Geen enkel deel van deze handleiding, met inbegrip van de producten en de software die hierin is
beschreven, mag zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van ASUSTeK COMPUTER INC. (“ASUS”)
worden gereproduceerd, verzonden, getranscribeerd, opgeslagen in een retrievalsysteem of in enige taal
worden vertaald in enige vorm of door enig middel, behalve documentatie die door de koper wordt gebruikt
voor back-updoeleinden.
ASUS BIEDT DEZE HANDLEIDING “ZOALS ZE IS” ZONDER ENIGE GARANTIES, HETZIJ UITDRUKKELIJK OF
IMPLICIET, MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN
VOOR VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. IN GEEN GEVAL ZAL ASUS, HAAR
DIRECTEURS, FUNCTIONARISSEN, WERKNEMERS OF AGENTEN AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIGE INDIRECTE,
SPECIALE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF SCHADE DOOR WINSTDERVING, VERLIES VAN
HANDEL, VERLIES VAN GEBRUIK OF GEGEVENS, ONDERBREKING VAN HANDEL EN DERGELIJKE), ZELFS ALS
ASUS OP DE HOOGTE WERD GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE DIE VOORTVLOEIT
UIT FOUTEN IN DEZE HANDLEIDING OF DEFECTEN AAN HET PRODUCT.
Producten en bedrijfsnamen die in deze handleiding zijn vermeld, zijn mogelijk geregistreerde
handelsmerken of auteursrechten van hun respectieve bedrijven en worden uitsluitend gebruikt voor
identicatie of toelichting en in het voordeel van de eigenaar, zonder de bedoeling te hebben een inbreuk te
plegen op hun rechten.
DE SPECIFICATIES EN INFORMATIE DIE IN DEZE HANDLEIDING ZIJN OPGENOMEN, ZIJN UITSLUITEND
INFORMATIEF BEDOELD EN OP ELK OGENBLIK EN ZONDER KENNISGEVING ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN.
ZE MOGEN NIET WORDEN BESCHOUWD ALS EEN VERBINTENIS DOOR ASUS. ASUS AANVAARDT GEEN
VERANTWOORDELIJKHEID OF AANSPRAKELIJKHEID VOOR FOUTEN OF ONNAUWKEURIGHEDEN DIE MOGELIJK
IN DEZE HANDLEIDING ZIJN VERMELD, INCLUSIEF DE PRODUCTEN EN SOFTWARE DIE ERIN ZIJN BESCHREVEN.
Er kunnen zich situaties voordoen door een fout van de kant van ASUS of door een andere aansprakelijkheid.
In deze gevallen hebt u het recht op schadevergoeding door ASUS. En elk van dergelijke gevallen, ongeacht
de basis waarop u gemachtigd bent schadevergoeding te eisen van ASUS, zal ASUS maximaal aansprakelijk
zijn voor schade door lichamelijk letsel (inclusief overlijden) en schade aan vastgoed en activa of elke andere
eigenlijke of directe schade die voortvloeit uit de weglating of het niet naleven van wettelijke verplichtingen
onder deze Garantieverklaring, tot de aangegeven contractprijs van elk product.
ASUS zal alleen verantwoordelijke zijn voor schadevergoeding van uw verlies, schade of claim op basis van het
contract, onrechtmatig gebruik of inbreuk onder deze Garantieverklaring.
Deze beperking is ook van toepassing op de leveranciers en wederverkopers van ASUS. Dit is het maximale
bereik waarvoor ASUS, haar leveranciers en uw wederverkoper gezamenlijk aansprakelijk zijn.
IN GEEN GEVAL ZAL ASUS AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR HET VOLGENDE: (1) CLAIMS VAN DERDEN TEGENOVER
U VOOR SCHADE; (2) VERLIES VAN OF SCHADE AAN UW RECORDS OF GEGEVENS OF (3) SPECIALE,
INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE OF ENIGE ECONOMISCHE GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF WINSTDERVING
OF VERLIES VAN OPBRENGSTEN), ZELFS ALS ASUS, HAAR LEVERANCIERS OF UW WEDERVERKOPER OP DE
HOOGTE WERD GEBRACHT VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE.
Service en ondersteuning
Bezoek onze meertalige website op http://support.asus.com
Page 3
Inhoudsopgave
Over deze handleiding ............................................................................................6
In deze handleiding gebruikte conventies ............................................................ 7
CTR 21-goedkeuring(voor notebook met geïntegreerde modem) .............109
Product dat voldoet aan ENERGY STAR .................................................................. 111
Eco-label Europese Unie .............................................................................................111
Naleving en verklaring van wereldwijde milieuvoorschriften ......................112
ASUS-recycling/Diensten voor terugname ........................................................... 112
Gebruikershandleiding notebook PC-E
5
Page 6
6
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Over deze handleiding
Deze handleiding bevat informatie over de hardware- en softwareopties van uw notebook, georganiseerd in de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: Instellen van de hardware
In dit hoofdstuk worden de hardware-componenten beschreven
van uw notebook.
Hoofdstuk 2: Uw Notebook PC gebruiken
Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de verschillende delen
van de notebook.
Hoofdstuk 3: Werken met Windows® 8
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van het gebruik van Windows
8 op uw notebook.
Hoofdstuk 4: ASUS apps
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de ASUS-apps die met
het besturingssysteem Windows® 8 op de notebook worden
meegeleverd.
Hoofdstuk 5: POST (Power-On Self Test = zelftest bij inschakelen)
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u POST gebruikt om de instellingen
van uw notebook te wijzigen.
Tips en veelgestelde vragen
In dit gedeelte vindt u enkele aanbevolen tips en veelgestelde
vragen over hardware en software die u kunt raadplegen voor het
onderhouden en oplossen van gebruikelijke problemen met uw
notebook.
Bijlagen
Dit deel bevat berichtgevingen en veiligheidsverklaringen over
uw notebook.
Page 7
In deze handleiding gebruikte conventies
Om belangrijke informatie in deze handleiding te markeren, worden
berichten als volgt voorgesteld:
BELANGRIJK! Dit bericht bevat essentiële informatie die moet worden
opgevolgd om een taak te voltooien.
OPMERKING: dit bericht bevat aanvullende informatie en tips die kunnen
helpen bij het voltooien van taken.
WAARSCHUWING! Dit bericht bevat belangrijke informatie die moet
worden opgevolgd om uw veiligheid te bewaren tijdens het uitvoeren
van bepaalde taken en om schade aan de gegevens en onderdelen van
uw notebook te voorkomen.
Pictogrammen
De onderstaande pictogrammen geven aan welk apparaat kan worden
gebruikt voor het voltooien van een reeks taken of procedures op uw
notebook.
= Gebruik het aanraakscherm.
= de aanraaktoetsen gebruiken.
= het toetsenbord gebruiken.
Typograe
Vet= dit geeft een menu of een item aan dat moet worden
geselecteerd.
Cursief = dit geeft de toetsen aan die u moet indrukken op het
toetsenbord.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
7
Page 8
8
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Veiligheidsmaatregelen
Uw Notebook PC gebruiken
Deze notebook mag alleen worden gebruikt op
plaatsen met een omgevingstemperatuur tussen
5°C (41°F) en 35°C (95°F).
Zie het vermogenslabel op de onderkant van de
notebook en zorg ervoor dat de voedingsadapter
overeenkomt met dit vermogen.
Laat uw Notebook PC niet op uw schoot of nabij
een lichaamsdeel staan om ongemakken of
verwondingen door blootstelling aan hitte te
voorkomen.
Gebruik geen beschadigde voedingskabels,
accessoires en andere randapparatuur met uw
notebook.
Wanneer de Notebook PC AAN staat, moet u ervoor
zorgen dat u het niet draagt of bedekt met enig
materiaal dat de luchtcirculatie kan reduceren.
Plaats uw Notebook PC niet op ongelijke of
onstabiele werkoppervlakken.
U kunt uw Notebook PC door röntgenapparaten op
luchthavens sturen (gebruikt voor items die op de
lopende band worden geplaatst), maar stel ze niet
bloot aan magnetische detectors en wanden.
Neem contact op met uw luchtvaartmaatschappij
voor meer informatie over gerelateerde services
aan boord die kunnen worden gebruikt en
beperkingen die moeten worden opgevolgd bij het
gebruiken van uw Notebook PC aan boord.
Page 9
Zorg voor uw Notebook PC
Haal de wisselstroom los en verwijder de accu
(indien van toepassing) voordat u uw Notebook
PC reinigt. Gebruik een schone cellulosespons of
zeemlap die is bevochtigd met een oplossing van
niet-schurend afwasmiddel en een paar druppels
warm water. Verwijder al het extra vocht van uw
Notebook PC met gebruik van een droge doek.
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals
verdunners, benzeen of andere chemicaliën op of
nabij uw Notebook PC.
Plaats geen objecten bovenop uw Notebook PC.
Stel uw Notebook PC niet bloot aan sterke
magnetische of elektrische velden.
Gebruik en stel uw Notebook PC niet bloot aan
vloeistoen, regen of vocht.
Stel uw Notebook PC niet bloot aan stoge
omgevingen.
Gebruik uw Notebook PC niet nabij gaslekken.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
9
Page 10
10
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Goede verwijdering
Gooi de notebook NIET bij het huisvuil. Dit product
werd ontworpen om een hergebruik van de
onderdelen en het recyclen mogelijk te maken. Het
symbool met doorgekruiste afvalbak geeft aan dat
het product (elektrische, elektronische apparatuur
en kwikhoudende knoopcelbatterij) niet bij het
huishoudelijk afval mag worden weggegooid.
Informeer naar de plaatselijke voorschriften voor
het verwijderen van elektronica.
Gooi de batterij NIET bij het huisvuil. Het symbool
met de doorgestreepte afvalcontainer betekent
dat de batterij niet bij het huisvuil mag worden
gegooid.
Page 11
Hoofdstuk 1:
Instellen van de hardware
Gebruikershandleiding notebook PC-E
11
Page 12
12
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Uw Notebook PC leren kennen
Bovenaanzicht
OPMERKING:De lay-out van het toetsenbord kan variëren per regio of
land. Het uiterlijk van het bovenaanzicht kan tevens variëren afhankelijk
van het model Notebook PC.
Page 13
Matrixmicrofoons
De matrixmicrofoons hebben functies voor annuleren van
echo, ruisonderdrukking en straalvorming voor een betere
spraakherkenning en opname van audio.
Omgevingslichtsensor
De omgevingslichtsensor detecteert de hoeveelheid
omgevingsverlichting in uw omgeving. Hiermee kan het
systeem de helderheid van het display automatisch aanpassen
op basis van de omgevingsverlichting.
Camera
Met de ingebouwde camera kunt u foto's maken of video's op te
nemen met gebruik van uw Notebook PC.
Camera-indicator
De camera-indicator geeft aan wanneer de ingebouwde camera
in gebruik is.
Bluetooth-indicator / Indicator Draadloos
Deze indicatie licht op om aan te geven dat de bluetooth-functie
of de draadloze LAN van uw Notebook PC is ingeschakeld.
Caps-Lock-indicator
Deze indicatie licht op wanneer de caps lock-functie wordt
geactiveerd. Door het gebruik van caps lock kunt u hoofdletters
typen (bijv. A, B, C) met het toetsenbord van de Notebook PC.
Aanraakscherm
Dit HD-aanraakscherm biedt uitstekende weergavefuncties
voor foto's, video's en andere multimediabestanden op uw
notebook. Via dit scherm kunt u uw notebook ook bedienen met
aanraakbewegingen.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
13
Page 14
14
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Aan/uit-knop
Druk op de voedingsknop om uw notebook in of uit te
schakelen. U kunt de voedingsknop ook gebruiken om uw
notebook in de slaap- of stand-bymodus te zetten en om deze te
activeren uit de slaap- of stand-bymodus.
Als uw notebook niet meer reageert, moet u de voedingsknop
ongeveer vier (4) seconden ingedrukt houden tot de notebook
wordt uitgeschakeld.
Voedingsindicator
De stroomindicatie licht op wanneer de Notebook PC wordt
aangezet en knippert langzaam wanneer de Notebook PC in de
slaapmodus staat.
Toetsenbord
Het toetsenbord heeft QWERTY-toetsen op volledige grootte
met een comfortabele bewegingsdiepte voor het typen. Het
stelt u tevens in staat om de functietoetsen te gebruiken,
maakt snelle toegang tot Windows® mogelijk en regelt andere
multimediafuncties.
OPMERKING: De lay-out van het toetsenbord verschilt volgens
het model of de regio.
Touchpad
De touchpad maakt het gebruik mogelijk van meerdere gebaren
om op het scherm te navigeren, waarbij wordt voorzien in een
intuïtieve gebruikerservaring. Het simuleert tevens de functies
van een normale muis.
OPMERKING: Zie voor meer details de sectie Het touchpad
gebruiken in deze handleiding.
Page 15
Onderkant
OPMERKING: Afhankelijk van het model kan het uiterlijk van de
onderkant verschillen.
WAARSCHUWING! De onderkant van de notebook kan warm tot
heet worden tijdens het gebruik of tijdens het opladen van de accu.
Tijdens het werken op uw Notebook PC moet u deze niet plaatsen op
oppervlakken die de ventilatie kunnen blokkeren.
BELANGRIJK! De batterijtijd varieert met het gebruik en met de
specicaties voor deze Notebook PC. De accu mag niet worden
gedemonteerd.
Ventilatieopeningen
De luchtopeningen laten koele lucht binnenkomen en warme
lucht uit uw Notebook PC ontsnappen.
BELANGRIJK! Zorg ervoor dat papier, boeken, kleding, kabels
of andere objecten geen van de luchtopeningen blokkeren om
oververhitting te voorkomen.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
15
Page 16
16
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Rechterkant
Flashgeheugenkaartlezer
Deze Notebook PC heeft één enkele ingebouwde sleuf voor de
lezer van de geheugenkaart, die de kaartformaten SD en SDHC
ondersteunt.
USB 3.0-poort
Deze USB 3.0-poort (Universal Serial Bus) biedt een
overdrachtsnelheid tot 5 Gbps en is achterwaarts compatibel
met USB 2.0.
Mini DisplayPort-aansluiting
Gebruik een DisplayPort-adapter om uw notebook aan te
sluiten op een DisplayPort of op een extern VGA-, DVI- of HDMIscherm en te genieten van beeldschermfuncties met hoge
resolutie.
Page 17
Linkerkant
Gelijkstroomingang (DC)
Steek de gebundelde stroomadapter in deze poort om de accu
op te laden en geef uw Notebook PC stroom.
WAARSCHUWING! De adapter kan warm tot heet worden
tijdens gebruik. Zorg ervoor dat u de adapter niet bedekt en
houd deze weg van uw lichaam terwijl het is aangesloten op
een stroombron.
BELANGRIJK! Gebruik alleen de gebundelde stroomadapter om
de accu op te laden en uw Notebook PC van stroom te voorzien.
USB 3.0-poort
Deze USB 3.0-poort (Universal Serial Bus) biedt een
overdrachtsnelheid tot 5 Gbps en is achterwaarts compatibel
met USB 2.0.
Micro-HDMI-poort
Deze poort is voor een micro-HDMI-aansluiting (HighDenition Multimedia Interface) en is HDCP-compatibel voor
afspelen van HD DVD, Blu-ray en andere beschermde inhoud.
Hoofdtelefoonuitgang
Via deze poort kunt u uw notebook verbinden met de
hoofdtelefoon. U kunt deze poort tevens gebruiken om uw U kunt deze poort tevens gebruiken om uw
Notebook PC aan te sluiten op een externe microfoon.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
17
Page 18
18
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Page 19
Hoofdstuk 2:
Uw Notebook PC gebruiken
Gebruikershandleiding notebook PC-E
19
Page 20
20
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Aan de slag
Uw Notebook PC opladen.
A. Steek de wisselstroomadapter in een stroombron van
100V~240V.
B. Steek de gelijkstroomadapter in de (gelijk-) stroominput van uw
Notebook PC.
Laad de Notebook PC gedurende 3 uur op voordat u
deze voor de eerste keer gebruikt.
OPMERKING: de voedingsadapter kan er anders uitzien, afhankelijk van
de modellen en uw regio.
BELANGRIJK!
• Zoek het vermogenslabel voor input/output op uw
Notebook PC en zorg ervoor dat het overeenkomt met de
vermogensinformatie op uw stroomadapter. Sommige
Notebook PC-modellen kunnen een outputstroom met
verschillend vermogen hebben op de beschikbare SKU.
• Wij raden u sterk aan een geaard stopcontact te
gebruiken wanneer u de notebook gebruikt in de
voedingsadaptermodus.
• Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn en in de
buurt van uw notebook liggen.
• Om uw notebook los te koppelen van de netstroom, trekt u
de stekker van uw notebook uit het stopcontact.
Page 21
OPMERKING:
Informatie stroomadapter:
- Ingangsspanning: 100–240Vac
- Ingangsfrequentie: 50–60Hz
- Nominale uitvoerstroom: 2.37 A (45W)* of 3.42A (65W)*
- Nominale uitvoerspanning: 19Vdc
WAARSCHUWING!
Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor de batterij van uw
notebook.
• Alleen bevoegde ASUS-technici mogen de batterij uit het
apparaat verwijderen.
• De batterij die in dit apparaat wordt gebruikt, kan een risico
op brand of chemische brandwonden betekenen als de
batterij wordt verwijderd of gedemonteerd.
• Volg de waarschuwingslabels voor uw persoonlijke
veiligheid.
• Explosiegevaar als de batterij wordt vervangen door een
onjuist type.
• Niet weggooien in vuur.
• Probeer nooit een kortsluiting te veroorzaken aan de batterij
van uw notebook.
• Probeer nooit de batterij te demonteren of opnieuw te
monteren.
• Stop het gebruik als er een lek is gevonden.
• De batterij en de onderdelen ervan moeten op de juiste wijze
worden gerecycled of weggegooid.
• Houd de batterij en andere kleine componenten uit de buurt
van kinderen.
* alleen bepaalde modellen
Gebruikershandleiding notebook PC-E
21
Page 22
22
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Optillen om het weergavepaneel te openen.
Druk op de startknop.
Page 23
Bewegingen voor het aanraakscherm en
touchpad
Met gebaren kunt u programma's starten en de instellingen van uw
notebook openen. Zie de volgende illustraties bij het gebruik van
handgebaren op het aanraakscherm (voor bepaalde modellen) en het
touchpad.
Het aanraakscherm gebruiken
Vegen linkerrandVegen rechterrand
Veeg vanaf de linkerrand van
het scherm om uw actieve apps
willekeurig te verplaatsen.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Veeg vanaf de rechterrand van
het scherm om de Charms bar (Emoticonbalk) te starten.
23
Page 24
24
Gebruikershandleiding notebook PC-E
UitzoomenInzoomen
Breng uw twee vingers samen op
het aanraakscherm.
Spreid uw twee vingers uiteen
op het aanraakscherm.
Vegen bovenrandVinger vegen
• Veeg in het Startscherm
vanaf de bovenrand van het
scherm om de balk All Apps (Alle apps) te zien.
Veeg uw vinger om omhoog
en omlaag te schuiven en veeg
met uw vinger om het scherm
naar links of rechts te pannen.
• Veeg in een actieve appVeeg in een actieve app
vanaf de bovenrand van het
scherm om het menu weer
te geven.
Page 25
Het touchpad gebruiken
De aanwijzer verplaatsen
U kunt overal op het touchpad tikken of klikken om de aanwijzer te
activeren. Schuif vervolgens uw vinger over het touchpad om de
aanwijzer op het scherm te verplaatsen.
Horizontaal schuiven
Verticaal schuiven
Diagonaal schuiven
Gebruikershandleiding notebook PC-E
25
Page 26
26
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Bewegingen met één vinger
Tikken/dubbeltikken
• Tik in het Start-scherm op een app om deze te starten.
• In de Desktop mode (bureaubladmodus) dubbeltikt u op een
item om het te starten.
Slepen en neerzetten
Dubbeltik op een item en schuif vervolgens met dezelfde vinger
zonder deze van de touchpad te tillen. Om het item op zijn nieuwe
locatie neer te zetten, tilt u uw vinger op van de touchpad.
Page 27
Klikken met de linkermuisknopKlikken met de rechtermuisknop
• Klik in het startscherm op
een app om deze te starten.
• Dubbeltik in de
bureaubladmodus op
een applicatie om deze te
starten.
• Klik in het startscherm
op een app om deze
te selecteren en om de
instellingenbalk te starten.
U kunt ook op deze knop
drukken om de balk All Apps (Alle apps) te openen.
• Klik in de Bureaubladmodus
op deze knop om het
snelmenu te openen.
OPMERKING: De gebieden binnen de stippellijn geven de locaties op
het touchpad aan van de linkermuisknop en de rechtermuisknop.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
27
Page 28
28
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Vegen bovenrand
• Veeg op het Start-scherm vanaf de bovenste rand om de balk All
apps (Alle apps) te starten.
• Veeg in een actieve app vanaf de bovenrand om het menu weer
te geven.
Vegen linkerrandVegen rechterrand
Veeg vanaf de linkerrand om uw
actieve apps te schakelen.
Veeg naar de rechterrand om de
Charms bar (Emoticonbalk) te
openen.
Page 29
Bewegingen met twee vingers
TikkenDraaien
Tik met twee vingers op het
touchpad om rechtsklikken te
simuleren.
Scrollen met twee vingers
(omhoog/omlaag)
Schuif twee vingers om omhoog
of omlaag te scrollen.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Om in de fotoviewer van Windows®
8 een afbeelding te draaien, plaatst
u twee vingers op de touchpad en
draait u vervolgens met één vinger
rechtsom of linksom terwijl u de
andere vinger stil houdt.
Scrollen met twee vingers (links/
rechts)
Schuif twee vingers om naar links
of rechts te scrollen.
29
Page 30
30
Gebruikershandleiding notebook PC-E
UitzoomenInzoomen
Breng uw twee vingers samen op
de touchpad.
Spreid uw twee vingers open op de
touchpad.
Slepen en neerzetten
Selecteer een item en houd vervolgens de linkerknop ingedrukt. Schuif
met uw vinger omlaag op het touchpad om het item naar een nieuwe
locatie te slepen en neer te zetten.
Page 31
Gebaren met drie vingers
Omhoog vegenOmlaag vegen
Veeg met drie vingers omhoog
om alle actieve applicaties weer
te geven.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Veeg met drie vingers omlaag om
de Bureaubladmodus te openen.
31
Page 32
32
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Het toetsenbord gebruiken
Functietoetsen
De functietoetsen op het toetsenbord van uw notebook kunnen de
volgende opdrachten activeren:
Zet de notebook in de Sleep mode (Slaapmodus)
Schakelt Airplane mode (Vliegtuigmodus) in of uit
OPMERKING: indien ingeschakeld, schakelt de
Airplane mode (Vliegtuigmodus) alle draadloze
verbindingen uit..
Vermindert de helderheid van het scherm
Verhoogt de helderheid van het scherm
Schakelt het beeldscherm uit
Activeert de instellingen voor het tweede scherm
OPMERKING: zorg dat het tweede scherm is
aangesloten op uw notebook.
Schakelt de touchpad in of uit.
Schakelt de luidspreker in of uit.
Page 33
Zet het luidsprekervolume lager.
Zet het luidsprekervolume hoger.
Functietoetsen voor ASUS apps
Uw notebook wordt ook geleverd met een speciale set functietoetsen
die kunnen worden gebruikt om ASUS apps te starten.
Schakelt de app ASUS Splendid Video Enhancement Technology in en uit om te
schakelen tussen deze kleurverbeteringsmodi van
het scherm: Gamma Correction (Gama korekce), Vivid Gamma Correction (Gama korekce), Vivid
Mode (Živý režim), Theater Mode (Režim kino), Soft
Mode (Měkký režim), My Prole (Můj prol) a Normal
(Normální).
Start de app ASUS LifeFrame
Start de app ASUS Power4Gear Hybrid
Gebruikershandleiding notebook PC-E
33
Page 34
34
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Windows® 8-toetsen
Het toetsenbord van uw notebook bevat twee speciale
Windows®toetsen die gebruikt worden als hieronder beschreven:
Druk op deze toets om terug te keren naar het Startscherm. Als u al in het Start-scherm bent, drukt u op deze
toets om terug te keren naar de laatste app die u hebt
geopend.
Druk op deze toets om de rechtklikfuncties te simuleren.
Page 35
Hoofdstuk 3:
Werken met Windows® 8
Gebruikershandleiding notebook PC-E
35
Page 36
36
Gebruikershandleiding notebook PC-E
De eerste keer starten
Als u de computer voor het eerst start, verschijnt een reeks schermen
die u helpen bij het instellen van de basisinstellingen van Windows® 8.
Uw notebook de eerste keer starten:
1. Druk op de voedingsknop op uw notebook. Wacht een paar
minuten totdat het opstartscherm verschijnt.
2. Kies in het instelscherm een taal om op uw notebook te
gebruiken.
3. Lees de licentievoorwaarden. Selecteer I accept the license
terms for using Windows (Ik aanvaard de voorwaarden voor
het gebruik van Windows) en klik op Accept (Accepteren).
4. Volg de aanwijzingen op het scherm voor de conguratie van de
volgende basisonderdelen:
• Houd uw computer veilig
• Personaliseren
• Draadloos
• Instellingen
• Meld u aan bij uw
5. Na het instellen van de basiselementen verschijnt de zelfstudie
van Windows 8. Bekijk deze om meer te leren over de
mogelijkheden van Windows®8.
Windows® 8 vergrendelscherm
Het vergrendelscherm van Windows 8 kan verschijnen als uw notebook
Windows 8 start. Tik om door te gaan op het vergrendelscherm of druk
op een toets op het toetsenbord van uw notebook.
Page 37
Windows®-UI
Windows® 8 is uitgerust met een gebruikersinterface (UI) met tegels,
waarmee u Windows®-toepassingen gemakkelijk kunt ordenen en
openen vanaf het startscherm. Het omvat ook de volgende functies die
u kunt gebruiken terwijl u werkt op uw notebook.
Startscherm
Het startscherm verschijnt na het aanmelden bij uw gebruikersaccount.
Dit helpt u bij het organiseren van alle programma's en toepassingen
die u nodig hebt op één plaats.
Knop In-/uitzoomen
Windows® apps
Dit zijn apps die zijn vastgezet op het startscherm en die in de vorm van
tegels worden weergegeven voor een snelle toegang.
OPMERKING: voor sommige apps moet is zich aanmelden bij uw
Microsoft-account voordat ze volledig worden gestart.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
37
Page 38
38
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Hotspots
Via hotspots op het scherm kunt u programma's starten en de
instellingen van uw notebook openen. De functies in deze hotspots
kunnen worden geactiveerd via de aanraaktoetsen.
Hotspots op een gestarte app
Hotspots op het startscherm
Page 39
HotspotActie
linkerbovenhoekBeweeg uw muisaanwijzer over de
linkerbovenhoek en klik vervolgens op de
miniatuur van de recente app om terug te
keren naar die app.
Als u meer dan één app hebt gestart, schuift u
omlaag om alle gestarte apps weer te geven.
linkerbenedenhoekVanuit het scherm van een actieve app:
Beweeg uw muisaanwijzer over de
linkerbenedenhoek en klik vervolgens op de
miniatuur van het startscherm om terug te
keren naar het startscherm.
OPMERKING: U kunt ook op de Windows-
toets op het toetsenbord drukken
om terug te keren naar het startscherm.
In het Startscherm:
Beweeg uw muisaanwijzer over de
linkerbenedenhoek en klik vervolgens op de
miniatuur van de actieve app om terug te
keren naar die app.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
39
Page 40
40
Gebruikershandleiding notebook PC-E
HotspotActie
bovenzijdeBeweeg uw muisaanwijzer over de
bovenrand tot deze verandert in een
handpictogram. Sleep de app naar een
nieuwe locatie.
OPMERKING: Deze hotspotfunctie werkt
alleen bij een actieve app of als u de
Snap-functie wilt gebruiken. Zie voor meer
details Snap-functie onder Met Windows®
apps werken.
rechterhoek boven en
onder
Beweeg de muisaanwijzer over de rechter
boven- of benedenhoek om de Charms bar
(emoticonbalk) te starten.
Page 41
Werken met Windows®-apps
Gebruik het aanraakscherm, de touchpad of het toetsenbord van uw
notebook om apps te starten, aan te passen en te sluiten.
Apps starten
Tik op een app om deze te starten.
Plaats uw muisaanwijzer boven de app en klik
vervolgens met de linkermuisknop of tik eenmaal om
de app te starten.
Druk tweemaal op en gebruik vervolgens
de pijltoetsen om door de apps te bladeren. Druk op
om een app te starten.
Apps aanpassen
U kunt apps verplaatsen, hun grootte aanpassen of loskoppelen via het
startscherm met de volgende stappen.
Apps verplaatsen
Tik op de titel van de app en houd hem vast om hem
naar een andere locatie te slepen.
Tik tweemaal op de app en sleep deze vervolgens naar
een nieuwe locatie.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
41
Page 42
42
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Afmetingen van apps wijzigen
1. Veeg omlaag over de app-tegel om de
instellingenbalk te selecteren en te starten.
2. Tik op om de app-tegel te verkleinen of
op om deze te vergroten.
Klik met de rechtermuisknop op de app om de
instellingen te activeren en tik op of .
Apps loskoppelen
1. Veeg omlaag over de app-tegel om de
instellingenbalk te selecteren en te starten.
2. Tik op om een app los te koppelen.
Rechtsklik op de app om de instellingenbalk te activeren
en tik vervolgens op .
Page 43
Apps sluiten
Tik op de bovenkant van de actieve app en sleep hem
omlaag naar de onderrand van het scherm om hem te
sluiten.
1. Beweeg uw muisaanwijzer bovenaan in de
2. Sleep de app naar de onderkant van het scherm
Druk op het scherm met gestarte apps op
gestarte app en wacht vervolgens tot de
aanwijzer verandert in een handpictogram.
om de toepassing te sluiten.
.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
43
Page 44
44
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Het scherm Apps openen
Behalve de apps die reeds op uw Startscherm zijn vastgezet, kunt u ook
andere applicaties openen via het scherm Apps.
Horizontale schuifbalk
Page 45
Het scherm Apps starten
Start het scherm Apps via het aanraakscherm, de touchpad of het
toetsenbord van uw notebook.
1. Veeg vanaf de boven- of onderrand van het
scherm om de balk All apps (Alle apps) te starten.
2. Tik op om alle geïnstalleerde apps op
uw noteboook weer te geven.
Veeg vanaf de bovenrand omlaag om de balk All Apps (Alle apps) te openen.
Druk in het startscherm op om het
pictogram All Apps (Alle apps) te selecteren
en druk op .
Gebruikershandleiding notebook PC-E
45
Page 46
46
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Apps toevoegen aan het startscherm
U kunt meer apps koppelen aan het startschem via het aanraakscherm
of de touchpad.
1. Veeg in het scherm Apps omlaag op de app om
de instellingsbalk te selecteren en te starten.
2. Tik op om de geselecteerde app vast te
maken aan het Startscherm.
1. Plaats de muisaanwijzer boven de app dit u wilt
toevoegen aan het startscherm.
2. Klik met de rechtermuisknop op de app om de
instellingen te activeren.
3. Tik op het pictogram .
Page 47
Charms bar (Emoticonbalk)
De Charms bar (Emoticonbalk) is een werkbalk die aan de rechterzijde
van uw scherm kan worden geactiveerd. Deze balk bestaat uit
verschillende hulpmiddelen waarmee u toepassingen kunt delen en
snelle toegang kunt krijgen om de instellingen van uw notebook aan
te passen.
Charms bar (Emoticonbalk)
Gebruikershandleiding notebook PC-E
47
Page 48
48
Gebruikershandleiding notebook PC-E
De Charms bar (Emoticonbalk) starten
OPMERKING: wanneer de Charms bar (Emoticonbalk) wordt
opgeroepen, verschijnt deze aanvankelijk als een set witte
pictogrammen. De bovenstaande afbeelding toont u hoe de Charms bar
(Emoticonbalk) eruitziet nadat deze is geactiveerd.
Gebruik het aanraakscherm, de touchpad of het toetsenbord van uw
notebook om de Charms bar Emoticonbalk te starten.
Veeg vanaf de rechterrand van het scherm om de
Charms bar (Emoticonbalk) te starten.
Beweeg uw muisaanwijzer over de hoek rechts- of
linksboven van het scherm.
Druk op .
Page 49
In de Charms bar (Emoticonbalk)
Search (Zoeken)
Met dit hulpmiddel kunt u bestanden, toepassingen of
programma's zoeken in uw notebook.
Share (Delen)
Met dit hulpmiddel kunt u toepassingen delen via
sociale netwerksites of e-mail.
Start
Met dit hulpmiddel keert het scherm terug naar
het startscherm. U kunt dit ook gebruiken vanaf
het startscherm om terug te keren naar een recent
geopende app.
Devices (Apparaten)
Met dit hulpmiddel kunt u bestanden openen en delen
met de apparaten die op uw notebook zijn aangesloten,
zoals een extern scherm of een printer.
Settings (Instellingen)
Met dit hulpmiddel krijgt u toegang tot de pcinstellingen van uw notebook.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
49
Page 50
50
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Snap-functie
De functie Snap (Uitlijnen) toont twee apps naast elkaar, zodat u kunt
werken met of schakelen tussen apps.
BELANGRIJK! Zorg er voor dat de schermresolutie van uw notebook
is ingesteld op 1366 x 768 pixels of hoger voordat u de Snap-functie
gebruikt.
Snap bar (Balk Uitlijning)
Page 51
Snap (Uitlijnen) gebruiken
Gebruik het aanraakscherm, de touchpad of het toetsenbord van uw
notebook om Uitlijnen te activeren en te gebruiken.
1. Start de app die u wilt uitlijnen.
2. Tik en houd het bovenste deel van de app vast en
sleep het naar de linker- of rechterzijde van het
scherm tot de uitlijnbalk verschijnt.
3. Start de andere app.
1. Start de app die u wilt uitlijnen.
2. Beweeg de muisaanwijzer bovenaan op het
scherm.
3. Zodra de aanwijzer verandert in een
handpictogram, sleept u de app naar links of
rechts van het weergavevenster.
4. Start de andere app.
1. Start de app die u wilt uitlijnen.Start de app die u wilt uitlijnen.
2. Druk opDruk op .
3. Start een andere app.Start een andere app.
4. Om te schakelen tussen apps,drukt u op
.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
51
Page 52
52
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Andere sneltoetsen
Met het toetsenbord kunt u ook de volgende sneltoetsen gebruiken bij
het starten van applicaties en het navigeren door Windows® 8.
\
Wisselt tussen het startscherm en de laatste
actieve app.
Start het bureaublad
Start het computervenster in de
bureaubladmodus
Opent het venster Bestand zoeken
Opent het venster Delen
Opent het venster Instellingen
Opent het venster Apparaten
Activeert het vergrendelscherm
Minimaliseert het venster van Internet Explorer
Page 53
Opent het venster Tweede scherm
Opent het venster App zoeken
Opent het venster Uitvoeren
Opent het Toegankelijkheidscentrum
Opent het zoekvenster Instellingen
Opent een menuvak met Windowshulpmiddelen
Start het vergrootglas en zoomt in op het
scherm
Zoomt uit op het scherm
Opent de Verteller-instellingen
Gebruikershandleiding notebook PC-E
53
Page 54
54
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Verbinding maken met draadloze netwerken
Wi-Fi
Via de Wi-verbinding van uw notebook kunt u e-mails openen, op
internet surfen en toepassingen delen via sociale netwerksites.
BELANGRIJK! Zorg er voor dat de Airplane mode (vliegtuigmodus) is
uitgeschakeld om de Wi-Fi functie van uw notebook te activeren. Zie voor
meer details de sectie Vliegtuigmodus in deze handleiding.
Wi inschakelen
Activeer Wi in uw notebook met de volgende stappen op het
aanraakscherm of de touchpad.
1. Activeer de Charms bar (Emoticonbalk).
2. Tik op en tik op .
of
3. Selecteer een toegangspunt in de lijst van
beschikbare Wi-verbindingen.
Page 55
4. Klik op Connect (Verbinden) om de
netwerkverbinding te starten.
of
OPMERKING: u kunt worden gevraagd een
beveiligingssleutel in te voeren om de Wi-verbinding te
activeren.
5. Tik op Yes (Ja) als u delen wilt inschakelen tussen
uw notebook en andere draadloze systemen, turn
on sharing and connect to devices (schakel
delen in en maak verbinding met apparaten).
Tik op No, don't turn on sharing or connect to
devices (Nee, delen of verbinding maken met
apparaten niet inschakelen)als u de functie delen
niet wilt inschakelen.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
55
Page 56
56
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Bluetooth
Gebruik Bluetooth om draadloze gegevensoverdracht met andere
Bluetooth-apparaten mogelijk te maken.
BELANGRIJK! Zorg er voor dat de Airplane mode (vliegtuigmodus) is
uitgeschakeld om de Bluetooth-functie van uw notebook te activeren. Zie
voor meer details de sectie Vliegtuigmodus in deze handleiding.
Koppelen met andere Bluetooth-apparaten
U moet uw notebook koppelen met andere Bluetooth-apparaten
om gegevensoverdracht mogelijk te maken. Gebruik hiervoor uwGebruik hiervoor uw
aanraakscherm* of de touchpad als volgt:
1. Activeer de Charms bar (Emoticonbalk).
2. Tik open vervolgens op Change PC
of
Settings (PC-instellingen wijzigen).
3. Selecteer onder PC Settings (PC-instellingen)de
optie Devices (Apparaten) en tik op Add a Device (Een apparaat toevoegen)om naar apparaten te
zoeken die Bluetooth ondersteunen.
Page 57
4. Selecteer een apparaat uit de lijst. Vergelijk de
code op uw notebook met de code die naar het
gekozen apparaat is gezonden. Tik op Yes (Ja) als
of
ze gelijk zijn om uw notebook met het apparaat te
koppelen.
OPMERKING: Bij sommige Bluetooth-apparaten kunt u
gevraagd worden om de code voor uw notebook in te
voeren.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
57
Page 58
58
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Airplane mode (Vliegtuigmodus)
De Airplane mode (vliegtuigmodus) schakelt draadloze
communicatie uit zodat u uw notebook veilig in een vliegtuig kunt
gebruiken.
Vliegtuigmodus inschakelen
1. Start de Charms bar (Emoticonbalk).
2. Tik op en tik op .
of
3. Verplaats de schuif naar rechts om de vliegtuigmodus
in te schakelen
Druk op .
Vliegtuigmodus uitschakelen
1. Start de Charms bar (Emoticonbalk).
2. Tik op en tik op .
of
3. Verplaats de schuif naar links om de
vliegtuigmodus uit te schakelen.
Druk op .
OPMERKING: Neem contact op met uw luchtvaartmaatschappij voor
meer informatie over gerelateerde services aan boord die kunnen
worden gebruikt en beperkingen die moeten worden opgevolgd bij het
gebruiken van uw Notebook PC aan boord.
Page 59
Verbinding maken met bedrade netwerken
U kunt ook verbinding maken met bedrade netwerken zoals LANs en
breedband internet-aansluitingen via de LAN-poort van uw notebook.
OPMERKING: Neem contact op met uw Internet Service Provider (ISP)
voor details of met uw netwerkbeheerder voor ondersteuning bij het
opzetten van uw internetverbinding.
Zie de volgende procedures voor het congureren van de instellingen.
BELANGRIJK! Zorg er voor dat een netwerkkabel is aangesloten tussen
de LAN-poort van uw notebook en een lokaal netwerk voordat u de
volgende handelingen uitvoert.
Een dynamische IP/PPP0E-netwerverbinding
instellen
1. Start het Desktop (Bureaublad).
2. Rechtsklik in de taakbalk van Windows® op het
netwerkpictogramen tik op Open Network
and Sharing Center (Netwerkcentrum openen).
3. Tik in het Netwerkcentrum op Change adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen).
4. Klik met de rechtermuisknop op het LAN en kies
Properties (Eigenschappen).
Gebruikershandleiding notebook PC-E
59
Page 60
60
Gebruikershandleiding notebook PC-E
5. Tik op Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) (Internet Protocol Versie 4 (TCP/IPv4)) en
vervolgens op Properties (Eigenschappen).
6. Tik op Obtain an IP address automatically
(Automatisch een IP-adres verkrijgen) en tik op
OK.
OPMERKING: Ga door naar de volgende stappen als u een PPPoE-
verbinding gebruikt.
7. Keer terug naar het Network and Sharing Center
(Netwerkcentrum) en tik vervolgens op Set up
a new connection or network (Een nieuwe
verbinding of netwerk instellen).
8. Selecteer Connect to the Internet (Verbinding
maken met het internet) en tik op Next
(Volgende).
9. Tik op Broadband (PPPOE) ((Breedband
(PPPOE)).
10. Typ uw gebruikersnaam, wachtwoord en
verbindingsnaam en tik op Connect (Verbinden).
11. Tik op Close (Sluiten) om de conguratie te
voltooien.
12. Tik op op de taakbalk en tik op de
verbinding die u zojuist hebt gemaakt.
13. Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord en tik op
Connect (Verbinden) om verbinding met internet
te maken.
Page 61
Een netwerk met een statisch IP-adres instellen
1. Herhaal de stappen 1 tot en met 5 van Verbinding
maken met een dynamisch IP/PPPoE-netwerk.
2 Tik op Use the following IP address (Het
volgende IP-adres gebruiken).
3. Voer het IP-adres, subnetmasker en
gatewayadres van uw serviceprovider in.
4. Indien gewenst kunt u ook het adres voor de
voorkeurs-DNS-server en de alternatieve DNSserver invoeren en op OK tikken.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
61
Page 62
62
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Uw notebook uitschakelen
U kunt uw notebook uitschakelen met een van de volgende
werkwijzen:
• Tik op in de Charms bar (Emoticonbalk)
of
en tik vervolgens op > Shut down
(Uitschakelen) om normaal uit te schakelen.
• Tik in het aanmeldingsscherm op >
Shut down (Uitschakelen).
• U kunt uw notebook ook uitschakelen via de
bureaubladmodus. Start hiervoor het bureaublad
en druk vervolgens op alt + f4 om het venster
Uitschakelen te openen. Selecteer Shut Down (Uitschakelen) in de vervolgkeuzelijst en
selecteer vervolgens OK.
• Als uw notebook niet reageert, houdt u de
voedingsknop gedurende minstens acht (4)
seconden ingedrukt tot uw notebook wordt
uitgeschakeld.
Uw notebook in de slaapmodus plaatsen
Om uw notebook in de slaapmodus te plaatsen, drukt u eenmaal op de
voedingsknop.
U kunt uw notebook ook in de slaapstand zetten met
behulp van de bureaubladmodus. Start hiervoor het
bureaublad en druk vervolgens op alt + f4 om het venster
Uitschakelen te openen. Selecteer Sleep (Slaapstand) in
de vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens OK.
Page 63
Hoofdstuk 4:
ASUS apps
Gebruikershandleiding notebook PC-E
63
Page 64
64
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Aangeboden ASUS-apps
Power4Gear Hybrid
Optimaliseer de prestaties van uw notebook met de energiebesparingsmodi
in Power4Gear.
OPMERKING: wanneer u de notebook loskoppelt van de voedingsadapter,
gaat Power4Gear Hybrid automatisch naar de batterijbesparingsmodus.
Power4Gear Hybrid starten
druk dan op .
Page 65
Actief systeem
Met deze optie kunt u de volgende energiespaarmodi inschakelen op
uw notebook.
OPMERKING: Uw notebook is standaard ingesteld op de modus
Performance (Prestaties).
Modus Performance (Prestaties)
Gebruik deze modus wanneer u krachtige activiteiten uitvoert, zoals
het spelen van games of het uitvoeren van bedrijfspresentaties met uw
notebook.
Modus Battery Saving (Batterijbesparing)
Deze modus verlengt de levensduur van de notebookbatterij terwijl
deze is aangesloten op de voedingsadapter of wanneer alleen op
batterij wordt gewerkt.
Selecteren uit deze stroomplanmodi.
Gebruik deze opties om de
energiebeheermodus aan te
passen.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Met deze optie kunt u de
pictogrammen op het bureaublad
verbergen en de presentatiemodus
in- of uitschakelen.
65
Page 66
66
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Systeem in slaapstand
Met deze optie kunt u de volgende slaapstanden in- of uitschakelen:
Instant On (Onmiddellijk Aan)
Deze modus is standaard ingeschakeld op uw notebook. Hiermee kan
het systeem terugkeren naar de laatste bedrijfsstatus, zelfs nadat uw
notebook naar de slaapstand is gegaan.
Verplaats deze schuifregelaar om te
schakelen tussen Instant On (Onmiddellijk
Aan) of Long Standby Time (Lange Standbytijd).
Page 67
Long Standby Time (Lange Stand-bytijd)
Met deze modus kunt u de levensduur van de batterij van uw notebook
verlengen. Wanneer dit is ingeschakeld, keert de notebook terug naar
de laatste bedrijfsstatus in maar liefst zeven seconden, vier uur nadat
het toestel naar de diepe slaapmodus is gegaan.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
67
Page 68
68
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Page 69
Hoofdstuk 5:
POST (Power-On Self Test =
zelftest bij inschakelen)
Gebruikershandleiding notebook PC-E
69
Page 70
70
Gebruikershandleiding notebook PC-E
POST (Power-On Self Test = zelftest bij
inschakelen)
De POST is een reeks door software bestuurde diagnostische tests
die worden uitgevoerd als u de notebook inschakelt of herstart. De
software die de POST bestuurt, is als vast onderdeel van de architectuur
van de notebook geïnstalleerd.
POST gebruiken om naar het BIOS te gaan en om
problemen op te lossen
Tijdens POST kunt u de BIOS-instellingen bereiken of opties voor
probleemoplossing uitvoeren met de functietoetsen van de notebook.
Zie de volgende informatie voor details.
BIOS
Het BIOS (Basic Input and Output System) bevat instellingen voor de
systeemhardware die nodig zijn om uw notebook te starten.
De standaardinstellingen van het BIOS gelden voor de meeste
omstandigheden van uw notebook. Verander de standaardinstellingen
van het BIOS niet behalve onder de volgende omstandigheden:
• Tijdens het opstarten van het systeem verschijnt een foutbericht
op het scherm waarin wordt gevraagd om de BIOS-setup uit te
voeren.
• U hebt een nieuw onderdeel aan het systeem toegevoegd
waarvoor nieuwe BIOS-instellingen of wijzigingen nodig zijn.
WAARSCHUW ING: Onjuiste BIOS-instellingen kunnen instabilitei t of
problemen bij het opstarten veroorzaken. We raden sterk aan om de
BIOS-instellingen alleen met behulp van getraind onderhoudspersoneel
te wijzigen.
Het BIOS openen
Herstart uw notebook en druk op
tijdens POST.
Page 71
Instellingen van systeem-BIOS
WAARSCHUWING: De afbeelding van de BIOS-vensters in dit gedeelte
zijn slechts informatief bedoeld. De werkelijke schermen verschillen
afhankelijk van het model en de regio.
Boot (Opstarten)
In dit menu kunt u de prioriteiten voor opstarten instellen. Zie de
volgende procedures bij het instellen van de opstartprioriteit.
1. Selecteer Boot Option #1 (Opstartoptie 1) op het scherm Boot (Opstarten).
Aptio Setup Utility - Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Main Advanced Boot Security Save & Exit
Boot Conguration
Fast Boot [Enabled]
Launch CSM [Disabled]
Driver Option Priorities
Sets the system
boot order
Boot Option Priorities
Boot Option #1 [Windows Boot Manager]
Add New Boot Option
Delete Boot Option
Version 2.15.1226. Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
: Select Screen
→←
: Select Item
↑↓
Enter: Select
+/— : Change Opt.
F1 : General Help
F9 : Optimized Defaults
F10 : Save & Exit
ESC : Exit
71
Page 72
72
Gebruikershandleiding notebook PC-E
2. Druk op en selecteer een apparaat als Boot Option #1
(Opstartoptie 1).
Aptio Setup Utility - Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Main Advanced Boot Security Save & Exit
Boot Conguration
Fast Boot [Enabled]
Launch CSM [Disabled]
Driver Option Priorities
Sets the system
boot order
Boot Option Priorities
Boot Option #1 [Windows Boot Manager]
Add New Boot Option
Delete Boot Option
Version 2.15.1226. Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Boot Option #1
Windows Boot Manager
Disabled
: Select Screen
→←
: Select Item
↑↓
Enter: Select
+/— : Change Opt.
F1 : General Help
F9 : Optimized Defaults
F10 : Save & Exit
ESC : Exit
Page 73
Security (Beveiliging)
Met dit menu kunt u het beheerders- en gebruikerswachtwoord voor
uw notebook instellen. Hiermee beheert u ook de toegang tot de
harde schijf van de notebook, de invoer/uitvoer (I/O) interface, en de
USB-interface.
OPMERKING:
• Als u een User Password (gebruikerswachtwoord) instelt, wordt
u hiernaar gevraagd voordat u naar het besturingssysteem van uw
notebook gaat.
• Als u een Administrator Password (beheerderswachtwoord)
instelt, wordt u daarnaar gevraagd voordat u het BIOS opent.
Aptio Setup Utility - Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Main Advanced Boot Security Save & Exit
Password Description
If ONLY the Administrator’s password is set,
then this only limits access to Setup and is
only asked for when entering Setup. If ONLY
the user’s password is set, then this is a
power on password and must be entered to boot
or enter Setup. In Setup, the User will have
Administrator rights.
Administrator Password Status NOT INSTALLED
User Password Status NOT INSTALLED
Administrator Password
User Password
HDD Password Status : NOT INSTALLED
Set Master Password
Set User Password
I/O Interface Security
System Mode state User
Secure Boot state Enabled
Secure Boot Control [Enabled]
Key Management
Set Administrator
Password. The
password length
must be in the
following range:
Minimum length 3
Maximum length 20
: Select Screen
→←
: Select Item
↑↓
Enter: Select
+/— : Change Opt.
F1 : General Help
F9 : Optimized Defaults
F10 : Save & Exit
ESC : Exit
Version 2.15.1226. Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
73
Page 74
74
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Het wachtwoord instellen:
1. Selecteer in het scherm Security (Beveiliging) de optie Setup Administrator Password (Beheerderswachtwoord instellen)
of User Password (Gebruikerswachtwoord).
2. Geef een wachtwoord op en druk op .
3. Typ het wachtwoord opnieuw en druk op .
Het wachtwoord wissen:
1. Selecteer in het scherm Security (Beveiliging) de optie Setup Administrator Password (Beheerderswachtwoord instellen)
of User Password (Gebruikerswachtwoord).
2. Voer het huidige wachtwoord in en druk op .
3. Laat het veld Create New Password(Nieuw wachtwoord
maken) leeg en druk op .
4. Klik op Yes (Ja) in het bevestigingsvak en druk op .
Page 75
I/O Interface Security (beveiliging)
In het menu Security (Beveiliging) kunt u de I/O Interface
Security openen om interfacefuncties van uw notebook te ver- or
ontgrendelen.
Aptio Setup Utility - Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
I/O Interface Security
LAN Network Interface [UnLock]
Wireless Network Interface [UnLock]
HD AUDIO Interface [UnLock]
USB Interface Security
Version 2.15.1226. Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Security
LAN Network Interface
Lock
UnLock
If Locked, LAN
controller will
be disabled.
: Select Screen
→←
: Select Item
↑↓
Enter: Select
+/— : Change Opt.
F1 : General Help
F9 : Optimized
Defaults
F10 : Save & Exit
ESC : Exit
De I/O-interface vergrendelen:
1. Kies op het schermKies op het scherm Security (Beveiliging)Beveiliging) de optie I/O
2. Selecteer een interface die u wilt vergrendelen en klik op
Lock (Vergrendelen)Vergrendelen).
OPMERKING: Het instellen van de USB Interface op Lock
(Vergrendelen) vergrendelt en verbertt ook de External Ports (Externe
poorten) en andere apparaten die zijn opgenomen onder USB Interface
Security.
Page 77
Set Master Password (Hoofdwachtwoord instellen)
In het menu Security (Beveiliging) kunt u Set Master Password
(Hoofdwachtwoord instellen) gebruiken om de toegang tot de
harde schijf met een wachtwoord te beveiligen.
Aptio Setup Utility - Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Main Advanced Boot Security Save & Exit
Aptio Setup Utility - Copyright (C) 2011 American Megatrends, Inc.
Password Description
If ONLY the Administrator’s password is
set,then this only limits access to Setup
and is only asked for when entering Setup.
If ONLY the user’s password is set, then
this is a power on password and must be
entered to boot or enter Setup. In Setup,
the User will have Administrator rights.
Administrator Password Status NOT INSTALLED
User Password Status NOT INSTALLED
Administrator Password
User Password
HDD Password Status : NOT INSTALLED
Set Master Password
Set User Password
I/O Interface Security
Version 2.15.1226. Copyright (C) 2012 American Megatrends, Inc.
Set HDD Master
Password.
***Advisable to
Power Cycle System
after Setting Hard
Disk Passwords***
: Select Screen
→←
: Select Item
↑↓
Enter: Select
+/— : Change Opt.
F1 : General Help
F9 : Optimized
Defaults
F10 : Save & Exit
ESC : Exit
Het HDD-wachtwoord instellen:
1. Klik op het schermKlik op het scherm Security (Beveiliging)Beveiliging) om Set Master
7. Klik na de BIOS update op Exit > Restore Defaults (Afsluiten >
Standaardwaarden herstellen) om de standaardinstellingen
van het systeem te herstellen.
Page 81
Problemen oplossen
Door tijdens POST op te drukken, kunt u de opties voor
probleemoplossing van Windows 8 openen, waaronder de volgende:
• De pc vernieuwen
• De pc opnieuw instellen
• Geavanceerde opties
De pc vernieuwen
Gebruik Refresh your PC (De pc vernieuwen) als u het systeem wilt
vernieuwen zonder de huidige bestanden en toepassingen kwijt te
raken.
Zo opent u dit tijdens POST:
1. Herstart uw notebook en druk optijdens
POST.
2. Wacht tot Windows® het scherm Choose an
option (Kies een optie) heeft geladen en tik op
Troubleshoot (Problemen oplossen).
3. Tik op Refresh your PC (De pc vernieuwen).
4. Lees de onderwerpen in het scherm Refresh your
PC (De pc vernieuwen) als u meer wilt weten over
deze optie en tik op Next (Volgende).
5. Tik op de account die u wilt vernieuwen.
6. Typ het wachtwoord voor uw account en tik op
Continue (Doorgaan).
7. Tik op Refresh (Vernieuwen).
BELANGRIJK! Zorg er voor dat uw notebook op een
stopcontact is aangesloten voordat u het systeem
vernieuwt.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
81
Page 82
82
Gebruikershandleiding notebook PC-E
De pc opnieuw instellen
BELANGRIJK! Maak een back-up van al uw gegevens voordat u deze
optie inschakelt.
Gebruik Reset your PC (De pc opnieuw instellen) om de
standaardinstellingen van uw notebook terug te zetten.
Zo opent u dit tijdens POST:
1. Herstart uw notebook en druk op tijdens
POST.
2. Wacht tot Windows® het scherm Choose an
option (Kies een optie) heeft geladen en tik op
Troubleshoot (Problemen oplossen).
3. Tik op Reset your PC (De pc opnieuw instellen).
4. Lees de onderwerpen in het scherm Reset your PC
(De pc opnieuw instellen) als u meer wilt weten
over deze optie en tik op Next (Volgende).
5. Tik op de reset-optie van uw voorkeur: Just
remove my les (Alleen mijn bestanden
verwijderen) of Fully clean the drive (De schijf
volledig wissen).
6. Tik Reset (Resetten).
BELANGRIJK! Zorg er voor dat uw notebook op een
stopcontact is aangesloten voordat u het systeem
vernieuwt.
Page 83
Geavanceerde opties
Gebruik Advanced options (Geavanceerde opties) om extra opties
voor probleemoplossing op uw notebook uit te voeren.
Zo opent u dit tijdens POST:
1. Herstart uw notebook en druk op tijdens
POST.
2. Wacht tot Windows® het scherm Choose an
option (Kies een optie) heeft geladen en tik op
Troubleshoot (Problemen oplossen).
3. Tik op Advanced options (Geavanceerde opties).
4. Selecteer in het scherm Advanced options
(Geavanceerde opties) welke optie voor
probleemoplossing u wilt uitvoeren.
5. Volg de aanwijzingen om het proces te voltooien.
Herstellen met systeeminstallatiekopie gebruiken
Onder Advanced options (Geavanceerde opties) kunt u System
Image Recovery (Herstellen met systeeminstallatiekopie) gebruiken
om het systeem met een specieke installatiekopie te herstellen.
Zo opent u dit tijdens POST:
1. Herstart uw notebook en druk op tijdens
POST.
2. Wacht tot Windows® het scherm Choose an
option (Kies een optie) heeft geladen en tik op
Troubleshoot (Problemen oplossen).
3. Tik op Advanced options (Geavanceerde opties).
Gebruikershandleiding notebook PC-E
83
Page 84
84
Gebruikershandleiding notebook PC-E
4. Selecteer in het scherm Advanced options
(Geavanceerde opties) System Image Recovery (Herstellen met systeeminstallatiekopie).
5. Kies een account die u wilt herstellen met een
systeeminstallatiekopie.
6. Typ het wachtwoord voor uw account en tik op
Continue (Doorgaan).
7. Selecteer Use the latest available system image
(recommended) (De nieuwste beschikbare
systeemkopie gebruiken (aanbevolen)) en tik op Next (Volgende). U kunt ook Select a system
image (Een andere systeemkopie herstellen) als
uw systeemkopie zich op een extern apparaat of
dvd bevindt.
8. Volg de aanwijzingen om de procedure voor het
systeemherstel te voltooien.
OPMERKING: We raden aan om regelmatig een back-
up van uw systeem te maken om gegevensverlies te
voorkomen voor het geval uw notebook stopt met
werken.
Page 85
Tips en veelgestelde vragen
Gebruikershandleiding notebook PC-E
85
Page 86
86
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Nuttige tips voor uw notebook
Om u te helpen optimaal gebruik te maken van uw notebook, de
systeemprestaties te onderhouden, en ervoor te zorgen dat al uw
gegevens veilig worden bewaard, vindt u hier enkele nuttige tips die u
kunt volgen:
• Voer periodiek een update uit van Windows® om zeker te zijn dat
uw toepassingen de nieuwste beveiligingsinstellingen hebben.
• Gebruik ASUS Live Update voor het bijwerken van ASUSexclusieve toepassingen, stuurprogramma's en hulpprogramma's
op uw notebook. Raadpleeg de ASUS Tutor (zelfstudie) die op uw
notebook is geïnstalleerd voor meer details.
• Gebruik een antivirussoftware om uw gegevens te beschermen
en houd ook deze software up-to-date.
• Tenzij dit absoluut noodzakelijk is, is het af te raden uw notebook
geforceerd uit te schakelen.
• Maak altijd een back-up van uw gegevens en maak er een
gewoonte van back-upgegevens op een extern opslagstation te
zetten.
• Gebruik de notebook niet bij extreem hoge temperaturen.
Als u de notebook gedurende langere tijd niet zult gebruiken
(minstens een maand), raden wij u aan de batterij te verwijderen
als deze kan worden verwijderd.
• Koppel alle externe apparaten los en controleer of de volgende
items aanwezig zijn voordat u een rest van uw notebook start:
- Productsleutel voor uw besturingssystemen en andere
geïnstalleerde toepassingen
- Back-upgegevens
- Aanmeldings-ID en wachtwoord
- Informatie internetverbinding
Page 87
Veelgestelde vragen hardware
1. Wanneer ik de notebook inschakel, verschijnt een zwart punt
of soms een gekleurd punt op het scherm. Wat moet ik doen?
Hoewel deze punten normaal op het scherm verschijnen, zullen
ze uw systeem niet beïnvloeden. Als het incident zich blijft
voordoen en hierdoor uw systeemprestaties beïnvloedt, moet u
een erkend ASUS-servicecentrum raadplegen.
2. Mijn beeldscherm heeft een ongelijke kleur en helderheid.
Hoe kan ik dit oplossen?
De kleur en helderheid van het beeldscherm kunnen worden
beïnvloed door de hoek en huidige positie van uw notebook.
De helderheid en kleurtoon van uw notebook kunnen ook
verschillen afhankelijk van het model. U kunt de functietoetsen of
de beeldscherminstellingen in uw besturingssysteem gebruiken
om het uiterlijk van uw beeldscherm aan te passen.
3. Hoe kan ik de levensduur van de batterij van mijn notebook
maximaliseren?
U kunt ook elk van de volgende suggesties proberen:
• Gebruik Battery Mode (Batterijmodus) onder Power4Gear.
• Gebruik de functietoetsen om de beeldschermhelderheid
aan te passen.
• Schakel de modus Battery Saving (Batterijbesparing) in
onder Instant On (Onmiddellijk aan).
• Als u geen wi-verbinding gebruikt, schakelt u het systeem
naar de Airplane mode (Vliegtuigmodus).
• Koppel ongebruikte USB-apparaten los.
• Sluit ongebruikte toepassingen, vooral deze die teveel
systeemgeheugen verbruiken.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
87
Page 88
88
Gebruikershandleiding notebook PC-E
4. De LED-indicator van de batterij licht niet op. Wat is er
verkeerd?
• Controleer of de voedingsadapter of de batterijdoos
correct is vastgemaakt. U kunt ook de voedingsadapter of
batterijdoos loskoppelen, een minuut wachten en deze
vervolgens opnieuw aansluiten op het stopcontact en de
notebook.
• Als het probleem zich blijft voordoen, moet u contact
opnemen met uw lokaal ASUS-servicecentrum voor hulp.
5. Waarom werkt mijn touchpad niet?
• Druk op om uw touchpad in te schakelen.
• Controleer of ASUS Smart Gesture is ingesteld om de
touchpad uit te schakelen wanneer wordt aangesloten op
een extern aanwijsapparaat.
6. Waarom hoor ik geen geluid uit de luidsprekers van mijn
notebook wanneer ik audio- en videobestanden afspeel?
U kunt ook elk van de volgende suggesties proberen:
• Druk op om het luidsprekervolume te
verhogen.
• Controleer of uw luidsprekers niet zijn gedempt.
• Controleer of er een hoofdtelefoonaansluiting op uw
notebook is aangesloten en koppel deze los.
• Ontgrendel de I/O-interfacebeveiliging in de BIOS van uw
systeem. Raadpleeg het gedeelte I/O-interfacebeveiliging in
deze handleiding.
7. Wat moet ik doen als de voedingsadapter van mijn notebook
verloren gaat of als de batterij niet meer werkt?
Neem contact op met uw lokaal ASUS-servicecentrum voor hulp.
Page 89
8. Waarom komt er nog steeds geluid uit de luidsprekers van
mijn notebook, zelfs als ik mijn hoofdtelefoon al op de juiste
aansluiting heb aangesloten?
Ga naar Control Panel (Conguratiescherm) > Hardware
and Sound (Hardware en geluiden) en open vervolgens
Audio Manager (Audiobeheer) voor het congureren van de
instellingen.
9. Mijn notebook kan geen correcte toetsaanslagen doen
omdat mijn cursor blijft bewegen. Wat moet ik doen?
Controleer of er niets per ongeluk uw touchpad aanraakt of erop
drukt terwijl u op het toetsenbord typt. U kunt de touchpad ook
uitschakelen door op te drukken.
10. De touchpad van mijn notebook werkt niet. Wat moet ik
doen?
U kunt ook elk van de volgende suggesties proberen:
• Controleer of ASUS Smart Gesture is ingesteld om de
touchpad uit te schakelen, door een extern aanwijsapparaat
aan te sluiten op uw notebook. Schakel deze functie uit als
dat zo is.
• Druk op .
11. Wanneer ik op mijn toetsenbord op de toetsen “U”, “I” en “O”
druk, verschijnen geen letters, maar cijfers. Hoe kan ik dit
veranderen?
Druk op de toets of (op bepaalde
modellen) op uw notebook om deze functie uit te schakelen en
de vermelde toetsen te gebruiken voor het invoeren van letters.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
89
Page 90
90
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Veelgestelde vragen software
1. Wanneer ik mijn notebook inschakel, licht de
voedingsindicator, maar niet de indicator van de
schijfactiviteit op. Ook het systeem wordt niet opgestart. Wat
kan ik doen om dit op te lossen?
U kunt elk van de volgende suggesties proberen:
• Forceer het uitschakelen van de notebook door de
voedingsknop langer dan vier (4) seconden ingedrukt
te houden. Controleer of de voedingsadapter en de
batterijdoos correct zijn geplaatst en schakel vervolgens uw
notebook in.
• Als het probleem zich blijft voordoen, moet u contact
opnemen met uw lokaal ASUS-servicecentrum voor hulp.
2. Wat moet ik doen als mijn scherm dit bericht weergeeft:
“Remove disks or other media. Press any key to restart.
(Verwijder schijven of andere media. Druk op een
willekeurige toets om opnieuw te starten.)”?
U kunt elk van de volgende suggesties proberen:
• Verwijder alle aangesloten USB-apparaten en start
vervolgens uw notebook opnieuw op.
• Verwijder alle optische schijven die in het optische station
zijn achtergebleven en start vervolgens opnieuw op.
• Als het probleem blijft bestaan, kan uw notebook een
probleem hebben met de geheugenopslag. Neem contact
op met uw lokaal ASUS-servicecentrum voor hulp.
3. Mijn notebook start trager op dan gewoonlijke en met
besturingssysteem werkt traag. Hoe kan ik dit oplossen?
Verwijder de toepassingen die u onlangs hebt geïnstalleerd of
die niet bij uw besturingssysteem waren geleverd en start uw
systeem opnieuw op.
Page 91
4. Mijn notebook start niet op. Hoe kan ik dit oplossen?
U kunt elk van de volgende suggesties proberen:
• Verwijder alle op uw notebook apparaten en start uw
systeem opnieuw op.
• Druk tijdens het opstarten op F9 . Wanneer uw notebook
naar Troubleshooting (Probleemoplossing) gaat,
selecteert u Refresh (Vernieuwen) of Reset your PC (Uw
pc opnieuw instellen).
• Als het probleem zich blijft voordoen, moet u contact
opnemen met uw lokaal ASUS-servicecentrum voor hulp.
5. Waarom kan ik mijn notebook niet activeren uit de
slaapstand of stand-by?
• U moet op de voedingsknop drukken om uw laatste
bedrijfsstatus te hervatten.
• Uw systeem heeft zijn batterijvermogen mogelijk
volledig opgebruikt. Sluit de voedingsadapter aan op uw
notebook en een stopcontact en druk vervolgens op de
voedingsknop.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
91
Page 92
92
Gebruikershandleiding notebook PC-E
6. Hoe kan ik opstarten naar DOS met mijn USB-station of
optische schijf?
Raadpleeg de volgende stappen.
a. Start uw notebook opnieuw op en ga naar de BIOS door op
uw toetsenbord op F2 te drukken.
b. Ga naar Boot (Opstarten) > Launch CSM (CSM starten) >
Enabled (Ingeschakeld).
c. Ga naar het menu Security (Beveiliging)en stel vervolgens
Secure Boot Control (Veilig opstartbeheer)in op
Disabled (Uitgeschakeld).
d. Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en de BIOS af te
sluiten.
e. Houd ESC ingedrukt om het opstartmenu te openen
wanneer uw notebook opnieuw opstart.
Page 93
Bijlagen
Gebruikershandleiding notebook PC-E
93
Page 94
94
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Informatie dvd-romstation (op
bepaalde modellen)
Met het dvd-romstation kunt u uw eigen cd's en dvd's weergeven en maken. U
kunt een optionele dvd-viewersoftware aanschaen voor het weergeven van
dvd-bestanden.
Regionale weergave-informatie
De weergave van dvd-lmtitels omvat het decoderen van MPEG2-video, digitale
AC3-audio en door CSS beveiligde inhoud. CSS (soms kopieerbeveiliging
genoemd) is de naam die werd gegeven aan het schema voor de
inhoudsbescherming dat door de lmindustrie wordt toegepast om te voldoen
aan de behoefte aan een bescherming tegen het illegaal kopiëren van inhoud.
Hoewel er talrijke regels zijn die aan CSS-licentiehouders worden opgelegd, is er
één regel die het meeste betrekking heeft op de weergavebeperkingen op de
in regio’s ingedeelde inhoud. Om de geograsche opgesplitste releasedatums
van lms te vergemakkelijken, worden dvd-videotitels uitgegeven voor speciek
geograsche regio’s zoals hieronder omschreven onder “Regiodenities”. De
wetten op het auteursrecht vereisen dat alle dvd-lms worden beperkt tot een
specieke regio (doorgaans gecodeerd volgens de regio waar de dvd wordt
verkocht). Terwijl de inhoud van een dvd-lm kan worden uitgegeven voor
meerdere regio’s, vereisen de CSS-regels dat elk systeem dat in staat is CSS-
gecodeerde inhoud af te spelen, alleen in staat mag zijn om één regio af te spelen.
BELANGRIJK! De instelling van de regio kan maximaal vijf maal worden gewijzigd
via de weergavesoftware. Daarna kan de speler alleen dvd-lms van de laatste
regio-instelling afspelen. Als u de regiocode daarna opnieuw aanpast, zal het toestel
opnieuw moeten worden ingesteld naar de fabrieksinstelling. Deze bewerking valt
niet onder de garantie. Als een reset nodig is, zullen de verzend- en resetkosten voor
rekening van de gebruiker zijn.
Australië, Caraïben (behalve Amerikaanse Territoria), Centraal-Amerika, NieuwZeeland, Pacische eilanden, Zuid-Amerika
Regio 5
GOS, India, Pakistan, Rest van Afrika, Rusland, Noord-Korea
Regio 6
China
Gebruikershandleiding notebook PC-E
95
Page 96
96
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Blu-ray ROM-stationsinformatie
(op bepaalde modellen)
Met het Blu-ray-station kunt u HD-video's (high denition) en andere
schijfbestandformaten, zoals dvd's en cd's weergeven.
Regiodenities
Regio A
Noord-, Midden- en Zuid-Amerikaanse landen en hun territoria; Taiwan,
Hongkong, Macao, Japan, Korea (Zuid en Noord), landen in Zuidoost-Azië en hun
territoria.
Regio B
Europese en Afrikaanse landen, landen uit Zuidwest-Azië en hun territoria;
Australië en Nieuw-Zeeland.
Regio C
Landen uit Centraal- en Zuid-Azie en Oost-Europea en hun territoria; China en
Mongolië.
OPMERKING: Raadpleeg de Blu-ray Disc-website op www.blu-raydisc.
com/en/Technical/FAQs/Blu-rayDsicforVideo.aspx voor meer informatie.
Naleving interne modem
De notebook met interne modem voldoet aan JATE (Japan), FCC (VS,
Canada, Korea, Taiwan) en CTR21. De interne modem werd goedgekeurd in
overeenstemming met de Richtlijn van de Raad 98/482/EC voor pan-Europese
enkelvoudige aansluitingen op een openbaar telefoonnet (PSTN= public switched
telephone network) Door verschillen tussen de afzonderlijke PSTN’s die in
verschillende landen worden aangeboden, biedt de goedkeuring niet zelfstandig
een onvoorwaardelijke garantie van succesvol gebruik op elk eindpunt van een
PSTN-net. Als er problemen optreden, dient u in de eerste plaats contact op te
nemen met de leverancier van uw apparatuur.
Page 97
Overzicht
Op 4 augustus 1998 werd het besluit van de Europese raad met betrekking tot
de CTR 21 gepubliceerd in het ociële tijdschrift van de EG. De CTR 21 is van
toepassing op alle eindapparatuur zonder spraak met DTMF-kiesmogelijkheden,
die bedoeld is om op de analoge PSTN (Public Switched Telephone Network) te
worden aangesloten.
CTR 21 (Common Technical Regulation) voor de vereisten van de randapparaten
voor verbinding met analoge openbare telefoonnetwerken (PSTN) (behalve
eindapparatuur die spraaktelefonie ondersteunt) waarin netwerkadressering,
indien voorzien, gebeurt via een signaal van twee tonen op meerdere frequenties.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Verklaring die door de fabrikant moet worden gegeven aan de aangemelde
instantie (Notied Body) en de verkoper: “Deze verklaring zal de netwerken
aangeven waarvoor deze apparatuur werd ontwikkeld en alle gemelde netwerken
waarmee de apparatuur bij de onderlinge werking problemen kan ondervinden."
aangeven waarvoor deze apparatuur werd ontwikkeld en alle gemelde netwerken
waarmee de apparatuur bij de onderlinge werking problemen kan ondervinden.
De fabrikant zal ook een verklaring koppelen om duidelijk te maken op welk
vlak de netwerkcompatibiliteit afhankelijk is van de instellingen van fysieke
en softwareschakelopties. Deze verklaring zal de gebruiker ook de raad geven
contact op te nemen met de verkoper als deze de apparatuur op een ander
netwerk wil gebruiken."
Tot op heden heeft de Notied Body van CETECOM verschillende pan-Europese
goedkeuringen verleend voor het gebruik van CTR21. De resultaten zijn de
eerste modems in Europa die geen regelgevende goedkeuring vereisen in elk
afzonderlijk Europees land.
Non-voice apparatuur
Naast antwoordapparaten en luidsprekertelefoons, kunnen ook modems,
faxapparaten, automatische kiesapparaten en alarmsystemen in aanmerking
komen. Apparatuur waarvoor de end-to-end kwaliteit van de spraak door
voorschriften worden beheerd (bijv. telefoons met handsets en in sommige
landen ook draadloze telefoons), is uitgesloten.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
97
Page 98
98
Gebruikershandleiding notebook PC-E
Deze tabel toont de landen die momenteel onder de
CTR21-standaard vallen.
LandToegepastMore Testing
1
Oostenrijk
BelgiëJaNee
Tsjechië Nee Niet van toepassing
Denemarken1 JaJa
FinlandJaNee
Frankrijk JaNee
Duitsland JaNee
GriekenlandJaNee
Hongarije NeeNiet van toepassing
IJsland JaNee
Ierland JaNee
Italië In behandelingIn behandeling
Israël NeeNee
Liechtenstein JaNee
Luxemburg Ja Nee
1
Nederland
NoorwegenJaNee
Polen NeeNiet van toepassing
Portugal NeeNiet van toepassing
Spanje NeeNiet van toepassing
Portugal JaNee
Zwitserland JaNee
Verenigd KoninkrijkJaNee
JaNee
JaJa
Page 99
Deze informatie werd gekopieerd van CETECOM wordt geleverd zonder enige
verantwoordelijkheid. Updates van deze tabel kunt u vinden op http://www.
cetecom.de/technologies/ctr_21.html.
1 De nationale vereisten zullen alleen van toepassing zijn als het apparaat
pulskiezen mag gebruiken (fabrikanten kunnen in de gebruiksaanwijzing
vermelden dat het apparaat allee bedoeld is om DTMF-signalen te ondersteunen,
zodat alle extra tests overbodig worden).
In Nederland zijn extra tests vereist voor aansluiting in serie en faciliteiten voor
de beller-ID.
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is
onderhevig aan de volgende twee voorwaarden:
• Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken.
• Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip van
storing die ongewenste werking kan veroorzaken.
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de beperkingen voor een klasse B
digitaal apparaat, in naleving van deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
limieten zijn vastgesteld om een redelijke beveiliging te bieden tegen schadelijke
storingen in een thuis installatie. Dit apparaat genereert, gebruikt en straalt
radiofrequentie-energie uit en kan indien onjuist geïnstalleerd en niet volgens
de instructies gebruikt, schadelijke storing veroorzaken in radiocommunicatie.
Er is echter geen garantie dat er geen storing zal optreden in een particuliere
installatie. Indien dit apparaat toch schadelijke storingen veroorzaakt aan radio- of
televisieontvangst, wat kan vastgesteld worden door het apparaat in en uit te
schakelen, moet de gebruiker deze storing proberen te corrigeren door een of
meer van de volgende maatregelen te nemen:
• Wijzig de richting van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.
• Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Gebruikershandleiding notebook PC-E
99
Page 100
100
Gebruikershandleiding notebook PC-E
• Sluit het apparaat aan op een stopcontact op een ander circuit dan dat
waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg de leverancier of een ervaren radio/Tv-technicus voor hulp.
WAARSCHUWING! Het gebruik van een voedingskabel van het beschermde
type is vereist om te voldoen aan de FCC-emissiebeperkingen en om storingen
in nabijgelegen radio- en tv-ontvangst te voorkomen. Het is van essentieel
belang dat alleen de meegeleverde voedingskabel wordt gebruikt. Gebruik alleen
afgeschermde kabels om I/O-apparaten aan te sluiten op deze uitrusting. Alle
wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die
verantwoordelijk is voor de naleving, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om
het apparaat te bedienen nietig verklaren.
(Afgedrukt van de Code van Federale Voorschriften nr. 47, deel 15.193, 1993.
Washington DC: Oce of the Federal Register, National Archives en Records
Administration, U.S. Government Printing Oce.)
Waarschuwing van FCC voor blootstelling aan
radiofrequenties (RF)
WAARSCHUWING! Aanpassingen en wijzigingen die niet uitdrukkelijk zijn
goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving kunnen de
bevoegdheid van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken, vernietigen. “De
fabrikant verklaart dat het apparaat is beperkt tot de kanalen 1 tot en met 11 in
het frequentiebereik van 2,4 GHz door de rmware die onder beheer staat van de
Verenigde Staten.”
Dit apparaat voldoet aan de FCC-beperkingen betreende blootstelling aan
stralen, die werden opgesteld voor een niet-gecontroleerde omgeving. Om te
blijven voldoen aan de FCC-vereisten met betrekking tot RF-blootstelling, moet u
direct contact met de zendantenne vermijden tijdens het zenden. Eindgebruikers
moeten de specieke gebruiksaanwijzingen volgen om norm met betrekking tot
RF-blootstelling na te leven.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.