Atag HIDD9471LV, HIDD9472LV Instructions For Use Manual

Gebruiksaanwijzing
inductiekookplaat met afzuigunit
Instructions for use
induction hob with extractor
HIDD9471LV
HIDD9472LV
NL Handleiding NL 3 - NL 26
EN Manual EN 3 - EN 26
Gebruikte pictogrammen / Pictograms used
Tip / Tip
INHOUD
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4 Beschrijving 5 Bedieningspaneel 6
Veiligheidsinstructies
Temperatuurbeveiliging 7 Kookduurbegrenzer 7 Gezond koken 7
Gebruik
Geluiden bij inductie 8 Pannen 8 Vermogensstanden 9 Pandetectie 10 De aanraaktoetsen gebruiken 10 Meldingen in de display 10 Functietabel 11 Kookstanden 12
Bediening
De kookplaat inschakelen en het vermogen instellen 13 De timer of kookwekker instellen 13 De automatische verhittingsfunctie inschakelen 15 Bridge induction zones koppelen 15 Een kookzone uitschakelen 16 Pauzeren 16 De functie voor automatische opwarming (menufunctie) inschakelen 17 De chef-functie inschakelen 17 De downdraft gebruiken 18
Onderhoud
Downdraft reinigingsstand 20 Reinigen 20 Vetfilter en opvangbak 21
Storingen
Algemeen 23 Tabel voor probleemoplossing 23
Technische specificaties
Informatie over Verordening (EU) 66/2014 25
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 26
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze kookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is makkelijk, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Bovendien kunt u dankzij het hoge vermogen gerechten zeer snel aan de kook brengen. Door de ruime afstanden tussen de kookzones kunt u comfortabel koken.
Koken op een inductiekookplaat is anders dan koken op een traditioneel toestel. Bij inductiekoken wordt gebruikgemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Hierdoor kunt u niet zomaar een willekeurige pan gebruiken. In het hoofdstuk 'Pannen' vindt u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmte-indicator waardoor u kunt zien welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven hoe u de inductiekookplaat optimaal kunt benutten. Naast informatie over de bediening vindt u hier ook achtergrondinformatie die van pas kan komen bij het gebruik van het product. Hierin staan ook kooktabellen en onderhoudstips.
Lees de handleiding door voordat u het toestel in gebruik neemt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik.
Daarnaast dient de handleiding als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding.
Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
1
32 5 7 114 8 9 10 126
1. Downdraft
2. Bridge zone, links 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan de zone midden links)
3. Slide control voor zone links
4. Slide control voor de zone midden links
5. Bridge zone, middenlinks 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan de zone links)
6. Bediening voor downdraft
7. Bridge zone, middenrechts 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan de zone rechts)
8. Slide control voor zone middenrechts
9. Slide control voor zone rechts
10. Kookplaatbediening (aan/uit, pauze, chef-functie)
11. Timerbediening
12. Bridge zone, rechts 180 x 220 mm, 3,7 kW (zone kan worden gekoppeld aan de zone middenrechts)
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
10 12 13 1111 14
1 2 3 4 65 7 8 9
1. Downdraft ‘-’ toets
2. Downdraft ‘+’ toets
3. Menutoets
4. Slider vermogen
5. ‘-’ toets timer
6. Pauzetoets
7. Aan-/uittoets
8. Toets chef-functie
9. ‘+’ toets timer
10. Downdraft display
11. Bridge-functie actief
12. Display voor kookzonestand
13. Timerfunctie actief
14. Timerdisplay
NL 6
VEILIGHEID
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies voordat u het toestel gaat gebruiken.
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat. Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen stand wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand Maximale gebruikstijd (uur, minuten)
Lage temp. (2-3) 8 uur
1 8 uur, 36 min. 40
2 6 uur, 42 min. 72
3 5 uur, 18 min. 120
4 4 uur, 18 min. 176
5 3 uur, 30 min. 256
6 2 uur, 18 min. 432
7 2 uur, 18 min. 120
8 1 uur, 48 min. 192
9 1 uur, 30 min.
P (boost) 10 m (schakelt terug naar stand 9)
Automatische verhitting (sec)
-
-
Gezond koken
Rookpunt van diverse oliesoorten
Om zo gezond mogelijk te bakken, wordt geadviseerd om de oliesoort af te stemmen op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt, waarbij giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel staat het rookpunt van diverse oliesoorten.
Olie Rookpunt °C Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C Zonnebloemolie 227 °C
Boter/kokosolie 177 °C Maisolie/Arachideolie 232 °C
Koolzaadolie 204 °C Olijfolie 242 °C
Vierge olijfolie 216 °C Rijstolie 255 °C
NL 7
GEBRUIK
Geluiden bij inductie
Tikkend geluid
Dit wordt veroorzaakt door de vermogensverdeling op de linker- en rechterzone. Ook bij lagere instellingen kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
Pannen maken geluid tijdens het koken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan stroomt. Bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
Het toestel is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te koelen en hoort u een zoemend geluid. De ventilator draait nog enkele minuten door nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Pannen
Plaats een pan altijd in het midden van een kookzone. Gebruik bij de bridge-functie altijd een (vis)pan die minimaal één van de middenposities van de gekoppelde zones bedekt.
Pannen voor inductiekoken
Voor inductiekoken zijn pannen van een bepaalde kwaliteit vereist.
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor een inductiekookplaat.
Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch koken en inductiekoken met:
een dikke bodem (minimaal 2,25 mm); een vlakke bodem.
Het meest geschikt zijn pannen die zijn voorzien van het keurmerk 'Class Induction'.
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn. De pan is geschikt als de magneet door de bodem wordt aangetrokken.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Slijtvaste geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper/aluminium
Plastic
NL 8
GEBRUIK
Wees voorzichtig met geëmailleerde pannen van plaatstaal. Als u de kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is, kan het email er af springen (het email laat los van het staal). Ook kan de panbodem kromtrekken door bijvoorbeeld oververhitting of gebruik van een te hoog vermogen.
Gebruik nooit een pan met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de beveiliging tegen oververhitting belemmeren. Het toestel wordt dan te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten. Schade die het gevolg is van het gebruik van ongeschikte pannen of van droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
De minimale diameter van de panbodem bedraagt 12 cm. U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Bij een te kleine pan wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Op de bridge zones moet de minimale lengte van een (ovale) vispan 22 cm zijn.
Snelkookpannen
Inductiekoken is bij uitstek geschikt voor het gebruik van snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Het kookproces stopt zodra u een kookzone uitschakelt.
Het vermogen instellen
De kookzones hebben 9 standen. Daarnaast is er nog een boost-stand (P). Nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld, kunt u binnen 5 seconden de gewenste kookzone kiezen. Stel het vermogen in door de slider aan te raken. Bij de eerste aanraking wordt het niveau ingesteld op het deel van de slider dat u aanraakt. Wanneer u langs de slider schuift, verandert de instelling van het vermogen. Wanneer u naar rechts schuift, wordt het niveau verhoogd. Wanneer u naar links schuift, wordt het niveau verlaagd. Als u uw vinger van de slider haalt, begint het kookveld op het ingestelde niveau.
Boost-functie
Met de boost-functie kunt u gedurende korte tijd (maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen koken. Na het verstrijken van de maximale boost-tijd wordt het vermogen verlaagd naar stand 9.
Wanneer de bridge-functie is geactiveerd, is de boost-functie niet beschikbaar.
Boost instellen
Vanwege het beperkte vermogen van de inductiekookplaat kunt u de boost-functie alleen op één kookzone tegelijkertijd instellen (voor zowel linker- als rechterkookzone). Wanneer u op een kookzone de boost-functie activeert, wordt de andere kookzone waar deze functie is geactiveerd automatisch ingesteld op een lager vermogen.
De kookzone waarvan het vermogen wordt verlaagd, knippert in de display.
NL 9
GEBRUIK
Pandetectie
Als de kookplaat na het instellen van het vermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert, knipperen het symbool voor pandetectie en de geselecteerde vermogensstand om de beurt in de display en verwarmt de kookplaat niet. Indien u niet binnen 1 minuut een (ijzerhoudende) pan op de kookzone plaatst, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld (zie ook het hoofdstuk 'Pannen').
De aanraaktoetsen gebruiken
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de slider. U hoeft geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop. Bedien de regelaars niet met andere objecten. Na activering van een toets of de slider klinkt er een geluidssignaal.
Meldingen in de display
Op display
<->
Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage stand, 9 = hoge stand
Boost-functie actief.
Geen (geschikte) pan op de kookzone (symbool voor pandetectie).
Automatische verhitting geselecteerd.
De menufunctie (automatisch verwarmen) is actief (het symbool voor de lage, middelste of hoge stand is zichtbaar)
Foutcode: zie de tabel voor probleemoplossing.
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte­indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. Ondanks dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator H zichtbaar zolang de kookzone warm is. Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt. Gevaar! Risico op
brandwonden.
Indicator voor het reinigen van het vetfilter
Indicator voor het vervangen van het koolstoffilter
NL 10
GEBRUIK
Functietabel
Functie Te gebruiken
toetsen
Bridge
Beide linker of rechter sliders
gelijktijdig drukken
Chef
Menu
Beschrijving
U kunt de kookzones aan elkaar koppelen. Hierdoor ontstaat één grote zone die u bijvoorbeeld kunt gebruiken voor een grote vispan of een grote kookpan.
Als de zones zijn gekoppeld, kunt u deze niet op de
boost-stand zetten.
Gebruik een (vis)pan waarmee minimaal één van de
middenposities van de bridge-zones wordt bedekt.
Met de chef-functie worden alle zones ingeschakeld. Hiermee kunt u de vier kookzones activeren met vooraf ingestelde vermogens.
• Verhitten (warm houden)
• Lage temperatuur (delicate gerechten)
• Middelhoge temperatuur (langzaam koken)
• Hoge temperatuur (aan de kook brengen of snel koken) De chef-functie is handig voor professioneel koken. Hiermee kunt u koken zonder dat u de vermogen-sliders hoeft te gebruiken. In plaats daarvan verplaatst u de pannen naar een andere zone.
Met de menufunctie houdt u bereid voedsel warm. U kunt deze functie ook gebruiken voor smelten of sudderen. Er zijn drie instellingen die u kunt selecteren:
lage stand voor het smelten van chocolade enz.; middelste stand om voedsel warm te houden; hoge stand voor sudderen.
Auto­matisch
Slider ingedrukt
houden
verhitten
Timer
Downdraft
Met de functie voor automatische verhitting wordt het vermogen tijdelijk verhoogd (stand 9) om de inhoud van de pan te verwarmen. Deze functie is beschikbaar in de standen 1-8.
Voor elke kookzone kunt u de timer instellen. U kunt kookduur tot 1 uur en 59 minuten programmeren. De timer stopt zodra u de pan verwijdert en de timer wordt hervat wanneer u de pan weer terugzet. Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, schakelt de kookzone automatisch uit. Wanneer er geen kookzone geselecteerd is, werkt de timer als kookwekker (geen automatische uitschakeling).
U kunt de downdraft instellen op drie ventilatorsnelheden en een boost-stand (P). Met de vertragingstimer kunt u de ventilator tien minuten ingeschakeld laten. Na tien minuten zal de downdraft automatisch uitschakelen.
NL 11
GEBRUIK
Kookstanden
Aangezien de standen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-stand voor:
snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
slinken van groene groenten;
verhitten van olie en vet;
wokken.
Gebruik stand 9 voor:
aanbraden van vlees;
bereiden van vis;
bakken van omeletten;
bakken van gekookte aardappelen;
frituren van voedsel.
Gebruik stand 7 en 8 voor:
bakken van dikke pannenkoeken;
bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
bakken van bacon (vet);
koken van rauwe aardappelen;
bakken van wentelteefjes;
bakken van gepaneerde vis;
doorkoken pasta;
bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik stand 4-6 voor:
doorkoken van grote hoeveelheden;
ontdooien van harde groenten;
bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik stand 1-3 voor:
trekken van bouillon;
stoven van vlees;
zacht koken van groenten;
smelten van chocolade;
pocheren;
smelten van kaas.
NL 12
BEDIENING
De kookplaat inschakelen en het vermogen instellen
1. Druk op de aan-/uittoets. Er klinkt een kort geluidssignaal.
2. Druk binnen 5 seconden op een slider om een vermogensstand te selecteren.
Er klinkt een kort geluidssignaal.
Boost
<------------------------------->
De timer (kookwekker) instellen
1. Schakel de kookplaat in en selecteer een vermogensstand.
2. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen om de timer in te schakelen.
Op het display van de timer wordt “0.00” weergegeven en het timersymbool rechts van
het display gaat branden. Dit is het symbool voor de eerste actieve kookzone vanaf links.
3. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren waarvoor u de timer wilt instellen.
Het timersymbool gaat alleen branden voor de actieve kookzones.
4. Stel binnen 5 seconden een kookduur in met de ‘+’ en ‘-’ toetsen.
NL 13
BEDIENING
5. De timer is ingesteld.
Nadat de ingestelde tijd is verstreken, schakelt de kookzone uit. Selecteer geen kookzone wanneer de timer wordt gebruikt als kookwekker. Het timeralarm klinkt wanneer de ingestelde tijd is verstreken.
Druk op de ‘+’ of ‘-’ toets om het alarm te stoppen.
De ingestelde kookduur wijzigen
U kunt de kookduur op elk gewenst moment wijzigen.
1. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren waarvoor u de timer wilt aanpassen.
De zone wordt aangegeven met een oplichtend timersymbool rechts van de display.
2. Druk op de ‘+’ of ‘-’ toets.
Als u de tijd niet binnen 5 seconden wijzigt door op de ‘+’ of ‘-’ toets te drukken, blijft
de oorspronkelijke kookduur ongewijzigd.
De resterende kookduur controleren
Op het display van de timer wordt de eerste ingestelde timerstand weergegeven (het timersymbool rechts van het display van de betreffende kookzone brandt feller dan de andere symbolen).
1. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren waarvan u de resterende tijd wilt zien.
De zone wordt aangegeven met een brandend timersymbool rechts van het display. Op de timer wordt de resterende tijd van de geselecteerde kookzone weergegeven.
De timer uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om de timer uit te schakelen voordat de ingestelde tijd is verstreken:
1. Druk gelijktijdig op de ‘+’ en ‘-’ toetsen zo vaak als nodig is om de kookzone te selecteren waarvoor u de timer wilt uitschakelen.
2. Druk op de toets - om de waarde in te stellen op 0.
Het verlichte punt aan de linkerzijde van het display wordt uitgeschakeld en het
timersymbool rechts van het display wordt opnieuw geactiveerd.
NL 14
BEDIENING
De automatische verhittingsfunctie inschakelen
1. Schakel de kookplaat in en zet een pan op de kookzone.
2. Houd een slider ingedrukt om een vermogensstand met automatische verhitting te selecteren.
Zie het hoofdstuk 'Kookduurbegrenzer'.
Knipperend A -> 4
Ingedrukt houden
Bridge induction zones koppelen
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk gelijktijdig op beide sliders voor de linkerzone (of rechterzone) om de bridge-zone in te schakelen.
3. Druk op de slider aan de linkerzijde (of midden rechts) om een vermogensstand in te stellen (voor beide gekoppelde zones).
max. stand 9
De bridge-functie deactiveren
1. Druk gelijktijdig op beide sliders voor de linkerzone (of rechterzone) om de bridge-zone uit te schakelen.
NL 15
BEDIENING
Een kookzone uitschakelen
1. Druk aan het begin van de slider of gebruik de aan-/uittoets om de kookplaat uit te schakelen.
of:
Tweemaal drukken
Pauzeren
1. Druk op de pauzetoets.
2. De pauzestand uitschakelen: Druk op de pauzetoets. De slider uiterst rechts gaat branden.
3. Schuif binnen 5 seconden vanaf links naar rechts over de rechterslider.
Het lampje boven de pauzetoets gaat uit en de toestand van vóór activering van de pauzemodus wordt hersteld.
NL 16
--------------------->
Loading...
+ 36 hidden pages