterking/R-verschuiving/ G-verschuiving/B-verschuiving
1. WEERGAVE
2. BEELD
3. INGANG
Wandkleur
Beeldverhouding Auto/Werkelijk/4:3/16:9/16:10 Keystone Positie Fase Horizontale afmeting Digitale zoom
3D-modus
3D sync
3D
Lessjabloon
Beeldmodus
Referentiemodus Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop/(3D) Helderheid Contrast Kleur Tint Scherpte Brilliant Color Aan/Uit Kleurtemperatuur Koel/Normaal/Warm
Kleurtemp. fijn afstellen
3D-kleurbeheer
Beeldinstelling herstellen Huidige/Alle/Annuleren Snel automatisch zoeken Aan/Uit
Kleurruimteconversie Auto/RGB/YUV
omkeren 3D-instellingen toepassen 3D-instellingen opslaan
Schoolbord
Wit bord
Dynamisch/Presentatie/sRGB/Bioscoop/(3D)/ Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2
Primaire kleur R/G/B/C/M/Y Tint Verzadiging Versterking
Bediening38
Hoofdmenu Submenu Opties
Timerinterval 1~240 minuten Timerweergave Altijd/3 min./2 min./1 min./Nooit
Linksboven/Linksonder/ Rechtsboven/Rechtsonder
Aan/Uit
Presentatietimer
Taal
Timerpositie
Aftelrichting Aftellen/Optellen Herinnering voor geluid Aan/Uit
4. SYSTEEM­INSTLL: Basis
Projectorinstallatie
Weergaveduur
Menu­instellingen
Gebruiksinstell­ingen
Paneeltoetsblok­kering Achtergrondkleur Zwart/Blauw/Paars/BenQ Opstartscherm Zwart/Blauw/BenQ
menu
Menupositie
Herinnering Aan/Uit Direct inschakelen Inschakelen bij signaal Automatisch uitschakelen Snelle afkoeling Aan/Uit Direct herstarten Aan/Uit
Inactief-timer
Slaaptimer
Tafel voor/Tafel achter/Plafond achter/Plafond voor
5 sec./10 sec./20 sec./30 sec./Altijd
Midden/Linksboven/ Rechtsboven/ Rechtsonder/Linksonder
Aan/Uit
Aan/Uit
Uitschakelen/3 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min.
Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min. Uitschakelen/30 min./1 uur/ 2 uur/3 uur/4 uur/8 uur/12 uur
Aan/Uit
Bediening 39
Hoofdmenu Submenu Opties
Hoogtemodus Aan/Uit
Geluid uit Aan/Uit
Geluidsinstellingen
Lampinstellingen
5. SYSTEEMIN­STLL: Geav-
Beveiligingsins Tellingen
anceerd
Baud-ratio
Testpatroon Aan/Uit
Ondertitels
Stand-by­instellingen
Instll. herstellen
6. INFORMATIE
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal ontvangt. Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of er geen signaal wordt waargenomen, zijn er beperkte menuopties beschikbaar.
Huidige systeemstatus
Volume Beltoon aan/uit Aan/Uit
Lampmodus
Lamptimer herstellen Equivalent lamp Wachtwoord wijzigen Beveiligingsin­stellingen wijzigen
Ondertitels aan Aan/Uit Ondertitelversie OT 1/OT 2/OT 3/OT4 Beeldscherm-uit Aan/Uit Audio pass-
through
Normaal/Economisch/ SmartEco/LampSave
Inschakelblokkering
2400/4800/9600/14400/19200/ 38400/57600/115200
Uit/Audio in/HDMI
• Ingang
• Beeldmodus
• Lampmodus
• Resolutie
• 3D-formaat
• Kleursysteem
• Equivalent lamp
• Firmware-versie
Bediening40

Beschrijving van elk menu

Functie Beschrijving
Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het
Wandkleur
Beeldverhouding
Keystone
1. WEERGAVE menu
Positie
Fase
Horizontale afmeting
Digitale zoom
projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op
pagina 29 voor details.
Er zijn diverse opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 27 voor details.
Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld. Zie "Keystone
corrigeren" op pagina 21 voor details.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. De waarden die onder aan de pagina worden weergegeven, veranderen elke keer als u op een knop drukt, totdat ze het maximum of minimum bereiken.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc­signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar als pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld. Zie "Vergroten en details zoeken" op pagina 27 voor details.
Bediening 41
Functie Beschrijving
Deze projector bevat een 3D-functie waarmee u kunt genieten van films, video's en sportprogramma's in 3D, die nog realistischer weergegeven als ze via hdmi worden weergegeven. Draag een 3D-bril om van de 3D-beelden te kunnen genieten.
3D-modus
De standaardinstelling is Auto en de projector kiest automatisch een geschikt 3D-formaat als 3D-beelden worden gedetecteerd. Als de projector het 3D-formaat niet kan herkennen, drukt u op / om een 3D-modus te kiezen.
1. WEERGAVE menu
3D
Lessjabloon
Als de functie 3D aan staat:
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt verminderd.
• De Beeldmodus kan niet worden aangepast.
3D sync omkeren
Als u merkt dat de beelddiepte is omgedraaid, schakel dan deze functie in op het probleem te verhelpen.
3D-instellingen toepassen
Zodra de 3D-instellingen zijn opgeslagen, kunt u ze activeren door ze als een reeks opgeslagen 3D-instellingen te selecteren. Eenmaal toegepast speelt de projector de ontvangen 3D-content automatisch af als het overeenkomt met de opgeslagen 3D­instellingen.
Alleen de reeks(en) met 3D-instellingen met onthouden gegevens is (zijn) beschikbaar.
3D-instellingen opslaan
Als de 3D-content correct wordt weergegeven nadat de aanpassingen zijn gemaakt, schakelt u deze functie in en kiest u een reeks 3D-instellingen om de actuele 3D-instellingen op te slaan.
Zie "Onderwijssjabloons" op pagina 36 voor details.
Bediening42
Functie Beschrijving
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
Beeldmodus
Referentiemo­dus
Helderheid
Contrast
Kleur
2. BEELD menu
Tint
Scherpte
Brilliant Color
Kleurtemper­atuur
Kleurtemp. fijn afstellen
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 29 voor details.
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie "De Gebruikersmodus
1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 30 voor details.
Past de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van Helderheid"
op pagina 30 voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie "Aanpassen van Contrast" op pagina 30 voor details.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen van Kleur"
op pagina 30 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video- of Component videosignaal is geselecteerd.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 30 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of S-videosignaal is geselecteerd en de systeemindeling NTSC is.
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van
Scherpte" op pagina 30 voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video- of Component videosignaal is geselecteerd.
Zie "Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 30 voor details.
Zie "Een Kleurtemperatuur selecteren" op pagina 31 voor details.
Zie "Een voorkeurskleurtemperatuur instellen" op pagina 31 voor details.
3D­kleurbeheer
Beeldinstelling herstellen
Zie "3D-kleurbeheer" op pagina 31 voor details.
Zie "Huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen" op pagina 32 voor details.
Bediening 43
Functie Beschrijving
3. INGANG menu
Snel automatisch
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 26 voor details.
zoeken
Kleurruimte­conversie
Presentati-
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
etimer
Taal
Projectorinstal­latie
Menu­instellingen
Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 26 voor details.
Herinnert de spreker de presentatie binnen een bepaalde tijd af te ronden. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 32 voor details.
Hiermee stelt u de taal voor de schermmenu's in. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 22 voor details.
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels. Zie "Het kiezen van
een plek" op pagina 14 voor details.
Weergaveduur menu
Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt.
Menupositie
Hiermee stelt u de positie van het schermmenu in.
Herinnering
Zet de herinneringen aan of uit.
Bediening44
Functie Beschrijving
Direct inschakelen
Hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra er stroom staat op de stroomkabel.
Inschakelen bij signaal Bepaalt of de projector direct wordt ingeschakeld zonder op AAN/
UIT of ON te drukken als de projector op stand-by staat en een
signaal op de vga-kabel wordt gedetecteerd.
Automatisch uitschakelen
Hiermee kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. Zie
4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu
Gebruiksin­stellingen
Paneeltoets­blokkering
Achter­grondkleur
"Instellen Automatisch uitschakelen" op pagina 49 voor details.
Snelle afkoeling
Hiermee kunt u de functie Snelle afkoeling in- of uitschakelen. Selecteer Aan om de functie in te schakelen. De projector koelt minder lang af: 15 seconden in plaats van de normale 90 seconden.
Deze functie is alleen beschikbaar als Direct herstarten uit staat.
Direct herstarten
Als u Aan kiest, kunt u de projector onmiddellijk opnieuw starten binnen 90 seconden nadat de projector is uitgeschakeld.
Inactief-timer
Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer de functie Onderdrukken is geactiveerd. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt het beeld hersteld. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 34 voor details.
Slaaptimer
Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. Schakelt alle paneeltoetsen op de projector in of uit, behalve
AAN/UIT en alle knoppen op de afstandsbediening.
Zie "Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 34 voor details.
Stelt de achtergrondkleur van de projector in.
Opstarts­cherm
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten van de projector.
Bediening 45
Functie Beschrijving
Hoogtemodus
Geluidsinstell­ingen
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
Lampinstell­ingen
Beveiligingsins Tellingen
Baud-ratio
Testpatroon
Ondertitels
Een modus voor gebruik op grote hoogte. Zie "Gebruik op grote
hoogte" op pagina 35 voor details.
Zie "Het geluid aanpassen" op pagina 35 voor details.
Lampmodus
Zie "Instellen van de Lampmodus" op pagina 49 voor details.
Lamptimer herstellen
Zie "Stelt de lamptimer in op nul" op pagina 51 voor details.
Equivalent lamp
Zie "Het aantal lampuren onderzoeken" op pagina 49 voor meer informatie over berekening van de totale gebruiksduur van de lamp.
Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 23 voor details.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u de projector kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van de projector kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde reparateurs.
Zie "Het testpatroon gebruiken" op pagina 36 voor details.
Ondertitels aan
Activeert de functie Aan als de geselecteerde ingang ondertiteling bevat.
• Ondertitels: Plaatst de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma's en video's, die ondertiteling bevattten, op het scherm (in de programmagids wordt dit vaak aangegeven met CC).
Ondertitelversie
Kiest de gewenste ondertitelmodus. Bekijk ondertitels door OT1, OT2, OT3 of OT4 te selecteren (OT1 geeft ondertitels weer in de primaire taal van uw regio).
Bediening46
Functie Beschrijving
5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
Stand-by­instellingen
Instll. herstellen
6. INFORMATIE menu
Huidige systeemstatus
Beeldscherm-uit
Kies Aan om de functie in te schakelen. De projector kan in de stand­bystand een vga-signaal leveren als op de aansluiting COMPUTER 1 randapparatuur is aangesloten. Zie "Aansluitingen" op pagina 17 voor meer informatie over aansluitingen.
Audio pass-through
De projector kan in de stand-bystand een geluid afspelen als op de aansluitingen randapparatuur is aangesloten. Druk op / om de gewenste bron te kiezen. Zie "Aansluitingen" op pagina 17 voor meer informatie over aansluitingen.
Als deze functie is ingeschakeld wordt het stand-bystroomverbruik licht hoger.
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Keystone, Gebruikersmodus
1, Gebruikersmodus 2, Referentiemodus, Beeldinstelling herstellen, Projectorinstallatie, Taal, Hoogtemodus, Beveiligingsins Tellingen, Baud-ratio, Instll. herstellen en Huidige systeemstatus.
Ingang
Geeft de huidige signaalbron weer.
Beeldmodus Geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer.
Lampmodus
Geeft de huidige lampmodus aan.
Resolutie
Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer.
3D-formaat
Geeft de huidige 3D-modus aan.
Kleursysteem
Geeft de indeling van het ingangsysteem aan.
Equivalent lamp
Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie
Toont de firmware-versie van de projector.
Bediening 47

Onderhoud

Onderhoud van de projector

De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens en behuizing schoonhouden.
Verwijder nooit onderdelen van de projector. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden.

De lens reinigen

Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Schakel de projector uit en laat de projector volledig afkoelen voordat u de lens reinigt.
• Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
• Bij vuil of vlekken gebruikt u papier voor het reinigen van cameralenzen of bevochtigt u een zachte doek met reinigingsvloeistof voor cameralenzen en veegt u het oppervlak van de lens voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak en behuizing van de projector.

De projectorbehuizing reinigen

Schakel de projector op de correcte manier uit (zie "De projector uitschakelen" op pagina
37) en trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de behuizing gaat
reinigen.
• Verwijder vuil of stof met een zachte, pluisvrije doek.
• Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de behuizing beschadigd raken.

De projector opbergen

Volg de aanwijzingen hieronder als u de projector langere tijd wilt opbergen.
• Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector vallen. Zie "Specificaties" op pagina 53 of neem contact op met uw leverancier voor het bereik.
• Schuif de verstelvoetjes in.
• Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
• Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.

De projector vervoeren

Het verdient aanbeveling de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking te vervoeren.
Onderhoud48

Informatie over de lamp

Het aantal lampuren onderzoeken

De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt.
Totaal (equivalent) aantal lampuren = 2,22 x (aantal uren in de modus Normaal) + 1,67 x (aantal uren in de modus Economisch) + 1,54 x (aantal uren in de modus SmartEco) + 1,00 x (aantal uren in de modus LampSave).
Informatie over het aantal lampuur verkrijgen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / om het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd te selecteren.
2. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
De pagina Lampinstellingen wordt weergegeven.
3. U ziet informatie over Equivalent lamp in het menu.
4. Sluit het menu af door op MENU/EXIT te drukken.
U kunt lampinformatie ook zien in het menu INFORMATIE.

De levensduur van de lamp verlengen

De projectielamp is een verbruiksitem dat ongeveer 3000-4000 uur meegaat bij normaal gebruik. Door de volgende instellingen in het OSD-menu te veranderen kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
• Instellen van de Lampmodus
Het activeren van de modus Economisch, SmartEco of LampSave is tevens voordelig voor de levensduur van de lamp. Stel de modus Economisch, SmartEco of LampSave in door naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen >
Lampmodus te gaan en op / te drukken.
Lampmodus Beschrijving Normaal De lamp brandt op volle sterkte
Economisch
SmartEco
LampSave
• Instellen Automatisch uitschakelen
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er gedurende een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd, zodat de levensduur van de lamp niet onnodig wordt verbruikt.
Stel Automatisch uitschakelen in door naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Gebruiksinstellingen > Automatisch uitschakelen te gaan en druk op / . Als de ingestelde tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke wensen, kies dan Uitschakelen. De projector wordt niet automatisch binnen een bepaalde periode uitgeschakeld.
Beperkt de helderheid om de levensduur van de lamp te verlengen en het geruis van de ventilator te verminderen Past het lampvermogen automatisch aan op de helderheid van de content Past het lampvermogen automatisch aan en beperkt de helderheid om de levensduur van de lamp te verlengen
Onderhoud 49

De timing van de lampvervanging

Als de Lampindicator rood oplicht of als een bericht op het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, neemt u contact op met de verkoper of gaat u naar http://lamp.benq.com voordat u een nieuwe lamp plaatst. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen.
De LAMP-indicator en TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) gaan branden als de lamp te heet wordt. Zet de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen. Wanneer deze waarschuwingslampjes nog steeds branden nadat de stroom weer is ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Zie
"Indicatoren" op pagina 51 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de lamp dient te vervangen.
Status Bericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Als de projector meestal op de modus Economisch is ingesteld (zie "Het aantal
lampuren onderzoeken" op pagina 49), kunt u de
projector nog blijven gebruiken totdat de volgende lampuurwaarschuwing verschijnt.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lamp vervangt. De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert na verloop van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp vervangen als de helderheid aanzienlijk is afgenomen.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
Melding
Vervangende lamp bestellen
Lamp > XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
OK
Melding
Lamp snel vervangen
Lamp > XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
OK
Melding
De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw normaal functioneert.
WAARSCHUWING
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
"XXXX" in bovenstaande melding zijn getallen die per model kunnen verschillen.
Onderhoud50
Lamp nu vervangen
Lamp > XXXX uur Gebruiksduur lamp overschreden
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
OK
Gebruiksduur lamp verstreken
Vervang lamp (zie handleiding) Stel lamptimer dan opnieuw in Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
OK

De lamp vervangen

Schakel het apparaat uit en trek de stekker van de projector uit het stopcontact. Neem contact op met een reparateur om de lamp te vervangen of ga naar http://www.BenQ.com.
Stelt de lamptimer in op nul
Open nadat het startlogo is verschenen, het schermmenu. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Lampinstellingen wordt weergegeven. Selecteer Lamptimer herstellen. Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Selecteer Reset en druk op MODE/ENTER. De lamptijd wordt op “0” gezet.
Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in wanneer de lamp niet is vervangen. Wanneer u dat wel doet, kan dat tot schade leiden.

Indicatoren

Lampje Status & beschrijving
Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer
Oranje Uit Uit
Groen
Knippert
Groen Uit Uit
Oranje
Knippert
Rood Uit Uit
Groen Uit Rood
Rood
Knippert
Groen Uit Uit Groen Groen Groen
Uit Uit
Uit Uit
Uit Uit
Situaties gerelateerd aan de lamp
Uit Uit Rood
Uit Uit
Oranje
Knippert
Situaties gerelateerd aan de temperatuur
Rood Rood Uit
Rood
Groen Rood Uit
Rood
Knippert
Uit
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
Afkoelen bij normaal uitschakelen
Downloaden Starten van CW mislukt
Uitschakelen van schaler mislukt (databoard)
Inbranden AAN Inbranden UIT
Storing bij lamp1 bij normaal gebruik
Lamp brandt niet
Storing bij ventilator 1 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij ventilator 2 (de daadwerkelijke snelheid van de ventilator wijkt af van de gewenste snelheid)
Storing bij temperatuur 1 (overschrijding van temperatuurlimiet)
Onderhoud 51

Problemen oplossen

U kunt de projector niet inschakelen.
Oorzaak Oplossing
Het netsnoer levert geen stroom.
De projector werd aangezet tijdens het afkoelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten. De projector is niet correct aangesloten op de invoerbron. Het ingangssignaal is verkeerd geselecteerd. De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
Onscherp beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet correct scherpgesteld.
De projector en het scherm staan scheef.
De lensklep is nog gesloten. Open de lensklep.
De afstandsbediening werkt niet
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen. Er bevindt zich een voorwerp tussen de afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de projector.
Het wachtwoord is onjuist
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing).
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel correct is aangesloten.
Controleer de aansluiting.
Kies het juiste ingangssignaal met de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening.
Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring.
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting en ­hoogte van de projector aan.
Verwijder het voorwerp.
Ga niet verder dan 8 meter (26 voet) van de projector staan.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Problemen oplossen52
Zie "De procedure voor het oproepen van het
wachtwoord starten" op pagina 24 voor details.

Specificaties

Projectorspecificaties

Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
800 x 600 SVGA (MS512H/MS521P/
TS521P/TS537)
1024 x 768 XGA (MX522P/TX538) 1280 x 800 WXGA (TW523P/TW539)
Weergavesysteem
1-CHIP DMD
F-nummer van lens
F = 2,56 ~ 2,8, f = 21 ~ 23,1 mm
Lamp
Lamp van 190 W
Elektrisch
Voeding
AC100–240V, 2,7 A, 50-60 Hz (automat isch)
Energieverbruik
280 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanisch
Gewicht
1,9 Kg (4,19 lbs)
Uitgangen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 1
Luidspreker
(Stereo) 2 Watt x 1
Audiosignaaluitgang
PC-audiojack x 1
Besturing
RS-232 seriële besturing
9 pins x 1
IR-ontvanger x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (contrastekker) x 2
Video-ingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pin poort x 1
VIDEO
RCA jack x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analog - Component RCA jack x 3
(via RGB-ingang)
Digitaal - HDMI x 1
Audio-ingang
Audio-ingang
PC-audiojack x 1
Usb-poort (mini-B x 1)
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid van omgeving
10%–90% (zonder condens)
Bedrijfshoogte
0–1499 m bij 0°C–35°C 1500–3000 m bij 0°C–30°C (met Hoogtemodus aan)
Specificaties 53

Afmetingen

283 mm (B) x 95 mm (H) x 222 mm (D)
283

Plafondmontage

Schroef voor plafondmontage: M4 (max. L = 25 mm; min. L = 20 mm)
59.5
54.46
222
95
4.93
71.75
44.94
207.54
201.55
105.77
59,5
54,46
Eenheid: mm
71.65
537.9
577.7
625.86
81.9
128.9
104.42
225.4
Eenheid: mm
Specificaties54

Timing-diagram

Ondersteunde timing voor PC-signaal
Ve rt ic a le
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
VGA_60* 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108 1024 x 576
1024 x 600 1280 x 720 1280 x 720_60* 60 45,000 74,250
1280 x 768 1280 x 768_60* 59,87 47,776 79,5
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960 1360 x 768 1360 x 768_60** * 60,015 47 ,712 85,5
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500 1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 UXGA*** 60,000 75,000 162,000 1680 x 1050 1680x1050_60*** 59,954 65,29 146,25
640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75Hz MAC19 74,93 60,241 80,000
1152 x 870@75Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
• *Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaten Frame opeenvolg., Boven-onder en Side-by­side.
**Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg. ***Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaten Boven-onder en Side-by-side.
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Reduce Blanking)
XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120**
(Reduce Blanking)
BenQ
Notebook_timing
BenQ
Notebook_timing
WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120**
(Reduce Blanking)
SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_60*** 60,000 60,000 108,000
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
60,0 35,820 46,966
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Specificaties 55
• Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
Ver ti ca le
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
VGA_60* 59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,32 21
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_75 75 67,5 108
1280 x 768 1280 x 768_60* 59,87 47,776 79,5 1024 x 576@60Hz BenQ Notebook Timing 60,00 35,820 46,996 1024 x 600@65Hz BenQ Notebook Timing 64,995 41,467 51,419
1280 x 720 1280 x 720_60* 60 45,000 74,250
1280 x 768 1280 x 768_60* 59,870 47,776 79,5
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60*** 60,015 47,712 85,500
1440 x 900 WXGA+_60*** 59,887 55,935 106,500
1400 x 1050 SXGA+_60*** 59,978 65,317 121,750 1600 x 1200 U XGA*** 60,000 75,000 162,000
1680 x 1050 1680 x 1050_60*** 59,954 65,290 146,250 640 x 480@67Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75Hz MAC19 74,93 60,241 80,000 1152 x 870@75Hz MAC21 75, 06 68,68 1 00,00
• *Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Frame opeenvolg., Boven-onder en Side-by-
side.
**Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg. ***Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Boven-onder en Side-by-side.
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60* 60,317 37,879 40,000
SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Reduce Blanking)
XGA_60* 60,004 48,363 65,000
XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120**
(Reduce Blanking)
WXGA_60* 59,810 49,702 83,500
WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120**
(Reduce Blanking)
SXGA_60*** 60,020 63,981 108,000
SXGA_75 75,025 79,976 135,000 SXGA_85 85,024 91,146 157,500
1280 x 960_60*** 60,000 60,000 108
1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
119,854 77,425 83,000
119,989 97,551 115,5
119,909 101,563 146,25
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Specificaties56
• Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden of
beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
Ver ti ca le
Timing Resolutie
frequentie
(Hz)
480i* 720 x 480 59,94 15,73 27 Alleen hdmi
480p* 720 x 480 59,94 31,47 27 Alleen hdmi
576i 720 x 576 50 15,63 27 HDMI/DVI
576p 720 x 576 50 31,25 27 HDMI/DVI
720/50p** 1280 x 720 50 3 7,5 74,25 HDMI/DVI
720/60p*** 1280 x 720 60 45,00 74,25 HDMI/DVI 1080/50i**** 1920 x 1080 50 28,13 74,25 HDMI/DVI 1080/60i**** 1920 x 1080 60 33,75 74,25 HDMI/DVI
1080/24P** 1920 x 1080 24 27 74,25 HDMI/DVI
1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 HDMI/DVI
1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 HDMI/DVI 1080/50P***** 1920 x 1080 50 56,25 148,5 HDMI/DVI 1080/60P***** 1920 x 1080 60 67,5 148,5 HDMI/DVI
*Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg. **Ondersteunde timing voor 3D-signaal in de formaten Frame packing, Boven-onder en Side-by-side. ***Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg., Frame packing, Boven- onder en Side-by-side. ****Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Side-by-side. *****Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Boven-onder.
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Opmerking
Ondersteunde timing timing voor Component-YPbPr signaal
Timing Resolutie
480i* 720 x 480 59,94 15,73 13,5
480p* 720 x 480 59,94 31,47 27
576i 720 x 576 50 15,63 13,5
576p 720 x 576 50 31,25 27
720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p* 1280 x 720 60 45,00 74,25 1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25 1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25
1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5
• *Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg.
• Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Ve rt ic a le
frequentie (Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Specificaties 57
Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang
Videomodus
NTSC* 15,73 60 3,58
PAL 15,63 50 4,43
SECAM 15,63 50 4,25 of 4,41
PAL-M 15,73 60 3,58 PAL-N 15,63 50 3,58
PAL-60 15,73 60 4,43
NTSC4,43 15,73 60 4,43
*Ondersteunde timing voor 3D-signaal in het formaat Frame opeenvolg.
Horizontale
frequentie (kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
kleursubdrager (MHz)
Frequentie
Specificaties58

Informatie over garantie en auteursrechten

Beperkte garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken overeenkomstig de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright 2014 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
Patenten
Op deze BenQ-projector rusten de volgende patenten:
In de V.S. de patenten 6,837,608; 7,275,834; 7,181,318. In Taiwan de patenten 202690; 205470; I228635; I259932.
In China de patenten ( 中国发明专利 ) ZL01143168.7; ZL03119907.0; ZL200510051609.2
Informatie over garantie en auteursrechten 59
Loading...