Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1.Lees deze handleiding aandachtig
door voordat u de projector gaat
gebruiken. Bewaar de handleiding
voor toekomstig gebruik.
2.Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3.Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over
aan een bevoegd technicus.
5.In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector
normaal werkt bij een netspanning van
100 tot 240 V (wisselstroom), kan het
apparaat uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van ±10 V voordoet.
In gebieden waar dit risico hoog
is, is het raadzaam de projector
aan te sluiten op een
spanningsstabilisator,
piekbeveiliging of UPS-systeem
(Uninterruptible Power Supply).
6.Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. De voorwerpen kunnen heet
worden en daardoor vervormd raken
of vlam vatten. Druk op ECO BLANK op de projector of
afstandsbediening om de lamp tijdelijk
uit te schakelen.
4.Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter (indien aanwezig) is
geopend of de lensdop (indien
aanwezig) is verwijderd wanneer
de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
10. Plaats dit product nooit op een
onstabiele ondergrond. Het product
kan dan vallen en ernstig worden
beschadigd.
8.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de
lamp toch langer gebruikt, kan deze in
zeldzame gevallen breken.
9.Zorg dat de stekker van de projector
uit het stopcontact is verwijderd
voordat u de lamp of elektronische
onderdelen vervangt.
11. Open deze projector niet zelf.
De onderdelen van het apparaat staan
onder hoge spanning die
levensgevaarlijk is. Het enige
onderdeel dat u mag vervangen, is de
lamp met het deksel.
U mag nooit andere onderdelen
losmaken of verwijderen. Laat
reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele
reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt,
neemt u mogelijk warme lucht en een
bepaalde geur waar bij het
ventilatierooster. Dit is een normaal
verschijnsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
3.000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
Veiligheidsinstructies (vervolg)
13. Plaats de projector niet in de
volgende ruimtes.
- Slecht geventileerde of gesloten
ruimtes. Zorg dat de projector ten
minste 50 cm van de muur staat en
laat voldoende ruimte vrij rondom de
projector.
- Plekken waar de temperatuur
extreem hoog kan oplopen, zoals in
een auto met gesloten ramen.
- Plekken met veel vocht, stof of rook
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur
van de projector en verdonkert het
beeld.
- Plekken in de buurt van een
brandalarm.
- Plekken met een
omgevingstemperatuur hoger dan
40°C/104°F
- Plekken die hoger liggen dan 3000 m
(10000 voet).
14. Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht
oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek
of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting
in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd
op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van
meer dan 10 graden (links naar rechts)
of in een hoek van meer dan 15 graden
(voor naar achter). Als u de projector
gebruikt wanneer deze niet volledig
horizontaal staat, werkt deze mogelijk
niet optimaal of kan de lamp beschadigd
raken.
16. Plaats de projector niet verticaal.
De projector kan dan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Trap niet op de projector of leg er
geen voorwerpen op. Dit kan niet
alleen schade aan de projector
veroorzaken, maar kan ook leiden tot
ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van
of op de projector. Als er vloeistof in
de projector wordt gemorst, werkt
deze mogelijk niet meer. Als de
projector nat wordt, trekt u de
stekker uit het stopcontact en belt u
BenQ voor reparaties.
Montage van de projector op het
plafond
Voor een probleemloze werking van
de projector is ook veiligheid van
groot belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om
schade en lichamelijk letsel te
voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond
wilt bevestigen, is het raadzaam de
plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een
veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander
merk gebruikt, bestaat het gevaar dat
de projector naar beneden valt omdat
het apparaat met de verkeerde
schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor
BenQ-projectoren kopen bij de
leverancier van uw projector.
Het verdient ook aanbeveling een
aparte veiligheidskabel aan te schaffen
die compatibel is met het Kensingtonslot. Maak deze kabel vast aan de sleuf
voor het Kensington-slot op de
projector en aan de houder. Wanneer
de projector loskomt van de houder,
blijft het apparaat toch veilig zitten.
19. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van
BenQ en zorg dat de projector stevig vastzit.
20. Dit apparaat moet worden geaard.
Belangrijke veiligheidsinstructies6
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in
overeenstemming met de plaatstelijke wetten
voor afvalverwerking.
Zie www.lamprecycle.org.
Inleiding
Kenmerken van de projector
De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een
gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken.
• ECO LEEG - Door gebruik van de Philips ImageCare
leeg tot wel 70% van de energie van de lamp besparen terwijl tegelijkertijd uw
afbeelding verborgen wordt
• Met de 3D-functie kunt u genieten van films, video’s en sport in 3D, nu nog realistischer
doordat de beelden diepte krijgen
• Filterloos ontwerp voor minimaal onderhoud en gebruikskosten
• Heldere kleur/VIDI voor echtere, levendigere kleuren in het beeld
• Ondertitels voor de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tv-programma’s en
video’s
• Wandkleurcorrectie waarmee het mogelijk is te projecteren op oppervlakten met
verschillende vooraf gedefinieerde kleuren
• Snel automatisch zoeken versnelt het detecteren van het signaal
• Instelbare wachtwoordbeveiliging
• 3D-kleurbeheer om kleuren aan te passen naar uw voorkeur
• Snelkoelfunctie om de projector snel af te koelen
• Presentatietimer voor meer inzicht in de tijdsduur van presentaties
• Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
• Digitale keystone-correctie om vervormde beelden te corrigeren
• Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
• Weergave van 16,7 miljoen kleuren
• Meertalige schermmenu's (OSD)
• Schakelen tussen de modi normaal en economisch om het stroomverbruik te
verminderen
• Ingebouwde luidsprekers voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
• Compatibel met component HDTV (YP
•De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor
contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
•De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is normaal.
bPr)
®
technologie zal de functie Eco
Inleiding7
Inhoud van de verpakking
1.Reservelamp
2.Plafondmontageset
3.RS232-kabel
4.Presentation Plus
5.Draagtas
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of
meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.
Standaardaccessoires
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde
informatie.
ProjectorNetsnoerVGA-kabel
SnelgidsCD met
gebruikershandleiding
Garantiekaart*
Trek het kaartje weg voordat u de afstandsbediening gebruikt.
Optionele accessoires
Inleiding8
Afstandsbediening met batterij
Buitenkant van de projector
2
1
3
5
4
6
7
8
9
Voorkant/bovenkant
Achter/onderkant
10
11 12
1314 15 16
17
18
1.Extern besturingspaneel
(Zie "Bedieningselementen en functies"
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2.Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld
aan.
3.LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of
knippert als er een probleem is met de
lamp.
4.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in. Hiermee gaat u terug naar het
vorige schermmenu (OSD), sluit u het
menu en slaat u de menu-instellingen op.
5.Links/
Verlaagt het volume van de projector.
6.MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
7.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
8
9
10
11
12
13
14
11
8.TEMP (waarschuwingslampje
temperatuur)
Licht rood op als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
9.POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt.
10. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
11. Keystone/pijltoetsen
(/Omhoog, /Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
12.AAN/UIT
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
13.Rechts/
Verhoogt het volume van de projector.
Als het schermmenu (OSD) is
geactiveerd, functioneren de toetsen #5,
#11 en #13 als richtingspijlen om de
gewenste menuopties te selecteren en de
instellingen te wijzigen.
14. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
Inleiding10
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
1.AAN/UIT
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
2. Stilstaand beeld
Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil.
3.Links
4.Smart Eco
Geeft de selectiebalk voor de lampmodus
weer.
5.ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen.
6.Digital Zoom (+, -)
Hiermee vergroot of verkleint u het
geprojecteerde beeld.
7.Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
8.MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD)
in. Hiermee gaat u terug naar het vorige
schermmenu (OSD), sluit u het menu en
slaat u de menu-instellingen op.
9.Keystone/pijltoetsen
8
9
10
11
12
13
9
14
15
16
(/Omhoog, /Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
10. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
11.Rechts
Als het schermmenu (OSD) is
geactiveerd, functioneren de toetsen #3,
#9 en #11 als richtingspijlen om de
gewenste menuopties te selecteren en
de instellingen te wijzigen.
12. SOURCE
Geeft de ingangselectiebalk weer.
13. MODE/ENTER
Selecteer een beschikbare beeldmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu.
14. Timer On
Hiermee kunt u een timer op het
scherm activeren of weergeven op basis
van uw eigen timerinstelling.
15. Timer Set up
Hiermee wordt de instelling voor
presentatietimer direct ingevoerd.
16. PAGE UP/PAGE DOWN
Hiermee kunt u een softwareprogramma
(op een aangesloten pc) bedienen dat
reageert op opdrachten voor pagina
omhoog/omlaag (bijvoorbeeld Microsoft
PowerPoint).
Inleiding11
Bereik van de afstandsbediening
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
°
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en
bovenkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal
30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De
afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet)
bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1.Verwijder de batterijhouder.
Volg de geïllustreerde instructies. Houd de vergrendelarm ingedrukt
terwijl u de batterijhouder verwijdert.
2.Plaats de nieuwe batterij in de houder.
De positieve pool van de batterij moet naar buiten
wijzen.
3.Duw de houder in de afstandsbediening.
•Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
•De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct plaatst.
•Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk
type batterijen, zoals door de fabrikant aanbevolen.
•Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de
fabrikant.
•Gooi een batterij nooit in een vuur. De batterij kan in dat geval
ontploffen.
•Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt
u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding12
De projector positioneren
Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1.Tafel voor
Selecteer deze instelling als u de projector
op de tafel en voor het scherm installeert.
Als u een snelle opstelling en draagbaarheid
wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
2.Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en voor het scherm
installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de
plafondmontageset van BenQ bij uw
leverancier kopen.
Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
3.Plafond achter
Selecteer deze instelling als u de projector
tegen het plafond en achter het scherm
installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal
scherm voor achterwaartse projectie
vereist en de plafondmontageset van BenQ.
Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
4.Tafel achter
Selecteer deze instelling als u de projector
op de tafel en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm
voor achterwaartse projectie vereist.
Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis >
Projectorpositie in nadat de projector is
ingeschakeld.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en
uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de
nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren13
De gewenste beeldgrootte van de projectie
Maximale zoom
Minimale zoom
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het
videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand
4755 mm en bedraagt de verticale afstand 183 mm.
Voor een projectieafstand van 6,0 m (6000 mm) is 5943 mm de dichtstbijzijnde waarde in
de kolom "Afstand tot scherm (mm)". Als u in deze rij kijkt, ziet u dat u hiervoor een
scherm van 150" (ongeveer 3,8 m) nodig hebt.
Projectieafmetingen
Zie "Afmetingen" op pagina 51 voor de maten van het lensmidden van deze projector
voordat u de geschikte positie berekent.
Alle maten zijn benaderingen en kunnen afwijken van de daadwerkelijke formaten.
BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst ter
plaatse met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van
deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw
specifieke locatie.
Min lengte
Gemiddeld
Max lengte
Ve rt ic al e
afstand (mm)
De projector positioneren14
Aansluitingen
Laptop of desktopcomputer
Luidsprekers
of
AV-apparaat
Beeldscherm
(DVI)
(VGA)
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2.Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
•Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de
projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
•Onderstaande afbeeldingen met verbindingen dienen slechts ter illustratie. De aansluitingen op de
achterzijde van de projector verschillen per projectormodel.
1
2
3
1.VGA-kabel
2.VGA-naar-DVI-A-kabel
3.USB-kabel
4.Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
1
7
4
7
6
5
7
5.S-Video-kabel
6.Videokabel
7.Audiokabel
Aansluitingen15
•Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is
aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave
doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een
beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw
notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
•De d-sub-uitgang werkt alleen als een geschikte d-sub-stekker op de COMPUTER-1-aansluiting is
aangesloten.
•Als u deze verbindingsmethode wilt gebruiken als de projector op standby staat, zorg dan dat de
Beeldscherm-uit-functie is ingeschakeld in het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd. Zie "Stand-
by-instellingen" op pagina 40 voor details.
Videoapparaten aansluiten
U dient de projector slechts op een van de volgende videouitgangen aan te sluiten. Elke
uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de
beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste
videoapparaat.
Naam van aansluiting Uiterlijk van aansluitingBeeldkwaliteit
Component Video
S-Video
Video
Beter
Goed
Normaal
Audioapparaten aansluiten
De projector heeft ingebouwde mono-luidspreker(s) met enkele basisfuncties voor het
geluid bij zakelijke presentaties. Deze zijn niet ontworpen, noch bedoel voor het leveren
van stereogeluid zoals dit verwacht kan worden in home theater of home cinema
toepassingen. Eventuele stereo-geluidssignalen worden omgezet naar monogeluid voor de
luidsprekers van de projector.
De geïntegreerde luidspreker wordt gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is
aangesloten.
•De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt aangesloten.
Zie "Audioapparaten aansluiten" op pagina 16 voor details.
•Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen16
Bediening
De projector opstarten
1.Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de
stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact
in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt
zodra de stroom is ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel)
op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en
brand, te voorkomen.
2.Druk op AAN/UIT om de projector te starten. Zodra het lampje gaat branden,
hoort u een "opstartgeluid". De POWER (Power-lampje) knippert groen en
blijft branden als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten
wordt het opstartlogo weergegeven.
Draai zo nodig aan de focusring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Zie "Uitschakelen van Beltoon aan/uit" op pagina 32 voor details over het
uitschakelen van de geluidsmelding.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, gaat de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de
lamp wordt ingeschakeld.
3.Als de projector voor het eerst wordt
geactiveerd, kies dan uw OSD-taal door de
instructies op het scherm te volgen.
4.Als u om een wachtwoord wordt
gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om
een wachtwoord van zes cijfers in te
voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging
gebruiken" op pagina 21 voor details.
5.Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6.De projector gaat zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande
ingangssignaal wordt in de
linkerbovenhoek van het scherm
weergegeven. Als de projector geen goed
signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen
signaal" op het scherm staan totdat er een
ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om
het gewenste invoersignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 23 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht
'Buiten bereik'op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de
projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timing-diagram" op pagina 52 voor details.
Bediening17
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.