Aeg SDS51200S0 User Manual

SDS51200S0
KOEL-VRIESCOMBINATIE GEBRUIKSAANWIJZING 2
NL
RÉFRIGÉRATEUR-CONGÉLATEUR NOTICE D'UTILISATION 23
FR
KÜHL-GEFRIERSCHRANK BENUTZERINFORMATION 44
DE
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg-electrolux.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie 6 Bediening 7 Het eerste gebruik 7 Dagelijks gebruik
9 Nuttige aanwijzingen en tips 11 Onderhoud en reiniging 13 Problemen oplossen 15 Technische gegevens 15 Montage 22 Het milieu
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze ge­bruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle men­sen die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veilig­heidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blij­ven als het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van het apparaat. Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatrege­len uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinde­ren) met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingska­bel door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voor­komt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
Algemene veiligheid
LET OP!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te ver­snellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, ten­zij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Veiligheidsinformatie
5
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Indien het koelcircuit beschadigd is: – open vuur en ontstekingsbronnen vermijden – de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de ach-
terkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een
risico op een elektrische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje.
1)
voor de
binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn, dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
Gloeilampjes
2)
gebruikt voor dit apparaat is een speciaal lampje voor huishoudelijke
apparaten. De lampjes zijn niet geschikt voor de verlichting van ruimtes.
Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds­handelingen verricht.
• Maak het apparaat niet met metalen voorwerpen schoon.
• Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Reinig de afvoer, indien nodig. Als de afvoer verstopt is, zal er zich water onder in het apparaat verzamelen.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien
2) Het lampje
Bediening
6
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragra­fen nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhit­ting leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voor­komen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding.
3)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van on­derhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elek­tricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcir­cuit en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het appa­raat moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de loka­le overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit appa­raat en die voorzien zijn van het symbool
zijn recyclebaar.
BEDIENING
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop op een gemiddelde stand.
Uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand "O" om het apparaat uit te schakelen.
3) Indien er een wateraansluiting voorzien is
Het eerste gebruik
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch geregeld. Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
• draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen.
• draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen.
Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter gekozen worden rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard wordt
• plaatsing van het apparaat.
Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de ther­mostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere tempe­ratuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken.
HET EERSTE GEBRUIK
7
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
DAGELIJKS GEBRUIK
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel. Om vers voedsel in te vriezen moet de gemiddelde instelling veranderd worden. Om het invriezen sneller te laten verlopen moet u de thermostaatknop echter op een ho­gere stand instellen om de maximale koude te kunnen verkrijgen.
In deze omstandigheden kan de temperatuur in de koelkast tot onder de 0°C dalen. Als dat gebeurt de thermostaatknop op een warmere stand instellen.
Dagelijks gebruik
8
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in plaatst.
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is)
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog be­vroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de schappen op de gewen­ste plaats gezet kunnen worden.
Het plaatsen van de deurschappen
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes geplaatst worden.
Het schuifvak plaatsen
Het schuifvak kan op verschillende hoogtes worden geplaatst. Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
Nuttige aanwijzingen en tips
1. til het plateau met het schuifvak naar bo-
ven gericht uit de houders in de deur
2. verwijder de opsluitbeugel uit de gelei-
ding onder het plateau
3. Om het schuifvak op een andere hoogte
terug te plaatsen, doet u hetzelfde in om­gekeerde volgorde.
Kalender ingevroren voedsel
De symbolen geven verschillende soorten ingevroren levensmiddelen aan De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren levens­middelen Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing is, hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventuele bereiding voordat het werd ingevroren.
9
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Vul deze bladen met water en zet ze dan in het vriesvak.
Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waar­door er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektrici­teitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
Nuttige aanwijzingen en tips
10
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips: Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op wille­keurig welk schap gezet worden. Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daar­voor bedoelde lade(n) geplaatst worden. Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plas­tic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in de deur. Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar be­langrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevro­ren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voor­komen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden;
Onderhoud en reiniging
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden in­gevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag al­leen uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of bescha­dig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproduc­ten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het op­pervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
11
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevo­len de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt.
Onderhoud en reiniging
12
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regel­matig schoon te maken, om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koel­kast gaat druppelen. Gebruik daarvoor de specia­le reiniger, die al in het afvoergaatje zit.
De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien, de thermostaatknop op een hogere stand, om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en
leg het op een koele plaats.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de pro­ducten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de binnenkant grondig droog maken.
5. Schakel het apparaat in.
6. Zet het eerder verwijderde voedsel na twee tot drie uur terug in het vriesvak.
Gebruik nooit scherpe metalen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou bescha­digd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten.
Problemen oplossen
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voor­zorgsmaatregelen:
trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
ontdooi de koelkast,
4)
en maak het apparaat en alle accessoires schoon,
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Voordat u storingen opspoort, de stekker uit het stopcontact trekken. Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden verricht door een gekwalificeerd technicus of competent persoon.
Er zijn tijdens de normale werking geluiden te horen (compressor, koelcircuit).
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het lampje brandt niet.
De stekker zit niet goed in het
Het apparaat krijgt geen
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt con­tinu.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open
De temperatuur van het pro-
De kamertemperatuur is te
Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
stopcontact.
stroom. Er staat geen spanning op het stopcontact.
Het lampje staat in stand-by. Sluit en open de deur.
De temperatuur is niet goed in­gesteld.
duct is te hoog.
hoog.
Steek de stekker goed in het stop­contact.
Sluit een ander elektrisch appa­raat aan op het stopcontact. Neem contact op met een gekwa­lificeerd elektricien.
Stel een hogere temperatuur in.
staan dan noodzakelijk. Laat het product afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het opbergt.
Verlaag de kamertemperatuur.
13
4) indien nodig,
Problemen oplossen
14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er loopt water over de achterkant van de koel­kast.
Er loopt water in de koel­kast.
Producten verhinderen het wa-
Er loopt water over de vloer.
De temperatuur in het ap­paraat is te laag.
De temperatuur in het ap­paraat is te hoog.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het pro-
Er zijn veel producten tegelijk
Er is geen koude luchtcirculatie
Tijdens het automatische ont­dooiproces ontdooit de rijp te­gen de achterwand.
De waterafvoer is verstopt. Maak de waterafvoer schoon.
ter om in de wateropvangbak te lopen.
De dooiwaterafvoer loopt niet in de verdamperbak boven de compressor.
De thermostaatknop is niet goed ingesteld.
De thermostaatknop is niet goed ingesteld.
duct is te hoog.
opgeborgen.
in het apparaat.
Dit is normaal.
Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak.
Stel een hogere temperatuur in.
Stel een lagere temperatuur in.
Laat het product afkoelen tot ka­mertemperatuur voordat u het opbergt.
Berg minder producten tegelijk op.
Zorg ervoor dat er koude lucht­circulatie in het apparaat is.
Het lampje vervangen
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de schroef van de afdekking van het lampje.
3. Verwijder de afdekking van het lampje
(raadpleeg de afbeelding).
4. Vervang het kapotte lampje door een
nieuw lampje met hetzelfde vermogen dat specifiek bedoeld is voor huishoude­lijke apparaten. (het maximale vermogen wordt getoond op de afdekking van het lampje).
5. Installeer de afdekking van het lampje.
6. Draai de schroef van de afdekking van het lampje vast.
7. Steek de stekker in het stopcontact.
8. Maak de deur open. Controleer of het lampje gaat branden.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
Technische gegevens
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service-
afdeling.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen van de uitsparing Hoogte 1225 mm Breedte 560 mm Diepte 550 mm Tijdsduur 20 h
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het appa­raat en op het energielabel.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheids­informatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
15
Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10°C tot + 32°C N +16°C tot + 32°C ST +16°C tot + 38°C T +16°C tot + 43°C
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje over­eenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwali­ficeerd elektricien. De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheids­maatregelen niet worden nageleefd. Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
Montage
16
Omkeerbaarheid van de deur
De deur van het apparaat gaat naar rechts open. Als u wilt dat de deur naar links open gaat, ga dan als volgt te werk, voordat u het apparaat installeert:
1. Maak de bovenste pen los en verwijder hem.
2. Verwijder de bovenste deur.
3. Verwijder het afstandsstuk.
4. Draai het middelste scharnier los.
5. Verwijder de onderste deur.
6. Maak de onderste pen los en verwijder hem.
Op de tegenoverliggende kant:
1. Zet de onderste pen vast.
2. Monteer de onderste deur.
3. Zet het middelste scharnier vast.
4. Installeer het afstandsstuk.
5. Monteer de bovenste deur.
6. Zet de bovenste pen vast.
Ventilatievereisten
De luchtstroom achter het apparaat moet vol­doende zijn.
De installatie van het apparaat
LET OP!
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer vrij kan bewegen.
Ga als volgt te werk.
1. Bevestig de zelfklevende afdichtstrip
op het apparaat zoals aangegeven op de afbeelding.
50 mm
min. 200 cm
Montage
2
min. 200 cm
17
2
Montage
18
2. Installeer het apparaat in de nis.
Duw het apparaat in de richting van de pijl (1) totdat de afdekking van de ope­ning tegen het keukenmeubel aankomt.
Duw het apparaat in de richting van de pijl (2) tegen de kast tegenover het scharnier.
3. Stel het apparaat in de nis af.
Zorg ervoor dat de afstand tussen het apparaat en de voorste rand van de kast 44 mm is.
De afdekking voor het onderste schar­nier (in de zak met accessoires) zorgt er­voor dat de afstand tussen het appa­raat en het keukenmeubel correct is.
Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm tussen het apparaat en de kast is.
Open de deur. Zet de afdekking van het onderste scharnier op de juiste plek.
2
1
4mm
44mm
4. Bevestig het apparaat met 4 schroeven
aan de nis.
I
I
5. Verwijder het juiste onderdeel van de
scharnierafdekking (E). Verwijder onder­deel DX bij een scharnier aan de rech­terkant of SX bij een scharnier aan de linkerkant.
6. Bevestig de afdekkingen (C, D) aan de
uitsteeksels en de gaten van de schar­nieren.
Installeer het ventilatierooster (B). Bevestig de scharnierafdekkingen (E)
op het scharnier.
Montage
C
D
19
E
7. Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en
(Hd) los.
E
B
20
Montage
8. Monteer onderdeel (Ha) aan de binnen-
kant van het keukenmeubel.
9. Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha).
10. Zet de deur van het apparaat en de
deur van het keukenmeubel open in een hoek van 90°.
Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de geleider (Ha).
Zet de deur van het apparaat en de deur van het keukenmeubel tegen elk­aar en markeer de gaten.
ca. 50 mm
ca. 50 mm
Hc
90°
21 mm
90°
21 mm
Ha
8 mm
Ha
Hb
11. Verwijder de haken en markeer een af-
stand van 8 mm vanaf de buitenrand van de deur waar de nagel moet wor­den vastgemaakt (K).
12. Plaats het kleine vierkantje op de gelei-
der terug en bevestig het met de bijge­leverde schroeven.
Lijn de deur van het keukenmeubel en de deur van het apparaat uit met be­hulp van het onderdeel (Hb).
8 mm
K
Hb
Montage
21
Ha
13. Duw onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb).
Hb
Hd
Loading...
+ 47 hidden pages