BAUKNECHT WA ECO 1281 ZEN User Manual [nl]

Gezondheid & Veiligheid, Gebruiksaanwijzing
en Installatiegids
www.bauknecht.eu/register
NEDERLANDS .................................3
2
GEZONDHEID & VEILIGHEID, GEBRUIKSAANWIJZING en INSTALLATIE GIDS
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN BAUKNECHT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op
www.bauknecht.eu/register
Index
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .......................................................................5
NL
MILIEUTIPS ..........................................................................................7
CONFORMITEITSVERKLARING .......................................................................7
Gids voor Gebruik en Onderhoud
PRODUCTBESCHRIJVING ............................................................................8
APPARAAT ............................................................................................8
WASMIDDELDOSEERBAKJE ............................................................................9
BEDIENINGSPANEEL ..................................................................................10
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR WATERAANSLUITING ..................................................10
DEUR ................................................................................................11
TROMMELVERLICHTING (indien beschikbaar) .........................................................11
ACCESSOIRES ........................................................................................11
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ......................................................................12
EERSTE GEBRUIK .....................................................................................12
DAGELIJKS GEBRUIK ..................................................................................13
PROGRAMMA'S EN OPTIES ...........................................................................17
FUNCTIES ............................................................................................24
INDICATOREN ........................................................................................26
FUNCTIE AUTO DOSERING: AUTOMATISCHE DOSERING WASMIDDEL / WASVERZACHTER ...............27
AUTO DOSERING / EERSTE GEBRUIK ...................................................................28
AUTO DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK ...............................................................32
BESPAARTIPS ........................................................................................33
3
ONDERHOUD EN REINIGING ........................................................................34
DE WASMACHINE SCHOONMAKEN ...................................................................34
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN ............................................................35
DE MAZENFILTERS IN DE WATERTOEVOERSLANG REINIGEN ............................................36
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE SCHOONMAKEN ......................................................37
HET WATERFILTER REINIGEN / RESTWATER AFPOMPEN .................................................39
TRANSPORT EN BEHANDELING .......................................................................41
PROBLEEMOPLOSSING .............................................................................42
DEUR – HOE TE OPEN BIJ EEN STORING, OM DE WAS ER UIT TE HALEN ..................................47
CONSUMENTENSERVICE ..............................................................................48
Installatiegids .......................................................................................49
4

Gids voor Gezondheid en Veiligheid

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

NL
BELANGRIJK MOET WORDEN GELEZEN EN IN ACHT GENOMEN
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken deze veiligheidsinstructies. Bewaar ze dicht bij de hand voor toekomstige raadpleging. Deze instructies en het apparaat zelf zijn voorzien van belangrijke veiligheidsaanwijzingen, die te allen tijde moeten worden opgevolgd. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die het gevolg is van het niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies, oneigenlijk gebruik of een foute programmering van de regelknoppen. De wasmachine is uitgerust met transportschroeven, om mogelijke interne schade tijdens het vervoer te voorkomen. Voordat u de wasmachine in gebruik neemt, moeten de transportschroeven verwijderd worden. Dek de openingen af met de 4 bijgesloten plastic doppen. Open de deur nooit met kracht en ga er niet op staan.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge kinderen (3-8 jaar) dienen op afstand van het apparaat gehouden te worden, tenzij ze onder voortdurend toezicht staan. Kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat gebruiken indien ze onder toezicht staan of instructies hebben ontvangen over veilig gebruik en de mogelijke gevaren ervan begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
TOEGESTAAN GEBRUIK
LET OP: Het is niet de bedoeling dat
het apparaat in werking gesteld kan worden met een externe timer of met een afzonderlijke afstandsbediening. Het apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk, niet professioneel gebruik. Gebruik het apparaat niet buitenshuis. Geen ontplofbare of ontvlambare stoffen zoals spuitbussen opslaan en geen benzine of andere brandbare materialen plaatsen of gebruiken in of in de buurt van het apparaat: als het apparaat onbedoeld in werking zou worden gesteld, kan er band ontstaan.
INSTALLATIE
Het apparaat moet door twee of meer personen worden verplaatst en geïnstalleerd. Gebruik beschermende handschoenen bij het uitpakken en installeren van het apparaat. Installatie en reparaties moeten worden uitgevoerd door een gespecialiseerd monteur, volgens de instructies van de fabrikant en in overeenstemming met de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het apparaat, behalve als dit expliciet aangegeven wordt in het gebruikshandleiding. Kinderen mogen geen installatiewerkzaamheden uitvoeren. Tijdens het installeren moeten kinderen er vandaan worden gehouden. Houd, tijdens en na de installatie, het verpakkingsmateriaal (plastic zakken, onderdelen van polystyreen, enz.) buiten het bereik van kinderen. Controleer na het uitpakken van het apparaat of deze tijdens het transport geen beschadigingen heeft opgelopen. Neem in geval van
problemen contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde Consumenten Service. Voordat dat apparaat wordt geïnstalleerd moet de stekker uit het stopcontact zijn getrokken. Zorg er tijdens de installatie voor dat het apparaat het netsnoer niet beschadigt. Het apparaat alleen activeren als de installatie is voltooid. Controleer bij de installatie van het apparaat of de vier pootjes stevig op de vloer rusten, stel ze naar wens af en controleer of het apparaat exact horizontaal staat en gebruik hiervoor een waterpas. Bij houten of zogenaamde "zwevende" vloeren (bijvoorbeeld bepaalde parket- of laminaatvloeren) moet het apparaat op een stevig aan de vloer bevestigde hardboard plaat van 60 x 60 cm en met een minimale dikte van 3 cm worden geplaatst. Gebruik alleen nieuwe slangen om het apparaat aan te sluiten op de watertoevoer. Oude slangen dienen niet opnieuw gebruikt te worden. Verplaats het apparaat zonder dit aan het bovenblad of bovenste deksel op te tillen. Aansluiting op de waterleiding moet worden uitgevoerd door een gespecialiseerd technicus, volgens de instructies van de fabrikant en in overeenstemming met de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Voor modellen die alleen zijn bestemd voor koud water: Niet op de warmwatervoorziening aansluiten. Voor modellen met warmwatertoevoer: de temperatuur van de warmwatertoevoer mag niet hoger zijn dan 60°C. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de onderkant van de wasmachine (indien aanwezig op uw model) niet
5
worden geblokkeerd door tapijt of ander materiaal. De waterdruktoevoer moet tussen het 0,1-1 MPa bereik vallen. Als u een droger bovenop uw wasmachine wilt plaatsen, neem dan eerst contact op met de Consumentenservice of met uw speciaalzaak om te verifiëren of dit mogelijk is. Dit is alleen toegestaan als de droger door middel van een daarvoor bestemde stapelset op de wasmachine wordt bevestigd; deze set is verkrijgbaar bij de Consumentenservice of uw speciaalzaak.
ELEKTRISCHE WAARSCHUWINGEN
Om ervoor te zorgen dat de installatie voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften moet er een multipolaire schakelaar met een afstand van minstens 3 mm worden gebruikt en moet het apparaat geaard worden. Vervang een beschadigde stroomkabel door een soortgelijk exemplaar. De stroomkabel mag alleen worden vervangen door een gespecialiseerde monteur, in overeenstemming met de aanwijzingen van de fabrikant en in naleving van de geldende veiligheidsnormen. Neem contact op met een erkend Servicecentrum. Als de bijgeleverde stekker niet geschikt is voor uw stopcontact, neem dan contact op met een erkende monteur. De stroomkabel moet lang genoeg zijn om het apparaat, nadat dit is ingebouwd in het meubel, te kunnen aansluiten op het stopcontact van de netvoeding. Niet aan de stroomkabel trekken. Gebruik geen verlengkabels, meervoudige stopcontacten of adapters. Gebruik het apparaat niet als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als het apparaat niet goed werkt of als het beschadigd of gevallen is. Houd het
snoer uit de buurt van hete oppervlakken. Na de installatie mogen de elektrische onderdelen niet meer toegankelijk zijn voor de gebruiker. Raak het apparaat niet aan met vochtige lichaamsdelen en gebruik het niet op als u op blote voeten loopt.
CORRECT GEBRUIK
Doe niet meer droge kleding dan toegelaten is in de machine. De hoeveelheden staan op het productblad. Het water in dit apparaat is niet drinkbaar. Gebruik geen oplosmiddelen (bijv. terpentijn, benzeen), geen wasmiddelen die oplosmiddelen bevatten, schuurpoeder, glas of schoonmaakmiddelen voor algemeen gebruik en brandbare vloeistoffen; Was geen stoffen in de wasmachine die behandeld zijn met oplosmiddelen of ontvlambare vloeistoffen.
REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik nooit stoomreinigers. Draag bij reiniging en onderhoud beschermende handschoenen. Het apparaat moet worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
6

MILIEUTIPS

NL
VERWERKING VAN DE VERPAKKING
De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals door het recyclingsymbool wordt aangegeven.
De diverse onderdelen van de verpakking mogen daarom niet bij het gewone huisvuil worden weggegooid, maar moeten worden afgevoerd volgens de plaatselijke voorschriften.
AFVALVERWERKING VAN HUISHOUDELIJKE APPARATEN
Bij het afdanken van het apparaat dient u het onbruikbaar te maken door de stroomkabel af te snijden en de deuren en schappen te verwijderen (indien aanwezig), zodat kinderen niet in het apparaat kunnen klauteren en vast komen te zitten.
Dit apparaat is vervaardigd van recyclebaar materiaal. Dank het apparaat af in overeenstemming met plaatselijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking. Voor meer informatie over behandeling, terugwinning en recycling van dit apparaat kunt u contact opnemen met uw plaatselijke instantie, de vuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese Richtlijn 2012/19/EU inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
of herbruikbaar
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid te voorkomen, die veroorzaakt zouden kunnen worden door onjuiste verwerking van dit product als afval.
Het symbool de begeleidende documentatie geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden, maar dat het ingeleverd moet worden bij een speciaal inzamelingscentrum voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur.
op het product of op

CONFORMITEITSVERKLARING

Dit apparaat is ontworpen, vervaardigd en gedistribueerd in overeenstemming met de voorschriften van de Europese richtlijnen: LVD 2014/35/ EU, EMC 2014/30/EU en RoHS 2011/65/ EU.
7

Gids voor Gebruik en Onderhoud

PRODUCTBESCHRIJVING

APPARAAT

1.
2.
7.
1. Werkblad
3.
2. Wasmiddeldoseerbakje
3. Bedieningspaneel
4. Deurknop
4.
5. Deur
6. Waterfilter/noodafvoerslang (indien beschikbaar)
- achter de plint -
7. Plint (verwijderbaar)
5.
8. Verstelbare pootjes (4)
6.
8.
8

WASMIDDELDOSEERBAKJE

NL
AutomAtische dosering:
BeLAngriJK: Gebruik alleen vloeibaar wasmiddel voor
het vullen van de wasmiddeltanks ("1" en "2"); gebruik nooit poederwasmiddel.
1. Tank 1
• Algemeen vloeibaar wasmiddel OF
• Specifiek vloeibaar wasmiddel (bv. voor kleuren, wol,
sportkleding enz.)
Maximum hoeveelheid voor vullen: 600 ml.
BeLAngriJK: Tank 1 nooit met wasverzachter vullen.
2. Tank 2
• Wasverzachter OF
• Vloeibaar wasmiddel (algemeen of specifiek wasmiddel,
zoals kleur, wol of wasmiddel voor sportkleding)
Maximum hoeveelheid voor vullen: 400 ml.
Kies uw gewenste configuratie onder degenen die staan vermeld in de paragraaf AUTO DOSERING - EERSTE GEBRUIK in de GIDS VOOR GEBRUIK EN VERZORGING. De labels op de tank kleppen kunnen gedraaid of verwisseld worden, om herinneren aan de gekozen configuratie.
1
3
1
hAndmAtige dosering:
2
4
2
Softener
3. Wasmiddelvakje voor handmatige dosering
• Poeder of vloeibare wasmiddel
• Nabehandelingsproducten
1
2
Softener
Zorg er bij het gebruik van poederwasmiddel dat het bakje slechts tot de teken "max." wordt gevuld.
4. De toets loslaten
Naar beneden drukken om het wasmiddeldoseerbakje te verwijderen voor reiniging.
AAnBevoLen wAsmiddeLen voor de
verschiLLende soorten wAsgoed
Soort wasgoed Temperatuurbereik Aanbevolen soort wasmiddel
Stevige witte was (Koud -95°C) Zwaar wasmiddel
Fijne witte was (koud -40°C
Lichte kleuren/pasteltinten (koud -60°C)
Intensieve kleuren (koud -60°C)
Mild wasmiddel met witmaker en/of optische heldermakers
Wasmiddel met witmaker en/of optische heldermakers
Kleurwasmiddel zonder witmaker/optische heldermakers
Zwarte/donkere kleuren (koud -60°C) speciale wasmiddelen voor zwart/donker wasgoed
* Zoek een waterontharder die geschikt is voor uw wasmachine op www.bauknecht.eu.
9

BEDIENINGSPANEEL

17.
30’
40° 60°
1 2
1.
2. 8.3. 9.4. 5. 6. 10. 11.
7.
16.15.
12.
13.
kg
14.
1. Aan/uit-toets (Resetten/Aftappen indien het ingedrukt
wordt gehouden)
2. Instellingen
3. Auto dosering / Tank 1
4. Auto dosering / Tank 2
5. Fresh Care toets
6. Controlelampje detectie
7. Klaar in-toets
8. Temperatuurtoets
9. Toets centrifugeersnelheid
10. Optie-toets
(Toetsenvergrendeling indien het ingedrukt wordt gehouden)
11. Start / Pauze-knop
12. Ok-toets (om te bevestigen)
13. UP-toets
14. DOWN-toets
15. Display
16. Optie-controlelampjes
17. Programmatoetsen
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR
WATERAANSLUITING
WATERAANSLUITING
WATERTOEVOER Koud
WATERKRAAN schroefdraadaansluiting voor slang van 3/4”
MINIMALE TOEVOERDRUK WATER 100 kPa (1 bar)
MAXIMALE TOEVOERDRUK WATER 1000 kPa (10 bar)
10

DEUR

NL
Trek aan de hendel om de deur te openen
Voor het sluiten van de deur de hendel vasthouden en aanduwen, zodanig dat u de sluitklik hoort.

TROMMELVERLICHTING (indien beschikbaar)

• Tijdens de programmakeuze: het licht gaat aan voor
het laden van het wasgoed.
• Nadat het programma is gestart flakker het licht aan
en uit terwijl het wasgoed wordt geïnspecteerd.
• Nadat het programma is beëindigd en de deur wordt geopend gaat het licht even aan om het wasgoed er uit te kunnen halen. Daarna gaat het licht uit, om energie te besparen; raak een willekeurige toets aan om het weer in te schakelen.

ACCESSOIRES

Neem contact op met onze klantenservice om te controleren of het volgende accessoire voor uw model wasmachine (en droger) verkrijgbaar is
PLANK VOOR STAPELSET waarmee uw droger bovenop uw wasmachine geïnstalleerd kan worden om ruimte te besparen en om het in- en uitladen van uw droger te vergemakkelijken.
11
GEBRUIK VAN
HET APPARAAT

EERSTE GEBRUIK

Wanneer u de stekker van de wasmachine in het stopcontact steekt zal deze automatisch worden ingeschakeld. Er zal gevraagd worden om de gewenste taal van het display in te stellen. Druk op de UP of DOWN toets om de gewenste taal te selecteren, en bevestigen met de OK-toets.
Daarna kunt u de instelling van de waterhardheid van uw wasmachine aanpassen aan uw regionale waterhardheid. Dit is raadzaam, om de functie Auto Dosering te optimaliseren. Kies tussen zacht/gemiddeld/ hard, en bevestigen door de OK-toets in te drukken. Bepaal tenslotte of u Tank 2 van het Automatische doseringssysteem voor wasverzachter of wasmiddel wilt gebruiken voor Tank 2 (raadpleeg de paragrafen AUTO DOSERING).
Alle instellingen die u tijdens de eerste instelling aanbrengt kunnen eventueel later weer gewijzigd worden.
Voor het verwijderen van resten uit het fabricageproces:
1. Kies het programma "Katoen" op een temperatuur
van 95 ° C.
2. Doe een klein beetje wasmiddel (maximaal 1/3
van de hoeveelheid die aanbevolen wordt door de fabrikant voor licht vervuild wasgoed) in het bakje voor handmatige dosering van het wasmiddeldoseerbakje
. Schakel de toetsen voor Auto dosering uit (Tank 1 en Tank 2): druk ze in, zodat het licht van de toets uit gaat.
FUNCTIE VOOR AUTO DOSERING
Het wasmiddeldoseerbakje van de wasmachine is uitgerust met een systeem met twee tanks, voor de automatische dosering van vloeibaar wasmiddel en wasverzachter.
Volg voordat u deze functie gebruikt de instructies in de GIDS VOOR GEBRUIK EN VERZORGING/AUTOMATISCHE DOSERING – EERSTE GEBRUIK voor het:
1. Instellen van de juiste waterhardheid
2. Instellen van de inhoud van tank 2. Tank 1
is standaard ingesteld voor een wasmiddel (uw hoofdwasmiddel), en 2 Tank is ingesteld voor wasverzachter. Wanneer u geen wasverzachter gebruikt, Tank 2 voor een ander wasmiddel instellen.
3. Controleren/aanpassen van de vooraf ingestelde doseringshoeveelheden.
Het systeem wordt standaard met de volgende doseringswaarden geleverd:
• 80 ml wasmiddel voor Tank 1
• 30 ml wasverzachter voor Tank 2 Deze vooraf ingestelde doseringswaarden moeten worden aangepast aan de doseringswaarden die staan vermeld op de verpakking van het wasmiddel en de wasverzachter die u wilt gaan gebruiken.
Nadat de functie Auto dosering is ingesteld voor gebruik de tanks vullen met de juiste inhoud en de etiketten op de tanks dienovereenkomstig installeren, zoals uiteengezet in de GIDS VOOR GEBRUIKEN VERZORGING/ AUTOMATISCHE DOSERING – EERSTE GEBRUIK.
3. Het programma starten zonder wasgoed.
Zie de paragraaf "DAGELIJKS GEBRUIK" voor informatie over het selecteren en starten van een programma.
12

DAGELIJKS GEBRUIK

SORTEREN VAN HET WASGOED
NL
1.ALLE VOORWERPEN UIT DE
ZAKKEN HALEN
• Munten, pennen etc. kunnen uw
wasgoed en onderdelen van de wasmachine beschadigen.
• Voorwerpen als papieren zakdoekjes zullen in
kleine stukjes uiteenvallen en handmatig moeten worden verwijderd na het wassen.
2. RITSEN, KNOPEN OF
HAKEN SLUITEN. LOSSE RIEMEN OF LINTEN VASTKNOPEN.
• Was kleine stukken (bijv. panty's, ceintuurs e.d.)
en wasgoed met haakjes (bijv. bh's) in een waszak of een kussensloop met rits. Haal de ringen van de gordijnen of doe de gordijnen met ringen in een katoenen zak.
3. SORTEREN VOLGENS TYPE O SOORT
WEEFSEL / SYMBOOL OP VERZORGINGSLABEL
Katoen, gemengde vezels, strijkvrij/synthetisch, wol, wasgoed dat met de hand moet worden gewassen.
• Bonte was Bonte en witte was scheiden. Nieuwe gekleurde artikelen apart wassen.
• Afmeting Was stukken van verschillende afmetingen samen voor betere wasresultaten en een verdeling van de stukken in de trommel.
• Fijne was Tere weefsels apart wassen; ze vereisen een zachte behandeling.
13
GEBRUIK VAN DE WASMACHINE
1.WAS IN DE MACHINE DOEN
• Maak de deur open en doe de was in de machine. Plaats de stukken wasgoed één voor één in de trommel zonder de machine te overladen. Houd u aan de maximale belading die te vinden is in de programmatabel. Als de wasmachine te vol wordt gestopt, wordt het wasgoed minder goed gewassen en kreukt het meer.
2.DEUR SLUITEN
• Zorg ervoor dat er geen was vast komt te zitten tussen het deurglas en de rubberen sluitring.
• De deur zodanig sluiten dat u de sluitklik hoort.
3.KRAAN OPENDRAAIEN
• Zorg ervoor dat de wasmachine is aangesloten op het netsnoer.
• Draai de kraan open.
4.DE WASMACHINE INSCHAKELEN
• Druk op de toets Aan/Uit. Er wordt een animatie weergegeven en er is een geluid. Wanneer op het display een programma wordt aangegeven is de wasmachine bedrijfsklaar.
• De programma-instellingen die u het laatst hebt gebruikt zullen op het bedieningspaneel verschijnen.
De centrifugeersnelheid wijzigen, indien nodig
De centrifugeertoets indrukken; het display geeft aan dat de centrifugeersnelheid kan worden ingesteld.
• De centrifugeertoets herhaalde malen indrukken
• of de UP of DOWN-toets indrukken totdat de gewenste centrifugeersnelheid of Spoelstop op
het display verschijnt.
Als u centrifugeersnelheid "0" kiest eindigt het programma met het afpompen van het spoelwater. Er zal geen centrifugeercyclus aan het einde worden toegepast. Als je "Spoelstop" kiest, zal het programma na de spoelfase stoppen. Het wasgoed blijft ondergedompeld in het laatste spoelwater staan. Kijk voor meer informatie in de paragraaf
PROGRAMMA'S EN OPTIES / Spoelstop.
Selecteer opties, indien nodig
De optietoets indrukken. De opties die voor het programma geselecteerd kunnen worden verschijnen op het display.
• De UP of DOWN toets indrukken om door de lijst met opties te navigeren.
5. HET GEWENSTE PROGRAMMA INSTELLEN
Keuze van het programma
Het toetssymbool op het bedieningspaneel indrukken. Programmanaam, standaard duur, temperatuur en centrifugeersnelheid, en ook de maximale waslading verschijnen op het display. Kijk voor meer informatie over programma's in de paragraaf PROGRAMMA'S EN OPTIES en in de Snelle Referentiegids.
Wijzig de temperatuur, indien nodig
De temperatuurtoets indrukken; het display geeft aan dat de temperatuur kan worden ingesteld.
• De temperatuurtoets herhaalde malen indrukken,
• of de toets UP of DOWN indrukken totdat de benodigde temperatuur op het display verschijnt.
• Druk op de OK toets om een optie te selecteren; het optiesymbool op het bedieningspaneel brandt.
Opties zijn mogelijk niet met elkaar te combineren. Wanneer u een optie selecteert,wordt de niet-combineerbare optie automatisch uitgeschakeld als dit het geval is. Een aantal opties / functies kunnen worden geselecteerd door rechtstreeks op de toets te drukken:
1 2
Als een dergelijke optie niet voor het programma geselecteerd kan worden wordt het automatisch uitgeschakeld wanneer de toets wordt ingedrukt.
14
NL
Raadpleeg de paragraaf PROGRAMMA'S EN OPTIES voor meer informatie.
6. WASMIDDEL TOEVOEGEN
• Wanneer u het wasmiddel
handmatig wilt toevoegen, het wasmiddeldoseerbakje uitlichten en nu wasmiddel (en nabehandelingsproducten) toevoegen, zoals staat aangegeven in de paragraaf WASMIDDELDOSEERBAKJE. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het wasmiddel. Wanneer u VOORWAS of KLAAR IN hebt geselecteerd, volg dan de aanwijzingen in de paragraaf OPTIES en FUNCTIES. Daarna het wasmiddeldoseerbakje zorgvuldig sluiten.
• Als u wilt dat de wasmachine het wasmiddel
automatisch doseert, gewoon controleren of de functie Auto dosering is geactiveerd (raadpleeg de paragraaf OPTIES, FUNCTIES EN INDICATOREN/ Automatische dosering). Na het starten van het programma wordt het wasmiddel door het automatische doseringssysteem toegevoegd. Controleer voor een juiste dosering of het Automatische doseringssysteem aan uw wasmiddel/ wasverzachter is aangepast (raadpleeg AUTO DOSERING / DAGELIJKS GEBRUIK).
• Als de wasmachine een onbalans in de waslading detecteert probeert de wasmachine automatisch een evenwicht tot stand te brengen. Het display geeft het evenwicht van de lading aan.
Raadpleeg de paragraaf "Probleemoplossing" voor meer informatie over de onbalans in de waslading.
8. DE INSTELLINGEN VAN EEN PROGRAMMA IN
UITVOERING WIJZIGEN, INDIEN NODIG
U kunt de instellingen nog steeds wijzigen terwijl een programma wordt uitgevoerd. De wijzigingen zullen worden toegepast, mits de betreffende programmafase nog niet voltooid is. Als de wijziging niet mogelijk is zal er bij het indrukken van de toets een storingsgeluid klinken.
Temperatuur of centrifugeersnelheid
wijzigen:
De toets voor temperatuur of centrifugeersnelheid indrukken; het display geeft aan dat de temperatuur of centrifugeersnelheid kan worden ingesteld. De toets herhaaldelijk indrukken, totdat de gewenste waarde op het display verschijnt. Of selecteer de gewenste waarde door op UP of DOWN te drukken.
Correcte dosering van wasmiddel / nabehandelingsproducten is belangrijk, omdat
• het wasresultaat wordt geoptimaliseerd
• het irritante resten van overtollige wasmiddel in uw wasgoed voorkomt
• het geld bespaart door het voorkomen van verspilling van overtollig wasmiddel
• het de machine beschermt door het voorkomen van verkalking van onderdelen
• het aandacht heeft voor het milieu door het voorkomen van onnodige belasting voor het milieu
7. PROGRAMMA STARTEN
• "Start/Pauze" indrukken en ingedrukt houden, totdat de toets ononderbroken brandt; het programma wordt gestart.
• De trommel draait, en de lading wordt gedetecteerd. Het display geeft de detectie belading aan, terwijl op het bedieningspaneel een animatie wordt afgespeeld.
• De resterende programmaduur die op het display wordt aangegeven kan variëren. Factoren als onbalans in de lading van het wasgoed of schuimvorming kan een effect hebben op de duur van het programma. Wanneer de resterende programmaduur opnieuw wordt berekend geeft het display de detectie aan en verschijnt er een animatie op het display.
Toevoegen of verwijderen van een optie:
De optietoets indrukken; de opties die voor het programma kunnen worden geselecteerd worden op het display aangegeven. Druk op de OK-toets om een optie te selecteren of uit te schakelen. Druk op de knop om de opties die direct door een toets te selecteren zijn te selecteren of uit te schakelen.
1 2
Om de "Klaar in" vertraging te veranderen:
De Klaar in toets indrukken; de geselecteerde vertraging knippert op het display. Terwijl het knippert kan de waarde worden gewijzigd door op UP of DOWN te drukken.
Het programma loopt automatisch door nadat de instelling is veranderd. Gebruik de "Toetsenvergrendeling", om te voorkomen dat een lopend programma per ongeluk (bijvoorbeeld door kinderen) wordt gewijzigd
(zie paragraaf FUNCTIES).
15
Om de instellingen van een programma in uitvoering te wijzigen kunt u ook:
• "Start/Pauze" indrukken om het programma in uitvoering te onderbreken
• Uw Instellingen wijzigen
• Druk opnieuw op "Start/Pauze" om het programma te vervolgen.
Als u het programma heeft gewijzigd geen wasmiddel voor het nieuwe programma toevoegen.
9. ONDERBREEK EEN PROGRAMMA IN UITVOERING
EN OPEN DE DEUR, INDIEN GEWENST
Nadat het programma is gestart geeft het display aan wanneer het programma nog kan worden onderbroken om kleding toe te voegen.
• "Start/Pauze" ingedrukt houden om een programma in uitvoering te onderbreken
• Mits het waterpeil of de temperatuur niet te hoog is, zal het controlelampje voor "deur open" oplichten. U kunt de deur openen, bijvoorbeeld om was toe te voegen om was er uit te halen die per ongeluk in de wasmachine is gedaan.
• Druk op "Start/Pauze" om het programma te vervolgen
10. EEN PROGRAMMA IN UITVOERING RESETTEN,
INDIEN NODIG
• De "Aan/Uit" toets ingedrukt houden totdat het display geeft aan dat het programma is gewist. Het water wordt afgepompt. Het programma wordt beëindigd en de deur wordt ontgrendeld.
11. DE WASMACHINE UITSCHAKELEN NADAT HET
PROGRAMMA IS BEËINDIGD
• Het display geeft aan dat de cyclus is voltooid, en het indicatorlampje voor "Deur geopend" brandt- u kunt uw was er uit halen.
• "Aan/Uit" indrukken om de wasmachine uit te schakelen. Wanneer u de machine niet uitschakelt wordt, ongeveer een kwartier nadat het programma is beëindigd, de wasmachine automatisch uitgeschakeld, om energie te besparen.
• De deur open laten staan, zodat de binnenkant van de wasmachine kan drogen.
16
PROGRAMMA'S
EN OPTIES
Om het juiste programma voor uw soort wasgoed te kiezen, altijd de instructies op de waslabels van het wasgoed in acht nemen.
PROGRAMMA Soort was en aanbevelingen Waslabels Instellingen
NL
ECO KATOEN
KATOEN
GEMENGDE WAS
SYNTHETISCH
FIJNE WAS
Normaal vervuild katoenen wasgoed. Bij 40 °C en 60 °C standaard katoenprogramma en meest gewenst programma in termen van gecombineerd water- en energieverbruik. Basis voor de aangegeven waarden op het energielabel.
Normaal tot sterk vervuilde en stevig wasgoed van katoen en linnen, zoals handdoeken, ondergoed, beddengoed enz.
Licht tot normaal vervuild stevig wasgoed van katoen, linnen, synthetische vezels en gemengde weefsels. Effectief programma van één uur. Alleen soortgelijke kleuren samen in één wasbeurt wassen.
Normaal vervuild wasgoed van synthetische vezels (zoals polyester, polyacryl, viscose enz.) of gemengde weefsels met katoen.
Fijne was van tere stoffen, die met zachtheid behandeld moeten worden.
max.belading max temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max te selecteren opties Intensief
spoelen, Snelwas, Kleuren 15°, Fresh Care
max.belading max temperatuurbereik
Koud tot 95°C
max. centrifugeersnelheid max te selecteren opties Voorwas,
Warm spoelen, Vlekken 15°, Zware vlekken, Intensief spoelen, Snelwas, Kleuren 15°, Fresh Care
max. belading 7,0 kg temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max te selecteren opties Warm
spoelen, Vlekken 15°, Intensief spoelen, Snelwas, Kleuren 15°, Fresh Care
max. belading 4,0 kg temperatuurbereik
Koud tot 60°C
max. centrifugeersnelheid max te selecteren opties Voorwas,
Vlekken 15°, Zware vlekken, Intensief Spoelen, Snelwas, Kleuren 15°, Fresh Care
max. belading 3,0 kg temperatuurbereik
Koud tot 40°C
max. centrifugeersnelheid 1000 te selecteren opties voorwas,,
Snelwas, Kleuren 15°, Fresh Care
17
Loading...
+ 39 hidden pages