AEG-Electrolux ERN3003FOW User Manual

ERN3003FOW
................................................ .............................................
NL KOELKAST GEBRUIKSAANWIJZING 2 EN REFRIGERATOR USER MANUAL 23 FR RÉFRIGÉRATEUR NOTICE D'UTILISATION 43
www.electrolux.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
6. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
7. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
8.
GELUIDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
9. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS 3
1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het appa­raat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzienin­gen. Bewaar deze instructies en zorg er­voor dat zij bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat ieder­een die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïn­formeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigen­dommen dient u zich aan de voorzorgs­maatregelen uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door het niet opvol­gen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge­bruik door personen (waaronder begre­pen kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun vei­ligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon in­structie hebben ontvangen over het ge­bruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voor­komen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voe­dingskabel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektri­sche schok krijgen of zichzelf in het ap­paraat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder
apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen ra­ken.
1.2 Algemene veiligheid
WAARSCHUWING!
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaan­de als ingebouwde modellen.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewa­ren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden en gelijkaar­dig gebruik zoals:
– personeelskeukens in winkels, kanto-
ren of andere werkomgevingen;
– door gasten in hotels, motels en an-
dere residentiële omgevingen; – bed-and-breakfast-accommodatie; – catering en gelijkaardige niet-com-
mercieel gebruik.
• Gebruik geen mechanische hulpmidde­len of kunstgrepen om het ontdooipro­ces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische appa­raten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koel­kasten, tenzij ze voor dit doel goedge­keurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet bescha­digt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) be­vindt zich in het koelcircuit van het ap­paraat, dit is een natuurlijk gas dat wel­iswaar milieuvriendelijk is, maar ook ui­terst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen
vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich be-
vindt grondig ventileren
www.electrolux.com
4
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en
• Stel het apparaat niet langdurig bloot
• De eventuele gloeilampen in dit appa-
1.3 Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof
• Bewaar geen brandbare gassen of
brengen in de specificaties of dit pro­duct op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortslui­ting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (net­snoer, stekker, compressor) mo­gen om gevaar te voorkomen uit­sluitend worden vervangen door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudsperso­neel.
1.
Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2.
Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de achterkant van het apparaat. Een platgedrukte of be­schadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3.
Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4.
Trek niet aan het snoer.
5.
Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico op een elektri­sche schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder het afdekkapje (indien van toepassing) van het lampje.
als u het apparaat verplaatst.
raak ze niet aan als uw handen vochtig/ nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
aan direct zonlicht.
raat zijn speciaal geselecteerd en uit­sluitend bedoeld voor gebruik in huis­houdelijke apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
onderdelen in het apparaat.
vloeistoffen in het apparaat, deze kun­nen ontploffen.
• Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand. (Als het apparaat rijpvrij is)
• Diepgevroren voedsel mag niet op­nieuw worden ingevroren als het een­maal ontdooid is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproduc­ten volgens de aanwijzingen van de fa­brikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewa­ren van voedsel. Raadpleeg de betref­fende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mous­serende dranken in de vriezer, deze veroorzaken druk op de fles die daar­door kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorza­ken als ze rechtstreeks vanuit het appa­raat geconsumeerd worden.
1.4 Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Ge­bruik een kunststof schraper.
• Controleer de afvoer in de koelkast re­gelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien nodig, schoon. Als de afvoer ver­stopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen.
1.5 Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbe­treffende paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat ge­kocht heeft. Gooi in dat geval de ver­pakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan
kan de olie terugvloeien in de compres­sor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden ver­oorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereik­baar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Aansluiten op de drinkwatervoorziening (indien voorzien van een wateraanslui­ting).
1.6 Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, die­nen uitgevoerd te worden door een ge-
NEDERLANDS 5
kwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onder­houden door een erkend onderhouds­centrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reser­veonderdelen.
1.7 Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadi­gen, niet in het koelcircuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huis­houdelijke afval. Het isolatie­schuim bevat ontvlambare gas­sen: het apparaat moet wegge­gooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisse­laar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die voor-
zien zijn van het symbool recyclebaar.
zijn
2. BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5
ON/OFF-toets
1
Mode-toets
2
Display-
3
Toets om de temperatuur lager te zet-
4
ten Toets om de temperatuur hoger te
5
zetten
Het is mogelijk om het vooraf ingestelde geluid van toetsen te wijzigen in een hard geluid door de Mode-toets en de toets om de temperatuur kouder te zetten, te­gelijkertijd gedurende enkele seconden in te drukken. U kunt deze wijziging onge­daan maken.
www.electrolux.com
6
2.1 Weergave
A) B) C) D) E)
2.2 Inschakelen
Ga als volgt te werk om het apparaat in te schakelen:
1.
2.
3.
4.
Zie 'Temperatuurregeling' om een andere temperatuur in te stellen.
2.3 Uitschakelen
Ga als volgt te werk om het apparaat uit te schakelen:
1.
2.
3.
A B C D E
Temperatuurweergave EcoMode Modus Boodschappen Alarmlampje deur open FastFreeze-modus
Na selectie van de toets Mode of Temperatuur starten de animaties
. Na selectie van de temperatuur knippert de animatie een paar mi­nuten.
2.4 Temperatuurregeling
De ingestelde temperatuur van de koel­kast kan worden aangepast door op de thermostaatknoppen te drukken. Standaard ingestelde temperatuur: +4°C voor de koelkast. Het temperatuurlampje toont de ingestel­de temperatuur. De ingestelde temperatuur zal binnen 24 uur worden bereikt.
Na een stroomonderbreking blijft de ingestelde temperatuur opge­slagen.
2.5
Steek de stekker in het stopcontact. Druk op de ON/OFF-knop als het dis-
play uit is. Als DEMO verschijnt op het display,
staat het apparaat in de demonstra­tiestand. Zie 'Problemen oplossen'.
Het temperatuurlampje toont de inge­stelde standaardtemperatuur.
Druk de ON/OFF-toets gedurende 3 seconden in.
Het display wordt uitgeschakeld. Trek de stekker uit het stopcontact
om de stroomtoevoer naar het appa­raat af te sluiten.
EcoModeKies voor het optimaal bewaren van voedsel voor EcoMode. Om de functie aan te zetten:
1.
Druk op de Mode-toets tot het bijbe­horende pictogram verschijnt.
Het temperatuurlampje toont de inge­stelde temperatuur:
– voor de koelkast: +4°C
Om de functie uit te zetten:
1.
Druk op de knop Mode voor een an­dere functie of niets.
De functie wordt uitgeschakeld door een andere ingestelde tem­peratuur te selecteren.
2.6 ShoppingMode
Als u een grote hoeveelheid warm voed­sel, bijvoorbeeld na het doen van de boodschappen, in de koelkast wilt plaat­sen, adviseren wij u de ShoppingMode­functie in te schakelen om deze produc­ten sneller te koelen en om te voorkomen dat voedsel dat al in de koelkast ligt warm wordt.
Om de functie aan te zetten:
1.
Druk op de Mode-toets tot het bijbe-
horende pictogram verschijnt. De ShoppingMode-functie wordt automa­tisch na ongeveer 6 uur uitgeschakeld. Om de functie uit te schakelen voor deze automatisch afloopt:
1.
Druk op de knop Mode voor een an-
dere functie of niets.
De functie gaat uit door een ande­re ingestelde koelkasttemperatuur te selecteren.
2.7 Alarm bij open deur
Als de deur enkele minuten heeft openge­staan, klinkt er een geluidsalarm. De alarmtoestand bij geopende deur wordt aangegeven door:
• Knipperende alarmindicator
•Zoemer
3. DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS 7
Als de normale omstandigheden zijn her­steld (deur gesloten), wordt het geluids­alarm uitgeschakeld. Tijdens het alarm kan de zoemer worden uitgeschakeld door op een willekeurige knop te drukken.
2.8 FastFreeze modus
Om de functie aan te zetten:
1.
Druk op de Mode-toets tot het bijbe-
horende pictogram verschijnt. Deze functie stopt automatisch na 52 uur. Om de functie uit te schakelen voor deze automatisch afloopt:
1.
Druk op de knop Mode voor een an-
dere functie of niets.
De functie gaat uit door een ande­re ingestelde vriezertemperatuur te selecteren.
3.1 De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typi­sche geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. Deze beschadi­gen de lak.
If DEMO verschijnt op het display, het ap­paraat staat in de demonstratiestand. Raadpleeg de paragraaf "Problemen op­lossen".
3.2 Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Activeer om vers voedsel in te vriezen de Action Freeze functie ten minste 24 uur
voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. Leg het in te vriezen verse voedsel in het bovenste deel van de vriezer, dat is na­melijk het koudste punt. De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het typeplaatje, een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit. Het invriesproces duurt 24 uur: voeg ge­durende deze periode niet meer in te vrie­zen voedsel toe.
3.3 Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is in­schakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst.
www.electrolux.com
8
3.4 Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien,
3.6 Temperatuurweergave
In het geval van onbedoelde ont­dooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met tech­nische kenmerken onder "tijds­duur" is vermeld, moet het ont­dooide voedsel snel geconsu­meerd worden of onmiddellijk be­reid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de be­reiding iets langer duren.
3.5 Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Vul deze bladen met water en zet ze dan in het vriesvak.
Gebruik geen metalen instrumen­ten om de laden uit de vriezer te halen.
Dit apparaat wordt verkocht in Frankrijk. In overeenstemming met de richt­lijnen die gelden in dit land, moet dit apparaat worden geleverd met een speciaal onderdeel (zie afbeel­ding). Dit onderdeel is geplaatst in de onderste lade van de koelkast om de koudste zone aan te ge­ven.
3.7 Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
A
van een aantal geleiders zodat de legrek­ken op de gewenste plaats gezet kunnen worden. Voor een beter gebruik van de ruimte kunnen de voorste halve schappen onder de achterste worden geplaatst.
B
3.8 Het plaatsen van de deurplateaus
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschil­lende hoogtes worden geplaatst. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk: trek het schap geleidelijk in de richting van de pijlen tot­dat het los komt en plaats het schap op een andere gewenste hoogte terug.
3.9 Vochtigheidsregeling
De glasplaat omvat een constructie met inkepingen (afstelbaar door middel van een schuifhendel), waarmee u de tempe­ratuur in de groentelade(s) kunt regelen. Wanneer de ventilatieopeningen gesloten zijn: wordt het natuurlijke vochtgehalte van het voedsel in de fruit- en groentelades langer behouden. Als de ventilatieopeningen geopend zijn: heeft meer luchtcirculatie een lagere luchtvochtigheidsgehalte tot gevolg in de fruit- en groentelades.
NEDERLANDS 9
4. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
4.1 Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open la­ten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage tem­peratuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de ver­damper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteits­verbruik te besparen.
4.2 Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampen­de vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
4.3 Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken ver­pakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade.
www.electrolux.com
10
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze ma­nier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst wor­den. Boter en kaas: dit moet in speciale lucht­dichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het fles­senrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koel­kast bewaard worden.
4.4 Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het in­vriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg
• vries alleen vers en grondig schoonge-
• bereid het voedsel in kleine porties
24 uur ingevroren kan worden. is ver­meld op het typeplaatje;
gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
maakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
voor, zo kan het snel en volledig wor­den ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te ber­gen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
4.5 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschik­te wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• zorg ervoor dat de ingevroren levens­middelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk
• als voedsel eenmaal ontdooid is, be­derft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren;
• bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaar­periode.
5. ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshan­deling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onder­houd en herladen mag alleen uit­gevoerd worden door bevoegde technici.
5.1 Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verze­keren dat ze schoon zijn en vrij van res­tjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog. Trek niet aan leidingen en/of ka-
bels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmidde­len, schuurpoeders, erg geparfu­meerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnen­kant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het ap­paraat schoon met een borstel of stofzui­ger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektrici­teitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt
5.3 Het ontdooien van de koelkast
NEDERLANDS 11
het aanbevolen de buitenkant van dit ap­paraat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het ap­paraat, de stekker weer in het stopcon­tact.
5.2 Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen:
trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
• Ontdooi het apparaat (indien nodig) en toebehoren en maak alles schoon
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te con­troleren, om te voorkomen dat het be­waarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
5.4 De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen rond het boven­ste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1.
Schakel het apparaat uit.
Rijp wordt elke keer als de compressor­motor tijdens normale werking stopt, au­tomatisch van de verdamper van het koel­vak verwijderd. Het dooiwater loopt via een afvoergaatje in een speciale opvang­bak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koel­vak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppe­len.
2.
Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen kranten­papier en leg het op een koele plaats.
3.
Open de deur.
4.
Na afloop van het ontdooien, de bin­nenkant grondig droog maken.
5.
Schakel het apparaat in.
6.
Zet de thermostaatknop op de maxi­male koude en laat het apparaat twee tot drie uur in deze instelling werken.
www.electrolux.com
12
7.
Zet het eerder verwijderde voedsel te­rug in het vriesvak.
6. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcon­tact voordat u problemen gaat op­lossen. Alleen een gekwalificeerd elektri­cien of een bevoegde persoon mag problemen oplossen die niet in deze handleiding beschreven zijn.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het lampje brandt niet.
De stekker zit niet goed in
Het apparaat krijgt geen
De zoemer klinkt. De temperatuur in de vrie-
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt continu.
De deur is niet goed ge-
De deur is te vaak geo-
Het apparaat is uitgescha­keld
het stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcon­tact.
zer is te hoog. Het lampje staat in de
stand-by stand.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
sloten.
pend.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Ge­bruik geen mechanische of ande­re middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die midde­len die door de fabrikant zijn aan­bevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de inge­vroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcon­tact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
Raadpleeg 'Alarm hoge temperatuur'
Sluit en open de deur.
Stel een hogere tempera­tuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat de deur niet langer dan noodzakelijk open.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voor­dat u het conserveert.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Er loopt water over de achterkant van de koelkast.
Er loopt water over de vloer.
Tijdens het automatische ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achterwand.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak
Verlaag de omgevingstem­peratuur.
Dit is juist
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
boven de compressor.
De temperatuur in het apparaat is te
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
Stel een hogere tempera­tuur in.
laag.
De temperatuur in het apparaat is te
Er worden veel producten tegelijk bewaard.
Bewaar minder producten tegelijk.
hoog.
De temperatuur in de koelkast is te hoog.
De temperatuur in de vriezer is te hoog.
Er is geen koude luchtcir­culatie in het apparaat aanwezig.
Producten zijn te dicht op elkaar geplaatst.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa­raat aanwezig is.
Bewaar de producten op een manier die een koude luchtcirculatie mogelijk maakt.
Er is te veel rijmvor­ming.
De deur is niet goed ge-
Het product is niet goed verpakt.
Verpak het op de juiste ma­nier.
Zie 'De deur sluiten'.
sloten.
Er wordt een vier­kantje boven- of on­derin het tempera­tuurdisplay weerge­geven.
Er is een fout in de tempe­ratuurmeting opgetreden
Neem contact op met de klantenservice (het koelsys­teem blijft werken om uw levensmiddelen koud te houden, maar de tempera­tuur kan niet aangepast worden).
DEMO verschijnt op het display.
Het apparaat staat in de demonstratiestand (DE­MO)
Houd de knop Mode onge­veer 10 seconden ingedrukt tot er een lang zoemgeluid klinkt en het display even uit gaat: het apparaat gaat weer werken.
6.1 Het lampje vervangen
Het apparaat is uitgerust met een LED­binnenlampje dat een lange levensduur heeft.
Alleen een onderhoudsmonteur mag de verlichting vervangen. Neem contact op met uw servicecentrum.
NEDERLANDS 13
www.electrolux.com
14
6.2 De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2.
Stel de deur, indien nodig, af. Raad­pleeg "Montage".
7. MONTAGE
3.
Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice.
7.1 Opstelling
WAARSCHUWING!
Als u een oud apparaat weggooit dat voorzien is van een deurslot of vergrendeling, zorg er dan voor dat dit onbruikbaar gemaakt wordt, zodat kinderen er niet in opgesloten kunnen raken.
De stekker van het apparaat moet na installatie toegankelijk zijn.
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Kli­maat­klasse
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C
Omgevingstemperatuur
Kli-
Omgevingstemperatuur maat­klasse
T +16°C tot + 43°C
7.2 Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typepla­tje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De net­snoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet ge­aard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstem­ming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoorde­lijkheid op zich als de bovenstaande vei­ligheidsmaatregelen niet worden nage­leefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlij­nen.
7.3 Omkeerbaarheid van de deur
NEDERLANDS 15
De deur van het apparaat gaat naar rechts open. Als u wilt dat de deur naar links open gaat, ga dan als volgt te werk, voor­dat u het apparaat installeert:
1.
Maak de bovenste pen los en verwij­der deze.
2.
Verwijder de deur.
3.
Verwijder het afstandsstuk.
4.
Maak de onderste pen los met een sleutel.
Op de tegenoverliggende zijde:
1.
Zet de onderste pen vast.
2.
Installeer het afstandsstuk.
3.
Monteer de deur.
4.
Zet de bovenste pen vast.
7.4 Ventilatievereisten
5 cm
min. 200 cm
2
min. 200 cm
7.5 Het apparaat installeren
LET OP!
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer niet klem zit.
De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn.
2
Ga als volgt te werk:
www.electrolux.com
16
Knip indien nodig de zelfklevende afdicht­strip op maat en bevestig het op het appa-
x
raat zoals aangegeven op de afbeelding.
x
1
13 mm
Ø 2.5 mm
Boor gaten in het apparaat met een boor van Ø 2,5 mm (max. doordringdiepte 10 mm). Bevestig het vierkante montagestuk aan het apparaat.
2
3
Plaats het apparaat in de nis. Duw het apparaat in de richting van de pijl (1) totdat het afdekplaatje van de opening aan de bovenkant tegen het keukenmeu­bel aankomt. Duw het apparaat in de richting van de pijl
2
(2) tegen de kast tegenover het scharnier.
1
4mm
44mm
NEDERLANDS 17
Stel het apparaat af in de nis. Zorg ervoor dat de afstand tussen het ap­paraat en de voorste rand van de kast 44 mm is. Het afdekplaatje voor het onderste schar­nier (in de zak met accessoires) zorgt er­voor dat de afstand tussen het apparaat en het keukenmeubel correct is. Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm tussen het apparaat en de kast aanwezig is. Open de deur. Bevestig het afdekplaatje van het onderste scharnier op de juiste plek.
Bevestig het apparaat met 4 schroeven in de nis.
I
I
Verwijder het juiste onderdeel van het af­dekplaatje van het scharnier (E). Verwijder onderdeel DX als het scharnier rechts staat, of onderdeel SX als het scharnier links staat.
www.electrolux.com
18
Bevestig de afdekplaatjes (C, D) aan de uitsteeksels en de gaten van de scharnie­ren.
C
D
Installeer het ventilatierooster (B). Bevestig de de afdekplaatjes (E) op het scharnier.
E
E
B
Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en (Hd) los.
Monteer onderdeel (Ha) op de binnenkant van de keukenkastdeur.
~50 mm
o
90
o
90
~50 mm
21 mm
o
90
Hc
Ha
8 mm
Hb
Ha
NEDERLANDS 19
Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha).
Zet de deur van het apparaat en de keu­kenkastdeur open onder een hoek van 90°. Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de gelei­der (Ha). Zet de deur van het apparaat en de keu­kenkastdeur tegen elkaar en markeer de gaten. Verwijder de kleine vierkantjes en boor ga­ten met een diameter van 2 mm op 8 mm vanaf de buitenste rand van de deur. Plaats het kleine vierkantje terug op de ge­leider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven.
Lijn de deur van het keukenmeubel en de deur van het apparaat uit met behulp van het onderdeel (Hb).
Hb
www.electrolux.com
20
Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat:
• Alle schroeven zijn aangedraaid.
• De afdichtingsstrip goed bevestigd is
• De deur goed open en dicht gaat.
7.6 Omkeerbaarheid van de deur van de vriezer
Druk onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb).
Hb
Hd
aan de kast.
180˚
8. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
SSSRR
HISSS!
R!
NEDERLANDS 21
CLICK!
BRRR!
OK
SSSRRR!
HISSS!
SSSRRR!
HISSS!
BLUBB!
CLICK!
BRRR!
CRACK!
CLICK!
BRRR!
Loading...
+ 47 hidden pages