Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar
hem op een goed bereikbare plaats!
GEVAAR!
Het signaalwoord GEVAAR waarschuwt voor gevaren die leiden tot
ernstige verwondingen of overlijden als ze niet worden vermeden.
Diese Bedienungsanleitung beschreibt di e Installation, Bedienung und Wartung des Geräts und gilt als wichtige Informationsqu elle und Nachschlagewerk. Die Ke nntnis aller enthaltenen Sicherheitshinw eise und Handlungsanweisungen schafft die Voraussetzung für das sichere und sachgerechte Arbeiten mit de m Gerät. Darüber hinaus müssen die für de n Einsatzbereich des Geräts geltende n örtlichen Unfallverhütungsvorschriften u nd allgemeinen Sicherheitsbestimmunge n eingehalten werden. Diese Bedien ungsanleitung ist Bestandteil des Produ kts und muss in unmittelbarer Nähe d es Geräts für das In¬stallations-, Bedi enungs-, Wartungs- und Reinigungspers onal jederzeit zugänglich auf¬bewahrt werd en. Wenn das Gerät an eine dritte Pers on
weitergegeben wird, muss die Bedienung sanleitung mit ausgehändigt werden.
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften
en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het
toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór
de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist
gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe
nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn.
Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze
gebruiksaanwijzing erbij te leveren.
1 Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter
een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn
bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich
houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing
aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat
absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te
vermijden.
2 / 38 105862
Veiligheid
NL
WAARSCHUWING!
Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die
gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet
worden vermeden.
VOORZICHTIG!
Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht
of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden.
ATTENTIE!
Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan
die kan optreden als u de veiligheidsinstructies niet volgt.
OPMERKING!
Het icoon OPMERKING informeert de gebruiker over aanvullende
informatie en tips voor het gebruik van het apparaat.
, die
1.2Veiligheidsaanwijzingen
Elektrische stroom
• Een te hoge netspanning of onjuiste installatie kan leiden tot elektrische
schokken.
• Sluit het apparaat alleen aan als de specificaties op het typeplaatje
overeenkomen met de netspanning.
• Om elektrische kortsluiting te voorkomen, moet het apparaat droog worden
gehouden.
• Koppel het apparaat onmiddellijk los van het elektriciteitsnet als er tijdens het
gebruik storingen optreden.
• Raak de stekker van het apparaat niet aan met natte handen.
• Raak het apparaat nooit aan nadat het in het water is gevallen. Onmiddellijk het
apparaat van het elektriciteitsnet koppelen.
• Het herstellen en openen van de behuizing uitsluitend door specialisten en
gespecialiseerde werkplaatsen laten uitvoeren.
• Draag het apparaat niet aan de verbindingskabel.
105862 3 / 38
Veiligheid
NL
• Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen.
• Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet.
• Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen.
• Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel.
• Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker
vastpakken.
• Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde
voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde
elektricien om gevaar te voorkomen.
• Controleer de voedingskabel regelmatig op beschadigingen. Het apparaat niet
gebruiken wanneer de voedingskabel beschadigd is. Laat een beschadigde
voedingskabel vervangen door de servicedienst of een gekwalificeerde
elektricien om gevaar te voorkomen.
Brandbare materialen
• Stel het apparaat nooit bloot aan hoge temperaturen, zoals een fornuis, een
kachel, open vuur, apparaten voor het behouden van warmte, enz.
• Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
• Het apparaat niet bedekken met bijv. aluminiumfolie of doeken.
• Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in
het apparaat kunnen ontbranden.
• Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen, bijv. benzine, spiritus, alcohol. Hoge temperaturen veroorzaken
verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met
ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
• In geval van brand, vóór het blussen het apparaat ontkoppelen van de voeding.
Blus het vuur nooit met water als het apparaat op het elektriciteitsnet is
aangesloten. Na het blussen zorgen voor genoeg frisse lucht.
Veiligheid tijdens de bediening van de inductiewarmhoudplaat
• Tijdens het werk wordt de warmhoudplaat erg heet.
Opmerking: Het inductiekooktoestel als zodanig genereert geen warmte
tijdens het kookproces. De temperatuur van het kookgerei warmt de
kookplaat echter op en het oppervlak blijft heet na gebruik. Geen enkel
heet oppervlakken van het apparaat aanraken.
4 / 38 105862
Veiligheid
NL
• Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
• Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
• Leg geen metalen keukengerei, deksels, messen of andere metalen voorwerpen
op de kookzone. Na het inschakelen van het apparaat kunnen deze items heet
worden.
• Denk eraan aan dat voorwerpen die worden gedragen, zoals ringen, horloges
etc. warm kunnen worden als ze zich dicht bij de kookplaat bevinden.
• Plaats geen aluminiumfolie of metalen platen op het verwarmingsoppervlak om
oververhitting te voorkomen.
• Verwarm gesloten containers, zoals ingeblikt voedsel, niet op de kookzone van
een inductiekookplaat. De resulterende overdruk kan ervoor zorgen dat de
container of het blik kan exploderen (barsten). Ingeblikt blikvoedsel kan het
beste worden verwarmd door het te openen en in een pot te plaatsen die is
gevuld met een kleine hoeveelheid water, die op het verwarmingsveld moet
worden geplaatst om te verwarmen.
• Het oppervlak van de kookplaat is gemaakt van hittebestendig glas. In geval van
schade, zelfs als het slechts een kleine scheur is, moet het apparaat
onmiddellijk worden losgekoppeld van de voeding en moet contact worden
opgenomen met de service.
Elektromagnetisch veld
• Gemagnetiseerde items zoals creditcards, gegevensdragers en rekenmachines
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid bevinden van het apparaat dat is
ingeschakeld. Een magnetisch veld kan ze beschadigen.
• Het onderste scherm mag niet worden geopend!
• Plaats kookgerei altijd in het midden van het kookveld zodat de bodem van de
pannen zoveel mogelijk het elektromagnetische veld bedekt.
• Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de inductiekookplaat geen
gevaar vormt. Niettemin moeten mensen met een pacemaker minstens 60 cm
afstand houden van het werkende apparaat.
105862 5 / 38
Veiligheid
NL
Exploitatie alleen onder toezicht
• Het apparaat mag alleen onder toezicht worden geëxploiteerd.
• Blijf altijd in de directe nabijheid van het apparaat.
Halten Sie Verpackungsmaterialien und S tyroporteile von Kindern fern. Sie könn en sich darin verfangen und ersticken.
Bedienend personeel
• Het apparaat mag worden gebruik door kinderen vanaf 8 jaar en door personen
met fysieke, sensorische of verstandelijke beperkingen, met weinig ervaring
en/of kennis, wanneer dit onder toezicht gebeurt of nadat zij zijn geïnstrueerd
over het veilig gebruik van het apparaat en zij begrijpen welke gevaren het
gebruik van het apparaat met zich meebrengt. Kinderen mogen niet spelen met
het apparaat.
• Laat het apparaat in de aanwezigheid van kinderen nooit zonder toezicht.
• Het onderhoud en reinigen mag niet door kinderen worden uitgevoerd.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen zich niet in de buurt van het apparaat en de
aansluitingskabel bevinden.
Onjuist gebruik
• Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
• Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
6 / 38 105862
Veiligheid
NL
1.3Gebruik volgens bestemming
Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het
normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt
beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het koken en verwarmen van gerechten met gebruik van geschikt
kookgerei.
1.4 Oneigenlijk gebruik
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door
gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het
apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt
beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
– Het verwarmen van ruimtes
– Verwarmen van brandbare, schadelijk voor de gezondheid, gemakkelijk
verdampende of soortgelijke vloeistoffen en materialen.
105862 7 / 38
Algemeen
NL
2 Algemeen
2.1Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn
samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele
technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval
van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het
gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder
bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in
deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als
gevolg van:
– het niet in acht nemen van de aanwijzingen,
– oneigenlijk gebruik,
– het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker,
– de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze
uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of
gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden
ons het recht voor tot verdere vorderingen.
2.3 Conformiteitsverklaring
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen
we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de
betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
8 / 38 105862
Transport, verpakking en opslag
NL
3 Transport, verpakking en opslag
3.1Transportinspectie
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde
apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de
transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens
reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd,
reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode
mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires
ontbreken.
3.2 Verpakking
Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens
een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij
schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare
materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in
acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.
3.3 Opslag
Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in
overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en
opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
– in een afgesloten ruimte
– droog en stofvrij
– verwijderd houden van corrosief materiaal
– op een plaats beschermd tegen zonlicht
– beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle
bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking
vervangen voor een nieuwe.
105862 9 / 38
Technische Gegevens
NL
Benaming:
Inductiekookplaat IKF 72-2Z
Artikelnummer:
105862
Materiaal:
aluminium, kunststof
Materiaal kookvlak:
SCHOTT CERAN®
Aantal kookpunten / inductiezones:
4 / 2
Afmetingen glasveld (b x d) in mm:
590 x 520
Maten inductiezones (b x d) in mm:
220 x 400
Diameter kookvlakken in mm:
220
Vermogen kookpunten:
1,8 kW / 3 kW
Vermogen inductiezones:
3 kW / 4 kW
Aantal vermogensniveaus:
9
Tijdsinstelling van – tot in min.:
1 - 99
Interval tijdsinstelling in min.:
1
Aansluitingswaarde:
7,2 kW / 220-240 V~ / 400 V / 2N~/ 5060 Hz
Inbauafmetngen (b x d) in mm:
560 x 490
Afmetingen (b x d x h) in mm:
590 x 520 x 60
Gewicht in kg:
13,5
4 Technische Gegevens
4.1Technische Gegevens
Het recht op technische veranderingen voorbehouden!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet
juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en
beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de
geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade
die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de
aanwijzingen of onjuiste installatie.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen
van kinderen.
4.3 Functies van het apparaat
Het vermogen van 7,2 kW kan worden gescheiden, naar keuze: naar 4 kookpunten
of 2 inductiezones. Op die manier kan de inductievlak door gebruik van pannen van
verschillende afmetingen en vormen volledig benut worden.
5 Installatie en bediening
5.1Installatie
Uitpakken / plaatsing
• Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
• Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten
achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
• Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
12 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
• Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
• Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
• Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
– recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
– groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
– goed bereikbaar
– goede ventilatie.
Inbouw
Het apparaat is bestemd voor het inbouwen in een werktafel. Voor de installatie van
de kookplaat verzeker je zich dat:
– de plaat van de werktafel waterpas gezet is en geen enkele elementen
de plaatsbehoefte beïnvloeden,
– de plaat van de werktafel uit een materiaal dat tegen hoge temperaturen
bestand is verwaardigd werd, zodat er geen vervorming door
warmtestralling van het apparaat ontstaat,
– de kookplaat niet direct boven de vaatwasser, koelkast, vrieskast,
wasmachine of wasdroger gemonteerd wordt, omdat de vocht de
elektronica van de kookplaat kan beschadigen,
– bij de installatie van het apparaat boven de oven, deze oven een
ingebouwde ventilatie heeft,
– de installatie overeenkomstig alle nodige erkenningen, geldende normen
en voorschriften gebeurt,
– vaste bekabeling van een ingebouwde, gemonteerde en geplaatste
volgens de lokale voorschriften en regelingen inzake bekabeling de juiste
scheidingsschakelaar voorzien is, die de volledige isolatie van de
spanning verzekert,
– de scheidingsschakelaar goedkeuring heeft en van een luchtopening met
de connectoren van afstand van 3 mm op alle polen voorzien is (of in alle
actieve [fase]draden), indien de lokale voorschriften betreffende de
bekabeling zulk variant van de eisen toelaten.
– na het inbouwen van de kookplaat de scheidingsschakelaar voor de
gebruiker goed toelaatbaar is,
– materialen toegepast op de oppervlakte van de wanden die de
inductieplaat omheinen tegen hoge temperaturen bestand zijn en
makkelijk voor het reinigen (bv. keramische tegels) zijn.
– de achterzijde, begrenzende en omheinende oppervlaktes de
temperatuur van 90 °C kunnen doorstaan.
105862 13 / 38
Installatie en bediening
NL
Afb.2
L (mm)
W (mm)
H (mm)
D (mm)
A (mm)
B (mm)
X (mm)
F (mm)
590
520
60
56
560+4
+1
490+4
+1
min. 50
min. 3
Tab. 1
– de dikte van de werktafel overeenkomt met de geëiste belasting en
bedraagt minimaal 30 mm.
Voorbereiding
1. Snij het gat in de werktafelplaat uit zoals weergegeven op de onderstaande
afbeelding en tabel.
2. Tijdens de installatie bewaar een afstand van tenminste 50 mm rond dit gat.
14 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
Afb.3
A (mm)
B (mm)
C (mm)
D (mm)
E (mm)
760
min. 50
min. 20
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
5 mm
Tab. 2
4. Monteer met behulp van de
schroeven het houten kader in de
minimale afstand van 50 mm van de
onderkant van de kookplaat. Houd
rekening met de afstanden
weergegeven op de afb. 4.
Afb. 4
AANWIJZING!
De veilige afstand tussen de kookpunt en de kast boven de kookpunt dient
ten minste 760 mm bedragen.
3. Verzeker je zich, dat de inductieplaat goed geventileerd is en de luchtinlaat en uitlaat niet geblokkeerd zijn.
WAARSCHUWING!
Het toevallig aanraken van de oververhitte basis van de inductieplaat
tijdens werk kan brandwonden of onverwachte elektrocutie tot gevolg
hebben.
105862 15 / 38
Installatie en bediening
NL
Afb. 5
Afb. 6
5. Na installatie bevestig de kookplaat aan de werkoppervlakte met behulp van 4
schroeven aan de onderkant van de kookplaat (zie afb. 5). Pas de ligging van
de montage hulpstuk aan de verschillende diktes van de werktafel.
6. Let op, dat de montage hulpstukken na installatie de binnen oppervlakte van de
werktafel niet aanraken (zie afb. 6).
WAARSCHUWING
Onder de kookplaat bevinden zich de ventilatieopeningen. Tijdens de montage
van de kookplaat let op, zodat deze niet door de werktafel geblokkeerd worden.
Neem in acht, dat de lijm die het kunststof of hout met meubelen verbindt, dient
de temperatuur van 150 ° C doorstaan, zodat de bekleding niet los raakt.
Na de installatie van de kookplaat verzeker je zich dat:
– de verbindingskabel vrij toegankelijk is, dwz. niet door bv. kastdeur of
lade geblokkeerd,
– voldoende toestroom van verse lucht van de buitenkant van de kast naar
de basis van het apparaat aanwezig is,
– indien het apparaat boven de lade of kast gemonteerd wordt, onder de
basis van de kookplaat bevindt zich een thermische isolatie,
– scheidingsschakelaar is voor de gebruiker goed bereikbaar.
16 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
Aansluiting - stroom
• Controleer of de technische specificaties van het apparaat (zie naamplaatje)
overeenstemmen met de gegevens van de lokale stroomvoorziening.
• De aansluiting van het apparaat op de installatie van de voeding moet worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien in overeenstemming met de
toepasselijke internationale, nationale en lokale voorschriften.
• De inductie-kookplaat is uitgerust met een aansluitkabel. Het moet op de
stekker worden aangesloten of rechtstreeks op een geschikt stopcontact worden
aangesloten.
• Bij het aansluiten van het apparaat op de elektrische spanning gebruik geen
adapters, reduceerstukken noch meervoudige contactdozen.
• De spanningskabel mag geen hete elementen aanraken en dient op zulke
manier geplaatst worden, zodat er op geen enkel moment aan de temperatuur
boven 75 °C blootgesteld is.
• Gebruik het toestel niet met een externe timer of afstandsbediening.
5.2Bediening
De werking van de inductie-kookplaat
In inductie-kookplaten wordt elektrische spanning aangelegd op een geleidende
spoel onder glas. Dit creëert een magnetisch veld dat, als een fysiek effect, de
bodem van de schotel direct verwarmt.
Dit bespaart tijd en energie, omdat hier - zoals in het geval van traditionele
kookzones - de verwarming en de verwarming van de glasverwarmingszone niet
plaatsvindt.
Een ander voordeel - dankzij de hierboven beschreven technische kenmerken - is
een zeer korte kooktijd.
Bovendien verandert de warmtetoevoer onmiddellijk bij elke verandering van
instelling en kan deze nauwkeurig worden aangepast. De inductieverwarming
reageert zo snel op veranderingen in instellingen als een gasfornuis, omdat de
energie onmiddellijk de pot bereikt, zonder eerst andere materialen te moeten
verwarmen.
Inductietechnologie combineert deze reactiesnelheid met het fundamentele
voordeel van stroom, waardoor een nauwkeurige regeling van de warmte-invoer
mogelijk is.
105862 17 / 38
Installatie en bediening
NL
• Kookgerei van ijzer
• Pannen van geëmailleerd ijzer
• Potten / pannen van staal of
geëmailleerd gietijzer
• Gietijzeren potten / pannen
• Kookgerei van 18/0 roestvrij staal en
aluminium, indien gemarkeerd als
geschikt voor inductie (let op de
beschrijving van het kookgerei)
• Containers met een uitpuilende bodem
• Kookgerei van aluminium, brons of
koper, tenzij ze duidelijk gemarkeerd
zijn als geschikt voor inductie
• Potten / pannen met een diameter van
minder dan 14 cm
• Kookgerei met poten
• Keramisch kookgerei
• Glazen kookgerei
Het juiste kookgerei
Vanwege de speciale werking van de inductiewarmhoudplaat is alleen kookgerei
met een magnetiserende bodem geschikt.
Gebruik voor het beste resultaat alleen pannen / potten met een diameter van 14
cm tot 28 cm.
Ongeschikt kookgerei
18 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
1. max. 1800/3000 W kookpunt
2. max. 1800/3000 W kookpunt
3. max. 1800/3000 W kookpunt
4. max. 1800/3000 W kookpunt
5. Inductiezone linkerzijde
3000/4000 W
6. Inductiezone rechterzijde
3000/4000 W
Afb. 7
Afb. 8
1. Instelbereik van de kookniveaus /
tijd
2. Keuze van de kookzones
3. Start/pauzeknop
4. Digitaal display
5. Knop van warmtebehoud functie
6. Knop van Booster functie
7. Blokkadeknop
8. Aan/Uit knop
Vóór gebruik
1. Voor het eerste gebruik van het apparaat, dient deze te worden gereinigd
volgens de aanwijzingen in punt 6 „Reiniging“.
2. Droog het apparaat grondig.
3. Zet de juiste pan met inhoud op het uitgekozen kookpunt of inductiezone.
4. Voer de gewenste instellingen uit zoals hieronder beschreven.
Verdeling van het vermogen kookpunten/kookvlakken
Bedieningselementen / getoonde berichten
105862 19 / 38
Installatie en bediening
NL
1. Druk op de knop AAN/UIT op het
bedieningspanel.
Na het aanzetten klinkt er een geluidssignaal en op het
digitale display verschijnt „00“.
Op het veld van de keuze van de kookzones verschijnt
„“, „“ en „“, de inductieplaat schakelt naar
Standby modus om.
2. Plaats op het kookpunt dat gebruikt wordt,
de juiste pan of koekenpan.
3. Verzeker je zich, dat de bodem van de
pan/koekenpan en de oppervlakte van de
kookplaat schoon en droog zijn.
• Besturingselementen reageren op aanraking, zonder hard drukken.
• Gebruik de vlakke zijde, niet de vingertoppen
• Telkens als de aanraking geregistreerd wordt, wordt een geluidssignaal
hoorbaar.
• Let op dat de besturingselementen altijd schoon en droog zijn zodat er geen
voorwerpen erop zich bevinden (bv. kookgereedschap of doekje). Zelfs een
dunne laag van water kan de bediening via besturingselementen bemoeilijken.
Inbedrijfstelling van het apparaat
20 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
Na het kiezen van het kookpunt knippert de
indicatie “0”.
4. Stel het kookniveau binnen het bereik 1 9 af door het verschuiven van de vinger op
het instelbereik, zodat op het veld van de
keuze van de kookzones het gewenste
niveau verschijnt.
Kookniveau 1 = het laagste niveau
Kookniveau 9 = het hoogste niveau
1. Op het veld van de keuze van de kookzones raak het
symbool van het kookpunt, dat uitgezet dient te worden.
2. Verschuif de vinger op het instelbereik
naar linkerzijde, totdat op het veld van
de keuze van de kookzones “0”
verschijnt.
5. Indien binnen 1 minuut geen temperatuurniveau gekozen wordt, zet de
inductieplaat zich uit. Begin dan alweer van de stap 1.
Het afstellen van het kookniveau kan op elk moment tijdens het koken worden
veranderd.
Indien op het display om de beurt en kookniveau knipperen, houdt dit in dat:
– op het juiste kookveld geen pan werd geplaatst
– de gebruikte pannen zijn niet geschikt voor inductie
– de pan is te klein of staat niet centraal op het kookpunt.
Indien er geen opwarming gebeurt, kan dit betekenen, dat op het kookpunt geen
juiste pan staat.
Indien op het kookpunt geen juiste pan geplaatst wordt, zet het digitale display zich
automatisch binnen 1 minuut uit.
Bereiding beëindigd
105862 21 / 38
Installatie en bediening
NL
3. Zet de gehele kookplaat door de aan-uitschakelaar aan
te raken uit. .
Let op - hete oppervlaktes!
H geeft weer, welk kookpunt heet is. De indicatie dimt, als
de oppervlakte tot een veilige temperatuur afgekoeld is.
Deze functie kan tot het besparen van de energie bijdragen,
indien willen wij de volgende pan opwarmen.
Activering van de Booster functie
1. Kies op het veld van de keuze van de kookzones het
gewenste kookpunt.
2. Raak de knoop van de Booster functie aan
.
Voor het gekozen kookpunt op het veld van de
keuze van de kookzones verschijnt “b”.
De keuze van deze functie leidt ertoe dat op het
gekozen kookpunt het maximale vermogen
bereikt wordt.
VOORZICHTIG!
Na elk gebruik dient de inductieplaat met behulp van de
scheidingsschakelaar uitgezet worden. Wacht niet totdat de kookplaat
automatisch gaat uitzetten, omdat er geen pannen noch koekenpannen
erop zich bevinden.
Toepassing van de Booster functie
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand!
Olie en vet warmen zich zeer snel op en kunnen in brand raken.
Tijdens het gebruik van de Booster functie wees bijzonder voorzichtig.
22 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
Deactivering van de Booster functie
1. Op het veld van de keuze van de kookzones raak het
symbool van het eerder gekozen kookpunt aan, zodat de
Booster functie uitgezet wordt.
- door het opnieuw aanraken van
de knop van de Booster functie
wordt de primaire instelling
van het kookpunt
teruggebracht.
OF
– door het verschuiven van de
vinger op het instelbereik van
het kookpunt ga terug naar de
eerder gekozen instelling.
Activatie van warmtebehoud functie
1. Door het aanraken van het juiste symbool op het veld
van de keuze van de kookzones kies één van de
kookpunten.
Aanwijzingen
• Booster functie kan voor alle kookpunten toegepast worden.
• Na 5 minuten gaat het kookpunt naar zijn primaire instelling terug.
• Als de Booster functie voor het kookpunt 1 geactiveerd werd, beperkt zich het
vermogen van het kookpunt 2 automatisch naar het kookniveau 2 en
omgekeerd.
•Indien de primaire instelling “0” is, dan na 5 minuten gaat het kookpunt terug
naar het kookniveau 9.
Warmtebehoud functie
105862 23 / 38
Installatie en bediening
NL
2. Raak de knop van warmtebehoud
functie aan .
Op het veld van de keuze van de
kookzones voor het gekozen kookpunt
verschijnt “”.
Deactivatie van warmtebehoud functie
1. Raak op het veld van de keuze van de kookzones het
gewenste kookpunt aan.
Door het verschuiven van de vinger op het
instelbereik zet de instelling naar het
gekozen kookniveau terug.
Inductiezones
Afhankelijk van de behoeften kunnen de inductiezones als enkelvoudige kookzones
of twee verschillende kookzones gebruikt worden.
Elke van de inductiezones bestaat uit twee onafhankelijke inductoren, die
afzonderlijk kunnen worden bediend. Tijdens het gebruik als enkelvoudige
kookpunten wordt de pan verschuift binnen de inductiezone van de ene zone naar
de andere, waarbij hetzelfde vermogen van de zone waarop de pan eerst geplaatst
werd, wordt behouden. De oppervlakte, die niet door een pan bedekt is, wordt
automatisch uitgezet.
OPGELET!
De pan dient altijd in het midden van het kookpunt/kookzone geplaatst te
worden.
Bij ovale, vierkante of lange koekenpannen let op, zodat de koekenpan in
het midden van de kookzone staat, beide kruisjes bedekt zijn en de pan
meer dan 3/4 van de kookzone bedekt.
Het is niet aanbevolen om de ronde pan in de middenzone te plaatsen.
24 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
Toepassing als één grote enkelvoudige kookzone
1. Om de inductiezone als één grote kookzone te
activeren, raak gewoon de juiste symbolen op het veld
van de keuze van de kookzones aan.
De instelling fungeert als bij elk ander normaal gebied.
Toepassing als twee onafhankelijke kookzones
1. Om de inductiezone als twee onafhankelijke
kookzones te activeren, raak gewoon de
juiste symbolen op het veld van de keuze van
de kookzones aan.
Voorbeelden van de juiste en niet gunstige plaatsing van de pan op de kookzones.
Indien de pan op de voorkant aan de achterkant (of omgekeerd) geplaatst wordt,
herkent automatisch de inductiezone een nieuwe positie, waarbij hetzelfde
vermogen behouden wordt.
2. Om volgende pan toe te voegen, raak opnieuw de juiste symbolen om de pan te
herkennen aan.
105862 25 / 38
Installatie en bediening
NL
Blokkeren / ontgrendelen van besturing
De besturing kan geblokkeerd worden, zodat ongewenst gebruik onmogelijk wordt
(bv. toevallig aanzetten van de kookpunten door kinderen).
De besturing kan op de navolgende wijze geblokkeerd worden:
1. Raak de blokkadeknop aan.
Timer indicatie geeft “L” weer.
De besturing kan op de navolgende wijze ontgrendeld worden:
1. Houd de blokkadeknop door enkele seconden ingedrukt.
AANWIJZING!
Als het apparaat geblokkeerd werd, is de gehele besturing met
uitzondering van de knop Aan/Uit non-actief.
In een dringend geval kan het apparaat altijd met gebruik van de knop
Aan/Uit aangezet worden, maar bij het volgende kookproces is het
nodig om de besturing eerst te ontgrendelen.
Timer besturing
Timer kan op twee manieren gebruikt worden:
– als tijdklok: in zulk geval als de ingestelde tijd verloopt, zet de Timer
geen kookpunt uit
– het kan op zulke manier ingesteld worden, zodat na het verlopen van de
ingestelde tijd één of meer kookpunten aangezet worden.
Maximale tijdsinstelling bedraagt 99 minuten.
26 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
1. Verzeker je zich, dat de kookplaat aangezet is.
AANWIJZING!
Het display van de tijdklok kan ook gebruikt worden,
als er geen kookpunt/kookzone gekozen werd.
2. Raak het instelbereik aan.
Op het digitale display verschijnt „10“ en “0” knippert.
3. Stel de gewenste tijd (bv. 6) in door de
vinger op het instelbereik te
verschuiven.
4. Raak het instelbereik aan.
Op het digitale display knippert “1”.
5. Stel de gewenste tijd (bv. 9) in door de
vinger op het instelbereik te
verschuiven.
De ingestelde tijd bedraagt 96 minuten.
Na afloop van de ingestelde tijd, door 30 seconden, wordt een
geluidssignaal hoorbaar en op het digitale display verschijnt
“00”.
Afstellen voor één kookpunt
1. Door het veld van de keuze van de kookzones aan te
raken, kies het kookpunt, waarvoor Timer ingesteld gaat
worden.
Toepassing van de Timer als tijdklok
Timer afstellen om één of enkele kookpunten uit te zetten
105862 27 / 38
Installatie en bediening
NL
2. Raak het instelbereik aan.
Op het digitale display verschijnt „10“ en “0” knippert.
3. Stel de gewenste tijd (bv. 6) in door de
vinger op het instelbereik te
verschuiven.
4. Raak het instelbereik aan.
Op het digitale display knippert “1”.
5. Stel de gewenste tijd (bv. 9) in door
de vinger op het instelbereik te
verschuiven.
De ingestelde tijd bedraagt 96 minuten.
Als de tijd ingesteld werd, begint de Timer direct naar
beneden te tellen. Op het digitale display verschijnt de
overgebleven tijd en het display knippert door 5 seconden.
Als de tijd verloopt, zet zich het gekozen kookpunt
automatisch aan.
De overige kookpunten, indien eerder aangezet, blijven werken.
Naast het display van het vermogensniveau wordt een rode punt weergegeven, dat
geeft aan, dat juist dit kookpunt werd gekozen, bv.:
28 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
Instellen voor enkele kookpunten
Om de tijd voor enkele kookpunten in te stellen, voer identieke stappen als bij het
instellen voor één kookpunt uit.
Bij tegelijkertijd instellen van de tijd voor enkele kookpunten wordt een
decimaalkomma van de gekozen kookpunten aangezet. Het display geeft minuten
Timer weer. Het punt van het gekozen kookpunt knippert.
Het wordt weergegeven als eronder:
(ingesteld voor 15 minuten)
(ingesteld voor 45 minuten)
Als de tijd ingesteld op minuten Timer verloopt,
zet zich het gekozen kookpunt aan. Dan wordt
een nieuwe minuten Timer weergegeven en het
punt van het gekozen kookpunt knippert. Het
wordt als hier rechts weergegeven:
(ingesteld voor
30 minuten)
Na het aanraken van het symbool op het veld van de keuze van de kookzones op
het digitale display verschijnt de juiste tijd.
1. Als de kookpunten werken, raak de knop Start/Pauze
aan .
Op alle displays van de kookpunten verschijnt “” en het
opwarmen wordt stopgezet.
In dit geval kunnen alleen de knoppen , en
bediend worden.
Gebruik van de Start/Pauzefunctie
2. Raak opnieuw de Start/Pauze knop , om met het kookproces door te gaan.
Op displays verschijnt de primaire instelling en de kookpunten worden opnieuw
opgewarmd.
105862 29 / 38
Installatie en bediening
NL
Kookniveaus
Warmtebehoud
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Standaard
werktijden
8
8 8 8 4 4 4 2 2 2
Tab. 3
Automatisch uitzetten / standaard werktijden
Automatisch uitzetten is een veiligheidsfunctie van de inductieplaat. Het gaat
automatisch uitzetten als de gebruiker ooit het apparaat vergeet uit te schakelen.
Standaard werktijden voor verschillende kookniveaus worden in de onderstaande
tabel weergegeven:
Indien de pan weggenomen wordt, kan de inductieplaat direct stoppen met het
opwarmen en na 2 minuten gaat het zelf uit.
Aanwijzingen betreffende koken
• Begin het kookproces van hoge instelling te worden en vervolgens reduceer het
niveau als de gerechten warm of aan het koken zijn.
• Het gebruik van een deksel verkort de kooktijd en bespaart energie omdat de
warmte behouden wordt.
• Bij het koken met de deksel erop verminder het kookniveau direct, als tussen de
deksel en de pan stoom ontstaat.
• Om de kooktijd te verkorten, verminder de hoeveelheid van vloeistof of vet.
• Bij het opwarmen van pap, crèmesoep en dichte sausen, van tijd tot tijd dienen
ze geroerd te worden.
• Na het beëindigen van het kookproces, tot het moment van het serveren,
bewaar de gerechten warm in gesloten bakken.
• Kook de gerechten niet te lang zodat ze hun voedingswaarde behouden.
• Om gezondere resultaten van het koken te bereiken, warm olie noch vet niet tot
het rookpunt op.
• Om de gerechten te bruinen, braad ze in kleine porties en om de beurt.
• In het kookproces kunnen de pannen hoge temperaturen bereiken. Gebruik
pannenlappen of beschermende handschoenen.
30 / 38 105862
Installatie en bediening
NL
Afstellen
Geschikt voor
1 - 2
• zacht opwarmen van kleine hoeveelheden van voedsel
• smelten van chocolade, boter en voedsel, dat snel
aanbrandt
• zacht koken
• langzaam opwarmen
3 - 4
• opwarmen
• snel koken
• rijst koken
5 - 6
• pannekoeken
7 - 8
• braden
• pasta koken
9/P
• braden
• aanbraden
• koken can soepen
• koken van water
Tab. 4
Afstellen van kookniveaus
De navolgende instellingen dienen alleen als richtlijnen worden beschouwd. De
precieze instellingen zijn van vele factoren afhankelijk, tezamen met het gebruikte
pan en hoeveelheid gerecht, dat voorbereid wordt. “Experimenteer” met de
inductieplaat om de instellingen te vinden, die het beste tot de gekozen gerechten
passen.
105862 31 / 38
Reiniging
NL
6 Reiniging
6.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
• Voordat het apparaat kan worden gereinigd, dient het apparaat van het lichtnet
te worden gehaald.
• Het apparaat geheel laten afkoelen.
• Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat komt. Dompel het apparaat niet in
water of andere vloeistoffen om het te reinigen. Gebruik geen waterstraal onder
druk om het apparaat te reinigen.
• Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen en
leiden tot elektrische schokken wanneer ze in contact komen met geleidende
componenten.
• Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Dit kan het oppervlak beschadigen.
• Spons voor het schrobben, sommige nylon schoonmaakmiddelen voor het
schrobben en bijtende detergents kunnen glas beschadigen. Gebruik alleen
daartoe geschikte schoonmaakmiddelen of speciale sponsen voor keramiek
glas van inductieplaten. Volg de aanwijzingen van de producent van bepaalde
schoonmaakmiddel en hulpmiddelen op.
6.2 Reiniging
1. Het apparaat dient regelmatig te worden gereinigd na iedere werk dag, en
wanneer nodig, vaker. Daardoor kun jij het aanbranden van restanten van
voedsel vermijden.
2. Reinig de kookvlakken pas als de indicatie van de restwarmte gedimd is.
3. De dagelijkse verontreinigheden op de kookvlakken (vingerafdrukken, vlekken
van het voedsel of verontreinigheden zonder suiker op het glas) reinig met
behulp van een zacht, nat doekje voor afwas.
4. Veeg af met een zacht doek met schoon water.
5. Droog nauwkeurig de kookvlakken met behulp van een zacht textiel / papieren
doekje.
AANWIJZING!
Totdat het kookvlak heet is, gebruik geen schoonmaakmiddelen, omdat er
kunnen op die manier vlekken ontstaan. Zorg dat alle restanten van het
gebruikte schoonmaakmiddel verwijderd werden.
32 / 38 105862
Reiniging
NL
6. Voedselrestanten die door het overkoken op het kookveld kwamen of erop
gesmolten zijn, alsook restanten die suiker bevatten dienen onmiddellijk of zo
spoedig mogelijk worden verwijderd. Het kan moeilijk zijn om ze van afgekoeld
kookvlak te verwijderen en de glazen oppervlakte kan duurzaam beschadigd
raken.
VOORZICHTIG! Verbrandingsgevaar!
Na het afronden van het kookproces is het kookvlak zeer heet.
Het hete oppervlak niet aanraken.
7. Gebruik een glasschrabber die geschikt voor de glazen kookplaten is. Neem de
instructies van de producent in acht.
WAARSCHUWING! Gevaar voor snijwonden!
Het mesblad van de schrabber is zeer scherp als de afscherming
weggenomen is.
Let op bij het schrabben van glas.
Bewaar de schrabber altijd buiten bereik van kinderen.
8. De glasschrabber gebruik altijd onder een hoek van 30° tegen het kookvlak en
verschuif de verontreinigheden of gemorst voedsel naar een koude oppervlakte.
9. Verwijder van verontreinigheden met behulp van een spons of doekje en reinig
het kookvlak als boven beschreven.
10. Als de gerechten het veld van de aanraakbesturing hebben gemorst, is een
geluidssignaal hoorbaar en het apparaat kan niet werken, totdat vloeistof erop
zit.
11. Zet het apparaat uit en met behulp van de spons of doekje verwijder het
vloeistof of voedselrestanten.
12. Maak het veld van de aanraakbesturing met een vochtig doekje schoon en
vervolgens droog het met behulp van een textiel / papieren doekje.
105862 33 / 38
NL
Problemen
Mogelijke oorzaken
Oplossing
Het apparaat kan
niet worden
aangezet.
Het apparaat is niet op de
elektrische spanning
aangesloten.
Het apparaat staat niet aan.
Sluit het apparaat op de
elektrische spanning aan en
zet het aan.
Check de voeding
Als het probleem zich nog
steeds voordoet, contact
opnemen met de service
Aanraakbesturing
reageert niet
Aanraakbesturing is
geblokkeerd
Ontgrendel de besturing
volgens de aanwijzingen van
het hoofdstuk “Blokkeren /
ontgrendelen van besturing”
Aanraakbesturing
is makkelijk te
bedienen
Op de aanraakbesturing
bevindt zich een dun laagje
van water of vuil
Misschien voor de
aanraakbesturing wordt de
vingertop gebruikt
Zorg dat het gebied van
aanraakbesturing altijd
schoon en droog is
Gebruik de vlakker
oppervlakte van vinger voor
de aanraakbesturing
Het glasveld heeft
krassen
De pannen hebben ruwe
randen
Er werd een onjuiste schrabof schoonmaakmiddel
gebruikt
Gebruik een geschikte
pannen („Geschikte en
ongeschikte pannen”)
Gebruik juiste
schoonmaakmiddelen
(“Reinigen”)
7 Adviezen en tips
Adviezen en tips
34 / 38 105862
Adviezen en tips
NL
Problemen
Mogelijke oorzaken
Oplossing
Sommige
kokenpannen/pann
en kraken of
klikken
Het komt door de opbouw
van deze pannen: lagen van
verschillende soorten
metalen vibreren op
verschillende manieren
Het is normaal bij pannen die
geschikt zijn voor
inductieplaten en vormt geen
gebrek noch fout
Zacht brommen
tijdens werk bij
hoog vermogen
Het is verbonden met de
technologie van inductie
koken
Het is normaal gebeuren, bij
het verminderen van het
vermogen wordt dit geluid
zachter of verdwijnt helemaal
Het geluid bij de
werkende
ventilator
Ingebouwde ventilatoren
voorkomen het oververhitten
van de elektronica tijdens
werk en kort na uitzetten van
het apparaat
Het is normaal gebeuren en
eist geen actie
Pannen warmen
zich niet op
Het apparaat kan de pan niet
herkennen omdat:
– het niet voor de inductie
is geschikt
– het te klein voor een
bepaald kookpunt is
– het niet centraal staat
Gebruik alleen pannen die
voor inductie geschikt zijn
Verzeker je zich, dat de
diameter/bodemafmetingen
van de pan met het kookpunt
overeenkomt
Plaats de pan altijd in het
midden van het kookpunt
Tab. 5
105862 35 / 38
Mogelijke storingen
NL
Fout code
Oorzaken
Oplossingen
LED indicatoren
branden niet
Geen stroom
Check de voeding
De beschadigde verbinding
tussen de voedingsboard en
het display
Neem contact op met de
service en laat de verbinding
controleren
Beschadigde onderdelen van
de voedingsboard
Neem contact op met de
service
Beschadigd display
Neem contact op met de
service
Sommige
knoppen of LED
indicatoren
werken niet of
niet juist zijn
Beschadigd display
Neem contact op met de
service
Beschadigd onderdeel (bijv.
transistor).
Neem contact op met de
service
De indicatie van
kookmodus
brandt, maar er is
geen opwarmen
Te hoge temperatuur van de
kookplaat
Check de
omgevingstemperatuur
Zorg voor vrije luchtinlaat en uitlaat
De ventilator is geblokkeerd
of beschadigd
Check de ventilatoren of laat
het door service vervangen
De voedingsboard is
beschadigd
Neem contact op met de
service
8 Mogelijke storingen
Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het
verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het
apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen
worden verholpen.
36 / 38 105862
Mogelijke storingen
NL
Fout code
Oorzaken
Oplossingen
Het opwarmen
zet zich tijdens
de werking uit en
op het display
knippert “u”
Ongeschikte pan
Gebruik geschikte pan
Te kleine diameter van de
pan
Beschadigde sensor van de
pandetectie
Neem contact op met de
service
Oververhitte kookvlak
Zet het apparaat met behulp
van de knop uit, laat het
afkoelen en zet het opnieuw
aan
De indicatoren
van de
kookpunten aan
dezelfde zijde
(eerste en
tweede
kookpunt) geven
“u” weer
Fout van de aansluiting van
de voedingsboard en het
display
Neem contact op met de
service
Beschadigd display
Neem contact op met de
service
Beschadigde voedingsplaat
Neem contact op met de
service
Luide geluiden
van de
ventilatoren
Beschadigde ventilator/en
Neem contact op met de
service
Het apparaat of
kookzone zet
zich zelf uit
Er is een
geluidssignaal
hoorbaar en er
verschijt een fout
code
Technische fout
Noteer de fout code en neem
contact met de service op
105862 37 / 38
NL
Fout code
Oorzaken
Oplossingen
F1-F6
Defecte temperatuursensor
Neem contact op met de
service
F9-FA
Sensor van de
temperatuurfout IGBT
Neem contact op met de
service
FC
Verbinding tussen het display
en de voedingsboard is mislukt
Neem contact op met de
service
E1/E2
Onjuiste spanning
Check de elektrische spanning
en zet het apparaat opnieuw
aan
E3/E4
Sensor van het glasveld
temperatuur is te heet
Laat het apparaat afkoelen en
herstarten
E5
Temperatuursensor IGBT is te
heet
Laat het apparaat afkoelen en
herstarten
Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool.
Elektrische apparatuur moet op een correcte en
milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled.
Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk
afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de
voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.
Foutcodeberichten
9 Verwijdering
Elektrische apparaten
Verwijdering
Elektrische apparaten moeten naar aangewezen inzamelpunten worden gebracht.
38 / 38 105862
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.