Lees voordat u het apparaat gaat
gebruiken deze veiligheidsinstructies.
Bewaar ze dicht bij de hand voor
toekomstige raadpleging.
Deze instructies en het apparaat zelf
zijn voorzien van belangrijke
veiligheidsaanwijzingen, die te allen
tijde moeten worden opgevolgd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor schade die het
gevolg is van het niet opvolgen van
deze veiligheidsinstructies, oneigenlijk
gebruik of een foute programmering
van de regelknoppen.
De wasmachine is uitgerust met
transportschroeven, om mogelijke
interne schade tijdens het vervoer te
voorkomen. Voordat u de wasmachine
in gebruik neemt, moeten de
transportschroeven verwijderd
worden. Dek de openingen af met de 4
bijgesloten plastic doppen.
Open de deur nooit met kracht en ga
er niet op staan.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge
kinderen (3-8 jaar) dienen op afstand
van het apparaat gehouden te
worden, tenzij ze onder voortdurend
toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar en personen
met verminderde fysieke, sensorische
of mentale vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis, mogen dit
apparaat gebruiken indien ze onder
toezicht staan of instructies hebben
ontvangen over veilig gebruik en de
mogelijke gevaren ervan begrijpen.
Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en
gebruikersonderhoud mogen niet
door kinderen zonder toezicht
worden uitgevoerd.
TOEGESTAAN GEBRUIK
LET OP: Het is niet de bedoeling dat
het apparaat in werking gesteld kan
worden met een externe timer of met
een afzonderlijke afstandsbediening.
Het apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk, niet professioneel
gebruik.
Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
Geen ontplofbare of ontvlambare
stoffen zoals spuitbussen opslaan en
geen benzine of andere brandbare
materialen plaatsen of gebruiken in of
in de buurt van het apparaat: als het
apparaat onbedoeld in werking zou
worden gesteld, kan er band ontstaan.
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meer
personen worden verplaatst en
geïnstalleerd. Gebruik beschermende
handschoenen bij het uitpakken en
installeren van het apparaat.
Installatie en reparaties moeten
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd monteur, volgens de
instructies van de fabrikant en in
overeenstemming met de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften. Repareer of
vervang geen enkel onderdeel van het
apparaat, behalve als dit expliciet
aangegeven wordt in het
gebruikshandleiding.
Kinderen mogen geen
installatiewerkzaamheden uitvoeren.
Tijdens het installeren moeten
kinderen er vandaan worden
gehouden. Houd, tijdens en na de
installatie, het verpakkingsmateriaal
(plastic zakken, onderdelen van
polystyreen, enz.) buiten het bereik
van kinderen.
Controleer na het uitpakken van het
apparaat of deze tijdens het transport
geen beschadigingen heeft
opgelopen. Neem in geval van
problemen contact op met uw
leverancier of de dichtstbijzijnde
Consumenten Service.
Voordat dat apparaat wordt
geïnstalleerd moet de stekker uit het
stopcontact zijn getrokken.
Zorg er tijdens de installatie voor dat
het apparaat het netsnoer niet
beschadigt.
Het apparaat alleen activeren als de
installatie is voltooid.
Controleer bij de installatie van het
apparaat of de vier pootjes stevig op de
vloer rusten, stel ze naar wens af en
controleer of het apparaat exact
horizontaal staat en gebruik hiervoor
een waterpas.
Bij houten of zogenaamde "zwevende"
vloeren (bijvoorbeeld bepaalde
parket- of laminaatvloeren) moet het
apparaat op een stevig aan de vloer
bevestigde hardboard plaat van 60 x 60
cm en met een minimale dikte van 3
cm worden geplaatst.
Gebruik alleen nieuwe slangen om het
apparaat aan te sluiten op de
watertoevoer. Oude slangen dienen
niet opnieuw gebruikt te worden.
Verplaats het apparaat zonder dit aan
het bovenblad of bovenste deksel op
te tillen.
Aansluiting op de waterleiding moet
worden uitgevoerd door een
gespecialiseerd technicus, volgens de
instructies van de fabrikant en in
overeenstemming met de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
Voor modellen die alleen zijn bestemd
voor koud water: Niet op de
warmwatervoorziening aansluiten.
Voor modellen met
warmwatertoevoer: de temperatuur
van de warmwatertoevoer mag niet
hoger zijn dan 60°C.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
in de onderkant van de wasmachine
(indien aanwezig op uw model) niet
5
worden geblokkeerd door tapijt of
ander materiaal.
De waterdruktoevoer moet tussen het
0,1-1 MPa bereik vallen.
Als u een droger bovenop uw
wasmachine wilt plaatsen, neem dan
eerst contact op met de
Consumentenservice of met uw
speciaalzaak om te verifiëren of dit
mogelijk is. Dit is alleen toegestaan als
de droger door middel van een
daarvoor bestemde stapelset op de
wasmachine wordt bevestigd; deze set
is verkrijgbaar bij de
Consumentenservice of uw
speciaalzaak.
ELEKTRISCHE
WAARSCHUWINGEN
Om ervoor te zorgen dat de installatie
voldoet aan de geldende
veiligheidsvoorschriften moet er een
multipolaire schakelaar met een
afstand van minstens 3 mm worden
gebruikt en moet het apparaat geaard
worden.
Vervang een beschadigde stroomkabel
door een soortgelijk exemplaar. De
stroomkabel mag alleen worden
vervangen door een gespecialiseerde
monteur, in overeenstemming met de
aanwijzingen van de fabrikant en in
naleving van de geldende
veiligheidsnormen. Neem contact op
met een erkend Servicecentrum.
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw stopcontact, neem
dan contact op met een erkende
monteur.
De stroomkabel moet lang genoeg zijn
om het apparaat, nadat dit is
ingebouwd in het meubel, te kunnen
aansluiten op het stopcontact van de
netvoeding. Niet aan de stroomkabel
trekken.
Gebruik geen verlengkabels,
meervoudige stopcontacten of
adapters.
Gebruik het apparaat niet als het
netsnoer of de stekker beschadigd is,
als het apparaat niet goed werkt of als
het beschadigd of gevallen is. Houd het
snoer uit de buurt van hete
oppervlakken.
Na de installatie mogen de elektrische
onderdelen niet meer toegankelijk zijn
voor de gebruiker.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en gebruik het
niet op als u op blote voeten loopt.
CORRECT GEBRUIK
Doe niet meer droge kleding dan
toegelaten is in de machine. De
hoeveelheden staan op het
productblad.
Het water in dit apparaat is niet
drinkbaar.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijv.
terpentijn, benzeen), geen
wasmiddelen die oplosmiddelen
bevatten, schuurpoeder, glas of
schoonmaakmiddelen voor algemeen
gebruik en brandbare vloeistoffen; Was
geen stoffen in de wasmachine die
behandeld zijn met oplosmiddelen of
ontvlambare vloeistoffen.
REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik nooit stoomreinigers.
Draag bij reiniging en onderhoud
beschermende handschoenen.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektriciteitsnet
voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
6
MILIEUTIPS
NL
VERWERKING VAN DE
VERPAKKING
De verpakking kan volledig
gerecycled worden, zoals door het
recyclingsymbool wordt aangegeven.
De diverse onderdelen van de
verpakking mogen daarom niet bij
het gewone huisvuil worden
weggegooid, maar moeten worden
afgevoerd volgens de plaatselijke
voorschriften.
AFVALVERWERKING VAN
HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Bij het afdanken van het apparaat
dient u het onbruikbaar te maken
door de stroomkabel af te snijden en
de deuren en schappen te
verwijderen (indien aanwezig), zodat
kinderen niet in het apparaat kunnen
klauteren en vast komen te zitten.
Dit apparaat is vervaardigd van
recyclebaar
materiaal. Dank het apparaat af in
overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor
afvalverwerking.
Voor meer informatie over
behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met uw plaatselijke
instantie, de vuilnisophaaldienst of de
winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
of herbruikbaar
Door ervoor te zorgen dat dit product
op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijke
schadelijke gevolgen voor het milieu
en de volksgezondheid te voorkomen,
die veroorzaakt zouden kunnen
worden door onjuiste verwerking van
dit product als afval.
Het symbool
de begeleidende documentatie geeft
aan dat dit apparaat niet als
huishoudelijk afval behandeld mag
worden, maar dat het ingeleverd
moet worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de recycling
van elektrische en elektronische
apparatuur.
op het product of op
CONFORMITEITSVERKLARING
Dit apparaat is ontworpen,
vervaardigd en gedistribueerd in
overeenstemming met de
voorschriften van de Europese
richtlijnen:
LVD 2014/35/ EU, EMC 2014/30/EU en
RoHS 2011/65/ EU.
BeLAngriJK: Gebruik alleen vloeibaar wasmiddel voor
het vullen van de wasmiddeltanks ("1" en "2"); gebruik nooit
poederwasmiddel.
1. Tank 1
• Algemeen vloeibaar wasmiddel OF
• Specifiek vloeibaar wasmiddel (bv. voor kleuren, wol,
sportkleding enz.)
Maximum hoeveelheid voor vullen: 600 ml.
BeLAngriJK: Tank 1 nooit met wasverzachter vullen.
2. Tank 2
• Wasverzachter OF
• Vloeibaar wasmiddel (algemeen of specifiek wasmiddel,
zoals kleur, wol of wasmiddel voor sportkleding)
Maximum hoeveelheid voor vullen: 400 ml.
Kies uw gewenste configuratie onder degenen die staan
vermeld in de paragraaf AUTO DOSERING - EERSTE
GEBRUIK in de GIDS VOOR GEBRUIK EN VERZORGING. De
labels op de tank kleppen kunnen gedraaid of verwisseld
worden, om herinneren aan de gekozen configuratie.
1
3
1
hAndmAtigedosering:
2
4
2
Softener
3. Wasmiddelvakje voor handmatige dosering
• Poeder of vloeibare wasmiddel
• Nabehandelingsproducten
1
2
Softener
Zorg er bij het gebruik van poederwasmiddel dat het bakje
slechts tot de teken "max." wordt gevuld.
4. De toets loslaten
Naar beneden drukken om het wasmiddeldoseerbakje te
verwijderen voor reiniging.
AAnBevoLenwAsmiddeLenvoorde
verschiLLendesoortenwAsgoed
Soort wasgoedTemperatuurbereikAanbevolen soort wasmiddel
Stevige witte was(Koud -95°C)Zwaar wasmiddel
Fijne witte was(koud -40°C
Lichte kleuren/pasteltinten(koud -60°C)
Intensieve kleuren(koud -60°C)
Mild wasmiddel met witmaker en/of optische
heldermakers
Wasmiddel met witmaker en/of optische
heldermakers
Kleurwasmiddel zonder witmaker/optische
heldermakers
Zwarte/donkere kleuren(koud -60°C)speciale wasmiddelen voor zwart/donker wasgoed
* Zoek een waterontharder die geschikt is voor uw
wasmachine op www.bauknecht.eu.
9
BEDIENINGSPANEEL
17.
30’
40° 60°
12
1.
2.8.3.9.4.5.6.10.11.
7.
16.15.
12.
13.
kg
14.
1. Aan/uit-toets (Resetten/Aftappen indien het ingedrukt
wordt gehouden)
2. Instellingen
3. Auto dosering / Tank 1
4. Auto dosering / Tank 2
5. Fresh Care toets
6. Controlelampje detectie
7. Klaar in-toets
8. Temperatuurtoets
9. Toets centrifugeersnelheid
10. Optie-toets
(Toetsenvergrendeling indien het ingedrukt wordt gehouden)
11. Start / Pauze-knop
12. Ok-toets (om te bevestigen)
13. UP-toets
14. DOWN-toets
15. Display
16. Optie-controlelampjes
17. Programmatoetsen
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR
WATERAANSLUITING
WATERAANSLUITING
WATERTOEVOERKoud
WATERKRAANschroefdraadaansluiting voor slang van 3/4”
MINIMALE TOEVOERDRUK WATER100 kPa (1 bar)
MAXIMALE TOEVOERDRUK WATER1000 kPa (10 bar)
10
DEUR
NL
Trek aan de hendel om de deur te openen
Voor het sluiten van de deur de hendel vasthouden
en aanduwen, zodanig dat u de sluitklik hoort.
TROMMELVERLICHTING (indien beschikbaar)
• Tijdens de programmakeuze: het licht gaat aan voor
het laden van het wasgoed.
• Nadat het programma is gestart flakker het licht aan
en uit terwijl het wasgoed wordt geïnspecteerd.
• Nadat het programma is beëindigd en de deur
wordt geopend gaat het licht even aan om het
wasgoed er uit te kunnen halen. Daarna gaat
het licht uit, om energie te besparen; raak een
willekeurige toets aan om het weer in te schakelen.
ACCESSOIRES
Neem contact op met onze klantenservice om te
controleren of het volgende accessoire voor uw model
wasmachine (en droger) verkrijgbaar is
PLANK VOOR STAPELSET
waarmee uw droger bovenop uw wasmachine
geïnstalleerd kan worden om ruimte te besparen
en om het in- en uitladen van uw droger te
vergemakkelijken.
11
GEBRUIK VAN
HET APPARAAT
EERSTE GEBRUIK
Wanneer u de stekker van de wasmachine in het
stopcontact steekt zal deze automatisch worden
ingeschakeld. Er zal gevraagd worden om de gewenste
taal van het display in te stellen.
Druk op de UP of DOWN toets om de gewenste taal te
selecteren, en bevestigen met de OK-toets.
Daarna kunt u de instelling van de waterhardheid
van uw wasmachine aanpassen aan uw regionale
waterhardheid. Dit is raadzaam, om de functie Auto
Dosering te optimaliseren. Kies tussen zacht/gemiddeld/
hard, en bevestigen door de OK-toets in te drukken.
Bepaal tenslotte of u Tank 2 van het Automatische
doseringssysteem voor wasverzachter of wasmiddel wilt
gebruiken voor Tank 2 (raadpleeg de paragrafen AUTO
DOSERING).
Alle instellingen die u tijdens de eerste instelling
aanbrengt kunnen eventueel later weer gewijzigd
worden.
Voor het verwijderen van resten uit het fabricageproces:
1. Kies het programma "Katoen" op een temperatuur
van 95 ° C.
2. Doe een klein beetje wasmiddel (maximaal 1/3
van de hoeveelheid die aanbevolen wordt door de
fabrikant voor licht vervuild wasgoed) in het bakje voor
handmatige dosering van het wasmiddeldoseerbakje
.
Schakel de toetsen voor Auto dosering uit (Tank 1 en
Tank 2): druk ze in, zodat het licht van de toets uit gaat.
FUNCTIE VOOR AUTO DOSERING
Het wasmiddeldoseerbakje van de wasmachine is
uitgerust met een systeem met twee tanks, voor de
automatische dosering van vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter.
Volg voordat u deze functie gebruikt de instructies in de
GIDS VOOR GEBRUIK EN VERZORGING/AUTOMATISCHE
DOSERING – EERSTE GEBRUIK voor het:
1. Instellen van de juiste waterhardheid
2. Instellen van de inhoud van tank 2. Tank 1
is standaard ingesteld voor een wasmiddel (uw
hoofdwasmiddel), en 2 Tank is ingesteld voor
wasverzachter. Wanneer u geen wasverzachter gebruikt,
Tank 2 voor een ander wasmiddel instellen.
3. Controleren/aanpassen van de vooraf ingestelde
doseringshoeveelheden.
Het systeem wordt standaard met de volgende
doseringswaarden geleverd:
• 80 ml wasmiddel voor Tank 1
• 30 ml wasverzachter voor Tank 2
Deze vooraf ingestelde doseringswaarden moeten
worden aangepast aan de doseringswaarden die staan
vermeld op de verpakking van het wasmiddel en de
wasverzachter die u wilt gaan gebruiken.
Nadat de functie Auto dosering is ingesteld voor gebruik
de tanks vullen met de juiste inhoud en de etiketten
op de tanks dienovereenkomstig installeren, zoals
uiteengezet in de GIDS VOOR GEBRUIKEN VERZORGING/
AUTOMATISCHE DOSERING – EERSTE GEBRUIK.
3. Het programma starten zonder wasgoed.
Zie de paragraaf "DAGELIJKS GEBRUIK" voor informatie
over het selecteren en starten van een programma.
12
DAGELIJKS GEBRUIK
SORTEREN VAN HET WASGOED
NL
1.ALLE VOORWERPEN UIT DE
ZAKKEN HALEN
• Munten, pennen etc. kunnen uw
wasgoed en onderdelen van de
wasmachine beschadigen.
• Voorwerpen als papieren zakdoekjes zullen in
kleine stukjes uiteenvallen en handmatig moeten
worden verwijderd na het wassen.
2. RITSEN, KNOPEN OF
HAKEN SLUITEN. LOSSE
RIEMEN OF LINTEN
VASTKNOPEN.
• Was kleine stukken (bijv. panty's, ceintuurs e.d.)
en wasgoed met haakjes (bijv. bh's) in een waszak
of een kussensloop met rits. Haal de ringen van
de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in
een katoenen zak.
3. SORTEREN VOLGENS TYPE O SOORT
WEEFSEL / SYMBOOL OP VERZORGINGSLABEL
Katoen, gemengde vezels, strijkvrij/synthetisch,
wol, wasgoed dat met de hand moet worden
gewassen.
• Bonte was
Bonte en witte was scheiden. Nieuwe gekleurde
artikelen apart wassen.
• Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen
voor betere wasresultaten en een verdeling van
de stukken in de trommel.
• Fijne was
Tere weefsels apart wassen; ze vereisen een
zachte behandeling.
13
GEBRUIK VAN DE WASMACHINE
1.WAS IN DE MACHINE DOEN
• Maak de deur open en doe de was in de
machine.
Plaats de stukken wasgoed één voor één in de trommel
zonder de machine te overladen. Houd u aan de
maximale belading die te vinden is in de programmatabel.
Als de wasmachine te vol wordt gestopt, wordt het
wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
2.DEUR SLUITEN
• Zorg ervoor dat er geen was vast komt
te zitten tussen het deurglas en de
rubberen sluitring.
• De deur zodanig sluiten dat u de sluitklik hoort.
3.KRAAN OPENDRAAIEN
• Zorg ervoor dat de wasmachine is
aangesloten op het netsnoer.
• Draai de kraan open.
4.DE WASMACHINE INSCHAKELEN
• Druk op de toets Aan/Uit. Er wordt een animatie
weergegeven en er is een geluid. Wanneer op
het display een programma wordt aangegeven is de
wasmachine bedrijfsklaar.
• De programma-instellingen die u het laatst hebt gebruikt
zullen op het bedieningspaneel verschijnen.
De centrifugeersnelheid wijzigen, indien nodig
De centrifugeertoets indrukken; het display geeft
aan dat de centrifugeersnelheid kan worden
ingesteld.
• De centrifugeertoets herhaalde malen indrukken
• of de UP of DOWN-toets indrukken
totdat de gewenste centrifugeersnelheid of Spoelstop op
het display verschijnt.
Als u centrifugeersnelheid "0" kiest eindigt het programma
met het afpompen van het spoelwater. Er zal geen
centrifugeercyclus aan het einde worden toegepast.
Als je "Spoelstop" kiest, zal het programma na de spoelfase
stoppen. Het wasgoed blijft ondergedompeld in het laatste
spoelwater staan. Kijk voor meer informatie in de paragraaf
PROGRAMMA'S EN OPTIES / Spoelstop.
Selecteer opties, indien nodig
De optietoets indrukken. De opties die voor het
programma geselecteerd kunnen worden verschijnen
op het display.
• De UP of DOWN toets indrukken om door de lijst met
opties te navigeren.
5. HET GEWENSTE PROGRAMMA INSTELLEN
Keuze van het programma
Het toetssymbool op het bedieningspaneel indrukken.
Programmanaam, standaard duur, temperatuur en
centrifugeersnelheid, en ook de maximale waslading
verschijnen op het display.
Kijk voor meer informatie over programma's in de paragraaf
PROGRAMMA'S EN OPTIES en in de Snelle Referentiegids.
Wijzig de temperatuur, indien nodig
De temperatuurtoets indrukken; het display geeft
aan dat de temperatuur kan worden ingesteld.
• De temperatuurtoets herhaalde malen indrukken,
• of de toets UP of DOWN indrukken totdat de benodigde
temperatuur op het display verschijnt.
• Druk op de OK toets om een optie te selecteren; het
optiesymbool op het bedieningspaneel brandt.
Opties zijn mogelijk niet met elkaar te combineren. Wanneer
u een optie selecteert,wordt de niet-combineerbare optie
automatisch uitgeschakeld als dit het geval is.
Een aantal opties / functies kunnen worden geselecteerd
door rechtstreeks op de toets te drukken:
12
Als een dergelijke optie niet voor het programma
geselecteerd kan worden wordt het automatisch
uitgeschakeld wanneer de toets wordt ingedrukt.
14
NL
Raadpleeg de paragraaf PROGRAMMA'S EN OPTIES voor
meer informatie.
6. WASMIDDEL TOEVOEGEN
• Wanneer u het wasmiddel
handmatig wilt toevoegen, het
wasmiddeldoseerbakje uitlichten en nu
wasmiddel (en nabehandelingsproducten)
toevoegen, zoals staat aangegeven in de paragraaf
WASMIDDELDOSEERBAKJE. Volg de aanwijzingen
op de verpakking van het wasmiddel. Wanneer u
VOORWAS of KLAAR IN hebt geselecteerd, volg dan
de aanwijzingen in de paragraaf OPTIES en FUNCTIES.
Daarna het wasmiddeldoseerbakje zorgvuldig sluiten.
• Als u wilt dat de wasmachine het wasmiddel
automatisch doseert, gewoon controleren of de
functie Auto dosering is geactiveerd (raadpleeg
de paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN/
Automatische dosering). Na het starten van
het programma wordt het wasmiddel door het
automatische doseringssysteem toegevoegd.
Controleer voor een juiste dosering of het
Automatische doseringssysteem aan uw wasmiddel/
wasverzachter is aangepast (raadpleeg AUTO
DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK).
• Als de wasmachine een onbalans in de waslading
detecteert probeert de wasmachine automatisch een
evenwicht tot stand te brengen. Het display geeft het
evenwicht van de lading aan.
Raadpleeg de paragraaf "Probleemoplossing" voor meer
informatie over de onbalans in de waslading.
8. DE INSTELLINGEN VAN EEN PROGRAMMA IN
UITVOERING WIJZIGEN, INDIEN NODIG
U kunt de instellingen nog steeds wijzigen terwijl een
programma wordt uitgevoerd. De wijzigingen zullen
worden toegepast, mits de betreffende programmafase
nog niet voltooid is. Als de wijziging niet mogelijk is zal er
bij het indrukken van de toets een storingsgeluid klinken.
• Temperatuur of centrifugeersnelheid
wijzigen:
De toets voor temperatuur of
centrifugeersnelheid indrukken; het display geeft
aan dat de temperatuur of centrifugeersnelheid
kan worden ingesteld. De toets herhaaldelijk
indrukken, totdat de gewenste waarde op het
display verschijnt. Of selecteer de gewenste
waarde door op UP of DOWN te drukken.
Correcte dosering van wasmiddel /
nabehandelingsproducten is belangrijk, omdat
• het wasresultaat wordt geoptimaliseerd
• het irritante resten van overtollige wasmiddel in uw
wasgoed voorkomt
• het geld bespaart door het voorkomen van verspilling
van overtollig wasmiddel
• het de machine beschermt door het voorkomen van
verkalking van onderdelen
• het aandacht heeft voor het milieu door het voorkomen
van onnodige belasting voor het milieu
7. PROGRAMMA STARTEN
• "Start/Pauze" indrukken en ingedrukt houden,
totdat de toets ononderbroken brandt; het
programma wordt gestart.
• De trommel draait, en de lading wordt gedetecteerd.
Het display geeft de detectie belading aan, terwijl op het
bedieningspaneel een animatie wordt afgespeeld.
• De resterende programmaduur die op het display wordt
aangegeven kan variëren. Factoren als onbalans in de
lading van het wasgoed of schuimvorming kan een
effect hebben op de duur van het programma. Wanneer
de resterende programmaduur opnieuw wordt
berekend geeft het display de detectie aan en verschijnt
er een animatie op het display.
• Toevoegen of verwijderen van een optie:
De optietoets indrukken; de opties die voor het
programma kunnen worden geselecteerd
worden op het display aangegeven. Druk op de
OK-toets om een optie te selecteren of uit te
schakelen.
Druk op de knop om de opties die direct door een
toets te selecteren zijn te selecteren of uit te schakelen.
12
• Om de "Klaar in" vertraging te veranderen:
De Klaar in toets indrukken; de geselecteerde
vertraging knippert op het display. Terwijl het
knippert kan de waarde worden gewijzigd door
op UP of DOWN te drukken.
Het programma loopt automatisch door nadat de
instelling is veranderd. Gebruik de "Toetsenvergrendeling",
om te voorkomen dat een lopend programma per
ongeluk (bijvoorbeeld door kinderen) wordt gewijzigd
(zie paragraaf FUNCTIES).
15
Om de instellingen van een programma in uitvoering te
wijzigen kunt u ook:
• "Start/Pauze" indrukken om het programma in
uitvoering te onderbreken
• Uw Instellingen wijzigen
• Druk opnieuw op "Start/Pauze" om het programma te
vervolgen.
Als u het programma heeft gewijzigd geen wasmiddel voor
het nieuwe programma toevoegen.
9. ONDERBREEK EEN PROGRAMMA IN UITVOERING
EN OPEN DE DEUR, INDIEN GEWENST
Nadat het programma is gestart geeft het display aan
wanneer het programma nog kan worden onderbroken om
kleding toe te voegen.
• "Start/Pauze" ingedrukt houden om een
programma in uitvoering te onderbreken
• Mits het waterpeil of de temperatuur niet te
hoog is, zal het controlelampje voor "deur open"
oplichten. U kunt de deur openen, bijvoorbeeld
om was toe te voegen om was er uit te halen die
per ongeluk in de wasmachine is gedaan.
• Druk op "Start/Pauze" om het programma te vervolgen
10. EEN PROGRAMMA IN UITVOERING RESETTEN,
INDIEN NODIG
• De "Aan/Uit" toets ingedrukt houden totdat het
display geeft aan dat het programma is gewist.
Het water wordt afgepompt. Het programma
wordt beëindigd en de deur wordt ontgrendeld.
11. DE WASMACHINE UITSCHAKELEN NADAT HET
PROGRAMMA IS BEËINDIGD
• Het display geeft aan dat de cyclus is voltooid,
en het indicatorlampje voor "Deur geopend"
brandt- u kunt uw was er uit halen.
• "Aan/Uit" indrukken om de wasmachine uit te
schakelen. Wanneer u de machine niet
uitschakelt wordt, ongeveer een kwartier nadat
het programma is beëindigd, de wasmachine
automatisch uitgeschakeld, om energie te besparen.
• De deur open laten staan, zodat de binnenkant van de
wasmachine kan drogen.
16
PROGRAMMA'S
EN OPTIES
Om het juiste programma voor uw soort wasgoed te
kiezen, altijd de instructies op de waslabels van het
wasgoed in acht nemen.
PROGRAMMA Soort was en aanbevelingenWaslabelsInstellingen
NL
ECO KATOEN
KATOEN
GEMENGDE
WAS
SYNTHETISCH
FIJNE WAS
Normaal vervuild katoenen wasgoed.
Bij 40 °C en 60 °C standaard
katoenprogramma en meest
gewenst programma in termen
van gecombineerd water- en
energieverbruik. Basis voor de
aangegeven waarden op het
energielabel.
Normaal tot sterk vervuilde en stevig
wasgoed van katoen en linnen, zoals
handdoeken, ondergoed, beddengoed
enz.
Licht tot normaal vervuild stevig
wasgoed van katoen, linnen,
synthetische vezels en gemengde
weefsels.
Effectief programma van één uur.
Alleen soortgelijke kleuren samen in
één wasbeurt wassen.
Normaal vervuild wasgoed van
synthetische vezels (zoals polyester,
polyacryl, viscose enz.) of gemengde
weefsels met katoen.
Fijne was van tere stoffen, die met
zachtheid behandeld moeten worden.
max.belading max
temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max
teselecterenoptiesIntensief
spoelen, Snelwas, Kleuren
15°, Fresh Care
max.belading max
temperatuurbereik
Koud tot 95°C
max. centrifugeersnelheid max
teselecterenopties Voorwas,