BAUKNECHT GKN 17G4 A2+ WS Daily Reference Guide

Gebruiksaanswijzing
Consignes d’utilisation
Bedienungsanleitung
Instructions for use
NEDERLANDS Gebruiksaanswijzing Pagina 3
FRANÇAIS Directives d’utilisation Page 15
DEUTSCH Bedienungsanleitung Seite 27
2
INDEX
Hoofdstuk 1:INSTALLATIE ..................................................................................................4
1.1. EEN APPARAAT INSTALLEREN .....................................................................................................................4
1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN ...............................................................................................................4
1.3. DEUREN AFSTELLEN (INDIEN BESCHIKBAAR) .........................................................................................4
Hoofdstuk 2:FUNCTIES .......................................................................................................5
2.1. SMART DISPLAY* (SLIMME DISPLAY)* ........................................................................................................5
2.2. 6TH SENSE VRIESCONTROLE / PROFREEZE VRIESCONTROLE .............................................................5
2.3. AAN/STAND-BY ..............................................................................................................................................5
2.4. BLACKOUT-ALARM .......................................................................................................................................5
2.5. ALARM TEMPERATUUR .................................................................................................................................5
2.6. ALARM DEUR OPEN .......................................................................................................................................5
2.7. FEESTMODUS* ..............................................................................................................................................6
2.8. SHOCK FREEZE* ...........................................................................................................................................6
2.9. FAST FREEZE* ...............................................................................................................................................6
2.10. FUNCTIE ECO NIGHT (NACHTTARIEF) * ....................................................................................................7
2.11. VRIESCONTROLE*........................................................................................................................................7
2.12. AUTOMATIC NO FROST (AUTOMATISCH ONTDOOIEN) ...........................................................................7
2.13. ICE MATE* .....................................................................................................................................................8
2.14. SYSTEEM MET LED-VERLICHTING* ...........................................................................................................8
Hoofdstuk 3:GEBRUIK ........................................................................................................8
3.1. DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER VERGROTEN .................................................................................8
3.2. OPMERKINGEN ..............................................................................................................................................8
Hoofdstuk 4:TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN ............................................9
4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN ....................................................................................9
4.2. TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN ........................................ 10
4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN* .............................................................................................................. 10
4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS ................................................................................ 10
Hoofdstuk 5:FUNCTIONELE GELUIDEN ..........................................................................11
Hoofdstuk 6:AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ...12
6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE .......................................................................................................................... 12
6.2. VERHUIZEN .................................................................................................................................................. 12
6.3. STROOMUITVAL .......................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 7:ONDERHOUD EN REINIGING .....................................................................12
Hoofdstuk 8:HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING ........................................13
8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE CONSUMENTENSERVICE.. ................................................ 13
8.2. STORINGEN ................................................................................................................................................. 14
Hoofdstuk 9:CONSUMENTENSERVICE ...........................................................................14
Overige:
SCHARNIERZIJDE DEUR OMKEREN VERSIE_1 ...........................................................................................................51
SCHARNIERZIJDE DEUR OMKEREN VERSIE_2 ...........................................................................................................53
INTERIEURELEMENTEN DIEPVRIES VERWIJDEREN/AANBRENGEN ..........................................................................55
OPMERKING: De instructies gelden voor verschillende modellen; er kunnen dus verschillen zijn. Hoofdstukken die alleen gelden voor bepaalde apparaten worden aangegeven met een asterisk (*). Functies die specifiek gelden voor het reeds aangeschafte productmodel vindt u in de BEKNOPTE HANDLEIDING.
3
1. INSTALLATIE
1.1. EEN APPARAAT INSTALLEREN
50mm
Om voor voldoende ventilatie te zorgen dient er aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het apparaat ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat en de muur achter het apparaat dient minimaal 50 mm tebedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het energieverbruik van het product toe.
1.2. TWEE APPARATEN INSTALLEREN
Tijdens het installeren zorgen de vriezer 1 en de koelkast
2
samen dat de vriezer links en de koelkast rechts wordt geplaatst (zie de afbeelding). De linkerzijde van de koelkast is uitgerust met een speciale voorziening om condensatieproblemen tussen de apparaten te voorkomen.
Er wordt aanbevolen twee apparaten samen te installeren met behulp van de verbindingsset 3 (zie de afbeelding). Deze kunt u aanschaffen bij de Consumentenservice.
50mm
1.3. DEUREN AFSTELLEN INDIEN BESCHIKBAAR
To level the doors using the adjustable lower hinge (select models)
Als de koelkastdeur lager is dan de vriezerdeur kan de koelkastdeur worden verhoogd door de stelschroef
max
5 mm
tegen de klok in te draaien met behulp van een M10 moersleutel.
Als de vriezerdeur lager is dan de koelkastdeur kan de vriezerdeur worden verhoogd door de stelschroef tegen de klok in te draaien met behulp van een M10 moersleutel.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
4
2. FUNCTIES
2.1. SMART DISPLAY* SLIM DISPLAY*
Deze functie kan gebruikt worden om energie te besparen. Volg de instructies in de Beknopte handleiding om de functie in of uit te schakelen. Twee seconden na activering van het Smart Display gaat het display uit. Om de temperatuur aan te passen of andere functies te gebruiken moet het display weer geactiveerd worden. Druk hiervoor op een willekeurige toets. Na ongeveer 15 seconden zonder enige handeling gaat het display weer uit. Wanneer de functie wordt uitgeschakeld, wordt het normale display getoond. Het Smart Display wordt automatisch uitgeschakeld na een stroomuitval. N.B.: deze functie ontkoppelt het apparaat niet van de netvoeding, maar vermindert alleen het energieverbruik van het externe display.
Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat in de verklaring verwijst naar de werking met de functie Smart Display ingeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar op het model met de gebruikersinterface op de deur.
2.2. 6TH SENSE VRIESCONTROLE / PROFREEZE
VRIESCONTROLE
De functie 6th Sense vriescontrole /Profreeze vriescontrole dient om de juiste temperatuur te behouden in de volgende gevallen:
- De deur heeft een tijdje open gestaan
De functie treedt in werking bij iedere opening van de deur die de binnentemperatuur van het apparaat wijzigt, en blijft actief gedurende de tijd die nodig is om automatisch de optimale conserveringsomstandigheden te herstellen.
- Er is vers voedsel in de vriezer geplaatst
De functie treedt iedere keer dat er levensmiddelen in de vriezer worden geplaatst in werking, en blijft actief gedurende de tijd die nodig is om optimale invriescondities te creëren, waarbij de juiste balans tussen de kwaliteit van het invriezen en het energieverbruik wordt gegarandeerd.
Opmerking: De duur van de functie 6th Sense vriescontrole /Profreeze vriescontrole wordt niet alleen op basis van de hoeveelheid in te vriezen voedingsmiddelen berekend, maar ook op basis van de hoeveelheid voedingsmiddelen die reeds aanwezig is in de vriezer en van de omgevingstemperatuur. Daarom zijn aanzienlijke variaties in de duur van deze functie vrij normaal.
2.4. BLACKOUTALARM
Uw product is zo ontworpen dat het na een stroomstoring automatisch de temperatuur in de vriezer controleert wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld. Als de temperatuur in de vriezer boven het vriesniveau ligt,
gaat het symbool Blackout branden, knippert het alarmsymbool en klinkt het geluidssignaal wanneer de stroomtoevoer hersteld is. Druk om het alarm te resetten éénmaal op de knop Alarm stoppen . In geval van een Blackout-alarm, worden de volgende handelingen aanbevolen:
• Als het voedsel in de vriezer niet bevroren maar nog wel koud is, breng het dan over naar de koelkast en eet het binnen 24 uur op.
• Als het voedsel in de vriezer bevroren is, betekent dit dat het voedsel ontdooid was en weer werd ingevroren toen de stroomtoevoer hersteld werd, de smaak, kwaliteit en voedingswaarde is verminderd en het voedsel kan zelfs bedorven zijn. Er wordt aanbevolen om deze levensmiddelen niet op te eten en de hele inhoud van de vriezer weg te gooien. Het blackout-alarm is ontworpen om informatie te geven over de kwaliteit van de voedingsmiddelen die in de vriezer aanwezig zijn bij een stroomuitval. Dit systeem garandeert de kwaliteit van de levensmiddelen niet en consumenten wordt geadviseerd hun gezonde verstand te gebruiken bij het controleren van de kwaliteit van de levensmiddelen in het vriesvak.
2.5. TEMPERATURE ALARM ALARM TEMPERATUUR
Het geluidssignaal klinkt en het temperatuursymbool (°C) knippert. Het alarm wordt geactiveerd als:
• Het apparaat op de netstroom wordt aangesloten nadat het een tijdlang niet gebruikt is
• De temperatuur in de vriezer te hoog is
• De hoeveelheid verse levensmiddelen die in de koelkast is gezet, groter is dan aangegeven op het typeplaatje
• De deur van de vriezer lang open heeft gestaan.
Druk om het alarmsignaal te stoppen éénmaal op de knop Alarm stoppen . Het alarmsymbool
wordt automatisch uitgeschakeld zodra de temperatuur in het vriesvak onder de -10 °C komt, hettemperatuurinstelsymbool (°C) stopt met knipperen en de gekozen instelling wordt weergegeven.
2.3. AAN/STANDBY
Deze functie dient om de vriesvakken Aan of in Stand-by te zetten. Om het product in Stand-by te zetten, houdt u
de knop Aan/Stand-by 3 seconden ingedrukt. Als het apparaat in Stand-by staat, werkt de binnenverlichting van het vriesvak niet. Bedenk wel dat het apparaat op deze manier niet van de elektrische voeding wordt afgekoppeld. Om het apparaat weer in te schakelen,
druktu op de knop Aan/Stand-by .
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
2.6. ALARM DEUR OPEN
Het alarmsymbool knippert en er klinkt een geluidsalarm. Het alarm wordt geactiveerd als de deur langer dan 2 minuten open blijft staan. Om het alarm uit te schakelen sluit u de deur of drukt u éénmaal op de knop Alarm stoppen om het geluidsalarm te stoppen.
5
2.7. PARTY MODE* FEESTMODUS*
Gebruik deze functie om dranken te koelen in het vriesvak. 30 minuten na selecteren (de benodigde tijd om een fles van 0,75 liter te koelen zonder dat het glas breekt) knippert het symbool en klinkt een geluidssignaal: haalde fles uit het vriesvak en druk op de knop Alarm stoppen om het alarm uit te schakelen.
Belangrijk: laat de fles niet langer in het vriesvak dan de tijd die nodig is voor het koelen.
2.8. SHOCK FREEZE*
Het “Shock Freeze”-vak is specifiek ontworpen om zeer snel maximaal 2 kg verse levensmiddelen in te vriezen. De ultrasnelle “Shock Freeze”-functie minimaliseert de vorming van ijskristallen binnen de levensmiddelen terwijl deze worden ingevroren, waardoor deze de best mogelijke kwaliteit hebben wanneer deze ontdooid worden voor consumptie. Wanneer de “Shock Freeze”­functie niet actief is, kan het vak op de normale wijze worden gebruikt voor gewoon invriezen of voor het bewaren van diepvriesproducten.
Opmerking: Wanneer de “Shock Freeze”-functie actief is, kunt u een zoemend geluid horen. Dit is volkomen normaal; het wordt veroorzaakt door de luchtstroom die een optimale verspreiding van de koude binnen het vak mogelijk maakt.
De “Shock Freeze”-functie in- en uitschakelen:
1. Zorg ervoor dat er minimaal 12 uur voorbij zijn gegaan sinds de laatste keer dat de “Shock Freeze”- functie werd ingeschakeld (als dit het geval is). Activeer de functie niet vaker dan eenmaal per 12 uur.
2. Zorg ervoor dat de “Fast Freeze”-functie niet actief is: De functies “Shock Freeze” en “Fast Freeze” kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld.
3. Maak het “Shock Freeze”-vak leeg.
4. Schakel de “Shock Freeze”-functie in door de knop
op het bedieningspaneel kort aan te raken: Het symbool gaat branden en de ventilatoren aan de onderkant van het vak gaan draaien, waardoor de koude luchtstroom versterkt wordt en het vriesproces versneld wordt.
5. Leg de in te vriezen levensmiddelen in het vak, een paar centimeter (min. 2 cm) van de ventilatoren op de bodem van het vak vandaan, zodat de koude lucht kan circuleren.
6. Om de maximale invriessnelheid te bereiken wordt aanbevolen de “Shock Freeze”-functie niet uit te schakelen tot deze automatisch gedeactiveerd wordt, en de deur gesloten te houden
7. De “Shock Freeze”-functie wordt na 4-5 uur automatisch uitgeschakeld: het symbool gaat uit en de ventilatoren worden uitgeschakeld. De “Shock Freeze”-functie kan niettemin op elk gewenst moment worden uitgeschakeld, door kort op de knop op het bedieningspaneel te drukken: het symbool gaat uit en de ventilatoren worden uitgeschakeld.
Let op:
• Incompatibiliteit met de “Fast Freeze”-functie
Om optimale prestaties te garanderen kunnen de functies “Shock Freeze” en “Fast Freeze” niet tegelijkertijd worden gebruikt. Als de “Fast Freeze”- functie al ingeschakeld is, moet deze eerst worden uitgeschakeld voordat u de “Shock Freeze”-functie kunt activeren (en andersom).
• Als de ventilatoren in het Shock Freeze-vak niet beginnen te draaien
Nadat de “Shock Freeze”-functie geactiveerd is, kan het voorkomen dat het symbool normaal gaat branden, maar dat de ventilatoren niet beginnen te draaien. Dit is normaal; het betekent dat de vriezer ontdooid wordt. Aan het eind van de ontdooifase (maximale duur: 1,5 uur) gaan de ventilatoren automatisch werken en begint het “Shock Freeze”-proces op de normale manier.
• Als het symbool niet gaat branden
Als nadat u op de knop hebt gedrukt het symbool gaat branden, dan hebt u de knop te lang ingedrukt gehouden. Om de “Shock Freeze”-functie in te schakelen moet u eerst de “Fast Freeze”-functie uitschakelen (deknop 3 seconden ingedrukt houden, vervolgens de knop kort aanraken, zonder deze langer dan 1seconde ingedrukt te houden).
2.9. FAST FREEZE*
De hoeveelheid verse levensmiddelen (in kg) die in 24uur kan worden ingevroren staat aangegeven op het typeplaatje.
Deze functie kan gebruikt worden om optimale prestaties te verkrijgen met het apparaat, 24 uur vooraleer voedsel in de vriezer te doen. Volg de instructies in de Snelstartgids om de functie in/uit te schakelen. In het algemeen is ongeveer 24 uur snelvriezen nadat het voedsel in de vriezer is gezet voldoende; De functie Fast Freeze wordt na 50 uur automatisch uitgeschakeld.
Let op:
Om energie te besparen kan de snelvriesfunctie na een paar uur worden uitgeschakeld wanneer u kleine hoeveelheden levensmiddelen invriest.
• Incompatibiliteit met de “Shock Freeze”-functie
Om optimale prestaties te garanderen kunnen de functies “Shock Freeze” en “Fast Freeze” niet tegelijkertijd worden gebruikt. Als de “Fast Freeze”- functie al ingeschakeld is, moet deze eerst worden uitgeschakeld voordat u de “Shock Freeze”-functie kunt activeren (en andersom).
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
6
2.10. FUNCTIE ECO NIGHT NACHTTARIEF *
Met de Eco Night-functie kan het apparaat het energieverbruik concentreren in de uren met het lagere tarief (meestal 's nachts), wanneer er meer elektriciteit beschikbaar is en deze minder kost dan overdag (alleen in landen met een tijdgebaseerd systeem met meerdere tarieven - vraag de energietarieven op bij uw plaatselijke energiebedrijf). Om de functie te activeren drukt u op de knop op het tijdstip waarop het lagere tarief ingaat (afhankelijk van het specifieke tarievenschema). Als het gereduceerde tarief bijvoorbeeld om 20:00 uur start, dan moet u op dat tijdstip op de knop drukken. Wanneer het symbool EcoNight AAN is, dan is de functie ingeschakeld. Als de functie geactiveerd is, dan past het apparaat het energieverbruik automatisch aan de geselecteerde tijd aan, d.w.z. het apparaat verbruikt dan overdag minder energie dan 's nachts.
BELANGRIJK: Voor een goede werking moet de functie dag en nacht ingeschakeld zijn. De functie blijft ingeschakeld tot deze uitgeschakeld wordt (of uitgeschakeld wordt bij een stroomuitval of als het apparaat wordt uitgezet). Om de functie uit te schakelen drukt u nogmaals op de knop . Wanneer het symbool EcoNight UIT is, dan is de functie uitgeschakeld.
Opmerking: Het energieverbruik van het apparaat in de verklaring verwijst naar de werking met de EcoNight­functie uitgeschakeld.
2.11. VRIESCONTROLE*
Vriescontrole is een geavanceerde technologie die temperatuurschommelingen in het gehele vriescompartiment tot een minimum beperkt, dankzij een innovatief luchtsysteem, volledig onafhankelijk van de koelkast. Vriesbrand wordt aanzienlijk verlaagd en het voedsel behoudt de oorspronkelijke kwaliteit en kleur. Voor het activeren van vriescontrole de functie in het menu kiezen, instellen op > ON < en de OK-toets indrukken om de selectie te bevestigen. Herhaal dezelfde procedure om deze functie te deactiveren door in te stellen op >OFF<. De functie werkt naar behoren in een vastgesteld temperatuurbereik: tussen -22°C tot -24°C. Wanneer de functie is ingeschakeld en de huidige temperatuur in de vriezer is ingesteld op een warmer instelpunt dan -22 °C wordt de temperatuur automatisch ingesteld op -22 °C, om overeen te stemmen met het werkbereik. Als de functie is ingeschakeld en de gebruiker de temperatuur van de vriezer buiten het werkbereik wijzigt wordt de functie automatisch uitgeschakeld. Wanneer Fast freezing is ingeschakeld wordt de functie “Vriescontrole” afgeremd totdat de Fast Freezing-functie is uitgeschakeld.
2.12. AUTOMATIC NO FROST
AUTOMATISCHONTDOOIEN
Dit product is ontworpen om automatisch te ontdooien volgens de gebruiksvoorwaarden en de omgevingsvochtigheid Vriezers met No Frost-functie beschikken over luchtrecirculatie rond de opslaggebieden, waardoor ijsvorming wordt voorkomen en ontdooien niet meer nodigis. Ingevroren levensmiddelen blijven niet aan de wanden kleven, de labels blijven leesbaar en de opslagruimte blijftnetjes. In combinatie met 6th Sense vriescontrole /Profreeze vriescontrole wordt niet alleen de sensor aangestuurd, maar wordt ook het koelvermogen naar de juiste plek gestuurd om de energiezuinigheid te optimaliseren.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
7
2.13. ICE MATE* IJSBLOKJES MAKEN
Verwijder de ijsblokjeslade door het naar u toe te trekken.
WAARSCHUWING: Vul het bakje met drinkwater (tot maximaal 2/3 van de inhoud vullen).
of
Plaats de Ice Mate terug in het vriesvak of plaats het ijsblokjesbakje terug in de Ice Mate. Kijk uit dat u geen water morst.
Wacht tot de ijsblokjes gevormd zijn (aanbevolen is ongeveer 4 uren te wachten).
OPMERKING: De Ice Mate is uitneembaar. Hij kan horizontaal overal in het vriesvak worden geplaatst, ofuit het apparaat worden verwijderd als u geen ijsblokjes nodig heeft.
IJSBLOKJES UIT DE IJSMAKER HALEN
Zorg ervoor dat de opvangbak op zijn plaats zit onder het ijsblokjesbakje. Schuif hem zo nodig op zijn plaats. Draai een van de hendels stevig naar rechts tot het bakje licht kantelt. De ijsblokjes vallen in de opvangbak.
Herhaal stap 2 voor de andere helft van het bakje, indien nodig. Om ijsblokjes te krijgen tilt u de opvangbak een beetje op en trekt u hem naar u toe.
OPMERKING: als u wilt kunt u de gehele Ice Mate uit het apparaat verwijderen om de ijsblokjes er op een handige plaats uit te halen (bijvoorbeeld: direct aan tafel).
of
2.14. SYSTEEM MET LEDVERLICHTING*
Het verlichtingssysteem binnenin het vriesvak maakt gebruik van LED-lampjes; dit zorgt niet alleen voor een betere verlichting maar ook voor een zeer laag energieverbruik. Als het systeem met ledverlichting niet werkt, contact opnemen met de Consumentenservice om het te laten vervangen.
3. GEBRUIK
3.1. DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER VERGROTEN
U kunt de bewaarcapaciteit van de vriezer vergroten door:
• de korven / kleppen* verwijderen zodat u grote producten kunt bewaren.
• de voedselproducten rechtstreeks op de schappen van de vriezer leggen.
• de Ice Mate* verwijderen.
• het flessenrek* verwijderen.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
3.2. OPMERKING
• Blokkeer de luchtuitlaat (op de achterwand van het apparaat) niet met levensmiddelen.
• Als de vriezer wordt geleverd met een klep dan kan het opslagvolume worden gemaximaliseerd door de klep te verwijderen.
• Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
• De binnentemperatuur van het apparaat kan beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van het apparaat. Bij het instellen van de temperatuur moet rekening gehouden worden met deze factoren.
• Tenzij anders gespecificeerd zijn de accessoires van het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
8
4. TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan van ingevroren levensmiddelen, het maken van ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen in het vriesvak. De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op het typeplaatje (…kg/24h). Indien u een kleine hoeveelheid levensmiddelen in de vriezer opslaat, wordt aanbevolen het koudste gedeelte van het vriesvak te gebruiken, namelijk het bovenste of het middelste gedeelte, afhankelijk van het model (ziehet productblad om na te gaan welk gedeelte wordt voorgesteld voor het invriezen van verse levensmiddelen).
4.1. OPSLAGTIJD VAN BEVROREN LEVENSMIDDELEN
In de tabel wordt de aanbevolen opslagtijd voor diepgevroren verse levensmiddelen aangegeven.
LEVENSMIDDELEN OPSLAGTIJD
(maanden)
Vlees
Rundvlees 8 - 12 Varkensvlees, kalfsvlees 6 - 9 Lamsvlees 6 - 8 Konijnenvlees 4 - 6 Gehakt/orgaanvlees 2 - 3 Saucijzen 1 - 2
Gevogelte
Kip 5 - 7 Kalkoen 6 Eetbare organen gevogelte 2 - 3
Vis
Vette vis (zalm, haring, makreel) 2 - 3 Magere vis (kabeljauw, tong) 3 - 4
Stoofvlees
Vlees, gevogelte 2 - 3
Zuivelproducten
Boter 6 Kaas 3 Room 1 - 2 IJs 2 - 3 Eieren 8
Soep en sauzen
Soep 2 - 3 Jus 2 - 3 Pastei 1 Ratatouille 8
Gebak en brood
Brood 1 - 2 Taart (normaal) 4 Gateaux (gebak) 2 - 3 Crêpes 1 - 2 Ongebakken gebak 2 - 3 Quiche 1 - 2 Pizza 1 - 2
Kreeftachtigen
Weekdieren, kreeft 1 - 2 Krab, kreeft 1 - 2
Schaaldieren Oesters, zonder schaal 1 - 2
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen. Controleer in de BEKNOPTE HANDLEIDING of deze functie beschikbaar is voor uw model.
9
GROENTE EN FRUIT
LEVENSMIDDELEN OPSLAGTIJD
Fruit
Appels 12 Abrikozen 8 Bramen 8 - 12 Zwarte/rode bessen 8 - 12 Kersen 10 Perziken 10 Peren 8 - 12 Pruimen 10 Frambozen 8 - 12 Aardbeien 10 Rabarber 10 Vruchtensap (sinaasappelsap,
citroensap, grapefruitsap)
Groenten 8 - 10 Asperges 6 - 8 Basilicum 12 Bonen 8 - 10 Artisjokken 8 - 10 Broccoli 8 - 10 Spruiten 8 - 10 Bloemkool 10 - 12 Wortelen 6 - 8 Selderij 8 Paddenstoelen (champignons) 6 - 8 Peterselie 10 - 12 Pepers 12 Erwten 12 Pronkbonen 12 Spinazie 8 - 10 Tomaten 8 - 10 Courgette
Er wordt aanbevolen om al uw ingevroren levensmiddelen van een label en datum te voorzien. Door een label aan te brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet worden voordat de kwaliteit ervan afneemt. Vriesontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
(maanden)
4 - 6
4.2. TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN OPSLAAN VAN
VERSE LEVENSMIDDELEN
Alvorens verse levensmiddelen in te vriezen
dient u het te wikkelen en verzegelen in: aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en waterdichte plastic zakken, polytheen containers met deksel of diepvriezercontainers die geschikt zijn voor het invriezen van verse levensmiddelen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, dekleur en de smaak te behouden.
Enkele vleessoorten (vooral wild) moet worden opgehangen voordat dit wordt ingevroren.
Opmerking:
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u
ze in de vriezer legt.
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Flessen met vloeistof mogen niet worden ingevroren.
4.3. VRIESELEMENTEN GEBRUIKEN*
Vrieselementen helpen om de levensmiddelen bevroren te houden bij een stroomstoring. Plaats voor het beste gebruik de elementen op de levensmiddelen die aan de bovenzijde van het vak zijn opgeslagen.
4.4. DIEPGEVROREN LEVENSMIDDELEN: WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten:
Zorg dat de verpakking niet beschadigd is (diepgevroren levensmiddelen in beschadigde verpakkingen kan een verminderde kwaliteit hebben). Indien de verpakking bol staat of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij optimale omstandigheden bewaard en het ontdooien is mogelijk al begonnen.
• Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan het einde van uw trip en vervoer het in een thermisch geïsoleerde koeltas.
• Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk in de vriezer leggen.
• Zelfs indien de levensmiddelen slechts gedeeltelijk ontdooid zijn, mag u deze niet opnieuw invriezen. Binnen 24 uur opeten.
• Temperatuurschommelingen voorkomen of tot een minimum beperken. De uiterste houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden gerespecteerd.
• Houd steeds rekening met de opslaginformatie op deverpakking.
10
5. FUNCTIONELE GELUIDEN
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal, omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor het regelen van prestaties aanwezig zijn die automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Een aantal functionele geluiden kunnen worden verminderd door middel van
• Installeer het apparaat horizontaal en op een vlakke ondergrond
• Scheiden en vermijden van contact tussen het apparaat en meubilair.
• Controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst.
• Controleren of de flessen en verpakkingen niet tegen elkaar komen.
Een aantal functionele geluiden die u zou kunnen horen:
Een sisgeluid bij het voor de eerste keer of na een lange pauze inschakelen van het apparaat.
Een zoemgeluid wanneer de waterklep of de ventilator begint te werken.
Een borrelgeluid wanneer koelmiddel de leidingen instroomt.
Een kraakgeluid wanneer de compressor wordt gestart, ijsblokjes in het ijsvak vallen of een plotseling klikgeluid wanneer de compressor wordt in- en uitgeschakeld.
BRRR geluid van de compressor die loopt..
De KLIK is van de thermostaat die afstelt hoe vaak de compressor draait..
11
6. AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET
WORDTGEBRUIKT
6.1. AFWEZIGHEID/VAKANTIE
Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen levensmiddelen te consumeren en het apparaat te ontkoppelen om energie te besparen.
6.2. VERHUIZEN
1. Haal alle uitneembare elementen uit het apparaat.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het steunvlak niet raken.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht en plak ook de voedingskabel met plakband aan het apparaat vast.
6.3. STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt dient u zich tot het plaatselijke elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe lang de stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol vriesvak langer koud blijft dan een halfvol vak.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint. Reinig het apparaat regelmatig met een doek en een oplossing van lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel, speciaal voor de binnenkant van koelkasten. Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht ontvlambare vloeistoffen. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. Reinig regelmatig de buitenkant van het apparaat en de deurafdichting met een vochtige doek en droog het met een zachte doek.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen zichtbaar zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw worden ingevroren, ook al zullen de smaak en het aroma waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
1. Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
1. Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak en zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type vriezer niet voorhanden is en als er geen pakken kunstijs beschikbaar zijn, probeer dan de levensmiddelen die het snelst bederven te consumeren.
2. Maak de ijsbak leeg.
Gebruik geen stoomreinigers. De condensor aan de achterkant van het apparaat moet regelmatig met behulp van een stofzuiger worden schoongemaakt.
Belangrijk:
• De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
• De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak ze regelmatig schoon met een stofzuiger.
• Verplaats het voorste deel van de glasplaat om de aanslag voorbij te gaan en de glasplaat te verwijderen of te plaatsen.
12
8. HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING
8.1. VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET DE CONSUMENTENSERVICE
De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor gereedschap nodig is.
PROBLEEM OPLOSSING
Het apparaat werkt niet: • Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een
Water in de ontdooibak: • Dit is normaal bij heet, vochtig weer. De bak kan zelfs tot halverwege
De randen van het apparaat die in contact met de deurafdichting komen zijn warm bij aanraking:
Het lampje werkt niet: • Zijn de beveiligingen en de stoppen van de elektrische installatie
De motor lijkt te lang in werking teblijven:
De temperatuur van het apparaat is tehoog:
De deuren gaan niet goed open endicht:
stopcontact met de juiste spanning, en staat hier spanning op?
• Zijn de beveiligingen en de stoppen van de elektrische installatie gecontroleerd?
gevuld raken . Zorg ervoor dat het apparaat op niveau is, zodat het water niet kan overlopen.
Dit is normaal bij een warm klimaat en als de compressor in werking is.
gecontroleerd?
• Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste spanning, en staat hier spanning op?
• Mochten de Leds gebroken zijn moet de gebruiker de Servicedienst bellen om ze voor hetzelfde type om te wisselen, dat alleen te verkrijgen is bij onze Servicecentra of bij erkende dealers.
• De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af: het aantal keren dat de deur wordt geopend, de hoeveelheid levensmiddelen die in de koelkast wordt bewaard, de kamertemperatuur en de instelling van de thermostaten.
• Is de condensor (achterzijde van het apparaat) stof- en pluisvrij?
• Zijn de deuren goed gesloten?
• Sluiten de deurafdichtingen perfect af?
• Op warme dagen of als het in de kamer warm is draait de motor natuurlijk langer.
• Als de deur van het apparaat een tijdje open is geweest of als er grote hoeveelheden voedsel zijn opgeslagen zal de motor langer lopen, om de binnenkant van het apparaat af te laten koelen..
• Zijn de bedieningen van het apparaat wel goed ingesteld?
• Is er zojuist een grote hoeveelheid verse levensmiddelen in het apparaat geplaatst?
• Controleer of de deur niet te vaak geopend is.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Controleer of de voedselpakketten niet de deur blokkeren.
• Controleer of de interne onderdelen of de automatische ijsmaker niet uit positie zijn.
• Controleer of de deurafdichtingen niet vuil of kleverig zijn.
• Controleer of het apparaat op niveau is.
13
8.2. STORINGEN
In het geval van bedieningsalarmen worden deze tevens weergegeven in de cijfer-LED's (bijvoorbeeld Failure1, Failure2 enz.). Neem contact op met de Consumentenservice en noem de alarmcode. Het geluidsalarm klinkt,
hetalarmsymbool gaat branden en de letter F op de letterdisplay knippert volgens de hieronder beschreven storingscode:
Storingscode Weergave
Error 2
Error 3
Error 6
Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden.
Knipperttweemaal AAN en blijft vervolgens 5 seconden uit.
Het patroon wordt herhaald.
Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden.
Knippert driemaal AAN en blijft vervolgens 5 seconden uit.
Het patroon wordt herhaald.
Letter F knippert aan/uit per 0,5 seconden.
Knippert driemaal AAN en blijft vervolgens 5 seconden uit.
Het patroon wordt herhaald.
x2
x3
x6
9. CONSUMENTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice:
Schakel het apparaat opnieuw in en controleer of het probleem is opgelost. Indien niet, koppelt u het apparaat los van de stroomtoevoer en wacht ongeveer een uur voordat u het opnieuw inschakelt. Als uw apparaat, nadat u de controles onder het kopje Opsporen van storingen hebt uitgevoerd en nadat u het apparaat opnieuw hebt ingeschakeld nog steeds niet goed werkt, neem dan contact op met de consumentenservice en leg het probleem uit.
Vermeld het volgende:
• het model en het serienummer van het apparaat (vermeld op het typeplaatje),
• de aard van de storing,
• het servicenummer (het nummer na het woord SERVICE op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat),
• uw volledige adres;
• uw telefoonnummer en zonecode.
Opmerking:
De richting waarin de deur opengaat, kan worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door Consumentenservice valt dit niet onder de garantie.
14
INDEX
Chapitre 1 :INSTALLATION DU FOUR ..............................................................................16
1.1. INSTALLATION D'UN SEUL APPAREIL ...................................................................................................... 16
1.2. INSTALLATION DE DEUX APPAREILS ....................................................................................................... 16
1.3. CHARNIÈRES AJUSTABLES (SELON LE MODÈLE) ................................................................................. 16
Chapitre 2 :FONCTIONS ....................................................................................................17
2.1. ÉCRAN INTELLIGENT* ................................................................................................................................ 17
2.2. COMMANDE DE CONGÉLATION 6TH SENSE / COMMANDE DE CONGÉLATION PROFREEZE .......... 17
2.3. MARCHE/VEILLE ......................................................................................................................................... 17
2.4. ALARME DE COUPURE DE COURANT ...................................................................................................... 17
2.5. ALARME DE TEMPÉRATURE ...................................................................................................................... 17
2.6. ALARME DE PORTE OUVERTE .................................................................................................................. 17
2.7. MODE SOIRÉE* ............................................................................................................................................ 18
2.8. CONGÉLATION TRÈS RAPIDE* .................................................................................................................. 18
2.9. CONGÉLATION RAPIDE* ............................................................................................................................ 18
2.10. FONCTION ÉCO NUIT (TARIF NUIT)* ....................................................................................................... 19
2.11. COMMANDE DE CONGÉLATION* ............................................................................................................ 19
2.12. FONCTION SANS GIVRE AUTOMATIQUE ................................................................................................ 19
2.13. FABRIQUE A GLAÇONS* .......................................................................................................................... 20
2.14. SYSTÈME D’ÉCLAIRAGE À LED* ............................................................................................................. 20
Chapitre 3:UTILISATION ...................................................................................................20
3.1. COMMENT AUGMENTER LA CAPACITÉ DE STOCKAGE DU CONGÉLATEUR ...................................... 20
3.2. REMARQUES ............................................................................................................................................... 20
Chapitre 4 :CONSEILS POUR LA CONSERVATION DES ALIMENTS .............................21
4.1. DURÉE DE STOCKAGE DES ALIMENTS SURGELÉS ............................................................................... 21
4.2. CONSEILS POUR LA CONGÉLATION ET LA CONSERVATION D'ALIMENTS FRAIS ............................. 22
4.3. UTILISATION DES POCHES DE GLACE* ................................................................................................... 22
4.4. PRODUITS SURGELÉS : CONSEILS D'ACHAT .......................................................................................... 22
Chapitre 5 :SONS FONCTIONNELS .................................................................................23
Chapitre 6 :RECOMMANDATION EN CAS DE NON-UTILISATION DE L'APPAREIL .....24
6.1. ABSENCE/VACANCES ................................................................................................................................ 24
6.2. DÉMÉNAGEMENT ........................................................................................................................................ 24
6.3. COUPURE DE COURANT ............................................................................................................................ 24
Chapitre 7 :NETTOYAGE ET ENTRETIEN ........................................................................24
Chapitre 8 :GUIDE DE DÉPANNAGE ................................................................................25
8.1. AVANT DE CONTACTER LE SERVICE APRÈS-VENTE... ........................................................................... 25
8.2. ANOMALIES ................................................................................................................................................. 26
Chapitre 9 :SERVICE APRÈS-VENTE ...............................................................................26
Autres:
INVERSEMENT DU SENS D'OUVERTURE DE LA PORTE VERSION_1 ........................................................................51
INVERSEMENT DU SENS D'OUVERTURE DE LA PORTE VERSION_2 ........................................................................53
RETRAIT/INTRODUCTION DE L'INTÉRIEUR DU CONGÉLATEUR .................................................................................55
REMARQUE: Ces instructions s'appliquent à plusieurs modèles. Elles peuvent par conséquent différer. Les sections ne concernant que certains modèles sont indiquées par un astérisque (*). Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour connaître les fonctions propres au modèle de l'appareil que vous venez d'acquérir.
15
1. INSTALLATION DU FOUR
1.1. INSTALLATION D'UN SEUL APPAREIL
50mm
Afin de garantir une aération adéquate, laissez un espace des deux côtés et au-dessus de l'appareil.
La distance entre l'arrière de l'appareil et le mur derrière l'appareil doit être d'au moins 50mm.
Une réduction de l'espace recommandé entraîne une augmentation de la consommation d'énergie.
1.2. INSTALLATION DE DEUX APPAREILS
Durant l'installation du congélateur 1et du réfrigérateur
2
, assurez-vous que le congélateur est placé à gauche
et le réfrigérateur à droite (comme illustré sur l'image). Sur le côté gauche du réfrigérateur se trouve un dispositif spécial permettant d'éviter les problèmes de condensation entre les appareils.
Nous vous recommandons d'installer les deux appareils ensemble à l'aide de la trousse d'attaches 3 (comme illustré sur l'image). Vous pouvez acquérir ce kit auprès du Service Après-vente.
50mm
1.3. CHARNIÈRES AJUSTABLES SELON LE MODÈLE
Pour niveler les portes à l'aide d'une charnière inférieure ajustable (selon le modèle)
Si la porte du réfrigérateur est plus basse que la porte du congélateur, soulevez la porte du réfrigérateur en tournant la vis ajustable dans le sens antihoraire en
max
5 mm
utilisant une clé M10.
Si la porte du congélateur est plus basse que la porte du réfrigérateur, soulevez la porte du congélateur en tournant la vis ajustable dans le sens antihoraire en utilisant une clé M10.
*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.
16
2. FONCTIONS
2.1. ÉCRAN INTELLIGENT*
Cette fonction peut être utilisée pour réaliser des économies d'énergie. Suivez les instructions du Guide de démarrage pour activer/désactiver cette fonction. L'affichage s'éteint deux secondes après l'activation de la fonction Écran intelligent. Pour régler la température ou utiliser d'autres fonctions, il est nécessaire d'activer l'affichage en appuyant sur une touche quelconque. Si aucune opération n'est exécutée pendant environ 15secondes, l'affichage est à nouveau désactivé. Dèsque cette fonction est désactivée, l'affichage normal est rétabli. La fonction Écran intelligent est automatiquement désactivée après une panne de courant. N'oubliez pas que cette fonction ne coupe pas l'alimentation électrique au niveau de l'appareil, mais réduit uniquement l'énergie consommée par l'affichage externe.
Remarque: la consommation d'énergie déclarée fait référence au fonctionnement de l'appareil lorsque la fonction Écran intelligent est activée. Cette fonction est disponible uniquement sur le modèle dont la porte est dotée d'une interface utilisateur.
2.2. COMMANDE DE CONGÉLATION 6TH SENSE /
COMMANDE DE CONGÉLATION PROFREEZE
La fonction Commande de congélation 6th Sense/ Commande de congélation ProFreeze permet de maintenir la bonne température dans les situations suivantes:
- Porte ouverte pendant un certain temps
Cette fonction s'active lorsque l'ouverture de la porte provoque une augmentation de la température ne permettant pas d'assurer la bonne conservation des aliments; elle reste activée jusqu'à ce que la température optimale de conservation soit rétablie.
- Aliments frais stockés dans le congélateur
Cette fonction s'active lorsque vous placez des aliments frais dans le congélateur. Elle reste active jusqu'à ce que les conditions optimales de congélation soient rétablies de façon à assurer la meilleure qualité de congélation possible tout en réduisant la consommation électrique.
Remarque: La durée d'activation de la fonction Commande de congélation 6th Sense/ Commande de congélation ProFreeze ne dépend pas seulement de la quantité d'aliments placée dans le congélateur, mais également de la température ambiante et de la quantité d'aliments déjà présents dans le congélateur. Il est donc normal que la durée d'activation de cette fonction varie.
2.3. MARCHE/VEILLE
Cette fonction permet de mettre les compartiments du congélateur en mode Marche/Veille. Pour mettre l'appareil en mode Veille, appuyez sur la touche Marche/
Veille pendant 3 secondes. Lorsque l'appareil est en mode veille, l'éclairage intérieur du compartiment congélateur ne fonctionne pas. Il est bon de rappeler que cette opération ne coupe pas l'alimentation électrique au niveau de l'appareil. Pour remettre l'appareil en marche,
ilvous suffit d'appuyer sur la touche Marche/Veille .
*Disponible sur certains modèles uniquement. Consultez le GUIDE DE DÉMARRAGE pour savoir si votre modèle est doté de cette fonction.
2.4. ALARME DE COUPURE DE COURANT
En cas de coupure de courant, votre appareil contrôle automatiquement la température dans le congélateur jusqu'à ce que le courant soit rétabli. Si la température à l'intérieur du congélateur passe au dessus de la température de congélation, le voyant Coupure de
courant s'illumine, le voyant d'alarme clignote et l'alarme sonore se déclenche lorsque le courant estrétabli. Pour réinitialiser l'alarme, appuyez sur la touche Arrêt d'alarme une seule fois. Dans le cas d'une alarme de coupure de courant, nous vous recommandons de prendre les mesures suivantes:
• Si les aliments dans le congélateur sont décongelés mais encore froids, consommez-les dans un délai de 24heures.
• Si les aliments dans le congélateur sont congelés, ceci indique que les aliments ont décongelé puis ont congelé de nouveau au rétablissement de l'alimentation électrique. Leur saveur, qualité, etnutritive sont réduites et ils peuvent même s'avérer dangereux pour la santé. Par conséquent, il est conseillé de jeter tout le contenu du congélateur. L'alarme de coupure de courant donne une indication sur la qualité des aliments dans le congélateur dans le cas d'une coupure d'électricité. Ce système ne garantit ni la qualité ni la sécurité des aliments, etles consommateurs doivent juger d'eux-mêmes de la qualité des denrées dans le compartiment congélateur.
2.5. ALARME DE TEMPÉRATURE
L'alarme sonore se déclenche et le voyant de température (°C) clignote. L'alarme se déclenche dans les cas suivants:
• L'appareil est connecté de nouveau à l'alimentation électrique après une période prolongée de mise au rancart
• La température du compartiment congélateur est trop élevée
• La quantité d'aliments frais placée dans le congélateur est supérieure à celle spécifiée sur la plaque signalétique
• La porte du compartiment congélateur est restée ouverte trop longtemps.
Pour désactiver l'alarme sonore, appuyez une seule fois sur la touche Arrêt d'alarme . Le voyant Alarme  s'éteint automatiquement dès que le compartiment congélateur atteint une température inférieure à -10°C et que le voyant de réglage de la température cesse de clignoter et affiche le réglage sélectionné.
2.6. ALARME DE PORTE OUVERTE
L'icône Alarme clignote et le signal sonore se déclenche. L'alarme se déclenche si la porte reste ouverte pendant plus de 2minutes. Pour désactiver l'alarme de la porte, fermez la porte ou appuyez une fois sur la touche Arrêt d'alarme pour éteindre l'alarme sonore.
17
Loading...
+ 39 hidden pages