1. Instellen van de schermresolutie
Vanwege de aard van de LCD-technologie, is de beeldresolutie altijd dezelfde. Voor de beste
beeldprestaties stelt u de resolutie in op de maximale resolutie die overeenkomt met de
beeldverhouding van het beeldscherm. Dit wordt de “eigen resolutie” of maximale resolutie
genoemd – het levert het scherpste beeld op. Zie onderstaande tabel voor de eigen resolutie van uw
lcd-scherm. Lagere resoluties worden op een volledig scherm middels een interpolatiemethode
weergegeven. Wazig beeld bij pixelgrenzen kan optreden bij de geïnterpoleerde resolutie,
afhankelijk van het beeldtype en de oorspronkelijke resolutie.
Model Eigen resolutie
G2320HDBL 1920 x 1080
Kijk in het Specificatiedocument op de bijgesloten cd om de beeldverhouding van het aangeschafte model
te vinden.
Maak volledig gebruik van lcd-technologie door de eigen resolutie van het beeldscherm in te stellen op de
pc, dit wordt hieronder beschreven. Let er op dat niet alle pc-videokaarten deze resolutie ondersteunen.
Als dit inderdaad niet wordt ondersteund, kijk dan op de website van de fabrikant van de videokaart voor
een update van het stuurprogramma voor uw model videokaart zodat deze resolutie wordt ondersteund.
Stuurprogramma's van videokaarten worden regelmatig vernieuwd en geschikt gemaakt voor resoluties
van nieuwe hardware. Indien nodig dient u eventueel de videokaart van de pc te vervangen en te
vernieuwen zodat de standaardresolutie van de monitor ondersteund wordt.
1. Open Eigenschappen voor beeldscherm en kies het tabblad Instellingen.
U kunt Eigenschappen voor beeldscherm openen door met de rechter muisknop op het
Windows bureaublad te klikken en in het pop-up-menu Eigenschappen te selecteren.
2. Gebruik de schuif in het onderdeel ‘Beeldschermresolutie’ om de schermresolutie in te
stellen.
Selecteer de aanbevolen resolutie (maximale resolutie) en klik vervolgens op Toepassen.
Wanneer u een andere resolutie selecteert, dient u zich te realiseren dat deze afwijkende resolutie
geïnterpoleerd is en dientengevolge mogelijk een minder scherpe weergave van het beeld geeft in
vergelijking met de instelling van de natuurlijke resolutie.
3. Klik op OK en daarna op Ja.
4. Sluit het Eigenschappen voor beeldscherm venster.
Als het ingangssignaal geen beeld levert met een verhouding die overeenkomt met de
beeldverhouding van het beeldscherm, wordt het weergegeven beeld wellicht uitgerekt of
vervormd. U kunt de originele beeldverhouding behouden via de schaalopties bij de aanpassingen
in “Beeldschermmodus”. Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
1 Instellen van de schermresolutie
2. Instelling van de beeldherhalingsfrequentie
In geval van een LCD-display hoeft u niet te kiezen voor de hoogste beeldherhalingsfrequentie,
omdat het technisch onmogelijk is dat een LCD-display flikkert. Het beste resultaat bereikt u door
gebruik te maken van de fabrieksmodi die reeds op uw computer ingesteld zijn. Lees het volgende
hoofdstuk om de fabrieksstanden te zien: Vooingestelde Weergavemodi op pagina 3.
1. Dubbelklik op het Beeldscherm icoontje in het Configuratiescherm.
2. In het venster Eigenschappen voor beeldscherm selecteert u de tab Instellingen en klikt
u vervolgens op de knop Geavanceerd.
3. Selecteer de tab Adapter en kies een passende beeldherhalingsfrequentie die aansluit op één
van de fabrieksmodi zoals aangegeven in de specificatietabel.
4. Klik op Wijzig, OK en vervolgens op Ja.
5. Sluit het Eigenschappen voor beeldscherm venster.
2 Instelling van de beeldherhalingsfrequentie