ATAG HI7071M User Manual [fr]

plak hier het toestel-identificatieplaatje
placez ici la plaque d'identification de l'appareil
kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein
stick the appliance identification card here
Dit plaatje bevindt zich aan de bovenzijde van het toestel.
Cette plaque se trouve sur le dessus de l'appareil.
Dieses Schild befindet sich an der Oberseite des Gerätes.
This card is located on the top of the appliance.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, de productiecode (PCODE)
en het volledige itemnummer (ITEMNR) bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous
Halten Sie den Produktionscode (PCODE) und die vollständige Itemnummer (ITEMNR) bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department, have the production code (PCODE)
and complete item number (ITEMNR) to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
700001870100
handleiding notice d'utilisation Anleitung manual
HI7071M
uw inductiekookplaat
g
beschrijving
kookzone
bedieningspaneel
Zone linksvoor 2800 Watt boost ( ) en 3200 Watt Powerboost ( ) Zone linksachter 2200 Watt
Zone rechtsachter 2800 Watt boost ( ) Zone rechtsvoor 2800 Watt boost ( )
bedieningspaneel
achterste kookzone
voorste kookzone kookwekkertoets
afspelen kookprogramma
opnemen kookprogramma
'memory' toets
display kookstanden
toetsen kookstanden
snelkeuzetoets
snelkeuzetoets
aan-/uittoets
kinderslot
display kookwekker toetsen tijdinstellin
uw inductiekookplaat
voorwoord
In deze handleiding staat beschreven hoe u de inductiekookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. U vindt hierin informatie over bediening, geschikte pannen en achtergrondinformatie over de werking van het toestel. Daarnaast zijn kooktabellen en onderhoudstips opgenomen.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie zijn opgenomen in het hoofdstuk 'installatie'.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele volgende gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
Veel kookplezier!
uw inductiekookplaat
inleiding
U heeft gekozen voor een inductiekookplaat van Atag; een apparaat dat volledig voldoet aan de wensen van de kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk 'pannen' op de pagina 9 en 10 geeft hierover meer informatie.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan de kook brengen zeer snel. De kookplaat is eenvoudig te reinigen; de plaat zelf wordt niet erg heet doordat de warmte in de pan zelf wordt opgewekt. In het hoofdstuk 'veiligheid' op de pagina's 4 en 5 vindt u uitgebreide informatie over de voordelen van inductiekoken.
Dit toestel is voorzien van synchro-control . Wanneer u een afzuigkap hebt, voorzien van synchro-control, zal deze automatisch in werking treden wanneer u de kookplaat bedient.
uw inductiekookplaat
inhoud
veiligheid
waar u op moet letten 4 – 8
algemene informatie
pannen 9 – 10
bediening
inschakelen 11 – 19 extra zekerheid 20 - 22
kookaanwijzingen
standen en vermogens 23 – 24 kooktabellen 25 – 26
onderhoud
reinigen 27
extra instellingen
pieptoon 28
storingen
wat moet ik doen als... 29
installatie
algemeen 30 - 31 elektrische aansluiting 32 - 34 inbouwmogelijkheden 35 - 36 inbouwen 37
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren 38
technische gegevens 39
NL 3
veiligheid
waar u op moet letten
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de panbodem een inductiestroom. Deze
De spoel (1) in de kookplaat (2) wekt een magnetisch veld (3) op. Door een pan met een ijzeren bodem (4) op de spoel te plaatsen ontstaat in de panbodem een inductiestroom.
inductiestroom wekt warmte op in de panbodem.
comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen. Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain-marie verwarmt.
NL 4
snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de kook brengen erg snel. Het doorkoken kost evenveel tijd als koken op een andere wijze.
schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet warmer dan de pan. Hierdoor is de kans uiterst klein dat u zich brandt aan het toestel. Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
milieubewust
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
veiligheid
waar u op moet letten
De warmteverliezen zijn minimaal omdat de warmte in de pan zelf opgewekt wordt. Bij kleinere pannen wordt alleen dàt deel van de zone geactiveerd dat contact maakt met de panbodem. Een bijkomend voordeel is dat de handgrepen van de pan niet warm worden door stralingswarmte langs de pan.
1. Warmteverlies en hete handgrepen bij een conventionele kookplaat.
2. Geen warmteverlies en koude handgrepen bij inductiekoken.
12
NL 5
veiligheid
waar u op moet letten
Inductiekoken is uiterst veilig. Omdat de warmte in de pan wordt opgewekt en de glasplaat niet warmer wordt dan de inhoud van de pan, is de kans klein dat u zich aan het toestel zou branden. Toch zijn er, net als bij elk toestel, een aantal zaken waar u op moet letten.
• Als de kookplaat voor de eerste maal gebruikt wordt zult u een 'nieuwigheidsluchtje' ruiken. Het is de lak van het toestel die opgewarmd wordt. Dit is normaal. Door ventileren verdwijnt de geur vanzelf.
• Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie of schoonmaken wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen, de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in de toevoerleiding op de nul te zetten bij een vaste aansluiting.
NL 6
• Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen voor het bereiden van gerechten.
• Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere standen. Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge stand heeft ingesteld.
• Let op dat de pan niet droog kookt. Schade ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken valt buiten de garantie.
• Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan. Hoewel de kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan zeer heet en bestaat de kans dat deze beschadigd raakt.
veiligheid
waar u op moet letten
• De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar. Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp op zou vallen, kan er een breuk ontstaan.
• Gebruik een toestel dat een breuk of scheurtjes vertoont niet meer. Schakel het toestel onmiddellijk uit, maak het spanningsloos en bel de servicedienst.
• Houd tijdens het gebruik van de inductiekookplaat magnetiseerbare voorwerpen (credit cards, bankpasjes, diskettes, horloges e.d.) uit de buurt van het toestel. Wij adviseren pacemaker-dragers om eerst de hartspecialist te raadplegen.
• Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
• Leg geen metalen voorwerpen, zoals messen en vorken, op de kookzone. Deze kunnen heet worden.
• Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
• Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreinigers.
NL 7
veiligheid
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
waar u op moet letten
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn.
• Zet alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak.
• Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Til pannen altijd op; schuif er nooit mee.
Tip: schuif de panbodem over een vochtige doek, voordat u de pan op het kookvlak zet. Dit voorkomt dat er zandkorreltjes en dergelijke op het kookvlak terechtkomen.
NL 8
geschikt
Speciale roestvrij­stalen pannen voor inductiekoken; solide geëmailleerde pannen; geëmailleerde gietijzeren pannen.
algemene informatie
pannen
Bij inductiekoken wordt gebruik gemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Daarom moet de panbodem ijzer bevatten en dus magnetisch zijn.
Bij voorkeur pannen gebruiken die de gehele cirkel van de kookzone bedekken. De panbodem moet altijd groter zijn dan 12 cm.
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn. Een pan is geschikt wanneer:
• de panbodem wordt aangetrokken door de magneet;
• de pan geschikt is voor elektrisch koken.
Gebruik alleen pannen met een dikke (minimaal 2,25 mm), vlakke bodem die geschikt zijn voor inductiekoken. Het beste zijn pannen met het 'Class Induction' keurmerk.
ongeschikt
Aardewerk, aluminium, kunststof, koper, porselein, roestvrijstaal.
Pannen, waarvan de bodem niet magnetisch is of niet geschikt voor elektrisch koken, zijn ongeschikt voor gebruik op de inductiekookplaat.
NL 9
algemene informatie
pannen
let op
Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch de kookactiviteit. Wen uzelf echter aan altijd de kookplaat of zone na gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te voorkomen.
Wees voorzichtig met plaatstaal geëmailleerde pannen. Deze kunnen beschadigd raken als ze gebruikt worden voor inductiekoken. Met name wanneer deze pannen een te dunne bodem hebben. Bij plaatstaal geëmailleerde pannen kan:
• email afspringen (het email laat los van het staal) wanneer u de kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is;
• de panbodem kromtrekken door bijvoorbeeld oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
NL 10
Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
geluid in de bodem van de pan
Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid horen in de bodem van de pan. Dit is onschuldig. Het geluid wordt veroorzaakt doordat het hoge vermogen van de kookzone inwerkt op de panbodem.
Verminder het ratelende geluid door een lagere stand te kiezen.
snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Zodra u een kookzone uitschakelt stopt het kookproces direct.
introductie
Gebruik de juiste pan. Zie hoofdstuk 'pannen' op de pagina's 9 en 10.
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte­indicatie, kookwekker, kinderslot, automatische kookduurbegrenzing, twee snelkeuzetoetsen en 1 programmageheugen per zone. Op deze en de volgende pagina's kunt u lezen hoe u gebruik maakt van deze voorzieningen.
inschakelen
1 Zet een pan op een kookzone. 2 Druk op de aan/uit toets.
In het display verschijnt een liggend streepje. Indien na het inschakelen van de zone geen kookstand wordt
aan/uit toets
gekozen schakelt de zone terug naar 'standby'.
vermogen instellen
hoger
lager
vermogen instellen
1 Druk op de + of – toets.
De kookplaat stelt zich direct in op stand 1.
2 Stel een hogere of lagere stand in door nog een keer op
de + of – toetsen te drukken.
bediening
inschakelen
snelkeuzetoets
snelkeuzetoetsen
wokken
1 Druk op de snelkeuzetoetsen of .
De kookplaat stelt zich direct in op de stand 1 ( ), of stand 3 ( ). De gekozen stand wordt continu weergegeven als er een
pan op de kookzone staat. De gekozen stand knippert als er geen pan op de kookzone staat. Het aantal stappen dat gemaakt wordt bij iedere indrukking van een snelstaptoets is 3, behalve hele lage en hoge standen.
Stand 11 is tevens de 'wok' voorkeurstand. Het indicatie­lampje 'wok' licht op. Dit geldt alleen voor de kookzone rechtsvoor. Er mogen echter ook andere standen of kook­zones worden gebruikt. Heeft u bijvoorbeeld een gietijzeren wokpan met een kleine bodem, en laat de ruimte het toe, dan kan ook de kookzone linksachter worden gebruikt.
NL 11
bediening
inschakelen
boost
powerboost
Bij stand “ “ (boost) geeft de kookzone een vermogen af van maximaal 2800 Watt (behalve de kookzone linksachter). Gebruik deze stand als u gerechten snel aan de kook wilt brengen.
De stand “ ” is een speciale stand (3200 Watt) om extra snel een grote hoeveelheid van een vloeibaar gerecht op te warmen. Het powerboost vermogen is 5 minuten beschikbaar. De kookzone schakelt na 5 minuten vanzelf terug naar boost. De volgende 5 minuten is powerboost niet beschikbaar. Hierna wel weer.
Het display geeft de gekozen stand weer. De lampjes knipperen als er geen pan op de kookzone staat. De gekozen kookzone gaat na korte tijd vanzelf uit. Welke standen u
op de pagina’s 25 en 26.
moet kiezen kunt u zien in de kooktabellen
NL 12
uitschakelen
Druk nog een keer op de aan/uit toets. Het toestel schakelt uit.
Eventueel blijft de restwarmte-indicatie aangeven dat de zone nog warm is.
restwarmte-indicatie
De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm is en dooft zodra de glasplaat een veilige temperatuur bereikt heeft. De indicatie treedt in werking na 60 seconden gebruik van een zone en wordt zichtbaar na het uitschakelen van de zone.
restwarmte-indicatie
Restwarmte wordt met H weergegeven in het display.
kookwekker
bediening
inschakelen
Het toestel is voorzien van een klok die als kookwekker kan worden gebruikt. Deze kookwekker staat dan op zichzelf en heeft geen invloed op de instellingen van de kookzones.
kookwekker
timerfunctie
timerfunctie
1 Schakel de kookwekker in door één keer op de toets
te drukken.
2 Kies de gewenste tijd (max. 3.59 uur) door de + en –
toetsen in te drukken. Door deze toetsen langer vast te
houden zal de tijd is steeds grote stappen op- of aflopen.
In het display wordt de gekozen tijd weergegeven.
3 Wanneer de gekozen tijd verstreken is, begint de
kookplaat te piepen. Deze pieptoon kan worden
uitgeschakeld door op de toets te drukken. U kunt
weer een nieuwe tijd instellen door meteen de + toets te
bedienen. U hoeft de timer niet eerst uit te schakelen.
U kunt een kookzone door de kookwekker laten uitschakelen. De linker kookwekker werkt voor de beide linker kookzones en de rechter kookwekker voor de beide rechter kookzones.
1 Zet een pan op een kookzone. 2 Schakel de kookzone in.
Het toestel begint te werken.
3 Schakel de kookwekker in met de toets.
Druk nogmaals op de toets voor de timerfunctie.
Het lampje naast 'FRONT' (voor de voorste zone) of 'REAR' (voor de achterste zone) licht op. Met de + en – toetsen wordt de kooktijd ingesteld (max. 3.59 uur).
In het display wordt het gekozen aantal minuten
weergegeven.
NL 13
bediening
inschakelen
Door de toets meerdere keren in te drukken wordt steeds het volgende rijtje afgelopen:
Aantal keren ingedrukt Reactie
0 Klok is uit; displays zijn donker 1 Klok als kookwekker 2 Klok schakelt de voorste zone uit na de gekozen
tijd (als de zone in is geschakeld)
3 Klok schakelt de achterste zone uit na de gekozen
tijd (als de zone in is geschakeld) 4 Klok is uit; displays zijn donker Enzovoort
Indien een kookzone niet is ingeschakeld, is deze ook niet te selecteren om uitgeschakeld te worden door de timer en wordt deze overgeslagen in bovenstaande tabel.
Indien beide linker (of rechter) kookzones zijn ingeschakeld kan door nogmaals op de toets te drukken gekozen worden tussen de voorste of achterste kookzone. Aan het einde van de bereidingstijd hoort u een pieptoon.
De zone schakelt uit.
NL 14
Schakel aan het einde van de bereidingstijd de pieptoon uit door op de toets van de kookwekker te drukken. Als u de pieptoon niet uitschakelt, stopt deze vanzelf na 30 minuten.
Easy Cook kookautomaten
Met memorykoken kunt u uw eigen kookprogramma's vastleggen. ATAG heeft alvast enkele Easy Cook kookprogramma's voor u vastgelegd voor veel voorkomende gerechten.
Op de zone linksachter en de rechter kookzones zijn de volgende programma's vastgelegd:
A1 voor het koken van eieren; A2 voor het koken van zachte groenten zoals bloemkool
enandere kooksoorten, spruitjes en dunne wortelen;
A3 voor het koken van harde groenten, zoals aardappelen,
rode bietjes en dikke wortelen.
U kunt de Easy Cook kookautomaten als volgt activeren:
1. Zet de kookzone op stand 12 (voor de zone linksachter) of
bij de rechterzones, druk op de + toets. Vervolgens is in
het display A1 te zien.
bediening
inschakelen
U hebt kookprogramma A1 geactiveerd. Door op de + of ­toetsen te drukken kunnen de andere kookprogramma's worden geactiveerd;
2. Schakel het programma uit door met de aan/uit toets de
kookzone uit te schakelen.
NL 15
bediening
inschakelen
De kookautomaten zijn voor de volgende zones en hoeveelheden afgestemd:
Zone linksachter Rechter zones
A1 Pan 16 cm met 1 tot 4 eieren en
1 liter water
Pan 18 cm met 5 tot 10 eieren en 1,5 liter water
A2 Pan 16 cm met circa 0,5 kg zachte
groenten en 0,5 tot 0,75 liter water
A3 Pan 16 cm met circa 0,5 kg harde
groenten en 0,5 liter waterl
Pan 18 cm met 0,5 tot 1 kg zachte groenten en 1 tot 1,5 liter water
Pan 18 cm met circa 1 kg zachte groenten en 1 liter water
De kookautomaten zijn ingesteld voor het koken met het deksel op de pan, waarbij het gerecht (bijvoorbeeld de eieren) meteen aan het begin toe moeten worden gevoegd. Kleine afwijkingen van bovenstaande hoeveelheden zijn geen probleem. Mocht het kookproces toch iets te hard gaan, dan kunt u bijvoorbeeld de deksel iets schuin plaatsen of een scheutje koud water toevoegen. De volgende tijden en standen zijn voorgeprogrammeerd:
Zone 16 cm linksachter
Easy Cook programma
A1 12 2 m 30 s 7 5 m 4 4 m 30 s A2 12 2 m 15 s 8 3 m 30 s 4 19 m A3 12 2 m 15 s 8 2 m 15 s 4 21 m
Aankook­stand
Aankooktijd (min/sec)
Tussen­stand
Tijd tussen­stand (min/sec)
Doorkook­stand
Zones 18 cm rechts
Easy Cook programma
A1 b(oost) 4 m 7 4 m 30 s 4 4 m A2 b(oost) 5 m 30 s 9 3 m 15 s 4 15 m A3 b(oost) 4 m 9 2 m 4 22 m
Aankook­stand
Aankooktijd (min/sec)
Tussen­stand
Tijd tussen­stand (min/sec)
Doorkook­stand
Doorkook-
tijd (min.)
Doorkook-
tijd (min.)
NL 16
kinderslot/pauze
kinderslot
bediening
inschakelen
Deze tijden en kookstanden zijn vast in het geheugen van de kookplaat geprogrammeerd en kunnen niet worden gewijzigd. Mocht u de tijden of kookstanden willen wijzigen, dan kunt u met behulp van memorykoken uw eigen wensen programmeren.
Aan het einde van het programma klinkt er een piepsignaal en wordt de kookzone uitgeschakeld. Wanneer het gerecht gaar is kunt u de pan verwijderen. Mocht het gerecht naar uw smaak nog niet gaar zijn, dan kunt u de pan nog even laten staan en het gerecht door laten garen.
Tijdens het gebruik van de Easy Cook kookautomaten kunt u de memoryfunctie niet gebruiken op de zone voor of achter deze zone.
Het toestel is voorzien van een kinderslot. Als het kinderslot is ingeschakeld kunnen de toetsen niet bediend worden (behalve de kookwekker). Het kinderslot is alleen in te schakelen als geen van de zones actief zijn.
op slot
Druk de toets met het sleutelsymbool circa 1 seconde in totdat u een tweede piep hoort.
Het lampje naast het sleutelsymbool licht op.
van het slot
Druk de toets met het sleutelsymbool circa 3 seconden in totdat u een tweede piep hoort.
Het lampje naast het sleutelsymbool dooft.
pauzefunctie
Dit toestel is uitgerust met een pauzefunctie. Hiermee kunt u de kookprocessen tijdelijk "op een laag pitje" zetten wanneer u even niet bij de kookplaat kunt blijven.
NL 17
bediening
inschakelen
Pauzefunctie activeren
Bedien de slottoets totdat u een tweede piep hoort. Alle ingeschakelde kookzones gaan naar stand 2 gedurende maximaal 5 minuten. Het lampje naast het sleutelsymbool gaat knipperen en de door u ingestelde stand en stand 2 gaan afwisselend knipperen.
Pauzefunctie deactiveren
Bedien de slottoets totdat u een tweede piep hoort. Alle ingeschakelde kookzones gaan van stand 2 terug naar de door u ingestelde kookstand. Het lampje naast het sleutelsymbool dooft.
Wanneer u de pauzefunctie niet deactiveert binnen 5 minuten, schakelen de zones uit. De pauzefunctie werkt niet op zones die automatisch stoppen door een functie die u gekozen hebt. Dit kan een gekoppelde timer zijn, een Easy Cook kookautomaat of een programma dat u afspeelt met de geheugenfunctie. Wanneer u de pauzefunctie activeert, gaan deze kookzones dus door met het programma of de inge­stelde kookstand. Een kookzone die u op stand 1 in heeft gesteld, blijft op stand 1 doorgaan wanneer u de pauzefunctie activeert.
NL 18
geheugenfunctie
Het toestel is voorzien van een geheugenfunctie. Deze functie geeft u de mogelijkheid per kookzone kookstanden en bijbehorende kooktijden te programmeren. Wanneer u de bedieningspiep uit heeft geschakeld, zie pagina 28, zal er bij het in- en uitschakelen van de pauzefunctie en het slot maar één piepsignaal klinken.
geheugenfunctie inschakelen (play)
memory
1 Druk kort op de 'memory' toets . Het lampje naast
2 Schakel een kookzone in.
'PLAY' licht op. De lampjes naast 'REAR' en 'FRONT' gaan knipperen.
De kookzone schakelt in op de geprogrammeerde kookstand. Als er geen programma aanwezig is, schakelt de zone na enkele seconden weer uit.
memory
bediening
inschakelen
Schakel de zone uit met de aan/uittoets of de 'memory' toets .
Als tijdens het afspelen van een programma een hoog vermogen gekozen wordt, terwijl een andere zone handmatig op een hoge stand is ingesteld, zal de andere zone een lager vermogen af gaan geven. De instellingen van het programma zijn dus dominant. Wanneer het programma de zone op een lager vermogen instelt, gaat de andere zone niet weer naar het hoge vermogen terug.
geheugenfunctie programmeren (record)
1 Druk op de 'memory' toets totdat het lampje naast
'RECORD' oplicht.
De lampjes naast 'REAR' en 'FRONT' gaan knipperen en
000
het klokdisplay geeft
2 Schakel de kookzone in die opgenomen moet worden. 3 Stel een kookstand in met de + of – toetsen.
De gekozen kookstand en de kookduur worden nu opgenomen. Meerdere kookstanden kunnen na elkaar worden gekozen (max. 38).
aan.
Wanneer tijdens een opname reeds 38 standen zijn opgenomen, zal de volgende stap die wordt vastgelegd automatisch het opname-einde zijn.
4 Beëindig de opname met de aan/uittoets of de ‘memory’
toets .
Wanneer een nieuwe opname wordt vastgelegd, wordt de eventueel bestaande opname gewist.
De gekozen kookstanden en de kookduur staan in het geheugen. Deze opname is met de 'PLAY' functie (geheugen inschakelen) te activeren.
Per zone kan maximaal 1 opname worden gemaakt.
NL 19
bediening
extra zekerheid
In het toestel zijn verschillende beveiligingen ingebouwd om de elektronica en uw kookgerei te beschermen. Wanneer het toestel op de juiste wijze is geïnstalleerd zullen de beveiligingen zelden of nooit ingrijpen.
kookduurbegrenzing-vermogens
De kookduurbegrenzer schakelt de kookzones, afhankelijk van de ingestelde stand, na een bepaalde tijd automatisch uit.
De tijd loopt vanaf het moment dat een stand is gekozen, dus bij een nieuwe keuze van een kookstand begint de tijd weer opnieuw te lopen.
In de tabel hieronder ziet u na hoeveel tijd de kookduur­begrenzer bij de verschillende standen de kookzone uitschakelt. Dit geldt niet voor kookstand (Powerboost). Deze gaat na 5 minuten automatisch naar (boost).
stand vermogen vermogen vermogen tijd
ø 16 cm ø18 cm ø 23 cm
zone beide zone
linksachter rechterzones linksvoor
0 - - - 10 sec. 1 50 W 50 W 50 W 9 uur 2 100 W 100 W 100 W 9 uur 3 150 W 200 W 225 W 5 uur 4 200 W 300 W 325 W 5 uur 5 275 W 400 W 450 W 5 uur 6 400 W 500 W 600 W 4 uur 7 650 W 750 W 825 W 4 uur 8 950 W 1000 W 1100 W 4 uur 9 1400 W 1400 W 1400 W 3 uur 10 1800 W 1800 W 1800 W 2 uur 11 2050 W 2050 W 2400 W 1 uur 12/b 2200 W 2800 W 2800 W 1 uur Pb - - 3200 W 5 min.
NL 20
detectiebeveiliging
De kookzone reageert alleen als er een geschikte pan op staat. Wanneer er alleen een lepel of vork op de kookzone ligt, schakelt de kookzone niet in.
De displays kookstanden blijven knipperen.
ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De koele lucht wordt achter het keukenkastje aangezogen en aan de onderzijde van de kookplaat weer uitgeblazen. Het toestel kan daarom alleen functioneren als er voldoende lucht kan circuleren.
Het toestel schakelt zich na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert.
bediening
extra zekerheid
Luchtcirculatie onder de inductiekookplaat.
NL 21
bediening
extra zekerheid
oververhittingsbeveiligingen
Het toestel kan oververhit raken, wanneer: – de pan de warmte niet goed geleidt; – vet of olie op een hoge stand verhit wordt; – er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook
ventilatiebeveiliging).
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende kookzone, respectievelijk alle kookzones, tot een van de volgende reacties: – de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets af laten
nemen (dit is niet zichtbaar bij de kookstanden in de displays);
– wanneer dit niet helpt zal de kookplaat één of meerdere
zones uitschakelen en in het display de tekst “F8” weergeven. De tekst zal blijven staan totdat u de aan/uit toets van de zone met de foutmelding een keer bedient.
Zodra de kookzone(s) voldoende is (zijn) afgekoeld kunt u deze weer normaal gebruiken.
NL 22
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel geactiveerd wordt door: – pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden; – vet of olie op een lagere stand te verhitten; – voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Neem contact op met de servicedienst of een erkend vakman indien de oververhittingsbeveiliging desondanks opnieuw geactiveerd wordt.
vermogen
twee zones
kookaanwijzingen
standen en vermogens
Het vermogen is instelbaar van 50 W tot 3,2 kW (zie tabel op pagina 20).
Twee achter elkaar liggende kookzones worden bestuurd door één generator. Dit heeft als voordeel dat per kookzone een hoog vermogen gerealiseerd kan worden. Dit is ideaal voor het zeer snel aan de kook brengen van gerechten en vloeistoffen, frituren of het aanbraden van grote hoeveelheden.
Wanneer beide achter elkaar liggende kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het vermogen automatisch verdeeld. Tot stand 10 heeft dit geen consequenties. Stelt u echter een kookzone in op stand 11, 12 of dan zal de andere kookzone automatisch terugschakelen naar stand 6 of 7.
Achter elkaar liggende zones beïnvloeden elkaar.
Zones naast elkaar kunnen tegelijkertijd op een hoge stand ingesteld worden.
Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet. U kunt ze dus gelijktijdig op een hoge stand instellen.
NL 23
kookaanwijzingen
standen en vermogens
even wennen...
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral het aan de kook brengen op een hogere stand gaat zeer snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd bij blijven staan.
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen die dezelfde afmetingen heeft als de kookzone. Het vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het gerecht in de pan aan de kook is. Als een te kleine pan gebruikt wordt zal de kookzone niet in schakelen. De minimum diameter is 12 cm.
stand 12, of
Schakel de kookplaat alleen in op stand 12, of als u water aan de kook wilt brengen. Deze stand is te hoog voor het verhitten van boter of melk en veel te hoog voor ontdooien. – Raadpleeg om de techniek te leren kennen de kooktabellen
op de pagina’s 25 en 26.
NL 24
stand 11
Stand 11 is de grillstand. Deze stand is geschikt om vlees te bakken. Op stand 12 gaat dit veel te hard; de melkbestanddelen in de margarine verbranden voordat de margarine gesmolten is.
wokstand
Stand 11 is tevens de 'wok' voorkeurstand. Het indicatielampje 'wok' licht op. Dit geldt alleen voor de kookzone rechtsvoor. Er mogen echter ook andere standen of kookzones worden gebruikt. Heeft u bijvoorbeeld een gietijzeren wokpan met een kleine bodem, en laat de ruimte het toe, dan kan ook de kookzone linksachter worden gebruikt.
kookaanwijzingen
kooktabellen
aan de kook tussenstand doorkook-
brengen stand
soep
bouillon trekken 12, , 9 3 heldere soep 12, , 9 2/3/4 gebonden soep 10
vlees
klein vlees 9 – groot vlees 11 9 3/5 biefstuk 7/8
vis
bakken 11 10 8
aardappels
koken 12, , 8 6 bakken
– rauwe aardappels 12, 8 6 – gekookte aardappels 9
groenten
koken – gedroogde peulvruchten
(bijv. erwten, bonen) 12, , 8 4
– stevige groenten
(bijv. worteltjes, boontjes) 12, , 8 3
– slinkgroenten
(bijv. andijvie, spinazie) 9 5 fruiten – uien 9 7 ontdooien – stevige groenten 8 – – bladgroenten 6
saus
gebonden saus d.m.v. roux of aangemengd bindmiddel 9 9
frituren
frites bakken 12, , 12 kroket - diepvries 12, , 8 kroket - vers 12, , 9
NL 25
kookaanwijzingen
kooktabellen
diversen
appelmoes 9 8 3 boter smelten 9 4-6 4 chocola smelten 1 – drie in de pan 7 7 eieren 9 6 flensjes 8 8 macaroni 12, , 6 3 melk koken 9 – pannenkoeken 9 8 pap koken 9 6 2 rijst 12, , 8 2 sauzen binden (met eidooiers) 1 2 spek uitbakken 8 – spiegelei 8 8 stoofperen 12, 8 3
aan de kook tussenstand doorkook-
brengen stand
NL 26
let op!
Als u bakt in een koekenpan met een bodem die groter is dan de kookzone, is het belangrijk dat de pan rustig opwarmt. Begin bijvoorbeeld op stand 6 en voer de stand langzaam op.
Bij gebruik van een wok is het van belang dat de bodem vlak is en dat de wok goed voorverwarmd wordt op hoog vermogen.
dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet in kan branden verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken. Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
hardnekkige vlekken
waterkringen; kalkresten; metaalsporen.
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen.
Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar in de handel.
Overgekookte voedselresten verwijderen met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
onderhoud
reinigen
nooit gebruiken
tip
Schuurmiddelen mag u nooit gebruiken. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
NL 27
Loading...
+ 132 hidden pages