Behringer C-3 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
versie 1.0 maart 2006
GROOTMEMBRAAM CONDENSATORMICROFOON C-3
GROOTMEMBRAAM CONDENSATORMICROFOON C-3
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Voor de inbedrijfstelling van het toestel moeten alle veiligheids- en bedieningsaanwijzingen zorgvuldig worden gelezen. Bewaar alle veiligheids- en bedieningsaanwijzingen voor toekomstige vragen.
Water en vocht:
Condensatormicrofonen zijn extreem gevoelig voor vocht. De microfoon mag niet in de buurt van water (bijv. badkuip, wastafel, spoelbak, wasmachine, zwembad enz.) worden gebruikt. Gebruik bij zangopnamen beslist de meegeleverde poppbeveiliging , omdat de capsule zo betrouwbaar tegen vocht wordt beschermd.
Stroomvoorziening:
Het toestel mag alleen op de in de handleiding aangegeven stroomvoorziening worden aangesloten.
Schade:
Voorkom altijd omvallen van de microfoon, omdat dit ernstige schade kan veroorzaken. Voor zelf veroorzaakte schade geven wij geen garantie.
Onderhoud:
De microfoon dient na elk gebruik met een zachte doek te worden afgeveegd en in de meegeleverde koffer te worden gelegd.
Waarschuwingen:
Verwijder a.u.b. nooit de mand, die de capsule omvat! U riskeert, dat uw microfoon wordt beschadigd! Probeer nooit, technische veranderingen aan de printplaat van uw C-3 uit te voeren! Daardoor kan onherstelbare schade aan uw microfoon ontstaan. Bovendien vervalt uw aanspraak op garantie.
2. VOEDING
Voor het bedrijf van de condensatormicrofoon is een fantoomvoeding vereist (+48 V). Wanneer de microfoon op een microfooningang met geactiveerde fantoomvoeding is aangesloten dan wordt dit door het oplichten van de controle-LED aangegeven. Voor schade aan uw C-3, die op een defecte fantoomvoeding is terug te voeren, zijn wij niet aansprakelijk. Schakel uw weergavesysteem stom, voordat u de fantoomvoeding activeert.
3. RICHTKARAKTERISTIEK
Uw C-3 microfoon is een grootmembraammicrofoon met een dubbel membraam. U kunt met deze microfoon kiezen uit drie verschill­ende richtkarakteristieken: een niervormige, een bolvormige en een tweezijdige. U selecteert de gewenste richtkarakteristiek met de schakelaar op de achterzijde van de microfoon.
2
3. RICHTKARAKTERISTIEK
GROOTMEMBRAAM CONDENSATORMICROFOON C-3
3.1 Niervormig (eenrichtinggevoelig)
Microfoons met deze richtkarakteristiek (schakelaarpositie: midden, ) zijn met name gevoelig voor geluid dat recht van voren en minder gevoelig voor geluiden die van opzij komen. Het geluid dat de microfoon vanaf de achterzijde bereikt wordt nagenoeg geheel genegeerd. De nierkarakteristiek is met name geschikt voor gebruik bij gerichte instrumenten of solozang.
3.2 Tweezijdig gevoelig
Tweezijdig gevoelige microfoons (schakelaarpositie: links, ) zijn gevoelig voor alle geluiden die afkomstig zijn van de voor- of achterzijde van de microfoon. Geluiden die afkomstig zijn van de zijkanten van de microfoon worden niet waargenomen. Dat is bijvoorbeeld handig wanneer u de microfoon als presentatiemicrofoon voor twee sprekers wilt gebruiken. Indien gewenst is het ook mogelijk om een Hall- of echoeffect te realiseren. Plaats in dat geval de microfoon tussen de geluidsbron en een wand. Het directe geluid treft dan het membraam vanaf de voorzijde. Het door de wand gereflecteerde geluid bereikt met een vertraging het andere membraam aan de achterzijde van de microfoon. Daardoor ontstaat een Halleffect of zelfs een echo. Door de microfoon verder van of dichter bij de wand te plaatsen, kunt u de vertragingstijd veranderen.
3.3 Bolvormig (omnidirectioneel)
Wanneer u de C-3 met de bolkarakteristiek gebruikt (schakelaarpositie: rechts, ), neemt de microfoon geluiden uit alle richtingen waar. Daarom worden microfoons met een bolkarakteristiek ook wel ‘ongerichte’ microfoons genoemd. Deze karakteristiek levert uitstekende resultaten bij opnamen waarbij een natuurlijk ruimtelijk geluid gewenst is of wanneer er meerdere geluidsbronnen om de C-3 aanwezig zijn.
4. LOW CUT-FILTER EN PIEKDEMPING
Het Low Cut-filter bedient u met de linker schakelaar op de voorzijde van de microfoon (schakelaarpositie: links, ). Daarmee kunt u laagfrequente stoorsignalen, zoals bijvoorbeeld voetstappen, plopgeluiden en windgeruis wegfilteren. Als het Low Cut-filter wordt gebruikt, krijgt u bij de dichtbijopnamen een nagenoeg lineaire frequentiekarakteristiek.
Met de rechter schakelaar op de voorzijde van de microfoon kunt u het pieksignaal met 10 dB verlagen (schakelaarpositie: rechts,
-10 dB). Deze instelling verdient aanbeveling bij het waarnemen van geluidsbronnen met een hoge geluidsdruk (bijvoorbeeld een bassdrum).
4. LOW CUT-FILTER EN PIEKDEMPING
3
GROOTMEMBRAAM CONDENSATORMICROFOON C-3
5. INSTALLATIE VAN DE MICROFOON
Op de microfoon is een steun geschroefd die u op een microfoonstandaard een 3/8"- of 5/8"-schroefdraad kunt aanbrengen. Bij de microfoon wordt een adapter meegeleverd. Haal eerst de microfoon los uit de houder door de grote schroef aan de onderzijde van de microfoon los te schroeven. Bevestig de houder aan het microfoonstatief, zet de microfoon in de houder en draai opnieuw de schroef vast.
In het algemeen dient de microfoon kaarsrecht in de houder voor de geluidsbron te staan. De hoek van de microfoon in verhouding tot de geluidsbron is van invloed op de geluidsopname. Experimenteer dus met de verschillende standen om het desgewenst geluid te verkrijgen. Hiervoor is het mogelijk om de microfoon in de houder te draaien, schroef hiervoor de schroef lichtjes los en aansluitend weer vast.
De meegeleverde houder is voorzien van een scharnier om, indien noodzakelijk, de microfoon uit de verticale stand te doen overhellen.
Afb. 5.1: bevestiging van
de microfoonhouder
Draai de schroeven niet te sterk aan om bescha-
diging van de schroefdraad te voorkomen.
U kunt natuurlijk ook de C-3 van de houder losmaken en op een spin van een gangbare microfoon bevestigen.
6. AUDIOVERBINDING
Om de C-3 aan te sluiten gebruikt u een symmetrisch microfoonkabel met de volgende Pin-toewijzing: Pin 1 = afscherming, Pin 2 = +, Pin 3 = -. Omdat alle contactpunten van de B-5 verguld zijn, is het wenselijk, dat ook uw microfoonkabel van vergulde steekverbindingen is voorzien.
4
6. AUDIOVERBINDING
GROOTMEMBRAAM CONDENSATORMICROFOON C-3
7. AFREGELEN/INSTELLEN VAN HET BASISGELUID
Stel de Gain-regeling van het microfoonkanaal op het mengpaneel of van de microfoonvoorversterker zo in, dat de Peak-LED niet of maar af en toe oplicht. De EQ-regelingen van het microfoon­kanaal dienen voorlopig in de middelste stand te blijven staan; Schakel het Low Cut-filter en de piekdemping uit. Om het gewenste geluid te verkrijgen, kan men proberen de positie van de microfoon in verhouding tot de geluidsbron of in de opnamestudio te veranderen. Pas wanneer het gewenste basisgeluid gerealiseerd is, kunt u naar behoefte equalizers en signaal-processors gebruiken. Maar wees voorzichtig, want minder is vaak meer.
Tengevolge van de extreme lineaire frequentieresponsie en de hoge geluidsoplossing van uw C-3 kan men afzien van hoogfrequenties “EQing”, die het signaal sterk beïnvloeden en het ruisniveau onnodig verhogen. De gewenste helderheid, die bij het mengen en opnemen helaas vaak verloren gaat, blijft zo bewaard.
8. GARANTIEVOORWAARDEN
Die op dit moment geldende garantiebepalingen
kunt u lezen op onze website http:// www.behringer.com. Op verzoek per fax via +49 2154 9206 4199 of telefonisch via +49 2154 9206 4166 zenden wij u deze ook graag toe.
9. TECHNISCHE GEGEVENS
Omvormingsprincipe: condensator, 16-mm-membraan Richtkarakteristiek: nier, tweezijd, bol Aansluiting: vergulde,
Veldwerking overbrengingsfactor: -40 dBV/pa (10 mV/pa) Frequentiekarakteristiek: 40 Hz - 18 kHz Grensgeluid drukniveau: 142 dB (< 0,5% THD @ 1 kHz) Equivalente geluidsdrukpiek: 23 dBA (IEC 651) Dynamiekomvang: 119 dB Nominale impedantie: 350 Voeding: +48 V Stroomopname: 7.0 mA Afmetingen: Behuizing: 54 mm,
Gewicht: ca. 0,45 kg
symmetrische XLR-aansluiting
lengte: 180 mm
9. TECHNISCHE GEGEVENS
5
GROOTMEMBRAAM CONDENSATORMICROFOON C-3
45º 45º
5 10 15 20
90º 90º
25 dB
135º 135º
180º
Super Cardioid
Figure 8
Omni
Polair diagram
dB
10
0
-10
-20
Cardioid Figure 3 Omni Low Cut
-10dB
20 50 100 200 500
1000 2000 5000 10000 20000 Hz
Frequentiekarakteristiek
De Fa. BEHRINGER doet steeds haar best om de hoogste kwaliteitsstandaard te waarborgen. Vereiste modificaties worden zonder voorafgaande aankondiging aangebracht. Technische gegevens en uiterlijk van het product kunnen daardoor van de genoemde gegevens of afbeeldingen afwijken.
Technische veranderingen en veranderingen in het productuiterlijk onder voorbehoud. Alle gegevens komen overeen op het moment van de drukoplage. De hier afgebeelde of vermelde namen van andere bedrijven, instellingen of publicaties en de desbetreffende logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van de desbetreffende houders. Het gebruik hiervan is op géén enkele wijze een aanspraak op het desbetreffende handelsmerk en vertegenwoordigt géén bestaande band tussen de houder van het handelsmerk en BEHRINGER®. Voor de juistheid en volledigheid van de gegeven beschrijvingen, afbeeldingen en aanwijzigen neemt BEHRINGER® géén enkele vorm van aansprakelijkheid. De afgebeelde kleuren en specificaties kunnen onbeduidend van het product afwijken. Distributeurs en handelaren zijn geen gevolmachtigden van BEHRINGER en hebben geen enkele bevoegdheid om BEHRINGER® op welke wijze dan ook juridisch te binden, zij het impliciet of expliciet. Dit boek is auteursrechtelijk beschermd. Ieder verveelvoudiging, bijv. nadrukken, ook uittrekselsgewijs, en iedere reproductie van de afbeeldingen, ook in veranderde toestand, is alleen met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH toegestaan. BEHRINGER is een geregistreerd handelsmerk. © 2006 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH,
6
Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38,
47877 Willich-Münchheide II, Deutschland
Tel. +49 2154 9206 0, Fax +49 2154 9206 4903
9. TECHNISCHE GEGEVENS
®
Loading...