Bartscher 288-W, 391-W, 479-W, 700967, 700968 Operating instructions [nl]

...
288-W - 391-W - 479-W
700967 - 700968 - 700969
tel. +49 5258 971-0 fax.: +49 5258 971-120 Infolinia service: +49 5258 971-197 www.bartscher.com
Versie: 1.0 Datum van opmaak: 2024-07-09
NL 2
700967 1 / 28
Originele gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid ....................................................................................................... 2
1.1 Symboolverklaring ................................................................................... 2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................... 3
1.3 Gebruik volgens bestemming .................................................................. 6
1.4 Oneigenlijk gebruik .................................................................................. 6
2 Algemeen ...................................................................................................... 7
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring ................................................................ 7
2.2 Auteursrecht ............................................................................................ 7
2.3 Conformiteitsverklaring ............................................................................ 7
3 Transport, verpakking en opslag ................................................................... 8
3.1 Transportinspectie ................................................................................... 8
3.2 Verpakking ............................................................................................... 8
3.3 Opslag ..................................................................................................... 8
4 Technische Gegevens ................................................................................... 9
4.1 Technische Gegevens ............................................................................. 9
4.2 Functies van het apparaat ..................................................................... 11
4.3 Onderdelenoverzicht .............................................................................. 12
5 Installatie en bediening ................................................................................ 14
5.1 Installatie ................................................................................................ 14
5.2 Bediening ............................................................................................... 15
6 Reiniging en onderhoud .............................................................................. 22
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen ................... 22
6.2 Reiniging ................................................................................................ 22
6.3 Onderhoud ............................................................................................. 25
7 Mogelijke storingen ...................................................................................... 26
8 Verwijdering ................................................................................................. 28
Veiligheid
2 / 28 700967
NL
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit dem G erät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltenden ör tlichen Unfallverhütungsvorschriften u nd allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedienungs anleitung ist Bestandteil des Prod ukts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on weitergegeben wird, muss die Bedienungsa nleitung mit ausgehändigt werden.
Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar hem op een goed bereikbare plaats!
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk. De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat. Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn. Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze gebruiksaanwijzing erbij te leveren.

1 Veiligheid

Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.

1.1 Symboolverklaring

Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te vermijden.
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Veiligheid
700967 3 / 28
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
, die
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.

1.2 Veiligheidsaanwijzingen

Elektrische stroom
Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
Veiligheid
4 / 28 700967
NL
Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde elektricien om gevaar te voorkomen.
Nigdy nie używać łatwopalnych cieczy do czyszczenia urządzenia ani jeg o części. De g assen die daaruit voort kome n leveren bran dgevaar op en kunnen exploderen. Door onjuist gebruik van het apparaat b estaat er een mogelijkheid op brand- en explosiegevaar door de ontsteking van de inhoud.
Brandgevaar / Gevaar door brandbare materialen / Explosiegevaar!
Gebruik geen elektrische apparaten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere brandbare gassen of vloeistoffen in
de buurt van deze of andere apparaten. De gassen kunnen een brandgevaar opleveren of exploderen.
Bewaar geen explosieve stoffen, zoals spuitbussen met ontvlambaar drijfgas in
het apparaat. Containers gevuld met brandbare gassen en vloeistoffen kunnen bij lagere temperaturen een inhoud afgeven die kan ontbranden door vonken die worden gegenereerd door elektrische apparatuur. Explosiegevaar!
In het geval van koelmiddellekken, trekt u de stekker uit het stopcontact.
Verwijder alle ontstekingsbronnen in de buurt, ventileer de kamer en neem contact op met de klantenservice. Vermijd contact van het koelmiddel met de ogen, omdat dit ernstig oogletsel kan veroorzaken.
Reinig het apparaat en de onderdelen niet met licht ontvlambare vloeistoffen.
De gassen die daarbij onstaan, kunnen brandgevaarlijk zijn of exploderen.
In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Het ontdooiproces mag niet worden versneld door middel van mechanische
apparaten of bronnen van thermische energie (kaarsen of kachels) of op een andere manier. De stoom die daarbij ontstaat kan kortsluiting veroorzaken en te hoge temperaturen kunnen het apparaat beschadigen.
Tijdens de exploitatie moeten alle ventilatieopeningen van het apparaat open zijn.
Het is verboden het koelsysteem van het apparaat te beschadigen.
Veiligheid
700967 5 / 28
NL
Bedienend personeel
Het apparaat mag alleen worden bediend door gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel.
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
Verboden om gaten in het apparaat te maken of voorwerpen eraan te monteren.
Plaats geen zware objecten op het apparaat.
Veiligheid
6 / 28 700967
NL

1.3 Gebruik volgens bestemming

Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Invriezen en bewaren van diepgevroren levensmiddelen.
Dit apparaat is ontworpen om te werken in een omgeving met een maximale temperatuur van 30 °C en een relatieve vochtigheid van 55 %.

1.4 Oneigenlijk gebruik

Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Opslag van ontvlambare of explosieve voorwerpen of vloeistoffen, zoals
ether, kerosine of kleefstoffen;
– Het bewaren van explosieve materialen, zoals spuitbussen gevuld met
brandbare drijfgassen;
– Het bewaren van farmaceutische producten of bloedproducten.
Algemeen
700967 7 / 28
NL

2 Algemeen

2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring

Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding. De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als gevolg van:
het niet in acht nemen van de aanwijzingen, oneigenlijk gebruik, het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker, de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere ontwikkeling van het apparaat.
De garantieperiode voor dit apparaat is 24 maanden vanaf de aankoopdatum van het apparaat.

2.2 Auteursrecht

De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden ons het recht voor tot verdere vorderingen.

2.3 Conformiteitsverklaring

Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
Transport, verpakking en opslag
8 / 28 700967
NL

3 Transport, verpakking en opslag

3.1 Transportinspectie

Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd, reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires ontbreken.

3.2 Verpakking

Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.

3.3 Opslag

Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
in een afgesloten ruimte droog en stofvrij verwijderd houden van corrosief materiaal op een plaats beschermd tegen zonlicht beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking vervangen voor een nieuwe.
Technische Gegevens
700967 9 / 28
NL

4 Technische Gegevens

4.1 Technische Gegevens

Versie / Eigenschappen 700967 | 700968 | 700969
Koeling: statisch
Temperatuurregeling: thermostatisch, traploos
Besturing: draaiknop
Thermostaat
Temperatuurbereik: tot -18 °C
Klimaatklasse: C1
GWP: 3
Omgevingstemperatuur: tot 30 °C
Controlelampje:
Aan/uit koeling waarschuwingslampje
Isolatie: cyclopentaan, 60 mm
Scheidingswand:
individuele aanpasbaarheid materiaal: kunststof
Aantal deuren: 1
Type deur: hefdeur
Deurscharnier: boven, niet omkeerbare openingsrichting
Met sluitingsmogelijkheid
Inbegrepen:
1 scheidingswand 3 | 5 | 6 korven (afhankelijkheid van het model)
Technische Gegevens
10 / 28 700967
NL
Benaming:
Vriezer 288-W
Art. nr.:
700967
Materiaal:
kunststof | staal, gelakt
Materiaal binnenkant:
aluminium, gecoat
Inhoud in l:
288
Vulhoeveelheid in l:
275
Afmetingen binnenkant (b x d x h) in mm:
890 x 510 x 675
Aantal korven:
3
Afmetingen korf (b x d x h) in mm:
225 x 550 x 230
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R600a / 0,070
Energie-efficiëntieklasse:
B (EU Nr. 2019 / 2018)
Energieverbruik in kWh / jaar:
340
Aansluitingswaarde:
0,13 kW | 230 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
1015 x 720 x 845
Gewicht in kg:
43,4
Naam:
Vriezer 391-W
Art. nr.:
700968
Materiaal:
kunststof | staal, gelakt
Materiaal binnenkant:
aluminium, gecoat
Inhoud in l:
391
Vulhoeveelheid in l:
373
Afmetingen binnenkant (b x d x h) in mm:
1180 x 510 x 675
Aantal korven:
5
Afmetingen korf (b x d x h) in mm:
225 x 550 x 230
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R600a / 0,090
Energie-efficiëntieklasse:
B (EU Nr. 2019 / 2018)
Energieverbruik in kWh / jaar:
409
Aansluitingswaarde:
0,13 kW | 230 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
1305 x 720 x 845
Gewicht in kg:
68,0
Technische Gegevens
700967 11 / 28
NL
Naam:
Vriezer 479-W
Art. nr.:
700969
Materiaal:
kunststof | staal, gelakt
Materiaal binnenkant:
aluminium, gecoat
Inhoud in l:
479
Vulhoeveelheid in l:
458
Afmetingen binnenkant (b x d x h) in mm:
1430 x 510 x 675
Aantal korven:
6
Afmetingen korf (b x d x h) in mm:
225 x 550 x 230
Koelmiddel / hoeveelheid in kg:
R600a / 0,095
Energie-efficiëntieklasse:
B (EU Nr. 2019 / 2018)
Energieverbruik in kWh / jaar:
469
Aansluitingswaarde:
0,14 kW | 230 V | 50 Hz
Afmetingen (b x d x h) in mm:
1555 x 720 x 845
Gewicht in kg:
76,0
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
Meer informatie over het apparaat is te vinden op onze website www.bartscher.com of in de informatie die is opgeslagen in overeenstemming met Verordening (EU) 2019/2018 in de productdatabase op https://energy-label.ec.europa.eu/. Voer het artikelnummer van uw model in.

4.2 Functies van het apparaat

In het apparaat wordt vers voedsel ingevroren en op de juiste temperatuur bewaard, en kan reeds ingevroren voedsel langdurig worden bewaard.
Technische Gegevens
12 / 28 700967
NL

4.3 Onderdelenoverzicht

Afb. 1
1. Handgreep voor klep
2. Klep
3. Scheidingswand
4. Slot
5. Gaasafdekking technisch gedeelte
6. Bedieningselementen
7. Aftapdop
8. Voeten (4x)
9. Behuizing
10. Binnenkant van het apparaat
11. Hangkorven (3x | 5x | 6x)
Technische Gegevens
700967 13 / 28
NL
Besturingselementen/ indicatielampje
Afb. 2
1
Snelvriesknop (oranje)
Als deze knop wordt ingedrukt, gaat het indicatorlampje branden. Het apparaat werkt op maximale capaciteit (compressor draait continu). Als het indicatorlampje brandt, is de automatische temperatuurinstelling uitgeschakeld.
2
Werkcontrolelampje (groen)
Dit lampje geeft aan dat het apparaat is aangesloten op de elektriciteitstoevoer en is ingeschakeld.
3
Temperatuur - waarschuwingslampje (rood)
Als het waarschuwingslampje gaat branden, betekent dit dat de interne temperatuur van het apparaat de ingestelde waarde niet heeft bereikt. Als deze temperatuur is bereikt, gaat dit waarschuwingslampje uit.
4
Temperatuur - draaiknop
Met een muntstuk kan de temperatuur worden ingesteld van niveau 1 (hoogste temperatuur) tot niveau 7 (laagste temperatuur) met de draaiknop.
5
Analoge temperatuurdisplay
Installatie en bediening
14 / 28 700967
NL

5 Installatie en bediening

5.1 Installatie

Uitpakken / plaatsing
Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen van kinderen.
Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken goed bereikbaar goede ventilatie.
Nie należy umieszczać urządzenia w gorąc ym otoczeniu a ni w pobliżu m ateriałów łatwo palnych.
Das Gerät benötigt zum korrekten Betrie b eine ausreichende Luftströmung. Houdt aan de zijkanten een afstand van minst ens 10 cm vrij.
Die Öffnungen am Gerät niemals abdeck en oder blockieren.
Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de buurt van warmtebronnen
(fornuis, kachel, verwarmingstoestellen, enz.). Warmtebronnen kunnen het energieverbruik negatief beïnvloeden en tevens de functies van het apparaat beperken.
Het apparaat moet zo worden geplaatst dat een goede circulatie van voldoende
lucht mogelijk is.
Om schade aan de compressor te voorkomen, mag het apparaat tijdens
installatie of transport niet onder een hoek van meer dan 45 ° worden gekanteld.
Ga als volgt te werk als het apparaat moet worden verplaatst:
uitzetten van het toestel trek de stekker uit het stopcontact
Installatie en bediening
700967 15 / 28
NL
de inhoud uit het apparaat halen Plak alle losse delen stevig vast in de binnenkamer en plak de deur af Het apparaat kan alleen rechtop worden vervoerd
Die Steckdose muss leicht zugänglich sein , so dass das S tromkabel n otfalls schnell a bgezogen werd en kann.• Het stopcontact moet vrij toegankelijk zij n, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden gehaald . Het stopcontact moet vrij toegankelijk zij n, zodat de stroomkabel in een noodgeval s nel van het lichtnet kan worden ge haald.
Aansluiting op het lichtnet
Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
Sluit het apparaat aan op een enkele, voldoende beschermde aansluiting met
een beveiligd contact. Sluit het apparaat niet aan op een meervoudige aansluiting.
Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen.
Voordat het apparaat voor het eerst wordt gebruikt, moet hij minstens 2 uur
staan voordat het op de voeding wordt aangesloten.
Na een stroomstoring of na het verwijderen van de stekker uit de contactdoos
van het apparaat, mag u deze pas na 5 minuten opnieuw aansluiten.

5.2 Bediening

Het apparaat klaarmaken
1. Vóór het eerste gebruik van het apparaat en de uitrusting dienen deze te
worden gereinigd volgens de aanwijzingen in punt 6 “Reiniging”.
2. Tot slot zorgvuldig het apparaat en de accessoires drogen.
3. Installeer indien nodig een scheidingswand in de unit.
4. Hang de korven indien nodig op de gewenste plek in het binnenvak van het
apparaat.
5. Sluit de klep van het apparaat.
Installatie en bediening
16 / 28 700967
NL
Het apparaat starten
1. Sluit de klep van het apparaat.
2. Sluit het apparaat aan op een geschikt enkelvoudig stopcontact.
3. Gebruik de temperatuurregelaar om de gewenste temperatuurinstelling te
kiezen tussen 1 (hoogste temperatuur) en 7 (laagste temperatuur). Het apparaat wordt afgekoeld tot de ingestelde temperatuur. Het temperatuurdisplay geeft de huidige temperatuur in de vriezer weer.
4. Verse of reeds ingevroren levensmiddelen moeten in het apparaat worden
geplaatst wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt of het rode
waarschuwingslampje uitgaat. Volg de instructies in het hoofdstuk
“Levensmiddelen invriezen in de vriezer”.
LET OP!
Om de capaciteit van het apparaat ten volle te benutten en voedsel op een
gezonde manier te bewaren, moet er voldoende ruimte blijven tussen de
klep en het voedsel dat wordt bewaard.
Bij het laden van het apparaat moet erop worden gelet dat de beladingslijn, die
op de wand van het binnenvak is aangegeven, niet wordt overschreden.
.
Invriezen van voedsel in de vrieszer
Vries alleen voedsel in dat hiervoor geschikt is en goed bestand is tegen lage
temperaturen.
Vries alleen vers voedsel in.
Kies de juiste verpakking voor elk voedsel en verpak het goed. De verpakking
mag niet lucht- of vochtdoorlatend zijn, omdat hierdoor het bevroren product kan
opdrogen. Folie en zakken moeten zacht en glad zijn om goed aan te sluiten om
de inhoud. Leg geen onverpakte levensmiddelen in de vriezer.
Nooit ontdooide of gedeeltelijk ontdooide producten opnieuw invriezen. Deze
producten moeten binnen maximaal 24 uur worden verwerkt en geconsumeerd.
Volg de instructies van de fabrikant om uw voedsel in te vriezen.
Het is het beste om kleine porties in te vriezen en indien nodig te ontdooien. Dit
zorgt voor snel gelijkmatig invriezen en ontdooien.
Bij het invriezen van grote hoeveelheden vers voedsel kan de temperatuur in
het apparaat tijdelijk stijgen. Dit heeft geen effect op reeds opgeslagen voedsel.
Plaats geen met vloeistof gevulde flessen in het apparaat. Bevriezende
vloeistoffen vergroten hun volume en kunnen de fles doen barsten.
Open de deur niet tijdens het vriesproces.
Installatie en bediening
700967 17 / 28
NL
Label het vriesgoed met de volgende informatie:
Productnaam (bv. rundsfilet) Gewicht van de portie Hoeveelheid (aantal stuks) Invriesdatum Verbruiksdatum
Gebruik voor de labelling in de handel verkrijgbare labeletiketten voor vriesgoed.
Ga vervolgens als volgt te werk:
1. Leg verse levensmiddelen het best op de bodem van de vriezer. Daar is de
temperatuur het laagst.
2. Vermijd dat de verse levensmiddelen bij het inleggen met reeds ingevroren
levensmiddelen in contact komen. Anders zouden de diepgevroren
levensmiddelen kunnen beginnen te ontdooien en kan de voorziene opslagtijd
niet nagekomen worden.
3. Vul in de loop van 24 uur enkel de voor je apparaat voorziene hoeveelheid
verse levensmiddelen.
4. Verplaats na 24 uur de nu diepgevroren levensmiddelen van de bodem van de
vriezer naar de hangmanden om naar behoefte verdere levensmiddelen in te
vriezen.
5. Let op de juiste temperatuurinstelling om onnodig energieverbruik te vermijden.
6. Vermijd het openen van het klapdeksel in het geval van een stroomuitval of een
technisch defect. Dit vertraagt het stijgen van de temperatuur binnenin het
apparaat.
Installatie en bediening
18 / 28 700967
NL
Verschillende voedingsmiddelen bereiden, invriezen en bewaren
VLEES
Worstjes, worstjes en andere vleesproducten die ingevroren worden, moeten van tevoren ontvet worden en rusten.
Voorbereiding: Als de pakketjes niet dikker zijn dan 10-11 cm, zijn ze makkelijker te stapelen en beter te bewaren. Zorg ervoor dat de botten de diepvrieszakjes niet doorboren. Anders droogt het vlees uit en verliest het zijn smaak.
Verpakking: Verpak zorgvuldig in huishoudfolie of plastic zak. Bewaartijd: Lam: 8 maanden; varken: 6-10 maanden.
VOORZICHTIG!
Eenmaal ontdooid, mag vlees niet opnieuw worden ingevroren!
Voorbereiding: Het kan worden bereid als vers vlees.
Om mals vlees te bereiden moet vlees van vers geslachte dieren enige tijd rusten. Vraag uw slager hoe lang het vlees heeft gerust.
GEVOGELTE EN WILD
Gevogelte (kip, gans, eend, enz.) en wild (haas, hert, ree, wild zwijn, enz.) kunnen worden ingevroren.
Voorbereiding: Gevogelte moet eerst grondig gewassen worden en dan een dag in de koelkast bewaard worden voordat het ingevroren wordt. Verpak kleine stukken heel, grotere stukken vlees verdeeld en verpakt.
Wild moet 24 uur nadat het dier is geslacht in geschikte stukken worden verdeeld. Vlees met vet kan 3 maanden bewaard worden, terwijl ontvet vlees 12 maanden bewaard kan worden.
Verpakking: Gebruik huishoudfolie of aluminiumfolie. Bewaartijd: Eend: 2-4 maanden; kip: 7-9 maanden; gans, haas: 9-12 maanden.
VIS
Gekochte vis kan niet erg vers zijn. Er wordt aangenomen dat alleen vers gevangen vis vers is.
Voorbereiding: Vissen die gestoofd of gebakken moeten worden, moeten na het schoonmaken grondig gewassen worden. Vissen die meer wegen dan 1 kg moeten in kleinere stukken worden verdeeld. Bereide vis moet 1 tot 2 uur op folie worden ingevroren en vervolgens moet de bevroren vis in zout water worden ondergedompeld. Voor vette vis moet ongeveer 5 g citroenzuur aan het water worden toegevoegd.
Verpakking: Wikkel de vis strak in huishoudfolie of bij voorkeur aluminiumfolie.
Installatie en bediening
700967 19 / 28
NL
Bewaartijd: Deze is korter voor vette dan voor magere vis. Magere vis: 4-8
maanden, vette vis: 2 maanden, schaaldieren. 2-6 maanden.
GROENTEN
Alle gekookte en geblancheerde (gestoomde) groenten kunnen worden ingevroren.
Ongeschikte groenten: Andijvie, waterkers, radijs, uien. Voorbereiding: Was de groenten grondig, snijd ze in kleine stukjes en blancheer
ze.
Schokkoelen:
Om ervoor te zorgen dat de groenten hun kleur, smaak en aroma behouden en hun vitaminen niet verliezen, moeten ze geblancheerd en schokgekoeld worden. Hiervoor hebt u een pan met ongeveer 7-8 liter kokend water en een zeef nodig.
Doe de voorbereide groenten in de zeef (max. 0,5 kg), dompel onder in kokend water (het water moet koken tijdens het onderdompelen). Plaats het deksel op de heetwaterpan. Laat de groenten 2-3 minuten in het water staan tot het water weer kookt. Verwijder de zeef en plaats de groenten onder een koude straal water. Giet het water af en vries de groenten in.
Tip: Kokend water kan meerdere keren hergebruikt worden. Verpakking: Groenten kunnen in plastic zakken worden verpakt. De verpakkingen
moeten klein zijn om ruimte te besparen. Spinazie en andere groenten kunnen ingevroren en in plastic bakjes bewaard worden. De porties mogen niet groter zijn dan 1 kg.
Bereiding van bevroren en ontdooide groenten: bevroren groenten moeten in water gekookt of in vet (olie) gebakken worden. Ontdooide groenten moeten onmiddellijk gebruikt (bereid) worden. De warmtebehandelingstijd voor bevroren groenten is ongeveer 1/3 korter dan voor verse groenten.
FRUIT
Vries alleen rijp (niet te rijp) fruit in. Fruit zoals appel, peer moet eerst worden voorbereid of gesteriliseerd met de schokmethode. Ingevroren fruit kan worden gebruikt om compotes, gelei, jam of als topping voor gebak te bereiden. Vruchten kunnen naar wens en behoefte met of zonder suiker worden ingevroren. Vruchten op siroop behouden hun smaak en aroma, zelfs nadat ze zijn ingevroren.
Bereiding afhankelijk van het gebruiksdoel: Appelmoes, gelei, jam: bevroren fruit kan na het ontdooien op de gebruikelijke
manier worden gebruikt. Taarten: Het fruit moet voor gebruik volledig ontdooid zijn. Cake, gebak: Het fruit kan zonder suiker ingevroren worden. Het fruit moet volledig
op kamertemperatuur ontdooien. Voeg vervolgens het ontdooide fruit toe aan de taart, bestrooi met suiker afhankelijk van het recept en bak.
Installatie en bediening
20 / 28 700967
NL
Verpakking: Fruit zonder siroop moet in plastic zakken worden bewaard en fruit
met siroop in plastic bakjes.. Bewaartijd: Abrikoos, vruchtengelei: 4-6 maanden, alle andere fruitsoorten: 8-12
maanden.
MELKPRODUCTEN, EIEREN
Zuivelproducten en vette producten (zure room, room en mayonaise) zijn niet geschikt om in te vriezen.
Eieren mogen niet in de schaal worden ingevroren (dan barsten ze). Scheid de dooier van het wit, meet goed af en vries in. Voeg een snufje zout of suiker toe om te voorkomen dat de dooier of het mengsel indikt.
Verpakking: Bewaar eieren (zonder schaal) in plastic bakjes.
BAKWAREN (brood, cake, gebak)
Gebakken taarten, gebak, cakes en rauw deeg zijn geschikt om in te vriezen. Gebak kan ingevroren worden om vers te blijven. Het overige (ontdooide) gebak
kan opnieuw ingevroren worden. Gebak moet na het invriezen zorgvuldig worden ingepakt.
Verpakking: Gebak moet worden ingepakt in aluminiumfolie. Cakes kunnen het beste in plastic bakjes bewaard worden. Voedingsfolie is geschikt voor rauw deeg; als het in aluminiumfolie gewikkeld is, kan het moeilijk zijn om het deeg eruit te trekken.
Bewaartijd: brood, koekjes: 3-6 maanden, het overige gebak: 1-3 maanden. Ontdooien: Als ontdooid gebak (bijv. een cake) 5-10 minuten in aluminiumfolie
gebakken worden op 150°C - 200°C, is het nog verser en behoudt het zijn smaak.
GERECHTEN
De smaak van sommige specerijen (anijs, basilicum, dille, azijn, kruidenmix, gember, knoflook, paprika, marjolein, peper, rode peper, mosterd, tijm, vanille, ui) verandert na het invriezen. Voeg daarom niet te veel kruiden toe wanneer u gerechten bereidt die u wilt invriezen. Kruiden kunnen na het ontdooien aan gerechten worden toegevoegd.
Verpakking: Vloeibare gerechten kunnen in plastic bakjes worden verpakt en andere in huishoudfolie of plastic zakjes.
Bewaartijd: De bewaartijd hangt af van het vet of de olie die bij de bereiding is gebruikt. Margarine, olijfolie en boter zijn geschikt om in te vriezen; pindaolie en varkensvet zijn niet geschikt.
Zoetwaren op basis van melk en gebak: 1-3 maanden; aardappel- en stoofgerechten: 2-3 maanden.
Teilweise oder vollständig aufgetaute Leb ensmittel sind sofort zu verbrauchen. D urch Kälte werden die Lebensmittel kons erviert, die Mikroorganismen werden aber nicht vernichtet. Sie reaktivieren sich beschleunigt und das Lebensmittel ver dirbt schnell. Durch teilweises Auftau en wird der Nährwert der Lebensmittel gemin dert, besonders der Nährwert von Obst und Gemüse und von fertigen Sp eisen.
Ist die Verpackung beschädigt oder unn atürlich gewölbt, ist es wahrscheinlich, dass unsachgemäß gelagert wurde und das Lebensmittel wahrscheinlich verdor ben ist.
Das Gerät sollte niemals länger als 10 Mi nuten ohne Energieversorgung sein.
Installatie en bediening
700967 21 / 28
NL
Diepgevroren voedsel bewaren in de vriezer
Volg de instructies voor het bewaren van voedsel op de verpakking. Als er geen
instructies zijn, mag het voedsel niet langer dan maximaal 3 maanden vanaf de
datum van aankoop bevroren blijven.
Op de verpakking van industrieel ingevroren levensmiddelen worden
bewaartijden en temperaturen aangegeven. Tijdens opslag en gebruik moeten
de instructies van de voedselfabrikant worden opgevolgd.
Kies alleen correct verpakte levensmiddelen met volledige gegevens en bewaar
in vrieskasten bij een minimumtemperatuur van -18 ° C.
Wanneer diepvriesproducten worden gekocht, moeten deze in geschikte
containers worden vervoerd om ontdooien en weer bevriezen te voorkomen.
De producten moeten zo snel mogelijk in de vrieskast worden geplaatst.
Koop geen producten met een ijslaag eromheen omdat ze al meerdere keren
gedeeltelijk zijn ontdooid.
Voedselproducten moeten worden beschermd tegen ontdooien en bevriezen,
omdat de temperatuurstijging hun opslagtijd en kwaliteit verkort.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide levensmiddelen moeten onmiddellijk worden
gebruikt. Lage temperatuur conserveert voedselproducten, maar vernietigt geen
micro-organismen. Ze heractiveren in een versneld tempo en voedsel gaat snel
in kwaliteit achteruit snel. Het gedeeltelijk ontdooien vermindert de
voedingswaarde van voedingsmiddelen, met name de voedingswaarde van
groenten en fruit en kant-en-klaarmaaltijden.
Als de verpakking beschadigd of onnatuurlijk uitpuilt, is het waarschijnlijk dat het
product in onjuiste omstandigheden is opgeslagen en waarschijnlijk is
beschadigd.
Uitschakelen van het apparaat
1. Na het beëindigen van het gebruik van het apparaat, het apparaat van de
voeding halen (de stekker eruit halen!).
Reiniging en onderhoud
22 / 28 700967
NL

6 Reiniging en onderhoud

6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
Het apparaat geheel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder
druk om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.

6.2 Reiniging

LET OP!
Gebruik nooit heet water om het apparaat te reinigen!
Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen zoals schuurpoeder,
alcoholhoudende of alkalische schoonmaakmiddelen, verdunners,
benzine, die het oppervlak van het apparaat kunnen beschadigen.
1. Maak het apparaat regelmatig schoon.
2. Veeg de buitenkant van het apparaat af met een zachte, vochtige doek en een
mild schoonmaakmiddel.
3. Verwijder regelmatig stof en pluis van de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of bezem.
4. Reinig de deurafdichting met een zachte doek gedrenkt in warm water, zonder
afwasmiddel te gebruiken. Droog tot slot goed af.
5. De lagen ijs en rijm die zich op de binnenwanden van de vriezer vormen,
werken, wanneer ze een bepaald niveau bereiken, als isolatie en belemmeren
het vermogen van de binnenmuren om kou af te geven. De ijs- en rijmlagen
moeten van tijd tot tijd worden verwijderd. Gebruik voor het verwijderen van ijs
en rijm een schraper zonder scherpe randen, bij voorkeur gemaakt van
kunststof of hout. Plaats een doek op bevroren voedsel om het geschraapte ijs
op te vangen en verwijder het vervolgens gemakkelijk.
Reiniging en onderhoud
700967 23 / 28
NL
6. Als het apparaat lange tijd niet gebruikt wordt, laat het dan open staan om de
vorming van geurtjes binnenin te voorkomen.
Ontdooien
Bij normaal gebruik (3-4 dekselopeningen per dag) moet de vriezer één tot twee keer per jaar ontdooid worden (in andere gevallen vaker).
Wij raden aan het apparaat te ontdooien wanneer de dikte van de ijslaag 5 - 6 cm bedraagt.
LET OP!
Gebruik nooit elektrische apparaten zoals een föhn, hitteblazer of
gereedschap met open vuur om de vriezer te ontdooien. De kunststof
binnenkamer kan smelten en het ontsnappende schuimvormende gas kan
ontbranden door vonken of open vuur.
1. Haal vóór het ontdooien de stekker uit het stopcontact (trek de stekker eruit!).
2. Zet een geschikte bak klaar (draagbak of wasmand).
3. Droog je handen zorgvuldig af om huidbeschadiging te voorkomen bij het
hanteren van diepvriesproducten. Je kunt het beste handschoenen gebruiken bij
het uittrekken van bevroren producten.
4. Haal al het bevroren voedsel uit de vriezer en doe het, goed verpakt in
krantenpapier, in de voorbereide container. Plaats hem in een koele, droge
ruimte. Dek de container rondom af met een dikke wollen deken.
5. Schraap voorzichtig het dikste ijs van de binnenwanden van de vriezer, zoals
eerder beschreven.
6. Om het water dat zich tijdens het ontdooien verzameld heeft uit het
binnencompartiment te verwijderen, gaat u als volgt te werk
trek het tussenschot eruit door het omhoog te trekken (afb. A); plaats het tussenschot onder de aftapplug (afb. C) om het tijdens het
ontdooien gevormde water op te vangen;
– draai de aftapplug 90° naar links en trek hem 2-3 cm naar buiten (afb. B).
Laat de aftapplug in deze positie zolang het ontdooiproces bezig is;
– open de stop aan de binnenkant van de diepvrieskist (afb. D).
Reiniging en onderhoud
24 / 28 700967
NL
7. Nadat het dooiwater in de opvangbak is geloosd, moet het binnencompartiment
van de vriezer grondig worden gereinigd met warm water met een beetje azijn.
8. Veeg af met een doek met schoon water.
9. Droog tot slot de binnenkamer voorzichtig af met een pluisvrije doek en laat hem
3-4 minuten luchten.
TIP!
Om te voorkomen dat verwijderde diepvriesproducten ontdooien, moet het
ontdooiproces zo efficiënt mogelijk worden uitgevoerd.
10. Verwijder het ontdooiwater.
11. Was de scheidingswand grondig met warm water met een mild
schoonmaakmiddel en een zachte doek. Spoel de scheidingswand af met
schoon water. Maak vervolgens goed droog.
12. Steek de plug in de vriezer.
13. Duw de aftapplug aan de voorkant van het apparaat er weer in.
14. Installeer de scheidingswand in het apparaat.
15. Hang de korven indien nodig op de gewenste plek in het binnenvak van het
apparaat.
16. Sluit de klep van het apparaat.
17. Sluit de stekker aan op een geschikt stopcontact.
18. Zet de temperatuurregelaar op de hoogste stand (niveau 7).
Reiniging en onderhoud
700967 25 / 28
NL
19. Plaats het ingevroren voedsel terug in de vriezer of in de korven zodra de
ingestelde temperatuur bereikt is.
20. Leg diepvriesproducten met de kortste houdbaarheidsdatum bovenaan.
21. Wanneer het rode indicatielampje uitgaat, stelt u de temperatuur in op de
hoeveelheid opgeslagen producten.

6.3 Onderhoud

De volgende bewerkingen moeten regelmatig worden uitgevoerd door een gekwalificeerde specialist:
– het reinigen van de verdamper met behulp van geschikt gereedschap
(stofzuiger of zachte borstel);
controle van elektrische verbindingen; thermostaat en sensorregeling; inspectie van deuren en deurafdichtingen.
Mogelijke storingen
26 / 28 700967
NL

7 Mogelijke storingen

Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen worden verholpen.
Vermeld aub het artikelnummer, modelnaam en serienummer. Deze gegevens staan op het typeplaatje van het apparaat.
Fout
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
Geen functies Het groene
bedrijfslampje brandt niet
De stekker niet correct erin gestoken
De stekker eruit trekken en opnieuw juist in het contact steken
Beschadigde zekering van de voeding
Controleer de zekering, controleer het apparaat na het aansluiten op een ander stopcontact
Geen stroom
Controleer de stroomtoevoer
Beschadigd stopcontact
Controleer het apparaat in een ander stopcontact
Het apparaat werkt niet ononderbroken
Te hoge omgevingstemperatuur
Het apparaat op een juiste plaats zetten
Slechte luchtcirculatie in het compressorcompartiment
Reinig de gaasafdekking van de technische afscheiding
De klep is niet dicht De klep wordt te vaak
geopend of te lang
De klep goed sluiten, openingsperioden van de klep beperken
Mogelijke storingen
700967 27 / 28
NL
Fout
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
Het apparaat koelt niet goed genoeg
Het invriesproces duurt te lang
De compressor slaat te vaak aan
Klep sluit niet goed
Om dit te controleren plaatst u een stuk papier tussen de verzegeling en de klep en sluit u de klep. Als het papier op een of meer plaatsen iets naar buiten kan worden getrokken, neem dan contact op met de serviceafdeling.
De pakking zit niet goed vast
Ernstige ijsvorming op de binnenwanden van het apparaat
Let op de aanwijzingen in hoofdstuk 6 "Reiniging en onderhoud"
Het apparaat staat in direct zonlicht of te dicht bij een warmtebron (fornuis, radiator)
Bescherm het apparaat tegen direct zonlicht, controleer de afstand tot de warmtebron, plaats indien nodig een isolatieplaat tussen het apparaat en de warmtebron.
Hoeveelheid vers geplaatst voedsel niet geschikt voor de vriescapaciteit van het apparaat of voedsel te warm geplaatst
Doe altijd alleen de aangegeven hoeveelheid bevroren voedsel in het apparaat; koel warm voedsel af tot kamertemperatuur.
De buitenkant van het apparaat is bedekt met stoom
De luchtvochtigheid in de omgeving is hoger dan 55%.
De ruimte ventileren, indien mogelijk de oorzaak van de hoge vochtigheid wegnemen
De volgende verschijnselen zijn geen storingen:
– wanneer de compressor van het apparaat wordt ingeschakeld, hoort u
een kort, luider gezoem of geklik.
– geluid van stromend water. Dit geluid is hoorbaar bij normaal gebruik. Dit
is het koelmiddel dat in het koelcircuit loopt.
Verwijdering
28 / 28 700967
NL
Vervangingsonderdelen
Reserveonderdelen voor de reparatie van dit apparaat die zijn vermeld in bijlage II bij VERORDENING (EU) 2019/2018 zullen beschikbaar zijn gedurende een periode van ten minste acht jaar nadat het laatste model op de markt is gebracht..

8 Verwijdering

Elektrische apparaten
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool. Elektrische apparatuur moet op een correcte en milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled. Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
Koelmiddel
Het drijfmiddel in het apparaat is brandbaar. De utilisatie van dit brandbaar materiaal moet in overeenstemming met de nationale richtlijnen worden gedaan.
Loading...