BenQ MS512H, MS521P, TS521P, TS537, MX522P User Manual [nl]

...
MS512H/MS521P/TS521P/TS537/ MX522P/TX538/TW523P/TW539
Digital Projector
Gebruikershandleiding

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies ........... 3
Kenmerken van de projector.................7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector...................9
Bedieningselementen en functies.........10
De projector
positioneren........................ 14
Het kiezen van een plek ........................14
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................15
Aansluitingen....................... 17
Videoapparaten aansluiten ....................18
Bediening .............................19
De projector opstarten .........................19
Het geprojecteerde beeld aanpassen .20
De menu's gebruiken .............................22
De projector beveiligen.........................23
Schakelen tussen ingangssignalen.........26
Vergroten en details zoeken ................27
De beeldverhouding selecteren...........27
Het beeld optimaliseren ........................29
De presentatietimer instellen...............32
Door pagina's scrollen vanaf de
afstandsbediening ....................................33
Het beeld stilzetten ................................34
Het beeld verbergen ..............................34
Besturingstoetsen blokkeren................34
Gebruik op grote hoogte......................35
Het geluid aanpassen..............................35
Het testpatroon gebruiken ...................36
Onderwijssjabloons................................ 36
De projector uitschakelen.................... 37
Direct uitschakelen ................................ 37
Menubewerkingen .................................. 38
Onderhoud ......................... 48
Onderhoud van de projector .............. 48
Informatie over de lamp ....................... 49
Problemen oplossen ......... 52
Specificaties......................... 53
Projectorspecificaties............................. 53
Afmetingen ............................................... 54
Plafondmontage....................................... 54
Timing-diagram........................................ 55
Informatie over garantie
en auteursrechten ............. 59
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In
gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook die
optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een brandalarm.
- Plekken met een omgevingstemperatuur
hoger dan 40°C / 104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (naar links of rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector heeft de volgende kenmerken
SmartEco™ start dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een nieuwe manier om het lampsysteem van de projector te bedienen en energie te sparen, afhankelijk van de helderheid van het beeldmateriaal.
Langste levensduur van de lamp met SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik en verhoogt de levensduur van de lamp.
ECO LEEG bespaart het stroomverbruik van de lamp Als u op de knop ECO BLANK drukt, verbergt u het beeld en wordt het lampvermogen beperkt.
Minder dan 0,5W in stand-by Minder dan 0,5W stroomverbruik in stand-by.
Filterloos Een filterloos ontwerp voor minimaal onderhoud en gebruikskosten.
Automatisch aanpassen met één toets Druk op AUTO op het toetsenblok of afstandsbediening om meteen de beste beeldkwaliteit in te stellen.
Geïntegreerde luidspreker(s) Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio­ingang.
Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal, Direct
inschakelen Snelle afkoeling functie versnelt het afkoelen als de projector wordt uitgeschakeld. Automatisch uitschakelen functie zorgt ervoor dat de projector automatisch kan
worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal wordt gedetecteerd. Inschakelen bij signaal functie schakelt de projector automatisch in zodra een signaal op een ingang wordt gedetecteerd en Direct inschakelen start de projector automatisch op als de stroom wordt aangesloten.
Direct herstarten Kies Direct herstarten om de projector onmiddellijk opnieuw te starten binnen 90 seconden nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Ondersteuning voor 3D Diverse 3D-formaten maken de 3D-functie nog veelzijdiger. Met 3-dimensionale beelden en een 3D-bril van BenQ geniet u van 3D-films, video's en sportevenementen alsof u erbij bent.
• De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
• De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Netsnoer VGA-kabel
Snelgids
Afstandsbediening met batterijen

Optionele accessoires

1. Reservelamp
2. Plafondmontageset
Inleiding8
CD met
gebruikershandleiding
3. 3D-bril
4. Draagtas
Garantiekaart*

Buitenkant van de projector

Voorkant/bovenkant
1
2
3
Achter/onderkant
10 111812 13 14 151716
9
1. Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 10 voor details.)
2. Ventilatie (warme lucht uit)
3. Verstelvoetje
4
4. Focusring en zoomring
5
5. Ventilatie (koele lucht in)
6
6. Luidsprekerrooster
7. IR-sensor afstandsbediening voorkant
8. Projectielens
7
9. Stroomaansluiting
8
10. Audio-ingang Audio-uitgang
11. S-Video-ingang Video-ingang
12. HDMI-ingang
13. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/ YCbCr)-signaalingangen
14. RGB-signaaluitgang
15. Usb-poort
16. RS232-controlepoort
17. Gaten voor plafondmontage
18. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
Inleiding 9

Bedieningselementen en functies

Projector

1 2
3 4 5 6
7
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
4. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu, sluit en bewaart de menu-instellingen.
5. Links/
Zet het volume van de projector lager.
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. Keystone/pijltoetsen (/omhoog, /omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
8. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
9. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
10. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
11. AAN/UIT Dit zet de projector op stand-by of aan.
12. Rechts/
Zet het volume van de projector hoger. Als het OSD-menu is geactiveerd,
gebruikt u de toetsen #5, #7 en #12 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
13. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
14. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
7 8
9
10
11
12 13 14
Inleiding10

Afstandsbediening

1
2
3
4
5 6
7 8
9 10
11
12
13
14
1. AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
2. Info
Toont de statusinformatie over de projector.
3. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display, OSD). Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
4. Links
5. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
8. SmartEco
Opent de lampmodus selectiebalk.
7
15
16
17
18
18
19
20
21 22 23
9. Aspect
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
10. Page Up/Page Down
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
11. Digital Zoom (+, -)
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld.
12. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling.
13. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor presentatietimer direct ingevoerd.
14. 3D settings
Opent direct de 3D-instellingen.
15. AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het beeld.
16. Rechts
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u de toetsen #4, #7 en #16 als pijltoetsen om de gewenste menu-items te selecteren en om aanpassingen uit te voeren.
17. SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
18. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
19. Mute
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
20. Freeze
Zet het geprojecteerde beeld stil.
Inleiding 11
21. Quick Install
Selecteert snel diverse functies om het geprojecteerde beeld aan te passen en toont het testpatroon.
22. CC
Toont ondertiteling op het scherm voor doven en slechthorenden.
23. Teaching template
Opent direct de Teaching template­instelling.
Inleiding12
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
3
0
º
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw
vervolgens tegen de vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u
let op de polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie
te schuiven. Stop als het deksel vastklikt.
• Leg de afstandsbediening en de batterijen niet in extreem warme of vochtige omgevingen, zoals in een
keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Inleiding 13

De projector positioneren

Het kiezen van een plek

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
4. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorinstallatie in nadat de
projector is ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren14

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.

Projectieafmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 54 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
MS512H/MS521P/TS521P/TS537/MX522P/TX538
4:3 schermdiagonaal
H
Verticale afstand
B
Projectieafstand
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 4:3
Schermgrootte Afstand tot scherm (mm)
Diagonaal
B (mm) H (mm)
Inch mm
30 762 610 457 1132 1189 1245 46
40 1016 813 610 1509 1585 1660 61
50 1270 1016 762 1887 1981 2075 76
60 1524 1219 914 2264 2377 2491 91
80 2032 1626 1219 3019 3170 3321 122
100 2540 2032 1524 3774 3962 4151 152
120 3048 2438 1829 4528 4755 4981 183
150 3810 3048 2286 5660 5943 6226 229
200 5080 4064 3048 7547 7925 8302 305
250 6350 5080 3810 9434 9906 10377 381
300 7620 6096 4572 11321 11887 12453 457
Min
lengte
(max.
zoom)
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4755 mm en bedraagt de verticale afstand 183 mm.
Voor een projectieafstand van 6,0 m (6000 mm) is 5943 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom "Afstand tot scherm (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150'' (ongeveer 3,8 m) nodig hebt.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Scherm
Midden van de lens
Gemiddeld
Max
lengte
(min.
zoom)
Ve rt ic a le
afstand
(mm)
De projector positioneren 15
TW523P/TW539
16:10 schermdiagonaal
H
Scherm
Midden van de lens
B
Projectieafstand
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld 16:10
Schermgrootte Projectieafstand (mm)
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
B (mm) H (mm)
Min. afstand
Gemiddeld
Max. afstand
40 1016 862 538 1290 1355 1419
50 1270 1077 673 1613 1694 1774
60 1524 1292 808 1935 2032 2129
70 1778 1508 942 2258 2371 2484
80 2032 1723 1077 2581 2710 2839
90 2286 1939 1212 2903 3048 3194
100 2540 2154 1346 3226 3387 3548
110 2794 2369 1481 3548 3726 3903
120 3048 2585 1615 3871 4065 4258
130 3302 2800 1750 4194 4403 4613
140 3556 3015 1885 4516 4742 4968
150 3810 3231 2019 4839 5081 5323
160 4064 3446 2154 5161 5419 5677
170 4318 3662 2289 5484 5758 6032
180 4572 3877 2423 5806 6097 6387
190 4826 4092 2558 6129 6435 6742
200 5080 4308 2692 6452 6774 7097
250 6350 5385 3365 8065 8468 8871
300 7620 6462 4039 9677 10161 10645
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4065 mm.
Voor een projectieafstand van 5,0 m (5000 mm) is 5081 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom "Projectieafstand (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150'' (ongeveer 3,8 m) nodig hebt.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren16

Aansluitingen

Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
• Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
Luidsprekers
AV-apparaat
Laptop of desktopcomputer
(VGA)
Beeldscherm
of
(DVI)
7
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. USB-kabel
4. Componentvideo-naar-VGA
6
5
7
HDMI
8
4
of
1
7
3
1 2
5. S-Video-kabel
6. Videokabel
7. Audiokabel
8. HDMI-kabel
(of D-sub) adapterkabel
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is
aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen 17
• De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER 1-aansluiting is
aangesloten.
• Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de
Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-by-instellingen" op pagina 47 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
HDMI
Best
Component video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidsprekers worden gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten (maar niet voor de Beltoon aan/uit).
• De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 18 voor details.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen18
Loading...
+ 41 hidden pages