ATAG IG9071MTF, IG9071MT User Manual

IG9071MX IG9071MT
art.nr. 700001873000
handleiding notice d'utilisation anleitung manual
Dit plaatje bevindt zich aan de bovenzijde van het toestel.
Cette plaque se trouve sur le dessus de l'appareil.
Dieses Schild befindet sich an der Oberseite des Gerätes.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, de productiecode (PCODE)
en het volledige itemnummer (ITEMNR) bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous
le code de production (PCODE) et le numéro complet de l'article (ITEMNR).
Halten Sie den Produktionscode (PCODE) und die vollständige Itemnummer
(ITEMNR) bereit, wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department, have the production code (PCODE)
and complete item number (ITEMNR) to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
plak hier het toestel-identificatieplaatje
placez ici la plaque d'identification de l'appareil
kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein
stick the appliance identification card here
NL
Gebruiksaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – 35
Installatievoorschrift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 – 48
FR
Mode d’emploi. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 – 80
Instruction d’installation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 – 94
DE
Bedienungsanleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 – 126
Installationsanweisung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 – 140
GB
Instructions for use. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141 – 172
Installation guide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173 – 186
gebruikte pictogrammen - pictogrammes utilisés - benutzte Piktogramme ­pictograms used
belangrijk om te weten important à savoir Wissenswertes important information
tip conseil Tipp tip
3
Uw kookplaat
beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – 6
werking inductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Veiligheid
waar u op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 – 10
Bediening wokbrander
ontsteken en instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Bediening inductiekookzones
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 – 17
extra zekerheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 – 20
pieptoon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
De inductiekoozones optimaal gebruiken
pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 – 24
De wokbrander optimaal gebruiken
pannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
wokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Comfortabel koken
kooktabel inductiekoken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 – 28
Onderhoud
algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29– 30
Storingen
tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31– 32
algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Installatievoorschrift
algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 – 40
inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 – 47
UW KOOKPLAAT
inhoud
Deze combinatie kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. De kookplaat bestaat uit een wokbrander op gas en vier inductie­kookzones.
Koken op inductie heeft een aantal voordelen. Het is comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan de kook brengen zeer snel.
Met de wokbrander (gas) die een zeer hoog vermogen heeft, kunt u nog beter wokgerechten bereiden.
De ruime afstanden tussen de inductiekookzones maken het koken comfortabel. De inductiekookzones zijn nauwkeurig regelbaar door middel van tiptoetsen. De standen zijn bedoeld als referentie, hierdoor kunt u snel een bepaalde instelling kiezen.
Dankzij de in de knop geïntegreerde vonkontsteking ontsteekt èn bedient u de wokbrander met één hand.
Koken op het inductie kookgedeelte verschilt met koken op een traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk ‘pannen’ geeft u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de kookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft welke kookzones nog heet zijn.
De wokbrander bij de IG9071MT is voorzien van een thermo-elektrische vlambeveiliging.
5
4
UW KOOKPLAAT
beschrijving
1. kookzone links 2-krings wokbrander (gas) 5700 Watt
2. kookzone middenvoor 2800 Watt boost (b)
3. kookzone middenachter 2800 Watt boost (b)
4. kookzone rechtsachter 2800 Watt boost (b)
5. kookzone rechtsvoor 2800 Watt boost (b)
inleiding
UW KOOKPLAAT
indicatielampje kinderslot
kookzone-indicatie
achterste kookzone
voorste kookzone
opnemen kookprogramma
afspelen kookprogramma
aan-/uittoets
display
kookstanden
kookstanden
kookwekkertoets
display
'memory' toets
tijdinstelling
kookwekker
k
1
3
4
5
2
0-stand branderaanduiding
volstand wok
kleinstand buitenring wok
kleinstand wo
7
6
UW KOOKPLAAT
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de kookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst kan zijn bij het gebruik van dit product.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie zijn opgenomen in het hoofdstuk 'installatievoorschrift'.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig. De handleiding dient als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het gegevensplaatje welke op de glasplaat geplakt is op de achterzijde van deze handleiding in het daarvoor bestemde kader.
Zodra u de servicedienst belt zullen de medewerkers vragen naar de gegevens op het bijgeleverde gegevensplaatje. Wanneer u deze gegevens niet hebt is het verlenen van een goede service moeilijker.
Veel kookplezier!
inleiding werking inductie
UW KOOKPLAAT
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom wekt warmte op in de panbodem.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen. Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de kookplaat gaat het aan de kook brengen erg snel. Het doorkoken kost even veel tijd als koken op een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die van bijvoorbeeld een ceramische kookplaat of een gasbrander. Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
De spoel (1) in de
kookplaat (2) wekt een
magnetisch veld (3) op.
Door een pan met een
ijzeren bodem (4) op de
spoel te plaatsen
ontstaat in de
panbodem een
inductiestroom.
4
3
2
1
Aansluiten en reparatie
– Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden
aangesloten.
– Open nooit de behuizing van het toestel. Alleen een bevoegd persoon
mag het toestel openen. Sluit de gaskraan en maak het toestel spanningsloos voordat met een reparatie wordt gestart. Spanningsloos maken bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen, de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in de toevoerleiding op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
– Gebruik een toestel dat een breuk of scheurtjes vertoont niet meer.
Schakel het toestel onmiddellijk uit, maak het spanningsloos om elektrische schokken te voorkomen en bel de servicedienst.
Eerste keer gebruiken
– Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt zult u een
'nieuwigheidsluchtje' ruiken. Het is de lak van het toestel die opgewarmd wordt. Dit is normaal. Door te ventileren verdwijnt de geur vanzelf.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik
– Houd natuurlijke ventilatieopeningen open. – Bij langdurig gebruik van de kookplaat is extra ventilatie
noodzakelijk. Zet bijvoorbeeld een raam open of installeer een mechanische ventilator.
Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van gerechten
– Het toestel is niet geschikt om ruimtes te verwarmen.
Pannen
– Zorg ervoor dat de pannen die gebruikt worden op het inductie
kookgedeelte niet op de wok gebruikt worden en vice versa.
8
9
VEILIGHEID
waar u op moet letten
VEILIGHEID
waar u op moet letten
De inductiekookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na gebruik ook een tijd warm ( zie ook 'restwarmte-indicatie', verderop in deze handleiding )
– Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en vlak na het koken.
De branderdelen van de wok zijn heet tijdens en direct na het gebruik
– Vermijd directe aanraking en contact met niet-hittebestendige
materialen.
– Dompel hete branderdoppen en pandragers nooit onder in koud
water. Door de snelle afkoeling kan het emaille beschadigen.
De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige wand moet altijd groter zijn dan twee centimeter
– Bij kleinere afstanden kunnen door de hoge temperatuur de knoppen
of de wand verkleuren en/of vervormen.
Gebruik van vet en olie
– Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlambaar. Ga niet te dicht bij de
pan staan. Indien de olie vlam vat, doof het vuur nooit met water. Plaats onmiddellijk een deksel op de pan en schakel de kookzone uit.
Gebruik van andere apparaten in de buurt van de kookplaat
– Voorkom dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een mixer
bijvoorbeeld, terechtkomen op de hete kookzones.
Flambeer nooit onder de afzuigkap
– Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een
uitgeschakelde afzuigkap.
Hogedrukreiniger of stoomreinigers
– Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreinigers.
Bij gebruik van de wokbrander altijd de pandrager en geschikt kookgerei gebruiken.
– Plaats de pan altijd op de pandrager. Het plaatsen van de pan direct
op de branderdop kan tot gevaarlijke situaties leiden.
– Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze kunnen
inbranden op de branderdoppen en pandragers.
11
BEDIENING WOKBRANDER
ontsteken en instellen
10
VEILIGHEID
waar u op moet letten
Plaatsen van branderdelen en pandrager
– De wokbrander kan alleen goed functioneren wanneer de
branderdelen en pandrager juist gepositioneerd zijn.
Droogkoken
– Let op dat de pan niet droogkookt. Schade ontstaan door
droogkoken valt buiten de garantie.
Glasplaat
– De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp op zou vallen, kan er een breuk ontstaan.
– Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
Tijdens gebruik van inductiekookzones
– Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere standen.
Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge stand heeft ingesteld.
– Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan.
Hoewel de kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan zeer heet en bestaat de kans dat deze beschadigd raakt.
– Houd tijdens het gebruik van de kookplaat magnetiseerbare
voorwerpen (creditcards, bankpasjes, diskettes, horloges e.d.) uit de buurt van het toestel. Wij adviseren pacemaker-dragers om eerst de
hartspecialist te raadplegen. – Gebruik het toestel niet beneden 5 °C. – Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrommels,
deksels van pannen of bestek op de inductie kookzone. Deze kunnen
zeer snel heet worden en brandwonden veroorzaken.
De wokbrander kan traploos worden geregeld tussen vol- en kleinstand.
Bediening
Druk de bedieningsknop in en draai hem linksom.
De brander ontsteekt.
Voor de toestellen met vlambeveiliging moet u de bedieningsknop ongeveer 3 seconden ingedrukt houden om de vlambeveiliging in te schakelen.
k
0-stand branderaanduiding
volstand wok
kleinstand buitenring wok
kleinstand wo
13
12
BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES
Introductie
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte-indicatie, kookwekker, kinderslot, automatische kookduurbegrenzing en 1 programmageheugen per zone. Op deze en de volgende pagina's kunt u lezen hoe u gebruik maakt van deze voorzieningen.
Inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de aan/uit toets.
In het display verschijnt een liggend streepje. Indien na het inschakelen van de zone geen kookstand wordt gekozen schakelt de zone terug naar 'standby'.
Vermogen instellen
1. Druk op de + of - toets.
De kookplaat stelt zich direct in op stand 6.
2. Stel een hogere of lagere stand in door nog een keer op de + of -
toetsen te drukken.
instellen BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES instellen
Boost
Bij stand ‘’ (boost) geeft de kookzone een vermogen af van maximaal 2800 Watt. Gebruik deze stand als u gerechten snel aan de kook wilt brengen.
Het display geeft de gekozen stand weer. De lampjes knipperen als er geen pan op de kookzone staat. De gekozen kookzone gaat na korte tijd vanzelf uit.
Uitschakelen
Druk nog een keer op de aan/uit toets. Het toestel schakelt uit.
Eventueel blijft de restwarmte-indicatie aangeven dat de zone nog warm is.
Restwarmte-indicatie
De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm is en dooft zodra de glasplaat een veilige temperatuur bereikt heeft. De indicatie treedt in werking na 60 seconden gebruik van een zone en wordt zichtbaar na het uitschakelen van de zone.
Restwarmte wordt met H weergegeven in het display.
Kookwekker
Het toestel is voorzien van een klok die als kookwekker kan worden gebruikt. Deze kookwekker staat dan op zichzelf en heeft geen invloed op de instellingen van de kookzones.
1. Schakel de kookwekker in door één keer op de toets te drukken.
2. Kies de gewenste tijd (max. 3.59 uur) door de + en - toetsen in te
drukken. Door deze toetsen langer vast te houden zal de tijd is steeds grote stappen op- of aflopen. In het display wordt de gekozen tijd weergegeven.
3. Wanneer de gekozen tijd verstreken is, begint de kookplaat te piepen.
Deze pieptoon kan worden uitgeschakeld door op de toets te drukken. U kunt weer een nieuwe tijd instellen door meteen de + toets te bedienen. U hoeft de timer niet eerst uit te schakelen.
U kunt een kookzone door de kookwekker laten uitschakelen. De linker kookwekker werkt voor de beide linker kookzones en de rechter kookwekker voor de beide rechter kookzones.
Timerfunctie
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Schakel de kookzone in.
Het toestel begint te werken.
3. Schakel de kookwekker in met de toets.
Druk nogmaals op de toets voor de timerfunctie.
14
15
BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES instellen BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES instellen
Het lampje naast 'FRONT' (voor de voorste zone) of 'REAR' (voor de achterste zone) licht op. Met de + en - toetsen wordt de kooktijd ingesteld (max. 3.59 uur). In het display wordt het gekozen aantal minuten weergegeven.
Door de toets meerdere keren in te drukken wordt steeds het volgende rijtje afgelopen:
Indien een kookzone niet ingeschakeld is, is deze ook niet te selecteren om uitgeschakeld te worden door de timer en wordt deze overgeslagen in bovenstaande tabel.
Indien beide linker (of rechter) kookzones zijn ingeschakeld kan door nogmaals op de toets te drukken gekozen worden tussen de voorste of achterste kookzone. Aan het einde van de bereidingstijd hoort u een pieptoon. De zone schakelt uit.
Schakel aan het einde van de bereidingstijd de pieptoon uit door op de toets van de kookwekker te drukken. Als u de pieptoon niet uitschakelt, stopt deze vanzelf na 30 minuten.
aantal keren ingedrukt reactie
0 Klok is uit; displays zijn donker 1 Klok als kookwekker 2 Klok schakelt de voorste zone uit na de gekozen
tijd (als de zone in is geschakeld)
3 Klok schakelt de achterste zone uit na de gekozen
tijd (als de zone in is geschakeld) 4 Klok is uit; displays zijn donker Enzovoort
17
Als tijdens het afspelen van een programma een hoog vermogen gekozen wordt, terwijl een andere zone handmatig op een hoge stand is ingesteld, zal de andere zone een lager vermogen af gaan geven. De instellingen van het programma zijn dus dominant. Wanneer het programma de zone op een lager vermogen instelt, gaat de andere zone niet weer naar het hoge vermogen terug.
geheugenfunctie programmeren (record)
1. Druk op de 'memory' toets totdat het lampje naast 'RECORD'
oplicht.
De lampjes naast 'REAR' en 'FRONT' gaan knipperen en het klokdisplay geeft 000 aan.
2. Schakel de kookzone in die opgenomen moet worden.
3. Stel een kookstand in met de + of - toetsen.
De gekozen kookstand en de kookduur worden nu opgenomen. Meerdere kookstanden kunnen na elkaar worden gekozen (max. 38).
Wanneer tijdens een opname reeds 38 standen zijn opgenomen, zal de volgende stap die wordt vastgelegd automatisch het opname-einde zijn.
4. Beëindig de opname met de aan/uittoets of de 'memory' toets .
Wanneer een nieuwe opname wordt vastgelegd, wordt de eventueel bestaande opname gewist.
De gekozen kookstanden en de kookduur staan in het geheugen. Deze opname is met de 'PLAY' functie (geheugen inschakelen) te activeren.
Per zone kan maximaal 1 opname worden gemaakt.
16
BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES
Kinderslot
Het toestel is voorzien van een kinderslot. Als het kinderslot is ingeschakeld kunnen de toetsen niet bediend worden. Het kinderslot is alleen in te schakelen als geen van de zones of kookwekkers actief zijn.
op slot
Druk op de toets met het sleutelsymbool.
Het lampje boven het sleutelsymbool licht op.
van het slot
Druk de toets met het sleutelsymbool 3 seconden in.
Het lampje boven het sleutelsymbool dooft.
Geheugenfunctie
Het toestel is voorzien van een geheugenfunctie. Deze functie geeft u de mogelijkheid per kookzone kookstanden en bijbehorende kooktijden te programmeren
geheugenfunctie inschakelen (play)
1. Druk kort op de 'memory' toets. Het lampje naast 'PLAY' licht op.
De lampjes naast 'REAR' en 'FRONT' gaan knipperen.
2. Schakel een kookzone in.
De kookzone schakelt in op de geprogrammeerde kookstand. Als er geen programma aanwezig is, schakelt de zone na enkele seconden weer uit.
Schakel de zone uit met de aan/uittoets of de 'memory' toets.
instellen BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES instellen
Veiligheid kookplaat
– Een sensor controleert ononderbroken de temperatuur van de
onderdelen van de kookplaat. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd.
– Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch
de kookactiviteit. Wen uzelf echter aan altijd de kookplaat of zone na gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te voorkomen.
Veiligheid kookpannen
Elke kookzone is voorzien van een sensor die ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan controleert om elk risico op oververhitting bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan te vermijden.
Veiligheid metalen voorwerpen
Een klein voorwerp zoals een te kleine kookpan (kleiner dan 12 cm), een vork of een lepel wordt door de kookplaat niet als een kookpan gedetecteerd. Het display van de zone knippert en de kookplaat wordt niet ingeschakeld.
Oververhittingsbeveiligingen
Het toestel kan oververhit raken, wanneer: – de pan de warmte niet goed geleidt; – vet of olie op een hoge stand verhit wordt; – er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook ventilatiebeveiliging bij het
installatievoorschrift).
18
19
BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES extra zekerheid BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES extra zekerheid
Kookduurbegrenzing-vermogens (alleen inductiekookzones)
De kookduurbegrenzer schakelt de kookzones, afhankelijk van de ingestelde stand, na een bepaalde tijd automatisch uit.
De tijd loopt vanaf het moment dat een stand is gekozen, dus bij een nieuwe keuze van een kookstand begint de tijd weer opnieuw te lopen.
In de tabel hieronder ziet u na hoeveel tijd de kookduur-begrenzer bij de verschillende standen de kookzone uitschakelt. Deze gaat na 5 minuten automatisch naar (boost).
Stand Vermogen Tijd
0 - 10 sec. 1 50 W 9 uur 2 100 W 19 uur 3 200 W 5 uur 4 300 W 5 uur 5 400 W 5 uur 6 500 W 4 uur 7 750 W 4 uur 8 1000 W 4 uur 9 1400 W 3 uur 10 1800 W 2 uur 11 2050 W 1 uur
2800 W 1 uur
21
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende kookzone, respectievelijk alle kookzones, tot een van de volgende reacties: – de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets laten afnemen (dit is
niet zichtbaar bij de kookstanden in de displays);
– wanneer dit niet helpt zal de kookplaat één of meerdere zones
uitschakelen en F8 in de displays laten zien.
Zodra de kookzone(s) voldoende is (zijn) afgekoeld kunt u deze weer normaal gebruiken. F8 blijft in het display staan totdat u de aan/uit toets van de zone met de foutmelding bedient.
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel geactiveerd wordt door: – pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden; – vet of olie op een lagere stand te verhitten; – voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Neem contact op met de servicedienst of een erkend vakman indien de oververhittingsbeveiliging desondanks opnieuw geactiveerd wordt.
20
BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES extra zekerheid BEDIENING INDUCTIEKOOKZONES pieptoon
Uit-/inschakelen pieptoon
De pieptoon, die hoorbaar is bij het bedienen van de toetsen, kan worden uit- of ingeschakeld.
de pieptoon uitschakelen
1. Schakel de kookzone linksvoor in en vervolgens uit door twee keer op
de aan/uit toets te drukken.
2. Druk binnen 3 seconden tegelijk de - toets van de kookzone linksvoor
en de - toets van de zone linksachter in. Een pieptoon bevestigt de zojuist gekozen instelling.
De pieptoon voor de zones linksvoor en linksachter is nu uitgeschakeld. Herhaal deze werkwijze voor de rechter kookzones met de aan/uit toets van de kookzone rechtsachter en de - toetsen van de beide rechter kookzones.
de pieptoon inschakelen
1. Schakel de kookzone linksvoor in en vervolgens uit door twee keer op
de aan/uit toets te drukken.
2. Druk binnen 3 seconden tegelijk de - toets van de kookzone linksvoor
en de - toets van de zone linksachter in.
Een pieptoon bevestigt de zojuist gekozen instelling.
De pieptoon voor de zones linksvoor en linksachter is nu ingeschakeld. Herhaal deze werkwijze voor de rechter kookzones met de aan/uit toets van de kookzone rechtsachter en de - toetsen van de beide rechter kookzones.
22
23
DE INDUCTIEKOOKZONES OPTIMAAL GEBRUIKEN pannen DE INDUCTIEKOOKZONES OPTIMAAL GEBRUIKEN
Het warmteverlies is minimaal omdat de warmte in de pan zelf opgewekt wordt. Bij kleinere pannen wordt alleen dat deel van de zone geactiveerd dat contact maakt met de panbodem. Een bijkomend voordeel is dat de hand­grepen van de pan niet warm worden door stralingswarmte langs de pan. Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn.
– Zet alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak. – Til pannen altijd op als u ze verplaatst. – Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Schuif de panbodem over een (vochtige) doek, voordat u de pan op het kookvlak zet. Dit voorkomt dat er zandkorreltjes en dergelijke op het kookvlak terechtkomen.
Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.
Bij inductiekoken wordt gebruik gemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Daarom moet de panbodem ijzer bevatten en dus magnetisch zijn. De kookzones van de kookplaat hebben een diameter van 180 mm. De kookplaat past zich echter automatisch aan bij gebruik van kleinere of grotere pannen. Bij kleinere pannen is er dus geen energieverlies, maar het vermogen is lager dan bij grotere pannen. De panbodem moet altijd groter zijn dan 12 cm. Dit is de binnenste cirkel die in de kookzone op de glasplaat staat aangegeven.
pannen
6
10
12
6
10
12
1. Warmteverlies en hete handgrepen bij
een conventionele
kookplaat.
2. Geen warmteverlies en koude handgrepen
bij inductiekoken.
Til pannen altijd op;
schuif er nooit mee.
6
10
12
6
10
12
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn. Een pan is geschikt wanneer: – de panbodem wordt aangetrokken door een magneet; – de pan geschikt is voor elektrisch koken.
Gebruik alleen pannen met een dikke (minimaal 2,25 mm), vlakke bodem die geschikt zijn voor inductiekoken. Het beste zijn pannen met het ‘Class Induction’ keurmerk. Pannen, waarvan de bodem niet magnetisch is of niet geschikt zijn voor elektrisch koken, zijn ongeschikt voor gebruik op de kookplaat.
Geschikt
– speciale roestvrijstalen pannen voor inductiekoken; – solide geëmailleerde pannen; – geëmailleerde gietijzeren pannen.
Ongeschikt
Aardewerk, Aluminium, kunststof, koper, porselein, roestvrijstaal.
Wees voorzichtig met plaatstaal geëmailleerde pannen. Deze kunnen beschadigd raken als ze gebruikt worden voor inductiekoken. Met name wanneer deze pannen een te dunne bodem hebben. Bij plaatstaal geëmailleerde pannen kan: – email afspringen (het email laat los van het staal) wanneer u de
kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is;
– de panbodem kromtrekken door bijvoorbeeld oververhitting of door
gebruik van een te hoog vermogen.
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Geluid in de bodem van de pan
Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid horen in de bodem van de pan. Dit is onschuldig. Het geluid wordt veroorzaakt doordat het hoge vermogen van de kookzone inwerkt op de panbodem. Verminder het ratelende geluid door een lagere stand te kiezen.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Zodra u een kookzone uitschakelt stopt het kookproces direct.
Gebruikte pannen
– Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet
meer bruikbaar voor inductie.
25
DE WOKBRANDER OPTIMAAL GEBRUIKEN pannen
24
DE INDUCTIEKOOKZONES OPTIMAAL GEBRUIKEN pannen
De wokbrander gebruiken als kookbrander
– Zorg er altijd voor dat de vlammen onder de pan blijven. Als
vlammen om de pan heen spelen gaat veel energie verloren. Bovendien kunnen de handgrepen dan te heet worden. Gebruik geen pannen met een kleinere bodemdiameter dan 12 cm. Kleinere pannen staan niet stabiel.
– Kook met het deksel op de pan. U bespaart dan tot 50% energie. – Gebruik pannen met een vlakke, schone en droge bodem. Pannen
met een vlakke bodem staan stabiel en pannen met een schone bodem dragen de warmte beter over naar het gerecht.
FOUT GOED
26
27
DE WOKBRANDER OPTIMAAL GEBRUIKEN wokken COMFORTABEL KOKEN kooktabel inductie koken
Wokken
Met de wokbrander kunt u gerechten op een zeer hoge temperatuur bereiden. Het is hierbij van belang dat u: – van te voren de ingrediënten in reepjes, plakjes of stukjes snijdt; – bij het roerbakken olie van goede kwaliteit gebruikt, zoals olijf-,
maïs-, zonnebloem- of arachide olie. Een klein beetje is al genoeg. Boter en margarine verbranden door de grote hitte;
– de gerechten met de langste bereidingstijd het eerst in de pan doet,
zodat aan het eind van de bereidingstijd alle ingrediënten tegelijk (beet)gaar zijn.
Gebruik van het wok-hulprooster
Het hulprooster dat ten behoeve van de wokbrander is meegeleverd of als accessoire verkrijgbaar is zorgt voor extra stabiliteit bij een wok met een ronde bodem. Plaats het hulprooster volgens de illustratie op het wokrooster.
Gebruik van verkleinrooster
Het verkleinrooster dat is meegeleverd of als accessoire verkrijgbaar is zorgt ervoor dat u extra kleine pannen kunt gebruiken.
De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
– snel aan de kook brengen; – slinken van bladgroenten; – blancheren van groenten; – verhitten van olie en vet; – bakken van biefstuk (saignant, rood); – onder druk brengen van een snelkookpan; – koken van glad gebonden pudding en vla.
Gebruik een iets lagere stand voor:
– aanbraden van vlees; – bakken van platvis, dunne moten of filet; – bakken van gare aardappelen; – bereiden van glad gebonden soepen en sauzen; – bakken van omeletten; – bakken van biefstuk (medium, rozerood); – frituren (afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste stand voor:
– bakken van dikke pannenkoeken; – bakken van dik, gepaneerd vlees; – gaar bakken van dun vlees; – doorbraden van groot vlees; – uitbakken van spek of bacon; – bakken van rauwe aardappelen; – bakken van wentelteefjes; – bakken van gepaneerde vis; – bakken van dun, gepaneerd vlees; – bakken van omeletten.
28
COMFORTABEL KOKEN kooktabel inductie koken
29
Gebruik de middelste standen voor:
– doorkoken van grote hoeveelheden; – ontdooien van harde groenten, bijvoorbeeld sperziebonen.
Gebruik de laagste standen voor:
– trekken van bouillon; – rood koken van stoofperen; – bereiden van stoofvlees; – doorkoken van gerechten; – smoren van groenten.
ONDERHOUD algemeen
Algemeen
– Regelmatig onderhoud direct na gebruik voorkomt dat overgekookt
voedsel lange tijd kan inwerken en hardnekkige, moeilijk te verwijde­ren vlekken veroorzaakt. Gebruik hiervoor een mild reinigingsmiddel.
– Reinig eerst de bedieningsknop, wokbrander en pandrager en dan pas
de glasplaat. Hiermee voorkomt u dat de glasplaat tijdens het reinigen opnieuw vuil wordt.
Hardnekkige vlekken op emaille (pandrager, branderdelen)
Hardnekkige vlekken kunt u het beste verwijderen met een vloeibaar reinigingsmiddel of een kunststof schuursponsje. Gebruik nooit schuurpoeders, schuurpads, scherpe voorwerpen of agressieve reinigingsmiddelen.
Hardnekkige vlekken de glasplaat
Maak de glasplaat schoon met een speciaal reinigingsmiddel voor ceramische kookplaten. Waterkringen of kalkresten reinigt u het makkelijkst met behulp van schoonmaakazijn.
Reinigen branderdelen
De verwijderbare wokbranderdelen kunt u het beste reinigen met een mild schoonmaakmiddel en een zachte doek. Bij hardnekkige vlekken kunt u de delen laten weken in een sopje. Gebruik nooit schuurpoeders, pads, scherpe voorwerpen of agressieve reinigingsmiddelen.
– Branderdelen mogen niet in de vaatwasser gereinigd worden. De
onderdelen kunnen door het vaatwasmiddel aangetast worden! Gebruik niet te veel vocht, aangezien dit de brander of ventilatieope­ningen kan binnendringen.
30
31
ONDERHOUD algemeen
– Reinig de ontstekingsbougies bij voorkeur met een doekje. Betracht
hierbij wel enige voorzichtigheid. Bij een te zware belasting kan de afstand van de bougiepunt tot aan de brander wijzigen, waardoor de brander slechter of niet ontsteekt. De bougie werkt alleen goed in een droge omgeving. Bij zware vervuiling kunt u de punt met een fijn borsteltje reinigen.
– Plaats de pandragers rechtstandig naar beneden, zonder over de
glasplaat te schuiven. Zet de branderdelen in elkaar met behulp van de geleidingsnokken.
Messing wokbranderdelen
Enkele delen van de wokbrander zijn vervaardigd uit messing. Het is normaal dat de kleur van het messing verandert als gevolg van de hoge temperaturen die tijdens het wokken ontstaan.
ATAG Shine
Atag heeft een serie schoonmaakmiddelen samengesteld onder de naam ATAG Shine. Deze zijn te verkrijgen via de website www.hps.nl. Hier vind u ook diverse schoonmaak en gebruikerstips.
STORINGEN INDUCTIEKOOKGEDEELTE
tabel
Branderdeksel
Branderdeksel
Luchtring
Branderkop
Bougie
Thermokoppel
Positioneringsnok
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw kookplaat betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten:
storing
Het toestel werkt niet en de lampjes branden niet.
De kookplaat werkt niet. F9 of FA verschijnt in het display of het toestel begint meteen te piepen wanneer het wordt aangesloten.
De kookplaat werkt niet. F99 verschijnt in het display.
De ventilator schakelt spontaan in.
De melding F8 verschijnt.
Na het inschakelen van de zone blijven de zone displays knipperen.
Het toestel is niet in te schakelen.
Het aan de kook brengen duurt langer dan verwacht.
Foutcode F00 in het display.
Foutcodes F01 - F11 in het display.
Foutcodes F1 - F6 in het display.
oorzaak
Geen elektriciteit.
Het toestel is verkeerd aangesloten of de netspanning is onjuist.
Twee toetsen tegelijk bediend, de glasplaat is vervuild of er ligt een voorwerp op de bediening.
Het toestel controleert zichzelf nadat de spanning is weggevallen.
Oververhitting van de elektronica in de kookplaat.
Ongeschikte pannen of geen pan op de kookzone.
Toestel staat op slot.
Te kleine pan gebruikt.
Een toets is defect, vuil of er ligt een voorwerp op.
Toets te lang bediend of te veel vocht in het toestel.
Generator defect.
oplossing
Elektrische installatie controleren (hoofd-zekering(en), aansluiting).
Laat de installateur de installatie controleren.
Bedieningsfout of glasplaat reinigen.
De ventilator schakelt vanzelf uit.
Laat het toestel afkoelen. Druk op de aan/uittoets en de melding verdwijnt. Opnieuw beginnen op een lagere stand.
Geschikte pan gebruiken.
Druk de toets met het sleutelsymbool enkele seconden onafgebroken in.
Gebruik een pan die ongeveer gelijk is aan de diameter van de kookzone.
Maak het toestel schoon of laat het repareren. Leg geen voorwerpen op het bedieningspaneel.
Maak het toestel schoon of laat het repareren. Leg geen voorwerpen op het bedieningspaneel.
Neem contact op met de servicedienst.
33
32
STORINGEN WOKBRANDER
tabel
STORINGEN
algemeen
storing
Het ruikt naar gas in de omgeving van het toestel.
De brander ontsteekt niet.
De brander brandt niet egaal.
De brander dooft na ontsteken.
oorzaak
– De brander is ingeschakeld,
maar niet ontstoken (alleen voor IG9071MX).
– De koppeling van een flessengas-
toestel is losgeschoten.
– Stekker niet in stopcontact.
– Zekering defect/zekering in
meterkast uitgeschakeld. – Bougie vervuild/vochtig. – Branderdelen niet juist geplaatst.
– Branderdelen vervuild/vochtig.
– Hoofdgaskraan gesloten. – Storing aan het gasnet. – Gasfles of -tank is leeg.
– Verkeerde soort gas gebruikt (bij
flessengastoepassing). – Bedieningsknop niet lang of diep
genoeg ingedrukt.
– Branderdelen niet juist geplaatst.
– Branderdelen vervuild/vochtig.
– Verkeerde soort gas gebruikt (bij
flessengastoepassing).
– Bedieningsknop niet lang genoeg
ingedrukt (alleen voor
IG9071MT).
oplossing
– Sluit de kraan en wacht enkele
minuten met opnieuw ontsteken.
– Zet de koppeling vast.
– Steek de stekker in het
stopcontact.
– Monteer een nieuwe zekering of
schakel de zekering weer in. – Reinig/droog de bougie. – Zet de branderdelen via de
centreernokken in elkaar. – Reinig/droog de branderdelen.
Let er hierbij op dat de
uitstroomgaten open zijn. – Open de hoofdgaskraan. – Informeer bij uw gasleverancier. – Sluit een nieuwe gasfles aan of
laat de tank vullen. – Controleer of het gebruikte gas
geschikt is voor het toestel. – Houd de bedieningsknop lang
genoeg en voldoende diep
ingedrukt tussen vol- en
kleinstand.
– Zet de branderdelen via de
centreernokken in elkaar. – Reinig/droog de branderdelen.
Let er hierbij op dat de
uitstroomgaten open zijn. – Controleer of het gebruikte gas
geschikt is voor het toestel.
– Houd de bedieningsknop
minimaal 5 seconden ingedrukt.
Raadpleeg bij storingen het telefoonnummer van de servicedienst. Zie hiervoor de bijgeleverde garantiekaart of raadpleeg de internet site www.hps.nl.
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat vaststelt, schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, haal meteen de stekker van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de toevoerleiding op de nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst.
Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten!
De installatie moet geschieden volgens de nationale en lokale geldende voorschriften.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten of verkeerd inbouwen valt niet onder de garantie.
34
35
MILIEUASPECTEN
verpakking en toestel afvoeren INSTALLATIEVOORSCHRIFT algemeen
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• papier;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim);
• polypropyleenband (PP).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen afvoeren.
Op het typeplaatje is het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht:
Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd, maar naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente moet worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft. Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat zoals deze kookplaat voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen. Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.
Op het gegevensplaatje op de onderzijde van het toestel wordt de totale aansluitwaarde, de vereiste spanningen en de frequentie aangegeven. Tevens staan voor wat betreft het gasgedeelte de gassoort, aansluitdruk en het land waarvoor het toestel is ingericht vermeld op het gegevensplaatje.
Veiligheid
Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten. De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften. Het toestel moet altijd geaard zijn.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten van hittebestendig (> 85 °C) materiaal zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet warm, door de warmte van bijvoorbeeld een hete braadpan zou de wand kunnen verkleuren of beschadigen.
Voor een goede werking van het toestel is het volgende van belang: – Dat er voldoende ventilatie aanwezig is voor het koelen van de
kookplaat; een en ander volgens de in dit hoofdstuk gespecificeerde mogelijkheden.
– De ventilatielucht die de kookplaat aanzuigt mag niet warmer zijn
dan 35 °C. Houd hier rekening mee als u een oven onder de kookplaat inbouwt.
Let er op dat de aansluitkabels vrij hangen. Is er een lade onder de kookplaat, zorg er dan voor dat de lade niet boven de rand gevuld is om de beluchting niet te belemmeren.
36
37
INSTALLATIEVOORSCHRIFT gasaansluiting INSTALLATIEVOORSCHRIFT elektrische aansluiting
let op
De gassoort en het land waarvoor het toestel is ingericht staan vermeld op het gegevensplaatje.
Dit is een klasse 3 toestel.
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
Wij adviseren de kookplaat aan te sluiten met een vaste leiding. Aansluiting door middel van een speciaal daarvoor bestemde veiligheidsslang is ook toegestaan.
Achter een oven moet een volledig metalen slang worden gebruikt.
let op
Een veiligheidsslang mag niet worden geknikt en niet in aanraking komen met bewegende delen van het keukenmeubel.
In alle gevallen moet er voor het toestel een aansluitkraan geplaatst worden op een makkelijk bereikbare plaats.
Voordat u het toestel in gebruik neemt moet u de aansluitingen met zeepsop controleren op gasdichtheid.
Algemeen
Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel, afhankelijk van de voorschriften. Op de kabel moet één van de volgende aanduidingen staan: H05V2V2-F, H05RR-F of H05RN-F. Aan de onderzijde van het toestel bevindt zich een etiket met daarop de aansluitschema's. De aansluitklemmen zijn bereikbaar nadat u het aansluitkastje aan de onderzijde hebt geopend. Open de deksel van het aansluitkastje met behulp van een schroevendraaier.
Wandcontactdoos en stekker moeten te allen tijde bereikbaar blijven.
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding wordt aangebracht. De schakelaar moet te allen tijde bereikbaar zijn.
g
Componentenspanning 230V 50Hz Vermogen inductie modules Links 2800 W Rechts 2800 W Vermogen ontstekingstrafo 0,6 W
toestel inwendi
rechterzones
ontstekingstrafo + linkerzones
12345
38
39
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Het toestel kan op de volgende manieren worden aangesloten:
2 fase aansluiting
2 fasen met 2 nullen aansluiting (2 2N a.c. 230 V / 50 Hz / kookgroep): De spanning tussen de fase en de nul is 230 V a.c. Tussen
de fasen kan een spanning van 0 V staan wanneer deze in de meterkast aan zijn gesloten op dezelfde fase maar ook 400 V wanneer deze zijn aangesloten op 2 verschillende fasen. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
2 fasen met 1 nul aansluiting (2 1N a.c. 400 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V a.c. Tussen de fasen staat een spanning van 400 V. Wanneer er geen spanning van 400 V tussen de fasen aanwezig is, is er sprake van twee draden die van dezelfde fase zijn afgetakt in de meterkast en moet de kookplaat worden aangesloten met 2 nuldraden, zoals hiervoor genoemd bij 2 fasen met 2 nullen. Breng een verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
INSTALLATIEVOORSCHRIFT elektrische aansluitingelektrische aansluiting
3 fase aansluiting
3 fasen met 1 nul aansluiting (3 1N a.c. 400 V / 50 Hz / krachtgroep): De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V a.c.
Tussen de fasen staat een spanning van 400 V. Breng een verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5. Fase L3 wordt niet belast. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
3 fasen aansluiting (3 a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen is 230 V a.c. Breng verbindingsbruggen aan tussen de aansluitpunten 4-5. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
rechterzones
ontstekingstrafo + linkerzones
rechterzones
ontstekingstrafo + linkerzones
rechterzones
ontstekingstrafo + linkerzones
rechterzones
ontstekingstrafo + linkerzones
1 fase aansluiting
1 fase aansluiting (1 1N a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fase en de nul is 230 V a.c. Breng verbindingsbruggen aan tussen de aansluitpunten 1-2 en 4-5. Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal 32 A. De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 6 mm
2
.
Aansluitblok
Met de op het aansluitblok aanwezige bruggen kunt u de vereiste doorverbindingen maken zoals in voorgaande illustraties staat aangegeven. In het deksel van het aansluitkastje en in onderstaande illustratie staat aangegeven hoe u de bruggen aan moet brengen. Deze moeten niet meteen bovenop de aansluitdraden worden geplaatst, maar tussen de schroefkop en de klem om de aansluitdraad.
Zet de kabel vast met de trekontlasting en sluit het deksel.
40
41
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
elektrische aansluiting
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
inbouwen
Kookplaat voorbereiden
Monteer de bijgeleverde knie op de gasaansluiting van het toestel.
Verwijder de beschermfolie van het afdichtband (A) en plak het band in de groef van de aluminium profielen of op de rand van de glasplaat. Plak het afdichtband niet door de hoek, maar knip 4 stukken die goed aansluiten in de hoek.
8
alleen voor Frankrijk
rechterzones
ontstekingstrafo + linkerzones
1/2" ISO 228 (recht)
1/2" ISO 7/1
1/2" ISO 228 (recht)
Afdichtring
(conisch)
Afdichtring
1/2" ISO 22 (recht)
42
43
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
inbouwen
Uitsparing in werkblad zagen
Zaag de uitsparing in het werkblad. Doe dit zeer nauwkeurig (zie tabel). Zaag ook eventueel aanwezige tussenschotten uit. De afstanden van de zaagmaat tot de achterwand en/of zijwand staan vermeld in de tabel.
Als het werkblad van hout is, behandel dan de kopse kanten van het werkblad met afdichtvernis, om uitzetten van het werkblad door vocht te voorkomen.
Bevestigingspunten montagebeugels
inbouwen
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Inbouwmaten
1*) bevestigingspunt montagebeugel
Draadgat schroef werkblad
dunne werbladen
dikke werkbladen
min.50
904
490
G1/2"
522
48
860
220
1*
1*
44
45
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling nodig. Aan de onderzijde van het toestel bevinden zich de ventilatieopeningen. Door deze openingen moet koele lucht aangezogen kunnen worden. Aan de voorzijde en onderzijde is het toestel voorzien van uitblaasopeningen. Voor een optimale koeling van het kooktoestel moet u enkele wijzigingen aanbrengen in het keukenmeubel.
Boven lade, deur of vaste blende
Zaag de beluchtingsopeningen (min. 100 cm2) uit. Beluchting vindt plaats via plint en achterzijde kast.
Een lade mag de ventilatieopeningen aan de onderzijde van het toestel niet afsluiten. Bij een lade moet er aan de voorzijde een spleet gemaakt worden van minimaal 560 x 6 mm. De afstand tussen lade A en de kookplaat moet minimaal 10 mm bedragen.
inbouwen
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
INST
ALLATIEVOORSCHRIFT
inbouwen
Tabel
Benodigde vrije ruimte rondom
Een gaskookplaat ontwikkelt warmte. Laat voldoende ruimte vrij tot niet hittebestendige materialen. Let ook op bij materialen die kunnen verkleuren (zoals roestvaststaal).
De kookplaat mag naast slechts één verticale wand ingebouwd worden.
let op
De onderzijde van de kookplaat wordt heet. Leg geen brandbare spullen in een lade wanneer deze direct onder de kookplaat is gemonteerd.
Kookplaattype IG9071M Toestel breedte x diepte 904 x 522 mm Inbouwhoogte vanaf bovenkant werkblad 48 mm Zaagmaat breedte x diepte 860 x 490 mm Afstand zaagmaat tot achterwand Minimaal 50 mm Afstand toestel tot zijwand Minimaal 100 mm
min. 450 mm
min. 100 mm
min. 650 mm
min. 900
min. 100 mm
B
A
zijwand
min. 10 mm
150
min. 560 x 6 mm
A
A
46
47
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Installatie boven een combitron, magnetron of een oven van een ander merk
Zaag de beluchtingsopening(en) uit zodat de totale oppervlakte van de gaten minimaal 100 cm
2
is. Zie bijvoorbeeld figuur met twee gaten van 50 cm2. Plaats een schermplaat tussen de oven en de kookplaat. De plaat moet minimaal 10 mm dik zijn en hittebestendig (85 °C). De ruimte tussen de onderzijde van de kookplaat en schermplaat moet minimaal 50 mm bedragen. Plaats, voor afscherming van de luchtstroom, een schermpaneel van het zelfde materiaal als de schermplaat tussen de schermplaat en de kookplaat. Beluchting vindt plaats via de naastliggende kasten.
inbouwen inbouwen
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Bij een vaste blende zijn geen extra aanpassingen voor beluchting nodig.
Ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De koele lucht wordt achter het keukenkastje aangezogen en aan de onderzijde en voorzijde van de kookplaat weer uitgeblazen. Het toestel kan daarom alleen functioneren als er voldoende lucht kan circuleren. Het toestel schakelt zich na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert. Zorg ervoor dat de traverselat de luchtdoorvoer niet hindert.
Schaaf of zaag de lat desnoods schuins af.
Installatie boven een oven van het merk ATAG
Nismaat minimaal 600 mm hoog. Beluchting vindt plaats via plint en achterzijde oven. Bij een oven moet er aan de voorzijde een opening gemaakt worden van minimaal 560 x 6 mm. Zaag de beluchtings­openingen ‘A’ + ‘B’ uit (100 cm
2
). Wanneer u een kastje van 600 mm breed gebruikt met een werkblad met een dikte kleiner dan 50 mm dient u een uitsparing C aan beide zijden in het kastje te zagen, zodat het toestel vrij ligt van het kastje. De kookplaat mag alleen met ATAG-ovens worden gecombineerd, niet met combitrons.
C
min. 560 x 6 mm
e
2
50 cm
t
e
r
600
B
A
e
200
t
r
min. 560 x 6 mm
48
50
49
Votre plaque de cuisson
description. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
introduction . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 – 52
opération induction . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Securité
les points qui méritent votre attention. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 – 56
Commande brûleur wok
allumer et régler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Commande plaque de cuisson inductions
régler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 – 63
sécurité supplémentaire. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 – 66
bip . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Utilisation optimale zones de cuisson à induction
casseroles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 – 70
Utilisation optimale le brûleur wok
casseroles. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
cuisiner avec le wok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Cuisiner confortablement
tableaux de cuisson induction. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 – 74
Entretien
généralités. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75– 76
Pannes
tableau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77– 78
généralités. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Environnement
que faire de l'emballage et de l'appareil usé . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Instructions d'installation
généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
raccordement du gaz. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
raccordement électrique . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 – 86
encastrement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 – 94
VOTRE PLAQUE DE CUISSON
table des matières
48
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
inbouwen
1. Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet. De displays zullen
even oplichten.
2. Controleer de werking. Indien het toestel fout is aangesloten zal
het een piepsignaal geven of niets in de displays laten zien.
3. Overhandig de gebruiksaanwijzing aan uw cliënt.
Direct na het inschakelen zal de ventilator even inschakelen. Het toestel controleert zichzelf nu gedurende een aantal seconden.
Toestel plaatsen en aansluitingen maken
Plaats het toestel in het werkblad en zet het vast met de bijgeleverde montagebeugels en schroeven. Maak de gasaansluiting. Controleer de aansluiting met zeepsop op gasdichtheid. Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet.
Gastechnische gegevens
G25
25 mbar
G20
20 mbar
G25
20 mbar
G30
29 mbar
G31
29 mbar
G31
37 mbar
G30
50 mbar
G31
50 mbar
Brandertype (kW) (kW) (kW) (kW/g/h) (kW/g/h) (kW/g/h) (kW/g/h) (kW/g/h)
Wok 5.70 5.70 5.00 5.50/396 4.85/350 5.50/396 5.50/396 4.75/342
Cette plaque de cuisson offre une combinaison qui a été conçue pour l'amateur de cuisine. La plaque de cuisson se compose d'un brûleur Wok fonctionnant au gaz et de quatre zones de cuisson à induction.
La cuisson par induction présente un certain nombre d'avantages. C'est confortable du fait que la plaque de cuisson réagit rapidement et aussi parce qu'il est possible de la régler sur une puissance très basse. Grâce à la puissance élevée, le point d'ébullition est très vite atteint.
À l'aide du brûleur à wok (gaz) qui détient une très forte puissance, vous allez obtenir encore de meilleurs résultats en cuisinant avec le wok.
Les grands espaces entre les zones de cuisson permettent de cuisiner confortablement. Il est possible de régler avec précision les zones de cuisson en utilisant les touches sensitives. Les positions sont données à titre de référence. Elles vous permettent de sélectionner rapidement un certain réglage.
Le bouton avec allumage intégré automatique vous permet d'allumer et de vous servir du brûleur Wok d'une seule main.
Cuisiner sur un élément à induction n'est pas pareil que cuisiner sur un appareil traditionnel. La cuisson à l'induction utilise un champ magnétique pour générer de la chaleur. Ceci veut dire que vous ne pouvez pas utiliser n'importe quelle casserole. Le chapitre ‘casseroles’ vous fournira de plus amples informations sur ce sujet.
En vue d'assurer une sécurité optimale, la plaque de cuisson en induction est équipée avec un dispositif de sécurité pour la surchauffe et un voyant de chaleur résiduelle. Il signale les zones de cuisson qui sont encore chaudes.
Chez le IG9071MT, le brûleur à wok est équipé d'un dispositif de sécurité thermoélectrique pour la flamme.
51
introduction
VOTRE PLAQUE DE CUISSON
50
VOTRE PLAQUE DE CUISSON
description
1. zone de cuisson à gauche, 1 brûleur Wok à 2 couronnes (gaz) 5700 Watt
2. zone de cuisson milieu avant 2800 Watt boost (b)
3. zone de cuisson milieu arrière 2800 Watt boost (b)
4. zone de cuisson arrière droite 2800 Watt boost (b)
5. zone de cuisson avant droite 2800 Watt boost (b)
n
1
témoin lumineux sécurité enfant
visuel des positions
de cuisson
en/hors service
position 0 signalisation du brûleur
indications de la zone de cuisson
visuel le minuteur
touche le minuteur
positions de cuisson
zone de cuisson arrière
zone de cuisson avant
réglage de l'heure
enclencher le programme de cuisson
enregistrer le programme de cuisso
'touche ‘memory’
3
4
5
2
position élevée wok
position basse cercle extérieur wok
position basse wok
53
opération induction
VOTRE PLAQUE DE CUISSON
Opération induction
Un champ magnétique est activé dans l'appareil. En plaçant sur une zone de cuisson une casserole avec un fond en fer, un courant à induction va se présenter dans le fond de la casserole. Ce courant à induction génère de la chaleur dans le fond de la casserole.
Confortable
Le réglage électronique se fait avec précision et simplicité. Sur la position la plus basse, vous pouvez, par exemple, faire fondre du chocolat directement dans la casserole ou préparer des ingrédients que vous réchauffez d'habitude au bain-marie.
Rapide
En raison de la puissance élevée de la plaque de cuisson à induction, le point d'ébullition est très vite atteint. Après ébullition, la cuisson demande autant de temps que la cuisson qui se produit sous un autre mode.
Propre
La plaque de cuisson est facile à nettoyer. Comme les zones de cuisson ne chauffent pas plus que la casserole en question, les dépôts alimentaires ne peuvent pas brûler.
Sûr
La chaleur est activée dans la casserole en question. La plaque en verre ne chauffe pas plus que la casserole. En raison de cela, le risque que vous vous brûliez à l'appareil est vraiment minime. Après avoir enlevé la casserole, la zone de cuisson se refroidit très vite.
La bobine (1) située
dans la plaque de
cuisson (2) active un
champ magnétique
(3). En plaçant une
casserole avec un fond
en fer (4) sur la bobine,
un courant à induction
va se présenter dans le
fond de la casserole.
52
VOTRE PLAQUE DE CUISSON
Ce manuel décrit la manière d'utiliser au mieux la plaque de cuisson en céramique. En plus d'une information sur la commande, vous trouverez également une information de base qui vous sera utile pour utiliser ce produit. Ce livret comprend également des tableaux de cuisson et des conseils d'entretien.
Les consignes de sécurité qui sont importantes pour l'installation, se trouvent dans le chapitre 'installation'.
Conservez correctement ce manuel. Le manuel sert de référence au service après-vente. Il vous faut donc coller la plaquette signalétique située sur la plaque en verre au dos de ce manuel dans le cadre prévu à cet effet.
Les données qui se trouvent sur cette plaquette vous seront demandées par les employés du service après-vente dès que vous les contactez. Si vous ne détenez pas ces données, il sera plus difficile de fournir un service correct.
Nous vous souhaitons bien du plaisir à cuisiner !
introduction
4
3
2
1
SECURITE
les points qui méritent votre attention
Les zones de cuisson induction deviennent très chaudes pendant l'utilisation et restent encore chaudes après utilisation (voir aussi ‘voyant de chaleur résiduelle’)
– Pendant et après la cuisson, tenez les enfants éloignés de l'appareil.
Les éléments du brûleur Wok sont chauds pendant et juste après utilisation
– Evitez tout contact direct avec des matériaux non résistants à la chaleur. – Ne plongez jamais dans l’eau froide des brûleurs et des grilles de
cuisson chaudes. En raison d'un refroidissement brutal, l'émail risque d'être endommagé.
La distance allant d’une casserole à une touche ou à une paroi non résistante à la chaleur doit dépasser les deux centimètres
– En cas de distances plus petites, les touches ou la paroi risquent de
changer de couleur et/ou de se déformer sous l’effet de la température élevée.
Emploi de graisse et d'huile
– les graisses et les huiles sont inflammables si la température de cuisson
est trop élevée. Restez toujours sur place pendant la préparation de vos plats. En cas de feu ne étouffer pas avec l'eau mais mettez le couvercle de casserole.
Utilisation d'autres appareils à proximité de la plaque de cuisson
– Evitez que les cordons des appareils électriques - comme celui d'un
mixeur - se trouvent sur les zones de cuisson.
Ne flambez jamais sous une hotte
– Les flammes élevées risquent de provoquer un incendie. Même si le
ventilateur est éteint.
Nettoyeurs haute pression et nettoyeurs vapeur
– N'utilisez pas un nettoyeur haute pression ou un nettoyeur vapeur.
En cas d'utilisation du brûleur Wok, utilisez toujours la grille de support et les ustensiles de cuisine corrects
– Placez toujours la casserole sur la grille de cuisson. Le placement
direct d’une casserole sur la tête du brûleur risque d’engendrer des situations dangereuses.
Branchement au secteur et réparation
– Seul un installateur agréé est autorisé à effectuer le branchement de
cet appareil.
– Avant de réparer l'appareil, couper le courant. Seul un technicien
expérimenté est autorisé à ouvrir l'appareil. Fermez le robinet du gaz et débranchez l'appareil avant de commencer une réparation. Débranchez, de préférence, en retirant la fiche de la prise de contact, en déconnectant le/les fusible(s) (automatique(s)) ou en mettant sur zéro le commutateur qui se trouve dans la conduite d'alimentation en cas de connexion fixe.
– N'utilisez plus un appareil qui présente un fêlure ou fissure. Eteignez
l'appareil immédiatement, mettez hors tension et contactez le service après vente.
Première utilisation
– Lors de la première utilisation de la plaque de cuisson, une odeur de
neuf va se dégager. Ceci vient de ce que la laque de l'appareil chauffe. C'est normal. Une aération suffit à éliminer.
Veillez à une bonne aération pendant l'utilisation
– Maintenez les points d'aération naturels ouverts. – En cas d’une utilisation prolongée de la plaque de cuisson, une
aération supplémentaire est indispensable. Ouvrez, par exemple, une fenêtre ou installez une aération mécanique.
N’utilisez la plaque de cuisson que pour préparer des mets
– L’appareil n’est pas approprié pour chauffer des espaces.
Récipients
– Veillez à ce que les casseroles qui sont utilisées sur l'élément à
induction, ne soient pas utilisées sur le wok, et inversement.
54 55
SECURITE
les points qui méritent votre attention
57
COMMANDE BRÛLEUR WOK
allumer et régler
Le brûleur Wok peut être réglé progressivement entre la position élevée et basse.
Commande
Appuyez sur la touche de commande et tournez-la vers la gauche.
Le brûleur va s'allumer.
Concernant les appareils équipés d'un dispositif de sécurité de flamme, appuyez pendant 3 secondes environ sur le bouton de commande pour enclencher le dispositif de sécurité de flamme.
56
SECURITE
les points qui méritent votre attention
– Des bacs en aluminium ou en plastique ne sont pas appropriés en
tant qu’ustensiles de cuisine. Ils risquent de brûler sur la tête du brûleur et sur les grilles de cuisson.
Placement des éléments du brûleur et de la grille de support
– Le brûleur Wok ne peut fonctionner correctement que si les éléments
du brûleur et la grille du support sont bien placés.
Cuisson à sec
– Évitez de faire subir à la casserole une cuisson à sec. Tout dommage
provenant d'une cuisson à sec est exclu de la garantie.
Plaque de verre
– La zone de cuisson en vitrocéramique est très solide, mais pas
incassable. La chute d'un objet pointu risque de la casser.
– N'utilisez pas le plan de cuisson comme surface d'entreposage ou de
rangement.
Pendant utilisation des zones de cuisson à induction
– N'oubliez pas que la chaleur se développe très rapidement si la zone
de cuisson est réglée au maximum. Restez toujours à côté de l'appareil lorsque vous avec allumé une zone de cuisson.
– Veillez à ce que la casserole ne puisse chauffer à vide. Les dégâts
occasionnées par des casseroles ayant chauffé à sec ne sont pas couverts par la garantie.
– Pendant l'utilisation d'une plaque de cuisson à induction éloignez
tout objet magnétique (cartes de crédit, carte bancaire, disquettes, montres etc.). Porteurs de stimulateur cardiaque : consultez votre
cardiologue avant de vous servir d'une plaque de cuisson à induction. – N'utilisez pas l'appareil en dessous de 5 °C. – Ne posez aucun objet métallique (couteau, fourchette, etc.) sur la
zone de cuisson : ils risqueraient de devenir très chauds.
position 0 signalisation du brûleur
position élevée wok
position basse cercle extérieur wok
position basse wok
Loading...
+ 65 hidden pages