ATAG VA6411RT User Manual [nl]

Page 1
   
VA 6411RT/A01 VA 9411RT/A01
handleiding
Page 2
Page 3
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 4 . . . . . . . .
Kennismaking met het apparaat 5 .
Wateronthardingsinstallatie 6 . . . . .
Vul onthardingszout 7 . . . . . . . . . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 8 . . . .
Serviesgoed 9 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afwasmiddel 12 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
auto 3in1 13 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 15 . . . . . . . . . .
Afwassen 16 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Extra functies 18 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 19 . . . .
Opsporing van storingen 21 . . . . . . . .
Inschakelen van de Servicedienst 24
Aanwijzingen 25 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie 25 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afvoeren van de verpakking en
van uw oude apparaat 27 . . . . . . . . . .
Page 4
4
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie­en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten.
Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het lichtnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings­systeem van de elektrische huisinstallatie volgens de geldende elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de afwasautomaat.
Als de afwasautomaat in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet hij volgens de voorschriften en bovendien aan de achterwand bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen: Het kunststof huis aan de water­aansluiting bevat een elektrisch ventiel. In de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden en het kunststof huis niet in water onderdompelen.
Waarschuwig
Als het toestel niet in een nis staat en daardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar voor verwondingen). De afdekkingen krijgt u als extra toebehoren bij de klantendienst of uw dealer.
Dagelijks gebruik
Attentie
Messen en andere voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden in de bestekkorf zetten of plat in de servieskorf leggen.
De afwasautomaat alleen in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen.
Bij vrijstaande apparaten erop letten dat het apparaat naar voren kan kiepen bij te vol geladen servieskorven.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater.
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie.
Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
Om verwondingen bijv. door struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen.
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
Page 5
5
Bij kinderen in het huishouden
Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
Bij een hoog ingebouwd apparaat bij het openen en sluiten van de deur erop letten dat kinderen zich niet tussen de deur van het apparaat en de kastdeur eronder wringen en/of bekneld raken.
Bij schade
Reparaties en ingrepen mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken (alleen aan de stekker trekken, niet aan de aansluitkabel) resp. de zekering uitschakelen of losdraaien. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren.
Waarschuwig
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten raken (verstikkingsgevaar) of in andere situaties terechtkomen. Daarom: Stekker uittrekken, netkabel afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig kapot maken dat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
Bedieningspaneel
1 Hoofdschakelaar 2 Toets om de deur te openen 3 Toets starttijd kiezen 4 Cijferindicatie 5 Extra functies* 6 Indicatie Watertoevoer controleren* 7 Indicatie zout bijvullen 8 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen 9 Programmatoetsen
* niet bij alle modellen
Binnenkant van het apparaat
20
Bovenste servieskorf met etagère
21
Extra bestekkorf voor de bovenste servieskorf *
22
Bovenste sproeiarm
23
Onderste sproeiarm
24
Zoutreservoir met bijvul-indicatie *
25
Zeven
26
Bestekkorf
27
Onderste servieskorf
28
Vergrendeling voor afwasmiddelbakje
29
Reservoir voor glansspoelmiddel met bijvulindicatie
30
Afwasmiddelbakje
31
Typeplaatje
* niet bij alle modellen
Inkopen voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt:
– zout – afwasmiddel – glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn voor de vaatwasmachine.
Page 6
6
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat. De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water bij het waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel voor de waterhardheid.
Tabel voor de waterhardheid
Programmatoets B ingedrukt houden en de hoofd- schakelaar
1
inschakelen. Daarna de toetsen loslaten. De indicatie van de toets B en de door de fabriek ingestelde
waarde op de cijfer- indicatie knipperen.
Om de instelling te veranderen: programmatoets B indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelling steeds met één cijfer ver­hoogd. Als u het cijfer hebt bereikt,
dan springt de indicatie weer op . Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De
ingestelde waarde is in het geheugen van het apparaat opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per afwasprogramma – afhankelijk van de instelling voor de waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
Page 7
7
Vul onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
De schroefdop van het voorraadreservoir 24 eraf draaien.
Vóór het eerste gebruik ca. 1 liter water in het zoutreservoir gieten.
Hierna zoveel zou bijvullen (geen tafelzout) tot het zoutreservoir vol is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult, dan wordt het water verdrongen en loopt weg.
De indicatie zout bijvullen 7 op het bedieningspaneel brandt eerst en gaat na enige tijd uit als zich een voldoende zoutconcentratie heeft gevormd.
Bij het instellen op mag u geen regenereerzout gebruiken omdat er tijdens
het afwassen geen zout verbruikt wordt. De indicatie voor zout is uitgeschakeld. Bij het instellen op tot moet het
zoutreservoir met zout worden gevuld.
Waarschuwig
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra in het bedieningspaneel de indicatie zout bijvullen 7 brandt, moet u onmiddellijk vóór de volgende afwasbeurt zout bijvullen.
Afhankelijk van het aantal afwasbeurten en de instelling van de wateronthardingsinstallatie kan het meerdere maanden duren voordat het zout bijgevuld dient te worden.
Page 8
8
Vullen met glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten.
Deksel van het voorraadreservoir voor glansspoelmiddel 29 openklappen.
Hiertoe op de markering (1 ) op het deksel drukken en tegelijkertijd het
deksel met het bedieningslipje (2 ) optillen.
Het reservoir voorzichtig tot net onder de rand van de vulopening met glansspoelmiddel vullen.
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
Eventueel gemorst glansspoelmiddel met een doekje verwijderen om overmatige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Instellen van de juiste dosering van glansspoelmiddel
De dosering van de hoeveelheid glansspoelmiddel kan traploos worden ingesteld. De instelknop is door de fabriek op 4 ingesteld.
Verander de instelling van de instelknop voor glansspoelmiddel als er strepen (draaien in richting –) of watervlekken (draaien in richting +) op het serviesgoed achterblijven.
29
Instelknop voor glansspoelmiddel
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
Zodra de glansspoelmiddelindicatie op het bedieningspaneel 8 brandt, moet glansspoelmiddel worden bijgevuld.
Bij gebruik van reinigingsproducten met geïntegreerd glansspoelmiddel kan de glansspoelmiddelindicatie worden uitgeschakeld (zie „Glansspoelmiddel­indicatie uit- en inschakelen” in het hoofdstuk „auto 3in1”).
Page 9
9
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat.
Kunststof voorwerpen/onderdelen die gevoelig zijn voor heet water.
Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf. Materiaal dat water absorbeert, zoals
sponzen of doeken.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Advies:
koop voortaan alleen serviesgoed waarop staat aangegeven dat het geschikt is voor de afwasmachine.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het glas;
chemische samenstelling van het afwasmiddel;
temperatuur van het water en programmaduur van de afwasautomaat.
Advies:
gebruik glas en porcelein dat door de fabricant aangeduid wordt als geschikt voor afwasautomaten.
Gebruik afwasmiddel dat het serviesgoed ontziet. U kunt dit informeren bij de fabricant van het afwasmiddel.
Kies een programma met een zo laag mogelijke temperatuur en een korte programmaduur.
Om beschadigingen te voorkomen glas en bestek na afloop van het programma zo snel mogelijk uit de afwasautomaat halen.
Serviesgoed inruimen
Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat
D
het stevig staat en niet kan omvallen;
D
alle soorten serviesgoed met de opening naar beneden staan;
D
serviesgoed met een ronding of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen;
D
het de twee sproeiarmen tijdens het ronddraaien niet belemmert.
Heel kleine stukken kunnen niet in de machine gewassen worden omdat ze makkelijk uit de manden kunnen vallen.
Vaatwerk uit de machine halen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste mand op het vaatwerk in de onderste mand vallen, is het aan te raden om eerst de onderste en dan de bovenste mand te legen.
Page 10
10
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 20
* niet bij alle modellen Pannen
Onderste servieskorf 27
Bestek
Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak naar beneden inruimen. Zo kan de sproeistraal elk stuk bestek beter bereiken.
Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen op de etagère (niet bij alle modellen) of op de besteketagère (tegen meerprijs verkrijgbaar) leggen.
Omklapbare bordensteunen *
* niet bij alle modellen De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen en schalen practischer kunnen worden ingeruimd.
De etagère *
* niet bij alle modellen Hoge glazen en glazen op een hoge voet
niet tegen het servies maar tegen de rand van de etagère laten leunen.
Lange voorwerpen, voorsnij- en slacouverts, pollepels of messen op de etagère leggen zodat de sproeiarmen ongehinderd kunnen ronddraaien. U kunt de etagère naar wens in- en uitklappen.
Page 11
11
Houder voor kleingoed *
* niet bij alle modellen Hier kunnen lichte voorwerpen van
kunststof zoals bekers, deksels enz. vastgeklemd worden.
Verstellen van de korfhoogte *
* niet bij alle modellen De bovenste servieskorf kan – indien
gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed.
Hoogte van het appa­raat in cm
81 86
max. ø in cm boven 20/25* 20/25* max. ø in cm onder 30/25* 34/29*
Afhankelijk van de uitvoering van de bovenste servieskorf in uw model afwasautomaat kunt u kiezen uit een van de volgende manieren om te werk te gaan:
bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf uittrekken. De bovenste servieskorf eruit halen
en op de bovenste resp. onderste rollen weer inhangen.
Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant (Rackmatic)
De bovenste servieskorf uittrekken. Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf een voor een naar binnen drukken. Hierbij de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vasthouden om te voorkomen dat hij plotseling naar beneden valt.
Om de korf op te tillen: de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat u hem weer in het apparaat schuift – aan beide zijden op dezelfde hoogt ligt. Anders kan de deur van het apparaat niet dicht en heeft de bovenste sproeiarm geen verbinding met het aansluitpunt van de watertoevoer.
Page 12
12
Afwasmiddel
U kunt de in de handel verkrijgbare vloeibare of poedervormige afwasmiddelen resp. tablets gebruiken (geen handafwasmiddel!).
Bij het gebruik van afwasmiddel zonder fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de binnenwanden van de machine ontstaan. U kunt dit vermijden door een grotere hoeveelheid afwasmiddel te doseren.
Of een afwasmiddel geschikt is voor zilveren voorwerpen vindt u op de verpakking van het afwasmiddel.
Hebt u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel.
Afwasmiddelbakje met doseerhulp
De indeling in het afwasmiddelbakje biedt hulp bij de juiste dosering van het afwasmiddel.
Onderste lijn 15 ml Middelste lijn 25 ml
Helemaal vol 40 ml Als het afwasmiddelbakje 30 nog dicht
is: vergrendeling 28 bedienen om het te openen.
Vul afwasmiddel
Bakje 30 met afwasmiddel vullen. Voor de dosering zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking van het afwasmiddel.
Attentie
Doordat de reinigingstabletten van verschillend fabrikaat op een verschillende manier oplossen, is het mogelijk dat bij korte programma’s niet de volle reinigingskracht wordt bereikt en dat er onopgeloste reinigingsdeeltjes achterblijven. Voor deze programma’s is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
Bij het programma „Intensief” (niet bij alle modellen) is de dosering van één tablet voldoende. Bij gebruik van poedervormig afwasmiddel kunt u nog wat extra afwasmiddel op de binnenkant van de deur strooien.
Besparingstip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven.
Deksel van het afwasmiddelbakje sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot slot (2) licht erop drukken zodat de sluiting hoorbaar vastklikt.
Bij gebruik van tabletten vindt u op de verpakking waar u de tabletten moet gebruiken (bijv. in de bestekkorf, het afwasmiddelbakje etc.). Let erop dat ook bij gebruik van tabletten het deksel van het afwasmiddelbakje gesloten is.
Page 13
13
auto 3in1
Het gebruik van zogenaamde gecombineerde reinigingsproducten kan het gebruik van glansspoelmiddel en/of onthardingszout overbodig maken.
Op het moment zijn verschillende soorten gecombineerde reinigingsproducten verkrijgbaar:
2in1: deze bevatten afwasmiddel en glansspoelmiddel of een zoutfuntie.
3in1: deze bevatten afwasmiddel, glansspoelmiddel en een zoutfunctie.
4in1: deze producten bevatten afwasmiddel, glansspoelmiddel, zoutfunctie en een extra glasbeschermingscomponent.
Daarnaast worden – afhankelijk van de fabrikant – nog andere gecombineerde producten met een vergelijkbare werking aangeboden.
>>> Altijd nakijken om welk soort
afwasmiddel of gecombineerd product het gaat!
De gebruiksaanwijzing of de aanwijzingen op de verpakking altijd in acht nemen.
Het afwasprogramma past zich automatisch zó aan dat altijd het best mogelijke afwas- en droogresultaat wordt bereikt.
Neem de volgende belangrijke aanwijzingen in acht bij het gebruik van gecombineerde reinigingsproducten:
Alleen tot een waterhardheid van 21_ dH (37_ fH, 26_ Clarke, 3,7 mmol/L) kan van het gebruik van onthardingszout worden afgezien. Andere instellingen aan het apparaat zijn overbodig.
Bij een waterhardheid van meer dan 21_ dH (37_ fH, 26_Clarke, 3,7 mmol/L) is het gebruik van zout wel noodzakelijk. Zoutreservoir 24 met zout vullen en de wateronthardingsinstallatie op stand 6 zetten.
Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van het reinigingsmiddel, vooral als:
het serviesgoed na afloop van het programma erg nat is,
er kalkaanslag ontstaat.
Attentie!
Optimale afwas- en droogresultaten bereikt u door het gebruik van normale afwasmiddelen in combinatie met (apart) gebruik van onthardingszout en glansspoelmiddel.
Het in acht nemen van de gebruiksaanwijzing of de aanwijzingen op de verpakking van de gecombineerde reinigingsmiddelen is van groot belang voor de effectiviteit van deze middelen.
Attentie!
Ook als de indicatie glansspoelmiddel bijvullen en/of onthardingszout bijvullen brandt, loopt het afwasprogramma bij gebruik van 3in1 producten probleemloos af.
Als de indicatie glansspoelmiddel bijvullen
8
of onthardingszout bijvullen
7
u stoort en u deze wilt uitschakelen, ga dan als volgt te werk:
Page 14
14
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uit- en inschakelen
U kunt de indicatie glansspoelmiddel bijvullen 8 in- of uitschakelen. Deze functie kan als volgt gewijzigd worden.
Programmatoets 3 ingedrukt houden en de hoofdschakelaar 1 net zolang indrukken tot de cijferindicatie brandt. Hierna de toetsen loslaten. Op de cijferindicatie 4 verschijnt (indicatie glansspoelmiddel bijvullen ingeschakeld). Door indrukken van de programmatoets
3
kunt u de indicatie glansspoelmiddel bijvullen uit- of inschakelen .
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen; de instelling is in het geheugen opgeslagen.
Indicatie onthardingszout bijvullen / wateronthardingsinstallatie uit- en inschakelen
Programmatoets B ingedrukt houden en hoofdschakelaar 1 inschakelen. Hierna de toetsen loslaten. Het indicatielampje van toets B en de door de fabriek ingestelde waarde
op de cijferindicatie knipperen.
Om de instelling te wijzigen: Programmatoets B indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de instelwaarde steeds met één cijfer verhoogd. Als de waarde is bereikt, springt de indicatie weer op (de indicatie zout bijvullen/onthardingsinstallatie is uitgeschakeld).
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen.
Voor het regenereren van de wateronthardingsinstallatie hebt u ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per afwasbeurt – afhankelijk van de instelling van de waterhardheid – met 0 tot maximaal 4 liter verhoogd.
Attentie!
Als u afwasmiddel en glansspoelmiddel apart gebruikt of als u van gecombineerde reinigingsmiddelen op de gebruikelijke reinigingsproducten omschakelt, let er dan op dat de indicatie glansspoelmiddel bijvullen is ingeschakeld en de wateronthardingsinstallatie op de juiste waterhardheid is ingesteld.
Page 15
15
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Koffie, gebak, melk,
worst, koude dranken,
salade
Soep, soufflé, saus,
aardappelen,
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
Gevoelig
Soort serviesgoed bijv. porselein,
pannen, bestek, glazen etc.
Soort etensresten bijv.
Programm­averloop
Drogen
Glans-
spoelen
55_
Tussen­spoelen
Schoon-
maken
40_
Voorspoelen
Glans-
spoelen
55_
Tussen­spoelen
Schoon-
maken
45_
Soep,
aardappelen,
deegwaren, rijst, eieren,
gebraden
gerechten
Afwas­programma’s
heel
weinig
weinigveel
Hoeveelheid etensresten
Toestand van de etensresten
Intensief
70_
Auto
55_-65_
Eco
50_
Glas
40_
Snel
45_
Voor-
spoelen
GemengdGemengdOngevoelig
gemiddeld
weinig aangekoekt
erg
aangekoekt
Drogen
Glans-
spoelen
65_
Tussen-
spoelen
Schoon-
maken
50_
Voorspoelen
Drogen
Glans-
spoelen
70_
Tussen­spoelen
Drogen
Schoon-
maken
70_
Voorspoelen
40_
Het programmaverloop wordt, afhankelijk
van de graad van vervuiling van het
serviesgoed, geoptimeerd en aangepast.
Afspoelen
als het
serviesgoed
enkele dagen tot de afwas in het
apparaat bewaard
wordt.
Voorspoelen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de hoeveelheid serviesgoed, resp. van de etensresten kunt u in het programma­overzicht het juiste door u in te stellen
programma vinden.
De bijbehorende programmagegevens vindt u in de korte handleiding.
Page 16
16
Afwassen
Besparingstip
Bij een niet vol beladen machine kunt u meestal gebruik maken van een minder sterk programma.
Programmagegevens
De programmagegevens vindt u in de korte handleiding. Ze hebben betrekking op normale omstandigheden. Door:
verschillen in de hoeveelheid serviesgoed
de temperatuur van het toegevoerde water
de druk in de waterleiding de omgevingstemperatuur toleranties in de netspanning en de onvermijdelijke toleranties in het
apparaat (bijv. temperatuur,
hoeveelheid water, ...) kunnen grotere afwijkingen optreden. De waarden van het waterverbruik hebben
betrekking op instelwaarde 4 van de waterhardheid.
Aqua-Sensor *
* niet bij alle modellen De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee de vertroebeling van het afwaswater wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt de Aqua-Sensor in werking. Als de Aqua-Sensor actief is, kan het „schone” afwaswater in de volgende reinigingsfase gebruikt worden en/of de temperatuur worden aangepast. Is het water te vuil, dan wordt het afgepompt en door vers water vervangen. Op deze manier kan het waterverbruik met ca. 4 liter verminderd worden.
Inschakelen van het apparaat
Kraan opendraaien. Hoofdschakelaar 1 inschakelen. De indicaties van het laatst gekozen
programma branden. Dit programma begint als u geen andere programmatoets 9 hebt ingedrukt.
Op de cijferindicatie 4 verschijnt de vermoedelijke programmaduur.
Deur sluiten. Het programmaverloop start automatisch.
Resttijdindicatie
Na het starten verschijnt op het display de vermoedelijke duur van het programma. De programmaduur wordt beïnvloed door de temperatuur van het water, de hoeveelheid serviesgoed en de graad van vervuiling. Door wijzigingen in deze gegevens kan de looptijd (afhankelijk van het gekozen programma) sterk variëren. Doordat de beïnvloeding van de programmaduur pas tijdens het programmaverloop wordt herkend, kunnen grotere tijdsprongen optreden.
Starttijd kiezen * * niet bij alle modellen
U kunt het programma tot 19 uur later (in stappen van een uur) laten starten.
Apparaat inschakelen. Toets starttijd kiezen 3 net zolang
indrukken tot de cijferindicatie
4
op springt. Toets starttijd kiezen net zo vaak
indrukken tot de aangegeven tijd aan uw wens voldoet.
Om de gekozen starttijd te wissen: toets starttijd kiezen net zo vaak indrukken tot op de cijferindicatie
verschijnt. Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
Page 17
17
Einde van het programma
Het einde van het programma wordt akoestisch aangegeven door een zoemtoon. Deze functie kan als volgt veranderd worden:
functietoets C ingedrukt houden en
de hoofdschakelaar 1 inschakelen.
Daarna de toetsen loslaten.
De functietoets C knippert en op de
cijferindicatie brandt de door de fabriek
ingestelde waarde (halfluid).
Om de instelling te veranderen:
functietoets C indrukken.
Bij elke druk op de toets wordt de
instelwaarde met één cijfer verhoogd;
als stand is bereikt, springt de
indicatie weer op (uit).
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen.
De instelling is in het geheugen
opgeslagen.
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het programma:
Na afloop van het programma de deur
openen.
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen.
Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing op apparaten met
Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Onderbreking van het programma
Deur openen. Wees voorzichtig! Er bestaat kans dat er water uit het apparaat spuit. De deur pas helemaal openen als de sproeiarm niet meer ronddraait.
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De lichtindicatie gaat uit. Het
programma blijft opgeslagen in het geheugen.
Bij aansluiting op warm water of als de machine al is opgewarmd en de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en daarna dichtdoen. Anders kan door expansie de deur van het apparaat openspringen.
Om het programma door te laten gaan: hoofdschakelaar weer inschakelen en de deur sluiten.
Afbreken van het programma (Reset)
Programmatoetsen A en C tegelijkertijd ca. 3 seconden indrukken.
Op de cijferindicatie verschijnt .
Deur sluiten.
Het programma is na ca. 1 minuut afgelopen.
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen.
Wijzigen van het programma
Nadat het apparaat is ingeschakeld kan binnen 2 minuten een ander programma worden ingesteld.
Bij een latere programmawijziging worden al gestarte programma-onderdelen (bijv. reinigen) afgewerkt. De nieuwe resttijd bestaat uit de resttijd van het vorige programma-onderdeel en de resttijd van het nieuw gekozen programma.
Page 18
18
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur verhoogd waardoor het droogresultaat wordt verbeterd. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!)
Programmatoets A ingedrukt houden
en de hoofdschakelaar 1 net zolang
indrukken tot de cijferindicatie brandt.
Beide toetsen loslaten. De indicatie van toets A knippert en op
de cijferindicatie 4 brandt de door de fabriek ingestelde waarde (uit) of
(aan).
Om de instelling te wijzigen:
programmatoets A indrukken.
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen.
Extra functies
* niet bij alle modellen, met de toetsen
extra functies 5 instelbaar.
Tijd besparen (VarioSpeed) *
Met de functie >>Tijd besparen<< kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 50% verkort worden. De wijziging van de looptijd wordt op de resttijdindicatie aangegeven. Om bij verkorte looptijd optimale reinigings- en droogresultaten te bereiken, wordt het water- en energieverbruik verhoogd.
Halve belading*
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „Halve belading” bijschakelen. Bij de extra functie „Halve belading” bespaart u water, energie en tijd. Vul het afwasmiddelbakje met iets minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
Page 19
19
Schoonmaken en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag
en vetresten. Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met de
hoogste afwastemperatuur starten. Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen. Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met water en een beetje afwasmiddel schoonmaken. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Attentie!
Gebruik nooit andere huishoudelijke schoonmaakmiddelen die chloor bevatten! Ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid!
Onthardingszout en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties 7 en
8
controleren. Eventueel zout en/of
glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven 25 zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en – afhankelijk van het type apparaat – tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder kunt u het zeefsysteem eruit halen. Etensresten verwijderen en de zeven onder stromend water schoonmaken.
Page 20
20
Bij de montage:
het zevensysteem erin zetten en met
de zeefcylinder vastschroeven.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het spoelwater kunnen de sproei-openingen en de lagers van de sproeiarmen 22 en 23 blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping door etensresten con­troleren.
Eventueel de onderste sproeiarm 23 naar boven eraf trekken. Bovenste sproeiarm 22 eraf schroeven. Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken.
0
1
2
3
Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven.
Page 21
21
Afvoerpomp * * niet bij alle modellen
Grove etensresten in het spoelwater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval:
De stekker van het apparaat altijd eerst
uit het stopcontact trekken of de
trekschakelaar uitschakelen.
eventueel water eruit scheppen.
Zeven 25 eruit halen.
Schroef uit de afdekking schroeven
(torx T 20) en de afdekking eraf halen.
Binnenruimte controleren op vreemde
voorwerpen en deze – indien nodig –
verwijderen.
Afdekking weer aanbrengen en
vastschroeven.
Zeven er weer in zetten en
vastschroeven.
Torx T20
2
1
Opsporing van storingen
Kleine storingen zelf verhelpen
De meest voorkomende storingen in het dagelijks gebruik van het apparaat kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van de Servicedienst in te roepen. Hiermee bespaart u kosten en bent u ervan zeker dat u het apparaat weer snel kunt gebruiken. Het volgende overzicht kan u erbij helpen de oorzaken van de ontstane storingen vinden.
Storingen
Attentie
Denk eraan: reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-originele onderdelen kan aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren.
Page 22
22
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
De zekering van de huisinstallatie is niet in orde.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De deur van het apparaat is niet goed dicht.
De kraan is niet open. De zeef aan de watertoevoerslang
is verstopt. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef schoonmaken die zich aan de aansluiting van de toevoerslang bevindt. Tenslotte het apparaat weer op het elektriciteitsnet aansluiten, kraan opendraaien en het apparaat inschakelen.
... aan het apparaat
de onderste sproeiarm draait moeilijk
Sproeiarm door kleine deeltjes of etensresten geblokkeerd.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden
Doseerreservoir te vol. Mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Controlelampjes gaan na de afwas niet uit
Hoofdschakelaar nog ingeschakeld.
De indicatie „Watertoevoer controleren” 6 brandt.
Kraan dicht. Watertoevoer onderbroken. Zeef aan de kraan verstopt. Watertoevoerslang geknikt.
Er kleven na de afwas resten afwasmiddel in het reservoir
Reservoir was bij het vullen vochtig, alleen een droog reservoir met afwasmiddel vullen.
De bijvulindicatie brandt niet.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitgeschakeld. (zie hoofdstuk auto 3in1)
Indicatie onthardingszout bijvullen uitgeschakeld. (zie hoofdstuk auto 3in1)
Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan
De afvoerslang is verstopt of geknikt.
De afvoerpomp is geblokkeerd. De zeven zijn verstopt. Het programma is nog niet
afgelopen. Wacht op het einde van het programma (de cijferindicatie geeft 0 aan).
Functie ”Reset” uitvoeren.
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel.
Gemorst spoelmiddel kan bij de volgende spoelbeurt tot overmatige schuimvorming leiden, daarom moet u het gemorste spoelmiddel met een doek verwijderen.
Page 23
23
Het programma stopt tijdens de afwas
Stroomtoevoer onderbroken. Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden tijdens de afwas
Sproeiarm slaat tegen serviesgoed.
Kletterende geluiden tijdens de afwas
Serviesgoed niet goed ingeruimd.
Klappende geluiden van de vul-ventielen
Wordt veroorzaakt door de ligging van de waterleiding en heeft geen invloed op het functioneren van de machine. Deze geluiden kunnen niet verholpen worden.
... aan het serviesgoed
Er blijven gedeeltelijk etensresten aan het serviesgoed plakken
Het serviesgoed was niet goed ingeruimd, de waterstralen konden het oppervlak niet bereiken.
De servieskorf was te vol. Het serviesgoed ligt tegen elkaar
aan. Te weinig afwasmiddel gebruikt. Een te zwak programma gekozen. Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien doordat een stuk serviesgoed in de weg stond.
Sproeiers van de sproeiarmen zijn door etensresten verstopt.
De zeven zijn verstopt. Zeven verkeerd ingezet. Afvoerpomp geblokkeerd.
Er ontstaan verkleuringen op kunststof onderdelen
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Er blijven gedeeltelijk witte vlekken op het serviesgoed achter, de glazen blijven melkkleurig
Te weinig afwasmiddel gebruikt. Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld. Ondanks een hoge
hardheidsgraad van het leidingwater geen zout toegevoegd.
Onthardingsinstallatie te laag ingesteld.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed vastgedraaid.
Als u afwasmiddel zonder fosfaat hebt gebruikt, probeer dan eens afwasmiddel met fosfaat ter vergelijking.
Het serviesgoed wordt niet droog
Programma zonder drogen gekozen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld.
Serviesgoed te snel uit het apparaat gehaald.
De glazen zien er dof uit
Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld.
Resten thee of lippenstift zijn achtergebleven
Het afwasmiddel heeft te weinig bleekwerking.
Een te lage afwastemperatuur gekozen.
Page 24
24
Roestsporen op het bestek
Het bestek is niet voldoende roestbestendig.
Het zoutgehalte in het afwaswater is te hoog.
Deksel van het zoutreservoir niet goed vastgedraaid.
Tijdens het navullen te veel zout toegevoegd.
De glazen worden dof en verkleuren, de aanslag kan niet worden afgewreven
Een ongeschikt afwasmiddel gebruikt.
De glazen zijn niet geschikt voor een afwasautomaat.
Op glazen en bestek blijven strepen achter, de glazen zien er metaalachtig uit.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te hoog ingesteld.
Inschakelen van de Servicedienst
Als het u niet lukt de fout te verhelpen, schakel dan de Servicedienst in. Het dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst vindt u in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef aan de Servicedienst het typenummer (1) en het FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje 31 op de deur van het apparaat.
FD
1
2
Attentie
We willen er u op wijzen dat een bezoek van een technicus van onze klantendienst naar aanleiding van een de beschreven storingen ook tijdens de garantieperiode niet kostenloos is.
Page 25
25
Aanwijzingen
Aanwijzingen voor vergelijkende tests
De voorwaarden voor de vergelijkende tests vindt u op het extra blad “Aanwijzingen voor vergelijkende tests”. De verbruikswaarden voor de betreffende programma’s vindt u in de korte handleiding.
Algemeen
Geïntegreerde en onderbouwapparaten
die achteraf als vrijstaand apparaat
worden opgesteld, moeten beveiligd
worden tegen kantelen, bijv. door
vastschroeven aan de muur of door
inbouw onder een doorlopend werkblad
dat aan de kasten ernaast is
vastgeschroefd.
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van de watertoevoer en -afvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden: – bij aflevering controleren – plaatsen – aansluiten op de waterafvoer – aansluiten op de watertoevoer – elektrische aansluiting
Aflevering
Uw afwasautomaat werd in de fabriek zorgvuldig getest op functioneren waardoor kleine watervlekken zijn achtergebleven. Deze verdwijnen na de eerste afwas.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren. Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. Let erop dat de afvoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. (Let er ook op dat de stop niet in de wasbak zit zodat het water ongehinderd kan weglopen!)
Page 26
26
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift. Toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten.
Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. Bij vervanging van het apparaat moet ook de watertoevoerslang voor de aansluiting op de kraan vervangen worden. De oude toevoerslang mag niet meer gebruikt worden.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere druk een reduceerventiel aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. W arm water mag maximaal een temperatuur van 60 °C hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 230 volt wisselstroom aansluiten. Zie het typeplaatje 31 voor de vereiste zekering. Het stopcontact moet zich in de buurt van de afwasautomaat bevinden en gemakkelijk bereikbaar zijn. Veranderingen in de aansluiting mogen alleen door een deskundig monteur worden uitgevoerd.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze aardlekschakelaar voldoet aan de nu geldende voorschriften.
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook hier van belang: altijd eerst het apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen. Stekker uit het stopcontact trekken. Kraan dichtdraaien. Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer loskoppelen. Bevestigingsschroeven onder het werkblad eruit draaien. De plint – indien aanwezig – demonteren. Apparaat eruit halen en daarbij de slang voorzichtig naar voren trekken.
Transport
De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse onderdelen vastzetten. Het apparaat alleen rechtop vervoeren
Als het apparaat niet rechtop wordt vervoerd, dan kan er resterend water in het besturingsmechanisme terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd programmaverloop leiden.
Het apparaat laten leeglopen op de volgende wijze:
Kraan opendraaien. Hoofdschakelaar inschakelen. Programma B kiezen. Op de cijferindicatie verschijnt de
programmaduur in minuten. Deur sluiten. Ca. 4 minuten wachten. Programma beëindigen door de
toetsen A en C tegelijkertijd in te drukken. De tijdindicatie springt weer op .
Deur sluiten. Na één minuut het apparaat
uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat niet in een vorstvrije ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal laten leeglopen (zie transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten leeglopen.
Page 27
27
Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat
Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat
Een oud apparaat is geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen na bewerking opnieuw gebruikt worden.
Bij afgedankte apparaten de stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. Deurslot en kinderbeveiliging (indien aanwezig) onklaar maken. Hiermee voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten en in levensgevaar geraken.
Uw nieuwe apparaat werd tijdens het transport naar u door de verpakking beschermd. Voor de verpakking wordt gebruik gemaakt van materialen die het milieu kan verdragen en die geschikt zijn voor hergebruik. Help daarom mee en zorg ervoor dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. Alle kunststofdelen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor kunnen de kunststof afvaldelen bij de verwerking van het apparaat voor een milieubewuste recycling gescheiden worden.
U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren.
Afvoeren van de verpakking
Het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren. Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
D
Het karton bestaat overwegend uit oud papier.
D
Het CFK-vrije opvulmateriaal is gemaakt van geschuimd polystyreen.
D
Het foliemateriaal is gemaakt van polyetheen (PE) en bestaat voor een deel uit secundaire grondstof
fen.
D
Het hout (indien aanwezig) is niet chemisch behandeld.
D
De banden (indien aanwezig) zijn gemaakt van polypropeen (PP).
Afvoeren van uw oude apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren.
Page 28
28
Waarschuwig
Kinderen kunnen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten (kans op stikken) of in een andere gevaarlijke situatie geraken. Trek daarom de stekker uit het stopcontact. Aansluitkabel doorknippen en verwijderen. Deurslot onklaar maken zodat de deur niet meer sluit.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten.
Page 29
Kinderbeveiliging *
40 Kinderbeveiliging inschakelen 41 Deur openen bij ingeschakelde
kinderbeveiliging
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
Bij geopende deur biedt de kinderbeveiliging geen bescherming.
Bakplaat-sproeikop *
Grote bakplaten of roosters en borden met een doorsnede van meer dan 30 cm (gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt u met behulp van deze sproeikop reinigen. Hiertoe de bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop zoals afgebeeld erin zetten.
De bakplaten zoals afgebeeld inruimen zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 4 bakplaten en 2 roosters).
De afwasautomaat altijd met de bovenste servieskorf of de bakplaat-sproeikop gebruiken!
* niet bij alle modellen
Loading...