Asko W650 User Manual [nl]

Wasautomaat W650
BESTE ASKO-KLANT!
Van harte welkom bij ASKO! We hopen dat u jarenlang plezier zult hebben van uw nieuwe wasautomaat,
die voorzien is van vele bijzondere details. Voor een optimale werking raden we u aan de handleiding door
te lezen voordat u de wasautomaat in gebruik neemt.
INHOUD
EERST LEZEN! 1 Voordat u voor de eerste keer gaat wassen 3 2 Veiligheidsvoorschriften 4-5
Algemeen, Installatie, Vuldeur,
Niveauregelaar, Programma afbreken,
Verpakkingsmateriaal, Transport/
Winteropslag, Afdanken
3 Kindveiligheid 6
Kindveilig wassen, Denk aan de kinde-
ren, Kinderslot op wasmiddelbakje, Kin-
derslot op Start/Stoptoets en Menu-
toetsen
4 Onderdelen van de wasautomaat 7 5 Wasmiddelbakje 7 6 Paneel 8 7 LC-Display 8
INSTALLATIE
Zie installatievoorschriften.
INGEBRUIKNEMING 8 Voordat u gaat wassen 9-11
Was sorteren, Kledingstukken, Waseti-
ketten, Bonte katoen, Fijne was, Super
spoelen, Zuinigheid en effectiviteit, Tex-
tiel verven, Wasmiddel, Programma-
duur
9 Wassen 12-15
Hoofdschakelaar, Vuldeur openen,
Wasmiddel toevoegen, Programma in-
stellen, Tijdelijke wijzigingen, Waspro-
gramma starten, Wasgoed toevoegen,
Instellingen wijzigen na start, Als u van
programma wilt veranderen, Waspro-
gramma beëindigd, Als u klaar bent met
wassen
10 Verbruiksgegevens - Vooringestelde wasprogramma’s 16 11 Eigen wasprogramma’s maken 17-23
Basisprogramma instellen, Programma’s,
Temperatuur, Centrifugetoerental,
Automatische start, Opties, Stappen
overslaan, Vooringestelde programma’s
herstellen
ONDERHOUD 12 Reiniging en onderhoud 24-25
Knopenzeef en afvoerpomp controleren,
Wasmiddelbakje reinigen, Buitenkant
machine reinigen, Reinigingsopening
onder de ribben, Bij kalkhoudend water
PROBLEMEN? 13 Foutopsporing 26-27
De vuldeur gaat niet open, De machine
start niet, De machine neemt geen water
als deze is gestart, Water blijft achter in
de machine na de laatste keer centri-
fugeren of afpompen, Foutmeldingen,
Verkeerde taal op de display
OVERIGE 14 Technische informatie 28
Technische gegevens, Standaardtests
15 Service en garantie 29 16 Beknopte handleiding 30 17 Trefwoorden 31
2
1 VOORDAT U VOOR DE EERSTE KEER GAAT WASSEN
WEES VOORZICHTIG MET BEPAALDE TEXTIEL­SOORTEN
Volg altijd de aanwijzingen op het wasetiket.
Als dit niet aanwezig is, lees dan het wasadvies
voor de desbetreffende textielsoort in hoofdstuk
8, Voordat u gaat wassen.
TRANSPORTSTEUNEN
Zijn de transportsteunen (drie schroeven aan
de achterzijde van de machine) verwijderd? Zo
niet, zie installatievoorschriften.
VULDEUR
De vuldeur wordt elektrisch geopend. De
vuldeur kan daarom niet worden geopend
voordat de machine is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Een geforceerde opening is
echter mogelijk, zie hoofdstuk 13, Foutopspo-
ring.
CONTROLEER DE HARDHEIDSGRAAD VAN HET WATER
De wasmiddeldosering is onder andere afhan-
kelijk van de hardheidsgraad van het water. In-
formeer bij uw gemeentelijke waterbedrijf naar
de hardheidsgraad van het water.
3
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ALGEMEEN
• Lees de handleiding en berg deze goed op!
• Aansluitingen op het elektriciteits- en het
waterleidingnet, indien nodig, dienen door een
erkend installateur te worden verricht.
• De machine mag alleen volgens de beschrij-
ving in deze handleiding worden gebruikt en is
niet geschikt voor chemische reiniging!
• Gebruik alleen wasmiddel dat bestemd is voor
machinewas!
• Verwijder de transportsteunen voordat u de
machine in gebruik neemt, zie installatie-
voorschriften.
INSTALLATIE
Zie bijgevoegde installatievoorschriften.
VULDEUR
De vuldeur wordt elektrisch geopend. De
vuldeur kan daarom niet worden geopend
voordat de machine is aangesloten op het
elektriciteitsnet.
Voor handmatige opening van de vuldeur, zie
De vuldeur gaat niet open in hoofdstuk 13,
Foutopsporing.
De wasautomaat kan niet worden gestart als
de vuldeur is geopend.
Voor opening van de vuldeur tijdens het
wasprogramma, zie Programma afbreken hier-
onder.
NIVEAUREGELAAR
Als het waterniveau van de machine hoger wordt
dan normaal, start de niveauregelaar het afpom-
pen en wordt de watertoevoer stopgezet. Als
het waterniveau niet binnen 60 seconden is ge-
daald, wordt het programma afgebroken.
PROGRAMMA AFBREKEN
U kunt een wasprogramma afbreken door de
-toets drie seconden ingedrukt te hou-
den of door op de hoofdschakelaar,
, te
drukken. De machine zal dan “onthouden” waar
het wasprogramma werd afgebroken. Bij op-
nieuw starten: voeg eventueel opnieuw was-
middel toe, doe de vuldeur dicht en druk op de
Start/Stop
-toets. Het programma gaat dan verder
waar het werd afgebroken.
U kunt een programma ook afbreken door
drie seconden op de
Start/Stop
-toets te drukken.
Als u deze toets gebruikt, vergeet de machine
waar het programma werd afgebroken, zodat u
bij een herstart een nieuw programma moet in-
stellen en eventueel opnieuw wasmiddel moet
toevoegen.
VERPAKKINGSMATERIAAL
Sorteer het afval volgens de voorschriften van
uw gemeente.
TRANSPORT/WINTEROPSLAG
Als de machine vervoerd moet worden of gedu-
rende de winter in een onverwarmde ruimte
moet worden opgeslagen, dienen de knopen-
zeef en de afvoerpomp te worden geleegd, zie
hoofdstuk 12, Reiniging en onderhoud.
Heeft u vragen? Neem dan contact op met
onze serviceafdeling.
4
AFDANKEN
Als de machine zijn beste tijd heeft gehad en
moet worden afgedankt, dient deze onmiddel-
lijk onbruikbaar te worden gemaakt.
Informeer bij uw gemeente waar uw machine
op de juiste wijze kan worden verschroot en
gerecycled.
De machine is gefabriceerd en gemarkeerd
met het oog op recycling.
5
3 KINDVEILIGHEID
KINDVEILIG WASSEN
Doe het deurtje altijd dicht en start het pro-
gramma direct nadat u het wasmiddel in de
machine heeft gedaan.
Voorkom dat kleine kinderen de wasautomaat
gebruiken of ermee spelen.
DENK AAN DE KINDEREN!
Bewaar wasmiddel en wasverzachter buiten
bereik van kinderen!
KINDERSLOT OP WASMIDDELBAKJE
Rechts in de handgreep van het wasmiddelbak-
je bevindt zich een kinderslot dat in- en uitge-
schakeld kan worden.
Kinderslot inschakelen
Om het kinderslot in te schakelen, moet u het
wasmiddelbakje een stukje naar buiten trek-
ken, zodat u bij de vergrendeling kunt. Trek de
vergrendeling vervolgens naar u toe en laat deze
los.
Kinderslot ingeschakeld
Om het wasmiddelbakje naar buiten te kunnen
trekken als het kinderslot is ingeschakeld, moet
u de vergrendeling naar links duwen terwijl u
tegelijkertijd het bakje naar u toe trekt.
Kinderslot uitschakelen
Om het kinderslot uit te schakelen, moet u de
vergrendeling naar links en vervolgens naar bin-
nen duwen.
KINDERSLOT OP
Start/Stop
- EN
Menu
-TOETSEN
U kunt voorkomen dat een kind per ongeluk de
wasautomaat aanzet of instellingen verandert.
Hiervoor moet u de
Start/Stop
- en
Menu
-toetsen
vergrendelen volgens het onderstaande.
Kinderslot Aan/Uit:
Zet de hoofdschakelaar, , uit en vervol-
gens weer aan, zodat de machine zich in de
uitgangspositie bevindt.
Druk binnen vijftien seconden vijf keer op de
Enter
-toets en vervolgens vijf keer op de P3-
toets.
Binnen drie seconden nadat u de laatste keer
op de P3 -toets heeft gedrukt, moet u met de
-toetsen instellen of u het Kinderslot
Aan (rechtsonder op de display verschijnt een
3) of Uit wilt zetten (rechtsonder op de display
verschijnt een 0).
Programma starten met vergrendelde toets:
Om de machine te starten, moet u de
Start/Stop
Start/Stop
-
toets drie seconden ingedrukt houden.
Instellingen wijzigen met vergrendelde toets:
Om instellingen te wijzigen, moet u de
Menu
-
Menu
toets drie seconden ingedrukt houden. Als u de
Menu
-toets drie seconden lang heeft ingedrukt,
werkt deze weer normaal. Als u dan niet binnen
twee minuten weer op een toets drukt, wordt
Menu
de
-toets opnieuw vergrendeld.
LET OP!
Om instellingen te wijzigen nadat u een pro-
gramma heeft gestart, moet u de
Menu
-toets
altijd drie seconden ingedrukt houden.
-
-
6
4 ONDERDELEN VAN DE WASAUTOMAAT
1. WASMIDDELBAKJE
2. HOOFDSCHAKELAAR
3. PANEEL
4. TYPEPLAATJE
5. KLEP AFVOERPOMP
6. AFVOERPOMP (ACHTER DE KLEP)
7. VULDEUR
8. KLEP
4
1
2
5
3
P 1
P 2
P 3
P 4
S t a
r t / S
t o p
M e
n u
E n
t e r
8
7
6
5 WASMIDDELBAKJE
1. WASMIDDELBAKJE VOORWAS
2. WASMIDDELBAKJE HOOFDWAS
3. WASVERZACHTERBAKJE
4. TUSSENSCHOTJE (WORDT GEBRUIKT BIJ VLOEIBARE WASMIDDELEN)
5. KINDERSLUITING (AAN DE BINNENKANT VAN DE HANDGREEP)
1
2
4
5
3
7
6 PANEEL
1 3 4 5 6 7 8
1. WASMIDDELBAKJE
2. INDICATIELAMPJE AAN/UIT
3. HOOFDSCHAKELAAR
4. PROGRAMMAKEUZETOETS P1
5. PROGRAMMAKEUZETOETS P2
6. PROGRAMMAKEUZETOETS P3
7. PROGRAMMAKEUZETOETS P4
2
7 LC-DISPLAY
1
4 6 8 10 11 12
5
1. TEKSTVELD, HIER WORDEN PROGRAMMA’S, OPTIES, FOUTMELDINGEN, ENZ. WEERGEGEVEN
2. GEEFT HET GEKOZEN CENTRIFUGETOERENTAL AAN
3. GEEFT AAN DAT 2 HET GEKOZEN CENTRIFU­GETOERENTAL WEERGEEFT
4. GEEFT AAN DAT P1 HET GEKOZEN PROGRAM­MA IS
5. GEEFT AAN DAT P2 HET GEKOZEN PROGRAM­MA IS
97
2 3
P3P1 P2 P4
Start/Stop
Menu Enter
10
9 11 12 13 14
8. LC-DISPLAY
9. START/STOP-TOETS
10. DEUROPENINGSTOETS
11. MENU-TOETS
12. STAP ACHTERUIT
13. STAP VOORUIT
14. ENTER-TOETS
6. GEEFT AAN DAT P3 HET GEKOZEN PROGRAM­MA IS
7. GEEFT AAN DAT P4 HET GEKOZEN PROGRAM­MA IS
16
8. GEEFT AAN DAT EEN PROGRAMMA IS GESTART
15 14
9. GEEFT AAN DAT HET DEURTJE IS GEOPEND OF GEOPEND MOET WORDEN
13
10. GEEFT AAN DAT EEN PROGRAMMA IS BEËIN­DIGD OF STOPGEZET
11. EN 12 GEVEN DE GEKOZEN WASTEMPERA­TUUR AAN
13. GEEFT TEZAMEN MET 14 HET AANTAL UUR VOOR DE AUTOMATISCHE START AAN, EN TEZA­MEN MET 15 DE RESTERENDE ROGRAMMADUUR
14. GEEFT AAN DAT 13 DE AUTOMATISCHE START WEERGEEFT
15. GEEFT AAN DAT 13 DE RESTERENDE PRO­GRAMMADUUR WEERGEEFT
16. GEEFT AAN DAT 11 DE TEMPERATUUR WEER­GEEFT
8
8 VOORDAT U GAAT WASSEN
Hier volgt een aantal praktische adviezen voor-
dat u gaat wassen.
WASETIKETTEN
Kijk op de wasetiketten. Onderstaande tabel
bevat adviezen voor de geschikte waspro-
WAS SORTEREN
Sorteer het wasgoed op:
gramma’s voor verschillende textielsoorten en
washoeveelheden.
• hoe vuil het is
• kleur
• textielsoort
BONTE KATOEN
Bonte katoen met als wasvoorschrift 60°C, moet
de eerste keer op 60°C worden gewassen om
KLEDINGSTUKKEN
• Doe ritsen dicht zodat het textiel niet bescha-
digd kan raken.
• Nieuwe, bonte kledingstukken kunnen over-
tollige verfstoffen bevatten en moeten daarom
eventuele overtollige verfstoffen te verwijderen.
Doet u dit niet, dan loopt u het risico dat het
textiel verkleurt. Gebruik een wasmiddel zon-
der bleekmiddel om de kleur van het textiel te
bewaren.
de eerste paar keer apart wor-
den gewassen.
• Draai kwetsbare kleding-
stukken binnenstebuiten.
Daarmee verkleint u de kans op
pluisvorming en kleurverschillen.
• Haal zakken leeg en was deze
bij voorkeur binnenstebuiten!
FIJNE WAS Ongebleekt linnen
Ongebleekt linnen moet op 60°C worden ge-
wassen met een wasmiddel zonder bleekmiddel
of optisch witmiddel. Zeer vuil linnen kan af en
toe op hogere temperaturen worden gewassen,
maar niet te vaak om te voorkomen dat de warm-
te, de glans en de sterkte van het linnen worden
Symbolen wasvoorschriften
WASETIKET TEXTIELSOORT PROGRAMMA BELADING
aangetast.
Katoen, linnen. Witte en lichtbonte was. Normale was 60° tot 95° 1/1 trommel
Katoen, linnen. Donkerbonte was. Normale was 60° 1/1 trommel
Polyester, katoen/polyester, nylon. Witte was. Synthetische was 60° 1/2 trommel
Rayon, acetaat, acryl. Was met kwetsbare kleuren. Synthetische was 40° 1/2 trommel
Polyester, katoen/polyester, nylon. Bonte was. Synthetische was 40° 1/2 trommel
Zijde en zeer kwetsbare weefsels. Synthetische was 30° 1/3 trommel
Textiel voorzien van een IWS-merk en Superwash. Wol/Handwas 40° 1/3 trommel
9
Wol en zijde
Deze weefsels moeten volgens de wasvoorschrif-
ten soms in de machine en soms met de hand
worden gewassen. Het Wol-/handwasprogram-
ma van deze wasautomaat is minstens even mild
voor uw kwetsbare was als wassen met de hand.
Met name wol is gevoelig voor bewerking.
Als u liever niet wilt centrifugeren, kunt u het
water er met badstof handdoeken uitdrukken.
De meeste kledingstukken zijn echter wel be-
stand tegen kort centrifugeren.
Kunstvezels en synthetische vezels
Deze textielsoorten hebben veel ruimte nodig
om niet te kreuken. Vul de trommel slechts
voor de helft als u kunstvezels of synthetische
vezels wast. Kies voor kort centrifugeren!
LET OP!
Viscose en acetaat zijn kwetsbaar in natte toe-
stand.
SUPER SPOELEN
De wasautomaat is voorzien van een superspoel-
functie. U kunt deze functie gebruiken bij het
wassen van kleding e.d. van mensen met een
gevoelige huid, bijvoorbeeld mensen met
allergieën en kleine kinderen.
U kunt deze functie ook gebruiken als u tex-
tiel wilt verven. Voor het instellen van Super-
spoelen, Zie hoofdstuk 11, Eigen waspro-
gramma’s maken.
ZUINIGHEID EN EFFECTIVITEIT
U kunt veel energie besparen door niet een
krachtiger programma te gebruiken dan nodig
is.
• Kies Super kort programma, programma 3,
als u bijvoorbeeld overhemden of sportkleding
alleen maar wat wilt opfrissen. Daarmee be-
spaart u zowel water als energie.
•Als u E2: Eco-programma instelt, verlengt u
de hoofdwas met ca. 22 minuten en kunt u de
temperatuur verlagen zonder het wasresultaat
nadelig te beïnvloeden. Daarmee bespaart u
energie. Voor het inschakelen van E2: Eco-
programma, zie hoofdstuk 11, Eigen
wasprogramma’s maken.
• Kies voor een hoog centrifugetoerental, daar-
mee verlaagt u het energieverbruik als u de was
droogt in een wasdroger of een droogkast. Zie
Tijdelijke wijzigingen in hoofdstuk 9, Wassen.
TEXTIEL VERVEN
Als u textiel in de machine wilt verven, stelt u
het programma Normale was in en zet u de
optie Super spoelen Aan. Stel de temperatuur
in volgens de aanwijzingen van de verffabrikant.
LET OP!
Bleekmiddelen of vlekkenverwijderaars met de
chemische aanduiding Na
en Natriumdit-
2S2O4
hioniet (sodium dithionite) of Natriumsulfiet
(sodium hyposulphite) genaamd, mogen niet in
deze wasmachine worden gebruikt. Bij gebruik
van deze middelen bestaat er gevaar voor corro-
sie en verkleuring.
Als het textiel dat u wilt verven bestaat uit
een mengweefsel van katoen/polyester, moet u
tevens kiezen voor kort centrifugeren en een
centrifugetoerental van 800 omwentelingen per
minuut.
Voor het kiezen van deze instellingen, zie
hoofdstuk 11, Eigen wasprogramma’s maken,
10
(Super spoelen) en hoofdstuk 9, Wassen - Tij-
delijke wijzigingen (Centrifugesnelheid).
LET OP!
Doe de verf direct in de wastrommel, niet in
het wasmiddelbakje. Na het verven moet u de
machine met een lege trommel hetzelfde pro-
gramma laten draaien. Gebruik een normale
hoeveelheid wasmiddel.
WASMIDDEL
Een overdosering wasmiddel geeft geen beter
wasresultaat, maar heeft alleen een extra belas-
ting voor het milieu tot gevolg.
Probeer eens met wat minder wasmiddel te
wassen, en gebruik alleen een grotere hoeveel-
heid als u niet tevreden bent met het wasresul-
taat.
PROGRAMMADUUR
De resterende programmaduur wordt tezamen
met het
-symbool rechtsonder op de display
aangegeven.
Wanneer er een programma wordt gekozen,
verschijnt er een berekende looptijd voor het
programma. De tijd kan van keer tot keer enigs-
zins verschillen, al naargelang de temperatuur
van het inkomende water.
Vóór de laatste spoeling wordt de resterende
tijd herberekend en deze kan dan een beetje toe
of afnemen.
11
9 WASSEN
DRUK OP DE -TOETS
Op de display verschijnen nu de vier vooringe-
stelde programma’s. Als er niet binnen drie mi-
nuten op een toets wordt gedrukt, gaat de dis-
play weer uit. Druk op de
Enter
-toets om de
display weer aan te zetten. Voor het veranderen
van de taal op de display, zie hoofdstuk 13,
Foutopsporing.
VULDEUR OPENEN
Druk op de -toets en leg het wasgoed in
de machine.
WASMIDDEL EN EVENTUEEL WASVERZACHTER TOEVOEGEN
Op de wasmiddelverpakking wordt aangegeven
hoeveel wasmiddel u moet gebruiken. De machi-
ne heeft een capaciteit van 5,0 kg wasgoed. Als
u een kleine hoeveelheid wasgoed in de machi-
ne stopt, kunt u de dosering iets verminderen.
Het bijgeleverde tussenschotje wordt alleen
gebruikt voor vloeibaar wasmiddel, zie hieron-
der.
Waspoeder
Doe het waspoeder in het bakje voor hoofdwas
( ) en eventueel voorwas ( ), zie afbeelding.
Hoofdwas
Vloeibaar wasmiddel
Voorwas
Wasverzachter
Aan de onderkant van het wasmiddelvakje vindt
u een tussenschotje voor vloeibaar
wasmiddel. Schuif deze in de gleuf
achter in het wasmiddelbakje, zie
afbeelding. Giet het wasmid-
del direct in het bakje voor
hoofd-was (
Wasbolletje of doseerzakje
).
Als u een wasbolletje of doseerzakje gebruikt,
kunt u dit direct in de trommel leggen en een
programma zonder voorwas instellen.
Wasverzachter
Giet de wasverzachter in het bakje met het -
symbool. Doseer deze volgens de aanwijzingen
op de verpakking.
LET OP!
Doe niet meer wasverzachter in het bakje dan
door het maximale niveau wordt aangegeven.
De wasverzachter zal dan te vroeg in de machine
lopen en een slechter wasresultaat opleveren.
PROGRAMMA INSTELLEN
Stel een van de vooringestelde wasprogramma’s
P1
tot P4 in.
Vooringestelde wasprogramma’s
P1
-Normale was, , 1500 omw./min.,
hoofdwas, drie keer spoelen, kort centrifugeren
na de hoofdwas en de eerste twee spoelingen en
lang centrifugeren na de laatste spoeling.
P2
-Normale was, , 1500 omw./min.,
hoofdwas, drie keer spoelen, kort centrifugeren
na de hoofdwas en de eerste twee spoelingen en
lang centrifugeren na de laatste spoeling.
12
Afpompen
Centri-
fugeren
Kort centri-
fugeren
E2: Eco-
program
Korte hoofd-
was
. ST
TAL (rpm
TUUR (°C)
PERA
Super
spoelen
ma
Inweken
ART (h)
)
PTIES
O
AUTOM
CENTRIFUGETOEREN-
TEM
AAN
AAN
AANUIT UIT UIT
UIT UIT UIT AAN
UIT
UIT
UIT
0
0
1500**
1500**
60*
40*
AAN
AAN
AAN
UIT
UIT
UIT
UIT
0
800*
AAN AAN
AANUIT
UIT UIT
UIT
0
800**
30*
P3
-Super kort programma, , 800 omw./
min., hoofdwas, twee keer spoelen en kort cen-
trifugeren.
P4
-Wol/Handwas, , 800 omw./min.,
hoofdwas, drie keer spoelen en één keer kort
centrifugeren.
U kunt de Temperatuur en Centrifugesnelheid
van de vooringestelde programma’s wijzigen
volgens Tijdelijke wijzigingen, zie hieronder.
U kunt ook de inhoud (o.a. programma en
opties) van de vooringestelde programma’s wij-
zigen, zodat ze precies tegemoetkomen aan uw
persoonlijke wensen, zie hoofdstuk 11, Eigen
wasprogramma’s maken.
TIJDELIJKE WIJZIGINGEN
Als u een van de vooringestelde programma’s
P1
tot P4 heeft gekozen, kunt u op eenvou-
dige wijze de Temperatuur en de Centrifugesnel-
heden wijzigen. Deze instellingen nemen hun
oorspronkelijke waarden weer aan nadat het
wasprogramma is beëindigd. Voor blijvende wij-
zigingen in de programma’s, zie hoofdstuk 11,
Eigen wasprogramma’s maken.
PRO
PRO
GRAM
GRAM
ATO
M
Temperatuur
A
M
U kunt de temperatuur C (koud water) of tem-
peraturen tussen de 30°C en 95°C instellen. Als
u C instelt, zal de watertemperatuur gelijk zijn
NORMALE WAS UIT
NORMALE WAS
SUPER KORT PROGR.
ETS
P1
P2
WOL/HANDWASP4
P3 40*
De instellingen van de vier vooringestelde programma’s. *) Deze instellingen kunnen tijdelijk worden gewijzigd. **) Deze instellingen zijn de maximale waarden
van het programma en kunnen bij een tijdelijke wijziging alleen maar een lagere waarde krijgen. Voor wijzigingen van de overige instellingen, zie Eigen
wasprogramma’s maken.
aan de temperatuur van het binnenkomende
water.
Bij het programma Wol/Handwas is het niet
mogelijk om temperaturen boven de 40°C in te
stellen.
13
Met de -toets kunt u stapsgewijs de ge-
wenste temperatuur bereiken.
Als u de gewenste temperatuur heeft bereikt,
verschijnt deze tezamen met het
-symbool
onderin de display. Als u de maximale tempera-
tuur heeft bereikt, begint de teller opnieuw bij
de laagste temperatuur.
Wanneer er een programma wordt gekozen,
verschijnt er een berekende looptijd voor het
programma. De tijd kan van keer tot keer enigs-
zins verschillen, al naargelang de temperatuur
van het inkomende water.
Vóór de laatste spoeling wordt de resterende
tijd herberekend en deze kan dan een beetje toe
of afnemen.
Centrifugetoerental
U kunt een centrifugetoerental van 600 tot 1500
omw./min. instellen.
Bij het programma Synthetische was en Wol/
Handwas is het niet mogelijk een toerental van
meer dan 800 omw./min. in te stellen.
Met de
-toets kunt u stapsgewijs het
gewenste centrifugetoerental bereiken.
Als u het gewenste toerental heeft bereikt,
verschijnt dit tezamen met het
-symbool in
de rechterbovenhoek van de display. Als u het
hoogste toerental heeft bereikt, begint de teller
opnieuw bij het laagste toerental.
WASPROGRAMMA STARTEN
Als u uw instellingen heeft ingevoerd, kunt u
het wasprogramma starten. Controleer of de
vuldeur dichtzit en druk vervolgens op de
Start/Stop
-toets.
De tekst
onderin de display geeft aan
dat het programma is gestart. Tijdens het pro-
gramma wordt in het tekstveld van de display
aangegeven in welk stadium het programma zich
bevindt.
De resterende programmaduur wordt teza-
men met het
-symbool rechtsonder op de
display aangegeven.
WASGOED TOEVOEGEN
Als u wasgoed wilt toevoegen nadat u de machi-
ne heeft gestart, moet u de -toets drie
seconden ingedrukt houden. Eventueel water
in de machine wordt afgepompt en vervolgens
wordt de vuldeur geopend. Leg meer wasgoed
in de trommel, voeg eventueel opnieuw wasmid-
del toe en doe de vuldeur dicht. Het waspro-
gramma gaat automatisch verder waar het werd
afgebroken.
INSTELLINGEN WIJZIGEN NA START
U kunt een aantal instellingen wijzigen nadat u
het wasprogramma heeft gestart. Een wijziging
kan echter alleen worden aangebracht in een
deel van het programma dat nog niet is geacti-
veerd. U kunt de volgende instellingen wijzi-
gen:
• E2: Eco-programma - kan gewijzigd worden
voordat het afkoelen of het afpompen van het
hoofdwaswater is begonnen.
• Super spoelen - kan gewijzigd worden voor-
dat de laatste spoeling is begonnen.
• Kort centrifugeren - kan gewijzigd worden
voordat het eindcentrifugeren is begonnen.
• Centrifugeren - kan gewijzigd worden voor-
dat het centrifugeren is begonnen.
14
• Temperatuur - kan gewijzigd worden voordat
de verwarmingsfase is begonnen.
• Centrifugetoerental - kan gewijzigd worden
voordat de laatste centrifugeerfase is begonnen.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de
Menu
toets drie seconden ingedrukt houden om de
instellingen te kunnen wijzigen. Daarna wijzigt
u de instellingen van uw optie zoals beschreven
in hoofdstuk 11, Eigen wasprogramma’s maken.
ALS U VAN PROGRAMMA WILT VERANDEREN
Hou de
Start/Stop
-toets drie seconden ingedrukt.
Hierdoor wordt het programma weer op nul
gesteld en kunt u een nieuw programma instel-
len.
WASPROGRAMMA BEËINDIGD
Druk op de -toets en haal het wasgoed
uit de machine.
ALS U KLAAR BENT MET WASSEN
Zet de hoofdschakelaar, , uit en doe de
vuldeur dicht.
-
15
10 VERBRUIKSGEGEVENS - VOORINGESTELDE PROGRAMMA’S
Voor de onderstaande verbruiksgegevens gel-
den de volgende voorwaarden:
Temperatuur van het inkomende water: 15°C.
Elementvermogen: 2000 W.
PROGRAMMA TEXTIEL/WAS- BELADING WATERVERBRUIK ENERGIEVERBRUIK PROGRAMMADUUR
TEMPERATUUR (ca. liter) (ca. kWh) (ca. minuten)
P1 Katoen, linnen, 60°C 1/1 (5,0 kg) 49 0,95 120
Normale was
P2 Katoen, linnen, 40°C 1/1 (5,0 kg) 49 0,40 100
Normale was
P3 Super kort Strijkvrij, polyester/ 1/2 (2,5 kg) 22 0,30 35
programma katoen, 40°C
P4 Wol/handwas, IWS, 1/3 (1,7 kg) 53 0,25 39
Wol/handwas superwash, 30°C
16
11 EIGEN WASPROGRAMMA’S MAKEN
U kunt eigen wasprogramma’s maken die mis-
schien beter op uw wensen aansluiten dan de
vier vooringestelde programma’s.
Het is altijd mogelijk om de vooringestelde
wasprogramma’s te herstellen. Zie Vooringes-
telde wasprogramma’s herstellen aan het einde
van dit hoofdstuk.
Op de volgende pagina staat een overzicht
van de functies van de wasautomaat. Daarop
volgen stapsgewijze instructies waarmee u de
programma’s op uw eigen wensen kunt afstem-
men.
Elke stap wordt ingeleid door een beschrij-
ving van de programma’s, opties of instellingen
die u kunt kiezen. Daarop volgt een genum-
merde beschrijving van de werkwijze om de ge-
wenste wijzigingen aan te brengen.
De toetsen die u zult gebruiken voor het
Enter
Menu
-toets
-
maken van uw eigen programma’s, zijn de
, -, - en de
Met de
Menu
Enter
-toetsen.
-toets kunt u stapsgewijs het
menu doorlopen naar de optie waar u een wijzi-
ging in wilt aanbrengen. De opties van het menu
zijn: Programma, Temperatuur, Centrifugetoe-
rental, Automatische start en Opties. Opties
bestaat weer uit de subopties Inweken, Korte
hoofdwas, E2: Eco-programma, Super spoelen,
Kort centrifugeren, Centrifugeren en Afpom-
pen.
Met de
-toetsen kunt u stappen
voor- of achteruit maken naar de instelling van
uw keuze onder de desbetreffende optie.
Als u op de gewenste instelling staat, kunt u
deze bevestigen door één keer op de
te drukken.
Afpompen
Centri-
fugeren
Kort centri-
fugeren
OPTIES
CENTRIFUGETO
TEM
PROGRAM
AUTOM
PERA
PROGRAM
spoelen
E2: Eco-
programma
Korte hoofd-
was
Inweken
ART (h)
. ST
TAL (rpm
TUUR (°C)
A
M
Super
EREN-
M
ETS
TO
AAN
AAN
AAN
AANUIT UIT UIT
AAN
AAN AAN
AAN
AANUIT
UIT
UIT
UIT UIT UIT AAN
UIT
UIT
0
)
1500
60
A
NORMALE WAS UIT P1
UIT UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
0
0
0
800
800
1500
30
40
NORMALE WAS
SUPER KORT PROGR.
WOL/HANDWASP4
P2
P3 40
De instellingen van de vier vooringestelde programma’s.
17
-TOETSEN OM EIGEN PROGRAMMA’S TE MAKEN
Enter
-, -, - EN
Menu
Enter
Menu
Uit
Aan
INWEKEN
Menu
Uit
Aan
WAS
KORTE HOOFD-
Menu
KIES AUTO-
Enter
MATISCHE START (h)
Menu
weergegeven.
van het programma
worden op de display
Enter
Menu
Enter
Menu
Uit
E2
Aan
Uit
Aan
SUPER SPOELEN
.
.
.
2
0
1
KIES
RENTAL (rpm)
CENTRIFUGETOE-
Menu
600
11
KIES
700
Enter
12
.
.
.
800
C
Menu
FUGEREN
KORT CENTRI-
1500
1400
303540
Enter
Enter
Menu
Uit
Aan
Uit
Aan
CENTRI-
FUGEREN
Enter
.
.
.
95
90
85
Enter
De nieuwe instellingen
Enter
Menu
Uit
Aan
AFPOMPEN
18
GEBRUIK DE
Menu
Begin hier
Enter
Menu
Met de -toets bewaart u de instelling.
Met de -toets gaat u verder naar de volgende
optie zonder dat er een wijziging in het programma
wordt aangebracht.
TEMPERATUUR (˚C)
Menu
KIES
Vuile was
Normale was
PROGRAMMA
Kort programma
Enter
Spoelprogramma
Afpompen
Centrifugeren
Wol/Handwas
Super kort progr.
Synthetische was
Aan het einde van dit hoofdstuk bevindt zich
een tabel waar u als geheugensteuntje de instel-
lingen kunt invullen die u heeft gemaakt.
1 - BASISPROGRAMMA INSTELLEN
Stel een van de vooringestelde wasprogramma’s
in.
1. Druk op de toets P1, P2, P3 of P4 voor
het programma dat u wilt wijzigen.
2. Ga verder naar stap 2.
2 - PROGRAMMA’S
De programma’s die u kunt instellen, hebben
het volgende verloop:
Vuile was: Voorwas - hoofdwas - 3 keer spoelen
- kort centrifugeren na de hoofdwas en de
eerste twee spoelingen - lang centrifugeren
na de laatste spoeling.
Normale was: Hoofdwas - 3 keer spoelen - kort
centrifugeren na de hoofdwas en de eerste
twee spoelingen - lang centrifugeren na de
laatste spoeling.
Kort programma: Korte hoofdwas - 3 keer
spoelen - kort centrifugeren na de hoofdwas en
de eerste twee spoelingen - lang centrifuge-
ren na de laatste spoeling.
Super kort programma: Korte hoofdwas - twee
keer spoelen - kort centrifugeren.
Synthetische was: Hoofdwas - 3 keer spoelen
- kort centrifugeren.
Wol/Handwas: Hoofdwas (voorzichtig wassen,
hoog waterniveau) - 3 keer spoelen - kort
centrifugeren.
Spoelprogramma: 1 keer spoelen - lang centri-
fugeren.
Centrifugeren: 1 keer lang centrifugeren.
Afpompen: Alleen afpompen.
1. Druk één keer op de
Menu
-toets.
2. Kies met de -toetsen voor Vuile
was, Normale was, Kort programma, Super kort
programma, Synthetische was, Wol/Handwas,
Spoelprogramma, Centrifugeren of Afpompen.
3. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken.
3 - TEMPERATUUR
U kunt de temperatuur C (koud water) of tem-
peraturen tussen de 30°C en 95°C instellen. Als
u C instelt, zal de watertemperatuur gelijk zijn
aan de temperatuur van het inkomende water.
Bij het programma Wol/Handwas is de maxi-
mumtemperatuur 40°C.
1. Druk één keer op de
Menu
-toets.
2. Stel met de -toetsen de gewenste
temperatuur in.
3. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken.
4 - CENTRIFUGETOERENTAL
U kunt een centrifugetoerental van 600 tot 1500
omw./min instellen.
Bij de programma’s Synthetische was en Wol/
Handwas is het maximale toerental 800 omw./
minuut.
1. Druk één keer op de
Menu
-toets.
2. Stel met de -toetsen het gewenste
centrifugetoerental in.
3. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken.
19
5 - AUTOMATISCHE START
U kunt de start van uw wasprogramma maxi-
maal 12 uur uitstellen.
Als u een Automatische start van bijvoorbeeld
5 uur instelt, zal de machine vijf uur nadat u op
de starttoets heeft gedrukt, starten.
Als u stapsgewijs de gewenste tijd heeft
bereikt, wordt deze tezamen met het
-sym-
bool in de rechterbenedenhoek van de display
aangegeven.
1. Druk één keer op de
Menu
-toets.
2. Stel met de -toetsen in hoe lang u
de start van het wasprogramma wilt uitstellen.
3. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken.
6 - OPTIES
Deze optie bestaat uit zeven subopties die u
aan uw programma kunt toevoegen.
De zeven subopties zijn: Inweken, Korte
hoofdwas, E2: Eco-programma, Super spoelen,
Kort centrifugeren, Centrifugeren en Afpompen.
Inweken
Deze keuze is praktisch als u erg vuil wasgoed
heeft dat moet inweken voordat het wordt ge-
wassen. Het wasgoed wordt dan twee uur lang
ingeweekt voordat het wasprogramma wordt
gestart.
1. Druk één keer op de
2. Kies met de
Menu
-toets.
-toetsen voor Inweken
Aan of Uit
3. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken. Vervolgens komt
u automatisch terecht in de suboptie:
Korte hoofdwas
Met deze keuze verkort u de hoofdwas met ca.
27 minuten. Gebruik deze keuze als uw wasgoed
niet zo vuil is.
Kan alleen gekozen worden bij de pro-
gramma’s Vuile was en Normale was.
1. Kies met de
-toetsen of u de Korte
hoofdwas Aan of Uit wilt zetten
2. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken. Vervolgens komt
u automatisch terecht in de suboptie:
E2: Eco-programma
Met deze keuze verlengt u de hoofdwas met ca.
22 minuten. U kunt de energiebesparende vari-
ant (I) instellen zonder dat het goede wasresul-
taat wordt beïnvloed, of de variant (II) kiezen
die een buitengewoon effectief programma biedt.
I. Kies E2 Aan en een lagere temperatuur,
dan krijgt u een energiebesparend programma
dat niets afdoet aan het goede wasresultaat.
II. Kies E2 Aan zonder de temperatuur te
verlagen voor een nog effectiever wasprogramma.
Kan alleen gekozen worden bij de pro-
gramma’s Vuile was, Normale was en Kort
programma.
1. Kies met de
-toetsen of u E2 Aan of
Uit wilt zetten
2. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken. Vervolgens komt
u automatisch terecht in de suboptie:
Super spoelen
Voor een wasprogramma met extra spoelingen.
Met superspoelen worden vier extra spoelingen
20
toegevoegd aan de wasprogramma’s Vuile was,
Normale was en Kort programma, en twee spo-
elingen aan de overige programma’s.
Kies Super spoelen Aan als u een zeer gron-
dig spoelresultaat wilt.
Gebruik deze optie ook voor het verven van
textiel.
1. Kies met de
-toetsen of u het Super
spoelen Aan of Uit wilt zetten
2. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken. Vervolgens komt
u automatisch terecht in de suboptie:
Kort centrifugeren
Voor korter centrifugeren. Kies Kort centrifuge-
ren Aan voor wasgoed dat gevoelig kan zijn voor
een al te stevige bewerking.
Kort centrifugeren staat altijd Aan in de
programma’s Synthetische was en Wol/Hand-
was en kan bij deze programma’s niet worden
gewijzigd.
1. Kies met de
-toetsen of u Kort
centrifugeren Aan of Uit wilt zetten
2. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken. Vervolgens komt
u automatisch terecht in de suboptie:
Centrifugeren
U kunt het centrifugeren helemaal uitschake-
len. Tijdens het wasprogramma zal dan niet ge-
centrifugeerd worden.
1. Kies met de -toetsen of u het Cen-
trifugeren Aan of Uit wilt zetten
2. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken. Heeft u gekozen
voor Centrifugeren Uit, dan komt u automat-
isch terecht in de suboptie:
Afpompen
Wordt gekozen in combinatie met Centrifuge-
ren Uit. Het wasprogramma wordt dan beëin-
digd terwijl het laatste spoelwater in de machi-
ne achterblijft.
Dit is handig als u fijne weefsels wast en niet
in de gelegenheid bent om de was direct nadat
het programma is beëindigd uit de machine te
halen. Het wasgoed blijft dan in het spoelwater
drijven en kreukt daardoor niet.
Als u de machine vervolgens wilt leeghalen,
kunt u het programma Afpompen laten draaien
of op de
-toets drukken. Als u de was wilt
centrifugeren, kunt u ook het programma Cen-
trifugeren laten draaien.
1. Kies met de
-toetsen of u het Af-
pompen Aan of Uit wilt zetten
2. Bevestig en bewaar uw keuze door één keer
Enter
op de
-toets te drukken.
Nu heeft u alle opties ingesteld.
Nu heeft u uw eigen wasprogramma
samengesteld en bewaard.
De volgende keer dat u dit wasprogramma
wilt draaien, hoeft u alleen maar op de pro-
grammatoets te drukken die u als uitgangspunt
voor de nieuwe instellingen heeft gekozen.
STAPPEN OVERSLAAN
U kunt bij het maken van uw eigen programma
een optie overslaan waarin u geen wijzigingen
wilt aanbrengen.
21
Om de volgende optie te bereiken zonder
wijzigingen aan te brengen in de optie waarin u
zich bevindt, moet u één keer op de
Menu
-toets
drukken. De basisinstelling van deze optie blijft
dan onveranderd.
LET OP!
Dit geldt voor de opties. Als u zich in een van
de subopties bevindt, moet u de instelling altijd
bevestigen door op de
Enter
-toets te drukken
voordat u verder kunt naar de volgende sub-
optie.
VOORINGESTELDE PROGRAMMA’S HERSTEL-
LEN
U kunt de vooringestelde programma’s altijd
weer herstellen.
Ga als volgt te werk:
1. Druk op de toets van het programma dat u
wilt herstellen en hou deze ingedrukt.
2. Druk, zonder de programmatoets los te la-
ten, ook de
Enter
-toets in.
3. Laat beide toetsen los. Het vooringestelde
programma is nu hersteld.
22
IN DEZE TABEL KUNT U DE INSTELLINGEN VAN UW EIGEN PROGRAMMA’S INVULLEN
pen
Afpom
Centri­fugeren
Kort centri-
fugeren
Super
PTIES
O
CENTRIFUGETO
AUTO
spoelen
E2: Eco-
programma
Korte hoofd-
was
Inweken
ART (h)
. ST
M
EREN
TAL (rpm
-
)
TEM
PRO
PERA
PRO
GRAM
TUUR (°C)
M
GRAM
AKNO
M
A
P
23
12 REINIGING EN ONDERHOUD
KNOPENZEEF EN AFVOERPOMP CONTREOLEREN
De wasautomaat is voorzien van een knopenzeef
die munten, haarspelden en dergelijke opvangt.
Ga als volgt te werk om de knopenzeef en de
afvoerpomp te reinigen:
1. Zorg ervoor dat er geen water meer in de
machine zit en zet de hoofdschakelaar uit.
2. Open de klep van de afvoerpomp. Gebruik
het tussen-
schotje van het
wasmiddelbak-
je, zie afbeel-
ding.
3. Laat het water weglopen, bijvoorbeeld in een
kom, door de afvoer-
slang van de tap aan
de binnenkant van de
klep te halen.
4. Open de pomp door het deksel tegen de
wijzers van de klok in los
te draaien. Haal het dek-
sel met de knopenzeef
eruit.
5. Verwijder eventuele voorwerpen en rommel
uit het pomphuis.
Controleer ook of
het pomprad ach-
terin kan draaien.
6. Schroef het deksel met de knopenzeef terug,
plaats de afvoer-
slang op de tap
van de klep en doe
de klep dicht.
WASMIDDELBAKJE REINIGEN
Trek het wasmiddelbakje zo ver mogelijk naar
buiten.
P 1
P 2
P 3
P 4
Sta rt/S
top
Trek het vervolgens omhoog en naar buiten zoals
op de afbeel-
ding wordt
aangegeven.
P 1
P 2
P 3
P 4
S ta rt/S
to p
Spoel en borstel het wasmiddelbakje schoon.
Plaats het wasmiddelbakje terug.
LET OP!
Zet het wasmiddelbakje nooit in een vaatwas-
ser!
BUITENKANT MACHINE REINIGEN
Maak de buitenkant van de machine en het
paneel schoon met een mild schoonmaakmid-
del. Gebruik geen oplosmiddelen, hierdoor kan
de machine beschadigd raken.
LET OP!
Maak de machine ook nooit schoon met een
waterstraal.
24
REINIGINGSOPENING ONDER DE RIBBEN
Als u vermoedt dat er voorwerpen, bijvoorbeeld
spijkers, paperclips, spelden en dergelijke, langs
de wastrommel zijn gevallen, moet u de ruimte
onder de ribben controleren. Deze voorwerpen
kunnen gaan roesten en vlekken op de kleding
veroorzaken. Spijkers en andere scherpe
voorwerpen kunnen ook gaten in het textiel
veroorzaken.
Ga als volgt te werk:
1. Gebruik een schroevendraaier of iets der-
gelijks.
2. Steek de schroeven-
draaier in het mid-
delste gat van de rib
1
en beweeg het
handvat van de
schroevendraaier
voorzichtig naar links.
3. Pak met uw andere
hand de rib vast en
trek deze naar u
toe, zie afbeelding.
2
BIJ KALKHOUDEND WATER
Als u in een gebied met hard water woont, kan
er in de wastrommel een grijswitte aanslag
ontstaan. Om deze te verwijderen, moet u een
zakje citroenzuur van ca. 20 gram in de was-
trommel legen en het programma Normale was
op 95°C draaien. Citroenzuur vindt u op de
kruidenafdeling van uw supermarkt.
4. Trek de rib omhoog.
5. Verwijder eventuele voorwerpen.
6. Plaats de rib met het F-teken naar u toe in de
bevestigingsgaten. Controleer of alle ribbeves-
tigingen in hun gaten in de trommel zitten.
Schuif de rib van u af totdat u weerstand voelt.
25
13 FOUTOPSPORING
DE VULDEUR GAAT NIET OPEN
1. Controleer of de hoofdschakelaar aan staat.
2. Is de stroom uitgevallen? Controleer de ze-
keringen (stoppen) van het huis. De vuldeur
kan niet met de -toets worden geopend
als de stroom is uitgevallen.
3. Als het niet op een andere manier lukt, kan
de vuldeur als volgt geforceerd worden:
• Controleer eerst of er geen water meer in de
machine zit. Als de machine nog steeds water
bevat en het niet mogelijk is om het programma
Afpompen te draaien, leeg de machine dan door
de afvoerslang los te maken, zie beschrijving
Knopenzeef en afvoerpomp controleren in
hoofdstuk 12, Reiniging en onderhoud.
• Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar is uitge-
schakeld.
• Open de klep van de afvoerpomp, linksonder.
Gebruik het tus-
senschotje van
het wasmiddel-
bakje, zie afbeel-
ding.
• Draai de schroef los waarmee het rode kunst-
stof handvat
is bevestigd.
• Trek aan het handvat, dan gaat de vuldeur
open.
• Steek het handvat in zijn gleuf en schroef het
vast. Doe de klep van de afvoerpomp dicht.
Als de vuldeur daarna nog steeds niet op de
normale wijze kan worden geopend, neem dan
contact op met de serviceafdeling.
DE MACHINE START NIET
1. Zit de vuldeur goed dicht? Duw hem goed
aan. Rechtsonder op de display knippert
de vuldeur open is.
2. Is de stroom uitgevallen? Controleer de ze-
keringen van het huis.
3. Controleer of u geen Automatische start heeft
ingesteld.
FOUTMELDINGEN
In het tekstveld van de display wordt aange-
geven of er tijdens het programma een storing is
ontstaan. Om na het verrichten van de onder-
staande maatregelen de foutmeldingen te ver-
wijderen, moet u de machine uitzetten of van
programma veranderen.
De volgende foutmeldingen kunnen worden
gegeven:
als
26
Er is iets mis met de deuropener. Neem contact
op met de serviceafdeling.
Er is iets mis met de motor. Neem contact op
met de serviceafdeling.
Schuimvorming. Draai het Spoelprogramma
één keer. Controleer de wasmiddeldosering.
Gebruik een weinig schuimend wasmiddel.
Temperatuur stop. Storing in de temperatuur-
stop. Neem contact op met de serviceafdeling.
Temperatuurvoeler fout. Storing in de thermis-
tor. Neem contact op met de serviceafdeling.
Er is iets mis met de pressostaat. Neem contact
op met de serviceafdeling.
Waterafvoer. Storing in het afpompen, contro-
leer:
- of er geen voorwerpen in de uitmonding van
de afvoerslang vastzitten.
- of de afvoerpomp niet geblokkeerd wordt door
vreemde voorwerpen. Maak de pomp schoon,
zie hoofdstuk 12, Reiniging en onderhoud.
- of er geen knik in de afvoerslang zit.
Na uitvoering van de maatregel moet het pro-
gramma Afpompen worden gedraaid. Als dit niet
helpt, neem dan contact op met de serviceafde-
ling.
Watertoevoer. Storing in de watertoevoer, con-
troleer:
- of de kraan van de waterleiding openstaat.
- of de zeef in de waterinlaat van de machine
niet verstopt is.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang los.
3. Reinig de zeef in de inlaatklep van de mach-
ine.
4. Schroef de slang weer op zijn plaats.
5. Zet de waterkraan open.
6. Laat het programma nog een keer draaien
om te controleren of de storing is verholpen.
Te veel water. Neem contact op met de service-
afdeling.
Als
in de rechterbenedenhoek van de display
knippert, dan heeft u geprobeerd een program-
ma te starten terwijl de vuldeur openstond. Doe
de vuldeur dicht en start opnieuw.
0000 knippert rechtsboven op de display. De
machine heeft niet gecentrifugeerd.
1. De machine heeft een ingebouwde onba-
lansvoeler, die ervoor zorgt dat het toerental
wordt verlaagd of dat het centrifugeren niet
wordt gestart als er sprake is van een grote on-
balans in de lading. Zet de hoofdschakelaar,
, uit en vervolgens weer aan. Doe de
vuldeur open en verdeel het wasgoed opnieuw.
2. Na deze maatregel kunt u het programma
Centrifugeren draaien.
VERKEERDE TAAL OP DE DISPLAY
Als de taal op de display om een of andere reden
veranderd zou zijn, is het mogelijk de oorspron-
kelijke taal terug te krijgen.
De talen waaruit u kunt kiezen zijn Dansk,
Deutsch, English, Espanol, Francais, Italiano,
Nederlands, Norsk, Portugués, Suomi en Svens-
ka.
Ga als volgt te werk om de taal te veranderen:
Zet de hoofdschakelaar, , uit en vervol-
gens weer aan, zodat de machine zich in de
uitgangspositie bevindt.
Druk binnen vijftien seconden vijf keer op de
Enter
-toets en vervolgens vijf keer op de P1 -
toets.
Binnen drie seconden nadat u de laatste keer
P1
op de
-toets heeft gedrukt, kunt u met de
-toetsen stapsgewijs de gewenste taal
bereiken.
27
14 TECHNISCHE INFORMATIE
TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte: 850 mm.
Breedte: 595 mm.
Diepte: 585 mm.
Gewicht: 78 kg.
Trommelvolume: 50 l.
Wascapaciteit: 5,0 kg.
Centrifugetoerental: 600 - 1500 rpm.
Aansluitvermogen: Zie typeplaatje.
Elementvermogen: Zie typeplaatje.
Waterdruk: 0,1 - 1 MPa.
1 - 10 kp/cm
10 - 100 N/cm2.
Materiaal wastrommel en kuip: Roestvrij staal.
Materiaal mantel: Poedergelakte en thermisch
verzinkte staalplaat of roestvrij staal.
Opstelling: Vast, op vier verstelbare, met rubber
beklede voeten.
Wateraansluiting: 1,5 m pexbuis.
Afvoer: 1,7 m polypropyleenslang.
2
.
STANDAARDTESTS
Europa: EN 60 456 (95/12/EEC).
Wasprogramma: Programma 1 (Normale was), 60°C, 5,0 kg
katoen.
Aansluiting: Koud water 15°C.
Testmethode geluidsmeting: IEC-60704-2-4.
28
15 SERVICE EN GARANTIE
SERVICE
Voordat u contact opneemt met de serviceafde-
ling, dient u te controleren of de storing van
dien aard is dat u deze zelf kunt verhelpen. Zie
hoofdstuk 13, Foutopsporing en 12, Reiniging
en onderhoud.
Als u de storing in de wasautomaat niet zelf
kunt verhelpen, neem dan contact op de service-
dienst.
GARANTIE
Zie ingesloten garantiekaart.
29
16 BEKNOPTE HANDLEIDING
1. Sorteer de was.
2. Zet de hoofdschakelaar, , aan en open
de vuldeur, .
3. Leg het wasgoed in de machine.
4. Voeg wasmiddel en eventueel wasverzach­ter toe.
Wasmiddel (hoofdwas) links ( ), eventueel
wasmiddel (voorwas) in het middelste bakje
( ) en wasverzachter rechts ( ). Bij wassen
met vloeibaar wasmiddel moet het tussen-
schotje, dat u aan de onderkant van het wasmid-
delvakje vindt, in de binnenste uitsparing van
het wasmiddelvakje worden aangebracht.
5. Stel een programma in.
De machine heeft vier vooringestelde waspro-
gramma’s, P1, P2, P3 en P4. Druk op de
toets van het gewenste programma.
U kunt tijdelijke wijzigingen in de program-
ma’s aanbrengen. Deze blijven alleen voor de
duur van één wasprogramma in het geheugen.
De temperatuur kunt u veranderen met de
-toets en het Centrifugetoerental met de -
toets. Elke keer dat u op de desbetreffende toets
drukt, springt de actuele instelling naar de vol-
gende temperatuurstand respectievelijk het vol-
gende toerental.
6. Doe het deurtje dicht en druk op de toets.
7. Wasprogramma beëindigd.
Start /Stop
Druk op de -toets en haal het wasgoed
uit de machine.
8. Als u klaar bent met wassen.
Zet de hoofdschakelaar, , uit en doe het
deurtje dicht.
-
TEXTIELSOORTEN
lichtbonte was.
Katoen, linnen. Witte en
INSTELLEN Programma 1 of 2 1 of 2 3 4
Temperatuur (°C) 60-95 40-60 30-40 30-40
Centrifugetoerental (rpm) 600- 600- 600- 600-
Hoeveelheid wasgoed 1/1 1/1 1/2 1/3
30
Normale was Normale was Super kort programma Wol/Handwas
1500 1500 1500 800
Katoen, linnen. Donker-
bonte was.
gefrist hoeft te worden,
Wasgoed dat alleen op-
bijv. sportkleding.
IWS, Superwash of
Kleding gemarkeerd met
Handwas.
17 TREFWOORDEN
Hoofdstuk
Acetaat 8
Acryl 8 Afdanken 2 Afpompen 11,13 Afvoerslang 1 2 Afvoerpomp 3 Allergie 8,11 Automatische start 11
Badstof 8
Beknopte handleiding 16 Bleekmiddel 8 Breedte 14 Bonte was 8
Centrifugeren 8,9,11,14,16
Deurtje, zie vuldeur
Deurtje openen, zie vuldeur Diepte 14 Display, zie LC-Display Dosering 9 Doseerzakje 9
E2 8,11
Eigen wasprogramma 1 1 Eigen wasprogramma’s maken 1 1 Energieverbruik 10 Enter-toets 11
Foutmeldingen 13
Foutopsporing 13 Fijne was 8
Garantie 1 5
Gewicht 14
Handwas 8,9,11,16
Hardheidsgraad water 3 Hoogte 14 Hoofdschakelaar 6,9,16
Installatie, zie Installatie-
voorschriften Instellingen wijzigen na de start 9 Inweken 11
Kalkhoudend water 12
Katoen 8,16
Hoofdstuk
Kinderslot 3 Kindveiligheid 3 Klep afvoerpomp 4,12,13 Knopenzeef 12 Kort centrifugeren 8,9,11 Korte hoofdwas 1 1 Kort programma 11 Kreukvrij, zie Niet afpompen Kunstvezels 8 Kwetsbare was 8
LC-Display 7
Linnen 8,16
Menu-toets 11 Niveauregelaar 1
Noodstop, zie Programma afbreken Normale was 8,9,11,16
Nylon 8
Onbalans 1 3
Onderdelen wasautomaat 4 Onderhoud 12 Opties 11
Paneel 6
Pijltjestoetsen 9,11 Pluisvorming 8 Polyester 8 Programma 9,11 Programma afbreken 2 Programmaduur 8 Programmafase 9 Programma instellen 9,11,16
Rayon 8
Reiniging 12 Reinigingsopening 12 Resterende wastijd 7,8,9 Ritssluitingen 8
Service 15
Spoelprogramma 11 Start 9,16 Stop 7 Super kort programma 1 1 Super spoelen 1 1
Hoofdstuk
Synthetische vezels 8 Synthetische was 8,11
Taal 1 3
Technische gegevens 1 4 Temperatuur 8,9,11,16 Textielsoort 8,16 Textiel verven 8 Tijdelijke wijzigingen 9,16 Transport 2 Transportsteunen, zie installatie­voorschriften Trommelrib 12 Typeplaatje 4
Veiligheidsvoorschriften 2
Verbruiksgegevens 1 0 Verpakkingsmateriaal 2 Verven, zie textiel verven Viscose 8 Vloeibaar wasmiddel 9 Vuile was 11 Vooringestelde waspro­gramma’s 9,11 Vooringestelde programma’s herstellen 11 Voorwas 1 1 Voorwasmiddel 5,9,16 Vuldeur 2,4,13
Wasbolletje 9
Wascapaciteit 9,14 Wasetiket 8 Washoeveelheid 8,16 Wasmiddel 5,8,9,16 Wasmiddelbakje 5 ,9 Waspoeder 9 Wassen 9,16 Was sorteren 8 Wasverzachter 5,9,16 Winteropslag 2 Witte was 8,16 Wolwas 8,9,11,16
Zeef 12,13
Zijde 8
31
Art.Nr.: 80 635 96. Recht op wijzigingen voorbehouden.
Gedrukt op milieuvriendelijk papier.
0029
Loading...