BenQ MS502, MX503 User Manual [nl]

MS502/MX503 Digital Projector
Gebruikershandleiding

Inhoud

Belangrijke
veiligheidsinstructies ........... 3
Inleiding.................................. 7
Inhoud van de verpakking .......................8
Buitenkant van de projector...................9
Bedieningselementen en functies.........10
De projector
positioneren........................ 13
Het kiezen van een plek ........................13
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................14
Aansluitingen....................... 15
Videoapparaten aansluiten ....................16
Bediening .............................17
De projector opstarten .........................17
Het geprojecteerde beeld aanpassen .18
De menu's gebruiken .............................20
De projector beveiligen.........................21
Schakelen tussen ingangssignalen.........23
Vergroten en details zoeken ................24
De beeldverhouding selecteren...........24
Het beeld optimaliseren ........................26
De presentatietimer instellen...............29
Door pagina's scrollen vanaf de
afstandsbediening ....................................30
Het beeld stilzetten ................................30
Het beeld verbergen ..............................30
Besturingstoetsen blokkeren................31
Gebruik op grote hoogte......................31
Het geluid aanpassen..............................31
De projector uitschakelen ....................32
Direct uitschakelen ................................ 32
Menubewerkingen .................................. 33
Onderhoud ......................... 42
Onderhoud van de projector .............. 42
Informatie over de lamp ....................... 43
Problemen oplossen ......... 49
Specificaties......................... 50
Projectorspecificaties............................. 50
Afmetingen ............................................... 51
Plafondmontage....................................... 51
Timing-diagram........................................ 52
Informatie over garantie
en auteursrechten ............. 54
Inhoud2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet.
In gebieden waar dit risico hoog is, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter (indien aanwezig) is geopend of de lensdop (indien aanwezig) is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf. De onderdelen van het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag vervangen, is de lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, neemt u mogelijk warme lucht en een bepaalde geur waar bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3.000 m (10000
voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
- Plekken waar de temperatuur
extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook
die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plekken in de buurt van een
brandalarm.
- Plekken met een
omgevingstemperatuur hoger dan 40°C/104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt gehouden, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel en niet hellend oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, trekt u de stekker uit het stopcontact en belt u BenQ voor reparaties.
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington­slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de plaatstelijke wetten voor afvalverwerking. Zie www.lamprecycle.org.

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• ECO LEEG - Door gebruik van de Philips ImageCare leeg tot wel 70% van de energie van de lamp besparen terwijl tegelijkertijd uw afbeelding verborgen wordt
• Met de 3D-functie kunt u genieten van films, video’s en sport in 3D, nu nog realistischer doordat de beelden diepte krijgen
• Filterloos ontwerp voor minimaal onderhoud en gebruikskosten
• Heldere kleur/VIDI voor echtere, levendigere kleuren in het beeld
• Ondertitels voor de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma’s en video’s
• Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met verschillende vooraf gedefinieerde kleuren
• Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal
• Instelbare wachtwoordbeveiliging
• 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur
• Snelkoelfunctie om de projector snel af te koelen
• Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties
• Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
• Digitale keystone-correctie om vervormde beelden te corrigeren
• Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
• Weergave van 16,7 miljoen kleuren
• Meertalige schermmenu's (OSD)
• Schakelen tussen de modi normaal en economisch om het stroomverbruik te verminderen
• Ingebouwde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
• Compatibel met component HDTV (YP
De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
bPr)
®
technologie zal de functie Eco
Inleiding 7

Inhoud van de verpakking

1. Reservelamp
2. Plafondmontageset
3. RS232-kabel
4. Presentation Plus
5. Draagtas
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Projector Netsnoer VGA-kabel
Snelgids CD met
gebruikershandleiding
Garantiekaart*
Trek het kaartje weg voordat u de afstandsbediening gebruikt.

Optionele accessoires

Inleiding8
Afstandsbediening met batterij

Buitenkant van de projector

2
1
3
5
4
6
7
8
9
Voorkant/bovenkant
Achter/onderkant
10
11 12
13 14 15 16
17
18
1. Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en functies"
op pagina 10 voor meer informatie.)
2. Lampdeksel
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Verstellerknop
5. Focusring en zoomring
6. Ventilatie (koele lucht in)
7. Luidsprekerrooster
8. IR-sensor afstandsbediening voorkant
9. Projectielens
10. Stroomaansluiting
11. Usb-poort
12. RGB-signaaluitgang
13. RGB (pc)-/componentvideo (YPbPr/ YCbCr)-signaalingang
14. RS-232-controlepoort
15. S-Video-ingang Video-ingang
16. Audio-ingang Audio-uitgang
17. Gaten voor plafondmontage
18. Verstelvoetje aan voorkant
19. Achterste verstelvoetje
20. Sleuf voor Kensington-vergrendeling
20
19
Inleiding 9

Bedieningselementen en functies

Projector

1 2
3 4 5 6 7
1. Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
4. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
5. Links/
Verlaagt het volume van de projector.
6. MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
7. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
8
9
10
11 12 13 14 11
8. TEMP (waarschuwingslampje temperatuur)
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
9. POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
10. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld.
11. Keystone/pijltoetsen (/Omhoog, /Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
12. AAN/UIT
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
13. Rechts/
Verhoogt het volume van de projector.
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de toetsen #5, #11 en #13 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
14. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
Inleiding10

Afstandsbediening

1
2
3 4
5 6
7
1. AAN/UIT
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
2. Stilstaand beeld
Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil.
3. Links
4. Smart Eco
Geeft de selectiebalk voor de lampmodus weer.
5. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
6. Digital Zoom (+, -)
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
7. Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
8. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het vorige schermmenu (OSD), sluit u het menu en slaat u de menu-instellingen op.
9. Keystone/pijltoetsen
8 9
10 11
12 13
9
14
15 16
(/Omhoog, /Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
10. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld.
11. Rechts
Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de toetsen #3, #9 en #11 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen.
12. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
13. MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-item in het schermmenu.
14. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling.
15. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor presentatietimer direct ingevoerd.
16. PAGE UP/PAGE DOWN
Hiermee kunt u een softwareprogramma (op een aangesloten pc) bedienen dat reageert op opdrachten voor pagina omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft PowerPoint).
Inleiding 11
Bereik van de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en bovenkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Verwijder de batterijhouder.
Volg de geïllustreerde instructies. Houd de vergrendelarm ingedrukt terwijl u de batterijhouder verwijdert.
2. Plaats de nieuwe batterij in de houder. De positieve pool van de batterij moet naar buiten wijzen.
3. Duw de houder in de afstandsbediening.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct plaatst.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk
type batterijen, zoals door de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de
fabrikant.
Gooi een batterij nooit in een vuur. De batterij kan in dat geval
ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt
u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding12

De projector positioneren

Het kiezen van een plek

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
3. Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
4. Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren 13
De gewenste beeldgrootte van de projectie
Maximale zoom
Minimale zoom
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4755 mm en bedraagt de verticale afstand 183 mm.
Voor een projectieafstand van 6,0 m (6000 mm) is 5943 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom "Afstand tot scherm (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een scherm van 150" (ongeveer 3,8 m) nodig hebt.

Projectieafmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 51 voor de maten van het lensmidden van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
Diagonaal
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
100 2540 2032 1524 3774 3962 4151 152 120 3048 2438 1829 4528 4755 4981 183 150 3810 3048 2286 5660 5943 6226 229 200 5080 4064 3048 7547 7925 8302 305 220 5588 4470 3353 8302 8717 9132 335 250 6350 5080 3810 9434 9906 10377 381 300 7620 6096 4572 11321 11887 12453 457
Schermgrootte Afstand tot scherm (mm)
B
(mm)H (mm)
30 762 610 457 1132 1189 1245 46 40 1016 813 610 1509 1585 1660 61 50 1270 1016 762 1887 1981 2075 76 60 1524 1219 914 2264 2377 2491 91 80 2032 1626 1219 3019 3170 3321 122
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
Ve rt ic al e
afstand (mm)
De projector positioneren14

Aansluitingen

Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
of
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
1
2
3
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. USB-kabel
4. Componentvideo-naar-VGA (of D-sub) adapterkabel
1
7
4
7
6
5
7
5. S-Video-kabel
6. Videokabel
7. Audiokabel
Aansluitingen 15
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER-1-aansluiting is aangesloten.
Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-
by-instellingen" op pagina 40 voor details.

Videoapparaten aansluiten

U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluiting Beeldkwaliteit
Component Video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidspreker wordt gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is aangesloten.
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten. Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 16 voor details.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen16

Bediening

De projector opstarten

1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
2. Druk op AAN/UIT om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden,
hoort u een "opstartgeluid". De POWER (Power-lampje) knippert groen en blijft branden als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 32 voor details over het uitschakelen van de geluidsmelding.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
3. Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de instructies op het scherm te volgen.
4. Als u om een wachtwoord wordt
gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 21 voor details.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector gaat zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen goed signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan totdat er een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 23 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht 'Buiten bereik' op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina 52 voor details.
Bediening 17
Loading...
+ 37 hidden pages