Bauknecht GSF 7496 TW-WS(6909), GSI 5556 CTW-SW, GSI 5556 CTW-IN, GSI 4876 CTW-SW, GSI 4794 ETW-IN PROGRAM CHART [nl]

...
Page 1
Gebruiksaanwijzing
Voor het gebruik:Aansluitingen Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen Het zoutreservoir vullen Het doseerbakje van het spoelglansmiddel vullen Het doseerbakje van het afwasmiddel vullen Reiniging en onderhoud
Page 2
1. Verwijderen van de verpakking en controles
Controleer, nadat u de ver­pakking heeft verwijderd, of de afwasmachine tijdens het transport niet beschadigd is en of de deur perfect sluit. Wend u in geval van twijfel tot een vakman of tot de ver­koper.
• Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken enz.) moet buiten het bereik van kinde­ren gehouden worden, want het zou een bron van geva­ren kunnen vormen.
2. Aansluiting op het elektri­citeitsnet en op de water­leiding
• Alle aansluitingen op de wa­terleiding en op het elektrici­teitsnet moeten worden uit­gevoerd door gekwalificeerd personeel, aan de hand van de aanwijzingen van de fa­brikant en conform de gel­dende plaatselijke veiligheidsvoorschriften (zie ook de bijgevoegde installa­tieaanwijzingen). Gebruik de afwasmachine uitsluitend in het huishouden en voor de doeleinden waar­voor ze bestemd is.
Gebruik de afwasmachine niet als zij beschadigd is tij­dens het transport. Wend u tot de Servicedienst of tot de verkoper.
(zie de afzonderlijke installatieaanwijzingen)
3. Toevoer en afvoer van het water:
• Neem de geldende voorschriften van het water­leidingbedrijf in acht.
• Controleer of de watertoe­voer- en afvoerslangen niet gevouwen of afgekneld zijn.
• Als de slangen niet lang ge­noeg zijn, wend u dan tot de Servicedienst of de verkoper.
• De toevoerslang moet veilig en hermetisch op de water­kraan worden aangesloten.
• De temperatuur van het toe­gevoerde water is afhankelijk van het model: toevoerslang met de aanduiding: “25° C Max”: Maximumtemperatuur 25° C. Alle andere modellen: maxi­mumtemperatuur 60° C.
• Vergewis u er op het moment van installatie van dat het afvoerwater zonder problemen weg kan stromen (verwijder indien nodig ook het netje in de sifon van de wasbak).
• Bevestig de afvoerslang aan de sifon met een klemband­je, zodat hij niet los kan ra­ken.
• Alleen voor apparaten met waterstopsysteem: als de aanwijzingen voor de instal­latie in acht worden genomen, kan het waterstop­systeem voorkomen dat er water uit de machine stroomt, dat schade zou kun­nen aanrichten in uw woning.
4. Elektrische aansluiting:
• Neem de geldende normen van het elektriciteitsbedrijf in acht.
• De voedingsspanning staat vermeld op het plaatje dat rechts op de binnenkant van de deur is aangebracht.
• De aarding van het apparaat is wettelijk verplicht.
• Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige adapters.
• Haal de stekker uit het stop­contact voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat verrichten.
• De voedingskabel mag uit­sluitend worden vervangen door gekwalificeerde techni­ci.
Page 3
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingsym­bool .
2. Energie en water bespa­ren
• Spoel de vaat niet af onder stromend water.
• Gebruik de afwasmachine uitsluitend wanneer ze volle­dig beladen is of selecteer, als er slechts een korf vol is, het afwasprogramma met halve lading (indien beschikbaar).
• Als er milieuvriendelijke energiebronnen ter beschik­king staan, zoals verwarming met zonnepanelen, warmte­pompen of centrale verwar­ming, dient de afwasmachine te worden aangesloten op de leiding voor warm water, met een temperatuur van hoog­stens 60° C. Verzeker u ervan dat de watertoevoerleiding van het juiste type is. Zie het hoofdstuk “Aansluitingen” van deze Gebruiksaanwijzing.
3. Afdanken
Het apparaat is vervaardigd van recyclebaar materiaal. Bij het afdanken van de machi­ne dienen de plaatselijke voorschriften voor afvalver­werking te worden gevolgd. Maak de afwasmachine in elk geval onbruikbaar door de voedingskabel door te snij­den.
4. Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de af­wasmachine spelen. Bewaar het afwasmiddel, het spoelglansmiddel en het zout op een droge plaats, buiten bereik van kinderen.
5. Algemene adviezen
De geopende deur kan alleen het gewicht van de uitgeschoven korf dragen, met inbegrip van de vaat. Leun niet op de open deur en ga er niet op zitten of staan: de afwasmachine
zou kunnen kantelen!
Gebruik geen oplosmiddelen in de wasruimte: dit veroor-
zaakt ontploffingsgevaar!
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen, spoelglans­middelen en regenereerzou­ten die specifiek bedoeld zijn voor afwasmachines.
• Schakel het apparaat altijd uit voor reinigings- of onder­houdswerkzaamheden en draai de waterkraan dicht.
• Doet er zich een storing voor, schakel de afwasmachine dan uit en draai de waterkraan dicht.
• Als de kabel waarmee het apparaat op het elektriciteits­net is aangesloten, moet worden vervangen, een soortgelijk exemplaar gebrui­ken (verkrijgbaar bij de Servi­cedienst). De kabel dient te worden vervangen door een gespecialiseerd technicus.
• Schakel aan het einde van het programma de afwasma­chine uit en draai de water­kraan dicht.
6. Alleen voor apparaten die voorzien zijn van een wa­terstopsysteem:
In de watertoevoerslang en in de plastic doos bevinden zich elektrische onderdelen. Snijd de slang dus niet door en dompel de doos niet on­der in water. Als de slang ka­pot is, moet de machine on­middellijk uitgezet worden.
CE conformiteitsverklaring
Dit apparaat is ontworpen, vervaardigd en verkocht in overeenstemming met de volgende richtlijnen:
• 73/23/EEG
• 89/336/EEG
• 93/68/EEG Capaciteit: 12 couverts.
Page 4
Het zoutreservoir vullen
Als het water harder is dan 1­2 (gemiddelde hardheid), dient u, voordat u de afwas­machine gebruikt, het reser­voir te vullen met regenere­erzout (vraag bij uw water­leidingbedrijf naar de hard­heid van het water in uw omgeving of controleer de laatste waterrekening). Als de hardheidsgraad van het water niet overeenkomt met stand 3 (instelling bij aflever­ing) of als de waterhardheid veranderd is:
Draai de keuzeknop op de goede stand.
Stel de hardheidsgraad van het water in door de keuze-
knop (indien aanwezig) aan de binnenkant van de deur (linksboven) met behulp van een schroevendraaier op de goede stand te draaien. Zet de keuzeknop op de stand die wordt aangegeven in de volgende tabel:
Bij een waterhardheid van 1 (zacht) hoeft u geen zout te gebruiken.
Het zoutreservoir vullen Let op: gebruik alleen zout
voor afwasmachines! Vullen van het zoutreservoir met ongeschikte substanties, zoals afwasmiddel, heeft on­herstelbare schade voor het onthardingssysteem tot ge­volg.
1. Trek de onderste korf naar buiten.
2. Schroef de dop los door hem naar links te draaien.
3. Alleen voor het eerste gebruik van de afwasmachi­ne: vul het waterreservoir tot de rand.
4. Vul het zoutreservoir tot de rand (met de trechter); gebruik de eerste keer min. 1,5 kg en max. 2 kg en roer met de steel van een lepel.
5. Schroef de dop vast door hem naar rechts te draaien.
6. Breng de onderste korf aan.
7. Start onmiddellijk
na het vul­len van het zoutreservoir een afwasprogramma (voorspoe­len is niet voldoende), zodat de naar buiten komende zoutoplossing meteen wordt geëlimineerd.
Controleer regelmatig het niveau van het regenereer­zout.
Stan­den
0 1 2 3 4 5 6
Hardheids
-graad
1 zacht 1-2 gemiddeld 2 gemiddeld 3 gemiddeld-hard 4 dura 4 zeer hard 4
buitengewoon hard
Duitse graden °dH
0 - 5
6 - 10 11 - 15 16 - 21 22 - 28 29 - 35 36 - 60
Franse graden °fH
0 - 9 10 - 18 19 - 27 28 - 37 38 - 50 51 - 63 64 - 107
Indicator van het zoutni­veau
De afwasmachine is voorzien van een elektrische indicator of een optische indicator voor het zoutniveau (afhankelijk van het model).
Elektrische indicator:
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat bran­den wanneer het zoutreser-
voir moet worden gevuld.
Optische indicator:
Wanneer het zoutreservoir voldoende gevuld is, is de vlotter goed zichtbaar in het venstertje van de dop. De vlotter daalt en is niet meer zichtbaar wanneer het zoutreservoir moet worden gevuld.
Page 5
Het doseerbakje van het spoelglansmiddel vullen
Het spoelglansmiddel bevor­dert het drogen van de vaat door het water beter weg te laten stromen, zodat er geen strepen of vlekken achterblij­ven. Vul het doseerbakje voor het eerste gebruik van de afwasmachine. Het doseerbakje van het spoelglansmiddel vullen:
Gebruik uitsluitend spoelglansmiddel voor afwas­machines.
1. Druk op de toets A om de deksel te openen (zie teke­ning).
2. Giet het spoelglansmiddel in de opening tot aan de stip­pellijn “Max” (ca. 100 ml). Neem
gemorst spoelglansmiddel onmiddel­lijk af. Zodoende wordt ver­meden dat er te veel schuim ontstaat, waardoor minder goed wordt afgewassen.
3. Sluit de deksel. Controleer vervolgens regel-
matig het niveau van het spoelglansmiddel.
De hoeveelheid spoelglansmiddel instel­len:
Fabrieksinstelling: stand 4. Als u niet tevreden bent over het afwas- of droogresultaat, kunt u de dosis spoelglans­middel veranderen. Controleer vervolgens regel­matig het niveau van het spoelglansmiddel.
1. Druk op de toets A om de deksel te openen (zie teke­ning).
2. Als de vaat strepen vertoont, de dosis spoelglansmiddel met een munt of een derge­lijk voorwerp lager zetten (stand 1-3). Als de vaat niet helemaal droog is, de dosis hoger zet­ten (stand 5-6).
3. Sluit de deksel.
Indicator van het spoelglansmiddelniveau:
Optische indicator: licht spoelglansmiddel toe
voegen
donker voldoende
spoelglansmiddel
Aanvullende elektrische indicator (indien aanwezig):
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden wanneer er spoel­glansmiddel moet worden toegevoegd.
AA
Page 6
Het doseerbakje van het afwasmiddel vullen:
Gebruik alleen wasmiddelen voor afwasmachines. V
ul het doseerbakje van het afwasmiddel pas vlak voordat u een afwasprogramma start.
1. Druk op de toets (A) om het deksel te openen.
2. Doe het wasmiddel in het do­seerbakje.
Voor programma’s met voor­spoelen: Giet 2/3 van de aanbevolen hoeveelheid in het grote vak (C). Giet 1/3 ervan in het kleine vak (B).
V
oor programma’s zonder voorspoelen: Giet de hele hoeveelheid wasmiddel in het grote vak. Als er op de verpakking do­ses van meer dan 45 ml (maximumcapaciteit van het grote vak) worden aangege­ven, moet de resterende hoe­veelheid in het kleine vak worden gedaan.
V
oor programma’s met de geactiveerde extra functie “Halve lading” (indien beschikbaar): gebruik een kleinere hoeveelheid afwas­middel.
3. Sluit de deksel.
Het doseerbakje van het afwasmiddel vullen
Voor het wasmiddel heeft de machine een klein vak (B) en een groot vak (C). Gebruik niet meer wasmiddel dan wordt aangegeven, om niet bij te dragen aan milieu­vervuiling. De benodigde hoeveelheid product verschilt van merk tot merk. Als er wasmiddelen in tablet­ten worden gebruik, dient u zich nauwgezet te houden
aan de aanwijzingen die door de fabrikant worden gegeven. Wasmiddelen van de “nieu­we generatie” bevatten en­zymen en leveren de beste resultaten op bij gebruik van de bioprogramma’s. Deze programma’s zijn echter ook geschikt voor alle andere af­wasmiddelen.
B
C
A
Page 7
Reiniging en onderhoud
Schakel voordat u reinigings­of onderhoudswerkzaamhe­den gaat verrichten het ap­paraat uit en draai de water­kraan dicht.
Reinigen van de buitenkant:
Gebruik voor het reinigen van de buitenkant een voch­tige doek en een neutraal schoonmaakmiddel. Gebr
uik
geen schuurmiddelen.
Reinigen van de binnenkant van de afwa­smachine:
Maak regelmatig de afdich­ting en de rand van de deur schoon met een vochtige doek.
Bovenste sproeiarm:
1. Draai de moer (A) los (door hem naar links te draaien) en haal de sproeiarm weg door hem omlaag te trekken (B).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de sproeiarm terug door hem midden op de pen van de rotor te zetten en vast te klikken.
4. Draai de moer vast (door hem naar rechts te draaien). Controleer of de moer goed is vastgedraaid (u dient een klik te horen).
De sproeiarm moet onge­hinderd kunnen draaien.
Onderste sproeiarm:
1. Druk de twee klemmen waarmee de sproeiarm is vastgezet naar binnen (C) en haal de arm weg door hem op te tillen (D).
2. Spoel de gaatjes af.
3. Monteer de onderste sproeiarm terug door hem midden op de pen van de ro­tor te zetten.
4. Druk de arm omlaag, totdat hij vast komt te zitten.
5. Controleer of de klemmen goed op hun plaats zitten (u moet een klik horen).
De sproeiarm moet onge­hinderd kunnen draaien.
AA
BB
CC CC
DD
Page 8
Reiniging en onderhoud
Reiniging van de zeven: 1. Draai de centrale, grove zeef
naar links en haal hem uit de bodem (E).
2. Draai de fijnmazige zeef he­lemaal los en haal hem uit de centrale, grove zeef (F); let op de holten in de onderkant van de zeef.
3. Haal de fijnmazige zeef eruit
(G).
4. Maak regelmatig alle zeven onder stromend water schoon en controleer of er geen onzuiverheden in de afwasmachine zijn achterge­bleven.
5. Monteren: Schuif de fijnmazige zeef in de centrale, grove zeef en bevestig hem. (let op de hol­ten in de onderkant van de zeef). Breng de zeefgroep aan en bevestig hem door hem naar rechts te draaien. Controleer of de zeven goed zijn aange­bracht.
Voor goede afwasresulta­ten is het belangrijk dat de zeven goed worden aangebracht.
F
GG
EE
Loading...