Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van het +
achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar voor een
elektrische schok. Het apparaat bevat geen te onderhouden onderdelen. Reparatiewerkzaamheden mogen
uitsluitend door gekwali ceerd personeel uitgevoerd
worden.
Om het risico op brand of elektrische schokken te +
beperken, dien je te voorkomen dat dit apparaat wordt
blootgesteld aan regen en vocht. Het apparaat mag niet
worden blootgesteld aan neerdruppelend of opspattend
water en er mogen geen met water gevulde voorwerpen
– zoals een vaas – op het apparaat worden gezet.
Dit symbool wijst je er altijd op dat er niet-geïsoleerde gevaarlijke spanning binnen de behuizing
aanwezig is – deze spanning is voldoende om
gevaar voor elektrische schok op te leveren.
Dit symbool wijst je altijd op belangrijke bedienings
- en onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende
documenten. Wij vragen je dringend de handleiding te lezen.
Lees deze voorschriften.1)
Bewaar deze voorschriften.2)
Neem alle waarschuwingen in acht.3)
Volg alle voorschriften op.4)
Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.5)
Reinig het uitsluitend met een droge doek.6)
Let erop geen van de ventilatie-openingen te bedekken.7)
Plaats en installeer het volgens de voor-schriften van
de fabrikant.
Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt van8)
radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken (ook
versterkers) die warmte afgeven.
Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of aardings-9)
stekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een breder is dan
het andere. Een aardingsstekker heeft twee bladen en
een derde uitsteeksel voor de aarding. Het bredere blad
of het derde uitsteeksel zijn er voor uw veiligheid. Mocht
de geleverde stekker niet in je stopcontact passen, laat
het contact dan door een elektricien vervangen.
Om beschadiging te voorkomen, moet de stroomleiding10)
zo gelegd worden dat er niet kan worden over gelopen
en dat ze beschermd is tegen scherpe kanten. Zorg
zeker voor voldoende bescherming aan de stekkers, de
verlengkabels en het punt waar het netsnoer het apparaat
verlaat.
Het toestel moet altijd met een intacte aarddraad aan het11)
stroomnet aangesloten zijn.
Wanneer de stekker van het hoofdnetwerk of een appa-12)
raatstopcontact de functionele eenheid voor het uitschakelen is, dient deze altijd toegankelijk te zijn.
Gebruik uitsluitend door de producent gespeci ceerd13)
toebehoren c.q. onderdelen.
Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met de14)
wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die door
de producent is aangegeven, of die in combinatie met het
apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een wagen dient
men voorzichtig te zijn bij het verrijden van de combinatie
wagen/apparaat en letsel door vallen te voorkomen.
Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet gebruikt,15)
haal je de stekker uit het stopcontact.
Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en16)
bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerk-zaamheden
zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is geraakt, bijvoorbeeld als de hoofd-stroomkabel of -stekker
is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in terecht
zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid heeft
bloot-gestaan, niet normaal functioneert of wanneer het
is gevallen.
Attentie
Deze onderhoudsinstructies zijn uitsluitend bedoeld+
voor gekwali ceerd onderhoudspersoneel. Om elektri-
sche schokken te voorkomen, mag je geen andere onderhoudshandelingen verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan. Reparatiewerkzaamheden
mogen alleen uitgevoerd worden door gekwali ceerd
Hartelijk gefeliciteerd! Met de DDM4000 ben je in het bezit van een
DJ-mixer, waarmee je je tijd ver vooruit bent. De DDM4000 is een
eersteklas digitale 32-bit DJ-mixer met talrijke creatieve functies,
die evenwel dankzij een intuïtieve gebruikersinterface meteen eenvoudig bediend kan worden. Met functies als bewerken, opslaan
en oproepen van instellingen ben je direct vertrouwd.
Sluit je turntables en CD/MP3 Player aan aan de vier stereokanalen met volledig te programmeren EQs en Kill-schakelaars. Beleef
ultieme exibiliteit met BPM-synchroniseerbare effectmodules,
twee zeer precieze BPM counters en een digitale crossfader met
instelbare curvenaanpassing. Met de super-coole BPM-synchroniseerbare samplers met real time pitch-controle zoals loop- en
reversefuncties breng je de danceoor aan de kook.
De volgende handleiding moet je eerst met de bedie- +
ningselementen van het apparaat vertrouwd maken, zodat je alle functies leert kennen. Nadat je de handleiding
zorgvuldig hebt gelezen, moet je die bewaren, om die,
wanneer het nodig is, altijd weer te kunnen nalezen.
Voordat je begint1.1
Levering1.1.1
Je product is in de fabriek zorgvuldig verpakt om een veilig transport te waarborgen. Indien de verpakking toch beschadigingen
vertoont, controleer het apparaat dan onmiddellijk op uiterlijke
schade.
Stuur het apparaat bij eventuele beschadigingen NIET +
naar ons terug, maar neem onmiddellijk contact op met
de winkel en het transportbedrijf, omdat anders uw aanspraak op schadevergoeding kan vervallen.
Om een optimale bescherming van je apparaat tijdens +
het gebruik en het transport te garanderen raden wij je
aan om een koffer te gebruiken.
Gebruik altijd de originele doos om schade bij opslag +
en verzending te vermijden.
Laat kinderen niet zonder toezicht met het apparaat of +
verpakkingsmateriaal omgaan.
Neem de milieuvoorschriften in acht bij het weggooien +
van het verpakkingsmateriaal.
Ingebruikneming1.1.2
Zorg voor voldoende ventilatie en zet het apparaat niet in de buurt
van een verwarming, om oververhitting te voorkomen.
Voordat je het apparaat op het stroomnet aansluit, dien +
je eerst zorgvuldig na te gaan of je apparaat op de juiste
voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3
driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht
tegenover elkaar. Je apparaat is op de naast deze markeringen
staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld
door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt niet
voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een netspanning van
120 V zijn ontworpen! De precieze positie van de zekeringhouders
tref je aan in afbeelding 2.9.
Wanneer het apparaat op een andere netspanning +
wordt ingesteld, dient er een andere zekering te worden
geplaatst. De specicaties vindt je in het hoofdstuk
"Technische Gegevens".
De verbinding met het lichtnet komt tot stand d.m.v. de meegeleverde voedingskabel met koudapparaataansluiting, die overeenstemt met de vereiste veiligheidsbepalingen.
Let er alstublieft op, dat alle apparaten geaard dienen +
te zijn. Voor je eigen veiligheid dien je in geen geval
de aarding van de apparaten, resp. de voedingskabel,
te verwijderen of onklaar te maken. Het toestel moet
altijd met een intacte aarddraad aan het stroomnet
aangesloten zijn.
Belangrijke aanwijzingen voor de
Installatie
In de buurt van sterke radiozenders en hoog-frequente +
bronnen kan er een negatieve beïnvloeding van de geluidskwaliteit ontstaan. Maak de afstand tussen zender
en apparaat groter en gebruik afgeschermde kabels voor
alle aansluitingen.
On line-registratie1.1.3
Registreer je nieuw BEHRINGER-apparaat na aankoop zo snel
mogelijk op onze website www.behringer.com (respectievelijk
www.behringer.nl) en lees de garantievoorwaarden aandachtig
door.
BEHRINGER geeft een jaar
koopdatum, op materiaal- en productiefouten. Zo nodig kun je
de garantievoorwaarden in de Nederlandse taal op onze website
onder http://www.behringer.com opvragen of telefonisch onder
+49 2154 9206 4131 opvragen.
Mocht je product van BEHRINGER defect raken, willen wij het zo
snel mogelijk repareren. Neemt in dat geval direct contact op met
de BEHRINGER-leverancier waar je het apparaat gekocht hebt.
Als je BEHRINGER-leverancier niet bij je in de buurt gevestigd is,
kunt je ook direct contact opnemen met een van onze vestigingen.
Op de originele verpakking van het apparaat vindt je een lijst met
de adressen van onze BEHRINGER-vestigingen (Global Contact
Information/European Contact Information).
Als er voor je land geen contactadres vermeld is, kun je contact
opnemen met de dichtstbijzijnde importeur. Onder het kopje
Support op onze website www.behringer.com kun je ook de contactadressen vinden.
Als je apparaat, samen met de aankoopdatum, bij ons geregistreerd is, wordt het afhandelen van je garantieaanspraken
aanmerkelijk eenvoudiger.
Hartelijk dank voor je medewerking!
1
garantie, gerekend vanaf de aan-
Attentie!
We willen je erop wijzen, dat sterke volumes het gehoor +
beschadigen en/of koptelefoon of luidspreker kunnen
beschadigen. Draai de OUTPUT-regelaar zo ver mogelijk
naar links, voor je het apparaat inschakelt. Let steeds
op een passend volume.
Doorgebrande zekeringen moeten onverwijld vervan- +
gen worden door zekeringen met de correcte waarde!
De correcte waarde vindt je in hoofdstuk "Technische
Gegevens". Schakel het apparaat uit en trek de stekker
uit het stopcontact, voordat je de zekering vervangt, om
een elektrische schok te voorkomen.
1) Voor klanten binnen de Europese Unie kunnen er hiervoor andere bepalingen geldig
zijn. Verdere informatie is voor EU-klanten via de BEHRINGER Support Duitsland
verkrijgbaar.
DIGITAL PRO MIXER DDM4000
Bedieningselementen en aansluitingen5
Bedieningselementen en aansluitingen2.
Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende bedieningselementen en aansluitingen van de DDM4000. Voor een beter overzicht hebben
we de mixer in verschillende functieblokken onderverdeeld. Ieder blok wordt in een eigen subhoofdstuk (2.1 tot 2.9) gedetailleerd
uitgelegd.
2.1 De stereokanalen 1 tot 4
2.2 Het microfoonkanaal
2.3 De crossfader-sectie
2.4 De main/phones-sectie
2.5 De BPM- en effectsectie
2.6 Het microfoonkanaal
2.7 De ingangen op de achterzijde
2.8 De ingangen op de achterzijde
2.9 Stroomaansluiting en power-schakelaar
De DDM4000 in het overzichtAfb. 2.0:
DIGITAL PRO MIXER DDM4000
Bedieningselementen en aansluitingen6
2
4
7
8
10
9
6
5
3
1
De stereokanalen 1 tot 42.1
De [11] GAIN-regelaar dient voor het op niveau brengen van het
microfoonsignaal, dat op de MIC 1-ingang zit.
Met deze schakelaar kies je de signaalbron, die op de [12]
niveauaanduiding [13] getoond moet worden. IN VU toont
het onbewerkte ingangsniveau: dit helpt bij het op niveau
brengen van de microfoonsignalen. XMC VU toont het niveau
achter de ULTRAMIC-processor.
De LED-keten van 7 cijfers toont het ingangsniveau van het [13]
microfoonkanaal.
StereokanaalgroepenAfb. 2.1:
Met de ingangskanaalschakelaar kun je tussen twee signaal-{1}
bronnen schakelen. Kies je line, dan wordt het signaal van
de line-ingang [67] hoorbaar. Bij phono/line is de signaalbron
van de phono/line-ingang [68] hoorbaar.
De {2} GAIN-regelaar dient voor het instellen van het niveau
van het ingangssignaal. Het actuele niveau wordt op de
niveauaanduiding {3} getoond.
De LED-keten van 7 cijfers toont het ingangsniveau.{3}
Ieder ingangskanaal bezit een 3-band equalizer ({4} HIGH, MID
en LOW) met Kill-karakteristiek. Maximale verhoging: 12 dB,
maximale verlaging: -? dB (Kill). Met de Kill-karakteristiek
kan het frequentiebereik volledig weggedraaid worden.
Wanneer alle EQ-banden helemaal naar links gedraaid
zijn, is geen signaal meer hoorbaar. In de Channel Setup
(zie hoofdst. 3.2.2) kunnen alle EQ-parameters bewerkt
worden.
De {5} MODE-taster schakelt de functionaliteit van de preset-
taster {6} tussen Multi en Single om (zie hoofdst. 3.2.1).
De preset-tasters {6} P1, P2, P3 dienen voor het opslaan en
oproepen van de equalizer-presets (zie hoofdst. 3.2.1). In de
inschakeltoestand zijn deze tasters door een maximale verlaging in de Single modus in beslag genomen (Kill-functie).
Druk op ,de {7} PFL-taster, om het signaal van dit kanaal in de
koptelefoon voor te beluisteren.
Met de fader stel je het kanaalvolume in.{8}
Met de {9} CURVE-schakelaar verander je het regelkarakter van
de fader: In de SOFT-modus regelt de fader het volume in
het bovenste bereik langzamer, in het onderste bereik neemt
dit bij gelijkmatige fader-beweging sneller af. In de SHARPmodus regelt de fader het volume in het bovenste derde
deel sneller, in het onderste bereik neemt dit langzamer af.
In de MID-modus regelt de fader het volume in ieder bereik
gelijkmatig (lineair). Uiteraard kan bij het omschakelen een
volumeverschil ontstaan. Gebruik deze schakelaar daarom
niet wanneer de muziek loopt!
Met de [10] CF ASSIGN-taster bepaal je, op welke zijde van de
crossfader [20] (A of B) het signaal moet komen.
In het microfoonkanaal bevindt zich een 3-band equalizer [14]
(HIGH, MID en LOW). Het regelbereik bedraagt +/-12 dB. In
de Mic Setup (zie hoofdst. 3.2.1) kunnen alle EQ-parameters
bewerkt worden.
Met de [15] ON/OFF-taster wordt het microfoonkanaal aan- en
uitgeschakeld.
Met een druk op de [16] MIC SETUP-taster opent zich het Mic Setup-menu in het display. Hier kun je instellingen voor de
equalizer, de Ultramic-processor en de MIC FX (effectprocessor) uitvoeren (zie hoofdst. 3.3.1).
De [17] XMC ON-taster activeert de Ultramic-processor, die
over een 2-band-compressor incl. expander beschikt.
Ultramic-instellingen kunnen in de Mic Setup onder uitgevoerd worden.
De [18] MIC FX ON-taster activeert de microfoon-effectprocessor.
In de Mic Setup wordt het effect gekozen.
De [19] TALK ON-taster activeert de talkover-functie. Deze zorgt
ervoor, dat het volume van de muziek verlaagd wordt, zodra
jij in de microfoon praat. Deze functie is zeer nuttig en heeft
tot doel, dat je stem bij het aankondigen niet in de muziek
ondergaat. In de Talk Setup (zie hoofdst. 3.3.2) kun je alle
relevante instellingen uitvoeren.
Het microfoonkanaal2.2
Het microfoonkanaalAfb. 2.2:
DIGITAL PRO MIXER DDM4000
Bedieningselementen en aansluitingen7
De crossfader-sectie2.3
De crossfader-sectieAfb. 2.3:
De verwisselbare crossfader dient voor het faden van de [20]
signalen, die de crossfader-zijden A en B toegewezen zijn.
De toewijzing van de stereokanalen en de sampler vindt
plaats met de CF Assign-tasters [10] resp. [65].
De [21] CF ON-taster activeert de crossfader. Wanneer deze
taster niet ingedrukt is, komen de signalen van de aparte
kanalen direct op de main-uitgangen.
Op beide zijden van de crossfader zijn drie Kill-tasters ([22] HIGH, MID en LOW), die een complete verlaging resp. uitschakelen
van het betreffende frequentiebereik mogelijk maken. In de
Crossfader Setup (zie hoofdst. 3.4.2) kan een speciale XOVER modus geactiveerd worden, die de functionaliteit van
de crossfader in verbinding met de Kill-tasters aanzienlijk
vergroot. Meer daarover in hoofdstuk 3.4.1.
Een druk op de [23] FULL FREQ-taster heft alle verlagingen van
de KILL EQ [22] weer op.
Met de [24] CURVE-regelaar kun je het regelgedrag van de
crossfader traploos veranderen.
Met de REVERSE-functie kun je de werkrichting van de crossfader omkeren. Op deze manier kun je bliksemsnel tussen kanaal
A en B wisselen.
REVERSE HOLD[25] brengt een bestendige reverse-functie
teweeg. De crossfader regelt nu de zijden A en B omgekeerd,
d.w.z. A ligt rechts en B links.
REVERSE TAP[26] brengt een kortstondige reverse-functie
teweeg, d.w.z. A en B zijn zo lang verwisseld, als de TAPtaster ingedrukt wordt.
Met de BOUNCE TO MIDI CLOCK-functie wordt een automatisch,
snel overvloeien van de crossfader in het ritme van de muziek
(“Bouncing”) gerealiseerd. Als referentie voor de Bounce-snelheid
dient de MIDI Clock.
Met een druk op de [27] BOUNCE TO MIDI CLK-taster start je
het Bouncing. Zodra je op deze toets hebt gedrukt, springt
het signaal voortdurend van A naar B en terug, en wel in het
met de BEAT-tasters [28] voorgeselecteerde ritme.
Met de [28] BEAT-tasters kies je de Bounce-snelheid. Deze kan
tussen één en 16 beats bedragen.
Deze LEDs tonen het gekozen aantal beats.[29]
Een uitvoerige beschrijving van deze functie tref je aan +
in hoofdstuk 3.4.3.
DIGITAL PRO MIXER DDM4000
Bedieningselementen en aansluitingen8
De main- en phones-sectie2.4
De main- en phones-sectieAfb. 2.4:
MAIN OUTPUT:
De [30] OUTPUT A-regelaar bepaalt het volume op de uitgang
A ([73]).
Voor het regelen van het stereopanorama is er voor de [31]
uitgang A een BALANCE-regelaar.
De [32] OUTPUT B-regelaar bepaalt het volume op de uitgang
B ([74]).
De sterk scheidende, van 22 cijfers voorziene [33] OUTPUT LEVEL-aanduiding toont het niveau van het uitgangssignaal
op de OUTPUT A.
ULTRAMIZE ON/OFF-[34] taster: De Ultramizer is een effect,
dat door dynamische compressie de luidheid en het toepassingsvermogen verhoogt. In de Ultramizer Setup (zie
hoofdst. 3.5.1) kun je de ultramizer bewerken.
Met de [35] LOAD-taster kun je de gebruikersinstellingen van de
hele mixer (User Setting) laden. Bij het inschakelen van het
apparaat wordt altijd de setting geladen, die op het moment
van uitschakelen actief was. Voor het opslaan en laden van
User Settings zie hoofdst. 3.5.2.
PHONES:
Sluit een koptelefoon aan aan de [36] PHONES-bus ((6,3-mm-
stereojacket).
De [37] OUTPUT-regelaar bepaalt het volume in de koptele-
foon.
Met de [38] MIX-regelaar bepaal je de balans tussen PFL- en
PGM-signaal (PFL = Pre Fader listening, faderonafhankelijk
vooraf beluisteren van aparte kanalen; PGM = Programme,
Mastersignal). Bij een aanslag links hoor je uitsluitend het
PFL-signaal, bij een aanslag rechts alleen het mastersignaal.
In de posities daar tussenin kan een mix uit beide signalen
ingesteld worden.
De [39] PUNCH EQ dient als hulp bij het synchroniseren van twee
tracks. Je kunt je daarbij oriënteren op de snare en/of bassdrum. Druk op de SNARE of BASS-taster, om de gewenste
signaalaandelen in de koptelefoon te accentueren.
Wanneer de [40] SPLIT-taster ingedrukt is, ligt het signaal voor
vooraf beluisteren (PFL) alleen in de linker hoorn van de
koptelefoon, het mastersignaal (PGM) alleen in de rechter.
De BPM- en effectsectie2.5
BPM Counter en effectsectie (hier: FX1)Afb. 2.5:
De DDM4000 beschikt over 2 identieke effectapparaten. Voor
de MIC-signalen en de sampler zijn er nog twee onafhankelijke
effectapparaten. Alle effecten kunnen tegelijkertijd gebruikt worden. In deze sectie bevinden zich ook de BPM Counter en de
MIDI Clock.
Het grasche display toont BPM-waarden, effectnamen en [41]
–parameters alsook kanaaltoewijzingen. Het leidt je ook door
de Console Setup-pagina’s.
De [42] FX ON-taster activeert het effectapparaat.
Druk op de [43] FX ASSIGN-taster, om aan het effectapparaat
een signaalbron toe te wijzen (taster knippert). De mogelijke ingangsbronnen worden in het display opgesomd.
Kies de gewenste bron door draaien en indrukken van de
PARAMETER-regelaar [45].
Met de [44] DEPTH-regelaar regel je de effectintensiteit (Depth).
Bij sommige effecten kan hiermee ook de mengverhouding
tussen het droge originele signaal (Dry) en effectsignaal
(Wet) geregeld worden.
De keuze van de effectparameters vindt plaats door indruk-[45]
ken van de PARAM(eter)-regelaar. Door te draaien verander
je de parameter, die op het moment in het display getoond
wordt.
Met een druk op [46] SELECT/LOW kom je in de effectkeuze
(wordt in het display getoond). Draai aan de regelaar en
druk erop [45], om een preset te laden.
Door een druk op de PARAM/MID-taster krijg je toegang tot [47]
de effectparameters. Draai aan de regelaar [45], om een
parameterwaarde te veranderen.
Druk op [48] DEFAULT/HIGH, om een preset te herstellen.
Bij ingeschakeld effect (FX ON-taster ingedrukt) hebben +
de tasters [46] (LOW), [47] (MID) en [48] (HIGH) de functie
van Kill-tasters in de effectweg.
Afhankelijk van het gekozen effect kan een op de tijdsom-[49]
standigheden betrekking hebbende parameter met de BEAT-
tasters ingesteld worden. Hier wordt echter niet de waarde
in milliseconden of zo ingevoerd, maar in beats.
Om het tempo manueel in te voeren, tik dan op deze taster [50]
(tenminste 2 x) ritmisch in de maat van de muziek (TAP).
Door lang te drukken op de AUTO BPM/TAP-taster (> 1 s)
activeer je de automatische tempo-invoer (AUTO BPM).
Draai aan de [51] CONSOLE SETUP-regelaar, om het tempo
van de MIDI Clock te veranderen (drukken en tegelijkertijd
draaien = grove verandering). Kort drukken op de regelaar
bevestigt de invoer. Door lang te drukken op deze regelaar
kom je in de Console Setup (zie hoofdst. 3.1).
Met [52] MIDI START/STOP/ESC start je de MIDI Clock.
Met de [53] ADJUST-tasters kun je het tempo van de BPM
Counter op de MIDI Clock overdragen.
Alle functies van de BPM en effectsectie worden in +
hoofdstuk 4 uitvoerig beschreven.
Loading...
+ 17 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.