AEG-Electrolux EW824F User Manual

ARCTIS G 8 60 50-4 i
Congélateur intégrable Integreerbare diepvrieskast Congelatore integrabile
Mode d’emploi et instructions de montage Gebruiks- en montageaanwijzing Istruzioni d’uso e montaggio
AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg http://www.aeg.hausgeraete.de
2222 067-36 08/03
24
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele vol­gende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar- schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwij­zingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwij­zingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
45
Egregia cliente, Egregio cliente,,
Prima di mettere in servizio il Vostro nuovo apparecchio refrigerante, Vi pre­ghiamo di leggere attentamente queste istruzioni perl’uso. Queste conten­gono informazioni importanti per un impiego sicuro, per l’installazione e per la cura dell’apparecchio.
Conservare sempre le istruzioni perl’uso per sfogliarle eventualmente in futuro. Trasmettetele all’eventuale futuro proprietario dell’apparecchio.
Avvertenza: Questo libretto é valido per modelli tecnici simili differenziati solo negli accessori. Ponga attenzione ai riferimenti che riguardano la sua apparecchiatura
Tramite il triangolo di avvertimento e/ oppure mediante segnali a parole (Avvertenza!, Precauzione!, Attenzione!), vengono messe in evidenza delle avvertenze molto importanti per la Vostra sicurezza oppure per la funzio­nalità del Vostro apparecchio. Pregasi osservare assolutamente..
Dopo questo segno si ottengono delle informazioni molto importanti con­cernenti il comando e gli impieghi pratici dell’apparecchio..
Mediante il fiore vengono contrassegnati dei consigli e delle avvertenze importanti concernenti un impiego economico e tollerabile per l’ambiente.
Per la comparsa di eventuali disturbi, nelle istruzioni per l’uso sono riporta­te delle avvertenze concernenti le riparazioni autonome, vedi capoverso “Che cosa fare, se...”. Nel caso queste avvertenze non siano sufficienti, il nostro servizio di assistenza Vi é sempre a completa disposizione.
Stampato su carta tollerabile per l’ambiente – Chi pensa all’ecologia, tratta anche così ...
25
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .30
Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Symbolen bewaarde producten/ Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . .39
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Ontdooien en reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
44
De compressor start na enige tijd automatisch.
Dit is normaal, het betreft geen storing.
Na het wijzigen van de tempe­ratuurinstelling start de com­pressor niet direct.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het apparaat komt tegen een ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur.
Dit onderdeel voorzichtig weg­buigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Instelvoetjes bijstellen.
Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kon-tro­lelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-acht­neming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn vol­gens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude­installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-eniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0 – 89/336/EWG van 3.5.1989 (met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
26
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Neder­landse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd appa­raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leve­rancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaar­lijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige
43
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet, geen con­trolelampje brandt
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren, eventueel vernieuwen.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door Uw electrovakman laten verhel­pen.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge­steld.
Tenmperatuurregelaar tijdelijk op een hogere stand zetten.
Klantendienst informeren.Groene lampje defect.
Groene lampje brandt niet, gele lampje brandt bij ingeschakelde snelvriesfunctie.
Klantendienst informeren.Gele lampje defect.
Gele lampje brandt niet bij ingeschakelde snelvriesfunctie, apparaat werkt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun­nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze klantendienst.
De temperatuur in de vriesruim­te is niet voldoende, rode lampje brandt.
Temperatuur is niet juist inge­steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Deur heeft te lang openge­staan.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is. Snelvriesschakelaar gebruiken.
In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme leven­smiddelen opgeslagen.
Snelvriesschakelaar gebruiken.
Het apparaat staat naast een warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Storing aan het apparaat
Snelvriesschakelaar aanzetten, vrieskast gesloten houden, klantendienst informeren.
Sterke rijpvorming in het appa­raat, eventueel ook aan de deu­rafdichting.
Deurafdichting is lek (eventueel na het verwisselen van de deu­raanslag).
Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met een föhn verwarmen (niet heter dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit.
27
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stik­gevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke appara­ten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand­bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan­stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzonde­ring: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vrie­svak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon­dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij­zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor­den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
42
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die kunt oplossen zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen. Voer zelf geen verdere werk­zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Kontroleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de ach­terzijde van het toestel, schoon.
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Ontdooien en reinigen”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
28
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken bin­nenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW­vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten wor­den (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtko­men.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach-
terkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de
plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het tran­sport beschermd.
• Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
41
daar een schaaltje of teiltje onder. Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat
zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ont­dooien verwijderen.
5. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken. Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde­len aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen; –boterzuur; – Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
5. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Even­tueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
6. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
7. Als alles droog is, schakel op snelvriezen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Daarna de levensmiddelen terug in de vriezer plaatsen en het appa­raat weer in bedrijf nemen.
29
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur ove-
reenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli­maatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatie-
plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
40
Ontdooien en reinigen
Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor harde of spitse voorwerpen gebruiken.
Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ont­dooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen.
Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvrie­sprodukten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het toestel op snel­friezen, om een koudereserve in de diepvriesprodukten te scheppen.
Waarschuwing!
• Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of kun-
stmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid
zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De han­den kunnen daaraan vastvriezen.
1. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik kelen en op een koele plaats leggen.
2. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen c.q. er uitdraaien.
3. Alle laden, behalve de onderste, er uit halen.
4. Steek de kunststofschraper in de ope­ning onder de vries-ruimte en plaats
Het maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
D068
30
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als in Figur aangegeven.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet worden afgedekt.
Nismaten
Hoogte 600mm Breedte 550 mm Diepte 560 mm
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stop­contact halen.
39
1. De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen leven­smiddelen in de bovenste korv van het apparaat plaatsen. Niet bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
2. Wilt U de max. hoeveelheid invriezen,dan dient u de snelvriesschakelaar in te schakelen
3. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieska­lender
• De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en de behande­ling voorafgaand aan het invrie­zen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
50 mm
min.
200 cm
2
min. 200 cm
D567
2
31
Schuif het apparaat in de nis tot de scharnierlijst (A) met de voorkant van het plafond aanlijnt.
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
D765
De tochtstrip volgens de teke­ning op het apparaat aanbren­gen.
A
D022
44 mm
Voor een correcte uitlijning dient men te controleren dat de afstand tussen het apparaat en het meubel 44 mm is.
38
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vrie­sruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver­mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge­vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan­gegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand­bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan­stekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit­zondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
• Als u de maximale invrieskapaciteit wilt benutten, moet u 24 uur van te voren (bij kleinere hoeveelheden 4 tot 6 uur) de snelinvriesschakelaar inschakelen.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen.
Breng de afdichtstopsels (B) in de gaten in de deklijsten aan.
32
Open de deur en druk het apparaat tegen de zijwand van de nis, aan de kant waar de scharnieren niet zitten. Bevestig het apparaat aan de nis met de vier meegeleverde schroeven. Bevestig het ventilatierooster (C). Breng, onder lichte druk, het dekseltje (D) aan.
37
In gebruik nemen en temperatuurregeling
• Steek de steker in de wandkontaktdoos. Schakelaar AAN/UIT (E) druken. Het groene lampje (D) licht op.
• Temperatuurregelaar (F) naar stand „1“ draaien, het rode lampje (C) gaan branden, het akoestische signaal blijft hoorbaar het vriesaggregaat werkt automatisch.
• Bovendien schakelt u de snelvriesschakelaar (A) in, het gele lampje (B) gaat branden, het koelaggregaat werkt kontinu.
• Pas als het rode lampje (C) niet meer brandt, schakelt u de snelvries­schakelaar (A) uit, het gele lampje (B) gaat uit.
Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur. Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Bij het instellen
van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.portes;
Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode tempera­tuurkontrole-lampje (C) en de thermometer of de bewaartemperatuur laag genoeg is.
Koude-accu
In één van de laden van de vriesruimte bevindt zich twee koude-accus. Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengt de kou-
de-accu de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren.
De koude-accu kunt dit echter alleen optimaal doen als ze in de bovenste la vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd wordt. De koude-accu kan tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.
Akoestisch temperatuursignaal
Als uw diepvrieskast met een akoestisch temperatuursignaal is uit-gerust, klinkt tegelijk met het oplichten van het rode lampje (C) een akoestisch signaal, dat aangeeft dat de bewaartemperatuur te hoog resp. te warm is.
Het akoestische signaal blijft hoorbaar, totdat inschakelen van de snelvries­schakelaar het signaal uitschakelt.
D
D727
B
D726
C
33
Onderdelen A, B, C, D scheiden zoals u in de tekening ziet.
PR266
A
B
C
D
Geleider (A) tegen de binnenkant van de kastdeur aan de boven­en onderkant houden volgens de tekening en de plaats van de bui­tenste gaten aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de gelei­der met de bijgeleverde schroe­ven vastzetten.
20 mm
A
50mm
PR166
36
Bedienings- en kontroleinrichting
A. Snelinvriesschakelaar / Akoestisch temperatuursignaal B. Aanwijzing voor snel invriezen (geel) C. Waarschuwingslampje (rood) D. Lichtnetcontrolelampje (groen) E. Schakelaar AAN/UIT F. Temperatuurregelaar
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat: Het groene kontrolelampje (D) brandt als het toestel aan netspanning aan-
gesloten een het Schakelaar AAN/UIT gedrulen worden. Met de temperatuurregelaar (F) kan de energiezuinigste bewaartempera-
tuur traploos worden ingesteld. De optimale bewaartemperatuur is -18°C. Op de thermometer kunt u de
temperatuur kontroleren. Snelvriesschakelaar (A) met geel kontrolelampje (B).Het gele lampje
brandt als de schakelaar (A) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kon­tinu.
Het rood lampje (C) brandt als: – bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet
bereikt is – als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing) – als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast wor-
den gelegd
– als de deur van het toestel te lang open staat. Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar
verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is er geen sprake van een storing.
A B C D E F
34
Afdekking (C) op geleider (A) vastklikken.
De deur van het apparaat en die van de kast met een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (B) in geleider (A) aanbrengen. De deu­ren samen vasthouden en de gaten aangeven zoals in de teke­ning. De ijzers weghalen en gaten van Ø2 mm. boren op een afstand van 8 mm. van de bui­tenrand van de deur.
Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven.
Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit.
35
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleer­de beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings­schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreed­te van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Afdekking (D) op geleider (B) vastklikken.
PR167/1
D
B
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
A
C
PR33
PR167
8mm
B
A
PR168
Loading...