Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
The appliance identifi cation card is located on the bottom of the appliance.
La plaque d’identifi cation de l’appareil se trouve sur le dessus de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befi ndet sich an der Unterseite des Gerätes.
Produktets identifi kationskort er placeret i bunden af produktet.
Plak hier het toestel-identifi catieplaatje.
Stick the appliance identifi cation card here.
Placez ici la plaque d’identifi cation de l’appareil.
Kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein.
Placér produktets identifi kationskort her.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department, have the complete type number to hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
Sørg for at have produktets typenummer parat, når du kontakter serviceafdelingen.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation fi nden Sie auf der Garantiekarte.
Du kan fi nde adresser og telefonnumre til serviceorganisationen i garantihæftet.
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte
op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt
gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft
welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductiekookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over
de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst
kan zijn bij het gebruik van dit product. Tevens zijn kooktabellen en
onderhoudstips opgenomen.
NL 4
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje
bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op
uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
05
080913
1. Kookstanden display zone linksachter
2. Keuzetoets kookzone linksachter
3. Kookzone timer indicatie
4. Timer display
5. Kookwekker indicatie
6. Keuzetoets kookzone rechtsachter
7. Kookstanden display zone rechtsachter
8. Kookstanden display zone linksvoor
9. Keuzetoets kookzone linksvoor
10. Slide control (9 kookstanden + boost P)
11. Timer-/kookwekkertoets
12. Keuzetoets kookzone zone rechtsvoor
13. Kookstanden display zone rechtsachter
14. Aan-/uittoets
121410 11
070104020603
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
23
14
1. Kookzone Ø 200 / 3 kW
2. Kookzone Ø 160 / 1,4 kW
3. Kookzone Ø 200 / 3 kW
4. Kookzone Ø 160 / 1,4 kW
NL 6
VEILIGHEID
Lees voor gebruik eerst de separate
veiligheidsinstructies!
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
Kookduurbegrenzing
• Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en
van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting,
bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te hoge
temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/kookplaat automatisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat helemaal uit.
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
volgt begrensd:
KookstandDe kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit.
NL 7
GEBRUIK
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen
is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw vingertoppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard te
drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren
op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te
bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen
als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
• In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het
beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
Geen warmteverlies en de
handgrepen blijven koud bij
inductiekoken.
gerecht in de pan aan de kook is.
NL 8
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Pannen
Tikkend geluid
Een licht tikkend geluid wordt veroorzaakt door de vermogensverdeling
van de voorste en de achterste zone. Ook bij lage kookstanden kan een
zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt
veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat
naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij
bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de kookplaat.
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat
voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt
de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u
het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog geluid maken.
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;▷ een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan
te droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
NL 10
Minimale pandiameter
De minimale diameter van de panbodem bedraagt 11 cm. Het beste
resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de
kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel
op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces
direct.
BEDIENING
Inschakelen en vermogen instellen
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
2. Druk op de aan/uittoets (14).
Er klinkt een enkel geluidssignaal.
3. Druk op de keuzetoets (A) van de gewenste kookzone.
14
AA
A
A
10
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De display van de geselecteerd
zone licht op, de andere displays dimmen.
4. Schuif met uw vinger over de slide control (10) om de gewenste
stand in te stellen. De kookplaat start automatisch in de ingestelde
stand.
5. Stel een hoger of lager vermogen in door met uw vinger over de
slide control te schuiven.
Het vermogen is in te stellen in 9 standen en een ‘boost’ stand (P).
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen geen
(ijzerhoudende) pan detecteert, verschijnt er in de display een
symbool ‘U’ en de kookzone blijft koud. Indien er binnen 10 minuten
geen (ijzerhoudende) pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone
automatisch uit.
Restwarmte-indicatie
Na gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog een tijd heet
blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een ‘H’ in de display staan.
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd
(maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen te koken.
De kookzone’s rechtsachter en linksvoor hebben een ‘boost’ stand.
Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen
verlaagd naar stand 9.
10
Boost inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone en schakel de kookzone in.
2. Schuif met uw vinger linksom of rechtsom over de slide control (10)
tot ‘P’ in de display verschijnt.
De ‘boost’ stand is nu geselecteerd.
NL 11
BEDIENING
Uitschakelen
Kinderslot
De boost functie uitschakelen
De boost functie is ingeschakeld, in de display is ‘P’ zichtbaar.
1. Selecteerd met de slider (linksom of rechtsom) een lagere stand.
In de display verschijnt een lagere stand.
Eén kookzone uitschakelen
Een kookzone is ingeschakeld. De display toont een vermogensstand
tussen 1 en 9, of “P”.
• Stel met de slider control de kookzone op de ‘0’ (uit) stand.
De kookzone schakelt uit
Als alle kookzones ingesteld zijn op ‘0’ en er geen verdere
handeling wordt uitgevoerd, schakelt de kookplaat na 20 seconden
automatisch uit.
Alle kookzones tegelijk uitschakelen
Meerdere kookzones zijn actief.
• Druk op de aan-/uittoets (14) om alle kookzones tegelijk uit te
schakelen.
14
U hoort een geluidssignaal. Alle displays zijn uit. De kookplaat is
uitgeschakeld.
Kinderslot inschakelen
• Druk minimaal drie seconden op de aan-/uittoets (14) totdat u een
geluidssignaal hoort.
In de displays van de kookzones verschijnt gedurende enkele
seconden ‘L’. Het kinderslot is ingeschakeld.
NL 12
Kinderslot uitschakelen
• Druk minimaal drie seconden op de aan-/uittoets (14) totdat u een
geluidssignaal hoort.
In de displays van de kookzones verschijnt ‘0’. Het kinderslot is
uitgeschakeld.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslot modus voordat u de kookplaat reinigt.
Hiermee voorkomt u dat de kookplaat per ongeluk inschakelt.
BEDIENING
Kooktimer/wekker
Voor elke kookzone kan een kooktimer worden ingesteld. De kookplaat
beschikt ook over een wekker. Zowel de kooktimer als de wekker
kunnen op maximaal 99 minuten worden ingesteld. De wekker werkt
op dezelfde manier als de kooktimer, maar is niet aan een kookzone
gekoppeld. Als de wekker is ingesteld, blijft hij ook aftellen nadat
de kookplaat werd uitgeschakeld. De wekker kan alleen worden
uitgeschakeld wanneer de kookplaat is ingeschakeld.
04
11
Aankookautomaat
Kooktimer instellen
1. Selecteer de gewenste kookzone en stel het vermogen in.
2. Druk op de timer-/kookwekkertoets (11).
3. Stel met de slide control of de timer-/kookwekkertoets de gewenste
tijd in.
Met de timer-/kookwekkertoets kan in stappen van 10 minuten de
tijd worden ingesteld. De tijd wordt weergegeven in de timerdisplay
(04). De geselecteerde kookzone schakelt automatisch uit als de
ingestelde tijd is verstreken.
Kookwekker instellen
1. Druk op de timer-/kookwekkertoets (11).
Zorg ervoor dat alle kookzone’s uitgeschakeld zijn.
2. Stel met de slide control of de timer-/kookwekkertoets de gewenste
tijd in.
Met de timer-/kookwekkertoets kan in stappen van 10 minuten de
tijd worden ingesteld. De tijd wordt weergegeven in de timerdisplay
(04). Er klinkt een wekkersignaal als de ingestelde tijd is verstreken.
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. Als de
aankookautomaat is geactiveerd, warmt de kookzone automatisch
met maximaal vermogen op en schakelt daarna terug naar de door
u gekozen kookstand. De aankooktijd is afhankelijk van de gekozen
kookstand (stand 1 tot 8).
Inschakelen
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
2. Druk op de aan/uittoets (14).
Er klinkt een enkel geluidssignaal.
NL 13
BEDIENING
10
3. Druk op de keuzetoets (A) van de gewenste kookzone.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De display van de geselecteerd
zone licht op, de andere displays dimmen.
4. Schuif met uw vinger over de slide control (10) om de gewenste
stand in te stellen. Hou vervolgens minimaal 3 seconden de slide
control op de gewenste stand ingedrukt.
In de display verschijnt vervolgens een ‘A’ afgewisseld met de
geselecteerde kookstand.
In de ondersraande tabel staan de kookstanden met de daarbij
corresponderende aankooktijden.
1. Druk op de keuzetoets van de betreffende kookzone.
2. Kies met de slide control een andere kookstand.
De aankookautomaat wordt automatisch uitgeschakeld.
Twee achter elkaar liggende kookzones
• Twee kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar.
Wanneer deze kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het
vermogen automatisch verdeeld. Tot en met stand 9 heeft dit geen
consequenties. Stelt u echter een kookzone in op de boost stand
dan wordt de andere kookzone automatisch op een iets lagere
stand gezet.
• Staat een kookzone op boost en u wilt de andere op stand 9 of
boost zetten, zal de kookzone met boost automatisch naar een
lagere stand gaan.
• Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet. U
kunt beide kookzones op de boost stand instellen.
KOKEN
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 en 5 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
NL 15
ONDERHOUD
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
NL 16
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
STORINGEN
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker van de
kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en)
in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op nul bij een vaste
aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent dit
niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende
punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie
op de website ‘www.atagservice.nl’.
SymtoomMogelijke oorzaakOplossing
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat.Normale werking.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
U hoort een licht tikkend geluid
op uw kookplaat.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen. Er verschijnt een
pan detectie symbool ( U ) in
het display.
Een kookzone stopt plotseling
met de werking en er klinkt een
signaal.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op de display.
Opwarmen nieuw toestel.Dit is normaal en verdwijnt na
Ook bij lage kookstanden
kan een zacht tikkend geluid
optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
kleiner dan 11 cm.
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
enkele keren koken.Ventileer
de keuken.
Normale werking.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan.
Schakel het signaal uit door
op een willekeurige toets te
drukken.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
NL 17
STORINGEN
SymtoomMogelijke oorzaakOplossing
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Foutcode ER03.Het bedieningspaneel is
Foutcode E3.Verkeerde pan gebruikt.Gebruik een geschikte pan
L13,7 kW3,7 kW
L23,7 kW3,7 kW
L3
Totale aansluitwaarde7100 W7100 W
(Inbouw)maten
Toestel
breedte x diepte
Inbouwhoogte vanaf
bovenkant werkblad
Zaagmaat
breedte x diepte
Minimale afstand
zaagmaat
tot achterwand
Minimale afstand
zaagmaat
tot zijwand
3 kW (Ø200)3 kW (Ø200)
3 kW (Ø200)
600 x 510 mm700 x 510 mm
56 mm56 mm
560 x 490 mm560 x 490 mm
40 mm40 mm
40 mm40 mm
NL 19
MILIEUASPECTEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op
verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover
informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het
apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil
mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk
negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een
ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
NL 20
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde
Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn
vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
TABLE OF CONTENTS
Your induction hob
Introduction 4
Control panel 5
Description 6
Safety
Temperature safety 7
Cooking-time limiter 7
Use
Operation of the touch-sensitive buttons 8
Induction cooking 8
Induction sounds 9
Pans 9
Operation
Switching on and power setting 11
Residual heat indicator 11
Boost 11
Switching off 12
Child lock 12
Cooking-timer/alarm 13
Automatic boost function 13
Cooking
Cooking levels 15
Maintenance
Cleaning 16
Faults
General 17
Fault table 17
Technical data
Technical data 19
Environmental aspects
Disposal of the appliance and packaging 20
EN 3
YOUR INDUCTION HOB
Introduction
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking on
an induction hob has a number of advantages. It is easy, because the
hob responds quickly and can also be set to a very low power level.
As it can also be set to a high power level, it comes to the boil very
quickly. The ample space between the cooking zones makes cooking
comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional
appliance. Induction cooking makes use of a magnetic field to generate
heat. This means that you cannot use just any pan on it. The section on
pans gives more information about this.
For optimum safety, the induction hob is equipped with various
temperature protections and a residual heat indicator, which shows
which cooking zones are still hot.
This manual describes how you can make the best possible use of the
induction hob. In addition to information about operation, you will also
find background information to assist you in using this product, as well
as cooking tables and maintenance tips.
EN 4
First read the user instructions carefully and completely before
starting to use the appliance, and keep them safely for future
reference.
The manual also serves as reference material for service technicians.
That is why you should stick the appliance identification card
supplied in the space provided at the back of the manual. The
appliance identification card contains all the information that the
service technician will need in order to respond appropriately to your
questions.
Happy cooking!
YOUR INDUCTION HOB
Control panel
05
080913
1. Cooking level display zone rear left:
2. Cooking zone menu rear left
3. Cooking zone timer indicator
4. Timer display
5. Kitchen timer indicator
6. Cooking zone menu rear right
7. Cooking level display zone rear right
8. Cooking level display zone front left
9. Cooking zone menu front left
10. Slide control (9 Cooking levels + boost P)
11. Kitchen timer button/timer button
12. Cooking zone menu front right
13. Cooking level display zone rear right
14. On/Off button
121410 11
070104020603
EN 5
YOUR INDUCTION HOB
Description
23
14
1. Cooking zone Ø 200 / 3 kW
2. Cooking zone Ø 160 / 1.4 kW
3. Cooking zone Ø 200 / 3 kW
4. Cooking zone Ø 160 / 1.4 kW
EN 6
SAFETY
Temperature safety
Cooking-time limiter
Read the separate safety instructions before
use.
• Each cooking zone is equipped with a sensor. This sensor
measures the temperature of the base of the pan and the sections
of the hob to avoid any risk of overheating, for example, a pan
boiling dry. In case of temperatures rising too high, the power of the
cooking zone/hob is reduced or shut off automatically.
• If a cooking zone is on for an unusually long time, it will be
switched off automatically.
• Depending on the setting you have chosen, the cooking time will be
limited as follows:
Cooking level The cooking zone switches off automatically after:
The cooking-time limiter switches the cooking zones off when the
above-stated time has elapsed.
EN 7
USE
Operation of the touch-sensitive buttons
If you are used to different controls, it can take time to get used to
operating the hob using the touch-sensitive buttons. For optimum
working, place your finger tips flat on the buttons. You don’t have to
push hard.
The touch sensors have been set in such a way that they only react
to the pressure and size of finger tips. The hob can’t be operated with
other objects and won’t, for instance, be switched on if your pet walks
over the hob.
Induction cooking
Induction cooking is fast
• To start with you will be surprised by the speed of induction
cooking. Especially at higher settings, foods and liquids will come
to the boil very rapidly. It is best not to leave pans unattended to
avoid them boiling over or boiling dry.
The power level adjusts itself.
• In induction cooking, only the zone on which the pan in placed
is used. If you use a small pan on a large zone, the power will be
adjusted to the diameter of the pan. The power will thus be lower
and it will take longer before the food in the pan comes to the boil.
With induction cooking
there is no heat loss and
handles stay cool.
Please note
• Grains of sand may cause scratches which cannot be removed.
Only put pans with a clean base on the cooking surface and always
pick pans up to move them.
• Do not use the hob as a worktop.
• To avoid energy loss, always keep the lid on the pan when cooking.
EN 8
USE
Induction sounds
Pans
Ticking sound
A light ticking sound is caused by the capacity limiter on the front and
back zones. A soft ticking sound can also occur at lower settings.
Pan makes sounds
The pan can make sounds during cooking. This is caused by the
energy flowing from the hob to the saucepan. This is normal for certain
saucepans, particularly at high settings. This is not harmful for the pans
or the hob.
Ventilator makes sounds
In order to increase the lifespan of electronic components, the appliance
is fitted with a ventilator. If you use the appliance intensively, the ventilator
will be switched on and you will hear a humming sound. The ventilator
can also make sounds after you have switched off the appliance.
Pans for induction cooking
Induction cooking requires a particular type of pan.
Please note
• Pans that have already been used for cooking on a gas hob are no
longer suitable for use on an induction hob.
• Only use pans that are suitable for electric and induction cooking
with:
▷ a thick base of a minimum of 2.25 mm;▷ a flat base.
• The best pans are those with the ‘Class Induction’ quality mark.
Tip
You can use a magnet to check whether your pans are suitable. A pan
is suitable if the base of the pan is attracted by the magnet.
EN 9
USE
SuitableUnsuitable
Special stainless steel pansEarthenware
Class InductionStainless steel
Solid enamelled pansPorcelain
Enamelled cast-iron pansCopper
Plastic
Aluminium
Please note
Be careful with thin enamelled sheet steel pans:
• the enamel may come loose from the steel at high settings if the
pan is too dry;
• high power level settings may cause the base of the pan to warp.
Please note
Never use pans with a misshapen base. A hollow or rounded base can
interfere with the operation of the overheating protection, causing the
appliance to become too hot. This may lead to the glass top cracking
and the pan base melting. Damage caused by using unsuitable pans or
boiling dry is excluded from the guarantee.
EN 10
Minimum pan diameter
The minimum diameter for the pan base is 11 cm. The best results are
achieved by using a pan with the same diameter as the cooking zone.
If a pan is too small the zone will not work.
Pressure cookers
Induction cooking is very suitable for pressure cookers.
The fast-reacting cooking zone brings the pressure cooker to pressure
quickly. As soon as you switch a cooking zone off, the dish stops
cooking immediately.
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.