Korte handleiding
Versie 1.0 september 2002
NEDERLANDS
STUDIO-CONDENSATORMICROFOON B-2 PRO
www.behringer.com
STUDIO-CONDENSATORMICROFOON B-2 PRO
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Veiligheidsaanwijzingen in detail:
Voor de inbedrijfstelling van het toestel moeten alle veiligheids- en bedieningsaanwijzingen zorgvuldig
worden gelezen. Bewaar alle veiligheids- en bedieningsaanwijzingen voor toekomstige vragen.
Water en vocht:
Condensatormicrofonen zijn extreem gevoelig voor vocht. De microfoon mag niet in de buurt van
water (bijv. badkuip, wastafel, spoelbak, wasmachine, zwembad enz.) worden gebruikt. Gebruik
bij zangopnamen beslist de meegeleverde poppbeveiliging , omdat de capsule zo betrouwbaar
tegen vocht wordt beschermd.
Stroomvoorziening:
Het toestel mag alleen op de in de handleiding aangegeven stroomvoorziening worden aangesloten.
Schade:
Voorkom altijd omvallen van de microfoon, omdat dit ernstige schade kan veroorzaken. Voor zelf
veroorzaakte schade geven wij geen garantie.
Onderhoud en verzorging:
De microfoon dient na elk gebruik uit de spin te worden gehaald, met een zachte doek te worden
afgeveegd en in de meegeleverde koffer te worden gelegd. Leg hierbij het zakje met de
vochtabsorberende kristallen aan het kopeinde van de microfoon.
Waarschuwingen:
Verwijder a.u.b. nooit de mand, die de capsule omvat! U riskeert, dat uw microfoon wordt beschadigd!
Probeer nooit, technische veranderingen aan de printplaat van uw B-2 PRO uit te voeren! Daardoor
kan onherstelbare schade aan uw microfoon ontstaan. Bovendien vervalt uw aanspraak op
garantie.
2. VOEDING
Voor het bedrijf van de condensatormicrofoon is een +48 V-fantoomvoeding vereist. Voor schade
aan uw B-2 PRO, die op een defecte fantoomvoeding is terug te voeren, zijn wij niet aansprakelijk.
Schakel uw weergavesysteem stom, voordat u de fantoomvoeding activeert. De B-2 PRO heeft na
het inschakelen van de voeding ongeveer zes seconden nodig om te stabiliseren.
3. RICHTKARAKTERISTIEKEN
Uw B-2 PRO kan met behulp van de schakelaar aan de voorkant op nier-, bol- of achtvormige
karakteristiek worden ingesteld. Dient de microfoon behalve de signaalbron ook de ruimtelijke
indruk op te nemen, is de kogelkarakteristiek waarschijnlijk het beste (schakelaar naar links). Is het
echter de bedoeling een gerichte opname van het instrument of van één stem te maken, dan stelt
u de B-2 PRO in op nierkarakteristiek (schakelaar naar rechts). De achtvormige karakteristiek
(middelste stand) is vooral geschikt voor de opname van bijv. koorzangstukken. De ruimtelijke
indruk wordt bij de achtvormige karakteristiek sterker meegenomen dan bij de kogelkarakteristiek.
4. LOW CUT-FILTER EN NIVEAUVERLAGING
Het Low Cut-filter wordt door middel van de linker schakelaar aan de achterzijde van de microfoon
geactiveerd. Zo kunnen de laag frequente storingen als b.v. poppgeluiden worden uitgefilterd. Met
geactiveerde Low Cut-filter krijgt u bij bespreking op korte afstand een bijna lineaire frequentiegang.
De strooigevoeligheid ten opzichte van hoog frequente storingen wordt door de interne afscherming
van de B-2 PRO tot een minimum teruggebracht.
Met de rechter schakelaar (achterzijde) schakelt u de -10 dB niveauverlaging in. Zij wordt vooral
aangeraden bij de afname van impulsachtige toonbronnen met een hoge geluidsdruk (b. v. van een
Bass Drum). In de middenstand zijn beide functies uitgeschakeld.
2
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN