Asko W6231 User Manual [nl]

Wasautomaat
Beste ASKO-klant, Wij stellen het op prijs dat uw keuze gevallen is op dit Scandina-
vische kwaliteitsproduct, dat gemaakt is in Vara, Zweden. Wij willen graag dat u erop vertrouwt dat de binnenkant van
uw nieuwe machine even goed is als de buitenkant en dat de ethische en morele normen waarmee wij deze machine hebben gemaakt even hoog zijn als de geleverde kwaliteit en prestaties. Wij hopen dat u jarenlang plezier van ons product zult hebben.
Om zoveel mogelijk profijt van uw nieuwe machine te hebben, raden wij u aan de installatievoorschriften en de gebruiksaanwij­zing door te lezen voordat u de machine in gebruik neemt.
ASKO W6231
INHOUD
Pagina
EERST LEZEN! 1 Voordat u voor de eerste keer gaat wassen 3 2 Veiligheidsvoorschriften 4
Algemeen, Installatie, Vuldeur, Programma onderbreken, Niveaure­gelaar, Verpakkingsmateriaal, Transport/ Winteropslag, Afdanken
3 Kindveiligheid 5
Kindveilig wassen, Denk aan de kinde­ren, Kinderslot op wasmiddelbakje, Kin­derslot op temperatuurknop
4 Onderdelen van de wasautomaat 6 5 Wasmiddelbakje 6 6 Paneel 7
INSTALLATIE
Zie installatievoorschriften.
INGEBRUIKNEMAME 7 Voordat u gaat wassen 8-10
Was sorteren, Kledingstukken, Waseti­ketten, Bonte katoen, Fijne was, Aller­gierisico verminderen, Zuinigheid en ef­fectiviteit, Wasmiddel,T ijd besparen, Textiel verven
8 WASSEN 11-14
Instructie - stap voor stap, Beschikbare programma’s
Pagina
ONDERHOUD 10 Reiniging en onderhoud 16-17
Knopenzeef en afvoerpomp controleren, Wasmiddelbakje reinigen, Buitenkant machine reinigen, Reinigingsopening onder de ribben,
PROBLEMEN? 11 Foutopsporing 18-19
De machine start niet, De vuldeur wil niet dicht, De vuldeur gaat niet open, Foutindicaties
OVERIGE 12 Technische informatie 20
Technische gegevens, Standaardtests
13 Service en garantie 21 14 Beknopte handleiding 22 15 Trefwoorden 23
9 Verbruiksgegevens 15
2
1 VOORDAT U VOOR DE EERSTE KEER GAAT WASSEN
WEES VOORZICHTIG MET BEPAALDE TEXTIEL­SOORTEN
Volg altijd de aanwijzingen op het wasetiket. Als dit niet aanwezig is, lees dan het wasadvies voor de desbetreffende textielsoort in hoofdstuk 7, Voordat u gaat wassen.
TRANSPORTSTEUNEN
Zijn de transportsteunen verwijderd? Zo niet, zie installatievoorschriften.
VULDEUR
De vuldeur wordt elektrisch geopend. De vul­deur kan daarom niet worden geopend voordat de machine is aangesloten op het elektriciteits­net. Een geforceerde opening is echter moge­lijk, zie hoofdstuk 11, Foutopsporing.
Zie voor een korte bedieningsinstructie hoofdstuk 14, Snelgids.
CONTROLEER DE HARDHEIDSGRAAD VAN HET WATER
De wasmiddeldosering is onder andere afhan­kelijk van de hardheidsgraad van het water. In­formeer bij uw gemeentelijke waterbedrijf naar de hardheidsgraad van het water.
3
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ALGEMEEN
• Lees de handleiding en berg deze goed op!
• Aansluitingen op het elektriciteits- en water­leidingnet, indien nodig, dienen door een er­kend installateur te worden verricht.
• De machine mag alleen volgens de beschrij­ving in deze handleiding worden gebruikt en is niet geschikt voor chemische reiniging!
• Gebruik alleen wasmiddel dat bestemd is voor machinewas!
• Verwijder de transportsteunen voordat u de machine in gebruik neemt, zie installatie­voorschriften.
•• Reparatie en onderhoud die van invloed zijn op veiligheid of prestaties, dienen uitgevoerd te worden door de erkende vakman.
INSTALLATIE
Zie bijgevoegde installatievoorschriften.
VULDEUR
De vuldeur wordt elektrisch geopend. De vul­deur kan daarom niet worden geopend voordat de machine is aangesloten op het elektriciteits­net.
V oor handmatige opening van de vuldeur , zie De vuldeur gaat niet open in hoofdstuk 11, Foutopsporing.
De wasautomaat kan niet worden gestart als de vuldeur is geopend.
Voor opening van de vuldeur tijdens het wasprogramma, zie Programma afbreken hier­onder.
PROGRAMMA AFBREKEN
U kunt een programma afbreken door geduren­de drie seconden op de toets te drukken. Als er water in de machine is achtergebleven,
draait u een van de programma’s Pompen of Centrifugeren. Eventueel water wordt dan af­gepompt. Druk vervolgens op de de vuldeur te openen. Bij herstarten: eventueel het wasmiddel aanvullen en een nieuw program­ma kiezen.
NIVEAUREGELAAR
De niveauregelaar start het afpompen en zet de watertoevoer stop als het waterniveau van de machine hoger wordt dan normaal. Als het wa­terniveau niet binnen 60 seconden is gedaald, wordt het programma afgebroken.
VERPAKKINGSMATERIAAL
Sorteer het afval volgens de voorschriften van uw gemeente.
TRANSPORT / WINTEROPSLAG
Handel als volgt indien de machine moet wor­den vervoerd of moet worden opgeslagen in een onverwarmde ruimte waar de temperatuur on­der het vriespunt kan belanden:
• Leeg het filter en de afvoerpomp, zie hoofdstuk 10, Onderhoud en reinigen.
• Sluit de watertoevoer naar de wasmachine af, maak de toevoerslang naar het inlaatklepje los en laat het water uit klepje en slang weglopen.
AFDANKEN
Als de machine zijn beste tijd heeft gehad en moet worden afgedankt, dient deze onmiddel­lijk onbruikbaar te worden gemaakt.
Informeer bij uw gemeente waar uw machine op de juiste wijze kan worden verschroot en gerecycled.
De machine is gefabriceerd en gemarkeerd met het oog op recycling.
-toets om
4
3 KINDVEILIGHEID
KINDVEILIG WASSEN
Doe de vuldeur altijd dicht en start het pro­gramma direct nadat u het wasmiddel in de machine heeft gedaan.
Voorkom dat kleine kinderen de wasauto-
maat gebruiken of ermee spelen.
DENK AAN DE KINDEREN!
Bewaar wasmiddel en wasverzachter buiten bereik van kinderen!
KINDERSLOT OP WASMIDDELBAKJE
Rechts in de handgreep van het wasmiddelbak­je bevindt zich een kinderslot dat in- en uitge­schakeld kan worden.
Kinderslot inschakelen
Om het kinderslot in te schakelen, moet u het wasmiddelbakje een stukje naar buiten trek­ken, zodat u bij de vergrendeling kunt. Trek de vergrendeling vervolgens naar u toe en laat deze los.
Kinderslot ingeschakeld
Om het wasmiddelbakje naar buiten te kunnen trekken als het kinderslot is ingeschakeld, moet u de vergrendeling naar links duwen terwijl u tegelijkertijd het bakje naar u toe trekt.
KINDERSLOT OP TEMPERATUURKNOP
Onder de temperatuurknop bevindt zich een kinderslot dat in- en uitgeschakeld kan wor­den. Om het slot in- of uit te schakelen, heeft u een platte schroevendraaier nodig.
Kinderslot inschakelen
Steek de schroevendraaier in het gat van de ver­grendeling. Duw de schroevendraaier naar bo­ven en draai tegelijkertijd met de wijzers van de klok mee, laat de vergrendeling naar beneden komen en draai vervolgens terug.
Kinderslot ingeschakeld
Als het kinderslot is ingeschakeld, wijst deze naar beneden. Als het kinderslot is ingeschakeld, kunt u de temperatuur als volgt wijzigen:
- duw de vergrendeling omhoog.
- draai de temperatuurknop op de gewenste tem­peratuur.
- laat de vergrendeling los.
Kinderslot uitschakelen
Duw de vergrendeling omhoog en draai tegelij­kertijd met de wijzers van de klok mee. Als de vergrendeling zich in de hoogste stand bevindt, draait u terug zodat de vergrendeling ingedrukt blijft.
Kinderslot uitschakelen
Om het kinderslot uit te schakelen, moet u de vergrendeling naar links en vervolgens naar bin­nen duwen.
5
4 ONDERDELEN VAN DE W ASAUTOMAA T
2
1
3
1. W ASMIDDELBAKJE
2. HOOFDSCHAKELAAR
3. PANEEL
4. TYPEPLAATJE
5. KLEP AFVOERPOMP
6. AFVOERPOMP (ACHTER DE KLEP)
7. VULDEUR
8. KLEP
5 WASMIDDELBAKJE
1. W ASMIDDELBAKJE VOORW AS
2. WASMIDDELBAKJE HOOFDWAS
3. W ASVERZACHTERBAKJE
4. TUSSENSCHOTJE (WORDT GEBRUIKT BIJ VLOEIBARE W ASMIDDELEN)
5. KINDERSLUITING (AAN DE BINNENKANT V AN DE HANDGREEP)
4
8
5 6
1
2
4
7
3
5
6
6 PANEEL
3
1
2 9
5 6 7 8
4
10
11
1111
1010
99
88
22
33
44
5577
66
1. W ASMIDDELBAKJE
2. INDICATIELAMPJE AAN/UIT
3. HOOFDSCHAKELAAR
4. START/STOP-TOETS
5. TOETS OM DE DEUR TE OPENEN
6. SUPER SPOELEN
7. AUTOMATISCHE ST ART - 5 UUR
8. KNOP VOOR INSTELLING CENTRIFUGE
9. TEMPERATUURKNOP
10. PROGRAMMAKNOP , DE PROGRAMMA ’S WORDEN BESCHREVEN IN DE TABEL IN HOOFDSTUK 8, WASSEN.
7
7 VOORDAT U GAAT WASSEN
Hier volgt een aantal praktische adviezen voor­dat u gaat wassen.
WASETIKETTEN
Kijk op de wasetiketten. Onderstaande tabel bevat adviezen voor de geschikte waspro-
WAS SORTEREN
Sorteer het wasgoed op:
gramma’s voor verschillende textielsoorten en washoeveelheden.
• hoe vuil het is
• kleur
• textielsoort
BONTE KATOEN
Bonte katoen met als wasvoorschrift 60°C, moet de eerste keer op 60°C worden gewassen om
KLEDINGSTUKKEN
• Doe ritsen dicht zodat het textiel niet be­schadigd kan raken.
• Nieuwe, bonte kledingstukken kunnen over­tollige verfstoffen bevatten en moeten daarom
eventuele overtollige verfstoffen te verwijderen. Doet u dit niet, dan loopt u het risico dat het textiel verkleurt. Gebruik een wasmiddel zon­der bleekmiddel om de kleur van het textiel te bewaren.
de eerste paar keer apart worden gewassen.
• Draai kwetsbare kledingstuk­ken binnenstebuiten. Daar­mee voorkomt u pluisvor­ming en kleurverschillen.
• Haal de zakken leeg en was deze bij voorkeur binnenste­buiten.
FIJNE WAS Ongebleekt linnen
Ongebleekt linnen moet op 60°C worden ge­wassen met een wasmiddel zonder bleekmiddel of optisch witmiddel. Zeer vuil linnen kan af en toe op hogere temperaturen worden gewassen, maar niet te vaak om te voorkomen dat de warm­te, de glans en de sterkte van het linnen worden
Symbolen wasvoorschriften
WASETIKET TEXTIELSOORT PROGRAMMA BELADING
Katoen, linnen. Witte en lichtbonte was. Normale was 60° tot 95° 1/1 trommel
aangetast.
Katoen, linnen. Donkerbonte was. Normale was 60° 1/1 trommel
Polyester, katoen/polyester, nylon. Witte was. Synthetische was 60° 1/2 trommel
Rayon, acetaat, acryl. Was met kwetsbare kleuren. Synthetische was 40° 1/2 trommel
Polyester, katoen/polyester, nylon. Bonte was. Synthetische was 40° 1/2 trommel
Zijde en zeer kwetsbare weefsels. Synthetische was 30° 1/3 trommel
Textiel voorzien van een IWS-merk en Superwash. Wol/Handwas 40° 1/3 trommel
8
WOL EN ZIJDE
Wol en zijde hebben soms de aanduiding mach­inewas, soms de aanduiding handwas. De W ol­en handwasprogramma’s van deze machine zijn minstens zo veilig als het op de hand wassen. Met name wol is gevoelig voor bewerking. Als u niet wilt centrifugeren, kunt u het water uit­wringen met behulp van badstofhanddoeken. Selecteer
. Draai het programma P ompen
als het programma klaar is. De meeste kledingstukken zijn echter wel best­and tegen kort centrifugeren. De Wol- en handwasprogramma’s hebben altijd kort cen­trifugeren.
KUNSTVEZELS EN SYNTHETISCHE VEZELS
Deze materialen hebben veel ruimte nodig om niet te kreuken. Vul de trommel slechts voor de helft als u kunstvezels of synthetische vezels wast. Selecteer kort centrifugeren door een to­erental van 800 toeren/min of lager te kiezen.
LET OP!
Viscose en acetaat zijn kwetsbaar in natte toe­stand.
ECO-PROGRAMMA
U kunt erg veel energie besparen door geen krachtiger programma’s dan noodzakelijk te gebruiken.
• Kies Super kort programma als u bijvoorbeeld overhemden of sportkleding alleen maar wat wilt opfrissen. Daarmee bespaart u zowel water als energie.
• Kies een hoog toerental, daarmee verlaagt u het energieverbruik bij drogen in droogauto­maat of een droogkast.
WASMIDDEL
Een overdosering wasmiddel geeft geen beter wasresultaat, maar heeft alleen een extra belas­ting voor het milieu tot gevolg.
Probeer eens met wat minder wasmiddel te wassen, en gebruik alleen een grotere hoeveel­heid als u niet tevreden bent met het wasresultaat.
ALLERGIERISICO VERMINDEREN
De wasautomaat is voorzien van de optie Super spoelen
. Gebruik deze als u rekening moet houden met mensen met een gevoelige huid, zoals allergiepatiënten en kleine kinderen.
TIJD BESPAREN
Gebruik het programma Licht vervuilde was om tijd te besparen. Dit programma heeft een kortere hoofdwas dan Normale was, maar is dikwijls voldoende voor normaal verontreinigd wasgoed.
9
TEXTIEL VERVEN
Als u textiel in de machine wilt verven, kies dan Normale was met de optie Super spoelen, Stel de temperatuur in volgens de aanwijzingen van de verffabrikant. Als het te verven textiel uit verschillende mate­rialen als katoen en polyester bestaat, kies dan een toerental van 400-800 toeren/min om het te centrifugeren.
LET OP!
Bleekmiddelen of vlekkenverwijderaars met de chemische aanduiding Na2S2O4 en Natriumdit­hioniet (sodium dithionite) of Natriumsulfiet (sodium hyposulphite) genaamd, mogen niet in deze wasmachine worden gebruikt. Bij gebruik van deze middelen bestaat er gevaar voor corro­sie en verkleuring.
Als het textiel dat u wilt verven bestaat uit een mengweefsel van katoen/polyester, moet u Niet centrifu-geren,
, instellen. Na beëindi­ging van het programma kunt u programma 8, Kort centrifugeren, draaien, waarbij u het tex­tiel centrifugeert met een centrifugetoerental van 800 omwentelingen per minuut.
LET OP!
Doe de verf direct in de wastrommel, niet in het wasmiddelbakje. Na het verven moet u de machine met een lege trommel hetzelfde pro­gramma laten draaien. Gebruik een normale hoeveelheid wasmiddel.
.
10
8 WASSEN
2
3
4
Hieronder volgt een stapsgewijze instructie voor het verkrijgen van een optimaal wasresultaat.
WAS SORTEREN
Zie voor tips en advies hoofdstuk 7 -
1
Voordat u gaat wassen.
1
LET OP!
Maak de zakken leeg. Munten, spijkers en der­gelijke kunnen machine en textiel beschadigen.
HOOFDSCHAKELAAR I, AANZETTEN .
2
VULDEUR OPENEN EN WAS IN DE MACHINE LEGGEN
Eenmaal op de -toets drukken.
3
De deur gaat na drie seconden open. Leg de was in de machine. In de tabel met wasprogramma ’ s kunt u de max­imale washoeveelheid bij de respectievelijke programma’s aflezen.
WASMIDDEL EN EVENTUEEL WASVER­ZACHTER TOEVOEGEN
4
Op de wasmiddelverpakking wordt aang­egeven hoeveel wasmiddel u moet gebruiken. De machine heeft een capaciteit van 6,0 kg wasgoed. Als u een kleine hoeveelheid wasgoed in de machine stopt, kunt u de dosering iets verminderen.
Waspoeder
Doe het waspoeder in het bakje voor hoofdwas (
) en eventueel voorwas ( ), zie afbeelding.
Hoofdwas
Vloeibaar wasmiddel
Aan de onderkant van het wasmiddelvakje vindt u een tussenschotje voor vloeibaar wasmiddel. Schuif deze in de gleuf achter in het bakje, zie afbeelding. Giet het wasmiddel direct in het bakje voor hoofdwas (
Wasbolletje of doseerzakje
Als u een wasbolletje of doseerzakje gebruikt, kunt u dit direct in de trommel leggen en een programma zonder voorwas instellen.
Wasverzachter
Giet de wasverzachter in het bakje met het ­symbool. Doseer deze volgens de aanwijzingen op de verpakking.
LET OP!
Doe niet meer wasverzachter in het bakje dan door het maximale niveau wordt aangegeven. De wasverzachter zal dan te vroeg in de machine lopen en een slechter wasresultaat opleveren.
Voorwas
Wasverzachter
).
11
PROGRAMMA KIEZEN
5
6
Kies met de programmaknop het ge­wenste programma. U kunt kiezen uit
5
de volgende programma’s:
1 Intensieve was (met voorwas)
2 Normale was
3 Licht vervuilde was
4 Synthetische was
5 Kort programma
6 Super kort programma
7 Wolwas
8 Handwas
9 Spoelprogramma
10 Centrifugeren
11 Pompen
Meer informatie over de programma’s vindt u op de volgende pagina.
INSTELLINGEN EN OPTIES KIEZEN
Door de knoppen voor temperatuur en
centrifugeren in te stellen en de juiste
optietoetsen in te drukken, krijgt u een
6
wasprogramma dat nauwkeurig op uw was is afgestemd.
Temperatuur
Stel met de temperatuurknop de gewenste tem­peratuur in. Als u C selecteert, zal de wastem­peratuur gelijk zijn aan de temperatuur van het inkomende water. V oor bepaalde programma’s is de hoogste tem­peratuur altijd 40°C, zie de tabel.
Centrifugeren
Zet de centrifugeerknop op de gewenste moge­lijkheid. 800 toeren/min of lager impliceert altijd kort afsluitend centrifugeren. Toerentallen hoger dan 800 toeren/min impliceren altijd lang afslui­tend centrifugeren. Voor bepaalde programma’s is het hoogste toe­rental altijd 800 toeren/min, zie de ondersta­ande tabel. Als u gevoerd zonder te centrifugeren. Als u uitgevoerd zonder te centrifugeren en worden afgesloten zonder pompen. Op deze manier blijft de was in het water liggen en zal daardoor niet kreuken. Na het afsluiten van het programma de Centrifugeren of Pompen kiezen om het spoel­water uit de machine weg te laten lopen.
SUPER SPOELEN
Druk toets om de optie super spoelen te selecteren. Super spoelen voegt een aantal extra spoelbeurten aan de wasprogramma’s toe, zie de tabel.
AUTOMATISCHE START
Door toets in te drukken start de mach­ine pas 5 uur nadat u het wasprogramma gestart heeft.
LET OP!
Vergeet niet om ook op de -toets te drukken als u met Automatische start wilt starten.
kiest, zal het programma worden uit-
kiest, zal het programma worden
uitschakelen en een van de programma’s
12
8
1/2 (3,0 kg)
1/1 (6,0 kg)
1/3 (2,0 kg)
Was
Spoelen
Uitsluitend leegpompenPompen11
Kort centrifugeren
(max. 800 toeren/
min)
Lang centrifugeren
(A) C betekent de temperatuur van het inkom-
ende water.
(B) Bij de optie Super spoelen Aan:
P1-P3: er komen vier spoelbeurten bij, terwijl
eenmaal centrifugeren verdwijnt.
P4-P8: er komen, voorafgaand aan de laatste
gewone spoelbeurt, twee extra spoelbeurten bij.
(C) Veilig verloop - Waterniveau hoog.
Centrifugeren10
1300
Spoelprogramma9
C,30-40 800Handwas (C)
1300
3
Programmanr
Programma-informatie Programma-inhoud
Programma
Max. hoeveelheid
C,30-40 800Wolwas (C)7
Temperatuur °C (A)
C,30-95 1300Intensieve was1
C,30-95 1300Normale was2
C,30-95 1300Licht vervuilde was
C,30-95 800Synthetische was4
C,30-95 1300Kort programma5
C,30-95 1300Super kort programma6
Max. toerental
toeren/min Voorwas
Hoofdwas
Centrifugeren
Spoelen (B)
Centrifugeren Spoelen (B) Centrifugeren Spoelen (B)
WM3344-3
Wat veiliger dan Wolwas
Kortere hoofdwas dan voor normale
Centrifugeren
was
Overig
13
PROGRAMMA STARTEN
7
8
9
Doe de vuldeur dicht en start het pro­gramma met de toets
7
Het duurt enkele seconden voordat u
de machine hoort starten.
PROGRAMMA AFBREKEN
Druk de toets gedurende drie seconden in om het programma af te breken. Als er water in de machine is achtergebleven, draait u een van de programma’s Pompen of Centrifugeren. Eventueel water wordt dan afgepompt. De was­machinedeur gaat automatisch open na pom­pen of centrifugeren. Bij herstarten: eventueel het wasmiddel aanvullen en een nieuw program­ma kiezen.
INSTELLINGEN WIJZIGEN TERWIJL HET PROGRAMMA DRAAIT
Druk de optietoetsen die u wilt veranderen in of uit of draai de temperatuur- en centrifugeer­knoppen in de gewenste stand. Om een wijziging aan te kunnen brengen is het echter noodzakelijk dat het deel van het pro­gramma dat u wilt wijzigen nog niet is geactiveerd.
- Programma - als de programmaknop wordt verzet, heeft dit geen invloed op het program­ma. Breek in plaats daarvan het programma af.
- Temperatuur - kan worden gewijzigd voordat de temperatuur van de hoofdwas is bereikt.
- Toerental - kan worden gewijzigd tot de laatste keer centrifugeren.
- Super spoelen - kan worden gewijzigd vóór het water na de hoofdwas wordt weggepompt.
.
- Automatische start - kan niet gewijzigd wor­den. Breek in plaats daarvan het programma af, wijzig de instellingen en start opnieuw.
PROGRAMMA GEREED
Wanneer het programma gereed is gaat de wasmachinedeur automatisch open. Als u een programma zonder centrifuge-
8
ren heeft gekozen en er zit nog water in de machine, dan gaat het programma Centri­fugeren of P ompen, waarna u de deur kunt ope­nen.
WANNEER U KLAAR BENT MET WASSEN
Zet de hoofdschakelaar, uit. Sluit de vuldeur niet helemaal zodat het
9
in de machine aanwezige vocht er uit kan. Let op dat er geen kleine kinderen in de machine kruipen.
14
9 VERBRUIKSGEGEVENS
Voor de onderstaande verbruiksgegevens gelden de volgende voorwaarden:
Temperatuur van het inkomende water: 15°C. Elementvermogen: 2000 W. Keuzes: geen.
PROGRAMMA MATERIAAL/WAS- MAX. WATERVERBRUIK ENERGIEVERBRUIK PROGRAMMA-
TEMPERATUUR (1) BELADING (2) (ca liter) (ca kWh) DUUR (ca minuter)
Intensieve was Katoen, linnen, 60°C 5,0 kg 5 2 1,20 135
Normale was Katoen, linnen, 60°C 5,0 kg 4 9 0,95 120
Licht Katoen, linnen, 60°C 5,0 kg 4 9 0,90 80
vervuilde was
Synthetische Polyester , katoen/ 3,0 kg 28 0,35 65
was polyester, nylon, 40°C
Kort Katoen, linnen, 60°C 5,0 kg 3 5 0,90 58
programma
Super kort Polyester , katoen/ 3,0 kg 2 2 0,30 35
programma polyester, nylon, 40°C
Wolwas Wol/Handwas, IWS, 2,0 kg 54 0,30 40
Superwash, 30°C
Handwas W ol/Handwas, IWS, 2,0 kg 54 0,30 40
Superwash, 30°C
Spoel Katoen, linnen 5,0 kg 7-12 0,05 15
programma
Centrifugeren Katoen, linnen 5,0 kg ---- 0,05 10
Pompen Katoen, linnen 5,0 kg ---- 0,00 1
(1) Alle programma's zijn ingesteld op het hoogste toerental dat kan worden gekozen. (2) De machine kan maximaal worden beladen met 6,0 kg.
15
10 REINIGING EN ONDERHOUD
KNOPENZEEF EN AFVOERPOMP CONTROLEREN
De wasautomaat is voorzien van een knopenzeef die munten, haarspelden en dergelijke opvangt. Ga als volgt te werk om de knopenzeef en de afvoerpomp te reinigen:
1. Zorg ervoor dat er geen water meer in de machine zit en zet de hoofdschakelaar uit.
2. Open de klep van de af­voerpomp. Gebruik het tussenschotje van het wasmid­delbakje, zie afbeelding.
3. Laat het water weglopen, bijvoor­beeld in een kom, door de afvoerslang van de tap aan de binnenkant van de klep te halen.
4. Open de pomp door het deksel tegen de wij­zers van de klok in los te draaien. Haal het deksel met de knopenzeef eruit.
5. Ver wijder eventuele voorwerpen en rommel uit het pomphuis. Controleer ook of het pomp­rad achterin kan draaien.
6. Schroef het deksel met de knopenzeef terug, plaats de afvo­erslang op de tap van de klep en doe de klep dicht.
WASMIDDELBAKJE REINIGEN
Trek het wasmiddelbakje zo ver mogelijk naar buiten.
Trek het vervolgens omhoog en naar buiten zo­als op de afbeelding wordt aangegeven.
Spoel en borstel het wasmiddelbakje schoon. Plaats het wasmiddelbakje terug.
LET OP!
Zet het wasmiddelbakje nooit in een vaatwas­ser!
BUITENKANT MACHINE REINIGEN
Maak de buitenkant van de machine en het paneel schoon met een mild schoonmaakmid­del. Gebruik geen oplosmiddelen, hierdoor kan de machine beschadigd raken.
LET OP!
Maak de machine ook nooit schoon met een waterstraal.
16
REINIGEN VAN DE BINNENKANT VAN DE MACHINE OM GEURPROBLEMEN TE VOORKOMEN
Met de moderne wasmiddelen van tegenwoor­dig is het dikwijls voldoende om op lage tempe­raturen te wassen. Dat kan er echter in resulte­ren dat er kleine afzettingen in de machine ontstaan. Deze kunnen eventueel weer tot geurproblemen leiden. Om dat te voorkomen raden wij u aan eens per jaar een programma op 95° te draaien. Gebruik dan een kleine hoeveelheid wasmiddel. Het is niet nodig de machine te vullen met wasgoed.
REINIGINGSOPENING ONDER DE RIBBEN
Als u vermoedt dat er voorwerpen, bijvoorbe­eld spijkers, paperclips, spelden en dergelijke, langs de wastrommel zijn gevallen, moet u de ruimte onder de ribben controleren. Deze voor­werpen kunnen gaan roesten en vlekken op de kleding veroorzaken. Spijkers en andere scher­pe voorwerpen kunnen ook gaten in het textiel veroorzaken.
Ga als volgt te werk:
1. Gebruik een schroevendraaier of iets der­gelijks.
3. Pak met uw andere hand de rib vast en trek deze naar u toe, zie afbeelding.
2
4. Trek de rib omhoog.
5. Verwijder eventuele voorwerpen.
6. Plaats de rib met het F-teken naar u toe in de
bevestigingsgaten. Controleer of alle ribbeves­tigingen in hun gaten in de trommel zitten. Schuif de rib van u af totdat u weerstand voelt.
BIJ KALKHOUDEND WATER
Als u in een gebied met hard water woont, kan er in de wastrommel een grijswitte aanslag ontstaan. Om deze te verwijderen, moet u een zakje citroenzuur van ca. 20 gram in de was­trommel legen en het programma Normale was op 95°C draaien. Citroenzuur vindt u op de kruidenafdeling van uw supermarkt.
2. Steek de schroevendraaier in het middelste gat van de rib en beweeg het handvat van de schroevendraai-
1
er voorzichtig naar links.
17
11 FOUTOPSPORING
DE MACHINE START NIET
- Zit de vuldeur goed dicht?
Duw hem goed aan.
- Controleer of de hoofdschakelaar aan staat
- Is de stroom uitgevallen?
Controleer de zekeringen (stoppen) in huis.
- Is de toets voor Automatische start ingedrukt?
Breek het programma af door de -toets ge­durende drie seconden ingedrukt te houden. Druk vervolgens de door nogmaals te starten met de
DE VULDEUR GAAT NIET OPEN
- Is het programma gereed?
W acht eventueel op ontgrendeling aan het eind van het programma.
- Controleer of de hoofdschakelaar aan staat
- Is de stroom uitgevallen?
Controleer de zekeringen (stoppen) in huis. De vuldeur kan niet met de -toets worden ge­opend als de stroom is uitgevallen.
- Staat er nog water in de machine?
Draai een van de programma ’s Pompen of Cen­trifugeren, met een toerental dat geschikt is om het water af te pompen.
- Geforceerd openen
Als het niet op een andere manier lukt, kan de vuldeur geforceerd worden. Ga als volgt te werk:
1.Controleer eerst of er geen water meer in de machine zit. Als de machine nog steeds water bevat, leeg deze dan zoals beschreven bij Kno­penzeef en afvoerpomp controleren, in hoofdstuk 10, Reiniging en onderhoud.
-toets uit en sluit af
-toets.
2. Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar is uitge­schakeld.
3. Open de klep van de afvoer­pomp, linkson­der. Gebruik het tussenschotje van het wasmiddel­bakje, zie afbeelding.
4. Draai de schroef los waarmee het rode kunststof handvat is be­vestigd.
5. Trek aan het handvat, dan gaat de vuldeur open.
6. Steek het handvat in zijn gleuf en schroef het vast. Doe de klep van de afvoerpomp dicht.
Als de vuldeur daarna nog steeds niet op de normale wijze kan worden geopend, neem dan contact op met de serviceafdeling.
18
DE MACHINE NEEMT NA DE START GEEN WATER IN
- Controleer of de waterkraan is geopend
Ga als volgt te werk:
1. Draai de waterkraan open.
2. Is het langer dan vijf minuten geleden dat u het programma gestart heeft, start het dan op­nieuw met de toets
- Controleer of de zeef in de waterinlaat van de machine verstopt is
.
Ga als volgt te werk:
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang naar de waterinlaat van de machine los.
3. Reinig de zeef in de inlaatklep van de mach­ine.
4. Schroef de slang weer vast.
5. Draai de waterkraan open.
6. Is het langer dan vijf minuten geleden dat u het programma gestart heeft, start het dan op­nieuw met de toets
.
Als dit niet helpt, bel dan de servicelijn.
DE MACHINE CENTRIFUGEERT NIET
- Is (Niet centrifugeren) geselecteerd?
De machine heeft het programma uitgevoerd zonder te centrifugeren.
Schakel uit en draai het programma Cen­trifugeren met een geschikt toerental.
- Controleer of de lading eventueel niet goed verdeeld is.
De machine heeft een ingebouwde balanscon­trole, die ervoor zorgt dat het toerental daalt of dat het centrifugeren wordt overgeslagen als de lading sterk uit balans is. De machine voltooit echter wel alle spoelbeurten. Ga als volgt te werk:
1. Doe de deur open en verdeel het wasgoed opnieuw.
2. Draai het programma Centrifugeren met een geschikt toerental.
ER STAAT NA BEËINDIGING VAN HET PROGRAMMA NOG WATER IN DE MACHINE
- Is (Niet centrifugeren/Niet afpompen) geselecteerd?
De machine heeft het programma uitgevoerd zonder te centrifugeren en pompt aan het eind van het programma geen water weg. Schakel uit en draai een van de programma’ s
Pompen of Centrifugeren (met een geschikt to­erental) om het water af te pompen.
- Is de stroom uitgevallen?
De machine heeft het programma dan niet afge­maakt. Controleer de zekeringen (stoppen) in huis. Het programma wordt afgemaakt zodra er weer stroom is.
- Controleer de afvoerslang en de afvoerpomp
Ga als volgt te werk:
1. Haal eventuele knikken uit de afvoerslang.
2. Is er een voorwerp blijven steken in de uit­laatopening van de afvoerslang? Maak de slang schoon.
3. Wordt de afvoerpomp geblokkeerd door vreemde voorwerpen? Maak de pomp schoon, zie hoofdstuk 10, Onderhoud en reiniging.
4. Draai een van de programma’s Pompen of Centrifugeren, met een toerental dat geschikt is om het water af te pompen.
DE PROGRAMMA’S DUREN TE LANG
Als bijvoorbeeld een normaal programma meer dan drie uur duurt, heeft waarschijnlijk het op­warmen niet gewerkt. Start een nieuw programma. Als de storing zich vaak voordoet, bel dan de servicelijn.
19
12 TECHNISCHE INFORMATIE
TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte: 850 mm. Breedte: 595 mm. Diepte: 585 mm. Gewicht: 73 kg/78 kg (met deurtje). Trommelvolume: 50 l. Wascapaciteit: 6,0 kg. Centrifugetoerental: 400- 1300 rpm. Aansluitvermogen: Zie typeplaatje. Elementvermogen: Zie typeplaatje. Waterdruk: 0,1 - 1 MPa.
1 - 10 kp/cm 10 - 100 N/cm2.
Materiaal wastrommel en kuip: Roestvrij staal. Materiaal mantel: Poedergelakte en thermisch
verzinkte staalplaat of roestvrij staal.
Opstelling: Vast, op vier verstelbare, met rubber
beklede voeten.
Wateraansluiting: 1,5 m pexbuis. Afvoer: 1,7 m polypropyleenslang.
2
.
STANDAARDTESTS
Europa: EN 60 456 Ed. 4 Wasprogramma: Programma 2 - Normale was, 60°C, 5,0 kg ka-
toen.
Aansluiting: Koud water 15°C. Testmethode geluidsmeting: IEC 60 704-2-4.
20
13 SERVICE EN GARANTIE
SERVICE
V oor dat u contact opneemt met de serviceafde­ling, dient u te controleren of de storing van dien aard is dat u deze zelf kunt verhelpen. Zie hoofdstuk 12, Foutopsporing en 11, Reiniging en onderhoud.
Als u de storing in de wasautomaat niet zelf kunt verhelpen, neem dan contact op de servicedienst.
ALS U CONTACT OPNEEMT MET DE AFDELING SER­VICE
Als u contact opneemt met de afdeling service, dient u modelaanduiding, typeaanduiding en serienummer bij de hand te hebben.
De modelaanduiding staat op het wasmid­delbakje. Typeaanduiding en serienummer staan op het typeplaatje boven de deur.
Typenummer WMxx
GARANTIE
Zie ingesloten garantiekaart.
Modelaanduiding
Typeplaatje
TYPE: WMxx
xxx x xxxxxxx M xxxxxxxW
Serienummer (12 cijfers)
000000000000
21
14 BEKNOPTE HANDLEIDING
1. Was sorteren.
2. Druk op de hoofd­schakelaar, , en open de vuldeur, .
Leg het wasgoed in de machine.
3. Voeg wasmiddel en eventueel wasverzachter toe.
Wasmiddel (hoofdwas) links ( ), eventueel wasmiddel (voorwas) in het middelste bakje (
) en
wasverzachter rechts
). Bij wassen met vloei-
( baar wasmiddel moet het
tussenschotje, dat u aan de onderkant van het wasmid­delvakje vindt, in de bin­nenste uitsparing van het wasmiddelvakje worden aangebracht.
4. Programma, instellingen en opties kiezen.
5. Deur sluiten.
6. Programma starten.
Op de toets drukken. U kunt het programma af­breken door geduren­de drie seconden ingedrukt te houden.
7. Na het wassen.
Zet de hoofdschakelaar,
uit en doe de vuldeur
dicht.
Kleding gemarkeerd met IWS, Superwash
bijv. overhemden en sportkleding.
Wasgoed dat alleen opgefrist hoeft te worden,
Polyester , katoen/polyester , nylon. Witte
Niet zo vuil katoen of linnen.
Katoen, linnen. Donkerbonte was.
Katoen, linnen. Donkerbonte was.
Katoen, linnen, witte en lichtbonte was.
Katoen, linnen, witte en lichtbonte was.
Katoen, linnen, witte en lichtbonte was.
Zeer vuil wasgoed, bijv. werkkleding.
of Handwas.
was.
Zuinig programma.
Zuinig programma.
Zeer effectief programma.
TEXTIELSOORTEN
was was was was was was programma tische was programma was
Vuile Normale Normale Normale Normale Normale Kort Synthe- Super kort Wol/Hand-
Programma 1 2 2 2 2 2 5 4 6 7-8
INSTELLEN:
Temperatuur (°C) 60-95 60-95 60 40 40-60 40 40 60 30-40 30-40
Opties
Centrifugesnelheid 400- 400- 400- 400- 400- 400- 400- 400- 400- 400-
1300 1300 1300 1300 1300 1300 1300 800 1300 800
Hoeveelheid wasgoed 1/1 1/1 1/1 1/1 1/1 1/1 1/2 1/2 1/2 1/3
22
15 TREFWOORDEN
Hoofdstuk
Acetaat 7
Acryl 7 Allergie 7, 8 Afdanken 2 Afpompen 8 Afvoerpomp 1 0 Afvoerslang 1 0 Automatische start 8
Badstof 7
Beknopte handleiding 1 4 Bleekmiddel 7 Bonte was 7 Breedte 1 2
Centrifugeren 7,8,11,12,14
Centrifugetoerental 8,12
Deurtje, zie vuldeur
Deurtje openen, zie vuldeur Diepte 1 2 Doseerzakje 8 Dosering 8
2
E
Energieverbruik 9
7,8
Fijne was 7
Foutindicaties 11 Foutopsporing 1 1
Garantie 13
Gewicht 12
Handwas 7,8,14
Hardheidsgraad water 1 Hoofdschakelaar 8,14 Hoogte 12
Hoofdstuk
Kalkhoudend water 1 0
Katoen 7,14 Kindveiligheid 3 Klep afvoerpomp 4,10,11 Knopenzeef 10 Kort centrifugeren 7 ,8 Kort programma 8,14 Kreukvrij, zie Niet afpompen Kunstvezels 7 Kwetsbare was 7
Linnen 7,14
Niet afpompen 8
Niet centrifugeren 8 Niveauregelaar 2 Noodstop, zie Programma afbreken Normale was 7,8,14 Nylon 7
Onbalans 11
Onderdelen wasmachine 4 Onderhoud 10 Opties 8
Paneel 6
Pluisvorming 7 Polyester 7 Programma, zie Wasprogramma Programma afbreken 2 Programmaduur 9 Programma instellen 8,14
Rayon 7
Reiniging 10 Reinigingsopening 10 Ritssluitingen 7
Hoofdstuk
Super spoelen 8 Synthetische vezels 7 Synthetische was 7,8,14
Technische gegevens 1 2
Temperatuur 7,14 Textielsoort 7,14 Textiel ver ven 7 Transport 2 Transpor tsteunen, zie installatie­voorschriften Trommelrib 10 Typeplaatje 4
Veiligheidsvoorschriften 2
Verbruiksgegevens 9 Verpakkingsmateriaal 2 Verven, zie textiel verven Viscose 7 Vloeibaar wasmiddel 8 Voorwas 8 Voorwasmiddel 5,8,14 Vuile was 8,14 Vuldeur 2,4,11
Wasbolletje 8
Wascapaciteit 8,12 Wasetiket 7 Washoeveelheid 7,14 Wasmiddel 7,8 Wasmiddelbakje 5, 8 Waspoeder 8 Wasprogramma 8,14 Was sorteren 7 Wassen 8,14 Wasverzachter 5,8,14 Winteropslag 2 Witte was 7,14 Wolwas 7,8,14
Installatie, zie Installatievoor-
schriften Instellingen wijzigen na de start 8
Service 1 3
Spoelprogramma 8 Start 8 Stop 8 Super kort programma 8,14
Zakken 7
Zeef 10 Zijde 7
23
Art.Nr.: 80 764 13. Rev 01. Recht op wijzigingen voorbehouden. Gedrukt op milieuvriendelijk papier.
24
Loading...