Afvoeren toestel en verpakking 27
Technische gegevens 28
NL 3
InleidingUW INDUCTIEKOOKPLAAT
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag
vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een
traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch
veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een
willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u
hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met
meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering
die aangeeft welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductiekookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over
de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst
kan zijn bij het gebruik van dit product. Tevens zijn kooktabellen en
onderhoudstips opgenomen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje bevat
alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw
vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
BeschrijvingUW INDUCTIEKOOKPLAAT
2
1
2
HI4271B
HI6271B
6 5 7
8 8 9
3
4
5
10
3
1. Kookzone linksvoor 50 - 3000 Watt
2. Kookzone linksachter 50 - 1400 Watt
3. Kookzone rechtsachter 50 - 3000 Watt
4. Kookzone rechtsvoor 50 - 1400 Watt
5. Standenindicatie
6. Knop kookzone linksvoor
7. Knop kookzone linksachter
8. Knop kookzone rechtsachter
9. Knop kookzone rechtsvoor
10. Kookzone-aanduiding
1
7 6
4
10
9
NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT Veiligheidsvoorschriften
Lees de separate veiligheidsvoorschriften voordat u het
toestel in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan
en van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op
oververhitting, bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te
vermijden. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen
van de kookzone/kookplaat automatisch verlaagd of schakelt de
kookzone/kookplaat helemaal uit.
Kookduurbegrenzing
Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
KookstandDe kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld na:
1 en 2
3, 4 en 5
6, 7 en 8
93 uur
9 uur
5 uur
4 uur
• Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit.
KookstandDe kookzone wordt automatisch
naar stand 9 geschakeld na:
boost8 minuten
NL 6
GEBRUIK Even wennen
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral
het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer snel. Om
overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd bij
blijven.
Het vermogen past zich aan
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het
vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het vermogen
zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het gerecht in de
Geen warmteverlies en de
handgrepen blijven koud bij
inductiekoken.
pan aan de kook is.
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
•Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
NL 7
GEBRUIK Even wennen
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan
met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de
panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom wekt warmte
op in de panbodem.
De spoel (1) in de
kookplaat (2) wekt een
magnetisch veld (3) op.
Door een pan met een
ijzeren bodem (4) op de
spoel te plaatsen ontstaat in
de panbodem een inductiestroom.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen.
Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan
smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie
verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de
kook brengen erg snel. Het doorkoken kost even veel tijd als koken
op een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet
heter worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan
die van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander.
Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
NL 8
GEBRUIK
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
•Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
GeschiktOngeschikt
Speciale roestvrijstalen pannenAardewerk
Class InductionRoestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannenPorselein
Geëmailleerde gietijzeren pannenKoper
Pannen
niet meer geschikt voor inductiekoken.
inductiekoken met:
ºeen dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
ºeen vlakke bodem.
Kunststof
Aluminium
Voor de automatische kookprogramma’s wordt geadviseerd om
de pannen te gebruiken die door ATAG worden aanbevolen
(zie ‘www.atagservice.nl’).
Let op
•Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
º op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de
pan te droog is;
º door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
NL 9
GEBRUIK Pannen
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan
barsten en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het
gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de
garantie.
Minimale pandiameter
De minimale pandiameter bedraagt 12 cm. Het beste resultaat bereikt
u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone.
Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op
druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces
direct.
NL 10
Inschakelen en vermogen instellen
Inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de knop van de betreff ende zone met de klok mee om het
gewenste vermogen in te stellen.
In de display verschijnt de stand die u heeft ingesteld.
Vermogen instellen
Stel een hoger of lager vermogen in door de knop te draaien. Het
vermogen is in te stellen in 9 standen. Daarnaast is er bij de twee
grote zones nog de stand ‘boost’. Het vermogen van de grote zone(s) is
instelbaar van 50 - 3000 Watt en het vermogen van de kleine zone(s)
van 50 - 1400 Watt.
InstellenBEDIENING
Uitschakelen
Schakel de zone uit door de betreff ende knop weer terug in de
uitgangspositie te draaien.
NL 11
Aankookautomaat
InstellenBEDIENING
De aankookautomaat is geschikt voor het snel aan de kook brengen
van gerechten en vervolgens op een lagere stand doorkoken. De
aankookautomaat schakelt zelf terug naar de doorkookstand.
Aankookautomaat inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de knop van de betreff ende zone tegen de klok in.
Een “A” verschijnt in het display.
3. Stel binnen 5 seconden een gewenste doorkookstand in met de
draaiknop (1 t/m 8). Wanneer u geen doorkookstand instelt,
schakelt de zone weer uit.
Zodra de doorkookstand ingesteld is, knippert in het display
afwisselend een “A” en de ingestelde doorkookstand. Wanneer
de aankooktijd verstreken is, stopt het knipperen en wordt de
doorkookstand permanent in het display getoond.
Uitschakelen aankookautomaat
Schakel de aankookautomaat uit door de knop terug te draaien naar
stand 0 of verder te draaien naar stand 9.
Stand 9
Stand 9 is geschikt voor het aan de kook brengen van water. Deze
stand is te hoog voor het verhitten van boter of melk en veel te hoog
voor ontdooien.
• Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge stand heeft
ingesteld.
Raadpleeg de kookstanden op pagina 16 om de techniek te leren
kennen.
NL 12
Boost
InstellenBEDIENING
De ‘boost’ stand gebruikt u om een korte tijd op het hoogste
vermogen te koken. Deze stand komt na stand 9.
De boost functie inschakelen
1. Zet een pan op een grote kookzone.
2. Draai de knop van de betreff ende zone met de klok mee voorbij
stand 9.
Een “P” verschijnt in het display.
Twee achter elkaar liggende kookzones
Twee kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar.
Wanneer deze kookzones tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het
vermogen automatisch verdeeld. Tot en met stand 9 heeft dit geen
consequenties. Stelt u echter een grote kookzone in op de boost stand
dan kunt u de kleine kookzone niet hoger instellen dan stand 7.
Omgekeerd schakelt een op hoog vermogen ingestelde kleine
kookzone automatisch terug naar stand 7 indien u de grote kookzone
inschakelt op de boost functie.
Restwarmte-indicatie
Twee naast elkaar liggende kookzones beïnvloeden elkaar niet. U kunt
een grote kookzone op de boost stand instellen en de kleine kookzone
ernaast ook op een hoge stand.
Na een intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten warm blijven.
Zolang de kookzone warm is, zal er een “H” in het display blijven staan.
NL 13
Kinderslot
InstellenBEDIENING
U kunt de kookplaat met het kinderslot vergrendelen. Onbedoeld
inschakelen van de kookzones wordt hiermee voorkomen.
De kookplaat naar kinderslot schakelen
Draai beide (middelste) knoppen linksom (terwijl de andere knoppen
in de nulstand blijven staan).
In het display verschijnt een “L” als teken dat het kinderslot is
ingeschakeld.
Kinderslot uitschakelen
Draai beide (middelste) knoppen weer linksom (terwijl de andere
knoppen in de nulstand blijven staan).
In het display verschijnt een “0” als teken dat het kinderslot is
uitgeschakeld.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslotmodus voordat u de kookplaat gaat
reinigen om te voorkomen dat deze per ongeluk inschakelt.
NL 14
Gezond koken
KokenBEDIENING
Rookpunt van verschillende oliesoorten
Om gezond te bakken, adviseert ATAG om de oliesoort af te stemmen
op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt
waarbij giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel ziet u de
rookpunten van verschillende oliesoorten.
OlieRookpunt °C
Extra vierge olijfolie160 °C
Boter177 °C
Kokosolie177 °C
Raapzaadolie204 °C
Vierge olijfolie216 °C
Zonnebloemolie227 °C
Maisolie 232 °C
Arachideolie232 °C
Rijstolie 255 °C
Olijfolie 242 °C
NL 15
Kookstanden
KokenBEDIENING
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
•snel aan de kook brengen;
•slinken van bladgroenten;
•verhitten van olie en vet;
•onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
•aanbraden van vlees;
•bakken van vis;
•bakken van omeletten;
•bakken van gekookte aardappelen;
•frituren.
Gebruik stand 7 voor:
•bakken van dikke pannenkoeken;
•bakken van dik, gepaneerd vlees;
•uitbakken van spek of bacon;
•bakken van rauwe aardappelen;
•bakken van wenteltee es;
•bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 voor:
•doorkoken;
•ontdooien van harde groenten;
•bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 5 voor:
•trekken van bouillon;
•bereiden van stoofvlees;
•smoren van groenten;
•smelten van chocolade;
•smelten van kaas.
NL 16
Dagelijkse reiniging
Hardnekkige vlekken
ReinigenONDERHOUD
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
•Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
•Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
NL 17
Loading...
+ 37 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.