Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
NEDERLANDS
3
1.2
Algemene veiligheid
•
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
– Boerderijen, personeelskeukens in winkels,
kantoren of andere werkomgevingen
– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen
• Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van
obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
• Gebruik geen mechanische of andere middelen om
het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast,
tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
www.aeg.com
4
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat
te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
met drijfgas in dit apparaat.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in
de compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen,
ovens of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
• Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden
die te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op
als u hem wilt verplaatsen, om krassen
op de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een
elektricien om de elektrische
onderdelen te wijzigen.
• De stroomkabel moet lager blijven
dan het niveau van de stopcontact.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
NEDERLANDS5
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Plaats geen elektrische apparaten
(bijv. ijsmachines) in het apparaat
tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard
door de fabrikant.
• Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
• Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
• Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het
apparaat.
• Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
2.4 Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
• Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien
nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal
er water op de bodem van het
apparaat liggen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deur om te voorkomen
dat kinderen en huisdieren
opgesloten raken in het apparaat.
• Het koelcircuit en de
isolatiematerialen van dit apparaat
zijn ozonvriendelijk.
• Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
• Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
3.
BEDIENING
3.1 Inschakelen
Steek dan de stekker in het stopcontact.
3.2 Uitschakelen
Draai om het apparaat uit te zetten de
temperatuurregeling naar de "0" positie
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
3.3 Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
www.aeg.com6
Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het
meest geschikt.
De exacte instelling moet
echter worden gekozen
rekening houdend met het
feit dat de temperatuur in
het apparaat afhankelijk is
van:
• de kamertemperatuur
• hoe vaak de deur
geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel
die wordt bewaard
• de plaats van het
apparaat
1. draai de thermostaatknop op een
lagere stand om de minimale koude
te verkrijgen.
2. draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude
te verkrijgen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 Verplaatsbare legrekken
LET OP!
Als de
omgevingstemperatuur
hoog is of als het apparaat
volledig gevuld is en de
thermostaatknop op de
koudste instelling staat, kan
het apparaat continu
werken, waardoor er ijs op
de achterwand gevormd
wordt. In dat geval moet de
knop op een hogere
temperatuur gezet worden
om automatische ontdooiing
mogelijk te maken en
zodoende het
energieverbruik te
beperken.
1. Trek het schap geleidelijk in de
richting van de pijlen totdat het los
komt
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal geleiders zodat de
legrekken op de gewenste plaats gezet
kunnen worden.
4.2 Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van voedselpakketten
van verschillende afmetingen mogelijk te
maken, kunnen de schappen op
verschillende hoogtes worden geplaatst.
Om deze aanpassingen uit te voeren,
gaat u als volgt te werk:
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
Om een goede
luchtcirculatie te
garanderen moet het
onderste deurschap niet
worden verwijderd
OK
OK
A
B
NEDERLANDS
7
4.3 Indicatielampje voor
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel
is de koelkast uitgerust met een
temperatuurlampje. Het symbool op de
zijkant van het apparaat duidt het
koudste deel van de koelkast aan.
Als “OK” wordt weergegeven (A), plaatst
u het verse voedsel in het gedeelte dat
wordt aangegeven door het symbool. Zo
niet (B) past u de temperatuurregelaar
aan naar een koudere stand en wacht u
12 uur voordat u de temperatuurlampje
weer controleert.
5. AANWIJZINGEN EN TIPS
5.1 Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal
tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door
leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en
ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
5.2 Tips voor
energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
Nadat u verse
levensmiddelen in de
koelkast heeft gelegd of
nadat de deur regelmatig of
langer is opengeweest, is
het normaal dat er geen
'OK' wordt weergegeven;
wacht minstens 12 uur
voordat u de temperatuur
opnieuw instelt.
5.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in
het bijzonder als het een sterke geur
heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de
lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
5.4 Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
• Bewaar het, voor de veiligheid,
slechts een of maximaal twee dagen
op deze manier.
• Gekookt voedsel, koude schotels,
enz: deze moeten afgedekt worden
en mogen op willekeurig welk schap
gezet worden.
• Fruit en groente: deze moeten
zorgvuldig schoongemaakt worden
8
www.aeg.com
en in de speciaal daarvoor bedoelde
lade(n) geplaatst worden.
• Boter en kaas: dit moet in speciale
luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht in te sluiten.
• Flessen: deze moeten een dop
hebben en opgeslagen worden
6. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Algemene waarschuwingen
LET OP!
Voordat u welke
onderhoudshandeling dan
ook verricht, de stekker uit
het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen
uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en
onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt
om in een afwasmachine
gewassen te worden.
oftewel in het flessenrek of het
deurflessenrek (indien voorzien).
• Bananen, aardappelen, uien en
knoflook, indien niet verpakt, mogen
niet in de koelkast bewaard worden.
LET OP!
Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon en
vrij van restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.
Deze handeling zal de prestatie van
het apparaat verbeteren en het
elektriciteitsverbruik besparen.
6.2 Periodieke reiniging
LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant
van de kast en verplaats of
beschadig ze niet.
LET OP!
Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet
beschadigt.
6.3 Het ontdooien van de
koelkast
Rijp wordt elke keer als de
compressormotor tijdens normale
werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd.
Het dooiwater loopt via een gootje in
een speciale opvangbak aan de
achterkant van het apparaat, boven de
compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om
te voorkomen dat het water overloopt en
op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen.
6.4 Periodes dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
7. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Wat moet u doen als…
NEDERLANDS9
gedurende lange tijd niet gebruikt
wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle
toebehoren schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
WAARSCHUWING!
Als uw apparaat aan blijft
staan, vraag dan iemand om
het zo nu en dan te
controleren, om te
voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft
als de stroom uitvalt.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat werkt niet.Het apparaat is uitgescha-
keld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat maakt lawaai.Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
De compressor werkt continu.
Er worden veel producten
De omgevingstemperatuur
De temperatuur is goed ingesteld.
tegelijk geplaatst.
is te hoog.
Zet het apparaat aan.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een
gekwalificeerd elektricien.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'.
Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur.
Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse.
1
1
2
10
www.aeg.com
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het voedsel dat in het ap-
paraat werd geplaatst, was
te warm.
De deur is niet goed
gesloten.
Er loopt water in de koelkast.
Er ligt water op de vloer.De dooiwaterafvoer is niet
De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat
het water in de wateropvangbak loopt.
aangesloten op de verdamperbak boven de
compressor.
De temperatuurknop is
niet goed ingesteld.
De deur is niet goed
gesloten.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
De deur is te vaak geopend.
Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig.
Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het
bewaart.
Zie 'De deur sluiten'.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast
op de verdamperbak.
Stel een hogere/lagere temperatuur in.
Zie 'De deur sluiten'.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Conserveer minder producten
tegelijk.
Open de deur alleen als het
nodig is.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
Bel, wanneer het advies niet
tot resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde
klantenservice voor dit merk.
7.2 Het lampje vervangen
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Beweeg tegelijkertijd de
transparante deksel zachtjes omhoog
en omlaag en haak deze tegelijk los
in de richting van de pijlen.
3. Vervang het kapotte lampje door een
nieuw lampje met hetzelfde
vermogen en vorm dat specifiek
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
NEDERLANDS11
bedoeld is voor huishoudelijke
apparaten. (het maximale vermogen
wordt getoond op de afdekking van
het lampje).
4. Plaats de afdekking van het lampje
terug.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
Open de deur. Controleer of het lampje
gaat branden.
8. MONTAGE
8.1 Plaatsing
Dit apparaat kan worden geïnstalleerd
op een droge, goed geventileerde plek
binnenshuis waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt
met de klimaatklasse die op het
typeplaatje van het apparaat wordt
weergegeven:
Klimaatklasse
SN+10°C to + 32°C
N+16°C to + 32°C
ST+16°C to + 38°C
T+16°C to + 43°C
Voor sommige typen of
modellen kunnen zich enige
functionele problemen
voordoen als ze worden
gebruikt buiten dit bereik.
De juiste werking kan alleen
worden gegarandeerd
binnen het aangegeven
temperatuurbereik. Als u
twijfels hebt over waar het
apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper,
de klantenservice of de
8.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
• Zorg er vóór het aansluiten voor dat
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
het voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Omgevingstemperatuur
7.3 De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met de klantenservice.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact. De netsnoerstekker is
voorzien van een contact voor dit
doel Als het stopcontact niet geaard
is, sluit het apparaat dan aan op een
afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels, raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien
• De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet
opgevolgd worden.
• Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen.
8.3 Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
LET OP!
Raadpleeg de montageinstructies voor de
installatie.
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRR
R!
OK
CLICK!
CLICK!
SSSRRR!
SSSRRR!
BRRR!
BRRR!
HISSS!
HISSS!
www.aeg.com12
9. GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
Loading...
+ 28 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.