AEG-Electrolux S70398DT28 User Manual

SANTO 70398-28 DT
Dubbeldeurs-koelautomaat
Fridge freezer
Gebruiksaanwijzing
Operating Instructions
2
Geachte klant,
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele vol­gende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar- schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwij­zingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwij­zingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen tijde ter beschikking.
3
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Muur-afstandshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Variable binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
Flessenrek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Vochtigheidsregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
De lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19
4
Veiligheid
De veiligheid van onze apparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veilig­heidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-middelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het apparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaar­lijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stik­gevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de per­soon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze per­soon instructies hebben gekregen over het gebruik. Laat kinderen niet zonder toezicht in de buurt van het apparaat. .
5
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand­bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan­stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzonde­ring: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vrie­svak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon­dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij­zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor­den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-vrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
6
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan vervan­ging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten wor­den (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtko­men.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach­terkant, mag niet beschadigd worden.
• Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet wor­den afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de jui­ste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het tran­sport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur ove-
reenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
7
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatie-
plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander
koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszij­den aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Uw apparaat heeft lucht nodig
Om veiligheidsredenen moet de ven­tilatie zodanig zijn als aangegeven in Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de ventila­tie openingen tijdens gebruik niet woden afgedekt.
Muur-afstandshouders
In het apparaat bevinden zich twee afstandshouders die in de bovenste hoeken aan de achter­zijde geplaatst dienen te worden. Draai de schroeven los, steek de afstandshouders onder de sch­roefkop en draai de schroeven weer vast.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli­maatcategorie behoort:
100 mm10 mm
A
NP005
B
10 mm
8
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurscharnieren mag het appa­raat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen.
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Verwijder het bovenscharnier (zorg ervoor dat de deur niet valt) en bewaar het.
Maak de bovenste steun los en zet het vast aan de andere kant
2. Verwijder de bovendeur
3. Schroef het middelste scharnier los. Schroef de plastic dopjes los die aan de andere kant van het scharnier zit­ten en plaats ze in de gaten waar eerst het scharnier zat.
4. Verwijder de onderdeur
5. Haal het ventilatierooster weg dat met twee schroeven vast zit
6. Verwijder het onderste scharnier door de schroeven los te schroeven
7. Maak de scharnierpen los met behulp van een 12 mm. steeksleutel en plaats het aan de andere kant van het scharnier
8. Zet het apparaat waterpas door de stelvoet(en) aan de onderkant te stellen met hand of gereedschap.
9. Plaats het onderste scharnier aan de andere kant, met de schroeven die eerder verwijderd zijn. Schuif het afdekplaatje van het ventilatieroost­er in de richting van de pijl en plaats het aan de andere kant.
10. Breng het ventilatierooster met de schroeven op zijn plaats.
11. Plaats de onderdeur.
12. Plaats het middelste scharnier aan de andere kant.
H
9
13. Plaats de bovendeur
14. in het pak met documentatie vindt u het bovenste scharnier, die nodig zijn om de openingsrichting te veranderen.U wordt verzocht deze op de hiervoor bestemde plaats aan te brengen.
15. Schroef de schroeven waarmee het handvat bevestigd zit los, beginnend bij (B) (beide deuren).
Verwijder de plastic afdekdopjes en breng ze aan de andere kant aan.
Zet het handvat aan de andere kant vast en breng de schroeven aan, beginnend bij (A).
Belangrijk
Na het omkeren van de deurdraairichting moet u controleren of het deur­rubber rondom goed op de sponning sluit. In een koud vertrek (in de win­ter) kan het gebeuren dat dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rub­ber zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedigen, dan kunt u het rubber warm maken met een föhn.
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleer­de beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings­schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreed­te van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het
apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
A
B
10
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaarde. Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De draaiknop voor de temperatuukeuze bevindt zich rechts in de koelruimte.
Stand „0“ betekent: uit. Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling. Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden geregeld worden. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet bene­den 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijdig op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ont­dooien weer automatisch.
Interieur
Legvlakken
Naargelang het model is het appa­raat voorzien van glas legvlakken.
Het legvlak van glas boven de groen­te- en fruitbakken moet altijd op die plaats blijven liggen, opdat groente en fruit langer vers blijven.
De overige legvlakken zijn in hoogte verstelbaar:
Daartoe de legvlak zover naar voren trekken tot hij naar boven of onderen bewogen kan worden en eruit gehaald kan worden.
Om de legvlakken op een andere hoogte te zetten in omgekeerde volgorde te werk gaan.
Variabele binnendeur
Naargelang de behoefte kunnen de deurvakbodems er naar boven uitgeno­men worden en op andere plaatsen gezet worden.
D338
11
Flessenrek
Plaats flessen met de hals naar voren in het rek.
Belangrijk: leg alleen ongeopende flessen horizontaal neer.
Het flessenrek kan schuin gezet worden om geopende flessen te bewaren. Trek dan het rek naar voren tot het schuin naar boven gezet kan worden. Zet dan de voorste steun hoger vast.
Vochtigheidsregeling
In de lade bevindt zich een ventila­tiesysteem met sleuven(verstelbaar met schuifje), welke het mogelijk maakt de vochtigheid te regelen in de groentelade. Het openen van de ventilatiesleuven kan m.b.v. een schuifje geregeld wor­den. Schuifje rechts: ventilatiesleuven geopend
Als de ventilatiesleuven geopend zijn, zorgt meer luchtcirculatie voor een lager vochtigheidsgehalte in de groente- en fruitlade.
Schuifje links: ventilatiesleuven gesloten
Als de ventilatiesleuven gesloten zijn, zorgt het natuurlijke vochtigheid­sgehalte ervoor dat de levensmidde­len langer behouden worden.
PR271
12
De lade
De lade is geschikt om er groente en fruit in te bewaren. Binnenin de lade bevindt zich een scheidingswand die op verschillende plaatsen kan worden gezet om de afscheiding aan de eigen wensen af te stemmen. Op de bodem van bovengenoemde lade bevindt zich een rooster dat ervoor zorgt dat de etenswaren die erin zitten niet in aanraking komen met het vocht dat zou kunnen ontstaan en dat in het onder­ste gedeelte opgevangen wordt. De lade kan verwijderd worden met behulp van de zijhandgrepen (zoals aangeduid in de afbeelding) en de binnenste onderdelen kun­nen weggenomen worden om schoongemaakt te worden.
Loading...
+ 28 hidden pages