Asus F50SL, PRO61Z, F50Z, X61GX, PRO61SL QUICK START GUIDE [nl]

...
Page 1
Notebook PC
Hardwaregebruiksaanwijzing
OFF
ON
EXPRESS
Du4249 / November 2008
Page 2
2
Inhoudsopgave
1. Kennismaken met de notebook
Over deze gebruiksaanwijzing.......................................................................... 6
Opmerkingen over deze handleiding .................................................................. 6
Veiligheidsmaatregelen ................................................................................ 7
Uw notebook voorbereiden........................................................................... 9
2. Kennismaken met de onderdelen
Bovenkant................................................................................................... 12
Onderkant ................................................................................................... 14
Linkerkant ................................................................................................... 16
Rechterkant ................................................................................................ 18
Achterkant .................................................................................................. 19
Voorkant ..................................................................................................... 21
3. Aan de Slag
Voedingssysteem ....................................................................................... 24
Wisselstroomvoeding gebruiken ....................................................................... 24
Batterijvoeding gebruiken ................................................................................. 25
Batterijonderhoud ............................................................................................. 26
De notebook INSCHAKELEN ........................................................................... 27
De zelftest bij inschakelen (Power-On Self Test, POST) .................................. 27
Het accu’vermogen controleren ........................................................................ 28
De accu opladen ............................................................................................... 28
Voedingsopties ................................................................................................. 29
Energiebeheerstanden ..................................................................................... 30
De slaapstand en Sluimerstand ........................................................................ 30
Beheer thermische energie ............................................................................... 30
Speciale toetsenbordfuncties ..................................................................... 31
Gekleurde sneltoetsen ...................................................................................... 31
Microsoft Windows-toetsen ............................................................................... 33
Uitgebreid toetsenbord ..................................................................................... 33
Schakelaars en statusindicatoren............................................................... 34
Schakelaars ...................................................................................................... 34
Schakelaars en statusindicatoren (Vervolg) ............................................... 35
Multimedia Control Keys (on selected models) ................................................ 37
Inhoudsopgave
Page 3
3
Inhoudsopgave (Vervolg)
4. De notebook gebruiken
Aanwijsapparaat ......................................................................................... 40
Het aanraakpad gebruiken ............................................................................... 40
Afbeeldingen gebruik aanraakpad .................................................................... 41
Onderhoud van het touchpad ........................................................................... 42
Touchpad automatisch uitschakelen (Synaptics) .............................................. 42
Opslagapparaten ........................................................................................ 43
ExpressCard ..................................................................................................... 43
Optisch station .................................................................................................. 44
Flashgeheugenkaartlezer ................................................................................. 46
Harde schijf ....................................................................................................... 47
Geheugen (RAM) .............................................................................................. 49
Aansluitingen .............................................................................................. 50
Netwerkverbinding ............................................................................................ 51
Draadloze LAN-verbinding (bij sommige modellen) ......................................... 52
Draadloze netwerkverbinding Windows ............................................................ 53
Draadloze Bluetooth-verbinding (op sommige modellen) ..........................................54
Bijlage
Optionele accessoires ............................................................................................ B-2
Optionele aansluitingen ..................................................................................... B-3
Installatie van Bluetooth-muis (optioneel) .......................................................... B-4
Besturingssysteem en software.............................................................................. B-6
Instellingen van BIOS ........................................................................................ B-7
Veelvoorkomende problemen en oplossingen ................................................. B-10
Softwareherstel Windows Vista ....................................................................... B-16
Woordenlijst .......................................................................................................... B-18
Bekendmakingen en veiligheidsverklaringen ....................................................... B-22
Informatie over de notebook ................................................................................. B-32
Inhoudsopgave
Page 4
4
Page 5
5
1. Kennismaken met de notebook
Over deze gebruiksaanwijzing Veiligheidsmaatregelen Voorzorgsmaatregelen voor vervoer Uw notebook voorbereiden
Foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
Er kunnen verschillen zijn tussen uw notebook en de afbeeldingen in deze handleiding. U kunt uw notebook beschouwen als de juiste voorstelling.
Page 6
6
Over deze gebruiksaanwijzing
U hebt nu de gebruiksaanwijzing van de notebook voor u. Deze gebruiksaanwijzing biedt informatie over de verschillende componenten van de notebook en het gebruik van deze componenten. Dit zijn de hoofdsecties van deze gebruiksaanwijzing:
1. Kennismaken met de notebook
Hier maakt u kennis met de notebook en deze gebruiksaanwijzing.
2. Kennismaken met de onderdelen
Biedt u informatie over de componenten van de notebook.
3. Aan de Slag
Maakt u wegwijs bij het eerste gebruik van de notebook.
4. De notebook gebruiken Biedt u informatie over het gebruik van de componenten van de notebook.
5. Bijlage Leert u de optionele accessoires kennen en biedt aanvullende informatie.
Opmerkingen over deze handleiding
Doorheen deze handleiding worden opmerkingen en waarschuwingen in vet lettertype aangegeven. Houd rekening met deze zaken om bepaalde taken veilig en volledig te voltooien. Het belang van deze opmerkingen is verschillend afhankelijk van het type, zoals hieronder beschreven:
OPMERKING: Tips en informatie voor speciale situaties.
TIP: Tips en nuttige informatie voor het voltooien van taken.
BELANGRIJK! Vitale informatie die moet worden opgevolgd om schade aan ge­gevens, onderdelen of personen te vermijden.
WAARSCHUWING! Belangrijke informatie die moet worden opgevolgd voor een
veilig gebruik.
Tekst die tussen < > of [ ] staat vertegenwoordigt een toets op het toetsenbord. U mag < > of [ ] en de ingesloten letters niet werkelijk typen.
< >
[ ]
1 Kennismaken met de notebook
Page 7
7
Kennismaken met de notebook 1
Veiligheidsmaatregelen
De volgende veiligheidsmaatregelen zullen de levensduur van de notebook verlengen. Volg alle voorzorgsmaatregelen en instructies. Laat elk onderhoud en elke reparatie over aan bevoegd personeel, tenzij anders beschreven in deze handleiding. Gebruik geen beschadigde voedingskabels, accessoires of andere randapparatuur. Gebruik geen krachtig oplosmiddelen zoals thinners, benzeen of andere chemische producten op of in de nabijheid van het oppervlak.
BELANGRIJK! Koppel de wisselstroomvoeding los en verwijder de batterijdoos/-
dozen voordat u het toestel reinigt. Veeg de notebook schoon met een propere cellulose doek of een zeemleer die met een oplossing van niet bijtend schoonmaakmiddel en enkele druppels warm water is bevochtigd en verwijder extra vocht met een droge doek.
NIET blootstellen aan of gebruiken in de nabijheid van vloeistof, regen of vocht. De modem NIET gebruiken tijdens een onweer.
NIET blootstellen aan vuil of stofrijke omgevingen. NIET gebruiken bij gaslekken.
VEILIGE TEMP: Deze notebook mag alleen worden gebruikt op plaatsen met een omgevingstemperatuur tussen 5°C (41°F) en 35°C (95°F).
Veiligheidswaarschuwing voor de batterij:
Gooi de batterij NIET in het vuur. Sluit de contacten NIET kort. Demonteer de batterij NIET.
NIET blootstellen aan krachtige magnetische of elektrische velden.
NIET op een oneffen of onstabiel werkoppervlak plaatsen. Neem contact op met de onderhoudsdienst als de behuizing beschadigd is.
Plaats GEEN objecten op de notebook, laat er niets op vallen en stop geen vreemde objecten in het apparaat.
Duw NIET op het beeldscherm of raak het niet aan. Niet installeren samen met andere kleine items die krassen kunnen maken of in de notebook kunnen vallen.
Zet de notebook NIET op schoot of een ander lichaamsdeel, want het kan ongemak of letsel veroorzaken door de warmte.
Draag of bedek een ingeschakelde notebook NIET met materiaal, zoals een draagtas, waardoor de luchtcirculatie verhinderd wordt.
INGANGS VERMOGEN: zie het vermogenslabel op de onderkant van de notebook en zorg ervoor dat de voedingsadapter overeenkomt met dit vermogen.
Gooi de notebook NIET bij het huisvuil. Dit product is ontworpen voor correct hergebruik van de onderdelen en voor recycling. Het symbool met de doorgestreepte afvalcontainer betekent dat het product (elektrische en elektronische apparatuur en kwikhoudende knoopcellen) niet bij het gemeentelijk huisvuil mag worden geworpen. Informeer naar de plaatselijke voorschriften voor het verwijderen van elektronica.
Gooi de batterij NIET bij het huisvuil. Het symbool met de doorgestreepte afvalcontainer betekent dat de batterij niet bij het huisvuil mag worden gegooid.
Page 8
8
Uw batterijen opladen
Als u wilt werken op batterijvermogen, moet u ervoor zorgen dat de batterijdoos volledig is opgeladen en dat u over extra optionele batterijdozen beschikt voordat u op een lange reis gaat. Onthoud dat de voedingsadapter de batterijdoos oplaadt zolang deze op de notebook en een wisselstroombron is aangesloten. Houd ermee rekening dat het opladen van de batterij veel langer duurt wanneer de notebook in gebruik is.
Voorzorgsmaatregelen voor vliegreizen
Neem contact op met uw luchtvaartmaatschappij als u de notebook op het vliegtuig wilt gebruiken. De meeste luchtvaartmaatschappijen leggen beperkingen op voor het gebruik van elektronische apparatuur.De meeste luchtvaartmaatschappijen zullen het gebruik van elektronische apparatuur alleen toestaan tijdens de vlucht en niet tijdens het opstijgen en de landing.
Voorzorgsmaatregelen voor vervoer
Om de notebook voor te bereiden voor transport, moet u het apparaat UITSCHAKELEN en alle externe randapparatuur loskoppelen om schade aan de aansluitingen te voorkomen. De kop van het harde schijfstation wordt ingetrokken wanneer de voeding wordt UITGESCHAKELD om krassen op het harde schijfoppervlak tijdens het transport te vermijden. U mag de notebook daarom niet vervoeren terwijl de voeding nog is INGESCHAKELD. Sluit het beeldschermpaneel en controleer of het veilig in de gesloten positie is vergrendeld om het toetsenbord en het beeldscherm te beschermen.
Bedek uw notebook
Koop een draagtas om de notebook te beschermen tegen vuil, water, schokken en krassen.
BELANGRIJK! het oppervlak van de notebook wordt snel dof als het niet goed behandeld wordt. Wrijf of kras niet over het oppervlak van de notebook.
BELANGRIJK! Er zijn drie hoofdtypes veiligheidsapparaten op de luchthaven:
Röntgenapparaten (worden gebruikt op items die op de transportbanden worden
geplaatst), magnetische detectors (worden gebruikt op mensen die door de veiligheidscontrole gaan) en magnetische staven (handbediende apparaten die op mensen of individuele items worden gebruikt). U kunt uw notebook en diskettes door de röntgenapparaten van de luchthaven laten passeren. Het is echter AF TE RADEN uw notebook of diskettes door de magnetische detectors op de luchthaven mee te nemen of uw apparatuur bloot te stellen aan de magnetische staven.
(1)
(Zie het einde van paragraaf 4 voor een denitie)
Modellen met 3G
(1)
: Produceren radiostraling en kunnen elektrische storingen
veroorzaken. Gebruik ze niet op een plaats waar dergelijke apparaten ontoelaatbaar zijn. Wees zorgvuldig bij het gebruik.
WAARSCHUWING! De 3G-functie moet uitgeschakeld worden op plaatsen met een explosieve atmosfeer, bijvoorbeeld bij benzinestations, opslagplaatsen van chemische stoffen en bij explosiewerkzaamheden.
1 Kennismaken met de notebook
Page 9
9
Uw notebook voorbereiden
Dit zijn enkele beknopte instructies voor het gebruik van uw notebook. Lees de pagina’s
verder in deze handleiding voor meer gedetailleerde informatie over het gebruik van uw notebook.
1. Installeer de batterij
2. Sluit de voedingsadapter aan
BELANGRIJK! Forceer het beeldschermpaneel niet omlaag op de tafel wanneer u het opent, anders kunnen de scharnieren breken!
Til de notebook nooit op bij het
beeldschermpaneel!
2
1
3
3. Open het beeldschermpaneel
4. Schakel de notebook IN
Met de hoofdschakelaar wordt de notebook IN- en UITgeschakeld of in de slaapstand of op Sluimerstand gezet. Het werkelijke gedrag van de hoofdschakelaar kan worden ingesteld via het Control Panel (Conguratiescherm van Windows) > Power Options (Energiebeheer) > System Settings (Systeeminstellingen).
HDMI
1
2
3
Kennismaken met de notebook 1
Page 10
10
Page 11
11
2. Kennismaken met de onderdelen
Overzicht van de notebook
Foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
Er kunnen verschillen zijn tussen uw notebook en de afbeeldingen in deze handleiding. U kunt uw notebook beschouwen als de juiste voorstelling.
Page 12
12
5
4
7
8
9
6
1 2 3
Bovenkant
Raadpleeg de onderstaande afbeelding om de onderdelen aan deze zijde van de notebook
te identiceren.
OPMERKING: het toetsenbord zal verschillen afhankelijk van de regio.
2 Kennismaken met de onderdelen
Page 13
13
Camera (op bepaalde modellen)
Met de ingebouwde camera kunt u foto’s maken of video’s opnemen. Deze camera
kan worden gebruikt bij videoconferenties en andere interactieve toepassingen.
1
Camera-indicator
De camera-indicator geeft aan wanneer de ingebouwde camera in gebruik is. De camera kan automatisch worden geactiveerd door ondersteunde software.
2
Microfoon (Ingebouwd)
De ingebouwde mono microfoon kan worden gebruikt voor videoconferenties, gesproken verhalen of eenvoudige geluidsopnamen.
3
Beeldschermpaneel
De functies van het beeldscherm zijn dezelfde als bij een desktopmonitor. De notebook maakt gebruik van een actief matrix TFT LCD-scherm dat een uitstekende beeldweergave biedt zoals bij desktopbeeldschermen. In tegenstelling
tot CRT-monitoren, produceert het LCD-scherm geen straling of ikkering zodat de
oogbelasting minder is. Gebruik een zachte doek zonder chemische vloeistoffen (gebruik indien nodig gewoon water) om het beeldschermpaneel te reinigen.
4
Statusindicatoren (boven)
Statusindicatoren geven de verschillende hardware- en softwarecondities aan. Ze worden beschreven in paragraaf 3.
5
Sneltoetsen
Sneltoetsen bieden u de mogelijkheid vaak gebruikte toepassingen op te starten met één druk op de knop. Details hierover worden beschreven in sectie 3.
6
Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar kunt u de notebook IN- en UITSCHAKELEN en in de slaapstand of op Sluimerstand zetten. Het gedrag van de hoofdschakelaar is
afhankelijk van de instelling in het Energiebeheer van het Conguratiescherm van
Windows.
7
Kennismaken met de onderdelen 2
8
Toetsenbord
Het toetsenbord is voorzien van toetsen op normale grootte met een comfortabele loopdiepte (diepte tot waar de toetsen kunnen worden ingedrukt) en een polssteun voor beide handen. Er zijn twee Windows –functietoetsen voorzien die de navigatie in het Windows –besturingssysteem helpen vergemakkelijken.
9
Touchpad en knoppen
Het touchpad met zijn knoppen is een aanwijsapparaat dat dezelfde functies biedt als een desktopmuis. Een scrollfunctie die door de software wordt bestuurd is beschikbaar nadat u het touchpad heb ingesteld voor een gemakkelijke Windows­of webnavigatie.
Page 14
14
Onderkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
1
2
3
4
WAARSCHUWING! De onderkant van de notebook kan zeer warm worden. Wees
voorzichtig wanneer het notebook hanteert terwijl deze in gebruik is of recent werd gebruikt. Hoge temperaturen zijn normaal tijdens het opladen of het gebruik. LEG
DE NOTEBOOK NIET OP UW SCHOOT OF ANDERE DELEN VAN HET LICHAAM OM LETSELS DOOR DE WARMTE TE VOORKOMEN.
OPMERKING: afhankelijk van het model kan het uiterlijk van de onderkant verschillen.
OPMERKING: de grootte van de batterij is afhankelijk van het model.
2 Kennismaken met de onderdelen
Page 15
15
Kennismaken met de onderdelen 2
Batterijvergrendeling - Handmatig
De handmatige batterijvergrendeling wordt gebruikt om de batterijdoos stevig te bevestigen. Schuif de handmatige vergrendeling naar de ontgrendelde positie om de batterijdoos te plaatsen of te verwijderen. Schuif de handmatige vergrendeling naar de vergrendelde positie nadat u de batterijdoos hebt geïnstalleerd.
1
Accu
De accu wordt automatisch opgeladen wanneer u de notebook aansluit op een wisselstroomvoedingsbron en biedt voeding aan de notebook wanneer deze niet op de wisselstroom is aangesloten. Hierdoor kunt u het apparaat verder gebruiken wanneer u zich tijdelijk verplaatst tussen locaties. De levensduur van
de accu varieert afhankelijk van het gebruik en volgens de specicaties voor
deze notebook. De accu kan niet gedemonteerd worden en moet als één eenheid worden aangeschaft.
2
Harde schijfcompartiment
De harde schijf is veilig ingesloten in een compartiment. Raadpleeg een bevoegd onderhoudscentrum of een verkoper voor informatie over het upgraden van de harde schijf van de notebook. Koop uitsluitend harde schijven bij bevoegde verkopers van deze notebook om zeker te zijn van de maximale compatibiliteit en betrouwbaarheid.
3
Geheugen (RAM)-compartiment
Het geheugencompartiment biedt uitbreidingsmogelijkheden voor extra geheugen. Het extra geheugen zal de prestaties van de toepassing verhogen door de harde schijftoegang te verlagen. De BIOS detecteert automatisch
de hoeveelheid geheugen in het systeem en congureert de CMOS
overeenkomstig tijdens het POST-proces (Power-On-Self-Test). Er is geen instelling van de hardware of software (inclusief de BIOS) vereist nadat het geheugen is geïnstalleerd. Neem contact op met een erkend onderhoudscentrum of verkoper voor informatie over de geheugenupgrade van uw notebook. Koop de uitbreidingmodules uitsluitend bij erkende verkopers van deze notebook zodat u zeker bent van een maximale compatibiliteit en betrouwbaarheid.
4
Page 16
16
Linkerkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
OFF ON
EXPRESS
1 2 3 4 6 75
2 Kennismaken met de onderdelen
LAN-poort
De RJ-45 8-pins LAN-poort is groter dan de RJ-11 modempoort en ondersteunt een standaard ethernetkabel voor aansluiting op een lokaal netwerk. De ingebouwde connector maakt handig gebruik mogelijk zonder extra adapters.
1
3
2.0
USB-poort (2.0/1.1)
De Universele Seriële Bus is compatibel met USB 2.0- of USB 1.1-apparaten
zoals toetsenborden, aanwijsapparaten, camera’s, harde schijven, printers en
scanners die serieel zijn aangesloten tot 12 Mbits/sec (USB 1.1) en 480Mbits/sec (USB 2.0). Met USB kunt u veel apparaten tegelijk op een enkele computer laten werken, waarbij sommige randapparaten werken als extra invoegtoepassing of hub. USB ondersteunt hot swapping (omschakelen) van apparaten zodat de meeste randapparaten kunnen worden aangesloten of losgekoppeld zonder dat de computer opnieuw moet worden opgestart.
4
Schakelaar draadloos
Schakelt het geïntegreerde draadloos LAN en Bluetooth in of uit (bepaalde modellen). Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de draadloze statusindicator Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de draadloze statusindicatorWanneer deze functie is ingeschakeld, licht de draadloze statusindicator op. De software-instellingen voor Windows zijn vereist v��r het gebruik. De software-instellingen voor Windows zijn vereist v��r het gebruik.De software-instellingen voor Windows zijn vereist v��r het gebruik.
2
Modempoort
De RJ-11 2-pins modempoort is kleiner dan de RJ-45 LAN-poort en ondersteunt een standaard telefoonkabel. De interne modem ondersteunt overdrachten van maximaal 56 K V.90. De ingebouwde connector maakt handig gebruik mogelijk zonder extra adapters.
BELANGRIJK! De geïntegreerde modem biedt geen ondersteuning voor de
spanning die in digitale telefoonsystemen wordt gebruikt. Sluit de modem niet aan op een digitaal telefoonsysteem, anders kan dit schade veroorzaken
aan de notebook.
Page 17
17
Kennismaken met de onderdelen 2
ExpressCard
De ExpressCard-sleuf heeft 26 pinnen en ondersteunt één ExpressCard/34mm of één ExpressCard/54mm. Deze nieuwe interface is sneller door het gebruik van een seriële bus die USB 2.0 en PCI Express ondersteunt in plaats van de tragere parallelle bus van de PC-kaartsleuf. (Niet compatibel met oudere PCMCIA-kaarten.)
De testuitbreidingskaart die bij de notebook wordt geleverd, kan werken als een geheugenkaarthouder (op bepaalde modellen) die de geleiders van uw
ashgeheugenkaart beschermt.
5
SPDIF-uitgang
Deze aansluiting maakt een verbinding met apparaten die voldoen aan SPDIF (Sony/Philips Digital Interface) voor digitale audio. U gebruikt dit om de notebook
te veranderen in een hi-installatie voor in huis.
Aansluiting hoofdtelefoonuitgang
De aansluiting voor de hoofdtelefoon (3,5mm) wordt gebruikt om het audio­uitgangssignaal van de notebook aan te sluiten op luidsprekers met versterkers of een hoofdtelefoon. Wanneer u deze aansluiting gebruikt, worden de ingebouwde luidsprekers automatisch uitgeschakeld.
Combo
6
Aansluiting microfooningang
De aansluiting voor de mono microfoon (3,5mm) kan worden gebruikt om een externe microfoon of het uitgangssignaal van geluidsapparatuur aan te sluiten. Wanneer u deze aansluiting gebruikt, wordt de ingebouwde microfoon automatisch uitgeschakeld. Gebruik deze functie voor videoconferenties, gesproken verhalen of eenvoudige geluidsopnamen.
7
Page 18
18
Rechterkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
1 2 3
2 Kennismaken met de onderdelen
Optisch station
De notebook wordt in diverse modellen met verschillende optische stations geleverd. Het optische station van de notebook kan compact discs (CD) en/of digitale videodiscs (DVD) ondersteunen en kan over capaciteiten beschikken voor het schrijven (R) of herschrijven (RW) van schijven. Raadpleeg de
marketingspecicaties voor details over elk model.
1
Elektronische uitwerpknop optisch station
Het optische station is voorzien van een elektronische uitwerpknop voor het openen van de lade. U kunt de lade van de optische schijf openen via een willekeurige softwarespeler of door met de rechterknop op het optische station te klikken in de map "Computer" van Windows en Eject (Uitwerpen) te selecteren. Dit uitwerpen werkt ook als de activiteitsindicator van het optische station. Het toont wanneer er gegevens worden gelezen door het optische station. De sterkte van de indicator geeft aan hoe veel gegevens er gelezen worden.
2
Nooduitwerpopening optisch station (locatie is van het model afhankelijk)
De nooduitwerpopening wordt gebruikt om de lade van het optische station uit te werpen als het elektronisch uitwerpen niet werkt. Gebruik de nooduitwerpopening niet in de plaats van het elektronisch uitwerpen.
3
Page 19
19
Achterkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
HDMI
1 2 43 5 6
Kennismaken met de onderdelen 2
1
Kensington® Lock-poort
Dankzij de Kensington® lock-poort kan de notebook worden beveiligd door middel van Kensington®-compatibele beveiligingsproducten van. De beveiligingsproducten omvatten een metalen kabel en een slot die voorkomen dat de notebook van een vast object wordt verwijderd. Sommige beveiligingsproducten kunnen ook een bewegingsdetector bevatten die een alarmsignaal weergeven wanneer de notebook wordt verplaatst.
3
Ventilatieopeningen
Dankzij de ventilatieopeningen kan er koele lucht in en warme lucht uit de notebook stromen.
BELANGRIJK! Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd
worden door papier, boeken, kleding, kabels of andere objecten, anders
kan de notebook oververhitten.
2
Gelijkstroomingang (DC)
De meegeleverde voedingsadapter converteert wisselstroom naar gelijkstroom voor gebruik met deze aansluiting. De voeding die via deze aansluiting wordt geleverd, biedt stroom aan de notebook en laadt de interne accu op. Gebruik altijd de meegeleverde voedingsadapter om schade aan de notebook en de accu te voorkomen. LET OP: KAN TIJDENS GEBRUIK WARM TOT HEET WORDEN.
DENK ERAAN DAT U DE VOEDINGSADAPTER NIET AFDEKT EN UIT DE BUURT VAN UW LICHAAM HOUDT.
4
2.0
USB-poort (2.0/1.1)
De Universele Seriële Bus is compatibel met USB 2.0- of USB 1.1-apparaten
zoals toetsenborden, aanwijsapparaten, camera’s, harde schijven, printers en
scanners die serieel zijn aangesloten tot 12 Mbits/sec (USB 1.1) en 480Mbits/sec (USB 2.0). Met USB kunt u veel apparaten tegelijk op een enkele computer laten werken, waarbij sommige randapparaten werken als extra invoegtoepassing of hub. USB ondersteunt hot swapping (omschakelen) van apparaten zodat de meeste randapparaten kunnen worden aangesloten of losgekoppeld zonder dat de computer opnieuw moet worden opgestart.
Page 20
20
2 Kennismaken met de onderdelen
5
HDMI-poort
(op specieke modellen)
HDMI (Hoge denitie multimedia-interface�Hoge denitie multimedia-interface�) is een niet gecomprimeerde, volledig digitale audio/video-interface tussen elke audio/videobron, zoals een set-top box, dvd-speler of een A/V-ontvanger en een audio- en/of videomonitor zoals een digitale televisie (DTV). Ondersteunt standaard verbeterde of Ondersteunt standaard verbeterde ofOndersteunt standaard verbeterde of hoge denitie video en meerkanaals digitale audio op één kabel. Deze poort Deze poortDeze poort verzendt alle ATSC HDTV-standaarden en ondersteunt 8-kanaals digitale audio met overschot aan bandbreedte om toekomstige verbeteringen of vereisten te ondersteunen.
HDMI
Beeldscherm (monitor)-uitgang
De 15-pins D-sub monitorpoort ondersteunt een standaard VGA-compatibel apparaat zoals een monitor of een projector voor weergave op een groter extern beeldscherm.
6
Page 21
21
Voorkant
Zie de afbeelding hieronder voor de onderdelen aan deze kant van de notebook.
1 12
Kennismaken met de onderdelen 2
Audioluidsprekers
Dankzij het ingebouwde luidsprekersysteem hoort u audio zonder dat een uitbreiding nodig is. Het multimediageluidssysteem bevat een geïntegreerde digitale audiocontroller die een rijk, levendig geluid produceert. Dat wordt nog beter met een externe hoofdtelefoon of luidspreker. De audio staat onder software besturing.
1
Sleuf Flashgeheugen
Normaliter moet een externe geheugenkaartlezer apart worden aangeschaft om geheugenkaarten te gebruiken zoals van een digitale camera, mp3-speler, mobiele telefoon of PDA. Deze notebook heeft een ingebouwde kaartlezer met hoge snelheid waarmee u gemakkelijk kunt lezen van en schrijven naar verschillende
ashgeheugenkaarten, zoals verder in deze handleiding is beschreven.
2
Page 22
22
Page 23
23
3. Aan de Slag
Wisselstroomvoeding gebruiken Batterijvoeding gebruiken De notebook INSCHAKELEN
Het batterijvermogen controleren
Voedingsopties Energiebeheerstanden
Speciale toetsenbordfuncties Schakelaars en statusindicatoren
OPMERKING: foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
Er kunnen verschillen zijn tussen uw notebook en de afbeeldingen in deze handleiding. U kunt uw notebook beschouwen als de juiste voorstelling.
Page 24
24
BELANGRIJK! De notebook kan beschadigd worden als u een andere adapter gebruikt om de notebook in te schakelen of als u de adapter van de notebook gebruikt om voeding te leveren aan andere elektrische apparaten. Als er rook, een brandgeur of extreme hitte uit de wisselstroom/gelijkstroomadapter komt, neem dan contact op
met een reparatiedienst. Raadpleeg altijd een reparatiedienst als u vermoedt dat de
wisselstroom/gelijkstroomadapter defect is. U kunt uw batterijdoos en de notebook beschadigen als u een defecte wisselstroom/gelijkstroomadapter gebruikt.
OPMERKING: Deze notebook kan, afhankelijk van de regio, met een stekker met twee of met drie polen worden geleverd. Als een stekker met drie polen is geleverd, moet u een geaard wisselstroomstopcontact of een correct geaarde adapter gebruiken om
een veilige werking van de notebook te garanderen.
WAARSCHUWING! DE VOEDINGSADAPTER KAN TIJDENS GEBRUIK WARM TOT HEET WORDEN. DENK ERAAN DAT U DE ADAPTER NIET AFDEKT EN UIT DE BUURT VAN UW LICHAAM HOUDT.
TIP: U kunt reissets voor de notebook kopen die voedings- en modemadapters voor bijna elk land bevatten.
HDMI
1
2
3
Voedingssysteem
Wisselstroomvoeding gebruiken
De voeding van de notebook bestaat uit twee delen: de voedingsadapter en de batterijvoeding. De voedingsadapter converteert de wisselstroomvoeding van een wandcontactdoos naar de gelijkstroom die vereist is voor de notebook. Uw notebook wordt geleverd met een universele wisselstroom/gelijkstroomadapter. Dit betekent dat u de voedingskabel kunt aansluiten op elk 100V-120V stopcontact en elk 220V-240V stopcontact zonder dat u schakelaars hoeft in te stellen of stroomomvormers te gebruiken. Verschillende landen kunnen een adapter vereisen die moet worden gebruikt om de meegeleverde VS-standaard wisselstroomkabel aan te sluiten op een andere standaard. De meeste hotels voorzien universele stekkers om de verschillende voedingskabels en stroomspanningen te ondersteunen. We raden u aan een ervaren reiziger te raadplegen over de wisselstroomspanningen wanneer u voedingsadapters wilt meenemen naar een ander land.
Neem de stekker uit het stopcontact of schakel het stopcontact uit om het energieverbruik te verminderen als de notebook niet in gebruik is.
WAARSCHUWING! Sluit het netsnoer NIET aan op het stopcontact voordat u de
gelijkspanningsstekker in de notebook hebt gestoken. U zou er het
voedingsapparaat mee kunnen beschadigen.
3 Aan de Slag
Page 25
25
BELANGRIJK! Probeer nooit de batterijdoos te verwijderen terwijl de notebook is INGESCHAKELD aangezien dit kan resulteren in het verlies van uw werkgegevens.
BELANGRIJK! Gebruik uitsluitend batterijdozen en voedingsadapter die met deze
notebook zijn geleverd of speciek zijn goedgekeurd door de fabrikant of de verkoper voor gebruik met dit middel, anders kan uw notebook beschadigd worden.
2
1
3
2
1
De batterijdoos monteren:
De batterijdoos verwijderen:
Batterijvoeding gebruiken
De notebook is ontwikkeld voor gebruik met een verwisselbare batterijdoos. De batterijdoos bestaat uit een set batterijcellen die samen in één behuizing zijn ondergebracht. Een volledig opgeladen batterij biedt meerdere uren batterijgebruik. Deze duur kan verder worden uitgebreid door de energiebeheerfuncties te gebruiken via de BIOS-instelling. Extra batterijdozen zijn optioneel en kunnen afzonderlijk worden aangeschaft bij een verkoper van notebooks.
De batterijdoos installeren en verwijderen
De batterijdoos van de notebook kan al dan niet zijn geïnstalleerd bij de levering. Als de batterijdoos nog niet is geïnstalleerd in uw notebook, gaat u als volgt te werk om deze te installeren.
Controleer of het treklipje van de batterijdoos niet geblokkeerd is wanneer u de batterijdoos installeert, anders kunt u problemen ondervinden wanneer u de batterijdoos wilt verwijderen.
Aan de Slag 3
Page 26
26
Batterijonderhoud
De batterijdoos van de notebook kan, net als alle andere oplaadbare batterijen, slechts een beperkt aantal maal opnieuw worden opgeladen. Als de batterij elke dag eenmaal volledig wordt opgebruikt en opnieuw opgeladen, zal deze een levensduur hebben van minstens één jaar. De levensduur van de batterijdoos is afhankelijk van de omgevingstemperatuur, de vochtigheid en het gebruik van de notebook. Een ideale situatie is dat de batterij wordt gebruikt in een temperatuurbereik tussen 5°C en 35°C (41°F en 95°F). U moet er ook rekening mee houden dat de interne temperatuur van de notebook hoger is dan de externe temperatuur. Elke temperatuur boven of onder dit bereik zal de levensduur van de batterij korter maken. De gebruiksduur van de batterijdoos zal echter altijd afnemen na verloop van tijd. Daarna zult u een nieuwe batterijdoos moeten aanschaffen bij een erkende verkoper van notebooks. Omdat batterijen ook een opslaglevensduur hebben, is het niet aanbevolen voorraad op te slaan van extra batterijen.
WAARSCHUWING! Om veiligheidsredenen mag de batterij NIET in het vuur
worden gegooid, mogen de contacten NIET worden kortgesloten en mag de
batterij NIET worden gedemonteerd. Werkt de batterij niet goed meer, zet dan
de notebook UIT en neem contact op met een bevoegd reparatiecentrum.
3 Aan de Slag
Page 27
27
De notebook INSCHAKELEN
Wanneer u de notebook INSCHAKELT verschijnt het bericht voor het INSCHAKELEN op het scherm. Indien nodig, kunt u de helderheid met behulp van de sneltoetsen aanpassen. Als u
de BIOS-instelling moet uitvoeren om de systeemconguratie in te stellen of te wijzigen, drukt
u tijdens het opstarten op [F2] om de BIOS Setup te openen. Als u tijdens de weergave van het splash-scherm op de toets [Tab] drukt, kunt u de standaard opstartinformatie zoals de BIOS-versie, weergeven. Druk op [ESC] en een opstartmenu met de selecties van de beschikbare stations waarvan kan worden opgestart, wordt weergegeven.
De zelftest bij inschakelen (Power-On Self Test, POST)
Wanneer u de notebook INSCHAKELT, worden eerst een reeks softwarematig bestuurde diagnostische tests uitgevoerd. Dit proces wordt POST (Power-On Self Test) genoemd. De software die de POST bestuurd wordt geïnstalleerd als een permanent onderdeel van de
architectuur van de notebook. De POST bevat een record van de hardwareconguratie van de
notebook. Deze record wordt gebruikt om een diagnostische controle van het systeem uit te voeren. Deze record wordt gemaakt door gebruik te maken van het programma BIOS Setup. Als de POST een verschil tussen de record en de bestaande hardware ontdekt, wordt een
bericht weergegeven op het scherm met de vraag het conict op te lossen door BIOS Setup uit
te voeren. In de meest gevallen zou deze record correct moeten zijn op het ogenblik dat u de notebook ontvangt. Wanneer de test voltooid is, kunt u een bericht krijgen met de melding “Geen besturingssysteem gevonden”. Dit kan zich voordoen als er vooraf geen besturingssysteem werd geïnstalleerd op de harde schijf. Dit geeft aan dat de harde schijf correct is gedetecteerd en klaar is voor de installatie van een nieuw besturingssysteem.
Technologie voor zelfcontrole en rapportering
S.M.A.R.T. (Self Monitoring and Reporting Technology = zelfbewakende en rapporteringstechnologie) controleer het harde schijfstation tijdens de POST en toont een waarschuwingsbericht als de harde schijf onderhoud of reparatie nodig heeft. Als een kritieke waarschuwing over de harde schijf wordt weergegeven tijdens het opstarten, maak dan onmiddellijk een back-up en voer de schijfcontrole van Windows uit. Om het schijfcontroleprogramma van Windows uit te voeren, doet u het volgende: Klik op Start (Starten) > selecteer Computer > klik met de rechtermuisknop op het pictogram van een harde schijf > kies Properties (Eigenschappen) > klik op het tabblad Tools (Extra) > klik op Check Now (Nu controleren) > klik op Start (Starten). U kunt ook “Sectoren scannen” selecteren voor een effectievere scan en reparatie, maar dat proces is veel trager.
OPMERKING: Vóór het opstarten zal het beeldschermpaneel knipperen wanneer de
voeding is INGESCHAKELD. Dit maakt deel uit van de testroutine van de notebook
en wijst niet op een probleem met het beeldscherm.
BELANGRIJK! Om de harde schijf te beschermen moet u altijd minstens 5 seconden wachten nadat u uw notebook hebt UITGESCHAKELD voordat u het
apparaat opnieuw INSCHAKELT.
WAARSCHUWING! Draag of bedek een ingeschakelde notebook NIET met materiaal, zoals een draagtas, waardoor de luchtcirculatie verhinderd wordt.
BELANGRIJK! Als er nog steeds waarschuwingen verschijnen tijdens het opstarten, nadat u het hulpprogramma voor de schijfcontrole hebt uitgevoerd, moet u uw notebook terugbrengen voor reparatie. Als u de notebook toch verder blijft gebruiken,
kan dit resulteren in gegevensverlies.
Aan de Slag 3
Page 28
28
U ziet een waarschuwing als het accu’svermogen
laag is. Negeert u deze
waarschuwingen, dan zal
de notebook uiteindelijk
uitschakelen.
WAARSCHUWING! Stand-by naar RAM (Suspend-to-RAM, STR) duurt niet lang als de batterij leeg is. Stand-by naar schijf (Suspend-to-Disk,STD) is niet hetzelfde als voeding
UITSCHAKELEN. STD vereist een kleine hoeveelheid stroom en zal mislukken als er
geen stroom beschikbaar is door het feit dat de accu volledig leeg is of dat er geen voeding is (bijv. door zowel de stroomadapter als de accu te verwijderen).
De onderstaande
schermafbeeldingen zijn slechts voorbeelden die wellicht verschillen van wat u in uw systeem ziet.
Het accu’vermogen controleren
Het accu’ssysteem implementeert de Smart Battery-standaard onder de Windows­omgeving, waarmee de accu’s nauwkeurig het resterende vermogenspercentage in de batterij nauwgezet weergeeft. Een volledig opgeladen accu’s levert enkele uren
werkvermogen voor de notebook. Het werkelijke cijfer kan achter variëren afhankelijk van de manier waarop u de energiebesparingsfuncties gebruikt, uw algemene werkgewoonten, de CPU, de grootte van het systeemgeheugen en de grootte van het LCDpaneel.
WAARSCHUWING! Laat de accu niet ontladen achter. Op de duur zal deze zijn lading verliezen. Als u de accu niet gebruikt, moet u deze eens in de drie maanden opladen om de levensduur te verlengen. Doet u dat niet, dan zult u de accu in de
toekomst niet meer kunnen opladen.
Het opladen van de accu wordt gestopt als de temperatuur of de accuspanning te
hoog is.
De accu opladen
U moet de accu opladen voordat u uw notebook onderweg kunt gebruiken. Zodra de notebook op een externe voedingsbron is aangesloten via de stroomadapter, wordt het opladen van de accu gestart. Laat de accu volledig opladen voordat u deze voor de eerste maal gebruikt. Een nieuwe accu moet volledig worden opgeladen voordat u de notebook loskoppelt van de externe voeding. Het volledig opladen van de accu duur enkele uren wanneer de notebook is UITGESCHAKELD en kan tweemaal zo lang duren wanneer de notebook is INGESCHAKELD. Het laadlampje van de batterij wordt UITGESCHAKELD wanneer de accu is opgeladen.
De batterij begint op te laden wanneer het resterende batterijvermogen 95% is gedaald. Dit verhindert dat de batterij vaak wordt opgeladen. Het minimaliseren van
het aantal oplaadcycli helpt de levensduur van de batterij te verlengen.
3 Aan de Slag
Beweeg de cursor over het batterijpictogram zonder stroomadapter.
Beweeg de cursor over het batterijpictogram met stroomadapter.
Klik met de rechtermuisknop op het batterijpictogram.
Klik met de linkermuisknop op het batterijpictogram.
Page 29
29
BELANGRIJK! Om de harde schijf te beschermen moet u altijd minstens 5 seconden wachten nadat u uw notebook hebt UITGESCHAKELD voordat u het
apparaat opnieuw INSCHAKELT.
BELANGRIJK! Gebruik de
nooduitschakeling niet terwijl gegevens worden geschreven aangezien dit kan resulteren in verlies of vernietiging van
uw gegevens.
Nooduitschakeling
Als uw besturingssysteem niet correct kan worden UITGESCHAKELD of niet opnieuw kan worden opgestart, zijn er twee andere manieren om uw notebook uit te schakelen:
Voedingsopties
Met de hoofdschakelaar kunt u de notebook AAN- en UITZETTEN en de notebook in de slaapstand of op Sluimerstand zetten. Het werkelijke gedrag van deze schakelaar kunt u
instellen in de opties voor “Energiebeheer” in het Conguratiescherm van Windows.
Voor andere opties “Andere gebruiker, Opnieuw opstarten, Slaapstand of Afsluiten” klikt u op het pijltje naast het slotpictogram.
Hardwarematig of softwarematig opnieuw opstarten
Nadat u wijzigingen hebt aangebracht aan uw besturingssysteem, kunt u worden gevraagd het systeem opnieuw op te starten. Sommige installatieprocessen zullen een dialoogvenster weergeven dat kan worden gebruikt om opnieuw op te starten. Om het systeem handmatig te opnieuw opstarten, kiest u Restart (Opnieuw opstarten).
De voedingsknop gedurende 4 seconden ingedrukt houden.
Aan de Slag 3
Page 30
30
Beheer thermische energie
Er zijn drie methoden voor energiebeheer om de thermische status van de notebook te beheren.
Dit energiebeheer kan niet door de gebruiker worden gedenieerd en moet bekend zijn in het
geval de notebook naar een van deze statussen gaat. De volgende temperaturen staan voor de temperatuur van de behuizing (niet van de CPU).
• De ventilator wordt INGESCHAKELD voor een actieve koeling wanneer de temperatuur de hoogste veiligheidslimiet bereikt.
• De CPU-snelheid neemt af voor passieve koeling wanneer de temperatuur de hoogste veiligheidslimiet overschrijdt.
• Het systeem wordt uitgeschakeld voor kritieke koeling wanneer de temperatuur de maximale hoogste veiligheidslimiet overschrijdt.
De slaapstand en Sluimerstand
De instellingen voor het energiebeheer vindt u in Windows > Control Panel (Configuratiescherm) > Power Options (Energiebeheer). Onder System Settings (Systeeminstellingen) vindt u “Slaapstand/Sluimerstand” of “Afsluiten” voor het afsluiten van het beeldscherm of het indrukken van de hoofdschakelaar. “S laapstand” en “Sluime rstand” bespar en ener gie als de notebook niet in gebruik is doordat sommige onderdelen worden uitgeschakeld. Wanneer u uw werk hervat, zal uw laatste status (zoals een document dat halverwege omlaag werd gescrolld of een e-mail die half is ingevoerd) opnieuw verschijnen alsof u het scherm nooit hebt verlaten. “Afsluiten” zal alle toepassingen sluiten en u vragen of u uw werk wilt opslaan als dat nog niet gebeurd is.
Sluimerstand” is hetzelfde als Stand-by naar schijf (STD) en slaat uw huidige gegevens en status op naar de harde schijf. Hierdoor hoeft het RAM-geheugen niet periodiek worden vernieuwd en wordt het energieverbruik aanzienlijk verlaagd, maar niet volledig uitgeschakeld omdat bepaalde activeringselementen zoals LAN, voeding moeten blijven krijgen. “Sluimerstand” bespaart meer energie in vergelijk met “Slaapstand”. Klik op Start (Starten) en op het pijltje naast het slotpictogram om deze optie te zien.
U herstelt door de hoofdschakelaar in te drukken.
(OPMERKING: de voedingsindicator is UIT in deze modus.)
Slaapstand” s hetzelfde als Stand-by naar RAM (STR). Deze functie slaat uw huidige gegevens en status op in het RAM­geheugen terwijl meerdere onderdelen zijn UITGESCHAKELD. Omdat RAM een vluchtig geheugen is, is er voeding nodig om de gegevens te behouden (vernieuwen). Klik op Start (Starten) en op het pijltje naast het slotpictogram om deze optie te zien. U kunt ook de sneltoets [Fn F1] gebruiken om deze modus te activeren. U herstelt met een willekeurige toets behalve [Fn]. (OPMERKING: de voedingsindicator knippert in deze stand.)
Energiebeheerstanden
De notebook heeft een aantal automatische of aanpasbare energiebesparingsfuncties waarmee u de maximale levensduur van de batterij kunt benutten en de totale eigendomskosten (TCO) kunt verlagen. Sommige van deze functies kunnen via het menu Power in de BIOS Setup worden beheerd. De instellingen voor het ACPI-energiebeheer kunnen via het besturingssysteem worden aangepast. De functies voor het energiebeheer zijn ontwikkeld om zoveel mogelijk stroom te besparen door de componenten zo vaak mogelijk in een lage verbruiksstand te plaatsen maar op aanvraag de volledige werking toe te staan.
3 Aan de Slag
Page 31
31
Speciale toetsenbordfuncties
Gekleurde sneltoetsen
Hieronder vindt u de omschrijving van de gekleurde sneltoetsen op het toetsenbord van de notebook. De gekleurde opdrachttoetsen zijn alleen toegankelijk door de functietoets ingedrukt te houden terwijl u op een toets met een gekleurde opdracht drukt.
OPMERKING: De locaties van de sneltoetsen op de functietoetsen kunnen variëren afhankelijk van het model, maar de functies moeten dezelfde blijven. Volg de pictogrammen in de plaats van de functietoetsen.
Pictogram “Zz” (F1): Plaatst de notebook in stand-by (Opslaan-naar-RAM of
Opslaan-naar-schijf afhankelijk van de instelling van de slaapstandknop in de instelling van het energiebeheer).
Pictogram zonsondergang (F5):
Verlaagt de helderheid van het beeldscherm
Pictogram zonsopgang (F6):
Verhoogt de helderheid van het beeldscherm
LCD-pictogram (F7): Schakelt het beeldschermpaneel AAN en UIT. (Bij sommige modellen wordt het venster uitgerekt zodat het hele scherm wordt gebruikt als er een lage resolutie is ingesteld.)
Pictogrammen LCD/Monitor (F8): Schakelt tussen het LCD­scherm van de notebook en een externe monitor in deze volgorde: LCD notebook -> Externe monitor -> Beide. (Deze functie werkt niet in 256 kleuren. Selecteer hoge kleuren in de instellingen voor de beeldschermeigenschappen.) OPMERKING: vóór het opstarten is
een verbinding met een externe monitor nodig.
Radiotoren (F2): Alleen draadloze modellen: Schakelt het interne draadloze LAN of de Bluetooth (op geselecteerde modellen) AAN of UIT met een OSD-scherm. Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de overeenkomstige draadloze indicator op. De software-instellingen van Windows zijn nodig om het draadloos LAN of Bluetooth te gebruiken.
Pictogram Luidspreker luider (F12):
Verhoogt het luidsprekervolume (alleen bij Windows besturingssystemen)
Pictogram Luidspreker stiller (F11):
Verlaagt het luidsprekervolume (alleen bij Windows besturingssystemen)
Luidsprekerpictogrammen (F10):
Schakelt de luidsprekers AAN en UIT (alleen bij Windows besturingssystemen)
Aan de Slag 3
Page 32
32
Gekleurde sneltoetsen (Vervolg)
Fn+C: Schakelt de functie “Splendid Video
Intelligent Technology” IN en UIT. Hiermee kunt u schakelen tussen de verschillende kleurverbeteringsstanden van het beeldscherm om het contrast, de helderheid, de tint van de skin en de kleurverzadiging voor rood, groen en blauw onafhankelijk aan te passen. U ziet de huidige modus in het OSD (on-screen display).
Power4Gear eXtreme (Fn+Spatiebalk): met deze toets schakelt u tussen de verschillende standen voor energiebesparing. Dit heeft invloed op veel aspecten van de notebook waar het gaat om het beste compromis tussen prestaties en levensduur van de batterij. Door het voedingsadapater aan te sluiten of te verwijderen, schakelt het systeem automatisch tussen wisselstroom- en batterijvoeding. U ziet de huidige modus in het OSD (on-screen display).
Fn+V: schakelt naar de softwaretoepassing “ASUS Life Frame”
Scr Lk (Num Lk):Schakelt de “Scroll Lock” AAN en UIT. Hiermee kunt u een groter gedeelte van het toetsenbord gebruiken voor het navigeren door de verschillende cellen.
Fn+A: schakelt de lichtsensor AAN of UIT.
Fn+Enter (uitgebreid toetsenbord): Schakelt naar "Calculator"
(Rekenmachine).
3 Aan de Slag
Page 33
33
Microsoft Windows-toetsen
Het toetsenbord bevat twee speciale Windows-toetsen, zoals hieronder beschreven.
De toets met het Windows-logo activeert het menu Start dat zich onderaan links op het bureaublad van Windows bevindt.
De andere toets die eruitziet als een Windows-menu met een kleine cursor, activeert het menu Eigenschappen en heeft hetzelfde effect als het klikken met de rechtermuisknop op een Windows-object.
Uitgebreid toetsenbord
Een uitgebreid toetsenbord is beschikbaar op sommige modellen. Het uitgebreide toetsenbord heeft een apart numeriek toetsenbordje om gemakkelijk getallen te kunnen invoeren. Druk op [Num Lk / Scr Lk] om het toetsenbordje te kunnen gebruiken voor cijfers of voor pijltjes. De pijltjes dienen voor navigatie tussen velden of cellen, zoals in een spreadsheet of tabel.
Aan de Slag 3
Page 34
34
Schakelaars
Schakelaars en statusindicatoren
Power4Gear eXtreme Key
Met deze toets schakelt u tussen de verschillende standen voor energiebesparing. Dit heeft invloed op veel aspecten van de notebook waar het gaat om het beste compromis tussen prestaties en levensduur van de batterij. Door het voedingsadapater aan te sluiten of te verwijderen, schakelt het systeem automatisch tussen wisselstroom- en batterijvoeding. De geselecteerde modus wordt op het scherm getoond.
Blokkeertoets van aanraakvlak
Door op deze knop te drukken wordt het ingebouwde aanraakvlak geblokkeerd (uitgeschakeld). Hierdoor kunt u niet onbedoeld de aanwijzer verplaatsen tijdens het typen. U doet dit bij voorkeur in combinatie met een externe muis (aanwijsapparaat). Om het aanraakvlak weer de deblokkeren (in te schakelen) drukt u opnieuw op deze knop.
3 Aan de Slag
Hoofdschakelaar
Met de hoofdschakelaar kunt u de notebook IN- en UITSCHAKELEN en in de slaapstand of op Sluimerstand zetten. Het gedrag van de hoofdschakelaar is
afhankelijk van de instelling in het Energiebeheer van het Conguratiescherm van
Windows.
Express Gate Key
Wanneer u op deze knop drukt, wordt Express Gate gestart wanneer de notebook is uitgeschakeld. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Express Gate voor details.
Knop Internet starten
Wanneer u op deze knop drukt wordt uw internetbrowser opgestart terwijl Windows actief is.
Page 35
35
Voorzijde
Schakelaars en statusindicatoren (Vervolg)
Indicator batterijvermogen
De indicator voor het batterijvermogen is een LED dat de status van het batterijvermogen als volgt weergeeft:
AAN: De batterij van de notebook wordt opgeladen terwijl de wisselstroom is
aangesloten.
Uit: De batterij van de notebook is opgeladen of volledig leeg.
Knipperend: Het batterijvermogen is minder dan 10% en de wisselstroom is niet
aangesloten.
Slaapindicator
De slaapindicator knippert als de notebook in de stand Suspend-to-RAM (slaapstand naar RAM) staat. De indicator is UIT als de notebook is uitgeschakeld of in de stand Suspend-to-Disk (sluimerstand naar schijf) staat.
Voedingsindicator
De voedingsindicator licht op wanneer de notebook wordt INGESCHAKELD en knippert langzaam wanneer de notebook in de “Suspend-to-Ram”-modus (Slaapmodus) is. Deze indicator is UIT wanneer de notebook is UITGESCHAKELD of in de modus Suspend-to-disk (stand-bymodus) is.
Bluetooth-indicator
Deze indicator is alleen van toepassing voor modellen met interne Bluetooth (BT). De indicator zal oplichten om aan te geven dat de geïntegreerde Bluetooth­functie (BT) van de notebook is geactiveerd.
Aan de Slag 3
Page 36
36
Caps-Lock-indicator
Wanneer deze indicator is opgelicht, geeft dit aan dat de hoofdlettervergrendeling [Caps Lock] geactiveerd is. Met de hoofdlettervergrendeling kunnen sommige letters op het toetsenbord in hoofdletters worden getypt (bijv. A, B, C). Wanneer de indicator van de hoofdlettervergrendeling UIT is, zullen de getypte letters in kleine letters worden weergegeven (bijv. a, b, c).
Num-Lock-indicator
Wanneer deze indicator is opgelicht, geeft dit aan dat de cijfervergrendeling [Num Lk] geactiveerd is. Met de cijfervergrendeling kunnen bepaalde letters op het toetsenbord worden gebruikt als cijfertoetsen zodat het invoeren van numerieke gegevens gemakkelijker verloopt.
Statusindicatoren (Vervolg)
Bovenkant
Schakelaars en statusindicatoren (
Vervolg
)
3 Aan de Slag
Indicator schijfactiviteit
Geeft aan dat de notebook toegang heeft tot een of meer opslagapparaten, zoals de harde schijf. De lamp knippert evenredig met de toegangsduur.
Scroll Lock-indicator
Dit lampje geeft aan dat [Scr Lk] geactiveerd is. Met Scroll lock werken sommige letters van het toetsenbord als pijltjesknoppen zodat u gemaklelijk kunt navigeren terwijl er maar een deel van het toetsenbord nodig is, zoals bij het spelen van spellen.
Page 37
37
CD afspelen/pauzeren
Als cd gestopt is, afspelen van cd begint. Als cd afspeelt, afspelen van cd wordt gepauzeerd
CD stoppen
Als cd gestopt is: Opent de cd-lade. Als cd afspeelt: Stopt het afspelen van de cd.
Cd gaat verder naar volgende spoor (doorspoelen) en geluidssterkte wordt verhoogd
Tijdens het afspelen van een cd heeft deze knop twee functies:
Spoor: Door een keer te drukken gaat u verder naar het next (volgende) spoor. Audio: Ingedrukt houden om de geluidssterkte te increase (verhogen).
Bediening van geluidssterkte
Fn + Luidspreker (F10): Zet het geluid AAN en UIT
Fn + Luidspreker omlaag (F11): Vermindert de geluidssterkte
Fn + Luidspreker omhoog (F12): Verhoogt de geluidssterkte
Multimediabedieningstoetsen (op bepaalde modellen)
De multimediaknoppen maken het mogelijk de mutimediatoepassing gemakkelijk te bedienen. Hieronder staat de betekenis van elke multimediaknop op de notebook.
Cd gaat terug naar vorige spoor (terugspoelen) en geluidssterkte wordt verminderd
Tijdens het afspelen van een cd heeft deze knop twee functies:
Spoor: Door een keer te drukken wordt het huidige spoor herstart. Door nog eens te drukken gaat u naar het previous (vorige) spoor.
Audio: Ingedrukt houden om de geluidssterkte te decrease (verminderen).
Gebruik de [Fn]-toets in combinatie met de pijltoetsen voor de cd-bedieningsfuncties.
Sommige functies van de bedieningstoetsen kunnen verschillen afhankelijk van het
notebookmodel.
Aan de Slag 3
Page 38
38
Page 39
39
4. De notebook gebruiken
Aanwijsapparaat Opslagapparaten Uitbreidingskaart
Optisch station
Flashgeheugenkaartlezer
Harde schijf
Geheugen (RAM) Aansluitingen Netwerkverbinding Draadloze LAN-verbinding (op bepaalde modellen) Draadloze Bluetooth-verbinding (op bepaalde modellen)
OPMERKING: foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
Er kunnen verschillen zijn tussen uw notebook en de afbeeldingen in deze handleiding. U kunt uw notebook beschouwen als de juiste voorstelling.
Page 40
40
BELANGRIJK! Gebruik geen objecten in
plaats van uw vinger om het aanraakpad
te gebruiken, anders kan er schade
optreden aan het oppervlak van het aanraakpad.
Aanwijsapparaat
Het geïntegreerde aanraakpad van de notebook is volledig compatibel met alle PS2-muizen met twee/drie knoppen en een scrollwieltje. Het aanraakpad is drukgevoelig en bevat geen bewegende delen. Hierdoor kunnen mechanische defecten worden vermeden. Voor het werken met bepaalde toepassingen, is echter nog steeds een apparaatstuurprogramma vereist.
Het aanraakpad gebruiken
U hoeft alleen een lichte druk uit te oefenen met uw vinger om het aanraakpad te gebruiken. Omdat het aanraakpad elektrostatisch gevoelig is, mag u geen objecten gebruiken in de plaats van uw vingers. De primaire functie van het aanraakpad is het bewegen van de cursor of het selecteren van de items die op het scherm zijn weergegeven door middel van uw vingertoppen in plaats van een standaard computermuis. De volgende afbeeldingen tonen het correcte gebruik van het aanraakpad.
De cursor verplaatsen
Plaats uw vinger in het midden van het aanraakpad en schuif uw vinger in een richting om de cursor te verplaatsen.
Vinger naar
voor schuiven
Vinger naar links
schuiven
Vinger naar achter schuiven
Vinger
naar rechts schuiven
Scrollen (op bepaalde modellen)
Schuif uw vinger aan de rechterzijde omhoog of omlaag om naar een hoger of lager gelegen venster te scrollen.
Omhoog scrollen
Omlaag scrollen
4 De notebook gebruiken
Cursor verplaatsen
Rechts
klikken
Links klikken
Scroll
Page 41
41
Dubbelklikken/dubbeltikken - dit is een gebruikelijke manier om een programma
rechtstreeks via het overeenkomstige pictogram dat u hebt geselecteerd, te starten. Plaats de cursor op het pictogram dat u wilt uitvoeren, druk op de linkerknop of tik snel achtereenvolgens tweemaal op het pad. Het systeem zal het overeenkomstige programma starten. Als het interval tussen het klikken of tikken te lang is, zal de bewerking niet worden
uitgevoerd. U kunt de dubbelkliksnelheid instellen via het Conguratiescherm van Windows
onder “Muis”. De volgende 2 voorbeelden leveren hetzelfde resultaat op.
Druk tweemaal op de linkerknop en laat deze los.
Tik tweemaal licht, maar snel op het aanraakpad.
Druk op de linkercursorknop en laat deze los.
Tik licht, maar snel op het aanraakpad.
Klikken/tikken - Druk, terwijl de cursor op een item staat, op de linkerknop of gebruik uw vingertop om het aanraakpad licht aan te raken en houd uw vinger op het aanraakpad tot het item is geselecteerd. De kleur van het geselecteerde item zal veranderen. De volgende 2 voorbeelden leveren hetzelfde resultaat op.
Klikken
Tikken
Dubbel-klikken
Dubbel-tikken
Afbeeldingen gebruik aanraakpad
Slepen - Slepen betekent dat u een item opneemt en het op een willekeurige plaats op het scherm neerzet. Plaats de cursor op het item dat u hebt geselecteerd. Verplaats de cursor, terwijl u de linkerknop ingedrukt houdt, naar de gewenste locatie. Laat de knop los. U kunt ook gewoon dubbeltikken op het item en uw vinger op het aanraakpad houden terwijl u het item met uw vingertop sleept. De volgende afbeeldingen leveren hetzelfde resultaat op.
Houd de linkerknop ingedrukt en schuif uw vinger op het aanraakpad.
Tik tweemaal licht op het aanraakpad en schuif uw vinger over het aanraakpad tijdens de tweede tik.
Slepen-klikken Slepen-tikken
De notebook gebruiken 4
Page 42
42
OPMERKING: Het touchpad reageert op beweging en niet op kracht. Het is niet nodig hard te tikken op het oppervlak. Als u te hard tikt, zal dit de reactie van het touchpad niet verbeteren. Het touchpad reageert het beste op lichte druk.
Onderhoud van het touchpad
Het touchpad is drukgevoelig. Als u het niet met voldoende zorg gebruikt, kan het gemakkelijk schade oplopen. Houd rekening met de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Zorg ervoor dat het touchpad niet in contact komt met vuil, vloeistoffen of vet.
• Raak het touchpad niet aan als uw vingers vuil of nat zijn.
• Plaats geen zware objecten op het touchpad of op de knoppen van het touchpad.
• Zorg ervoor dat u met uw vingernagels of harde objecten geen krassen maakt op het touchpad.
Touchpad automatisch uitschakelen (Synaptics)
Windows kan het touchpad van de notebook automatisch uitschakelen als er een externe USB-muis wordt aangesloten. Deze mogelijkheid is gewoonlijk UIT. Om de functie IN te schakelen, selecteert u in Windows de optie Control Panel (Conguratiescherm) > Mouse
Properties (Eigenschappen van Muis) > Device Settings (Apparaatinstellingen (of USB-
muisaansluiting)).
Selecteer deze optie om deze functie in te schakelen.
Zoek de eigenschappen voor Mouse
(Muis) in het “Conguratiescherm”.
Modellen met Synaptics-touchpad.
Modellen met ALPS-touchpad.
4 De notebook gebruiken
Page 43
43
Een uitbreidingskaart plaatsen
1. Is er een plastic bescherming in de gleuf, verwijder die dan met behulp van de onderstaande instructies.
2. Plaats de kaart met de kant van de connector eerst en het label omhoog gericht. Standaard kaarten zullen één lijn vormen met de notebook wanneer ze volledig in de sleuf zijn gestopt.
Opslagapparaten
Dankzij de opslagapparaten kan de notebook documenten, foto’s en andere bestanden
lezen van of schrijven naar verschillende gegevensopslagapparaten. Deze notebook beschikt over de volgende opslagapparaten:
• Uitbreidingskaart • Flashgeheugenkaartlezer
• Optisch station • Harde schijf
ExpressCard
De ExpressCard-sleuf heeft 26 pinnen en ondersteunt één ExpressCard/34mm of één ExpressCard/54mm. Deze nieuwe interface is sneller door het gebruik van een seriële bus die USB 2.0 en PCI Express ondersteunt in plaats van de tragere parallelle bus van de PC-kaartsleuf. (Niet compatibel met oudere PCMCIA-kaarten.)
De notebook gebruiken 4
Zorg ervoor dat de kaart bij het insteken horizontaal is.
3. Sluit alle kabels of adapters die nodig zijn voor de kaart voorzichtig aan. Connectors kunnen doorgaans slechts in één richting worden geplaatst. Zoek de sticker, het pictogram of de markering op een zijde van de connector waarmee de bovenzijde wordt aangegeven.
Een uitbreidingskaart verwijderen
De ExpressCard-sleuf heeft geen uitwerpknop. Duw de ExpressCard naar binnen en laat deze los om de kaart uit te werpen. Trek de uitgeworpen kaart voorzichtig uit de socket.
Page 44
44
Optisch station
Een optische schijf plaatsen
1. Druk op de uitwerpknop van het station terwijl de notebook is
INGESCHAKELD. De schijade zal
gedeeltelijk worden uitgeworpen.
2. Trek voorzichtig aan het voorpaneel van het station en schuif de lade volledig uit. Zorg ervoor dat u de lens en andere mechanismen van het cd-station niet aanraakt. Controleer of er geen zaken zijn die onder de lade van het station kunnen geblokkeerd raken.
3. Houd de schijf vast bij de rand met de bedrukte zijde van de schijf omhoog gericht. Duw aan beide zijden van het midden van de schijf tot deze op de hub klikt. Wanneer de schijf correct
geplaatst is, moet de hub hoger zijn
dan de schijf.
4. Duw de lade opnieuw naar binnen. Het station zal beginnen met het lezen van de inhoudsopgave (TOC) van de schijf. Wanneer het station stopt, is de schijf klaar voor gebruik.
OPMERKING: Het is normaal dat u hoort en voelt dat de cd aan hoge snelheid in het cd-station draait terwijl de gegevens worden gelezen.
1
2
CD-R
4 De notebook gebruiken
Page 45
45
Werp de lade uit en duw de rand van de schijf voorzichtig omhoog in een kleine hoek om de schijf los te maken van de hub.
CD-R
1
2
De nooduitwerpknop bevindt zich in een gaatje in het optisch station en wordt
gebruikt om de optische schijade uit te
werpen als het elektronisch uitwerpen niet werkt. Gebruik de nooduitwerpopening niet in de plaats van het elektronisch uitwerpen.
Opmerking: Zorg ervoor dat u niet prikt
in de activiteitenindicator die zich in hetzelfde gebied bevindt.
Werkelijke locatie zal variëren afhankelijk
van het model.
Optisch station (Vervolg)
Nooduitwerpknop
Een optische schijf verwijderen
Er moet altijd een stationsletter voor het cd-station beschikbaar zijn, ongeacht of er al dan niet een cd in het station aanwezig is. Nadat de cd correct is geplaatst, zijn de gegevens op dezelfde manier toegankelijk als bij harde schijven. In dit geval kan er echter niets op de cd worden geschreven of kunnen er geen wijzigingen worden aangebracht. Met de geschikte sofware kunt u met een CD-RW- of DVD+CD-RW-station CD-RW-schijven gebruiken als een harde schijf voor het schrijven, verwijderen en bewerken van bestanden.
Alle optische stations met hoge snelheid kunnen trillen door cd’s die niet volledig recht zijn of
door de bedrukking op de cd. Om het trillen te verminderen, is het aangeraden de notebook op een effen oppervlak te gebruiken en geen labels op de cd aan te brengen.
Audio-cd’s beluisteren
De optische stations kunnen audio-cd’s afspelen, maar audio-dvd’s kunnen alleen door dvd-
romstations worden afgespeeld. Plaats de audio-cd. Windows zal automatisch een audiospeler openen en het afspelen starten. Afhankelijk van de audio-dvd en de geïnstalleerde software, is het mogelijk dat u een dvd-speler zult moeten openen om dvd-audio te beluisteren. U kunt het volume aanpassen met de sneltoetsen of via het luidsprekerpictogram van Windows in de taakbalk.
WAARSCHUWING! Als de cd-schijf niet correct op de centrale hub is vergrendeld, kan de cd worden beschadigd wanneer de lade wordt gesloten. Houd de cd altijd nauwkeurig in het oog terwijl u de lade langzaam sluit om schade te voorkomen.
Het optische station gebruiken
Optische schijven en apparatuur moeten voorzichtig worden behandeld omwille van de precieze mechanische elementen. Houd rekening met de belangrijke veiligheidsinstructies van uw cd-leveranciers. In tegenstelling tot optische stations van desktopcomputer, gebruikt de notebook een hub om de cd, ongeacht de hoek waarin deze is geplaatst, op zijn plaats te houden. Wanneer u een cd plaatst, is het belangrijk dat de cd op de centrale hub is gedrukt,
anders zal de optische schijade de cd krassen.
De notebook gebruiken 4
Page 46
46
Flashgeheugenkaartlezer
Een PCMCIA-geheugenkaartlezer moet normaal afzonderlijk worden aangeschaft om
geheugenkaarten van apparaten zoals digitale camera’s, MP3-speler, mobiele telefoons en PDA’s te gebruiken. Deze notebook heeft een ingebouwde geheugenkaartlezer die veel verschillende soorten ashkaarten kan lezen, zoals in onderstaand voorbeeld. De
ingebouwde geheugenkaartlezer is niet alleen handig, maar ook sneller dan de meeste andere typen geheugenkaartlezers omdat dit type de PCI-bus met hoge bandbreedte gebruikt.
WAARSCHUWING! Om verlies van gegevens te vermijden,
gebruikt u “Hardware veilig verwijderen” op de taakbalk voordat u de ashgeheugenkaart verwijdert.
BELANGRIJK! De compatibiliteit van de ashgeheugenkaarten is afhankelijk van het model van de notebook en de specicaties van de ashgeheugenkaart. Deze specicaties veranderen voortdurend zodat de compatibiliteit zonder kennisgeving
kan veranderen.
Voorbeelden van ashgeheugenkaarten
BELANGRIJK! Verwijder de kaarten nooit tijdens of onmiddellijk na het lezen, kopiëren, formatteren of verwijderen van gegevens op de kaart, anders kunnen de
gegevens verloren gaan.
MS / MS Pro
SD / MMC
SD (Secure Digital) MiniSD (met SD-adapter)
xD Picture Card
MMC (Multimedia Card) MMC Plus RS-MMC (verminderde grootte) (met MMC-adapter)
Memory Stick Duo/Pro/Duo Pro/MG (met MS-adapter)
Memory Stick (MS) Memory Stick Magic Gate (MG) Memory Stick Select
SD (Secure Digital) MiniSD (met SD-adapter)
Memory Stick Micro (met MS-adapter)
xD Picture Card
MMC (Multimedia Card) MMC Plus RS-MMC (verminderde grootte) (met MMC-adapter)
4 De notebook gebruiken
Page 47
47
Harde schijf
Harde schijven hebben een veel grotere capaciteit en werken veel sneller dan diskette- en optische stations. De notebook is voorzien van een verwisselbare harde schijf. Moderne harde schijven ondersteunen S.M.A.R.T. (Self Monitoring and Reporting Technology) om fouten of defecten aan de harde schijf te detecteren voordat ze optreden. Wordt een harde schijf vervangen of opgewaardeerd, raadpleeg dan steeds een bevoegd
servicecentrum of een wederverkoper voor deze notebook.
BELANGRIJK! Als u de notebook niet met zorg behandeld, kan uw harde schijf schade oplopen. Ga voorzichtig om met de notebook en houdt het apparaat uit de buurt van statische elektriciteit en krachtige trillingen of schokken. De harde schijf is de meest delicate component en zal zeer waarschijnlijk het eerste en enige onderdeel zijn dat wordt beschadigd als u de notebook hebt laten vallen.
De harde schijf verwijderen:
1
WAARSCHUWING! Koppel alle aangesloten randapparaten, alle
telefoon- of communicatielijnen en
de voedingsaansluiting los (zoals
een externe voeding, batterijdoos,
enz.) voordat u een geheugen
installeert of verwijdert.
2
De notebook gebruiken 4
Page 48
48
1
De harde schijf installeren:
2
4 De notebook gebruiken
Page 49
49
Een geheugenkaart installeren:
Een geheugenkaart verwijderen:
3
(Dit is slechts een voorbeeld.)
3
(Dit is slechts een voorbeeld.)
Geheugen (RAM)
Extra geheugen verbetert de prestaties van uw toepassingen door het gebruik van de harde schijf te verminderen. Het geheugencompartiment biedt uitbreidingsmogelijkheden voor extra geheugen. Neem contact op met een erkend onderhoudscentrum of verkoper voor informatie over de geheugenupgrade van uw notebook. Koop de uitbreidingmodules uitsluitend bij erkende verkopers van deze notebook zodat u zeker bent van een maximale compatibiliteit en betrouwbaarheid. Het BIOS detecteert de hoeveelheid geheugen in uw systeem automatisch en
congureert het CMOS tijdens het POST-proces (Power-On-Self-Test�. Nadat er geheugen
is toegevoegd, is er geen hardware- of software-instelling nodig, ook niet in het BIOS.
WAARSCHUWING! Koppel alle aangesloten
randapparaten, alle telefoon­of communicatielijnen en
de voedingsaansluiting los
(zoals een externe voeding,
batterijdoos, enz.) voordat u
de klep van de harde schijf
verwijdert.
De notebook gebruiken 4
Dit is slechts een voorbeeld.
Page 50
50
OPMERKING: de ingebouwde modem en het netwerk kunnen niet naderhand
als upgrade worden geïnstalleerd. Na aankoop kunt u een modem en/of netwerk
installeren zoals een uitbreidingskaart.
Aansluitingen
4 De notebook gebruiken
OPMERKING: Wanneer u een verbinding hebt met een on line-service, mag u de notebook niet in stand-by (of in de slaapstand) zetten, anders wordt de
modemverbinding verbroken.
Voorbeeld van de notebook die is aangesloten op een
telefoonstekker voor gebruik met
een ingebouwde modem:
Modemverbinding (op bepaalde modellen)
De telefoonkabel die wordt gebruikt om de interne modem van de notebook aan te sluiten moet twee of vier draden hebben (slechts twee draden (telefoonlijn nr.1) worden door de modem gebruikt) en moet aan beide uiteinden voorzien zijn van een RJ-11-connector. Sluit het ene uiteinde aan op de modempoort en het andere uiteinde op een wandcontactdoos van een analoge telefoon (zoals het type dat u in woonhuizen vindt). Zodra het stuurprogramma is geïnstalleerd, is de modem klaar voor gebruik.
OFF ON
EXPRESS
Wandcontactdoos telefoon
Telefoonkabels met RJ-11-connectors
De
telefoonverbinding
is optioneel
De telefoonaansluiting is de
kleinste van de twee.
BELANGRIJK! Omwille van veiligheidsredenen mag u alleen telefoonkabels gebruiken met een spanning van 26AWG of hoger. (zie Woordenlijst voor meer informatie).
Page 51
51
OFF ON
EXPRESS
Voorbeeld van de notebook die is aangesloten
op een netwerkhub of –switch voor gebruik met de ingebouwde ethernetcontroller.
Netwerkverbinding
Sluit een netwerkkabel met aan beide uiteinden RJ-45-connectors aan op de modem-/ netwerkpoort van de notebook en sluit het andere uiteinde aan op een hub of switch. Voor 100 BASE-TX / 1000 BASE-T-snelheden moet uw netwerkkabel van categorie 5 of hoger zijn (niet categorie 3) met dubbel getwiste draden. Als u de interface wilt starten aan 100/1000Mbps moet deze aangesloten zijn op een 100 BASE-TX / 1000 BASE-T-hub (geen BASE-T4-hub). Gebruik getwiste draden van categorie 3, 4 of 5 voor 10Base-T. 10/100 Mbps Full-Duplex wordt door deze notebook ondersteund, maar vereist een aansluiting op een switching hub voor netwerken met “duplex” ingeschakeld. De softwarestandaard bestaat eruit de snelste instellingen te gebruiken zodat er geen tussenkomst van de gebruiker is vereist.
1000BASE-t (of Gigabit) wordt slechts ondersteund op geselecteerde modellen.
Getwiste kabel
De kabel die wordt gebruikt om een Ethernetkaart te verbinden met een host (doorgaans een hub of switch) wordt een recht getwiste ethernetkabel (twisted pair ethernet, TPE) genoemd. De eindaansluitingen worden RJ-45-connectors genoemd. Deze zijn niet compatibel met RJ-11­telefoonaansluitingen. Als u twee computers samen verbindt zonder een hub tussen de computers, is een crossover LAN-kabel vereist (Snel­ethernetmodel). (Gigabit-modellen ondersteunen automatisch kruisen, zodat een gekruiste LAN-kabel optioneel is.)
Netwerkkabels met RJ-45-
connectors
Netwerkhub of
-switch
De notebook gebruiken 4
Page 52
52
Dit zijn voorbeelden van de notebook die is verbonden met een draadloos netwerk.
Desktopcomputer
PDA
Notebook PC
Toegangspunt
Desktopcomputer
PDA
Notebook PC
Draadloze LAN-verbinding (op bepaalde modellen)
Het optionele ingebouwde draadloze LAN is een compacte en gemakkelijk te gebruiken draadloze ethernetadapter. Met de standaard IEEE 802.11 voor draadloos LAN (WLAN), is het ingebouwde draadloze LAN geschikt voor snelle overdracht DSSS (Direct Sequence Spread Spectrum) en OFDM (Orthogonal Frequency Division Multiplexing) bij frequenties van 2,4GHz/5GHz. Het optionele ingebouwde draadloze LAN is achterwaarts compatibel met oudere IEEE 802.11-standaarden zodat er een naadloze koppeling mogelijk is van draadloze LAN-standaarden.
Het optionele ingebouwde draadloze LAN is een clientadapter die Infrastructuur- en
Adhocmodi ondersteunt zodat u exibiliteit krijgt op uw bestaande of toekomstige draadloze netwerkconguraties voor afstanden tot 40 meter tussen de client en het toegangspunt.
Voor een efciënte beveiliging van de draadloze communicatie wordt het optionele
ingebouwde draadloze LAN geleverd met een 64-bits/128-bits WEP-codering (Wired Equivalent Privacy) en WPA (Wi-Fi Protected Access).
Ad hocmodus
Met de ad hocmodus maakt de notebook verbinding met een ander draadloos apparaat. Er is geen toegangspunt (AP) nodig in deze draadloze omgeving. (Alle apparaten moeten zijn voorzien van optionele draadloze LAN-adapters volgens 802.11.)
Infrastructuurmodus
Met de infrastructuurmodus kunnen de notebook en andere draadloze apparaten toetreden tot een draadloos netwerk dat wordt gevormd door een toegangspunt (AP) (afzonderlijk verkrijgbaar) dat het centrale koppelpunt biedt voor draadloze clients om met elkaar of met een bekabeld netwerk te communiceren. (Alle apparaten moeten zijn voorzien van optionele draadloze LAN-adapters volgens 802.11.)
Om veiligheidsredenen moet GEEN verbinding worden gemaakt met een onbeveiligd netwerk. Onversleutelde
gegvens zouden voor anderen zichtbaar
kunnen zijn.
4 De notebook gebruiken
Page 53
53
2. Druk herhaaldelijk op [FN F2] tot Wireless LAN ON (Draadloos LAN AAN) of WLAN & Bluetooth ON (WLAN & Bluetooth AAN) wordt weergegeven.
Draadloze netwerkverbinding Windows
Een verbinding maken met een netwerk
4. Kl i k met de r e cht e r muis k nop op h e t
netwerkpictogram en selecteer Connect to a network (Verbinden met een netwerk maken).
3. U ziet het netwerkpictogram “Niet verbonden”.
5. Selecteer “Wireless (Draadloos) weergeven” als er veel netwerken in de omgeving zijn.
6. Sele cteer het dra adloze netwerk waar m e e u een ver b i ndin g wi lt maken.
7. Het kan nodig zijn tijdens de verbinding een wachtwoord op te geven.
8. Is de verbinding tot stand gekomen, dan ziet u “Verbonden”.
2b. Of dubbelklik op het pictogram van de draadloze
console op de taakbalk en selecteer Draadloos LAN + Bluetooth of alleen Bluetooth.
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is (zie switches in paragraaf 3).
De notebook gebruiken 4
Page 54
54
Draadloze Bluetooth-verbinding (op bepaalde modellen)
Notebooks met Bluetooth-technologie schakelen de behoefte uit aan kabels om een verbinding te maken met een Bluetooth-apparaat. Voorbeelden van dergelijke
apparaten zijn notebooks, desktopcomputers, mobiele telefoons en PDA’s.
Opmerking: heeft uw notebook geen ingebouwde Bluetooth, dan moet u een Bluetooth­module met USB of ExpressCard gebruiken om Bluetooth te kunnen gebruiken.
Mobiele telefoons met Bluetooth
U kunt draadloos een verbinding maken met uw mobiele telefoon. Afhankelijk
van de mogelijkheden van de mobiele telefoon, kunt u het adresboek, foto’s,
geluidsbestanden en meer overdragen of de telefoon gebruiken als modem om een verbinding te maken met het internet. U kunt de telefoon ook gebruiken voor SMS-berichten.
Computers of PDA’s met Bluetooth
U kunt draadloos een verbinding maken met een andere computer of PDA en bestanden uitwisselen, randapparaten delen en internet- en netwerkverbindingen delen. U kunt ook gebruik maken van een draadloos toetsenbord of een draadloze muis met Bluetooth.
2b. Of dubbelklik op het pictogram van de
draadloze console op de taakbalk en selecteer Draadloos LAN + Bluetooth of alleen Bluetooth.
3. Selecteer in het menu op de taakbalk Add a
Bluetooth Device (Een Bluetooth-apparaat toevoegen).
3b. Of start Bluetooth Devices (Bluetooth-
apparaten) in het Conguratiescherm van
Windows.
Inschakelen en het Bluetooth-hulpprogramma starten
Dit proces kan worden gebruikt om de meeste Bluetooth-apparaten toe te voegen. Zie het aanhangsel voor het volledige proces.
2. Druk herhaaldelijk op [FN F2] tot Bluetooth
ON (Draadloos LAN AAN) of WLAN & Bluetooth ON (WLAN & Bluetooth AAN)
wordt weergegeven.
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is (zie switches in paragraaf 3).
4 De notebook gebruiken
Page 55
B-1
Bijlage
Optionele accessoires
Optionele aansluitingen
Besturingssysteem en software Instellingen van systeem-BIOS
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
Softwareherstel Windows Vista
Woordenlijst Bekendmakingen en veiligheidsverklaringen
Informatie over de notebook
Foto’s en pictogrammen in deze handleiding dienen alleen voor artistiek doeleinden en tonen niet wat er werkelijk in het product wordt gebruikt.
Page 56
B BijlageBijlage
B-2
Optionele accessoires
Indien gewenst, kunt u deze optionele items aanschaffen als aanvulling van uw notebook.
USB-ashgeheugen
Een USB-ashgeheugen is een optioneel item dat een 1,44 MB diskettestation
kan vervangen en opslagruimte voor honderden megabytes, hogere overdrachtsnelheden en een hogere duurzaamheid kan bieden. Wanneer deze in de huidige besturingssystemen worden gebruikt, zijn er geen
stuurprogramma’s nodig.
USB-hub (optioneel)
Wanneer u een optionele USB-hub aansluit, wordt het aantal USB-poorten verhoogd en kunt u snel verschillende USB-randapparaten aansluiten of loskoppelen via één enkele kabel.
USB-diskettestation
Een optioneel diskettestation met USB-interface kan worden gebruikt voor een standaarddiskette van 3,5 inch en 1,44MB (of 720kB).
WAARSCHUWING! Om systeemstoringen te voorkomen, gebruikt u de functie “Hardware veilig verwijderen” op de taakbalk van
Windows voordat u het USB-diskettestation loskoppelt. Werp
de diskette uit voordat u de notebook vervoert om schade door schokken te voorkomen.
Page 57
Bijlage B
B-3
Optionele aansluitingen
Indien gewenst, kunt u deze items aankopen van derden.
USB-toetsenbord en -muis
Wanneer u een extern USB-toetsenbord aansluit, kunt u uw gegevens op een comfortabelere manier invoeren. Wanneer u een externe USB-muis aansluit, zal de Windows-navigatie comfortabeler zijn. Zowel het externe USB-toetsenbord als de muis zullen simultaan werken met het geïntegreerde toetsenbord en het aanraakpad van de notebook werken.
Printeraansluiting
U kunt een of meer USB-printers tegelijk gebruiken op elke USB-poort of USB-hub.
Page 58
B BijlageBijlage
B-4
R
E
S
E
T
OFF ON
4. Voorbereiding van de Bluetooth-muis.
• Plaats twee “AA”-batterijen.
• Zet de schakelaar op de onderkant van de muis op AAN. Het lampje gaat rood branden.
• Druk op de “RESET”-knop op de onderkant van de Bluetooth-muis.
Installatie van Bluetooth-muis (optioneel)
Dit proces kan worden gebruikt om de meeste Bluetooth-apparaten in Windows toe te voegen.
3. Selecteer in het menu op de taakbalk Een Bluetooth-apparaat toevoegen.
3c. Indien gestart van het Conguratiescherm, klikt
u in dit scherm op Toevoegen.
3b. Of start Bluetooth-apparaten in het
Conguratiescherm van Windows.
2b. Of dubbelklik op het pictogram van de draadloze
console op de taakbalk en selecteer Draadloos LAN + Bluetooth of alleen Bluetooth.
2. Druk herhaaldelijk op [FN F2] tot Draadloos LAN AAN of WLAN & Bluetooth AAN wordt weergegeven.
1. Schakel de draadloze switch IN als dat voor uw model nodig is (zie switches in paragraaf 3).
Page 59
Bijlage B
B-5
Installatie van Bluetooth-muis (optioneel)Vervolg
.
5. Klik op Volgende als de Bluetooth-muis gereed
is.
6. Er verschijnt een lijst met Bluetooth-apparaten die zich in de buurt bevinden. Selecteer de Bluetooth­muis en klik op Volgende.
7. Selecteer “Geen sleutel gebruiken” en klik op
Volgende.
9. Klik op Voltooien als het apparaat is toe-
gevoegd.
10. U ziet het apparaat in het venster. U kunt hier ook Bluetooth-apparaten toevoegen en verwijderen.
8. Wacht tot de Bluetooth-muis is toegevoegd.
“RESET” kan nodig zijn nadat de batterijen vervangen zijn. Herhaal de stappen indien
dat nodig is.
Page 60
B BijlageBijlage
B-6
Ondersteuningssoftware
Deze notebook wordt geleverd met een ondersteunings-cd die de BIOS, stuurprogramma’s
en toepassingen bevat om de hardwarefuncties in te schakelen, de functionaliteit uit te breiden, hulp bieden bij het beheer van uw notebook of functionaliteiten toevoegen die niet door het oorspronkelijke besturingssysteem worden geleverd. Als de ondersteunings-cd moet worden bijgewerkt of vervangen, neem dan contact op
met uw leverancier voor websites waar u individuele stuur- en hulpprogramma’s voor de
software kunt downloaden.
De ondersteunings-cd bevat alle stuurprogramma’s, hulpprogramma’s en software voor alle populaire
besturingssystemen, met inbegrip van de systemen die vooraf werden geïnstalleerd. Het besturingssysteem
zelf staat niet op deze ondersteunings-cd. Zelfs als uw notebook vooraf werd gecongureerd, hebt u
deze ondersteunings-cd nodig om extra software die niet in de voorinstallatie af fabriek is opgenomen, te gebruiken.
Een herstel-cd is optioneel en bevat een image van het originele besturingssysteem dat in de fabriek op de harde schijf werd geïnstalleerd. De herstel-cd bevat een uitgebreide hersteloplossing waarmee het besturingssysteem van de notebook snel naar zijn originele werkstatus wordt hersteld, op voorwaarde dat uw harde schijf correct werkt. Neem contact op met uw handelaar als u een dergelijke oplossing nodig hebt.
Sommige onderdelen en functies van de notebook zullen mogeljk pas werken nadat de apparaatstuurprogramma’s en hulpprogramma’s zijn geïnstalleerd.
Besturingssysteem en software
Deze notebook kan zijn klanten (afhankelijk van de regio) de mogelijkheid bieden een notebook met een vooraf geïnstalleerd besturingssysteem, zoals Microsoft Windows, te ontvangen. De selecties en talen zullen afhankelijk zijn van de regio. De niveaus van de hardware- en softwareondersteuning kunnen variëren afhankelijk van het geïnstalleerde besturingssysteem. De stabiliteit en compatibiliteit van andere besturingssystemen kunnen niet worden gegarandeerd.
Page 61
Bijlage B
B-7
Instellingen van BIOS
Opstartapparaat
2. Selecteer elk item en druk op [Enter] om een apparaat te selecteren.
1. Selecteer in het scherm Opstarten de optie Boot Device Priority.
Beveiligingsinstelling
1. Selecteer in het scherm Beveiliging de optie Change Supervisor password of Change User password wijzigen.
2. Geef een wachtwoord op en druk op [Enter].
3. Typ het wachtwoord opnieuw en druk op [Enter].
4. Het wachtwoord is ingesteld.
1. Laat het veld met het wachtwoord leeg en druk op [Enter].
Het wachtwoord verwijderen:
2. Het wachtwoord wordt verwijderd.
Page 62
B BijlageBijlage
B-8
Instellingen van BIOS ( (
Vervolg
)
Wachtwoordcontrole
Selecteer of er tijdens het opstarten om een wachtwoord moet worden gevraagd (Always) of alleen als de BIOS­instellingen worden gewijzigd (Setup).
Selecteer het toegangsniveau dat het “gebruikerswachtwoord” heeft in het setup-programma van het BIOS.
Toegangsniveau van gebruiker
Wijzigingen opslaan
Wilt u de instellingen bewaren, dan moet u ze opslaan voordat u het setup-programma van het BIOS afsluit.
Wilt u de standaardinstellingen herstellen, kies dan Load Manufacture Defaults. Ook nu moet u de wijzigingen opslaan om de standaard fabrieksinstellingen te bewaren.
Page 63
Bijlage B
B-9
Instellingen van systeem-BIOS (vervolg.)
Ondersteuning voor de RAID-functie (sommige modellen)
Ondersteunt het models de RAID-functie, dan moet u RAID in de BIOS Setup instellen voordat u een RAID-set kunt maken van de ingebouwde harde schijven.
WAARSCHUWING! Door een RAID-set te maken, wist u alle gegevens op de primaire
en secundaire schijf, inclusief Express Gate. Zorg ervoor dat u een back-up hebt
voordat u een RAID-set maakt.
De herstelpartitie wordt verwijderd na het maken van een RAID-set. U kunt het
besturingssysteem alleen installeren met de herstel-dvd of een installatieschijf met het besturingssysteem.
Alleen modellen met twee harde schijven kunnen deze RAID-functie ondersteunen.
De RAID-functie activeren
1. Druk tijdens het opstarten (POST) op <F2> om naar BIOS Setup te gaan.
2. Ga naar het menu Advanced (Geavanceerd).
Intel(R) Matrix Storage Manager option ROM v7.0.0.1020 ICH8M-E Copyright(C) 2003-07 Intel Corporation. All Rights Reserved.
RAID Volumes:
None dened.
Physical Disks: Port Drive Model Serial # Size Type/Status(Vol ID)
0 Hitachi HTS72202 02DP0410DTG564WP 186.3GB Non-RAID Disk 1 Hitachi HTS72202 02DP1400DEG1XRGN 186.3GB Non-RAID Disk
Press <Ctrl-I> or Enter to Conguration Utility..
3. S t e l de SATA Op eration Mo d e (SATA - bedrijfsstand) in op [RAID].
4. Druk op <F10> om de conguratie op te lsaan en
de BIOS-setup af te sluiten.
Een RAID-set bouwen
1. Herstart het systeem en druk bij het opstarten op <ESC>.
2. Druk op <Ctrl> + <I> om het RAID-programma te starten.
3. Selecteer de RAID-set die u wilt creëren.
4. H e rst a r t het s y stee m en in st a l lee r h et besturingssysteem.
Intel(R) Matrix Storage Manager option ROM v7.0.0.1020 ICH8M-E
Copyright(C) 2003-07 Intel Corporation. All Rights Reserved.
[ MAIN MENU ]
1. Create RAID Volume 3. Reset Disks to Non-RAID
[ DISK/VOLUME INFORMATION ]
RAID Volumes:
None dened.
Physical Disks:
Port Drive Model Serial # Size Type/Status(Vol ID)
0 Hitachi HTS72202 02DP0410DTG564WP 186.3GB Non-RAID Disk
1 Hitachi HTS72202 02DP1400DEG1XRGN 186.3GB Non-RAID Disk
[↑↓]-Select [ESC]-Exit [ENTER]-Select Menu
2. Delete RAID Volume 4. Recovery Volume Options
5. Exit
Page 64
B BijlageBijlage
B-10
Veelvoorkomende problemen en oplossingen
Hardwareprobleem – Optisch station
Het optische station kan geen schijven lezen of schrijven.
1. Werk het BIOS bij met de laatste versie en probeer het opnieuw.
2. Heeft dit geen effect, neem dan schijven van een betere kwaliteit en probeer het opnieuw.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
Onbekende oorzaak - Systeem instabiel
Kan niet uit de slaapstand worden geactiveerd.
1. Verwijder de uitbreidingen (RAM, HDD, WLAN, BT) als ze na aankoop zijn toegevoegd.
2. Heeft dit geen effect, probeer dan MS Systeemherstel naar een eerdere datum.
3. Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan het systeem te herstellen met de herstelpartitie of -dvd. (OPMERKING: maak altijd een back-up van al uw gegevens naar een andere
locatie voordat u het herstel uitvoert.)
4. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
Hardwareprobleem - Toetsenbord / Sneltoets
De sneltoets (FN) werkt niet.
A. Installeer het stuurprogramma “ATK0100” opnieuw vanaf de cd of download het van de website van ASUS.
Hardwareprobleem – Ingebouwde camera
De ingebouwde camera werkt niet goed.
1. Kijk in “Apparaatbeheer” om te controleren of er problemen zijn.
2. Installeer het stuurprogramma van de webcam opnieuw.
3. Lost dit het probleem niet op, werk dan het BIOS bij met de laatste versie en probeer het opnieuw.
4. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
Hardwareprobleem - Batterij
Onderhoud van de batterij.
1. Registreer de Notebook voor een garantie van een jaar via de volgende website:
http://member.asus.com/login.aspx?SLanguage=en-us
2. Verwijder de batterijdoos niet terwijl u de notebook gebruikt met de voedingsadapter om schade te voorkomen die kan worden veroorzaakt wanneer de stroom uitvalt. De batterijdoos van ASUS bevat een beveiligingscircuit om overladen te voorkomen zodat de batterijdoos niet wordt beschadigd als deze in de computer blijft.
3. Bewaar de batterijdoos op een droge plaats met temperaturen tussen 10oC en 30oC als u deze langere tijd niet gebruikt. Het is aan te bevelen de batterij elke drie maanden op te laden.
4. Als er abnormale situaties met de batterij optreden, kalibreer dan de batterij via de BIOS-setup (beschikbaar op sommige modellen).
Page 65
Bijlage B
B-11
Hardwareprobleem – Fout bij in- en uitschakelen
Ik kan de notebook niet inschakelen. Diagnostische gegevens:
1. Allen op batterij inschakelen? (J = 2, N = 4)
2. BIOS zichtbaar (ASUS-logo)? (J = 3, N = A)
3. Kan het besturingssysteem worden geladen? (J = B, N = A)
4. Brand de LED van de voedingsadapter? (J = 5, N = C)
5. Alleen op voedingsadapter inschakelen? (J = 6, N = A)
6. BIOS zichtbaar (ASUS-logo)? (J = 7, N = A)
7. Kan het besturingssysteem worden geladen? (J = D, N = A)
Symptomen en oplossingen:
A. Het probleem bevindt zich in de MB, harde schijf of NB; vraag een plaatselijk servicecentrum
om hulp.
B. Probleem veroorzaakt door besturingssysteem. Probeer het systeem te herstellen met de
herstelpartitie of -schijf. (BELANGRIJK: maak altijd een back-up van alle gegevens op
een andere locatie voordat u het herstelproces start.)
C. Probleem met adapter; controleer de voedingskabelaansluitingen of ga naar een plaatselijk
servicecentrum voor een vervanging.
D. Probleem met batterij; controleer de contacten van de batterij of ga naar een plaatselijk
servicecentrum voor een reparatie.
Mechanisch probleem - ventilator / thermisch
Waarom loopt de ventilator altijd en is de temperatuur hoog?
1. Controleer of de ventilator draait wanneer de CPU-temperatuur hoog is en controleer of er luchtstroom is door de ventilatieopeningen.
2. Zijn er veel toepassingen actief (zie taakbalk), sluit ze dan om de systeembelasting te verminderen.
3. Het probleem kan ook worden veroorzaakt door sommige virussen. Gebruik antivirussoftware om ze op te sporen.
4. Heeft dit alles geen effect, probeer dan het systeem te herstellen met de herstelpartitie of -dvd.
(BELANGRIJK: maak altijd een backup van al uw gegevens op een andere locatie voordat u het systeemherstel uitvoert.) (LET OP: maak geen verbinding met het internet zonder dat er
antivirussoftware en een rewall zijn geïnstalleerd, zodat u beschermd bent tegen virussen.)
Service - Specicaties, functies, prijs
Hoe stelt u vast of een notebook voorzien is van een draadloze netwerkkaart?
A. EGa naar Configuratiescherm | Systee m | Har dware | Apparaatbeheer. Onder
"Netwerkadapters" ziet u of de notebook over een WLAN-kaart beschikt.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)
Page 66
B BijlageBijlage
B-12
Softwareprobleem – door ASUS geleverde software
Als ik de notebook inschakel, verschijnt de melding “Fout bij openen beleidsbestand”.
A. Installeer de laatste versie van het hulpprogramma “Power4 Gear” om het probleem op te lossen.
U vindt deze op de website van ASUS.
Onbekende oorzaak – Blauw scherm met witte tekst
Een blauw scherm met witte tekst verschijnt na het opstarten.
1. Verwijder extra geheugen. Als u na de aankoop extra geheugen hebt geïnstalleerd, schakel dan de computer uit, verwijder het geheugen en schakel het systeem opnieuw in om te zien of het probleem door incompatibel geheugen werd veroorzaakt.
2. Verwijder softwaretoepassingen. Zijn er onlangs toepassingen geïnstalleerd, dan zijn ze mogelijk niet compatibel met uw systeem. Probeer ze te verwijderen in de Veilige Modus van Windows.
3. Controleer het systeem op virussen.
4. Werk het systeem bij met het laatste BIOS met WINFLASH in Windows-modus of AFLASH
in DOS-modus. Deze hulpprogramma’s en BIOS-bestanden kunnen worden gedownload van
de website van ASUS. (WAARSCHUWING: zorg dat de voeding van de notebook tijdens het
ashen van de BIOS niet wegvalt.)
5. Is het probleem nog steeds niet opgelost, gebruik dan het hertelproces om het volledige systeem opnieuw te installeren. (BELANGRIJK: maak altijd een back-up van al uw gegevens op een andere locatie voordat u het systeemherstel uitvoert.) (LET OP: maak geen verbinding met
het internet zonder dat er antivirussoftware en een rewall zijn geïnstalleerd, zodat u beschermd
bent tegen virussen.) (OPMERKING: zorg ervoor dat u eerst de stuurprogramma's “Intel INF Update” en “ATKACPI” installeert, zodat de hardwareapparaten kunnen worden herkend )
6. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum en vraag een technicus om hulp.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)
Page 67
Bijlage B
B-13
Softwareprobleem - BIOS
Het BIOS opwaarderen.
1. Controleer het exacte modelnummer van de notebook en download het laatste BIOS-bestand voor uw model van de website van ASUS.
2. Gebruik het hulpprogramma “WINFLASH” om uw BIOS te updaten. U vindt het programma op de cd die bij uw notebook is geleverd.
3. Haal het BIOS-bestand op naar een tijdelijke locatie (bijvoorbeeld de hoofdmap van C:\)
4. Klik op Start | Alle programma’s | ASUS Utility | WINFLASH | WINFLASH
a. Selecteer het imagebestand met het nieuwe BIOS. b. Controleer de geselecteerde BIOS-gegevens. Controleer het model, de versie en de ge
gevens.
c. Klik op Flash om het bijwerken van het BIOS te starten. d. Klik op Cancel als de procedure voltooid is. e. Herstart het systeem. Als het ashen van het BIOS-bestand is gelukt, druk dan op op [F2]
terwijl het ASUS-logo verschijnt, om naar de setup-pagina van het BIOS te gaan.
f. Ga in de setup-pagina van het BIOS naar de pagina Exit en kies Load Manufacture De
faults. Selecteer Save Changes and Exit en start het systeem opnieuw op.
g. Het ashen van het BIOS is nu voltooid.
U kunt ook gebruik maken van de functie “Easy Flash” op de pagina Advanced van BIOS-Setup. Volg de instructies op het scherm.
U moet “Load Manufacture Defaults” uitvoeren nadat het BIOS is bijgewerkt
(geasht� is.
Page 68
B BijlageBijlage
B-14
Symantec’s Norton Internet Security (NIS)
1. Soms toont NIS een waarschuwing om een Trojaans virus van een lokaal IP-adres tegen te houden.
Dit probleem kan worden opgelost door ervoor te zorgen dat het virusdenitiebestand de nieuwste
versie is en dit bestand geregeld bij te werken.
2. Herinstalleren mislukt bij de “Informatiewizard” na het verwijderen van Norton Antivirus.
Zorg ervoor dat NIS van de computer verwijderd is, herstart het systeem, installeer NIS opnieuw,
gebruik “Live Update” en werk het virusdenitiebestand bij.
3. Norton blokkeert per ongeluk gewenste webpagina’s of verlaagt de downloadsnelheid.
Verander de beveiligingsconguratie naar een lager niveau. NIS scant op virussen tijdens het
downloaden van gegevens zodat de netwerksnelheid langzamer wordt.
4. Kan niet aanmelden bij MSN of Yahoo messenger.
Zorg ervoor dat NIS is bijgewerkt en werk ook Windows bij met “Windows Update”. Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan het volgende:
1. Open NIS 200x door in het systeemvak te klikken op het NIS-pictogram.
2. Open “Norton AntiVirus” in het menu “Opties”.
3. Klik op “Instant Messenger”, zet “MSN/Windows Messenger” uit onder “Welke expresberichten beschermen”.
5. NIS is beschadigd en moet opnieuw worden geïnstalleerd.
NIS bevindt zich op de meegeleverde schijf in de map “NIS200x” (x is het versienummer).
6. De optie “Firewall starten als systeem wordt opgestart” is geselecteerd maar het duurt ongeveer
een minuut om de rewall te starten als ik naar Windows ga. Windows reageert intussen niet.
Verlaagt NIS rewall de snelheid van uw systeem te veel, schakel die optie dan uit.
7. Mijn systeemsnelheid wordt in hoge mate vertraagd door NIS.
NIS verlaagt de systeemsnelheid (zowel bij het opstarten als daarna) als u de volledige beveiligingsfunctie van NIS gebruikt. NIS scant en spoort alle gegevens op de achtergrond op. U kunt het systeem versnellen door de automatische scanfuncties van NIS bij het opstarten van het systeem uit te schakelen. U kunt dan handmatig scannen op virussen wanneer de computer niet in gebruik is.
8. Kan NIS niet verwijderen.
Ga naar Configuratiescherm | Software. Zoek “Norton Internet Security 200x (Symantec Corporation)”. Klik op Wijzigen/Verwijderen en kies Alles verwijderen om NIS te verwijderen.
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)
Page 69
Bijlage B
B-15
Veelvoorkomende problemen en oplossingen (Vervolg)
9. De Windows Firewall moet worden gestopt voordat “Norton Internet Security” of “Norton Personal Firewall” wordt geïnstalleerd. U stopt de Windows Firewall als volgt:
1. Klik op Start en vervolgens op Conguratiescherm.
2. U ziet een van de twee conguratieschermen. Klik op het pictogram Beveiligingscentrum.
3. Klik op het pictogram Windows Firewall onder de statusupdates.
4. Klik op Uitgeschakeld en daarna op OK.
10. Waarom toont het pictogram “Privacybeheer” een ‘x’? Schakel Privacybeheer uit onder “Status & Instellingen”.
11. Bericht Onvoldoende bevoegdheden.
Veel instellingen, waaronder het uitschakelen en verwijderen van NIS, zijn alleen toegestaan als u op Windows bent aangemeld met beheerdersbevoegdheden. Meld u af en schakel naar een gebruikersaccount met beheerdersbevoegdheden.
Page 70
B BijlageBijlage
B-16
Softwareherstel Windows Vista
Gebruik van de harde-schijfpartitie
De herstelpartitie bevat een image van het besturingssysteem, stuurprogramma’s en hulpprogramma’s die
op de fabriek op uw notebook zijn geïnstalleerd. De herstelpartitie biedt een uitgebreide hersteloplossing waarmee de software van uw notebook weer snel in de oorspronkelijke toestand is, mits uw harde schijf goed functioneert. Voordat u de herstelpartitie gebruikt, kopieert u uw gegevens (zoals de PST-bestanden
van Outlook) naar diskettes of een netwerkstation en noteert u eventuele aangepaste conguratie-
instellingen (zoals netwerkinstellingen).
Over de Herstelpartitie
De Herstelpartitie is een ruimte op uw harde schijf die wordt voorbehouden om het besturingssysteem,
de stuurprogramma’s en hulpprogramma’s die op de notebook zijn geïnstalleerd, te herstellen naar de
toestand zoals die door de fabriek is ingesteld.
Ga naar www.asus.com voor bijgewerkte stuurprogramma’s en hulpprogramma’s.
BELANGRIJK: verwijder de partitie met de naam
“RECOVERY” niet. Deze partitie is in de fabriek
gemaakt en kan door de gebruiker niet meer worden hersteld. Breng de notebook naar een bevoegd
servicecentrum van ASUS als er problemen zijn met het herstelproces.
Gebruik van de Recovery-partitie:
1. Druk tijdens het opstarten op [F9] (hiervoor is de Recovery-partitie nodig)
2. Druk op [Enter] om Windows Setup [EMS Enabled] te selecteren
3. Lees het scherm “ASUS Preload Wizard” en klik op Volgende.
4. Selecteer een partitie-optie en klik op Volgende. Partitieopties zijn:
Windows alleen herstellen naar de eerste partitie.
Deze optie verwijdert alleen de eerste partitie, zodat de overige partities intact blijven. Er wordt een nieuwe systeempartitie gemaakt als station “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijfD.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt een nieuwe systeempartitie als station “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijf met 2 partities.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt twee nieuwe partities “C” (60%) en “D” (40%).
5. Volg de instructies op het scherm om het herstelproces te voltooien.
Page 71
Bijlage B
B-17
Softwareherstel Windows Vista (Vervolg)
De dvd gebruiken
De Recovery-dvd bevat een image van het besturingssysteem, stuurprogramma’s en hulpprogramma’s die
in de fabriek op uw notebook geïnstalleerd zijn. De Recovery-dvd bevat een uitgebreide hersteloplossing die de software van uw notebook snel herstelt naar de oorspronkelijke werkende toestand, mits uw harde schijf goed werkt. Voordat u de Recovery-dvd gebruikt, kopieert u al uw gegevensbestanden (zoals PST-bestanden van Outlook) naar diskettes of een netwerkstation en noteert u alle eventuele aangepaste
conguratie-instellingen (zoals netwerkinstellingen).
BELANGRIJK! Verwijder het optionele secundaire harde schijfstation voordat u het systeemherstel op uw notebook uitvoert. Volgens Microsoft kunt u belangrijke gegevens verliezen wanneer u Windows Vista op het verkeerde schijfstation installeert of een verkeerde schijfpartitie formatteert. Maak een verbinding met http://support. microsoft.com/kb/937251/en-us voor meer details.
Gebruik van de Recovery-dvd:
1. Leg de Recovery-dvd in het optische station (de notebook moet ingeschakeld zijn).
2. Herstart de notebook en druk bij het opstarten op <Esc>. Selecteer het optische station (dat kan “CD/DVD” zijn) met de pijltjes en druk op <Enter> om op te starten vanaf de Recovery-dvd.
3. Selecteer een partitie-optie en klik op Volgende. Partitieopties zijn:
Windows alleen herstellen naar de eerste partitie.
Deze optie verwijdert alleen de eerste partitie, zodat de overige partities intact blijven. Er wordt een nieuwe systeempartitie gemaakt als station “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijf.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt een nieuwe systeempartitie als station “C”.
Windows herstellen naar de hele harde schijf met 2 partities.
Deze optie verwijdert alle partities van de harde schijf en maakt twee nieuwe partities “C” (60%) en “D” (40%).
4. Volg de instructies op het scherm om het herstelproces te voltooien.
WAARSCHUWING: verwijder de Recovery-cd niet tijdens het herstelproces (tenzij dit
wordt gevraagd) anders worden uw partities onbruikbaar.
Ga naar www.asus.com voor bijgewerkte stuurprogramma’s en hulpprogramma’s.
Page 72
B BijlageBijlage
B-18
BIOS (Basic Input/Output System)
De BIOS omvat een reeks routines die de manier beïnvloedt waarop de computer gegevens overdraagt tussen computeronderdelen, zoals geheugen, schijven en de beeldschermadapter. De BIOS-instructies zijn geïntegreerd in het ROM-geheugen (alleen-lezen) van de computer. De BIOS-parameters kunnen door
de gebruiker worden gecongureerd via het BIOS Setup-programma. De BIOS kan worden bijgewerkt
met het meegeleverde hulpprogramma om een nieuw BIOS-bestand in de EEPROM te kopiëren.
Bit (Binair getal)
Vertegenwoordigt de kleinste gegevenseenheid die door de computer wordt gebruikt. Een bit kan een van twee waarden hebben: 0 of 1.
Boot (Opstarten)
Booten betekent dat het besturingssysteem van de computer wordt gestart door het in het systeemgeheugen te laden. Wanneer de handleiding u de opdracht geeft uw systeem (of computer) te “booten” of op te starten, betekent dit dat u uw computer moet INSCHAKELEN. “Reboot” betekent dat u uw computer opnieuw moet opstarten. Wanneer u Windows 95 of hoger gebruikt, selecteert u “Opnieuw opstarten” onder “Start | Afsluiten...” om uw computer opnieuw op te starten.
Byte (binaire term)
Eén byte is een groep van acht opeenvolgende bits. Een byte wordt gebruikt om een enkel alfanumeriek teken, een leesteken of een ander symbool voor te stellen.
Klokbeperking
De chipsetfunctie waarmee de klok van de processor wordt gestopt en gestart op een gekende inschakeltijd. De klokbeperking wordt gebruikt voor energiebesparing, thermisch beheer en het verlagen van de
verwerkingssnelheid.
Woordenlijst
ACPI (Advanced Conguration and Power Management Interface)
Moderne standaard voor het verlagen van het energieverbruik in computers.
APM (Advanced Power Management)
Moderne standaard voor het verlagen van het energieverbruik in computers.
AWG (American Wire Gauge)
Deze tabel is bedoeld als algemene informatie en mag niet worden gebruikt als een
bron van de Amerikaans standaard voor het draadkaliber, aangezien deze tabel mogelijk
niet actueel of volledig is.
Draadkaliber Diam Gebied R I@3A/mm2 AWG (mm) (mm2) (ohm/km) (mA)
33 0.18 0.026 676 75
0.19 0.028 605 85 32 0.20 0.031 547 93 30 0.25 0.049 351 147 29 0.30 0.071 243 212 27 0.35 0.096 178 288 26 0.40 0.13 137 378 25 0.45 0.16 108 477
Draadkaliber Diam Gebied R I@3A/mm2 AWG (mm) (mm2) (ohm/km) (mA)
24 0.50 0.20 87.5 588
0.55 0.24 72.3 715
0.60 0.28 60.7 850 22 0.65 0.33 51.7 1.0 A
0.70 0.39 44.6 1.16 A
0.75 0.44 38.9 1.32 A 20 0.80 0.50 34.1 1.51 A
0.85 0.57 30.2 1.70 A
Page 73
Bijlage B
B-19
CPU (Central Processor Unit
De CPU, soms ook de “Processor” genoemd, werkt eigenlijk als de “hersenen” van de computer. Deze processor interpreteert en voert de programmaopdrachten uit en verwerkt de gegevens die in het geheugen zijn opgeslagen.
Apparaatstuurprogramma
Een apparaatstuurprogramma is een speciale set instructies waarmee het besturingssysteem van de computer kan communiceren met apparaten, zoals VGA, audio, Ethernet, printers of modems.
DVD
Dvd is een aanzienlijk grotere, snellere cd die zowel video- als audio- en computergegevens kan bevatten. Met deze capaciteiten en toegangssnelheden, bieden dvd-schijven u gigantisch verbeterde
full-motion video’s met hoge kleuren, een betere grasche weergave, scherpere beelden en digitaal
geluid voor een bioscoopervaring. Het dvd-systeem is er op gericht thuisbioscoopsystemen, computers
en bedrijfsinformatie samen te vatten op een enkel digitaal formaat, zodat u hiermee audio-cd’s,
videocassettes, laserdisks, cd-roms en cassettes van videogames kunt vervangen.
ExpressCard
De ExpressCard-sleuf heeft 26 pinnen en ondersteunt één ExpressCard/34mm of één ExpressCard/54mm. Deze nieuwe interface is sneller door het gebruik van een seriële bus die USB 2.0 en PCI Express ondersteunt in plaats van de tragere parallelle bus van de PC-kaartsleuf. (Niet compatibel met oudere PCMCIA-kaarten.)
Hardware
Hardware is een algemene term die verwijst naar de fysieke onderdelen van een computersysteem, met inbegrip van randapparatuur zoals printers, modems en aanwijsapparaten.
IDE (Integrated Drive Electronics)
IDE-apparaten integreren het besturingscircuit rechtstreeks op het station, zodat een afzonderlijke adapterkaart (in het geval van SCSI-apparaten) niet nodig is. UltraDMA/66 of 100 IDE-apparaten kunnen een overdrachtsnelheid van 33MB/sec behalen.
IEEE1394 (1394)
Ook bekend als iLINK (Sony) of FireWire (Apple). IEEE 1394 is een seriële bus met hoge snelheid zoals SCSI, maar heeft eenvoudige aansluitingen en hot-plug-capaciteiten zoals USB. De populaire 1394a-interface heeft een bandbreedte van 400 Mbits/sec en kan tot 63 eenheden op dezelfde bus ondersteunen. De nieuwe 1394b-interface kan het dubbel van deze snelheid ondersteunen en zal in toekomstige modellen worden geïntegreerd wanneer de randapparaten hogere snelheden zullen ondersteunen. 1394 wordt ook gebruikt in geavanceerde digitale apparatuur en moet met “DV” voor Digitale videopoort worden gemarkeerd.
Kensington®-sloten
Met Kensington®-sloten (of compatibel) kan de notebook worden beveiligd. Dit gebeurt doorgaans met een metalen kabel en een slot die verhinderen dat de notebook van een vast object wordt verwijderd. Sommige beveiligingsproducten kunnen ook een bewegingsdetector bevatten die een alarmsignaal weergeven wanneer de notebook wordt verplaatst.
Woordenlijst (Vervolg)
Page 74
B BijlageBijlage
B-20
Woordenlijst (Vervolg)
Laserclassicaties
Aangezien lasers steeds in aantal toenemen en een steeds breder toepassingbereik kennen, ligt het duidelijk dat de gebruikers moeten worden gewaarschuwd voor de gevaren van laserstralen. Om aan
deze behoefte te voldoen, werden laserclassicaties vastgesteld. De huidige classicatieniveaus variëren
van optisch veilig waarbij geen controles nodig zijn (Klasse 1) tot bijzonder gevaarlijk, waarbij strikte controles nodig zijn (Klasse 4).
KLASSE 1: Een laser of lasersysteem van Klasse 1 straalt niveaus van optische energie uit die veilig zijn voor de
ogen en bijgevolg geen controles vereisen. Een voorbeeld van deze klasse lasersystemen zijn de scansystemen die
aan de kassa’s van de meeste warenhuizen te vinden zijn of lasers die in optische stations worden gebruikt.
KLASSE 2 & KLASSE 3A: Klasse 2- en 3A-lasers stralen zichtbare, doorlopende golven (Continous wave, CW)
van optische stralingsniveaus uit die een weinig boven het maximale toelaatbare blootstellingsniveau liggen. Hoewel deze lasers oogbeschadiging kunnen veroorzaken, zal hun helderheid er doorgaans voor zorgen dat de gebruiker wegkijkt of met de ogen knippert voordat enige schade optreedt. Deze lasers zijn onderworpen aan strenge administratieve controles die vereisen dat er tekens worden aangebracht die de gebruiker waarschuwen niet direct in de straal te kijken. Lasers van Klasse 3A mogen niet worden weergegeven met apparaten met optische hulp.
KLASSE 3B: Lasers van Klasse 3B en laser van Klasse 3A met uitgangen van 2,5mW zijn gevaarlijk voor gebruikers
die zich binnen het pad van de straal bevinden en rechtstreeks in de bron van de straal kijken of de straal in de ogen krijgen door weerkaatsing in de bril. Deze lasers kunnen geen gevaarlijke verstrooide terugkaatsing produceren. Gebruikers die met deze lasers werken moeten geschikte oogbescherming dragen tijdens elk gebruik van de laser. Lasers van Klasse 3B vallen onder administratieve en fysieke controles om de gebruikers te beschermen. Fysieke controles omvatten een beperkte toegang tot de werkplek. Administratieve controles omvatten speciale waarschuwingstekens die bij de ingang van de laserwerkruimten worden aangebracht en lampen buiten de ingang die personeel waarschuwen wanneer de lasers in gebruik zijn.
KLASSE 4: Lasers van Klasse 4 zijn bijzonder krachtige lasers die schade zullen veroorzaken aan onbeschermde
ogen en huid door de te kijken in de straal en door bril- of verspreide weerkaatsing. Dit betekent dat er geen personeel in een ruimte waar een laser van Klasse 4 wordt gebruikt, mag aanwezig zijn zonder de correcte
oogbescherming.
PCI Bus (Peripheral Component Interconnect Local Bus)
PCI-bus is een specicatie die een 32-bits gegevensbusinterface denieert. PCI is een standaard die op
grote schaal wordt gebruikt door fabrikanten van uitbreidingskaarten.
POST (Power-On Self Test)
Wanneer u de computer inschakelt, zal deze eerst de POST uitvoeren. Dit is een reeks softwarematig bestuurde diagnosetests. De POST controleert het systeemgeheugen, de circuits op het moederbord, het beeldscherm, het toetsenbord, het diskettestation en andere I/O-apparaten.
RAM (Random Access Memory)
RAM (meestal gewoon "geheugen" genoemd) is de plaats in de computer waar het besturingssysteem,
de toepassingsprogramma’s en de gegevens die op dat ogenblik actief zijn, tijdelijk worden bewaard
zodat ze sneller toegankelijk zijn voor de processor van de computer in vergelijking met het lezen van en schrijven naar langzamere opslagmedia zoals de harde schijf of de optische schijf.
Page 75
Bijlage B
B-21
Woordenlijst (Vervolg)
Stand-bystand
In Opslaan-naar-RAM (STR) en Opslaan-naar-schijf (STD) wordt de CPU-klok gestopt en worden de meeste notebooks in de laagste actieve status geplaatst. De notebook gaat naar de stand-bystand wanneer
het systeem gedurende een specieke opgegeven periode inactief blijft of wanneer u de functietoetsen
gebruikt. De time-outinstelling voor de harde schijf en de videokaart kunnen beide worden ingesteld door de BIOS Setup. De voedings-LED knippert wanneer de notebook in de STR-stand is. In de STD-stand zal het lijken alsof de notebook UITGESCHAKELD is.
Systeemschijf
Een systeemschijf bevat het kernbestand van een besturingssysteem en wordt gebruikt om het besturingssysteem op te starten.
TPM (Trusted Platform Module) (op sommige modellen)
De TPM is een beveiligingsapparaat op het systeembord dat door de computer gegenereerde sleutels bewaart voor coderingen. Het is een op hardware gebaseerde oplossing die helpt aanvallen te vermijden van hackers die op zoek zijn naar wachtwoorden en coderingssleutels van vertrouwelijke gegevens. De TPM biedt de pc of notebook de mogelijkheid toepassingen veiliger uit te voeren en transacties en communicatie betrouwbaarder te maken.
Getwiste kabel
De kabel die wordt gebruikt om een Ethernetkaart te verbinden met een host (doorgaans een hub of switch) wordt een recht getwiste ethernetkabel (TPE) genoemd. De eindaansluitingen worden RJ-45­connectors genoemd. Deze zijn niet compatibel met RJ-11-telefoonaansluitingen. Als u twee computers samen verbindt zonder een hub tussen de computers, is een crossover getwiste kabel vereist.
UltraDMA/66 of 100
UltraDMA/66 of 100 zijn nieuwe specicaties om de IDE-overdrachtsnelheden te verbeteren. In
tegenstelling tot de traditionele PIO-modus die alleen gebruik maakt van de stijgende kant van het IDE-opdrachtsignaal om gegevens over te dragen, gebruikt UltraDMA/66 of 100 zowel de stijgende als dalende kant.
USB (Universal Serial Bus)
Een nieuwe 4-pins seriële bus voor randapparatuur waarmee plug&play randapparatuur van de computer, zoals toetsenbord, muis, joystick, scanner, printer en modem/ISDN automatisch kan worden
gecongureerd wanneer ze fysiek worden aangesloten, zonder dat hiervoor stuurprogramma’s moeten
worden geïnstalleerd of de computer opnieuw moet worden opgestart. Met USB kunnen de traditionele ingewikkelde kabelaansluitingen op de achterkant van uw computer worden uitgeschakeld.
Page 76
B BijlageBijlage
B-22
Bekendmakingen en veiligheidsverklaringen
Informatie dvd-romstation
De notebook wordt geleverd met een optioneel dvd-romstation of een cd-romstation. Om dvd-titels te kunnen bekijken, moet u uw eigen dvd-weergavesoftware installeren. U kunt optioneel dvd­weergavesoftware aankopen bij deze notebook. Met het dvd-romstation kunt u zowel cd- als dvd-schijven gebruiken.
Regionale weergave-informatie
De weergave van dvd-lmtitels omvat het decoderen van MPEG2-video, digitale AC3-audio en door
CSS beveiligde inhoud. CSS (soms kopieerbeveiliging genoemd) is de naam die werd gegeven aan het
schema voor de inhoudsbescherming dat door de lmindustrie wordt toegepast om te voldoen aan de
behoefte aan een bescherming tegen het illegaal kopiëren van inhoud.
Hoewel er talrijke regels zijn die aan CSS-licentiehouders worden opgelegd, is er één regel die het meeste
betrekking heeft op de weergavebeperkingen op de in regio’s ingedeelde inhoud. Om de geograsche opgesplitste releasedatums van lms te vergemakkelijken, worden dvd-videotitels uitgegeven voor speciek geograsche regio’s zoals hieronder omschreven onder “Regiodenities”. De wetten op het auteursrecht vereisen dat alle dvd-lms worden beperkt tot een specieke regio (doorgaans gecodeerd volgens de regio waar de dvd wordt verkocht). Terwijl de inhoud van een dvd-lm kan worden uitgegeven voor meerdere regio’s, vereisen de CSS-regels dat elk systeem dat in staat is CSS-gecodeerde inhoud af
te spelen, alleen in staat mag zijn om één regio af te spelen.
Regiodenities
Regio 1
Canada, VS, Amerikaanse territoria
Regio 2
Tsjechië, Egypte, Finland, Frankrijk, Duitsland, de Golfstaten, Hongarije, IJsland, Iran, Irak, Ierland, Italië, Japan, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Saoedi-Arabië, Schotland, Zuid-Afrika, Spanje, Zweden, Zwitserland, Syrië, Turkije, UK, Griekenland, Voormalige Joegoslavische Republiek, Slowakije
Regio 3
Birma, Indonesië, Zuid-Korea, Maleisië, Filippijnen, Singapore, Taiwan, Thailand, Vietnam
Regio 4
Australië, Caraïben (behalve Amerikaanse Territoria), Centraal-Amerika, Nieuw-Zeeland, Pacische
eilanden, Zuid-Amerika
Regio 5
GOS, India, Pakistan, Rest van Afrika, Rusland, Noord-Korea
Regio 6
China
De instelling van de regio kan maximaal vijf maal worden gewijzigd via de weergavesoftware. Daarna kan de speler alleen dvd-lms van de laatste regio-instelling afspelen. Als u de regiocode daarna opnieuw aanpast, zal het toestel opnieuw moeten worden ingesteld naar de fabrieksinstelling. Deze bewerking valt niet onder de
garantie. Als een reset nodig is, zullen de verzend- en resetkosten voor rekening van de gebruiker zijn.
Page 77
Bijlage B
B-23
Naleving interne modem
Het model van de notebook met interne modem voldoet aan JATE (Japan), FCC (VS, Canada, Korea, Taiwan) en CTR21. De interne modem werd goedgekeurd in overeenstemming met de Richtlijn van de Raad 98/482/EC voor pan-Europese enkelvoudige aansluitingen op een openbaar telefoonnet (PSTN=
public switched telephone network). Door verschillen tussen de afzonderlijke PSTN’s die in verschillende
landen worden aangeboden, biedt de goedkeuring niet zelfstandig een onvoorwaardelijke garantie van succesvol gebruik op elk eindpunt van een PSTN-net. Als er problemen optreden, dient u in de eerste plaats contact op te nemen met de leverancier van uw apparatuur.
Overzicht
Op 4 augustus 1998 werd het besluit van de Europese raad met betrekking tot de CTR 21 gepubliceerd
in het ofciële tijdschrift van de EG. De CTR 21 is van toepassing op alle eindapparatuur zonder spraak
met DTMF-kiesmogelijkheden, die bedoeld is om op de analoge PSTN (Public Switched Telephone Network) te worden aangesloten.
CTR 21 (Common Technical Regulation) voor de vereisten van de randapparaten voor verbinding met analoge openbare telefoonnetwerken (PSTN) (behalve eindapparatuur die spraaktelefonie ondersteunt) waarin netwerkadressering, indien voorzien, gebeurt via een signaal van twee tonen op meerder frequen­ties.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Verklaring die door de fabrikant moet worden gegeven aan de aangemelde instantie (Notied Body) en de
verkoper: “Deze verklaring zal de netwerken aangeven waarvoor deze apparatuur werd ontwikkeld en alle gemelde netwerken waarmee de apparatuur bij de onderlinge werking problemen kan ondervinden”
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Verklaring die door de fabrikant aan de gebruiker moet worden gegeven: “Deze verklaring zal de netwerken aangeven waarvoor deze apparatuur werd ontwikkeld en alle gemelde netwerken waarmee de apparatuur bij de onderlinge werking problemen kan ondervinden. De fabrikant zal ook een verklaring koppelen om duidelijk te maken op welk vlak de netwerkcompatibiliteit afhankelijk is van de instellingen van fysieke en softwareschakelopties. Deze verklaring zal de gebruiker ook de raad geven contact op te nemen met de verkoper als deze de apparatuur op een ander netwerk wil gebruiken.”
Tot op heden heeft de Notied Body van CETECOM verschillende pan-Europese goedkeuringen verleend
voor het gebruik van CTR21. De resultaten zijn de eerste modems in Europa die geen regelgevende goedkeuring vereisen in elk afzonderlijk Europees land.
Non-voice apparatuur
Naast antwoordapparaten en luidsprekertelefoons, kunnen ook modems, faxapparaten, automatische kiesapparaten en alarmsystemen in aanmerking komen. Apparatuur waarvoor de end-to-end kwaliteit van de spraak door voorschriften worden beheerd (bijv. telefoons met handsets en in sommige landen ook draadloze telefoons), is uitgesloten.
Page 78
B BijlageBijlage
B-24
Naleving interne modem (Vervolg)
Deze tabel toont de landen die momenteel onder de CTR21­standaard vallen.
Land Van toepassing Meer tests
Oostenrijk1 Ja Nee België Ja Nee Tsjechische Republiek Nee Niet van toepassing Denemarken1 Ja Ja Finland Ja Nee Frankrijk Ja Nee Duitsland Ja Nee Griekenland Ja Nee Hongarije Nee Niet van toepassing IJsland Ja Nee Ierland Ja Nee Italië In behandeling In behandeling Israël Nee Nee Liechtenstein Ja Nee Luxemburg Ja Nee Nederland1 Ja Ja Noorwegen Ja Nee Polen Nee Niet van toepassing Portugal Nee Niet van toepassing Spanje Nee Niet van toepassing Zweden Ja Nee Zwitserland Ja Nee Verenigd Koninkrijk Ja Nee
Deze informatie werd gekopieerd van CETECOM wordt geleverd zonder enige verantwoordelijkheid. Updates van deze tabel kunt u vinden op http://www.cetecom.de/technologies/ctr_21.html
1
De nationale vereisten zullen alleen van toepassing zijn als het apparaat pulskiezen mag gebruiken (fabrikanten kunnen in de gebruiksaanwijzing vermelden dat het apparaat alleen bedoeld is om DTMF­signalen te ondersteunen, zodat alle extra tests overbodig worden).
In Nederland zijn extra tests vereist voor aansluiting in serie en faciliteiten voor de beller-ID.
Page 79
Bijlage B
B-25
FCC-verklaring (Federal Communications Commission)
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden:
• Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en
• Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip van storing die ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een klasse B digitaal apparaat, in naleving van deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn vastgesteld om een redelijke beveiliging te bieden tegen schadelijke storingen in een residentiële installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructies, schadelijke storing veroorzaken in radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat er geen storing zal optreden in een particuliere installatie. Indien dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt aan radio- of televisieontvangst, wat kan vastgesteld worden door het apparaat in en uit te schakelen, moet de gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:
• Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
• Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/Tv-technicus voor hulp.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een voedingskabel van het beschermde type is
vereist om te voldoen aan de FCC-emissiebeperkingen en om storingen in nabijgelegen radio- en tv-ontvangst te voorkomen. Het is van essentieel belang dat alleen de
meegeleverde voedingskabel wordt gebruikt. Gebruik alleen afgeschermde kabels om I/O-apparaten aan te sluiten op deze uitrusting. Alle wijzigingen of aanpassingen
die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om het apparaat te bedienen nietig verklaren.
(Afgedrukt van de Code van Federale Voorschriften nr. 47, deel 15.193, 1993. Washington DC: Ofce of the Federal Register, National Archives en Records Administration, U.S. Government Printing Ofce.)
FCC-vereisten radiofrequentiestoringen
Door zijn werking binnen het frequentiebereik van 5,15 tot 5,25 GHZ is dit apparaat beperkt tot GEBRUIK BINNENSHUIS. FCC vereist dat dit product binnenshuis wordt gebruikt voor het frequentiebereik van 5,15 tot 5,25 GHz om potentiële schadelijke storingen aan bijkanalen van mobiele satellietsystemen te verminderen.
Radars met een hoog vermogen worden toegewezen als de primaire gebruikers van de banden 5,25 tot 5,35 GHz en 5,65 tot 5,85 Ghz. Deze radarstations kunnen storingen en/of schade aan dit apparaat veroorzaken.
BELANGRIJK! Dit apparaat en zijn antenne(s) mogen niet samen worden geplaatst of in combinatie worden gebruikt met een andere antenne of zender.
Page 80
B BijlageBijlage
B-26
R&TTE-richtlijn (1999/5/EG)
De volgende items zijn afgewerkt en gelden als relevant en voldoende voor de R&TTE-richtlijn (Radio & Telecommunications Terminal Equipment):
Essentiële vereisten zoals in [Artikel 3]
Beschermingsvereisten voor gezondheid en veiligheid zoals in [Artikel 3.1a]
Tests voor elektrische veiligheid volgens [EN 60950]
Beschermingsvereisten voor elektromagnetische compatibiliteit in [Artikel 3.1b]
Test voor elektromagnetische compatibiliteit in [EN 301 489-1] & [EN 301]
Tests volgens [489-17]
Effectief gebruik van het radiospectrum zoals in [Artikel 3.2]
Radio testsuites volgens [EN 300 328-2]
Waarschuwing van FCC voor blootstelling aan radiofrequenties (RF)
Deze apparatuur voldoet aan de beperkingen van de FCC met betrekking tot de blootstelling aan radiofrequenties, zoals uiteengezet voor een niet-gecontroleerde omgeving. Om de ,naleving te handhaven , moet u de bedieningsinstructies in de handleiding volgen. Deze apparatuur is voorzien voor gebruik binnen het frequentiebereik 5,5 GHz en 5,25GHz en is beperkt tot gebruik binnenshuis.
FCC-waarschuwing: aanpassingen en wijzigingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving kunnen de bevoegdheid van
de gebruiker om dit apparaat te gebruiken, vernietigen. “De fabrikant verklaart dat het apparaat is beperkt tot de kanalen 1 tot en met 11 in het frequentiebereik van 2,4 GHz door de rmware die onder beheer staat van de Verenigde Staten.”
FCC-richtlijnen voor RF-blootstelling (draadloze clients)
Dit apparaat werd getest op de naleving van de beperkingen op de FCC RF-blootstelling (SAR) in
standaard draagbare conguraties. Om te voldoen aan de SAR-beperkingen die zijn vastgesteld in de
ANSI C95.1-normen, is het bij gebruik van een draadloze LAN-adapter aanbevolen een geïntegreerde
antenne op meer dan [20cm] van uw lichaam of van omstaande personen te plaatsen wanneer het apparaat gedurende lange tijd wordt gebruikt. Als de antenne minder dan [20cm] van de gebruiker is geplaatst,
wordt de gebruiker aanbevolen de blootstellingsduur te beperken.
Waarschuwing CE-markering
Dit is een Klasse B-product. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dat geval kan de gebruiker worden gevraagd de nodige maatregelen te nemen.
Page 81
Bijlage B
B-27
Beperkte draadloze frequentiebanden Frankrijk
Sommige gebieden in Frankrijk hebben een beperkte frequentieband. In het slechtste geval is de maximale toegelaten spanning binnenshuis:
• 10mW voor de volledige 2,4 GHz band (2400 MHz–2483,5 MHz)
• 100mW voor frequenties tussen 2446,5 MHz en 2483,5 MHz
OPMERKING: Kanalen 10 tot 13 inclusief werken in de band 2446,6 MHz tot 2483,5
MHz.
Er zijn slechts enkele mogelijkheden voor gebruik buitenshuis: Op privé-eigendom of op privé-eigendom van publieke personen is het gebruik onderworpen aan een voorafgaande goedkeuringsprocedure door het Ministerie van Defensie, met een maximaal toegelaten vermogen van 100mW in de 2446,5–2483,5 MHz-band. Het gebruik buitenshuis op openbare eigendom is niet toegelaten.
In de onderstaande departementen voor de volledige 2,4 GHz-band:
• Maximaal toegelaten vermogen binnenshuis is 100mW
• Maximaal toegelaten vermogen buitenshuis is 10mW
Departementen waar het gebruik van de 2400–2483,5 MHz-band is toegelaten met een EIRP van minder dan 100mW binnenshuis en minder dan 10mW buitenshuis:
01 Ain Orientales 02 Aisne 03 Allier 05 Hautes Alpes 08 Ardennes 09 Ariège 11 Aude 12 Aveyron 16 Charente 24 Dordogne 25 Doubs 26 Drôme 32 Gers 36 Indre 37 Indre et Loire 41 Loir et Cher 45 Loiret 50 Manche 55 Meuse 58 Nièvre 59 Nord 60 Oise 61 Orne 63 Puy du Dôme 64 Pyrénées Atlantique 66 Pyrénées 67 Bas Rhin 68 Haut Rhin 70 Haute Saône 71 Saône et Loire 75 Paris 82 Tarn et Garonne 84 Vaucluse 88 Vosges 89 Yonne 90 Territoire de Belfort 94 Val de Marne
Deze vereiste zal mogelijk na verloop van tijd worden gewijzigd, zodat u uw draadloze LAN-kaart in meer gebieden in Frankrijk zult kunnen gebruiken. Raadpleeg ART voor de meest recente informatie (www.art-telecom.fr)
OPMERKING: Uw WLAN-kaart zendt minder dan 100mW maar meer dan 10mW uit.
Draadloos gebruikskanaal voor verschillende domeinen
N. Amerika 2.412-2.462 GHz Kanalen 01 tot 11 Japan 2.412-2.484 GHz Kanalen 01 tot 14 Europa (ETSI) 2.412-2.472 GHz Kanalen 01 tot 13
Page 82
B BijlageBijlage
B-28
UL-veiligheidsrichtlijnen
Vereist voor UL 1459-dekkende telecommunicatieapparatuur (telefoon) die bedoeld is voor elektrische aansluiting op een telecommunicatienetwerk dat een werkspanning voor de aarding heeft die de 200V­piek, 300V piek-naar-piek en 105V rms niet overschrijdt, en in overeenstemming met de Nationale Elektrische Code (NFPA 70) wordt geïnstalleerd of gebruikt.
Wanneer u de modem van de notebook gebruikt, dient u altijd de standaard veiligheidsmaatregelen op te volgen om het risico op brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel, inclusief de volgende voorschriften, te voorkomen:
• Gebruik de notebook niet in de nabijheid van water, zoals bij een badkuip, een wastafel, een gootsteen of een wasmachine, in een vochtige kelder of bij een zwembad.
• Gebruik de notebook niet tijdens een onweer. Er kan een klein risico bestaan op elektrische schok door bliksem.
• Gebruik de notebook niet in de buurt van een gaslek.
Vereist voor UL 1642-dekkende primaire (niet oplaadbare) en secundaire (oplaadbare) lithiumbatterijen voor gebruik als voedingsbron in de producten. Deze batterijen bevatten metaallithium, een lithiumlegering of een lithium-ion en kunnen samengesteld zijn uit één elektrochemische cel of uit twee of meer cellen die serieel, parallel of op beide manieren aangesloten zijn, en die de chemische energie converteren naar elektrische energie door een onomkeerbare of omkeerbare chemische reactie.
• Gooi de batterijdoos van de notebook niet in het vuur, aangezien de batterij kan ontploffen. Raadpleeg de lokale richtlijnen voor mogelijke speciale voorschriften op het vlak van afvalverwijdering om het risico op lichamelijke letsels door brand of explosie te voorkomen.
• Gebruik geen voedingsadapters of batterijen van andere apparaten om het risico op lichamelijke
letsels door brand of explosie te vermijden. Gebruik alleen UL-gecerticeerde voedingsadapters of
batterijen die door de fabrikant of een erkende verdeler zijn geleverd.
Vereiste spanningsveiligheid
Product met een elektrisch stroombereik tot 6A en een gewicht van meer dan 3 kg moeten goedgekeurde voedingskabels gebruiken die groter zijn dan of gelijk aan: H05VV-F, 3G, 0.75mm2 of H05VV-F, 2G,
0.75mm2.
Page 83
Bijlage B
B-29
Waarschuwingen Nordic lithium (voor lithium-ionbatterijen)
(Japanese)
CAUTION! Danger of explosion if battery is incorrectly replaced. Replace only with the same or equivalent type recommended by the manufacturer. Dispose of used batteries
according to the manufacturer’s instructions. (English)
ATTENZIONE! Rischio di esplosione della batteria se sostituita in modo errato. Sostituire la batteria con un una di tipo uguale o equivalente consigliata dalla fabbrica.
Non disperdere le batterie nell’ambiente. (Italian)
VORSICHT! Explosionsgetahr bei unsachgemäßen Austausch der Batterie. Ersatz nur durch denselben oder einem vom Hersteller empfohlenem ähnlichen Typ. Entsorgung gebrauchter Batterien nach Angaben des Herstellers. (German)
ADVARSELI! Lithiumbatteri - Eksplosionsfare ved fejlagtig håndtering. Udskiftning må kun ske med batteri af samme fabrikat og type. Levér det brugte batteri tilbage til leverandøren. (Danish)
VARNING! Explosionsfara vid felaktigt batteribyte. Använd samma batterityp eller en ekvivalent typ som rekommenderas av apparattillverkaren. Kassera använt batteri enligt fabrikantens instruktion. (Swedish)
VAROITUS! Paristo voi räjähtää, jos se on virheellisesti asennettu. Vaihda paristo ainoastaan laitevalmistajan sousittelemaan tyyppiin. Hävitä käytetty paristo valmistagan ohjeiden mukaisesti. (Finnish)
ATTENTION! Il y a danger d’explosion s’il y a remplacement incorrect de la batterie. Remplacer uniquement avec une batterie du mêre type ou d’un type équivalent
recommandé par le constructeur. Mettre au rebut les batteries usagées conformément aux instructions du fabricant. (French)
ADVARSEL! Eksplosjonsfare ved feilaktig skifte av batteri. Benytt samme batteritype eller en tilsvarende type anbefalt av apparatfabrikanten. Brukte batterier kasseres i henhold til fabrikantens instruksjoner. (Norwegian)
BELANGRIJK: Afhankelijk van het model kunnen onderdelen die in het beeldscherm van de notebook zijn gebruikt, kwik bevatten. Zorg ervoor dat u het afval recyclet of weggooit in overeenstemming met de lokale, regionale en federale wetten.
Hg
Page 84
B BijlageBijlage
B-30
Onderhoudswaarschuwingslabel
WAARSCHUWING: Wanneer u andere aanpassingen of procedures uitvoert dan
deze die in de gebruiksaanwijzing zijn opgegeven, kunt u worden blootgesteld aan
gevaarlijke laserstraling. Probeer het optisch station niet te demonteren. Voor uw veiligheid raden wij u aan het optische station alleen door een erkende serviceverlener te laten onderhouden of repareren.
OPGELET: ONZICHTBARE LASERSTRALING WANNEER GEOPEND. KIJK NIET IN DE STRAAL OF KIJK NIET RECHTSTREEKS MET OPTISCHE INSTRUMENTEN.
CDRH-voorschriften
Het Centrum voor apparaat- en radiologische gezondheid (Center for Devices and Radiological Health,CDRH) van de U.S. Food and Drug Administration (Amerikaanse voedings- en geneesmiddelenbureau) heeft op 2 augustus 1976 voorschriften opgelegd voor laserproducten. Deze voorschriften zijn van toepassing op laserproducten die werden geproduceerd vanaf 1 augustus 1976. De naleving is verplicht voor producten die in de Verenigde Staten worden verdeeld.
Productmededeling Macrovision Corporation
In dit product is de kopieerbeveiligingstechnologie geïntegreerd dat wordt beschermd door methodeclaims van sommige Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten die eigendom zijn van Macrovision Corporation en andere eigenaars van rechten. Het gebruik van deze kopieerbeveiligingstechnologie moet door Macrovision Corporation zijn goedgekeurd en is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik en andere beperkte weergavemethodes, tenzij anders toegelaten door Macrovision Corporation. Reverse engineering of demontage is verboden.
Veiligheidsinformatie optisch station
Informatie laserveiligheid
Interne of externe optische stations die met deze notebook worden verkocht bevatten een LASERPRODUCT
VAN KLASSE 1. U kunt de laserclassicatie terugvinden in de woordenlijst aan het einde van deze
gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING: Het gebruik van bedieningselementen of aanpassing van de prestaties van procedures die niet in dit document of in de installatiegids van het laserproduct zijn vermeld, kunnen een gevaarlijke blootstelling aan straling
veroorzaken.
Page 85
Bijlage B
B-31
CTR 21-goedkeuring (voor notebook met geïntegreerde modem)
Danish
Dutch
English
Finnish
French
German
Greek
Italian
Portuguese
Spanish
Swedish
Page 86
B BijlageBijlage
B-32
Informatie over de notebook
Deze pagina is voorzien voor het noteren van informatie met betrekking tot uw notebook, zodat u deze gegevens later kunt raadplegen of gebruiken voor de technische ondersteuning. Als u de wachtwoorden hebt ingevuld, dient u deze gebruiksaanwijzing op een veilige locatie te bewaren.
Naam eigenaar: ____________________________ Telefoon eigenaar: ______________
Fabrikant: __________________ Model: ____________ Serienummer: ______________
Beeldschermgrootte: _____ Resolutie: _________Geheugengrootte: ______________
Verkoper: __________________ Plaats: __________ Aankoopdatum: ______________
Fabrikant harde schijf: _____________________________ Capaciteit: ______________
Fabrikant optisch station: _______________________________ Type: ______________
BIOS-versie: _________________________________________ Datum: ______________
Accessoires: _____________________________________________________________
Accessoires: _____________________________________________________________
Software
Besturingssysteem: _________ Versie: ____________ Serienummer: ______________
Software: __________________ Versie: ____________ Serienummer: ______________
Software: __________________ Versie: ____________ Serienummer: ______________
Beveiliging
Naam supervisor: _____________________ Wachtwoord supervisor: ______________
Gebruikersnaam: _______________________Gebruikerswachtwoord: ______________
Netwerk
Gebruikersnaam: ______ Wachtwoord: _________________ Domein: ______________
Gebruikersnaam: ______ Wachtwoord: _________________ Domein: ______________
Page 87
Copyright-informatie
Geen enkel deel van deze handleiding, met inbegrip van de producten en de software die hierin is beschreven, mag zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van ASUSTeK COMPUTER INC. (“ASUS”) worden gereproduceerd, verzonden, getranscribeerd, opgeslagen in een retrievalsysteem of in enige taal worden vertaald in enige vorm of door enig middel, behalve documentatie die door de koper wordt gebruikt voor back-updoeleinden.
ASUS BIEDT DEZE HAND LEIDING "ZOALS ZE IS" ZONDER ENIGE GARANTIES, HETZIJ UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN VOOR VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. IN GEEN GEVAL ZAL ASUS, HAAR DIRECTEURS, FUNCTIONARISSEN, WERKNEMERS OF AGENTEN AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE INDIRECTE, SPECIALE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF SCHADE DOOR WINSTDERVING, VERLIES VAN HANDEL, VERLIES VAN GEBRUIK OF GEGEVENS, ONDERBREKING VAN HANDEL EN DERGELIJKE), ZELFS ALS ASUS OP DE HOOGTE WERD GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT FOUTEN IN DEZE HANDLEIDING OF DEFECTEN AAN HET PRODUCT.
Producten en bedrijfsnamen die in deze handleiding zijn vermeld, zijn mogelijk geregistreerde handelsmerken of auteursrechten van hun respectieve bedrijven en worden uitsluitend gebruikt voor
identicatie of toelichting en in het voordeel van de eigenaar, zonder de bedoeling te hebben een inbreuk
te plegen op hun rechten.
DE SPECIFICATIES EN INFORMATIE DIE IN DEZE HANDLEIDING ZIJN OPGENOMEN, ZIJN UITSLUITEND INFORMATIEF BEDOELD EN OP ELK OGENBLIK EN ZONDER KENNISGEVING ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN. ZE MOGEN NIET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN VERBINTENIS DOOR ASUS. ASUS AANVAARDT GEEN VERANTWOORDELIJKHEID OF AANSPRAKELIJKHEID VOOR FOUTEN OF ONNAUWKEURIGHEDEN DIE MOGELIJK IN DEZE HANDLEIDING ZIJN VERMELD, INCLUSIEF DE PRODUCTEN EN SOFTWARE DIE ERIN ZIJN BESCHREVEN.
Copyright © 2008 ASUSTeK COMPUTER INC. Alle rechten voorbehouden.
Beperkte aansprakelijkheid
Er kunnen zich situaties voordoen door een fout van de kant van ASUS of door een andere aansprakelijkheid. In deze gevallen hebt u het recht op schadevergoeding door ASUS. En elk van dergelijke gevallen, ongeacht de basis waarop u gemachtigd bent schadevergoeding te eisen van ASUS, zal ASUS maximaal aansprakelijk zijn voor schade door lichamelijk letsel (inclusief overlijden) en schade aan vastgoed en activa of elke andere eigenlijke of directe schade die voortvloeit uit de weglating of het niet naleven van wettelijke verplichtingen onder deze Garantieverklaring, tot de aangegeven contractprijs van elk product.
ASUS zal alleen verantwoordelijke zijn voor schadevergoeding van uw verlies, schade of claim op basis van het contract, onrechtmatig gebruik of inbreuk onder deze Garantieverklaring.
Deze beperking is ook van toepassing op de leveranciers en wederverkopers van ASUS. Dit is het maximale bereik waarvoor ASUS, haar leveranciers en uw wederverkoper gezamenlijk aansprakelijk zijn.
IN GEEN GEVAL ZAL ASUS AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR HET VOLGENDE: (1) CLAIMS VAN DERDEN TEGENOVER U VOOR SCHADE; (2) VERLIES VAN OF SCHADE AAN UW RECORDS OF GEGEVENS OF (3) SPECIALE, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF ENIGE ECONOMISCHE GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF WINSTDERVING OF VERLIES VAN OPBRENGSTEN), ZELFS ALS ASUS, HAAR LEVERANCIERS OF UW WEDERVERKOPER OP DE HOOGTE WERD GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
Service en ondersteuning
Bezoek onze meertalige website op http://support.asus.com
Page 88
This product is protected by one or more of the following U.S. Patents:
7,416,423; 7,415,588; 7,413,402; 7,411,791; 7,408,855; 7,403,378; 7,400,721; 7,399,011; 7,394,533; 7,392,968; 7,388,754; 7,388,752; 7,388,743; 7,382,605; 7,382,314; 7,375,952; 7,374,433; 7,373,493; 7,369,402; 7,369,064; 7,362,568; 7,362,521; 7,362,276; 7,361,034; 7,359,209; 7,359,189; 7,355,372; 7,353,408; 7,352,586; 7,343,645; 7,342,777; 7,342,193; 7,332,990; 7,328,354; 7,327,568; 7,325,241; 7,321,523; 7,319,585; 7,304,257; 7,299,479; 7,294,021; 7,294,011; 7,293,890; 7,293,273; 7,276,660; 7,267,566; 7,261,579; 7,261,573; 7,261,331; 7,259,342; 7,257,761; 7,245,488; 7,241,946; 7,234,971; 7,233,555; 7,229,000; 7,224,657; 7,223,021; 7,218,587; 7,218,096; 7,213,250; 7,203,856; 7,193,580; 7,189,937; 7,187,537; 7,185,297; 7,184,278; 7,164,089; 7,161,541; 7,149,911; 7,148,418; 7,137,837; 7,133,279; 7,130,994; 7,125,282; 7,120,018; 7,111,953; 7,103,765; 7,100,087; 7,091,735; 7,088,592; 7,088,119; 7,086,887; 7,085,130; 7,078,882; 7,068,636; 7,066,751; 7,061,773; 7,047,598; 7,047,541; 7,043,741; 7,039,415; 7,035,946; 7,002,804; 6,980,159; 6,969,266; 6,946,861; 6,938,264; 6,933,927; 6,922,382; 6,873,064; 6,870,513; 6,843,407; 6,842,150; 6,827,589; 6,819,564; 6,817,510; 6,788,944; 6,783,373; 6,782,451; 6,775,208; 6,768,224; 6,760,293; 6,742,693; 6,732,903; 6,728,529; 6,724,352; 6,717,802; 6,717,074; 6,711,016; 6,694,442; 6,693,865; 6,687,248; 6,671,241; 6,657,548; 6,639,806; 6,622,571; 6,618,813; 6,612,850; 6,600,708; 6,561,852; 6,515,663; 6,509,754; 6,500,024; 6,491,359; 6,456,580; 6,456,492; 6,449,224; 6,449,144; 6,430,060; 6,415,389; 6,412,036; 6,407,930; 6,396,419; 6,396,409; 6,377,033; 6,339,340; 6,330,996; 6,310,779; 6,305,596; 6,301,778; 6,253,284; 6,226,741; 6,147,467; 6,095,409; 6,094,367; 6,085,331; 6,041,346; 5,963,017;
U.S. Patent Design D563,594; D557,695; D545,803; D542,256; D538,276; D534,889; D518,041; D510,325; D510,324; D509,194; Patents Pending.
Loading...