Batavus ION Technology User Manual [nl]

Batavus ION®
handleiding
Batavus B.V., april 2012 27.132.106
1 Gebruikersinstructies.................................................................. 5
NEDERLANDS
2 Vierkant display.........................................................................14
1.1 Onderdelen .................................................................... 5
1.2 Batterijpakket opladen.................................................... 8
1.3 Instructies voor batterijpakket onder bagagedrager.......11
2.1 Losmaken en vastzetten ...............................................14
2.2 Afstellen ........................................................................14
2.3 Knoppen en indicaties ...................................................15
2.4 Display inschakelen ......................................................15
2.5 Ondersteuning instellen.................................................16
2.6 De vullingsgraad ...........................................................16
2.7 Menu overzicht..............................................................17
2.8 Toelichting Menu-instellingen ........................................18
2.9 Weergave opties ...........................................................21
2.10 Gebruik van andere displays .......................................25
3 Compact display........................................................................26
3.1 Vastzetten en losmaken ................................................26
3.2 Knoppen en indicaties ...................................................26
3.3 Instellingen....................................................................27
3.4 Fiets kalibreren .............................................................31
3.5 Startonderbreker ...........................................................32
4 Actieradius indicatie tabel..........................................................33
5 Gashendel (optioneel) ...............................................................35
5.1 Gashendel ....................................................................35
2
5.2 Boostfunctie (gebruik tijdens het fietsen)......................35
5.3 Parkeerhulp (vooruit én achteruit) .................................36
6 Technische gegevens ...............................................................37
NEDERLANDS
6.1 Gewicht en prestaties....................................................37
6.2 Temperatuursgrenzen batterijcellen ..............................37
6.3 Lader gegevens ............................................................37
7 Diagnosemeldingen ..................................................................38
8 Garantiebepalingen en wettelijke eisen .....................................40
3
1 Gebruikersinstructies
1.1 Onderdelen
NEDERLANDS
1.1.1 Vierkant display / compact display
A Bedieningsunit B Displayhouder C Display
4
1.1.2 Lader voor batterijpakket in frame
NEDERLANDS
A Oplaadpunt C Lader B Stekker D Indicatielampje
5
1.1.3 Lader voor batterijpakket onder bagagedrager
NEDERLANDS
A Batterijpakket F Slot B Weergave vullingsgraad G Sleutel C Oplaadpunt H Stekker D Docking station I Lader E Contactpunt docking station J Indicatielampje
6
1.2 Batterijpakket opladen
Iedere batterij loopt na verloop van tijd leeg. Dit proces heet ‘zelfontlading’. Wordt de batterij teveel ontladen dan treedt diepteontlading op. Een diepteontlading kan permanente schade aan het batterijpakket veroorzaken. Om dit voorkomen is het noodzakelijk dat u deze laadinstructie nauwkeurig volgt.
De garantie vervalt als diepteontlading geconstateerd wordt.
1.2.1 Opladen
Sluit de lader aan op het batterijpakket als deze niet gebruikt wordt. Het systeem zorgt er dan voor dat er automatisch (bij)geladen wordt, wanneer dat noodzakelijk is.
Is het niet mogelijk om het batterijpakket aan de lader te laten, dan mag u de lader ook verwijderen na een afgeronde lading. Daarbij is het wel belangrijk dat u minimaal eens per twee maanden de lader aansluit om het batterijpakket bij te laden om te voorkomen dat diepteontlading optreedt.
NEDERLANDS
Sluit de lader aan op de fiets als deze niet wordt gebruikt. Dit verhoogt de levensduur van het batterijpakket.
1.2.2 Opladen in frame
1. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de lader (A).
2. Sluit de lader (A) aan op de netspanning. Het groene indicatielampje (B) gaat branden.
3. Sluit de stekker (C) van de lader aan op het contactpunt (D).
4. Verwijder de lader voordat u gaat fietsen.
7
1.2.3 Opladen onder bagagedrager
1. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de lader (A).
NEDERLANDS
netspanning. Het groene indicatielampje (B) gaat branden.
3. Sluit de stekker (C) van de lader aan op het contactpunt (D).
4. Verwijder de lader voordat u gaat fietsen.
Het batterijpakket kan zowel in de fiets
als daarbuiten opgeladen worden.
Druk op de knop (E) om de
vullingsgraad (F) van het batterijpakket te controleren als deze niet is
2. Sluit de lader (A) aan op de
ingeschakeld.
1.2.4 Onregelmatig gebruik of langdurige stalling
Als de E-bike langer dan twee maanden niet gebruikt wordt en het niet mogelijk is om tussentijds bij te laden, moet u eerst het batterijpakket volledig opladen. Na de afgeronde lading kunt u de zekering verwijderen. Als de zekering verwijderd is mag het batterijpakket maximaal zes maanden gestald worden zonder tussentijds opladen.Om de zekering te verwijderen adviseren wij u contact op te nemen met uw gecertificeerde E­bike dealer.
8
Het volledig opladen van het batterijpakket duurt 2 tot 3 uur.
De laadkosten per jaar op basis van 2500 km/jaar (48 km/week)
zijn maximaal 12,- inclusief maximaal 6,- voor de stand-by tijd (fiets altijd aan de lader).
Eén volledige lading op basis van een 10 Ah batterij kost 0,09.
Lees de onderstaande waarschuwingen goed door. Uw fabrikant is niet verantwoordelijk voor ongelukken of storingen veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van (delen van) de E-bike.
Laad het batterijpakket altijd op met de bij de fiets geleverde lader. Gebruik geen andere lader.
Een batterijpakket dat leeg is en niet wordt opgeladen, kan binnen twee weken een diepteontlading krijgen en hierdoor defect raken. De garantie vervalt in dat geval.
Sluit de lader niet aan op de netspanning als de lader niet gebruikt wordt.
Ontkoppel de lader van de batterij voordat u gaat fietsen.
De lader mag niet nat worden.
Beschadig de lader niet.
Laad het batterijpakket niet op in de volle zon.
Laat het batterijpakket niet vallen, dit kan schade veroorzaken
aan de batterij.
Zorg ervoor dat het batterijpakket binnen de onderstaande temperatuurgrenzen blijven. Dit verlengt de levensduur en verhoogt de prestatie van het batterijpakket. Bovendien werkt het laden of de trapbekrachtiging buiten de temperatuurgrenzen niet.
NEDERLANDS
Status Minimum [°C] Maximum [°C]
Tijdens opladen -10 +45 Tijdens gebruik -15 +55 Opslag (minstens 80% vullingsgraad)
9
-10
+35
1.3 Instructies voor batterijpakket onder bagagedrager
1.3.1 Batterijpakket plaatsen
NEDERLANDS
1. Verwijder de sleutel uit het slot.
2. Duw het batterijpakket (A) voorzichtig
onder de bagagedrager langs de geleiding totdat het slot klikt (B).
3. Controleer of het batterijpakket (A)
goed geplaatst is. Een goed geplaatst batterijpakket kan niet meer zonder sleutel worden uitgenomen.
10
1.3.2 Batterijpakket uitnemen
1. Steek de sleutel (A) in het slot (B) (Deze sleutel is gelijk aan de sleutel van het fietsslot).
NEDERLANDS
2. Zorg ervoor dat het klepje (C) van de laadplug dicht zit.
3. Neem het batterijpakket (A) uit de bagagedrager met behulp van de hendel (B) aan de onderkant van het batterijpakket.
Neem het batterijpakket altijd uit met twee handen om het vallen van het batterijpakket te voorkomen.
Neem het batterijpakket uit de bagagedrager wanneer u de fiets met de auto vervoert.
1.3.3 Beveiliging
Het batterijpakket is uitsluitend te gebruiken op de fiets(en) waarop deze is geïnstalleerd. Een code in de software zorgt ervoor dat deze op een andere fiets onbruikbaar is, dat wil zeggen geen trapbekrachtiging levert (diefstalbeveiliging). U kunt in veel gevallen wel een tweede batterijpakket voor uw E-bike aanschaffen. Neem hiervoor contact op met uw dealer.
11
1.3.4 Trapbekrachtiging
U schakelt het systeem in door op de verlichtingsknop of het pijltje naar boven te drukken. Wanneer de E-bike niet in gebruik is, zal de trapbekrachtiging en verlichting na vijf minuten automatisch uitgeschakeld
NEDERLANDS
worden. Vijf minuten later zal het display automatisch in de slaapmodus raken en geen weergave meer vertonen.
Om het display uit de slaapmodus te krijgen dient op de verlichtingsknop of het pijltje naar boven te worden gedrukt. Het display raakt ook uit de slaapmodus indien de fiets in beweging komt.
1.3.5 Diagnosemelding
Als alle LED's knipperen, controleer dan eerst of het batterijpakket (A) goed is aangesloten op de docking station (B).
Als de LED’s blijven knipperen, neem dan contact op met uw dealer.
1.3.6 Verlichting
De verlichting (zowel voor als achter) wordt gevoed door het batterijpakket en werkt dus uitsluitend wanneer het batterijpakket in de E-bike geplaatst is. Bij een leeg batterijpakket werkt de motor als een dynamo. Het achterlicht is bevestigd op het batterijpakket.
Bij eventuele vervanging van het achterlicht adviseren we u contact op te nemen met uw gecertificeerde E-bike dealer.
12
2 Vierkant display
2.1 Losmaken en vastzetten
NEDERLANDS
Losmaken: Druk de knop (A) aan de onderzijde in en verwijder het display (B) van de displayhouder (C).
Vastzetten: Plaats het display (B) schuin op de displayhouder (C) en klik het vast in de vergrendeling.
2.2 Afstellen
Maak de hendels (A) los en verdraai de displayhouder.
Verwijder het display bij het stallen en transporteren van de fiets.
13
2.3 Knoppen en indicaties
2.3.1 Display
A Huidige snelheid
NEDERLANDS
B Trapbekrachtigingsniveau C Vullingsgraad batterijpakket D Verlichting indicatie E Variabele indicatie F Omschrijving variabele indicatie G Temperatuur / Tijd H I Weergave Rit 1 / Rit 2
Gemiddelde snelheid indicatie
2.3.2 Bedieningsunit
H Verlichtingsknop I Knop omhoog - variabele toepassing J Set - variabele toepassing K Knop omlaag - variabele toepassing L Mode knop - variabele toepassing
2.4 Display inschakelen
Indien op de verlichtingsknop of het pijltje naar boven wordt gedrukt verschijnt de uitlezing.
14
2.5 Ondersteuning instellen
Druk op de knop omhoog (I) of omlaag (K) om de ondersteuning (B) in te stellen. U heeft de keuze uit drie standen:
NEDERLANDS
1 ECO 2 NORMAL 3 POWER
2.6 De vullingsgraad
De vullingsgraad (C) geeft de procentuele vulling van het batterijpakket aan. Dit wordt weergegeven bij iedere weergave-instelling.
15
2.7 Menu overzicht
NEDERLANDS
16
2.8 Toelichting Menu-instellingen
2.8.1 Verlichting
Onder Verlichting kunt u instellen of u de verlichting automatisch wil laten inschakelen dit handmatig wilt doen.
Kiest u voor Automatisch, dan schakelt de fietsverlichting automatisch aan en uit. Een lichtsensor meet voortdurend de hoeveelheid licht en schakelt aan de hand daarvan de verlichting aan en uit.
Kiest u voor Handmatig, dan schakelt de fietsverlichting uitsluitend aan en uit wanneer u de verlichtingsknop op de bedieningsunit gebruikt.
2.8.2 Pieptonen
Onder Pieptonen kunt u instellen of en in welke gevallen u pieptonen wilt horen.
Kiest u voor Aan, dan geeft het display bij een melding op het display vijf lange pieptonen. Daarnaast hoort u een korte pieptoon bij het indrukken van de knoppen van de bedieningsunit.
NEDERLANDS
Kiest u voor Bij melding, dan geeft het display bij een melding vijf lange pieptonen. Uw display geeft bij deze instelling geen pieptonen bij indrukken van de knoppen van de bedieningsunit.
Kiest u voor Uit, dan geeft het display geen pieptonen bij het bedienen van de bedieningsunit en ook niet bij meldingen.
2.8.3 Kalibreren
Als de trapbekrachtiging na verloop van tijd afneemt, kan het nodig zijn de elektronica te kalibreren.
1. Ga naast de fiets staan. Oefen geen kracht uit op de pedalen.
2. Schakel de verlichting (H) uit.
3. Houdt minimaal twee seconden de verlichtingsknop vast totdat gemeld wordt dat de kalibratie is uitgevoerd.
17
2.8.4 Extra informatie
Met deze optie kunt u aangeven of u de extra informatie in het display wilt zien. De gekozen optie wordt standaard links onderin beeld getoond.
NEDERLANDS
linksonder in beeld weergegeven.
Temperatuur komt dan onder de weergave opties te staan (zie § 2.9).
Kiest u voor Temperatuur, dan wordt de temperatuur standaard linksonder in beeld weergegeven. Tijd komt dan onder de weergave opties te staan (zie § 2.9).
Kiest u voor Tijd, dan wordt de tijd standaard
Kiest u voor Uit, dan blijft de ruimte onder in beeld leeg. Zowel Tijd als Temperatuur komen dan onder de weergave opties te staan (zie § 2.9).
18
2.8.5 Hartslag (optioneel)
Met deze optie kunt u hartslaginstellingen wijzigen, indien u gebruik maakt van Hartslagondersteuning. Vraag uw dealer naar de voorwaarden.Met de optie Ondersteuning kunt u de ondersteuning op basis van uw hartslag in­of uit schakelen.
Met de optie Streefwaarde kunt u uw gewenste hartslag instellen met behulp van de pijltjestoetsen. Het trapbekrachtigingsysteem zorgt er vervolgens voor dat er continu naar de streefwaarde toegewerkt wordt door meer of juist minder ondersteuning te geven.
2.8.6 Indicator Gemiddelde snelheid
De indicator voor gemiddelde snelheid geeft tijdens het fietsen aan of de huidige snelheid boven of onder de gemiddelde snelheid van de rit ligt.
Pijl omhoog betekent: huidige snelheid ligt boven gemiddelde snelheid van de rit.
NEDERLANDS
Pijl omlaag betekent: huidige snelheid ligt onder gemiddelde snelheid van de rit.
19
Blokje betekent: huidige snelheid is nagenoeg gelijk aan gemiddelde snelheid van de rit.
NEDERLANDS
Met behulp van de optie Gemiddelde Snelheid geeft u aan of u de indicator wel of niet in het display wilt weergeven.
2.9 Weergave opties
Door kort op de MODE-knop te drukken, bepaalt u wat u rechtsonder in beeld wilt zien. Hieronder worden alle mogelijke weergave opties kort toegelicht.
2.9.1 Tijd / Temperatuur
Bij menu-instellingen kunt u kiezen of u Tijd, Temperatuur of geen van beide standaard linksonder in beeld wilt zien (zie § 2.8.4). De niet-gekozen optie(s) komt/komen dan automatisch onder weergave opties te staan.
2.9.2 Ritafstand
De ritafstand gemeten vanaf moment dat er gefietst wordt. Kijk voor het resetten van “Ritafstand” in § 2.9.9.
20
2.9.3 Rittijd
De rittijd gemeten vanaf het moment dat er gefietst wordt. Kijk voor het resetten van “Rittijd” in § 2.9.9.
2.9.4 Gemiddelde snelheid
Gemiddelde snelheid gemeten over gereden afstand. Kijk voor het resetten van “Gemiddelde snelheid” in § 2.9.9.
NEDERLANDS
2.9.5 Maximumsnelheid
Maximumsnelheid gemeten over gereden afstand. Kijk voor het resetten van “Maximumsnelheid”in
§ 2.9.9.
21
2.9.6 Totaalafstand
Totaalafstand gemeten vanaf het moment dat er gefietst wordt. Het is niet mogelijk om de totaalafstand te
NEDERLANDS
resetten.
2.9.7 Actieradius
De actieradius geeft weer hoeveel kilometer er nog met trapbekrachtiging gefietst kan worden. De actieradius wordt berekend op basis van actueel en historisch verbruik in combinatie met de vullingsgraad van het batterijpakket.
2.9.8 Actuele hartslag (optioneel)
Deze optie geeft uw actuele hartslag weer, indien u gebruik maakt van Hartslagondersteuning. Vraag uw dealer naar de voorwaarden.
22
2.9.9 Rit 1 en Rit 2
De Ritafstand, Rittijd, Gemiddelde snelheid en Maximumsnelheid zijn aan elkaar gekoppeld en worden twee keer bijgehouden, namelijk in Rit 1 en Rit 2.
U heeft de keuze tussen de weergave van Rit 1 en Rit 2 op het display door kort op de rode knop te drukken.
Het resetten van Rit 1 vindt automatisch plaats wanneer de fiets langer dan twee uur niet gebruikt is. U kunt Rit 1 ook handmatig resetten door de rode knop lang ingedrukt te houden.
Het resetten van Rit 2 is uitsluitend handmatig mogelijk door de rode knop lang ingedrukt te houden.
NEDERLANDS
23
2.10 Gebruik van andere displays
Uw display fungeert als startonderbreker waardoor het niet mogelijk is elk display op uw E-bike te plaatsen en volledig te gebruiken.
NEDERLANDS
Uw display heeft een unieke code opgeslagen die correspondeert met de bijbehorende E-bike. Als u de ondersteuning of verlichting wilt inschakelen wordt gecontroleerd of het display en de fiets bij elkaar horen. Is dit niet het geval dan verschijnt de melding E0014 en kan de ondersteuning en verlichting niet worden ingeschakeld.
Indien u twee E-bikes met hetzelfde type display in uw bezit heeft is het mogelijk om beide displays op beide fietsen aan te melden.
Uw gecertificeerde E-bike dealer kan dit voor u uitvoeren. Beide displays werken dan op beide fietsen.
Verwijder het achterwiel niet. Het verwijderen van het wiel kan de prestaties van de fiets beïnvloeden.
24
3 Compact display
3.1 Vastzetten en losmaken
NEDERLANDS
1. Plaats het display (A) op de houder (B). Draai het display een kwartslag met de klok mee om het bedieningsdisplay vast te zetten.
2. Draai een kwartslag tegen de klok in om het display los te maken.
Verwijder het display bij het stallen en transporteren van de fiets.
3.2 Knoppen en indicaties
Iedere geselecteerde functie wordt aangegeven door een balkje.
A Verlichting B Dagafstand C Trapbekrachtiging OFF D Trapbekrachtiging ECO E Trapbekrachtiging NORMAL F Trapbekrachtiging POWER G Totale afgelegde afstand H Onderhoudsindicatie I Variabele indicatie J Snelheid K Vullingsgraad batterijpakket L Setknop M Lichtknop
25
3.3 Instellingen
Verlichting aan/uitschakelen (A en M)
Druk op de lichtknop (M) om de verlichting aan
NEDERLANDS
of uit te schakelen. Als de verlichting aan staat verschijnt het balkje (A) en de achtergrondverlichting van het display gaat aan.
De verlichting wordt gevoed door het batterijpakket. De verlichting blijft aanstaan als de fiets stilstaat. Bij een leeg batterijpakket werkt de motor als een dynamo.
Dagafstand (B)
Gewoonlijk is de dagafstand zichtbaar. Zet de dagafstand terug op 0 door vijf seconden op de setknop (L) te drukken.
26
Totale afgelegde afstand (G)
Bij het inschakelen van de trapbekrachtiging of de verlichting verschijnt de totale afgelegde afstand. Na 15 seconden wordt de totale afgelegde afstand automatisch vervangen door de dagafstand.
Snelheid (J)
De snelheid in km/uur wordt permanent aangegeven.
NEDERLANDS
Trapbekrachtiging (C, D, E en F)
Druk op de setknop (L) om de trapbekrachtiging in te stellen. Onder de geselecteerde trapbekrachtiging verschijnt een balkje.
OFF 0 (C) De trapbekrachtiging staat uit.
27
ECO 1 (D)
De trapbekrachtiging staat in de zwakste stand. De actieradius is het grootst.
NEDERLANDS
NORMAL 2 (E)
De trapbekrachtiging staat in de normale stand.
POWER 3 (F) De trapbekrachtiging staat op de krachtigste stand. De actieradius is het kleinst.
28
Onderhoudsindicatie (H)
Een steeksleutel (H) wordt op het display weergegeven, samen met de letter E gevolgd door een codenummer. De steeksleutel geeft aan dat dit een diagnose is die door uw dealer verholpen moet worden.
Diagnose melding (I)
Een E gevolgd door een codenummer wordt op het display weergegeven. In het hoofdstuk meldingen staat de diagnose en hoe het zelf te verhelpen is.
NEDERLANDS
Vullingsgraad batterijpakket (K)
De vullingsgraad wordt in stappen van 4%
weergegeven.
29
Service indicatie
op
Een steeksleutel (H) wordt op het display weergegeven samen met vijf streepjes als het tijd is voor een onderhoudsbeurt. Neem contact
NEDERLANDS
op met uw dealer.
3.4 Fiets kalibreren
Als de bekrachtiging na verloop van tijd afneemt kan het nodig zijn de elektronica te kalibreren.
1. Ga naast de fiets staan.
2. Schakel de verlichting uit.
3. Zet de trapbekrachtiging in OFF.
4. Druk 5 seconden op knop M. Er verschijnt -0-0­het display. De fiets is nu gekalibreerd.
Verwijder het achterwiel niet. Het verwijderen van het wiel kan de prestaties van de fiets beïnvloeden.
30
Loading...
+ 172 hidden pages