Atag HI7071A Instruction For Use & Installation Instructions

700001095000
gebruiksaanwijzing/installatievoorschrift
inductiekookplaat
mode d'emploi/instruction d’installation
plaque de cuisson à induction
Bedienungsanleitung/Installationsanweisung
instructions for use/installation instructions
induction hob
HI7071A
uw inductiekookplaat
beschrijving
In deze handleiding staat beschreven hoe u de inductiekookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. U vindt hierin informatie over bediening, geschikte pannen en achtergrondinformatie over de werking van het toestel. Daarnaast zijn kooktabellen en onderhoudstips opgenomen.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie zijn opgenomen in het hoofdstuk 'installatie'.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele volgende gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
Veel kookplezier!
uw inductiekookplaat
voorwoord
bedieningspaneel
Zone linksvoor 2800 Watt boost ( ) en 3200 Watt Powerboost ( ) Zone linksachter 2200 Watt
Zone rechtsachter 2800 Watt boost ( ) Zone rechtsvoor 2800 Watt boost ( )
kinderslot
aan-/uittoets
kookstanden
kookwekkertoets
'memory' toets
display kookstanden
tijdinstelling
achterste kookzone
voorste kookzone
afspelen kookprogramma
opnemen kookprogramma
display kookwekker
snelkeuzetoets
snelkeuzetoets
bedieningspaneel
kookzone
NL 3
uw inductiekookplaat
inleiding
U heeft gekozen voor een inductiekookplaat van Atag; een apparaat dat volledig voldoet aan de wensen van de kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk 'pannen' op de pagina 9 en 10 geeft hierover meer informatie.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan de kook brengen zeer snel. De kookplaat is eenvoudig te reinigen; de plaat zelf wordt niet erg heet doordat de warmte in de pan zelf wordt opgewekt. In het hoofdstuk 'veiligheid' op de pagina's 4 en 5 vindt u uitgebreide informatie over de voordelen van inductiekoken.
uw inductiekookplaat
inhoud
veiligheid
waar u op moet letten 4 – 8
algemene informatie
pannen 9 – 10
bediening
inschakelen 11 – 16 extra zekerheid 17 - 19
kookaanwijzingen
standen en vermogens 20 – 21 kooktabellen 22 – 23
onderhoud
reinigen 24
extra instellingen
pieptoon 25
storingen
wat moet ik doen als... 26
installatie
algemeen 27 - 28 inbouwmogelijkheden 29 - 30 inbouwen 31
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren 33
technische gegevens 34
NL 5NL 4
veiligheid
waar u op moet letten
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom wekt warmte op in de panbodem.
comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen. Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain-marie verwarmt.
snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de kook brengen erg snel. Het doorkoken kost evenveel tijd als koken op een andere wijze.
schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet warmer dan de pan. Hierdoor is de kans uiterst klein dat u zich brandt aan het toestel. Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
4 3 2  1
De spoel (1) in de kookplaat (2) wekt een magnetisch veld (3) op. Door een pan met een ijzeren bodem (4) op de spoel te plaatsen ontstaat in de panbodem een inductiestroom.
veiligheid
waar u op moet letten
milieubewust
De warmteverliezen zijn minimaal omdat de warmte in de pan zelf opgewekt wordt. Bij kleinere pannen wordt alleen dàt deel van de zone geactiveerd dat contact maakt met de panbodem. Een bijkomend voordeel is dat de handgrepen van de pan niet warm worden door stralingswarmte langs de pan.
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
1. Warmteverlies en hete handgrepen bij een conventionele kookplaat.
2. Geen warmteverlies en koude handgrepen bij inductiekoken.
12
NL 6 NL 7
veiligheid
waar u op moet letten
• De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar. Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp op zou vallen, kan er een breuk ontstaan.
• Gebruik een toestel dat een breuk of scheurtjes vertoont niet meer. Schakel het toestel onmiddellijk uit, maak het spanningsloos en bel de servicedienst.
• Houd tijdens het gebruik van de inductiekookplaat magnetiseerbare voorwerpen (credit cards, bankpasjes, diskettes, horloges e.d.) uit de buurt van het toestel. Wij adviseren pacemaker-dragers om eerst de hartspecialist te raadplegen.
• Gebruik nooit aluminiumfolie (bijv. de bakjes van kant-en­klaar gerechten) om gerechten in te bereiden. Wanneer aluminiumfolie op het kookvlak smelt, is het niet meer te verwijderen.
• Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
• Leg geen metalen voorwerpen, zoals messen en vorken, op de kookzone. Deze kunnen heet worden.
• Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
Inductiekoken is uiterst veilig. Omdat de warmte in de pan wordt opgewekt en de glasplaat niet warmer wordt dan de inhoud van de pan, is de kans klein dat u zich aan het toestel zou branden. Toch zijn er, net als bij elk toestel, een aantal zaken waar u op moet letten.
• Als de kookplaat voor de eerste maal gebruikt wordt zult u een 'nieuwigheidsluchtje' ruiken. Het is de lak van het toestel die opgewarmd wordt. Dit is normaal. Door ventileren verdwijnt de geur vanzelf.
• Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie of schoonmaken wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen, de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in de toevoerleiding op de nul te zetten bij een vaste aansluiting.
• Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen voor het bereiden van gerechten.
• Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere standen. Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge stand heeft ingesteld.
• Let op dat de pan niet droog kookt. Schade ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken valt buiten de garantie.
• Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan. Hoewel de kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan zeer heet en bestaat de kans dat deze beschadigd raakt.
veiligheid
waar u op moet letten
NL 9
veiligheid
waar u op moet letten
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn.
• Zet alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak.
• Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Tip: schuif de panbodem over een vochtige doek, voordat u de pan op het kookvlak zet. Dit voorkomt dat er zandkorreltjes en dergelijke op het kookvlak terechtkomen.
NL 8
Til pannen altijd op; schuif er nooit mee.
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
algemene informatie
pannen
Bij inductiekoken wordt gebruik gemaakt van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Daarom moet de panbodem ijzer bevatten en dus magnetisch zijn.
Bij voorkeur pannen gebruiken die de gehele cirkel van de kookzone bedekken. De panbodem moet altijd groter zijn dan 12 cm.
geschikt
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn. Een pan is geschikt wanneer:
• de panbodem wordt aangetrokken door de magneet;
• de pan geschikt is voor elektrisch koken.
Gebruik alleen pannen met een dikke (minimaal 2,25 mm), vlakke bodem die geschikt zijn voor inductiekoken. Het beste zijn pannen met het 'Class Induction' keurmerk.
ongeschikt
Pannen, waarvan de bodem niet magnetisch is of niet geschikt voor elektrisch koken, zijn ongeschikt voor gebruik op de inductiekookplaat.
Speciale roestvrij­stalen pannen voor inductiekoken; solide geëmailleerde pannen; geëmailleerde gietijzeren pannen.
Aardewerk, aluminium, kunststof, koper, porselein, roestvrijstaal.
NL 10 NL 11
bediening
inschakelen
introductie
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte­indicatie, kookwekker, kinderslot, automatische kookduurbegrenzing, twee snelkeuzetoetsen en 1 programmageheugen per zone. Op deze en de volgende pagina's kunt u lezen hoe u gebruik maakt van deze voorzieningen.
inschakelen
1 Zet een pan op een kookzone. 2 Druk op de aan/uit toets.
In het display verschijnt een liggend streepje. Indien na het inschakelen van de zone geen kookstand wordt gekozen schakelt de zone terug naar 'standby'.
vermogen instellen
1 Druk op de + of – toets.
De kookplaat stelt zich direct in op stand 1.
2 Stel een hogere of lagere stand in door nog een keer op
de + of – toetsen te drukken.
snelkeuzetoets
1 Druk op de snelkeuzetoetsen of .
De kookplaat stelt zich direct in op de stand 1 ( ), of stand 3 ( ). De gekozen stand wordt continu weergegeven als er een pan op de kookzone staat.
De gekozen stand knippert als er geen pan op de kookzone staat. Het aantal stappen dat gemaakt wordt bij iedere indrukking van een snelstaptoets is 3, behalve hele lage en hoge standen.
wokken
Bij stand 11 gaat de extra 'wok' indicatie branden (alleen bij de zone rechtsvoor).
vermogen instellen
aan/uit toets
Gebruik de juiste pan. Zie hoofdstuk 'pannen' op de pagina's 9 en 10.
algemene informatie
pannen
let op
Wees voorzichtig met plaatstaal geëmailleerde pannen. Deze kunnen beschadigd raken als ze gebruikt worden voor inductiekoken. Met name wanneer deze pannen een te dunne bodem hebben. Bij plaatstaal geëmailleerde pannen kan:
• email afspringen (het email laat los van het staal) wanneer u de kookplaat op een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is;
• de panbodem kromtrekken door bijvoorbeeld oververhitting of door gebruik van een te hoog vermogen.
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
geluid in de bodem van de pan
Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid horen in de bodem van de pan. Dit is onschuldig. Het geluid wordt veroorzaakt doordat het hoge vermogen van de kookzone inwerkt op de panbodem.
Verminder het ratelende geluid door een lagere stand te kiezen.
snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Zodra u een kookzone uitschakelt stopt het kookproces direct.
lager
hoger
snelkeuzetoetsen
bediening
inschakelen
kookwekker
Het toestel is voorzien van een klok die als kookwekker kan worden gebruikt. Deze kookwekker staat dan op zichzelf en heeft geen invloed op de instellingen van de kookzones.
U kunt een kookzone door de kookwekker laten uitschakelen. De linker kookwekker werkt voor de beide linker kookzones en de rechter kookwekker voor de beide rechter kookzones.
1 Schakel de kookwekker in door één keer op de toets
te drukken.
2 Kies de gewenste tijd (max. 3.59 uur) door de + en –
toetsen in te drukken. Door deze toetsen langer vast te houden zal de tijd is steeds grote stappen op- of aflopen.
In het display wordt de gekozen tijd weergegeven.
3 Wanneer de gekozen tijd verstreken is, begint de
kookplaat te piepen. Deze pieptoon kan worden uitgeschakeld door op de toets te drukken.
timerfunctie
1 Zet een pan op een kookzone. 2 Schakel de kookzone in.
Het toestel begint te werken.
3 Schakel de kookwekker in met de toets.
Druk nogmaals op de toets voor de timerfunctie.
Het lampje naast 'FRONT' (voor de voorste zone) of 'REAR' (voor de achterste zone) licht op. Met de + en – toetsen wordt de kooktijd ingesteld (max. 3.59 uur).
In het display wordt het gekozen aantal minuten weergegeven.
NL 13NL 12
bediening
inschakelen
boost
Bij stand “ “ (boost) geeft de kookzone een vermogen af van maximaal 2800 Watt (behalve de kookzone linksachter). Gebruik deze stand als u gerechten snel aan de kook wilt brengen.
powerboost
De stand “ ” is een speciale stand (3200 Watt) om extra snel een grote hoeveelheid van een vloeibaar gerecht op te warmen. Het powerboost vermogen is 5 minuten beschikbaar. De kookzone schakelt na 5 minuten vanzelf terug naar boost. De volgende 5 minuten is powerboost niet beschikbaar. Hierna wel weer.
Het display geeft de gekozen stand weer. De lampjes knipperen als er geen pan op de kookzone staat. De gekozen kookzone gaat na korte tijd vanzelf uit. Welke standen u
moet kiezen kunt u zien in de kooktabellen
op de pagina’s 22 en 23.
uitschakelen
Druk nog een keer op de aan/uit toets. Het toestel schakelt uit.
Eventueel blijft de restwarmte-indicatie aangeven dat de zone nog warm is.
restwarmte-indicatie
De indicatie geeft aan dat de kookzone nog warm is en dooft zodra de glasplaat een veilige temperatuur bereikt heeft. De indicatie treedt in werking na 60 seconden gebruik van een zone en wordt zichtbaar na het uitschakelen van de zone.
Restwarmte wordt met H weergegeven in het display.
kookwekker
restwarmte-indicatie
timerfunctie
bediening
inschakelen
NL 15
bediening
inschakelen
NL 14
geheugenfunctie
Het toestel is voorzien van een geheugenfunctie. Deze functie geeft u de mogelijkheid per kookzone kookstanden en bijbehorende kooktijden te programmeren.
geheugenfunctie inschakelen (play) 1 Druk kort op de 'memory' toets . Het lampje naast
'PLAY' licht op. De lampjes naast 'REAR' en 'FRONT' gaan knipperen.
2 Schakel een kookzone in.
De kookzone schakelt in op de geprogrammeerde kookstand. Als er geen programma aanwezig is, schakelt de zone meteen weer uit.
Schakel de zone uit met de aan/uittoets of de 'memory' toets .
Als tijdens het afspelen van een programma een hoog vermogen gekozen wordt, terwijl een andere zone handmatig op een hoge stand is ingesteld, zal de andere zone een lager vermogen af gaan geven. De instellingen van het programma zijn dus dominant. Wanneer het programma de zone op een lager vermogen instelt, gaat de andere zone niet weer naar het hoge vermogen terug.
memory
Door de toets meerdere keren in te drukken wordt steeds het volgende rijtje afgelopen:
Indien een kookzone niet is ingeschakeld, is deze ook niet te selecteren om uitgeschakeld te worden door de timer en wordt deze overgeslagen in bovenstaande tabel.
Indien beide linker (of rechter) kookzones zijn ingeschakeld kan door nogmaals op de toets te drukken gekozen worden tussen de voorste of achterste kookzone. Aan het einde van de bereidingstijd hoort u een pieptoon.
De zone schakelt uit.
Schakel aan het einde van de bereidingstijd de pieptoon uit door op de toets van de kookwekker te drukken. Als u de pieptoon niet uitschakelt, stopt deze vanzelf na 30 minuten.
kinderslot
Het toestel is voorzien van een kinderslot. Als het kinderslot is ingeschakeld kunnen de toetsen niet bediend worden. Het kinderslot is alleen in te schakelen als geen van de zones of kookwekkers actief zijn.
op slot
Druk op de toets met het sleutelsymbool.
Het lampje naast het sleutelsymbool licht op.
van het slot
Druk de toets met het sleutelsymbool 3 seconden in.
Het lampje naast het sleutelsymbool dooft.
kinderslot
Aantal keren ingedrukt Reactie
0 Klok is uit; displays zijn donker 1 Klok als kookwekker 2 Klok schakelt de achterste zone uit na de gekozen
tijd (als de zone in is geschakeld)
3 Klok schakelt de voorste zone uit na de gekozen
tijd (als de zone in is geschakeld) 4 Klok is uit; displays zijn donker Enzovoort
bediening
extra zekerheid
NL 17
bediening
inschakelen
geheugenfunctie programmeren (record)
1 Druk op de 'memory' toets totdat het lampje naast
'RECORD' oplicht.
De lampjes naast 'REAR' en 'FRONT' gaan knipperen en het klokdisplay geeft 000 aan.
2 Schakel de kookzone in die opgenomen moet worden. 3 Stel een kookstand in met de + of – toetsen.
De gekozen kookstand en de kookduur worden nu opgenomen. Meerdere kookstanden kunnen na elkaar worden gekozen (max. 38).
Wanneer tijdens een opname reeds 38 standen zijn opgenomen, zal de volgende stap die wordt vastgelegd automatisch het opname-einde zijn.
4 Beëindig de opname met de aan/uittoets of de ‘memory’
toets .
Wanneer een nieuwe opname wordt vastgelegd, wordt de eventueel bestaande opname gewist.
De gekozen kookstanden en de kookduur staan in het geheugen. Deze opname is met de 'PLAY' functie (geheugen inschakelen) te activeren.
Per zone kan maximaal 1 opname worden gemaakt.
NL 16
memory
In het toestel zijn verschillende beveiligingen ingebouwd om de elektronica en uw kookgerei te beschermen. Wanneer het toestel op de juiste wijze is geïnstalleerd zullen de beveiligingen zelden of nooit ingrijpen.
kookduurbegrenzing-vermogens
De kookduurbegrenzer schakelt de kookzones, afhankelijk van de ingestelde stand, na een bepaalde tijd automatisch uit.
De tijd loopt vanaf het moment dat een stand is gekozen, dus bij een nieuwe keuze van een kookstand begint de tijd weer opnieuw te lopen.
In de tabel hieronder ziet u na hoeveel tijd de kookduur­begrenzer bij de verschillende standen de kookzone uitschakelt. Dit geldt niet voor kookstand (Powerboost). Deze gaat na 5 minuten automatisch naar (boost).
stand vermogen vermogen vermogen tijd
ø 16 cm ø18 cm ø 23 cm
zone beide zone
linksachter rechterzones linksvoor
0- --10 sec. 1 50 W 50 W 50 W 9 uur 2 100 W 100 W 100 W 9 uur 3 150 W 200 W 225 W 5 uur 4 200 W 300 W 325 W 5 uur 5 275 W 400 W 450 W 5 uur 6 400 W 500 W 600 W 4 uur 7 650 W 750 W 825 W 4 uur 8 950 W 1000 W 1100 W 4 uur 9 1400 W 1400 W 1400 W 3 uur 10 1800 W 1800 W 1800 W 2 uur 11 2050 W 2050 W 2400 W 1 uur 12/b 2200 W 2800 W 2800 W 1 uur Pb - - 3200 W 5 min.
bediening
extra zekerheid
detectiebeveiliging
De kookzone reageert alleen als er een geschikte pan op staat. Wanneer er alleen een lepel of vork op de kookzone ligt, schakelt de kookzone niet in.
De displays kookstanden blijven knipperen.
ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De koele lucht wordt achter het keukenkastje aangezogen en aan de onderzijde van de kookplaat weer uitgeblazen. Het toestel kan daarom alleen functioneren als er voldoende lucht kan circuleren.
Het toestel schakelt zich na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert.
NL 19NL 18
bediening
extra zekerheid
Luchtcirculatie onder de inductiekookplaat.
oververhittingsbeveiligingen
Het toestel kan oververhit raken, wanneer: – de pan de warmte niet goed geleidt; – vet of olie op een hoge stand verhit wordt; – er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook
ventilatiebeveiliging).
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende kookzone, respectievelijk alle kookzones, tot een van de volgende reacties: – de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets af laten
nemen (dit is niet zichtbaar bij de kookstanden in de displays);
– wanneer dit niet helpt zal de kookplaat het vermogen
verder terugregelen en afwisselend de gekozen kookstand en 'F7' weergeven in de displays. Als de kookplaat hierdoor voldoende af is gekoeld, komt het ingestelde vermogen weer terug;
– mocht de kookplaat nog niet voldoende zijn afgekoeld,
dan zal de kookplaat één of meerdere kookzones uitschakelen en in het display afwisselend de ingestelde kookstand en 'F8' weergeven. Als de kookplaat hierdoor voldoende afkoelt, komt het ingestelde vermogen weer terug. Wanneer dit na enige niet helpt zal de betreffende kookzone uitgeschakeld blijven.
Zodra de kookzone(s) voldoende is (zijn) afgekoeld kunt u deze weer normaal gebruiken.
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel geactiveerd wordt door: – pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden; – vet of olie op een lagere stand te verhitten; – voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
Neem contact op met de servicedienst of een erkend vakman indien de oververhittingsbeveiliging desondanks opnieuw geactiveerd wordt.
NL 21NL 20
kookaanwijzingen
standen en vermogens
even wennen...
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral het aan de kook brengen op een hogere stand gaat zeer snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd bij blijven staan.
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen die dezelfde afmetingen heeft als de kookzone. Het vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het gerecht in de pan aan de kook is. Als een te kleine pan gebruikt wordt zal de kookzone niet in schakelen. De minimum diameter is 12 cm.
stand 12, of
Schakel de kookplaat alleen in op stand 12, of als u water aan de kook wilt brengen. Deze stand is te hoog voor het verhitten van boter of melk en veel te hoog voor ontdooien. – Raadpleeg om de techniek te leren kennen de kooktabellen
op de pagina’s 22 en 23.
stand 11
Stand 11 is de grillstand. Deze stand is geschikt om vlees te bakken. Op stand 12 gaat dit veel te hard; de melkbestanddelen in de margarine verbranden voordat de margarine gesmolten is.
wokstand
Stand 11 is tevens de 'wok' voorkeurstand. Het indicatielampje 'wok' licht op. Dit geldt alleen voor de kookzone rechtsvoor. Er mogen echter ook andere standen of kookzones worden gebruikt. Heeft u bijvoorbeeld een gietijzeren wokpan met een kleine bodem, en laat de ruimte het toe, dan kan ook de kookzone linksachter worden gebruikt.
kookaanwijzingen
standen en vermogens
vermogen
Het vermogen is instelbaar van 50 W tot 3,2 kW (zie tabel op pagina 17).
twee zones
Twee achter elkaar liggende kookzones worden bestuurd door één generator. Dit heeft als voordeel dat per kookzone een hoog vermogen gerealiseerd kan worden. Dit is ideaal voor het zeer snel aan de kook brengen van gerechten en vloeistoffen, frituren of het aanbraden van grote hoeveelheden.
Wanneer beide achter elkaar liggende kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het vermogen automatisch verdeeld. Tot stand 10 heeft dit geen consequenties. Stelt u echter een kookzone in op stand 11, 12 of dan zal de andere kookzone automatisch terugschakelen naar stand 6 of 7.
Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet. U kunt ze dus gelijktijdig op een hoge stand instellen.
Achter elkaar liggende zones beïnvloeden elkaar.
Zones naast elkaar kunnen tegelijkertijd op een hoge stand ingesteld worden.
U hoort een tikkend geluid als twee achter elkaar liggende zones tegelijk ingeschakeld zijn. Dit wordt veroorzaakt doordat het toestel overschakelt van de achterste naar de voorste kookzone en omgekeerd.
NL 23NL 22
kookaanwijzingen
kooktabellen
aan de kook tussenstand doorkook-
brengen stand
diversen
appelmoes 9 8 3 boter smelten 9 4-6 4 chocola smelten 1 – drie in de pan 7 7 eieren 9 6 flensjes 8 8 macaroni 12, , 6 3 melk koken 9 – pannenkoeken 9 8 pap koken 9 6 2 rijst 12, , 8 2 sauzen binden (met eidooiers) 1 2 spek uitbakken 8 – spiegelei 8 8 stoofperen 12, 8 3
let op!
Als u bakt in een koekenpan met een bodem die groter is dan de kookzone, is het belangrijk dat de pan rustig opwarmt. Begin bijvoorbeeld op stand 6 en voer de stand langzaam op.
Bij gebruik van een wok is het van belang dat de bodem vlak is en dat de wok goed voorverwarmd wordt op hoog vermogen.
kookaanwijzingen
kooktabellen
aan de kook tussenstand doorkook-
brengen stand
soep
bouillon trekken 12, , 9 3 heldere soep 12, , 9 2/3/4 gebonden soep 10
vlees
klein vlees 9 – groot vlees 11 9 3/5 biefstuk 7/8
vis
bakken 11 10 8
aardappels
koken 12, , 8 6 bakken
– rauwe aardappels 12, 8 6 – gekookte aardappels 9
groenten
koken – gedroogde peulvruchten
(bijv. erwten, bonen) 12, , 8 4
– stevige groenten
(bijv. worteltjes, boontjes) 12, , 8 3
– slinkgroenten
(bijv. andijvie, spinazie) 9 5 fruiten – uien 9 7 ontdooien – stevige groenten 8 – – bladgroenten 6
saus
gebonden saus d.m.v. roux of aangemengd bindmiddel 9 9
frituren
frites bakken 12, , 12 kroket - diepvries 12, , 8 kroket - vers 12, , 9
NL 25NL 24
onderhoud
reinigen
dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet in kan branden verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken. Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen.
Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar in de handel.
Overgekookte voedselresten verwijderen met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
nooit gebruiken
Schuurmiddelen mag u nooit gebruiken. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen.
Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.
tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
waterkringen; kalkresten; metaalsporen.
extra instellingen
pieptoon
uit-/inschakelen pieptoon
De pieptoon, die hoorbaar is bij het bedienen van de toetsen, kan worden uit- of ingeschakeld.
de pieptoon uitschakelen
1 Schakel de kookzone linksvoor in en vervolgens uit door
twee keer op de aan/uit toets te drukken.
2 Druk binnen 3 seconden tegelijk de toets van de
kookzone linksvoor en de + toets van de zone linksachter in.
Een pieptoon bevestigt de zojuist gekozen instelling.
De pieptoon voor de zones linksvoor en linksachter is nu uitgeschakeld.
Herhaal deze werkwijze voor de rechter kookzones met de aan/uit toets van de kookzone rechtsachter en de aan/uittoets en de + toets van de kookzone rechtsachter.
de pieptoon inschakelen
1 Schakel de kookzone linksvoor in en vervolgens uit door
twee keer op de aan/uit toets te drukken.
2 Druk binnen 3 seconden tegelijk de toets van de
kookzone linksvoor en de + toets van de zone linksachter in.
Een pieptoon bevestigt de zojuist gekozen instelling.
De pieptoon voor de zones linksvoor en linksachter is nu ingeschakeld.
Herhaal deze werkwijze voor de rechter kookzones met de aan/uit toets van de kookzone rechtsachter en de aan/uittoets en de + toets van de kookzone rechtsachter.
aan/uit toets kookzone linksvoor
– toets kookzone linksvoor
NL 27NL 26
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst wanneer onderstaande adviezen niet helpen.
storingen
wat moet ik doen als...
storing
Het toestel werkt niet en de lampjes branden niet.
De kookplaat werkt niet. F9 of FA verschijnt in het display of het toestel begint meteen te piepen wanneer het wordt aangesloten.
De kookplaat werkt niet. F99 verschijnt in het display.
De ventilator schakelt spontaan in.
De melding F7 of F8 verschijnt.
Na het inschakelen van de zone blijven de zone displays knipperen.
Het toestel is niet in te schakelen.
Het aan de kook brengen duurt langer dan verwacht.
Foutcode F00 in het display.
Foutcodes F01 - F11 in het display.
oorzaak
Geen elektriciteit.
Het toestel is verkeerd aangesloten of de netspanning is onjuist.
Twee toetsen tegelijk bediend, de glasplaat is vervuild of er ligt een voorwerp op de bediening.
Het toestel controleert zichzelf nadat de spanning is weggevallen.
Oververhitting van de elektronica in de kookplaat.
Ongeschikte pannen of geen pan op de kookzone.
Toestel staat op slot.
Te kleine pan gebruikt.
Een toets is defect, vuil of er ligt een voorwerp op.
Toets te lang bediend of te veel vocht in het toestel.
oplossing
Elektrische installatie controleren (hoofd­zekering(en), aansluiting).
Laat de installateur de installatie controleren.
Bedieningsfout of glasplaat reinigen.
De ventilator schakelt vanzelf uit.
Laat het toestel afkoelen. Druk op een willekeurige toets en de melding ver­dwijnt. Opnieuw beginnen op een lagere stand.
Geschikte pan gebruiken (zie pag. 9).
Druk de toets met het sleutelsymbool enkele seconden onafgebroken in.
Gebruik een pan die ongeveer gelijk is aan de diameter van de kookzone.
Maak het toestel schoon of laat het repareren. Leg geen voorwerpen op het bedieningspaneel.
Maak het toestel schoon of laat het repareren. Leg geen voorwerpen op het bedieningspaneel.
Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel aansluiten! De installatie dient te geschieden volgens de geldende nationale en lokale voorschriften. Schade ontstaan door verkeerd aansluiten of verkeerd inbouwen valt niet onder de garantie.
veiligheidsvoorschriften
Voor een goede werking van het toestel is het volgende van belang:
• Dat er voldoende ventilatie aanwezig is voor het koelen van de kookplaat; een en ander volgens de in dit hoofdstuk gespecificeerde mogelijkheden.
• De ventilatielucht die de kookplaat aanzuigt mag niet warmer zijn dan 35 °C. Houd hier rekening mee als u een oven onder de kookplaat inbouwt.
• Dat de aansluitkabel vrij hangt en niet door een lade aangestoten wordt.
• Het aanrechtblad moet minimaal 2,8 cm en mag maximaal 5 cm dik zijn.
• Dat het aanrechtblad vlak is.
• Als de kookplaat dichter dan 40 mm bij een achter- of zijwand wordt geïnstalleerd moet deze wand van hittebestendig materiaal zijn.
installatie
algemeen
inbouwmaten
NL 29NL 28
490
750
770 510
65
28-50
installatie
algemeen
installatie
inbouwmogelijkheden
beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling nodig. Aan de onderzijde van het toestel bevinden zich de ventilatieopeningen. Door deze openingen moet koele lucht aangezogen kunnen worden. Aan de voorzijde is het toestel voorzien van uitblaasopeningen. Voor een optimale koeling van het kooktoestel moet u enkele wijzigingen aanbrengen in het keukenmeubel.
Boven lade of vaste blende
Zaag de beluchtingsopeningen (min. 100 cm2) uit. Beluchting vindt plaats via plint en achterzijde kast.
Let op: een lade mag de ventilatieopeningen aan de onderzijde van het toestel niet afsluiten.
Bij een lade moet er aan de voorzijde een spleet gemaakt worden van minimaal 560 x 6 mm. De afstand tussen lade A en de kookplaat moet minimaal 10 mm bedragen. Bij een vaste blende hoeven geen extra aanpassingen voor beluchting te geschieden.
Boven een 60 cm oven van het merk ATAG
Nismaat minimaal 600 mm hoog.
Beluchting vindt plaats via plint en achterzijde oven.
Bij een oven moet er aan de voorzijde een spleet gemaakt worden van minimaal 560 x 6 mm. Zaag de beluchtingsopeningen 'A' + 'B' uit (100 cm
2
). Zaag de zijwanden 'C' uit, zodat de kookplaat erin valt. De kookplaat mag alleen met ATAG-ovens worden gecombineerd, niet met combitrons.
150
A
min. 560 x 6 mm
min. 10 mm
600
C
B
A
installatie
inbouwen
NL 31
aansluitkabel monteren
1. Open het deksel van de aansluitkast met een
schroevendraaier.
2. Monteer de aansluitkabel en maak met de
bijgeleverde bruggen de juiste doorverbindingen (zie aansluitschema). In het deksel van het aansluitblok staat een illustratie waarop staat hoe u de doorverbindingen met de bruggen moet maken.
3. Zet de kabel vast met de trekontlasting en sluit het
deksel.
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding aan wordt gebracht.
Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel, afhankelijk van de voorschriften. De kabelommanteling moet van rubber zijn.
installatie
inbouwmogelijkheden
attentie
Let er op dat de aansluitkabels vrij hangen. Is er een lade onder de inductiekookplaat, zorg er dan voor dat de lade niet boven de rand gevuld is om de beluchting niet te belemmeren.
installatie van de inductiekookplaat boven een combitron, magnetron, A TAG oven van 90 cm of een oven van een ander merk
e
Zaag de beluchtingsopening(en) uit zodat de totale oppervlakte van de gaten minimaal 100 cm
2
is. Zie bijvoorbeeld figuur met
twee gaten van 50 cm
2
.
r
Plaats een schermplaat tussen de oven en de kookplaat. De plaat moet minimaal 10 mm dik zijn en hittebestendig (85 °C). De ruimte tussen de onderzijde van de kookplaat en schermplaat moet minimaal 50 mm bedragen.
t
Plaats, voor afscherming van de luchtstroom, een schermpaneel, van het zelfde materiaal als de schermplaat, tussen de schermplaat en de kookplaat. Ontluchting vindt plaats via de naastliggende kasten.
NL 30
2
50 cm
e
r
t
e
e
r
t
50
200
52
min. 560 x 6 mm
12345
rechterzones
toestel inwendig
linkerzones
Kookplaattype Inductie Componentenspanning 230V 50Hz Toestel breedte x diepte 770 x 510 mm Inbouwhoogte vanaf bovenzijde werkblad 48 mm Zaagmaat breedte x diepte 750 x 490 mm Werkbladdikte 28 – 50 mm Vermogens modules Links 3600 W Rechts 3600 W
installatie
inbouwen
NL 32
1. Controleer of het keukenmeubel en de uitsparing
voldoen aan de gestelde eisen (zie 'inbouwmaten' en 'veiligheidsvoorschriften').
2. Verwijder de beschermfolie van het afdichtband (A) en plak het band in de groef van de aluminium profielen.
3. Als het werkblad van hout is, behandel dan de kopse kanten van het werkblad met afdichtvernis, om uitzetten van het werkblad door vocht te voorkomen.
4. Keer het toestel om en leg het in de uitsparing.
5. Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet.
6. Controleer de werking. Indien het toestel fout aan
is gesloten zal het een piepsignaal geven.
7. Overhandig de gebruiksaanwijzing aan uw cliënt.
N.B.: Direct na het inschakelen zal de ventilator
aanslaan. Het toestel controleert zichzelf nu gedurende een aantal seconden.
NL 33
A
milieu aspecten
verpakking en toestel afvoeren
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen afvoeren.
De overheid kan u ook informatie verschaffen over het op verantwoorde wijze afvoeren van afgedankte huishoudelijke apparaten.
NL 35NL 34
technische gegevens
Het typenummer, de energiesoort en de aansluitwaarde staan op het gegevensplaatje vermeld.
Het gegevensplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het toestel.
Dit toestel voldoet aan de geldende CE richtlijnen.
Ce livret d'instructions décrit comment utiliser parfaitement la plaque de cuisson à induction. Vous y trouverez une information sur la commande, les casseroles à utiliser et une information de base sur le fonctionnement de l'appareil. Ce livret comprend également des tableaux de cuisson et des conseils d'entretien.
Les consignes de sécurité qui sont importantes pour l'installation, se trouvent dans le chapitre 'installation'.
Conservez soigneusement ce mode d'emploi pour le successeur éventuel de cet appareil.
Nous vous souhaitons bien du plaisir en utilisant cet appareil.
votre plaque de cuisson à induction
préface
votre plaque de cuisson à induction
description
bande de commande
zone de cuisson
sécurité enfant
en/hors service
touches de sélection
touche le minuteur
touche ‘memory’
visuel des positions de cuisson
touches de réglage pour le minuteur
visuel du minuteur
touche rapide
touche rapide
zone de cuisson arrière
zone de cuisson avant
enclencher le programme de cuisson enregistrer le programme de cuisson
bande de commande
Zone située à l'avant gauche : 2800 Watts boost ( ) et 3200 Watts Powerboost ( ) Zone située à l'arrière gauche : 2200 Watts
Zone située à l'arrière droit : 2800 Watts boost ( ) Zone située à l'avant droit : 2800 Watts boost ( )
FR 3
votre plaque de cuisson à induction
table des matières
sécurité
les points qui méritent votre attention 4 – 8
information générale
casseroles 9 – 10
commande
mise en service 11 – 16 sécurité supplémentaire 17 – 19
conseils de cuisson
positions et puissances 20 – 21 tableaux de cuisson 22 – 23
entretien
nettoyer 24
programmations supplémentaires
bip 25
pannes
que faire si… 26
installation
généralités 27 – 28 possibilités d'encastrement 29 – 30 encastrement 31
environnement
que faire de l'emballage et de l'appareil 33
données techniques 34
votre plaque de cuisson à induction
introduction
Vous avez choisi une plaque de cuisson à induction Atag : un appareil qui répond intégralement aux souhaits de l'amateur de cuisine.
Cuire sur une plaque de cuisson à induction est autre chose que cuire sur un appareil traditionnel. La cuisson à l'induction utilise un champ magnétique pour générer de la chaleur. Ceci veut dire que vous ne pouvez pas utiliser n'importe quelle casserole. Le chapitre "casseroles" (pages 9 et 10) vous fournira de plus amples informations sur ce sujet.
Cuire sur une plaque de cuisson à induction présente un certain nombre d'avantages. C'est confortable du fait que la plaque de cuisson réagit rapidement et aussi parce qu'il est possible de la régler sur une puissance très basse. Grâce à la puissance élevée, le point d'ébullition est très vite atteint. La plaque de cuisson est facile à nettoyer car elle n'est jamais vraiment chaude. C'est que la chaleur est générée dans la casserole. Le chapitre "sécurité" (pages 4 et 5) vous fournira de plus amples informations sur les avantages de la cuisson à l'induction.
sécurité
les points qui méritent votre attention
FR 5
sensibilisé aux problèmes de l'environnement
Les pertes de chaleur sont minimales du fait que la génération de chaleur se produit dans la casserole en question. En cas de casseroles plus petites, sera seulement activée la partie de la zone qui fait contact avec le fond de la casserole. Un avantage supplémentaire est que les poignées de la casserole ne chauffent pas du fait que la chaleur rayonnante ne longe pas la casserole.
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
1. Perte de chaleur et poignées chaudes lors d'une plaque de cuisson conventionnelle.
2. Pas de perte de chaleur et poignées froides en cas de cuisson à l'induction.
1
2
sécurité
les points qui méritent votre attention
FR 4
Un champ magnétique est activé dans l'appareil. En plaçant sur une zone de cuisson une casserole avec un fond en fer, un courant à induction va se présenter dans le fond de la casserole. Ce courant à induction génère de la chaleur dans le fond de la casserole.
confortable
Le réglage électronique se fait avec précision et simplicité. Sur la position la plus basse, vous pouvez, par exemple, faire fondre du chocolat directement dans la casserole ou préparer des ingrédients que vous réchauffez d'habitude au bain-marie.
rapide
En raison de la puissance élevée de la plaque de cuisson à induction, le point d'ébullition est très vite atteint. Après ébullition, la cuisson demande autant de temps que la cuisson qui se produit sous un autre mode.
propre
La plaque de cuisson est facile à nettoyer. Comme les zones de cuisson ne chauffent pas plus que la casserole en question, les dépôts alimentaires ne peuvent pas brûler.
sûr
La chaleur est activée dans la casserole en question. La plaque en verre ne chauffe pas plus que la casserole. En raison de cela, le risque que vous vous brûliez à l'appareil est vraiment minime. Après avoir enlevé la casserole, la zone de cuisson se refroidit très vite.
4 3 2  1
La bobine (1) située dans la plaque de cuisson (2) active un champ magnétique (3). En plaçant une casserole avec un fond en fer (4) sur la bobine, un courant à induction va se présenter dans le fond de la casserole.
Loading...
+ 51 hidden pages