Atag HG6111P, HG6192P, HG6111W User Manual

Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
La plaque d’identification de l’appareil se trouve sur le dessus de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befindet sich an der Unterseite des Gerätes.
e appliance identification card is located on the bottom of the appliance.
HG6111P HG6192P
HG6111W
Placez ici la plaque d’identification de l’appareil.
Kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein.
Stick the appliance identification card here.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, de productiecode (PCODE)
en het volledige itemnummer (ITEMNR) bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le code de production
(PCODE) et le numéro complet de l’article (ITEMNR).
Halten Sie den Produktionscode (PCODE) und die vollständige Itemnummer (ITEMNR)
bereit, wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department, have the production code (PCODE) and
complete item number (ITEMNR) to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Handleiding Notice d’utilisation Handbuch Manual
700002416000
NL
FR
DE
GB
Gebruiksaanwijzing 3 - 14 Installatievoorschrift 15 - 21
Mode d’emploi 3 - 14 Instruction d’installation 15 - 21
Bedienungsanleitung 3 - 14 Installationsanweisung 15 - 21
Instructions for use 3 - 14 Installation guide 15 - 21
2
HANDLEIDING
Uw gaskookplaat
Bediening
Comfortabel koken
Onderhoud
Storingen
Inhoud
Inleiding 4 Beschrijving 5 Veiligheidsvoorschriften 6
Ontsteken en instellen 7
De kookplaat optimaal gebruiken 8 - 9
Algemeen 10 - 11 - 12
Storingstabel 13 - 14
Installatievoorschrift
Bijlage
Algemeen 15 Inbouwen 16 - 17 - 18 - 19 Gastechnische gegevens 20
Afvoeren toestel en verpakking 21
NL 3
UW GASKOOKPLAAT
Inleiding
UW GASKOOKPLAAT
Beschrijving
Deze gaskookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. De verschillen in brandercapaciteit zorgen ervoor dat u ieder gerecht kunt bereiden. Dankzij de in de knoppen geïntegreerde vonkontsteking ontsteekt èn bedient u de branders met één hand.
Dit toestel voldoet aan alle eisen die gelden voor het Kookkeurmerk. Dit betekent dat de gaskookplaat hoog rendement koppelt aan een minimum aan onvolledige verbrandingsgassen. Hiermee beschikt u over een toestel met korte aankooktijden, terwijl er ook uitstekend op gesudderd kan worden.
De gaskookplaat is voorzien van een vlambeveiliging die ervoor zorgt dat de gastoevoer gesloten wordt als de vlam tijdens het kookproces dooft.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de gaskook­plaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die u van dienst kan zijn bij het gebruik van dit product.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig zodat een eventuele volgende gebruiker er ook zijn voordeel mee kan doen.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst. Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
1
2
Sudderbrander1. Sterkbrander2. Normaalbrander3. RVS-vangschaal4. Pandrager5.
HG6111P HG6192P
HG6111W
1
3
4
2
3
5
Sudderbrander1. Wokbrander2. Normaalbrander3. RVS-vangschaal4. Pandrager5.
5
3
4
3
Gebruikte pictogrammen
Veel kookplezier!
Belangrijk om te weten
Tip
NL 4 NL 5
UW GASKOOKPLAAT
Veiligheidsvoorschriften
BEDIENING
Ontsteken en instellen
Waar u op moet letten
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. U
Houd natuurlijke ventilatieopeningen open. º Bij langdurig gebruik van de kookplaat is extra ventilatie º noodzakelijk. Zet bijvoorbeeld een raam open of installeer een mechanische ventilator.
Gebruik de kookplaat alleen voor het bereiden van gerechten. U
Het toestel is niet geschikt om ruimtes te verwarmen. º
Flambeer nooit onder een afzuigkap. U
Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een º uitgeschakelde ventilator.
De branderdelen zijn heet tijdens en direct na het gebruik. U
Vermijd directe aanraking en contact met niet-hittebestendige º materialen. Dompel hete branderdoppen en pandragers nooit onder º in koud water. Door de snelle afkoeling kan het emaille
beschadigen. De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige wand U moet altijd groter zijn dan twee centimeter.
Bij kleinere afstanden kunnen door de hoge temperatuur de º
knoppen of de wand verkleuren en/of vervormen. Gebruik altijd de pandragers en geschikt kookgerei. U
Plaats de pan altijd op de pandrager. Het plaatsen van de pan º
direct op de branderdop kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze º
kunnen inbranden op de branderdoppen en pandragers. Plaatsen van branderdelen en pandragers. U
De kookplaat kan alleen goed functioneren wanneer de º
branderdelen via de geleidingsnokken in elkaar zijn gezet.
Zorg ervoor dat de pandragers recht tegen elkaar en vlak op º
de RVS-vangschaal liggen. Alleen op deze manier kunnen de
pannen stabiel geplaatst worden.
Ontsteken en instellen
Bediening
Elke brander kan traploos worden geregeld tussen vol- en kleinstand.
1
1. 0-stand
2. Branderaanduiding
3. Kleinstand
2
4. Volstand
3
4
Druk de bedieningsknop in en draai hem linksom.
De brander ontsteekt.
Houd de bedieningsknop ongeveer 5 seconden ingedrukt om de vlambeveiliging in te schakelen.
NL 6 NL 7
De kookplaat optimaal gebruiken
COMFORTABEL KOKENCOMFORTABEL KOKEN
De kookplaat optimaal gebruiken
De kookplaat optimaal gebruiken
Zorg er altijd voor dat de vlammen onder de pan blijven. Als vlammen om de pan heen spelen gaat veel energie verloren. Bovendien kunnen de handgrepen dan te heet worden. Gebruik geen pannen met een kleinere bodemdiameter dan 12 cm. Kleinere pannen staan
Fout
Goed
niet stabiel.
(Roer)bakken, doorkoken van grote hoeveelheden en frituren U kunt u (indien van toepassing) het beste doen op de sterk- of wokbrander. Sauzen bereiden, sudderen en doorkoken kunt u het beste doen U op de sudderbrander. Op de vol-open stand is deze brander groot genoeg voor het doorkoken. Gebruik voor alle andere gerechten de normaalbranders. U Kook met het deksel op de pan. U bespaart dan tot 50% energie. U Gebruik pannen met een vlakke, schone en droge bodem. Pannen U met een vlakke bodem staan stabiel en pannen met een schone bodem dragen de warmte beter over naar het gerecht.
Gebruik van het wok-hulprooster
Het hulprooster dat ten behoeve van de wokbrander is meegeleverd of als accessoire verkrijgbaar is zorgt voor extra stabiliteit bij een wok met een platte bodem.
Plaats het hulprooster volgens de illustratie op het wokrooster.
Wokbrander
Met de wokbrander kunt u gerechten op een zeer hoge temperatuur bereiden. Het is hierbij van belang dat u:
van te voren de ingrediënten in reepjes, plakjes of stukjes snijdt; U bij het roerbakken olie van goede kwaliteit gebruikt, zoals olijf-, U maïs-, zonnebloem- of arachide olie. Een klein beetje is al genoeg. Boter en margarine verbranden door de grote hitte; de gerechten met de langste bereidingstijd het eerst in de pan U doet, zodat aan het eind van de bereidingstijd alle ingrediënten tegelijk (beet)gaar zijn.
NL 8 NL 9
Uw toestel is vervaardigd uit hoogwaardige materialen, die u eenvoudig reinigt.
Branderdelen mogen niet in de vaatwasser gereinigd worden. U De onderdelen kunnen door het vaatwasmiddel aangetast worden! Gebruik niet te veel vocht, aangezien dit de brander of ventilatieopeningen kan binnendringen. Reinig de ontstekingsbougies bij voorkeur met een doekje. U Betracht hierbij wel enige voorzichtigheid. Bij een te zware belasting kan de afstand van de bougiepunt tot aan de brander wijzigen, waardoor de brander slechter of niet ontsteekt. De bougie werkt alleen goed in een droge omgeving. Bij zware vervuiling kunt u de punt met een fijn borsteltje reinigen. Plaats de pandragers rechtstandig naar beneden, zonder over de U RVS-vangschaal te schuiven. Zet de branderdelen in elkaar met behulp van de geleidings- U nokken.
ONDERHOUDONDERHOUD
Algemeen
Regelmatig onderhoud direct na gebruik voorkomt dat over- U gekookt voedsel lange tijd kan inwerken en hardnekkige, moeilijk te verwijderen vlekken veroorzaakt. Gebruik hiervoor een mild reinigingsmiddel. Reinig eerst de bedieningsknoppen, branders en pandragers en U dan pas de RVS-vangschaal. Hiermee voorkomt u dat de RVS­vangschaal tijdens het reinigen opnieuw vuil wordt.
Hardnekkige vlekken op emaille (pandragers, branderdoppen)
Hardnekkige vlekken kunt u het beste verwijderen met een U vloeibaar reinigingsmiddel of een kunststof schuursponsje. Gebruik nooit schuurpoeders, schuurpads, scherpe voorwerpen of agressieve reinigingsmiddelen.
Hardnekkige vlekken op roestvaststaal (vangschalen)
Algemeen Algemeen
Sudder-, normaal- Wokbrander en sterkbrander
1
2
3
4
1. Branderkop
2. Branderkelk
3. Bougie
4. ermokoppel
1. Branderdeksel buiten
2. Branderkop buiten
3. Branderkop en deksel binnen
4. Branderring
5. Branderkelk
6. Bougie
7. ermokoppel
NL 10 NL 11
Met name overgekookte rode kool, rode bieten, ketjap, appelmoes, U rabarber en andere sterk suikerhoudende voedingsmiddelen
1
en zure vloeistoffen kunnen een verkleuring van het oppervlak veroorzaken. Wanneer u hardnekkige vlekken op roestvaststaal
2
wilt verwijderen kunt u het beste een speciaal roestvaststaal­reinigingsmiddel gebruiken. Poets dan wel altijd met de structuur
3
4
van het staal mee om glansplekken te voorkomen. (Schades die hierdoor ontstaan vallen niet onder de garantie!) Wanneer de vlekken met de hierboven beschreven methode niet U te verwijderen zijn kunt u de kookplaat reinigen met ATAG
5 6
7
Shine. Houd er echter rekening mee dat u de hele vangschaal moet behandelen om “kleur”verschil te voorkomen. U moet de vangschaal bovendien nabehandelen met een glans- of onderhoudsmiddel voor roestvaststaal. Het is overigens normaal dat het oppervlak gedurende de levenscyclus enigszins verkleurt.
Reinigen verwijderbare branderdelen
De verwijderbare branderdelen (inclusief wok) kunt u het beste U reinigen met een mild schoonmaakmiddel en een zachte doek. Bij hardnekkige vlekken kunt u de delen laten weken in een sopje. Gebruik nooit schuurpoeders, schuurpads, scherpe voorwerpen of U agressieve reinigingsmiddelen.
Messing wokbranderdelen
Enkele delen van de wokbrander zijn vervaardigd uit messing. Het U is normaal dat de kleur van het messing verandert als gevolg van de hoge temperaturen die tijdens het wokken ontstaan.
STORINGENONDERHOUD
Storingstabel
Storingstabel Algemeen
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw kookplaat betekent dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie op de website www.hps.nl.
Keradur® branderkelken
ATAG Shine
De branderkelken zijn voorzien van een unieke Keradur® toplaag. U De speciale vuilafstotende lak is voorzien van een keramische vulling die het schoonmaken vergemakkelijkt en de duurzaamheid van de branders sterk verbetert. De branderkelken kunt u het beste reinigen met een mild schoonmaakmiddel en een zachte doek.
Atag Nederland heeft een serie schoonmaakmiddelen samen- U gesteld onder de naam ATAG Shine. Deze zijn te verkrijgen via de website www.hps.nl. Hier vindt u ook diverse schoonmaak- en gebruikerstips.
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Het ruikt naar gas in de omgeving van het toestel.
Een brander ontsteekt niet. Stekker niet in stopcontact.
Er is een brander ingeschakeld, maar niet ontstoken.
De koppeling van een flessengastoestel is losgeschoten.
Zekering defect/zekering in meterkast uitgeschakeld.
Bougie vervuild/vochtig.
Branderdelen niet juist geplaatst.
Branderdelen vervuild/ vochtig.
Sluit de kraan en wacht enkele minuten met opnieuw ontsteken.
Zet de koppeling vast.
Steek de stekker in het stopcontact.
Monteer een nieuwe zekering of schakel de zekering weer in.
Reinig/droog de bougie.
Zet de branderdelen via de centreernokken in elkaar.
Reinig/droog de brander­delen. Let er hierbij op dat de uitstroomgaten open zijn.
Hoofdgaskraan gesloten.
Storing aan het gasnet.
Gasfles of -tank is leeg.
NL 12 NL 13
Open de hoofdgaskraan.
Informeer bij uw gasleverancier.
Sluit een nieuwe gasfles aan of laat de tank vullen.
STORINGEN INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Algemeen Storingstabel
SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
Een brander ontsteekt niet. Verkeerde soort gas gebruikt
(bij flessengastoepassing).
Bedieningsknop niet lang of
diep genoeg ingedrukt.
De brander brandt niet egaal. Branderdelen niet juist
geplaatst.
Branderdelen vervuild/
vochtig.
Verkeerde soort gas gebruikt
(bij flessengastoepassing).
De brander dooft na ontsteken.
Bedieningsknop niet lang
genoeg ingedrukt bij
beveiligde toestellen.
Controleer of het gebruikte gas geschikt is voor het toestel.
Houd de bedieningsknop lang genoeg en voldoende diep ingedrukt tussen vol- en kleinstand.
Zet de branderdelen via de centreernokken in elkaar.
Reinig/droog de branderdelen. Let er hierbij op dat de uitstroomgaten open zijn.
Controleer of het gebruikte gas geschikt is voor het toestel.
Houd de bedieningsknop minimaal 5 seconden ingedrukt.
Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten.
Let op
De gassoort en het land waarvoor het toestel is ingericht staan vermeld op het gegevensplaatje.
Dit is een klasse 3 toestel.
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale U voorschriften. Wij adviseren de kookplaat aan te sluiten met een vaste leiding. U Aansluiting door middel van een speciaal daarvoor bestemde veiligheidsslang is ook toegestaan. Achter een oven moet een volledig metalen slang worden gebruikt. U
Let op
Een veiligheidsslang mag niet worden geknikt en niet in aanraking U komen met bewegende delen van het keukenmeubel. In alle gevallen moet er voor het toestel een aansluitkraan geplaatst U worden op een makkelijk bereikbare plaats.
Voordat u het toestel in gebruik neemt moet u de aansluitingen U met zeepsop controleren op gasdichtheid.
Elektrische aansluiting
230 V - 50 Hz - 0,6 VA
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de nationale en U lokale voorschriften. Wandcontactdoos en stekker moeten te allen tijde bereikbaar U blijven. Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet u er voor zorgen U dat er een omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding wordt aangebracht.
Let op
Dit toestel moet altijd geaard zijn.
NL 14 NL 15
Inbouwen Inbouwen
Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden vervangen door de fabrikant, zijn serviceorganisatie of gelijkwaardig gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
INSTALLATIEVOORSCHRIFTINSTALLATIEVOORSCHRIFT
Bevestigingspunten montagebeugels
Kookplaat voorbereiden
Monteer de bijgeleverde knie op de gasaansluiting van het toestel.
1/2” ISO 228 (recht)
1/2” ISO 10226-1 (conisch)
Afdichtring
Alleen voor Frankrijk:
1/2” ISO 228 (recht)
1/2” ISO 228 (recht)
Afdichtring
Uitsparing in werkblad zagen
Zaag de uitsparing in het werkblad. Doe dit zeer nauwkeurig (zie U inbouwmaten). Als het werkblad van hout is, behandel dan de kopse kanten van U het werkblad met afdichtvernis, om uitzetten van het werkblad door vocht te voorkomen.
Draadgat schroef werkblad
Dunne werkbladen
Dikke werkbladen
NL 16 NL 17
INSTALLATIEVOORSCHRIFT INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Inbouwen Inbouwen
Inbouwmaten
min. 50
490
625
560
voorzijde
voorzijde
510
Benodigde vrije ruimte rondom
Een gaskookplaat ontwikkelt warmte. Laat voldoende ruimte vrij tot niet hittebestendige materialen. Let ook op bij materialen die kunnen verkleuren (zoals roestvaststaal).
45
min. 650 mm
min. 450 mm
min. 100 mm
De kookplaat mag naast slechts één verticale wand ingebouwd worden.
Let op
De onderzijde van de kookplaat wordt heet. Leg geen brandbare spullen in een lade wanneer deze direct onder de kookplaat is gemonteerd.
min. 600 mm
min. 100 mm
achterzijde
achterzijde
Toestel plaatsen en aansluitingen maken
Plaats het toestel in het werkblad en zet het vast met de U bijgeleverde montagebeugels en schroeven. Maak de gasaansluiting. U Controleer de aansluiting met zeepsop op gasdichtheid. U Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet. U
60
NL 18 NL 19
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Gastechnische gegevens
BIJLAGE
Afvoeren toestel en verpakking
G25/25
mbar
Brander­type
Sudder 1.00 1.00 0.90 0.90 / 65 0.79 / 57 0.90 / 65 1.00 / 72 0.88 / 63
Normaal 2.00 2.00 1.80 1.60 / 115 1.41 / 101 1.60 / 115 2.00 / 144 1.76 / 127
Sterk 3.00 3.00 2.70 2.30 / 166 2.02 / 146 2.30 / 166 2.70 / 194 2.38 / 171
Wok 4.50 4.50 4.50 3.50 / 252 3.08 / 222 3.50 / 252 4.00 / 288 3.52 / 253
(kW) (kW) (kW) (kW / g/h) (kW / g/h) (kW / g/h) (kW / g/h) (kW / g/h)
G20/20
mbar
G25/20
mbar
G30/29
mbar
G31/29
mbar
G31/37
mbar
G30/50
mbar
G31/50
mbar
Afvoeren toestel en verpakking
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
karton; U polyethyleenfolie (PE); U CFK- vrij polystyreen (PS- hardschuim). U
Deze materialen dient u op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen af te voeren.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht. Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het gewone huisvuil mag worden gevoegd. Het toestel moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat, zoals deze gaskookplaat, voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte verwerking ontstaat. Het zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat, teruggewonnen kunnen worden om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Technische gegevens
Op het gegevensplaatje aan de onderzijde van het toestel worden de totale aansluitwaarde, de vereiste spanning en de frequentie aangegeven.
NL 20 NL 21
NOTICE D’UTILISATION
Votre plaque de cuisson au gaz
Introduction 4 Description 5 Consignes de sécurité 6
Commande
Allumer et régler 7
Cuisiner confortablement
Utilisation optimale 8 - 9
Entretien
Généralités 10 - 11 - 12
Pannes
Tableau des pannes 13 - 14
Table des matières
Instructions d’installation
Généralités 15 Encastrement 16 - 17 - 18 - 19 Données pour le gaz 20
Pièce jointe
Que faire de l’emballage et de l’appareil usé 21
FR 3
Loading...
+ 29 hidden pages