ATAG HI7271E User manual

gebruiksaanwijzing
inductiekookplaat
instructions for use
induction hob
Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
The appliance identifi cation card is located on the bottom of the appliance. La plaque d’identifi cation de l’appareil se trouve sur le dessus de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befi ndet sich an der Unterseite des Gerätes.
Produktets identifi kationskort er placeret i bunden af produktet.
Plak hier het toestel-identifi catieplaatje.
Stick the appliance identifi cation card here.
Kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein.
Placér produktets identifi kationskort her.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department, have the complete type number to hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
Sørg for at have produktets typenummer parat, når du kontakter serviceafdelingen.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation fi nden Sie auf der Garantiekarte.
Du kan fi nde adresser og telefonnumre til serviceorganisationen i garantihæftet.
mode d’emploi
plaque de cuisson à induction
Bedienungsanleitung
Induktionskochfeld
brugsanvisning
induktionskogeplade
HI6271E HI7271E
700005661000
NL
Handleiding NL 3 - NL 20
EN
Manual EN 3 - EN 20
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 20
DE
Anleitung DE 3 - DE 20
DA
Vejledning DA 3 - DA 20
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used Pictogrammes utilisés - Benutzte Piktogramme - Anvendte piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information Important à savoir - Wissenswertes - Vigtige oplysninger
Tip - Conseil - Tipp - Tips
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4 Bedieningspaneel 5 Beschrijving 6
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 7 Kookduurbegrenzing 7
Gebruik
Werking van de aanraaktoetsen 8 Inductiekoken 8 Inductiegeluiden 9 Pannen 9
Bediening
Inschakelen en vermogen instellen 11 Restwarmte-indicatie 11 Boost 11 Uitschakelen 12 Kinderslot 12 Kooktimer/wekker 13 Aankookautomaat 13
Koken
Kookstanden 15
Onderhoud
Reinigen 16
Storingen
Algemeen 17 Storingstabel 17
Technische gegevens
Technische gegevens 19
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 20
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductie­kookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst kan zijn bij het gebruik van dit product. Tevens zijn kooktabellen en onderhoudstips opgenomen.
NL 4
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje
bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
05
08 09 13
1. Kookstanden display zone linksachter
2. Keuzetoets kookzone linksachter
3. Kookzone timer indicatie
4. Timer display
5. Kookwekker indicatie
6. Keuzetoets kookzone rechtsachter
7. Kookstanden display zone rechtsachter
8. Kookstanden display zone linksvoor
9. Keuzetoets kookzone linksvoor
10. Slide control (9 kookstanden + boost P)
11. Timer-/kookwekkertoets
12. Keuzetoets kookzone zone rechtsvoor
13. Kookstanden display zone rechtsachter
14. Aan-/uittoets
12 1410 11
0701 0402 0603
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
23
14
1. Kookzone Ø 200 / 3 kW
2. Kookzone Ø 160 / 1,4 kW
3. Kookzone Ø 200 / 3 kW
4. Kookzone Ø 160 / 1,4 kW
NL 6
VEILIGHEID
Lees voor gebruik eerst de separate veiligheidsinstructies!
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
Kookduurbegrenzing
• Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting, bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/kookplaat auto­matisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat helemaal uit.
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
1 8 uur 2 6 uur 3 5 uur 4 5 uur 5 4 uur 6 1,5 uur 7 1,5 uur 8 1,5 uur 9 1,5 uur boost (P) 1,5 uur (zone’s RA en LV)
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone automatisch uit.
NL 7
GEBRUIK
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw vinger­toppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard te drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
• In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
Geen warmteverlies en de
handgrepen blijven koud bij
inductiekoken.
gerecht in de pan aan de kook is.
NL 8
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Pannen
Tikkend geluid
Een licht tikkend geluid wordt veroorzaakt door de vermogensverdeling van de voorste en de achterste zone. Ook bij lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de kookplaat.
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog geluid maken.
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en inductiekoken met:
▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm; ▷ een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn. Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
NL 9
GEBRUIK
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk Class Induction Roestvrijstaal Solide geëmailleerde pannen Porselein Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof Aluminium
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
NL 10
Minimale pandiameter
De minimale diameter van de panbodem bedraagt 11 cm. Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone. Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct.
BEDIENING
Inschakelen en vermogen instellen
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
2. Druk op de aan/uittoets (14).
Er klinkt een enkel geluidssignaal.
3. Druk op de keuzetoets (A) van de gewenste kookzone.
14
AA
A
A
10
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De display van de geselecteerd zone licht op, de andere displays dimmen.
4. Schuif met uw vinger over de slide control (10) om de gewenste stand in te stellen. De kookplaat start automatisch in de ingestelde stand.
5. Stel een hoger of lager vermogen in door met uw vinger over de slide control te schuiven. Het vermogen is in te stellen in 9 standen en een ‘boost’ stand (P).
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen geen (ijzerhoudende) pan detecteert, verschijnt er in de display een symbool ‘U’ en de kookzone blijft koud. Indien er binnen 10 minuten geen (ijzerhoudende) pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone automatisch uit.
Restwarmte-indicatie
Na gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog een tijd heet blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een ‘H’ in de display staan.
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd (maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen te koken. De kookzone’s rechtsachter en linksvoor hebben een ‘boost’ stand. Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd naar stand 9.
10
Boost inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone en schakel de kookzone in.
2. Schuif met uw vinger linksom of rechtsom over de slide control (10) tot ‘P’ in de display verschijnt.
De ‘boost’ stand is nu geselecteerd.
NL 11
BEDIENING
Uitschakelen
Kinderslot
De boost functie uitschakelen
De boost functie is ingeschakeld, in de display is ‘P’ zichtbaar.
1. Selecteerd met de slider (linksom of rechtsom) een lagere stand.
In de display verschijnt een lagere stand.
Eén kookzone uitschakelen
Een kookzone is ingeschakeld. De display toont een vermogensstand tussen 1 en 9, of “P”.
• Stel met de slider control de kookzone op de ‘0’ (uit) stand.
De kookzone schakelt uit Als alle kookzones ingesteld zijn op ‘0’ en er geen verdere handeling wordt uitgevoerd, schakelt de kookplaat na 20 seconden automatisch uit.
Alle kookzones tegelijk uitschakelen
Meerdere kookzones zijn actief.
• Druk op de aan-/uittoets (14) om alle kookzones tegelijk uit te schakelen.
14
U hoort een geluidssignaal. Alle displays zijn uit. De kookplaat is uitgeschakeld.
Kinderslot inschakelen
• Druk minimaal drie seconden op de aan-/uittoets (14) totdat u een geluidssignaal hoort.
In de displays van de kookzones verschijnt gedurende enkele seconden ‘L’. Het kinderslot is ingeschakeld.
NL 12
Kinderslot uitschakelen
• Druk minimaal drie seconden op de aan-/uittoets (14) totdat u een geluidssignaal hoort.
In de displays van de kookzones verschijnt ‘0’. Het kinderslot is uitgeschakeld.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslot modus voordat u de kookplaat reinigt. Hiermee voorkomt u dat de kookplaat per ongeluk inschakelt.
BEDIENING
Kooktimer/wekker
Voor elke kookzone kan een kooktimer worden ingesteld. De kookplaat beschikt ook over een wekker. Zowel de kooktimer als de wekker kunnen op maximaal 99 minuten worden ingesteld. De wekker werkt op dezelfde manier als de kooktimer, maar is niet aan een kookzone gekoppeld. Als de wekker is ingesteld, blijft hij ook aftellen nadat de kookplaat werd uitgeschakeld. De wekker kan alleen worden uitgeschakeld wanneer de kookplaat is ingeschakeld.
04
11
Aankookautomaat
Kooktimer instellen
1. Selecteer de gewenste kookzone en stel het vermogen in.
2. Druk op de timer-/kookwekkertoets (11).
3. Stel met de slide control of de timer-/kookwekkertoets de gewenste tijd in.
Met de timer-/kookwekkertoets kan in stappen van 10 minuten de tijd worden ingesteld. De tijd wordt weergegeven in de timerdisplay (04). De geselecteerde kookzone schakelt automatisch uit als de ingestelde tijd is verstreken.
Kookwekker instellen
1. Druk op de timer-/kookwekkertoets (11).
Zorg ervoor dat alle kookzone’s uitgeschakeld zijn.
2. Stel met de slide control of de timer-/kookwekkertoets de gewenste tijd in.
Met de timer-/kookwekkertoets kan in stappen van 10 minuten de tijd worden ingesteld. De tijd wordt weergegeven in de timerdisplay (04). Er klinkt een wekkersignaal als de ingestelde tijd is verstreken.
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. Als de aankookautomaat is geactiveerd, warmt de kookzone automatisch met maximaal vermogen op en schakelt daarna terug naar de door u gekozen kookstand. De aankooktijd is afhankelijk van de gekozen kookstand (stand 1 tot 8).
Inschakelen
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
2. Druk op de aan/uittoets (14).
Er klinkt een enkel geluidssignaal.
NL 13
BEDIENING
10
3. Druk op de keuzetoets (A) van de gewenste kookzone.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De display van de geselecteerd zone licht op, de andere displays dimmen.
4. Schuif met uw vinger over de slide control (10) om de gewenste stand in te stellen. Hou vervolgens minimaal 3 seconden de slide control op de gewenste stand ingedrukt.
In de display verschijnt vervolgens een ‘A’ afgewisseld met de geselecteerde kookstand.
In de ondersraande tabel staan de kookstanden met de daarbij corresponderende aankooktijden.
Kookstand Aankooktijd (minuten:seconden)
1 0:48 2 2:24 3 3:36 4 5:24 5 6:48 6 2:00 7 2:48 8 3:36 9 -:-
NL 14
Uitschakelen
1. Druk op de keuzetoets van de betreffende kookzone.
2. Kies met de slide control een andere kookstand.
De aankookautomaat wordt automatisch uitgeschakeld.
Twee achter elkaar liggende kookzones
• Twee kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar. Wanneer deze kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het vermogen automatisch verdeeld. Tot en met stand 9 heeft dit geen consequenties. Stelt u echter een kookzone in op de boost stand dan wordt de andere kookzone automatisch op een iets lagere stand gezet.
• Staat een kookzone op boost en u wilt de andere op stand 9 of boost zetten, zal de kookzone met boost automatisch naar een lagere stand gaan.
• Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet. U kunt beide kookzones op de boost stand instellen.
KOKEN
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 en 5 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
NL 15
ONDERHOUD
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
NL 16
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.
STORINGEN
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet, schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op de website ‘www.atagservice.nl’.
Symtoom Mogelijke oorzaak Oplossing
De ventilatie blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij de eerste kookbeurten een lichte geur af.
U hoort een licht tikkend geluid op uw kookplaat.
De kookpannen maken lawaai tijdens het koken.
Nadat u een kookzone heeft ingeschakeld blijft de display knipperen. Er verschijnt een pan detectie symbool ( U ) in het display.
Een kookzone stopt plotseling met de werking en er klinkt een signaal.
De kookplaat werkt niet en er verschijnt niets op de display.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
Ook bij lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Dit wordt veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat naar de kookpan.
De gebruikte kookpan is niet geschikt voor koken op inductie of heeft een diameter kleiner dan 11 cm.
De ingestelde timertijd is voorbij.
Geen stroomtoevoer door defecte voeding of foutieve aansluiting.
enkele keren koken.Ventileer de keuken.
Normale werking.
Bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan.
Schakel het signaal uit door op een willekeurige toets te drukken.
Controleer de zekering of de elektrische schakelaar (bij een toestel zonder stekker).
NL 17
STORINGEN
Symtoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het inschakelen van de kookplaat slaat de zekering van de installatie door.
Foutcode ER03. Het bedieningspaneel is
Foutcode E3. Verkeerde pan gebruikt. Gebruik een geschikte pan
Foutcode E2. Toestel oververhit. Het toestel laten afkoelen
Foutcode E6. Spanning te hoog en/of niet
Overige foutcodes. Generator defect. Neem contact op met de
Verkeerde aansluiting van de kookplaat.
vervuild of er ligt water op.
goed aangesloten.
Controleer de elektrische aansluiting.
Bedieningspaneel schoon­maken.
voor inductiekoken.
en opnieuw beginnen met koken.
Laat uw aansluiting wijzigen.
servicedienst.
NL 18
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Deze toestellen voldoen aan alle relevante CE richtlijnen.
Kookplaattype HI6272E HI7272E
Inductie x x Aansluiting 230V - 50Hz 230V - 50Hz Aantal fasen 22
Max. vermogen kookzones
Linksmidden Linksvoor Linksachter 1,4 kW (Ø160) 1,4 kW (Ø160) Rechtsachter 3 kW (Ø200) Rechtsvoor 1,4 kW (Ø160) 1,4 kW (Ø160)
Aansluitwaarde
L1 3,7 kW 3,7 kW L2 3,7 kW 3,7 kW L3 Totale aansluitwaarde 7100 W 7100 W
(Inbouw)maten
Toestel breedte x diepte
Inbouwhoogte vanaf bovenkant werkblad
Zaagmaat breedte x diepte
Minimale afstand zaagmaat tot achterwand
Minimale afstand zaagmaat tot zijwand
3 kW (Ø200) 3 kW (Ø200)
3 kW (Ø200)
600 x 510 mm 700 x 510 mm
56 mm 56 mm
560 x 490 mm 560 x 490 mm
40 mm 40 mm
40 mm 40 mm
NL 19
MILIEUASPECTEN
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hierover informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim).
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van huishoudelijke apparaten voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
NL 20
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten voldoen aan de van toepassing zijnde Europese Richtlijnen, Besluiten en Verordeningen en de eisen die zijn vermeld in de normen waar naar wordt verwezen.
TABLE OF CONTENTS
Your induction hob
Introduction 4 Control panel 5 Description 6
Safety
Temperature safety 7 Cooking-time limiter 7
Use
Operation of the touch-sensitive buttons 8 Induction cooking 8 Induction sounds 9 Pans 9
Operation
Switching on and power setting 11 Residual heat indicator 11 Boost 11 Switching off 12 Child lock 12 Cooking-timer/alarm 13 Automatic boost function 13
Cooking
Cooking levels 15
Maintenance
Cleaning 16
Faults
General 17 Fault table 17
Technical data
Technical data 19
Environmental aspects
Disposal of the appliance and packaging 20
EN 3
YOUR INDUCTION HOB
Introduction
This hob has been designed for the real lover of cooking. Cooking on an induction hob has a number of advantages. It is easy, because the hob responds quickly and can also be set to a very low power level. As it can also be set to a high power level, it comes to the boil very quickly. The ample space between the cooking zones makes cooking comfortable.
Cooking on an induction hob is different from cooking on a traditional appliance. Induction cooking makes use of a magnetic field to generate heat. This means that you cannot use just any pan on it. The section on pans gives more information about this.
For optimum safety, the induction hob is equipped with various temperature protections and a residual heat indicator, which shows which cooking zones are still hot.
This manual describes how you can make the best possible use of the induction hob. In addition to information about operation, you will also find background information to assist you in using this product, as well as cooking tables and maintenance tips.
EN 4
First read the user instructions carefully and completely before starting to use the appliance, and keep them safely for future reference.
The manual also serves as reference material for service technicians.
That is why you should stick the appliance identification card supplied in the space provided at the back of the manual. The
appliance identification card contains all the information that the service technician will need in order to respond appropriately to your questions.
Happy cooking!
YOUR INDUCTION HOB
Control panel
05
08 09 13
1. Cooking level display zone rear left:
2. Cooking zone menu rear left
3. Cooking zone timer indicator
4. Timer display
5. Kitchen timer indicator
6. Cooking zone menu rear right
7. Cooking level display zone rear right
8. Cooking level display zone front left
9. Cooking zone menu front left
10. Slide control (9 Cooking levels + boost P)
11. Kitchen timer button/timer button
12. Cooking zone menu front right
13. Cooking level display zone rear right
14. On/Off button
12 1410 11
0701 0402 0603
EN 5
YOUR INDUCTION HOB
Description
23
14
1. Cooking zone Ø 200 / 3 kW
2. Cooking zone Ø 160 / 1.4 kW
3. Cooking zone Ø 200 / 3 kW
4. Cooking zone Ø 160 / 1.4 kW
EN 6
SAFETY
Temperature safety
Cooking-time limiter
Read the separate safety instructions before use.
• Each cooking zone is equipped with a sensor. This sensor measures the temperature of the base of the pan and the sections of the hob to avoid any risk of overheating, for example, a pan boiling dry. In case of temperatures rising too high, the power of the cooking zone/hob is reduced or shut off automatically.
• If a cooking zone is on for an unusually long time, it will be switched off automatically.
• Depending on the setting you have chosen, the cooking time will be limited as follows:
Cooking level The cooking zone switches off automatically after:
1 8 hours 2 6 hours 3 5 hours 4 5 hours 5 4 hours 6 1.5 hours 7 1.5 hours 8 1.5 hours 9 1.5 hours boost (P) 1.5 hours (zones RA and LV)
The cooking-time limiter switches the cooking zones off when the above-stated time has elapsed.
EN 7
USE
Operation of the touch-sensitive buttons
If you are used to different controls, it can take time to get used to operating the hob using the touch-sensitive buttons. For optimum working, place your finger tips flat on the buttons. You don’t have to push hard.
The touch sensors have been set in such a way that they only react to the pressure and size of finger tips. The hob can’t be operated with other objects and won’t, for instance, be switched on if your pet walks over the hob.
Induction cooking
Induction cooking is fast
• To start with you will be surprised by the speed of induction cooking. Especially at higher settings, foods and liquids will come to the boil very rapidly. It is best not to leave pans unattended to avoid them boiling over or boiling dry.
The power level adjusts itself.
• In induction cooking, only the zone on which the pan in placed is used. If you use a small pan on a large zone, the power will be adjusted to the diameter of the pan. The power will thus be lower and it will take longer before the food in the pan comes to the boil.
With induction cooking
there is no heat loss and
handles stay cool.
Please note
• Grains of sand may cause scratches which cannot be removed. Only put pans with a clean base on the cooking surface and always pick pans up to move them.
• Do not use the hob as a worktop.
• To avoid energy loss, always keep the lid on the pan when cooking.
EN 8
USE
Induction sounds
Pans
Ticking sound
A light ticking sound is caused by the capacity limiter on the front and back zones. A soft ticking sound can also occur at lower settings.
Pan makes sounds
The pan can make sounds during cooking. This is caused by the energy flowing from the hob to the saucepan. This is normal for certain saucepans, particularly at high settings. This is not harmful for the pans or the hob.
Ventilator makes sounds
In order to increase the lifespan of electronic components, the appliance is fitted with a ventilator. If you use the appliance intensively, the ventilator will be switched on and you will hear a humming sound. The ventilator can also make sounds after you have switched off the appliance.
Pans for induction cooking
Induction cooking requires a particular type of pan.
Please note
• Pans that have already been used for cooking on a gas hob are no longer suitable for use on an induction hob.
• Only use pans that are suitable for electric and induction cooking with:
▷ a thick base of a minimum of 2.25 mm; ▷ a flat base.
• The best pans are those with the ‘Class Induction’ quality mark.
Tip
You can use a magnet to check whether your pans are suitable. A pan is suitable if the base of the pan is attracted by the magnet.
EN 9
USE
Suitable Unsuitable
Special stainless steel pans Earthenware Class Induction Stainless steel Solid enamelled pans Porcelain Enamelled cast-iron pans Copper
Plastic Aluminium
Please note
Be careful with thin enamelled sheet steel pans:
• the enamel may come loose from the steel at high settings if the pan is too dry;
• high power level settings may cause the base of the pan to warp.
Please note
Never use pans with a misshapen base. A hollow or rounded base can interfere with the operation of the overheating protection, causing the appliance to become too hot. This may lead to the glass top cracking and the pan base melting. Damage caused by using unsuitable pans or boiling dry is excluded from the guarantee.
EN 10
Minimum pan diameter
The minimum diameter for the pan base is 11 cm. The best results are achieved by using a pan with the same diameter as the cooking zone. If a pan is too small the zone will not work.
Pressure cookers
Induction cooking is very suitable for pressure cookers. The fast-reacting cooking zone brings the pressure cooker to pressure quickly. As soon as you switch a cooking zone off, the dish stops cooking immediately.
Loading...
+ 64 hidden pages