Atag HI3271W Instructions For Use Manual

gebruiksaanwijzing
inductiekookplaat
instructions for use
induction hob
mode d’emploi
plaque de cuisson à induction
HI3271W
Het toestel-identifi catieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
Plak hier het toestel-identifi catieplaatje.
Stick the appliance identifi cation card here.
Placez ici la plaque d’identifi cation de l’appareil.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department, have the complete type number to hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will fi nd the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
700003436100
NL
Handleiding NL 3 - NL 30
EN
Manual EN 3 - EN 30
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 30
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used - Pictogrammes utilisés
Belangrijk om te weten - Important information - Important à savoir
Tip - Conseil
INHOUD
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4 Bedieningspaneel 5
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 6 Kookduurbegrenzing 6
Gebruik
Werking van de aanraaktoetsen 7 Inductiekoken 7 Werking inductie 8 Pannen voor inductiekoken 9 Inductiegeluiden 10
Bediening
Inschakelen en vermogen instellen 11 Restwarmte-indicatie 11 Boost 12 Uitschakelen 12 Stand-by modus 13 Eco stand-by modus 13 Kinderslot 14 Pauze 14 Herkennen van een modus 15 Timer / Kookwekker 15 Geluidssignaal in- en uitschakelen 17 Automatische pandetectie 18 De ideale wokstand 19 Gezond koken 19
Onderhoud
Reinigen 20
Storingen
Algemeen 21 Storingstabel 21
Installatievoorschriften
Veiligheidsvoorschriften installatie 23 Benodigde vrije ruimte rondom 23 Bevestigingspunten montagebeugels 24 Inbouwmaten 25 Beluchting 25 Inbouwen boven een lade of vaste blende 26 Inbouwsituatie met tussenruimte 27 Inbouwsituaties met koppelprofiel 27 Inbouwen 28
Technische gegevens
Vermogens- en inbouwtabel 29
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 30
NL 3
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte wokliefhebber. De kookzone heeft een hoog vermogen en reageert snel en effectief. De speciaal op de wok afgestemde kookzone verwarmt niet alleen de bodem maar een groot deel van de pan waardoor u een maximaal kookcomfort ervaart.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk ‘Pannen’ geeft u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft dat de kookzone nog heet is.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductie­kookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening treft u ook achtergrondinformatie en onderhoudstips aan die van dienst kunnen zijn bij het gebruik van dit product.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje bevat
alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
NL 4
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
1
2
3
4
1920
WOK WOK
6 5 7 8 9 10 11
1. Pauzetoets
2. Pauze-indicatie
3. Kinderslot-/Eco stand-by toets
4. Kinderslot-indicatie/Eco stand-by indicatie
5. Standen-indicatie in blokjes
6. Aan-/uittoets
7. Vermogen versneld verlagen
8. Vermogen verlagen
9. Vermogen ophogen
10. Vermogen versneld ophogen
11. Boostindicatie
12. Timer-/kookwekkertoets
13. Kookwekkerindicatie
14. Timerindicatie
15. Tijd verlagen toets
16. Tijd ophogen toets
17. ‘Minuten achter de punt’ indicatie
18. Timer/kookwekker indicatie
19. Woktoets
20. Standen-indicatie
12
Kookzone Ø300 3,0 kW
15 14 13 16
WOK
18
17
NL 5
VEILIGHEID
Lees voor gebruik eerst de separate veiligheidsinstructies!
Temperatuurbeveiliging
• De kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting, bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/kookplaat auto­matisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat helemaal uit.
Kookduurbegrenzing
Als de kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is, wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld na:
1 en 2 9 uur 3, 4 en 5 5 uur 6, 7 en 8 4 uur 9 3 uur 10 2 uur
en 12 1 uur
11
• Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone automatisch uit.
Kookstand De kookzone wordt automatisch
naar stand 12 geschakeld na:
boost
10 minuten
NL 6
GEBRUIK
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw vinger­toppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard te drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
• In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral het wokken op een hoge stand gaat zeer snel. U kunt er daarom het beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut dat in contact is met de wok. Het is daarom belangrijk om de wok te gebruiken die u heeft gekregen bij deze inductiekookplaat, omdat deze wok volledig in contact is met de kookzone.
Geschikte pannen kunt u bestellen op ‘www.atagservice.nl’.
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Plaats de pan voorzichtig in de kookzone. Als u onvoorzichtig met de pan omgaat, kan het handvat tegen de glasplaat slaan en deze beschadigen.
• Schud de pan niet terwijl hij in de kookzone ligt. Daardoor kunnen krassen in de glasplaat ontstaan of de glasplaat kan door het handvat beschadigd raken.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
NL 7
GEBRUIK
Werking inductie
De spoel (1) in de
kookplaat (2) wekt een
magnetisch veld (3) op. Door
een pan met een ijzeren bodem
(4) op de spoel te plaatsen
ontstaat in de panbodem een
inductiestroom.
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom wekt warmte op in de panbodem.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen. Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het wokken erg snel.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzone niet heter wordt dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander. Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
NL 8
GEBRUIK
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor inductiekoken.
Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en inductiekoken met:
▷ een dikke bodem van minimaal 2,25 mm; ▷ een bolle bodem die volledig in contact is met de kookzone.
Het beste zijn pannen met het “Class Induction” keurmerk.
Geschikte pannen kunt u bestellen op ‘www.atagservice.nl’.
Tip
Niet elke pan is geschikt voor inductiekoken. Het is daarom belangrijk om te weten of de pan is gemaakt van het juiste materiaal. Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pan geschikt is. Als de magneet wordt aangetrokken, kunt de pan gebruiken.
Let op
• In verband met het verhitten van olie is slechts één pan geschikt voor het wokken op deze inductiekookplaat. Dit is een Curiepan, deze wordt niet warmer dan 250 ˚C. U kunt deze pan bestellen bij Atag (typenummer AA3611W).
NL 9
GEBRUIK
Inductiegeluiden
Omgang met de wok
• Plaats de pan voorzichtig in de kookzone. Als u onvoorzichtig met de pan omgaat, kan het handvat tegen de glasplaat slaan en deze beschadigen.
• Schud de pan niet terwijl hij in de kookzone ligt. Daardoor kunnen krassen in de glasplaat ontstaan of de glasplaat kan door het handvat beschadigd raken.
Tikkend geluid
Ook bij lage kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
Pan maakt geluid
De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat naar de pan. Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Het is niet schadelijk voor de pan of de kookplaat.
Ventilator maakt geluid
Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat voorzien van een ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld en hoort u een zoemend geluid. Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator nog geluid maken.
Automatische inschakelfunctie
Wanneer de automatisch inschakel functie (APD) actief is, is een tikkend geluid waarneembaar ook als de zone niet in gebruik is.
NL 10
BEDIENING
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is in te stellen op 12 standen. Daarnaast is er nog een ‘boost’ stand.
1. Plaats een pan in de kookzone.
2. Druk op de kinderslottoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal.
3. Druk op de aan-/uittoets van de kookzone.
In de display verschijnt een knipperende ‘-’ en er klinkt een enkel
geluidssignaal. Wanneer u geen verdere actie onderneemt, schakelt
de kookzone na 10 seconden vanzelf uit.
4. Stel met de + of - toets, of de << of >> toets de gewenste stand in. De kookplaat start automatisch in de ingestelde stand (als er een pan gedetecteerd wordt).
Drukt u de eerste keer op de + of - toets, dan verschijnt stand 6. Drukt u de eerste keer op de >> toets dan verschijnt stand 12 +
‘boost’. Dit is de ‘boost’ stand en deze kunt u gebruiken om een korte tijd op heel hoog vermogen te koken (zie pagina 12).
Drukt u de eerste keer op de << toets dan verschijnt stand 1.
Tips
• Met de + of - toets kunt u de stand stapsgewijs ophogen of verlagen. Drukt u op de << of de >> toets, dan kunt u de stand versneld ophogen of verlagen.
• U kunt de << , - , + of >> toets ingedrukt houden om sneller het gewenste vermogen in te stellen.
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen geen (geschikte) pan detecteert, zal de display blijven knipperen en de kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut geen (geschikte) pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone automatisch uit.
Restwarmte-indicatie
Na intensief gebruik van de kookzone kan de gebruikte zone nog enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een “H” in de display staan.
NL 11
BEDIENING
Boost
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd (maximaal 10 minuten) op het hoogste vermogen te koken. Na het verstrijken van de maximale boosttijd wordt het vermogen verlaagd naar stand 12.
De boostfunctie inschakelen
1. Plaats een pan in de kookzone en schakel de kookzone in.
2. Druk direct na inschakeling een keer op de >> toets.
In de display verschijnt stand 12 en ‘boost’.
• Staat de zone al ingesteld op een bepaalde stand en wilt u deze op de ‘boost’ stand zetten, dan kunt u dit doen door meerdere keren op de >> toets of de + toets te drukken.
De boostfunctie uitschakelen
De boostfunctie is ingeschakeld, in de display is stand 12 en ‘boost’
zichtbaar.
1. Druk op de << of - toets.
In de display verschijnt een lagere stand.
Of:
2. Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de display dooft. De
kookzone is nu helemaal uit.
Uitschakelen
De kookzone uitschakelen
Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de display dooft.
• De kookplaat staat nu automatisch in stand-by modus (zie ook
Of
Druk kort op de kinderslottoets om de kookzone uit te schakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Naast de kinderslottoets blijft een rood lampje langzaam aan en uit gaan.
• De kookplaat staat nu in de eco stand-by modus (zie ook ‘eco
NL 12
‘stand-by modus’).
stand-by modus’).
BEDIENING
Stand-by modus
Eco stand-by modus
In stand-by modus is de kookplaat uitgeschakeld. U kunt naar de stand-by modus schakelen vanuit de eco stand-by modus, of door de kookzone uit te schakelen.
Vanuit de stand-by modus kunt u direct beginnen met koken door op de aan-/uittoets te drukken.
De kookplaat vanuit eco stand-by modus naar stand-by modus
schakelen
Het rode lampje naast de ‘kinderslottoets’ knippert langzaam.
Druk kort op de kinderslottoets om naar stand-by modus te schakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle lampjes op de kookplaat zijn uit.
In eco stand-by modus is de kookplaat uitgeschakeld en verbruikt de kookplaat het minste energie. De kookplaat kan naar eco stand-by modus geschakeld worden vanuit de stand-by modus en wanneer de kookzone actief is.
Wist u dat
De kookplaat in eco stand-by modus minder dan 0,5W verbruikt. Dit is nog minder dan in de stand-by modus van de kookplaat.
De kookplaat naar eco stand-by modus schakelen
Druk kort op de kinderslottoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De eco stand-by modus is actief, het
rode lampje naast de kinderslottoets knippert langzaam.
Vanuit de eco stand-by modus kunt u niet meteen starten met koken. Hiervoor moet de kookplaat eerst naar stand-by modus geschakeld worden.
Wist u dat
Na 30 minuten in de stand-by modus schakelt de kookplaat automatisch naar eco stand-by modus om onnodig energieverbruik te voorkomen.
NL 13
BEDIENING
Kinderslot
U kunt de kookplaat met het kinderslot vergrendelen. Onbedoeld inschakelen van de kookzone wordt hiermee voorkomen.
De kookplaat naar kinderslot schakelen
1. Druk gedurende 2 seconden op de kinderslottoets.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal. Alle toesten zijn nu inactief
behalve de kinderslottoets. De kookplaat schakelt eerst naar eco
stand-by modus en dan door naar de kinderslot modus. Het rode
lampje brandt constant.
2. Druk nogmaals minimaal 2 seconden op de kinderslottoets om het kinderslot uit te schakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. De kookplaat is nu in stand-by
modus. Het rode lampje naast de kinderslottoets is uit.
Tip
Zet de kookplaat in de kinderslot modus voordat u de kookplaat gaat reinigen om te voorkomen dat deze per ongeluk inschakelt.
Pauze
Wist u dat
Wanneer de kookplaat op het kinderslot staat, deze net zo weinig energie verbruikt als in de eco stand-by modus.
Met de pauze functie kunt u de gehele kookplaat tijdens het koken gedurende 5 minuten ‘op pauze’ zetten. U kunt de kookplaat zo gedurende een korte tijd, op een veilige manier onbeheerd laten of schoonmaken, zonder instellingen te verliezen.
De kookplaat naar pauze modus schakelen
Druk éénmaal op de pauzetoets.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal, de standen verspringen naar een
lagere stand en het rode lampje naast de pauzetoets knippert.
• De eventueel ingestelde timer/kookwekker staat stil.
• De kookzone wordt automatisch op een lage stand gezet.
• Alle toetsen zijn inactief behalve de kinderslottoets en de pauzetoets. Ook de aan-/uittoets blijft actief, echter deze reageert met een vertraging van twee seconden.
NL 14
BEDIENING
Indien u binnen 5 minuten nogmaals op de pauzetoets drukt, zal het gepauzeerde kookproces hervat worden.
Er klinkt een dubbel geluidssignaal, de kookplaat hervat de instellingen
zoals deze voor de pauze ingesteld zijn.
Indien u binnen 5 minuten geen verdere actie onderneemt:
Wordt de actieve kookzone automatisch uitgeschakeld. Daarna blijft
de pauzetoets nog 25 minuten knipperen om aan te geven dat het
kookproces door de pauze modus is beëindigd. Na 25 minuten schakelt
de kookplaat automatisch van pauze modus naar eco stand-by modus.
Herkennen van een modus
De stand-by modus Er brandt geen enkel lampje
Timer / Kookwekker
De eco stand-by modus
De kinderslot modus
De pauze modus
De timer-/kookwekkertoets van de kookzone heeft twee functies:
De timerfunctie De kookwekkerfunctie
Herkenbaar aan het naar boven wijzend rood pijltje.
In de timerfunctie loopt de tijd op.
De timer is niet te koppelen aan de kookzone.
Druk minimaal 3 seconden op de ‘timertoets’. De timerfunctie schakelt in.
Het rode lampje naast de kinderslottoets knippert langzaam.
Het rode lampje naast de kinderslottoets brandt constant.
Het rode lampje naast de pauzetoets knippert.
Herkenbaar aan het naar beneden wijzend rood pijltje.
In de kookwekkerfunctie telt de tijd af.
De kookwekker is gekoppeld aan de kookzone. Dit houdt in dat de kookzone uitschakelt als de ingestelde tijd verstreken is.
De kookwekkerfunctie is te bereiken vanuit de timerfunctie door op de + of - toets te drukken.
NL 15
BEDIENING
Let op
• De timer-/kookwekkerfunctie kan ook gebruikt worden zonder de kookzone te activeren.
De timer inschakelen
1. Druk éénmaal op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone.
Drie knipperende nullen en ‘+’ en ‘-’ verschijnen in de display.
Als u geen tijd instelt met de + of - toets gaat na 3 seconden automatisch de timer lopen. De timer loopt tot maximaal 9 uur en 59 minuten.
Rood pijltje (naar boven gericht) licht op en de tijd loopt op.
2. Druk nogmaals op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone om deze uit te schakelen.
De kookwekker inschakelen
1. Druk éénmaal op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone.
2. Druk op de + of - toets om van de timerfunctie naar de kookwekkerfunctie te schakelen. Daarna kunt met de + toets de gewenste kookduur instellen. Vervolgens kunt u met de - toets de ingestelde tijd aanpassen.
Rood pijltje (naar boven gericht) licht op en de tijd loopt af.
3. Druk nogmaals op de timer-/kookwekkertoets van de kookzone om deze weer uit te schakelen.
Let op
• De kookwekker is gekoppeld aan de kookzone indien de kookzone
• Indien de kookwekker gekoppeld is aan de kookzone zal de
NL 16
ingeschakeld is.
kookzone uitschakelen nadat de ingestelde tijd verstreken is.
Het kookwekker alarm gaat af en geeft gedurende een kwartier
in afnemende mate een geluidssignaal, terwijl ‘0.00’ en het rode
pijltje naar beneden blijven knipperen. Druk nogmaals op de timer-/
kookwekkertoets van de kookzone om het kookwekker alarm uit te
schakelen.
BEDIENING
De kookduur instellen
Schakel de kookwekker in.
Toets Stappen van x per
+ x = 1 minuut 0.00 tot ...
- x = 10 seconden 5.00 - 0.00
- x = 30 seconden 9.00 - 5.00
- x = 1 minuut ... tot 9.00
Na 9 minuten en 0 seconden (“9.00”) verschijnt in de display het woord
“.min” en tellen de minuten verder op achter de punt.
Tip
U kunt de + of - toets ingedrukt houden om sneller de gewenste kookduur in te stellen.
Geluidssignaal in- en uitschakelen
1. Druk tweemaal op de aan-/uittoets.
2. Houd daarna tegelijkertijd de << toets en de + toets ingedrukt totdat u een geluidssignaal hoort.
Het geluidssignaal is nu uitgeschakeld voor alle toetsbedieningen,
behalve bij de pauzetoets en de kinderslottoets. Let wel: het
kookwekker alarm en het geluidssignaal bij foutmeldingen zijn niet
uit te schakelen.
3. Gebruik dezelfde toetscombinatie om het geluid weer in te schakelen.
Tijdsduur
toetsaanraking
NL 17
BEDIENING
Automatische pandetectie in- en uitschakelen
Als er, na het inschakelen van de kookplaat, een pan op een inactieve kookzone geplaatst wordt licht de bediening op en kan deze direct bedient worden (zonder de aan-/uittoets te bedienen). Als de kookzone niet binnen 10 seconden ingeschakeld wordt gaat deze weer uit en kan vervolgens weer geactiveerd worden door de pan te verwijderen en opnieuw te plaatsen of door gebruik te maken van de aan-/uittoets. Deze functie is standaard actief, maar kan ook uitgeschakeld worden. Dit gebeurd door de kookplaat uit te schakelen en ‘Wok’ toets (19) en ‘aan-/uittoets’ (6) van de linker bediening 5 sec. te bedienen. Op de displays verschijnt dan ‘APd OFF’. Door de handeling te herhalen wordt de functie weer geactiveerd en verschijnt ‘APd On’ in de display.
NL 18
O
BEDIENING
De ideale wokstand
WOK W
Gezond koken
Als de kookplaat is ingeschakeld, kunt u met één druk op een toets automatisch de ideale wokstand instellen.
De ideale wokstand instellen
Er staat een pan in de kookzone en de kookplaat is ingeschakeld.
1. Druk op de woktoets.
Er licht een icoon op en er verschijnt een ‘A’ in de display. De
kookzone schakelt na 3 seconden automatisch in op de ideale
wokstand.
U kunt met de volgende toetsen een ander vermogen kiezen: << , + , - , >> .
Rookpunt van verschillende oliesoorten
Om gezond te bakken, adviseert ATAG om de oliesoort af te stemmen op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel ziet u de rookpunten van verschillende oliesoorten.
Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie
Boter
Kokosolie
Raapzaadolie
Vierge olijfolie
Zonnebloemolie
Maisolie
Arachideolie
Rijstolie
Olijfolie
160 °C 177 °C 177 °C 204 °C 216 °C 227 °C 232 °C 232 °C 255 °C 242 °C
NL 19
ONDERHOUD
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken. Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.
NL 20
STORING
Algemeen
Storingstabel
Voor het telefoonnummer van de servicedienst kunt u de bijgeleverde garantiekaart raadplegen of kijken op ‘www.atagservice.nl’.
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet, schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst.
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op de website ‘www.atagservice.nl’.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen verschijnt er tekst in de display.
De ventilatie blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is uitgeschakeld.
De kookplaat geeft bij de eerste kookbeurten een lichte geur af.
De kookpannen maken lawaai tijdens het koken.
Nadat u de kookzone heeft ingeschakeld blijft de display knipperen.
De kookzone stopt plotseling met de werking en er klinkt een signaal.
Dit is de standaard opstartroutine.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
Dit wordt veroorzaakt door de doorstroming van de energie van de kookplaat naar de kookpan.
De gebruikte kookpan is niet geschikt voor koken op inductie of heeft niet de juiste bolling.
De ingestelde timertijd is voorbij.
Normale werking.
enkele keren koken.Ventileer de keuken.
Bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
Gebruik een goede pan.
Schakel het signaal uit met de + of - toets van de timer.
De kookplaat werkt niet en er verschijnt niets in de display.
Geen stroomtoevoer door defecte voeding of foutieve aansluiting.
Controleer de zekering of de elektrische schakelaar (bij een toestel zonder stekker).
NL 21
STORING
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het inschakelen van de kookplaat slaat de zekering van de installatie door.
Foutcode F00. Het bedieningspaneel is
Foutcode F0 t/m F6 en FC. De generator is defect. Neem contact op met de
Foutcode F7. De omgevingstemperatuur is
Foutcode F8 en F08. Toestel oververhit. Het toestel laten afkoelen en
Foutcode F9 en/of continu geluidssignaal.
Foutcode F99. U hebt 2 of meerdere toetsen
Foutcode FA. Spanning te laag. Neem contact op met uw
Foutcode FAN. Luchtcirculatie niet goed. Zorg dat de beluchtingsgaten
Verkeerde aansluiting van de kookplaat.
vervuild of er ligt water op.
niet goed.
Spanning te hoog en/of niet goed aangesloten.
tegelijk bediend.
Controleer de elektrische aansluiting.
Bedieningspaneel schoon­maken.
servicedienst.
Zet alle warmtebronnen in de omgeving van de kookplaat uit.
opnieuw beginnen met koken.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Bedien maar 1 toets tegelijk.
energiebedrijf.
onderin de kookplaat open zijn.
Foutcode E6 Geen goede pan. Kijk op www.atagservice.nl
voor de juiste wokpan.
Hardware- / softwarefout. Neem contact op met de
servicedienst.
Overige foutcodes Generator defect. Neem contact op met de
servicedienst.
NL 22
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Veiligheidsvoorschriften installatie
• De aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
• Het toestel moet altijd geaard zijn.
• Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel aansluiten.
• Sluit dit toestel altijd aan op een geaarde contactdoos.
• De aansluitkabel moet vrij hangen en mag niet door een lade worden aangestoten.
• Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding wordt aangebracht.
• Het werkblad waarin de kookplaat wordt ingebouwd moet vlak zijn.
• De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten minimaal tot 85 °C hittebestendig zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet warm, door de warmte van een hete pan kan de wand verkleuren of vervormen.
• Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of verkeerd gebruik valt niet onder de garantie.
.
Benodigde vrije ruimte rondom
Voor een veilig gebruik is voldoende ruimte rondom de kookplaat noodzakelijk. Controleer of deze ruimte aanwezig is.
HI3271W: min. 40 cm
*
kast
cabinet
afzuigkap
cooker hood
kookplaat
hob
zijwand
side wall
NL 23
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Bevestigingspunten montagebeugels
verdraaien!
2
1
Dikke werkbladen Dunne werkbladenMoer niet verwijderen of
2
2
voorzijde
NL 24
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Inbouwmaten
In de volgende illustratie zijn de afmetingen van de uitsparing aangegeven.
384
125
484
min.40
490
522
338
345
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling nodig. Het toestel schakelt na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert. Aan de onder­zijde van het toestel bevinden zich de ventilatieopeningen. Door deze openingen moet koele lucht aangezogen kunnen worden. Aan de voorzijde en onderzijde is het toestel voorzien van uitblaasopeningen.
NL 25
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Inbouwen boven een lade of vaste blende
Beluchting vindt plaats via plint (A) en achterzijde kast (B). Zaag de
B
beluchtingsopeningen (min. 100 cm2) uit. Luchttoevoer A is overbodig wanneer er, samen met opening B, ergens anders een opening is waar
C
lucht aangezogen kan worden.
A
Zorg ervoor dat de traverselat de luchtdoorvoer niet hindert. Schaaf of zaag de traverselat C zonodig schuin af.
Heeft u een werkblad dat dikker is dan de inbouwdiepte (=120 mm) van het toestel, dan is er niets aan de hand. Maar als uw werkblad dunner is dan de inbouwdiepte van het toestel, past er wellicht geen lade of oven onder het toestel.
Onder de kookplaat dient een minimale ruimte te zijn ten behoeve van koeling en optimaal fuctioneren van de kookplaat. Aangeraden word om minimaal 10 mm ruimte tussen de onderkant van de kookplaat en de bovenkant van een lade vrij te houden.
Een lade mag de ventilatieopeningen aan de onderzijde van het toestel niet afsluiten. Bij een lade moet er aan de voorzijde een spleet gemaakt worden van minimaal de toestelbreedte.
NL 26
Loading...
+ 60 hidden pages