Copyright 2006 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of
computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch,
magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van BenQ Corporation.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten
aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid
voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en
de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder verplicht te zijn aan enige persoon mededeling
van die herzieningen of wijzigingen te doen.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Andere
merk- en productnamen zijn eigendom van de respectieve bedrijven of organisaties.
De BenQ-projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor
IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze
handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen.
Let op
•Open de behuizing niet, om het risico
van elektrische schokken te
voorkomen. In het station bevinden
zich geen onderdelen die door de
gebruiker kunnen worden
onderhouden.
•Lees deze gebruikershandleiding
aandachtig door voordat u de
projector gaat gebruiken. Bewaar deze
gebruikershandleiding voor
toekomstig gebruik.
•Kijk tijdens het projecteren niet
rechtstreeks in de lens van de
projector. De sterke lichtstraal kan uw
ogen beschadigen.
•Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan
een bevoegd technicus.
•Zorg er altijd voor dat de lenssluiter is
geopend of de lensdop is verwijderd
wanneer de projectorlamp brandt.
•In sommige landen is de netspanning
ongelijkmatig. Hoewel deze projector
normaal werkt bij een netspanning van
100 tot 240 V (wisselstroom), kan het
apparaat uitvallen wanneer zich een
stroomstoring of een spanningspiek
van ±10 V voordoet. In gebieden waar
dit risico hoog is, is het raadzaam de
projector aan te sluiten op een
spanningsstabilisator, piekbeveiliging
of UPS-systeem (Uninterruptible
Power Supply).
Belangrijke veiligheidsinstructies1
Veiligheidsinstructies
1.De lamp wordt erg heet tijdens het
gebruik. Laat de projector ongeveer
45 minuten afkoelen voordat u de
lamp vervangt.
4.Plaats dit product nooit op een
onstabiele ondergrond. Het product
kan dan vallen en ernstig worden
beschadigd.
2.Gebruik de lamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de
lamp toch langer gebruikt, kan deze
in zeldzame gevallen breken.
3.Zorg dat de stekker van de projector
uit het stopcontact is verwijderd
voordat u de lamp of elektronische
onderdelen vervangt.
5.Het wordt aanbevolen dit apparaat
niet zelf te demonteren om het risico
van een elektrische schok te
vermijden. Wanneer er onderhoudsof reparatiewerkzaamheden aan het
apparaat nodig zijn, dient u een
bevoegd technicus in te schakelen.
Wanneer het apparaat na
demontage verkeerd in elkaar wordt
gezet en vervolgens wordt gebruikt,
kunnen zich storingen of elektrische
schokken voordoen.
Belangrijke veiligheidsinstructies2
Veiligheidsinstructies (vervolg)
6.Plaats de projector niet in de volgende
ruimtes:
- Slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm
van de muur staat en laat voldoende
ruimte vrij rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van
de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 40 °C.
- Plaatsen die hoger zijn dan 3000 m.
7.Blokkeer het ventilatierooster niet.
- Plaats het apparaat niet op een laken,
beddengoed of andere zachte materialen.
- Bedek het apparaat niet met een doek of
andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de
buurt van de projector.
Als het ventilatierooster niet vrij wordt
gehouden, kan er door oververhitting in
het apparaat brand ontstaan.
8.Plaats het apparaat tijdens gebruik
altijd op een stabiel en niet hellend
oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als
deze gekanteld staat in een hoek van meer
dan 10 graden (links naar rechts) of in een
hoek van meer dan 15 graden (voor naar
achter). Als u het apparaat gebruikt
wanneer het niet volledig horizontaal
staat, werkt het mogelijk niet optimaal of
kan de lamp beschadigd raken.
3000
m
9.Plaats het apparaat niet verticaal. De
projector kan vallen en letsel
veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
10. Trap niet op de projector of leg er geen
voorwerpen op. Dit kan niet alleen
schade aan de projector veroorzaken,
maar kan ook leiden tot ongevallen en
mogelijk letsel.
11. Plaats geen voorwerpen voor de
projectielens als de projector wordt
gebruikt. De voorwerpen kunnen heet
worden en daardoor vervormd raken of
vlam vatten. Druk op Blank
(Onderdrukken) op de projector of op
de afstandsbediening om de lamp
tijdelijk uit te schakelen.
12. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van
of op de projector. Als er vloeistof in de
projector wordt gemorst, werkt deze
mogelijk niet meer. Haal in dit geval de
stekker uit het stopcontact en laat een
BenQ-onderhoudstechnicus de
projector controleren.
13. Dit product kan beelden omgekeerd
weergeven, zodat plafondmontage
mogelijk is.
Gebruik de plafondmontageset van
BenQ en zorg dat het apparaat stevig
vastzit.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Inleiding
Kenmerken van de projector
De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een
gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
De projector heeft de volgende kenmerken:
•Instelbare wachtwoordbeveiliging
•Compact en draagbaar model
•Kwalitatief hoogwaardige handmatige zoomlens
•Automatisch de beste beeldkwaliteit met één druk op een knop
•Digitale trapeziumcorrectie om vervormde beelden te corrigeren
•Instelbare kleurbalansregeling voor weergave van gegevens/videobeelden
•Projectielamp met een zeer hoge helderheid
•Weergave van 16,7 miljoen kleuren
•Meertalige schermmenu's
•Schakelen tussen de normale en economische modus om het stroomverbruik te
verminderen
•Ingebouwde luidspreker voor gemengd monogeluid bij gebruik van een audio-ingang
•Krachtige AV-functie voor kwalitatief hoogwaardig AV-beeld
•Compatibel met component-HDTV (YP
•De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de
instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangsbron, én van de
afstand tot het scherm.
•De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en verschilt per fabrikant. Dit is
normaal.
bPr)
Inleiding5
Inhoud van de verpakking
Bij de projector worden de kabels geleverd die nodig zijn om het apparaat op een PC of op
video-apparatuur aan te sluiten. Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle
onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u
contact op te nemen met de leverancier.
De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die
in de afbeeldingen.
ProjectorDraagtasGebruikers-
handleiding
Trek aan het klepje voordat u de afstandsbediening
gebruikt.
SnelgidsAfstands-
bediening en
batterij
V G A - k a b e l U S B - k a b e l N e t s n o e rR e i n i g i n g s d o e k
Optionele accessoires
1.Macintosh-adapter
2.Lamp van 200 W
3.Plafondmontageset
4.Componentvideo-naar-VGA
(of D-sub) adapterkabel
5.RS232-aansluiting
Gebruikers-
handleiding op
cd-rom
Inleiding6
Buitenkant van de projector
Voorkant/bovenkant
1
2
3
4
5
Achterkant
Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor meer informatie over het aansluiten van andere
apparatuur.
1213141516 17
11
1.Extern bedieningspaneel
(Zie "Extern bedieningspaneel" op
6
7
pagina 8 voor meer informatie.)
2.Ventilatierooster
3.Projectielens
4.Knop voorste versteller
5.Lensdop
6.Focusring en zoomring
7.IR-sensor afstandsbediening
voorzijde
18
10
9
8
8.Achterste verstelvoetje
9.Aansluiting netsnoer
10. Sleuf voor Kensingtonvergrendeling
11. IR-sensor afstandsbediening
12. RS-232-controlepoort
13. USB-aansluiting
Onderkant
20
21
19
14. Aansluiting voor RGB (PC)-/
componentvideo (YPbPr/YCbCr)signaalinvoer
15. Aansluiting voor RGB-signaaluitvoer
16. Videoaansluiting
17. S-Video-aansluiting
18. Audioaansluiting
19. Luidspreker
20. Voorste verstelvoetje
21. Lampdeksel
22. Achterste verstelvoetje
22
Inleiding7
Bedieningselementen en functies
I
Extern bedieningspaneel
13
14
8
1
7
12
6
5
9
10
2
11
3
1.Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "Afsluiten" op pagina 26 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten.
2.Blank (Onderdrukken) (zie "Het beeld verbergen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Druk op een willekeurige knop op
het bedieningspaneel om de afbeelding opnieuw weer te geven.
3.Mode (Modus) (zie "Projectie-toepassing" op pagina 29 voor meer informatie.)
Afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal zijn er verschillende
afbeeldingsmogelijkheden beschikbaar.
4.Source (Bron) (zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee selecteert u achtereenvolgens het ingangssignaal RGB, componentvideo,
S-Video ofvideo.
5.Auto (zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 23 voor meer informatie.)
Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
6.Waarschuwingslampje lamp (zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
7.Waarschuwingslampje temperatuur (zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer
informatie.)
Knippert rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
8.Power-lampje (aan/uit) (zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.)
Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt.
9.3 Links
10. Rechts 4 (zie "Keystone (Trapezium) corrigeren" op pagina 24 voor meer
informatie.)
Als het schermmenu niet is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 en #10 als
sneltoetsen voor Keysto ne -/+ (Trapezium).
11. 6 Menu (zie "De menu's gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie.)
Hiermee schakelt u het schermmenu (OSD) in.
12. 5 Exit (Afsluiten)
Hiermee slaat u de menu-instellingen op en sluit u het menu.
Inleiding8
4
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 en #12 als
I
richtingsknoppen om de gewenste items te selecteren en de instellingen te wijzigen.
13. Focusring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor
meer informatie.)
Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan.
14. Zoomring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor
meer informatie.)
Hiermee past u de grootte van het beeld aan. Draai de ring rechtsom om het beeld te
vergroten of linksom om het beeld te verkleinen.
Afstandsbediening
1
7
2
3
4
5
3
8
9
10
11
6
1.Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "Afsluiten" op pagina 26 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten.
2.Stilstaand beeld
Wanneer u deze knop indrukt, wordt het beeld stilgezet. Het pictogram "" wordt
in de rechterbenedenhoek van het scherm weergegeven. Als u het beeld weer wilt laten
bewegen, drukt u nogmaals op de knop voor stilstaand beeld.
3.5Omhoog, 6 Omlaag
4.3Links, Rechts 4
Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen 5 Omhoog,
6 Omlaag, 3 Links en Rechts 4 als richtingsknoppen om de gewenste items te
selecteren en de instellingen te wijzigen.
5.Menu (zie "De menu's gebruiken" op pagina 28 voor meer informatie.)
Hiermee kunt u de gewenste items selecteren en de instellingen wijzigen.
6.Keystone (Trapezium) (zie pagina "Keystone (Trapezium) corrigeren" op
pagina 24 voor meer informatie.)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek
worden veroorzaakt.
Inleiding9
7.Page Up en Page Down (Pagina omhoog en omlaag) (zie "Door pagina's scrollen vanaf
de afstandsbediening" op pagina 26 voor meer informatie.)
Met deze knoppen kunt u een softwareprogramma op de PC bedienen dat reageert op
scrollopdrachten (bijv. Microsoft PowerPoint)
.
8.Auto (zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 23 voor meer informatie.)
Hiermee worden automatisch de beste beeldinstellingen bepaald voor het
weergegeven beeld.
9.Source (Bron) (zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee selecteert u achtereenvolgens het ingangssignaal RGB, componentvideo,
S-Video ofvideo.
10. Blank (Onderdrukken) (zie "Het beeld verbergen" op pagina 25 voor meer
informatie.)
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Druk op een willekeurige knop op de
afstandsbediening om de afbeelding opnieuw weer te geven.
11. Mode (Modus) (zie "Projectie-toepassing" op pagina 29 voor meer informatie.)
Afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal zijn er verschillende
afbeeldingsmogelijkheden beschikbaar.
Bereik van de afstandsbediening
De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en
achterzijde van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal
30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De
afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 6 meter bedragen.
~ 6 m
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de
projector blokkeert.
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1.Verwijder de batterijhouder.
2.Plaats de nieuwe batterij in de houder. De
positieve pool van de batterij moet naar
buiten wijzen.
3.Duw de houder in de afstandsbediening.
•Vermijd hoge temperaturen en
vochtigheid. De batterij kan beschadigd
raken als u deze niet correct plaatst.
•Vervang batterijen alleen door hetzelfde
type of een soortgelijk type batterijen,
zoals door de fabrikant aanbevolen.
•Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
•Gooi een batterij nooit in een vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
•Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet
gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke
lekkage van de batterij.
Inleiding10
De projector plaatsen
Een locatie kiezen
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1.Op de vloer en voor het scherm;
2.Op het plafond en voor het scherm;
3.Op de vloer en achter het scherm;
4.Op het plafond en achter het scherm.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en
uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de
nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
I. Vloer voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
en voor het scherm installeert. Als u een snelle
opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
II. Plafond voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen,
kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij
uw leverancier kopen.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u in
het menu Geavanceerd > Spiegel.
III. Vloer achterkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u in
het menu Geavanceerd > Spiegel.
IV. Plafond achterkant
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist en de
plafondmontageset van BenQ.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u
in het menu Geavanceerd > Spiegel.
De projector plaatsen11
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.