BenQ Corporation aanvaardt geen verantwoordelijkheden of garanties, hetzij uitdrukkelijk of
impliciet, met betrekking tot de inhoud van dit document en verwerpt specifiek elke garantie op de
verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel. BenQ Corporation behoudt zich
bovendien het recht voor de publicatie te herzien en af en toe wijzigingen aan de inhoud van dit
document aan te brengen, zonder enige verplichting van deze onderneming om enige persoon op
de hoogte te brengen van dergelijke revisie of wijzigingen.
Zorg dragen voor uw camera
• Gebruik uw camera niet buiten het volgende omgevingsbereik: temperaturen lager dan 0 °C of
hoger dan 40 °C.
• De camera niet gebruiken noch opslaan in de onderstaande omgevingen:
– Direct zonlicht
– Hoge vochtigheid of stof
– In de buurt van een luchtkoeler, verwarming of andere warmtebronnen
– In een gesloten auto in direct zonlicht
– Onstabiele locaties
• Indien uw camera vochtig wordt, neem deze dan zo snel mogelijk af met een droge doek.
• Zout of zeewater kan ernstige schade toebrengen aan de camera.
• Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol enz. om de camera te reinigen.
• Indien de lens of zoeker vuil zijn, gebruik dan een lensborstel of een zachte doek om de lens te
reinigen. Raak de lens niet aan met uw vingers.
• Om elektrische schokken te voorkomen, mag u de camera niet uit elkaar nemen of zelf repareren.
• Water op of in de camera kan leiden tot brand of elektrische schokken. Bewaar uw camera dus
steeds op een droge plaats.
• Gebruik de camera niet buitenshuis wanneer het regent of sneeuwt.
• Gebruik de camera niet in of in de nabijheid van water.
• Als een vreemd object of water in uw camera terechtkomt, schakel dan onmiddellijk de voeding
uit, neem de batterijen uit het toestel en koppel de voedingsadapter los. Ver w i jd e r h et vu il of
water en stuur de camera ter reparatie op naar het onderhoudscentrum.
• Draag de gegevens zo snel mogelijk over naar de computer om verlies van uw foto’s en/of
videofragmenten te vermijden.
Verwijdering van afval van elektrische en elektronische apparaten door gebruikers in privéhuishoudens in de Europese Unie.
Dit symbool op het product of op de verpakking geeft aan dat het niet als
huishoudelijk afval mag worden verwijderd. U dient uw versleten apparatuur af te
geven volgens het toepasselijke terugnameschema voor de recyclage van elektrische
en elektronische apparaten. Voor meer informatie over de recyclage van dit
apparaat, kunt u contact opnemen met uw lokaal stadsbestuur, de winkel waar u
het apparaat hebt gekocht of het vuilnisverwerkingsbedrijf. Dankzij de recyclage
van materialen worden de natuurlijke bronnen bewaard en wordt het apparaat
Regelgevende CE-verklaring
Hierbij verklaart BenQ Corp. onder onze verantwoordelijkheid dat het product in
overeenstemming is met de vereisten die zijn uiteengezet in de Richtlijn van de Raad op de
benadering van de lidstaten met betrekking tot de richtlijnen voor elektromagnetische
compatibiliteit (89/336/EEG, 92/31/EEG) en de Lage voltage-richtlijn (73/23/EEG).
gerecycleerd op een manier die de menselijke gezondheid en het milieu beschermd.
Inhaltsverzeichnis
1. Rondleiding door uw camera............................................... 1
Haal voorzichtig alle items uit de verpakking en controleer of u over de volgende items beschikt.
1. Gebruiksaanwijzing
2. Digitale camera
3. USB-kabel
4. Lithium-ion-batterij
5. Handriem
6. CD-ROM met
software
7. Batterijlader
8. AC voedingsadapter
9. AV-kabel
10. Draagtas
Indien een onderdeel ontbreekt of beschadigd lijkt, neem dan contact op met uw leverancier.
Bewaar de verpakking voor het geval u deze zou nodig hebben om uw camera te verzenden
voor onderhoud of reparatie.
1.2Camera-onderdelen
1.2.1Vooraanzicht
1. Ontspanknop
2. Voedingsknop
3. Status-LED indicator
4. Ingebouwde flitser
5. LED zelfontspanner
6. Luidspreker
7. Lens/lensafsluiting
8. Statiefbevestiging
9. Microfoon
Nederlands
Rondleiding door uw camera1
Nederlands
1.2.2 Achteraanzicht
1. LCD-scherm
2. W (groothoek)
Uitzoomen of miniatuur
3. T (tele)
Inzoomen
4. Oogje voor riem
5. Knop Afspelen/opnemen
6. Knop Foto/Video opnemen
7. Navigatieknop –
vierwegkn op en de knop OK
8. Knop Menu
9. Weregaveknop
1.2.3 LED-indicator
indicatorStatusBeschrijving
Status-LED
indicator
LED
zelfontspanne r
Het LCD-scherm van de digitale camera werd vervaardigd met de meest verfijnde technol-
•
ogie. Het scherm kan echter enkele lichte vlekjes bevatten of ongewone kleuren weergeven. Dit is normaal en wijst niet op een defect aan het scherm. Het zal evenmin de
opnamen die u met de camera maakt, beïnvloeden.
Stabiel groen• De camera is ingeschakeld en klaar voor gebruik.
Knipperend
groen
Knipperend
oranje
Stabiel rood• De functies voor de geluids- of video-opname zijn geactiveerd.
Knipperend
rood
• De USB-verbinding is bezig.
• De camera is in de energiebesparingsstand.
• De camera is bezig met de verwerking of het openen van
gegevens.
• Er zijn fout- of waarschuwingsberichten.
• De functies voor de zelfontspanner of de intervalopname zijn
geactiveerd.
Het is normaal dat de camera tijdens het gebruik warm wordt
omdat de metalen camerabehuizing warmte kan geleiden.
Rondleiding door uw camera2
2De camera voorbereiden voor gebruik
2.1 De batterij plaatsen
Wij raden u sterk aan alleen de opgegeven oplaadbare
lithium-ion-batterij te gebruiken voor uw camera. Zorg
ervoor dat u de voeding van de camera uitschakelt
voordat u de batterij plaatst of verwijdert.
De batterij plaatsen:
1. Sluit het batterij/SD-geheugenkaartklepje (A).
2. Plaats de batterij in de correcte richting zoals
aangegeven (B).
3. Duw de batterij helemaal in het vak tot de
vergrendelingshendel van de batterij op zijn plaats
klikt (C).
4. Sluit het batterij/SD-geheugenkaartklepje (D).
De batterij verwijderen:
1. Open de klep van de batterij/SD-geheugenkaart.
2. Ontgrendel de batterijvergrendeling.
3. Wanneer de batterij een weinig uit het vak springt,
trekt u deze langzaam volledig uit het vak.
A
B
C
D
2.2De batterij laden
De laadstatus van de batterij beïnvloedt de
prestatie van de camera. Voor een maximale
prestatie en levensduur van de batterij, raden
wij u aan de batterij volledig op te laden met de
aanbevolen laderset (lader en
wisselstroomadapter) en deze vervolgens
minstens eenmaal volledig te ontladen door
normaal gebruik. Zorg ervoor dat u de voeding
van de camera uitschakelt voordat u de batterij
plaatst.
1. Plaats de batterijen in de lader zoals
weergegeven in de afbeelding.
2. Sluit een uiteinde van de wisselstroomadapter aan op de lader.
3. Stop het andere uiteinde van de AC voedingsadapter in het stopcontact.
4. Wanneer de batterij wordt opgeladen, zal de LED-indicator van de lader rood oplichten.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, wordt deze LED groen.
De duur van het opladen is afhankelijk van de omgev ingstemperatuur en de status van de
batterij.
Nederlands
De camera voorbereiden voor gebruik3
Nederlands
• De camera moet worden gebruikt met de opgegeven laderset. Schade die wordt vero-
orzaakt door gebruik van een verkeerde adapter valt niet onder de garantie. Zorg er
steeds voor dat de camera is uitgeschakeld voordat u de batterij verwijdert.
• De batterij kan warm zijn na het opladen of na het gebruik. Dit is normaal en wijst niet op
een defect.
• Wanneer u de camera gebruikt in koude omgevingen, zorg er dan voor dat de camera en
zijn batterij warm blijven door de camera in uw jas of een andere warme beschermende
omgeving te bewaren.
2.3Een SD-geheugenkaart plaatsen en verwijderen
De camera is voorzien van intern geheugen, zodat u videofragmenten kunt opnemen, foto’s
maken of spraakbestanden samenstellen. U kunt ook de geheugencapaciteit uitbreiden met
een optionele SD-geheugenkaart (Secure Digital) om nog meer bestanden op te slaan.
1. Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld
voordat u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
2. Plaats een SD-geheugenkaart in de correcte
richting, zoals weergegeven in de afbeelding.
3. Sluit het batterij/SD-geheugenkaartklepje.
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de SD-geheugenkaart verwijdert.
Duw lichtjes op de rand van de geheugenkaart
zodat deze wordt uitgeworpen.
• Zorg ervoor dat u de SD-geheugenkaart met
deze camera formatteert voordat u de kaart voor
het eerst gebruikt.
• Om te vermijden dat waardevolle gegevens per
ongeluk worden gewist van de SD-geheugenkaart, moet u het schrijfbeveiligingsklepje (op de
zijkant van de SD-geheugenkaart) naar de stand
“LOCK (VERGRENDELEN)” schuiven.
• Om gegevens op de SD-geheugenkaart op te slaan, te bewerken of te wissen, moet u de
kaart ontgrendelen.
• Plaats geen geheugenkaart in de camera terwijl u het intern geheugen formatteert. Als u
dat toch doet, wordt de geheugenkaart in plaats van het interne geheugen van de camera
geformatteerd.
• Formatteren is een onomkeerbare actie en de gegevens kunnen niet meer worden her-
steld op een later tijdstip. Maak een back-up van uw gegevens voordat u formatteert.
• Wanneer u problemen ondervindt bij het lezen van of schrijven op een SD-geheugenkaart,
is het mogelijk dat de kaart niet correct is geformatteerd.
2.4De datum en tijd instellen.
Stel de datum en tijd in voordat u uw camera voor de eerste keer gebruikt. Raadpleeg de tabel
onder 3.4.1 “Menu Instelstand” op pagina 20 voor meer informatie.
De camera voorbereiden voor gebruik4
3De camera gebruiken
3.1Fotostand
3.1.1 Aan de slag met foto’s
1. Druk gedurende meer dan één seconde
op de knop
schakelen.
2. Stel uw opname in het LCD-scherm in
onder de Fotostand.
3. Druk de ontspanknop halverwege (1) en
vervolgens volledig in (2).
• Wanneer u de ontspanknop halver-
• Het scherpstelkader wordt groen wan-
• Wanneer de scherpstelling of de beli-
• Druk op de knop [] om het laatst
opgenomen beeld te bekijken.
• Duw de ontspanknop halverwege in of
druk op de knop [] om terug te keren naar de Snapshotmodus.
• Het LCD-scherm wordt donkerder bij sterk zonlicht of helder licht. Dit is geen defect.
• Houd uw camera altijd stil wanneer u de ontspanknop indrukt om onscherpe opnamen te
voorkomen. Dit is vooral belangrijk wanneer u foto’s maakt bij lage belichtingsomstandigheden, waarbij de camera de sluitertijd zal vertragen om ervoor te zorgen dat uw
opnamen correct belicht zijn.
• Als u de knop [] indrukt, wisselt het LCD-scherm in deze volgorde: OSD normaal →
Gedetailleerde info. → Info. Uit.
• Als QuickView (Snelweergave) is ingesteld op “On” (Aan) wordt een voorbeeld van het
opgenomen beeld weergegeven terwijl de opname in het geheugen wordt opgeslagen.
[] om de camera in te
wege indrukt, wordt er automatisch
scherpgesteld en de belichting aangepast.
neer de camera is scherpgesteld en
wanneer de belichting is vastgesteld.
chting niet geschikt is, wordt het
kader van het scherpstelgebied rood.
Nederlands
De camera gebruiken5
3.1.2 LCDbeeldscherminformatie
Fotostand
1.
Fotost and
[]Automatisch
[]Handmatig
[]S.S.F.
[]Portret
[]Landschap
[]Nachtopname
Nederlands
[]Sport
[]Achtergrondverlichting
2. Flitserstand
[]Automatische flitser
[]Flitser aan
[]Flitser Uit
[]Rode ogen
[] Langzaam synchroniseren
3. Pictogram zelfontspanner (indien gebruikt)
[]Zelfontspanner (2s)
[] Zelfontspanner (10s)
[] Inter valopname
[]Burst
4. Witbalans (indien weergave [Detailed Info]
is geselecteerd)