Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van
optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat
stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen.
Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem
te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
Veiligheidsinformatie 3
Veiligheid van kinderen en kwetsbare
mensen 3
Algemene veiligheid 3
Dagelijks gebruik 4
Onderhoud en reiniging 4
Installatie 5
Onderhoud 5
Bedieningspaneel 6
Inschakelen 6
De koelkast uitschakelen 6
Het apparaat uitschakelen 6
Alarm hoge temperatuur 7
Toetsen temperatuurinstelling 7
Temperatuurweergave 7
Temperatuurregeling 7
COOLMATICfunctie 8
Vakantiefunctie 8
FROSTMATICfunctie 8
Het eerste gebruik 9
De binnenkant schoonmaken 9
Dagelijks gebruik 9
Vers voedsel invriezen 9
Het bewaren van ingevroren voedsel 9
Invriesagenda 10
Ontdooien 10
Het maken van ijsblokjes 10
Koude accumulators 10
Verplaatsbare schappen 10
Het plaatsen van de deurschappen 10
Het plaatsen van de deurhelftplateaus
Vochtigheidsregeling 11
Nuttige aanwijzingen en tips 11
Tips voor energiebesparing 11
Tips voor het koelen van vers voedsel 11
Nuttige tips voor het koelen 12
Tips voor het invriezen 12
Tips voor het bewaren van ingevroren
voedsel 12
Onderhoud en reiniging 13
Periodieke reiniging 13
Het ontdooien van de koelkast 13
De vriezer ontdooien 14
Periodes dat het apparaat niet gebruikt
wordt 15
Problemen oplossen 15
Het lampje vervangen 17
De deur sluiten 17
Technische gegevens 17
Montage 18
Opstelling 18
Elektrische aansluiting 18
Omkeerbaarheid van de deur 18
Ventilatievereisten 19
De installatie van het apparaat 19
Het milieu 24
11
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het
van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige
vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk ervoor te zorgen dat alle mensen
die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als
het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele
levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van
het apparaat.
Voor de veiligheid van mensen en eigendommen dient u zich aan de voorzorgsmaatregelen
uit dit instructieboekje te houden, de fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die
door het niet opvolgen van de aanwijzingen veroorzaakt is.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder begrepen kinderen)
met verminderde fysieke, zintuiglijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon
of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik
van het apparaat.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Als u het apparaat afdankt trek dan de stekker uit het stopcontact, snij de voedingskabel
door (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen een elektrische schok krijgen of zichzelf in het apparaat opsluiten.
• Als dit apparaat, dat voorzien is van een magnetische deursluiting, een ouder apparaat
vervangt, dat voorzien is van een veerslot (slot) op de deur of het deksel, zorg er dan
voor dat u het slot onbruikbaar maakt voordat u het oude apparaat weggooit. Dit voorkomt dat kinderen er in opgesloten kunnen raken.
3
Algemene veiligheid
LET OP!
Houd de ventilatie-openingen altijd vrij van obstructies.
• Dit apparaat is bedoeld voor het bewaren van levensmiddelen en/of dranken in een
gewoon huishouden, zoals uitgelegd in dit instructieboekje.
• Gebruik geen mechanische hulpmiddelen of kunstgrepen om het ontdooiproces te versnellen.
• Gebruik geen andere elektrische apparaten (bijvoorbeeld ijsmachines) in koelkasten, tenzij ze voor dit doel goedgekeurd zijn door de fabrikant.
• Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
• Het koelmiddel isobutaan (R600a) bevindt zich in het koelcircuit van het apparaat, dit is
een natuurlijk gas dat weliswaar milieuvriendelijk is, maar ook uiterst ontvlambaar.
Controleer of de onderdelen van het koelcircuit tijdens transport en installatie van het
apparaat niet beschadigd zijn geraakt.
Veiligheidsinformatie
4
Indien het koelcircuit beschadigd is:
– open vuur en ontstekingsbronnen vermijden
– de ruimte waar het apparaat zich bevindt grondig ventileren
• Het is gevaarlijk om wijzigingen aan te brengen in de specificaties of dit product op
enigerlei wijze te modificeren. Een beschadigd netsnoer kan kortsluiting, brand en/of een
elektrische schok veroorzaken.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische onderdelen (netsnoer, stekker, compressor) mogen uitsluitend vervangen
worden door een erkende onderhoudsdienst of gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
1. Het netsnoer mag niet verlengd worden.
2. Verzeker u ervan dat de stekker niet platgedrukt of beschadigd wordt door de ach-
terkant van het apparaat. Een platgedrukte of beschadigde stekker kan oververhit
raken en brand veroorzaken.
3. Verzeker u ervan dat u de stekker van het apparaat kunt bereiken.
4. Trek niet aan het snoer.
5. Als de stekker los zit, steek hem dan niet in het stopcontact. Dan bestaat er een risico
op een elektrische schok of brand.
6.
U mag het apparaat niet gebruiken zonder de afdekking van het lampje.
binnenverlichting.
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Haal geen artikelen uit het vriesvak en raak ze niet aan als uw handen vochtig/nat zijn,
dit kan uw huid beschadigen of vrieswonden veroorzaken.
• Stel het apparaat niet langdurig bloot aan direct zonlicht.
1)
voor de
Dagelijks gebruik
• Zet geen hete potten op de kunststof onderdelen in het apparaat.
• Bewaar geen brandbare gassen of vloeistoffen in het apparaat, deze kunnen ontploffen.
•
Zet geen levensmiddelen direct tegen de luchtopening in de achterwand.
• Diepgevroren voedsel mag niet opnieuw worden ingevroren als het eenmaal ontdooid
is.
• Bewaar voorverpakte diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
• U dient zich strikt te houden aan de aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat
met betrekking tot het bewaren van voedsel. Raadpleeg de betreffende aanwijzingen.
• Leg geen koolzuurhoudende of mousserende dranken in de vriezer, deze veroorzaken
druk op de fles die daardoor kan ontploffen, dit kan schade toebrengen aan het apparaat.
• IJslollies kunnen vrieswonden veroorzaken als ze rechtstreeks vanuit het apparaat geconsumeerd worden.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Maak het apparaat niet schoon met metalen voorwerpen.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs van het apparaat te krabben. Gebruik een
kunststof schraper.
1) Als er een afdekking voor het lampje is voorzien
2) Als het apparaat vorstvrij is
2)
Veiligheidsinformatie
• Controleer de afvoer in de koelkast regelmatig op dooiwater. Maak de afvoer, indien
nodig, schoon. Als de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat
liggen.
Installatie
Voor de aansluiting van elektriciteit dienen de instructies in de desbetreffende paragrafen
nauwgezet te worden opgevolgd.
• Pak het apparaat uit en controleer of er beschadigingen zijn. Sluit het apparaat niet aan
als het beschadigd is. Meld mogelijke beschadigingen onmiddellijk bij de winkel waar u
het apparaat gekocht heeft. Gooi in dat geval de verpakking niet weg.
• Wij adviseren u om 4 uur te wachten voordat u het apparaat aansluit, dan kan de olie
terugvloeien in de compressor.
• Rond het apparaat dient adequate luchtcirculatie te zijn, anders kan dit tot oververhitting
leiden. Om voldoende ventilatie te verkrijgen de instructies met betrekking tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen een muur geplaatst te worden, teneinde te voorkomen dat hete onderdelen (compressor, condensator) aangeraakt kunnen worden en
brandwonden veroorzaken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereikbaar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
•
Sluit het apparaat alleen aan op een drinkwaterleiding.
3)
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van onderhoud aan het apparaat, dienen uitgevoerd te worden door een gekwalificeerd elektricien of competent persoon.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een erkend onderhoudscentrum en
er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
5
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de ozonlaag kunnen beschadigen, niet in het koelcircuit
en evenmin in de isolatiematerialen. Het apparaat mag niet worden weggegooid bij het
normale huishoudelijke afval. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de van toepassing zijnde regels die u bij de lokale overheidsinstanties kunt verkrijgen. Voorkom beschadiging aan de koeleenheid, vooral aan de
achterkant bij de warmtewisselaar. De materialen die gebruikt zijn voor dit apparaat en die
voorzien zijn van het symbool
4. Het alarmlampje knippert tot de temperatuur bereikt is.
De zoemer klinkt.
5. Druk op de alarmresettoets om het alarm uit te schakelen.
De koelkast uitschakelen
1. Houd de ON/OFF schakelaar langer dan 5 seconden ingedrukt.
2. Daarna wordt het aftellen van de temperatuur van -3 -2 -1 weergegeven. Als "1" verschijnt wordt het apparaat uitgeschakeld. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het controlelampje gaat uit.
Het apparaat uitschakelen
1. Houd de ON/OFF-schakelaar langer dan 5 seconden ingedrukt.
Bedieningspaneel
2. Daarna wordt het aftellen van de temperatuur van -3 -2 -1 weergegeven Als “1” verschijnt wordt het apparaat uitgeschakeld. Het temperatuurdisplay gaat uit. Het controlelampje gaat uit.
Alarm hoge temperatuur
In het geval van een abnormale stijging van de temperatuur in de vriezer (bijv. stroomuitval)
gaat het alarmlampje knipperen en klinkt er een zoemer.
Druk op de alarmresettoets om de zoemer uit te schakelen, het alarmlampje blijft knipperen.
De zoemer stopt automatisch als de temperatuur weer normaal is, het alarmlampje blijft
knipperen.
Druk op de alarmresettoets. Het alarmlampje gaat uit en tegelijkertijd wordt op het temperatuurdisplay van de vriezer gedurende ongeveer 5 seconden de hoogste temperatuur
weergegeven die in het vriesvak bereikt is.
Toetsen temperatuurinstelling
De temperatuur wordt aangepast met behulp van de insteltoetsen temperatuur. Deze toetsen zijn verbonden met het temperatuurdisplay.
• Het temperatuurdisplay schakelt over van de weergave van de WERKELIJKE temperatuur
(temperatuurdisplay is verlicht) naar de weergave van de GEWENSTE temperatuur (temperatuurdisplay knippert) door op een van de insteltoetsen temperatuur te drukken.
• Elke keer dat op een van deze twee toetsen wordt gedrukt, wordt de GEWENSTE tem-
peratuur met aangepast 1°C. De GEWENSTE temperatuur moet binnen 24 uur bereikt
worden.
Als op geen van de toetsen wordt gedrukt, schakelt het temperatuurdisplay automatisch
terug na een korte tijd (ong. 5 sec.) naar de weergave van de HUIDIGE temperatuur.
GEWENSTE temperatuur betekent:
de temperatuur die gekozen is voor in het bijbehorende vak. De GEWENSTE temperatuur
wordt aangeduid met knipperende getallen.
ACTUELE temperatuur betekent:
op het temperatuurdisplay wordt de huidige werkelijke temperatuur binnen het bijbehorende vak weergeven. De WERKELIJKE temperatuur wordt aangegeven met verlichte getallen.
7
Temperatuurweergave
De weergave van de temperatuur geeft de volgende informatie:
• Tijdens normale werking wordt de huidige temperatuur binnen in de koelkast (ACTUELE
temperatuur) weergegeven.
• Voor de vriezer wordt de hoogste temperatuur (ACTUELE temperatuur) weergegeven. Als
de vriezer helemaal vol is, is de warmste zone normaal gesproken boven in de voorkant
van de vriezer. Afhankelijk van hoe dit gebied gevuld is, is de temperatuur op andere
plaatsen in de vriezer lager.
• Als de temperatuur wordt aangepast, gaat de momenteel voor de koelkast ingestelde
temperatuur op het display knipperen (GEWENSTE temperatuur).
Wanneer u de temperatuurinstelling verandert, moet u ongeveer 24 uur wachten tot de
temperatuur gestabiliseerd is.
Temperatuurregeling
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te stellen:
Bedieningspaneel
8
1. Stel de gewenste temperatuur in door op de temperatuurregelaar te drukken. Het tem-
peratuurdisplay geeft onmiddellijk de gewijzigde instelling weer (GEWENSTE temperatuur) en het temperatuurdisplay knippert.
2. Telkens wanneer u op de temperatuurregelaar drukt, wordt de GEWENSTE temperatuur
aangepast met 1 °C. De GEWENSTE temperatuur moet binnen 24 uur bereikt worden.
3. Als de vereiste temperatuur is ingesteld, zal na een korte periode (ong. 5 sec.) het
temperatuurdisplay weer de huidige ACTUELE temperatuur binnen de koelkast weer-
geven. Het display verandert van knipperende naar continue verlichting.
Voor een juiste conservering van het voedsel moeten de volgende temperaturen worden
ingesteld:
• +5 °C in de koelkast
• -18 °C in de vriezer.
Als de instelling is gewijzigd, start de compressor niet meteen als op dat moment auto-
matisch ontdooien plaatsvindt. Aangezien de conserveringstemperatuur binnen in de koelkast snel wordt bereikt, kunt u meteen na het inschakelen voedsel in de koelkast leggen.
COOLMATICfunctie
De COOLMATIC functie is geschikt voor het snel koelen van grote hoeveelheden voedsel in
de koelkast.
Voer de volgende stappen uit om de functie in te schakelen:
1. Druk op de COOLMATIC toets.
2. Het COOLMATIC display wordt ingeschakeld.
De COOLMATIC functie zorgt nu voor intensieve koeling. Een GEWENSTE temperatuur van
+2°C wordt automatisch gekozen.
De COOLMATIC functie stopt automatisch na 6 uur.
U kunt de functie te allen tijde uitschakelen:
1. Druk op de COOLMATIC toets.
2. Het COOLMATIC display wordt uitgeschakeld.
Vakantiefunctie
Met deze functie kunt u de koelkast gesloten en leeg houden tijdens een lange vakantieperiode (bijv. de zomervakantie) zonder dat er vieze luchtjes ontstaan.
Het koelvak moet leeg zijn als de vakantiefunctie is ingeschakeld.
Om de functie in te schakelen:
1. houd de temperatuurregelaar ( + toets) ingedrukt tot de letter "H" (Holiday/Vakantie)
op het temperatuurdisplay verschijnt. De Holiday functie stelt de temperatuur in op
ongeveer +15°C. De koelkast staat in de energiebesparende stand.
Om de functie uit te schakelen:
1. stel de gewenste temperatuur in door op de temperatuurregelaar te drukken.
FROSTMATICfunctie
De FROSTMATIC functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat
reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming.
Voer de volgende stappen uit om de functie in te schakelen:
1. Druk op de FROSTMATIC toets.
Het eerste gebruik
2. Het FROSTMATIC display wordt ingeschakeld.
De FROSTMATIC functie wordt na 52 uur automatisch uitgeschakeld.
U kunt de functie te allen tijde uitschakelen:
1. Druk op de FROSTMATIC toets.
2. Het FROSTMATIC display wordt uitgeschakeld.
Het eerste gebruik
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een
nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders. Deze beschadigen de lak.
Dagelijks gebruik
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en voor het voor een lange
periode bewaren van ingevroren en diepgevroren voedsel.
Om levensmiddelen in te vriezen, activeert u de FROSTMATIC functie minimaal 24 uur
voordat u deze in het vriesvak legt.
Zet het verse voedsel dat u in wilt vriezen in het bovenste vak.
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden is vermeld op het
typeplaatje , een etiket dat aan de binnenkant van het apparaat zit.
Het invriesproces duurt 24 uur: voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel
toe.
9
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, het
apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling laten werken voordat u er producten in
plaatst.
Als er grote hoeveelheden voedsel bewaard moeten worden, alle laden en korven uit het
apparaat verwijderen en het voedsel op de koelschappen zetten, hiermee verkrijgt u het
beste resultaat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat het voedsel de beladingslimiet, die op de zijkant van het bovenste gedeelte
is vermeld, niet overschrijdt (indien van toepassing)
In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen
dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "tijdsduur" is vermeld, moet
het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan
weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is).
Dagelijks gebruik
10
Invriesagenda
De symbolen geven verschillende soorten ingevroren levensmiddelen aan.
De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren levensmiddelen. Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing
is, hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventuele bereiding voordat het werd
ingevroren.
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig
is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Vul deze
bladen met water en zet ze dan in het vriesvak.
Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen.
Koude accumulators
De vriezer is voorzien van een of meer koudeaccumulators; hierdoor blijft het voedsel langer
koud als de stroom uitvalt of als er een storing is.
Verplaatsbare schappen
De wanden van de koelkast zijn voorzien van een
aantal geleiders zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden.
Voor een beter gebruik van de ruimte kunnen de
voorste halve schappen over de achterste worden
geplaatst.
Het plaatsen van de deurschappen
Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken,
kunnen de schappen op verschillende hoogtes geplaatst worden.
Nuttige aanwijzingen en tips
Het plaatsen van de deurhelftplateaus
Het deurhelftplateau kan op verschillende hoogtes worden geplaatst.
Om deze aanpassingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
1. til het schap met het deurhelftplateau
naar boven en haal het uit de houders in
de deur
2. verwijder de sluitbeugel uit de geleiding
onder het plateau
3. Om het plateau op een andere hoogte te-
rug te plaatsen, doet u hetzelfde in om-
gekeerde volgorde.
Vochtigheidsregeling
De glasplaat bevat een apparaat met inkepingen
(afstelbaar door middel van een hendel), waarmee
het mogelijk wordt de temperatuur in de groentelade(s) te regelen.
Wanneer de ventilatieopeningen gesloten zijn:
wordt het natuurlijke vochtgehalte van het voedsel in de fruit- en groentelades langer bewaard.
Wanneer de ventilatieopeningen geopend zijn:
zorgt de luchtcirculatie voor een lager luchtvochtigheidsgehalte in de fruit- en groentelades.
11
Nuttige aanwijzingen en tips
Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor
er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een
warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
Tips voor het koelen van vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren
Nuttige aanwijzingen en tips
12
Nuttige tips voor het koelen
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten) in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de
groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden.
Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic
zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten.
Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en opgeslagen worden in het flessenrek in
de deur.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast
bewaard worden.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen om het beste van het invriesproces te maken, volgen hier een paar belangrijke tips:
• de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden. is vermeld op
het typeplaatje;
• het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen
voedsel toe;
• vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit
in;
• bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren
en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft;
• wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht
zijn;
• leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voor-
komen dat dit laatste warm wordt;
• smalle pakjes zijn makkelijker op te bergen dan dikke; zout maakt voedsel minder lang
houdbaar;
• water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de
huid vastvriezen;
• het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe
lang het al bewaard is;
Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u:
• er zich van te verzekeren dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte
wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen;
• ervoor te zorgen dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar
uw vriezer gebracht worden;
• de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden in-
gevroren.
Onderhoud en reiniging
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode.
Onderhoud en reiniging
LET OP!
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact
trekken.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen; onderhoud en herladen mag alleen
uitgevoerd worden door bevoegde technici.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt:
• maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep.
• controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat
ze schoon zijn en vrij van restjes zijn.
• spoel ze af en maak ze grondig droog.
Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig
ze niet.
Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten.
13
Maak de condensor (zwart rooster) en de compressor op de achterkant van het apparaat
schoon met een borstel of stofzuiger. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat
verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen.
Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in
dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen
de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje
afwasmiddel.
Steek, na het schoonmaken van het apparaat, de stekker weer in het stopcontact.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch
van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een
speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar
het verdampt.
Onderhoud en reiniging
14
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken, om te voorkomen dat het
water overloopt en op het voedsel in de koelkast
gaat druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger, die al in het afvoergaatje zit.
De vriezer ontdooien
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond
het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
Zet, ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien, de thermostaatknop op een hogere stand,
om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking.
Volg onderstaande aanwijzingen om de rijp te verwijderen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg
het op een koele plaats.
LET OP!
Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen.
3. Laat de deur open staan en steek de kunst-
stof schraper in de daarvoor bedoelde
opening in het midden van de bodem,
plaats er een opvangbak onder om het
dooiwater op te vangen
Om het ontdooiproces te versnellen kunt u
een bak warm water in het vriesvak zetten.
Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken
voordat het ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien de binnen-
kant grondig droog maken en de schraper
bewaren voor toekomstig gebruik.
5. Schakel het apparaat in.
6. Zet het eerder verwijderde voedsel na twee tot drie uur terug in het vriesvak.
Problemen oplossen
Gebruik nooit scherpe metalen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd
kunnen raken.
Gebruik geen mechanische of kunstmatige middelen om het ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de
veilige bewaartijd verkorten.
Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt
Als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen:
•
trek de stekker uit het stopcontact
• verwijder al het voedsel,
•
ontdooi de koelkast,
4)
en maak het apparaat en alle accessoires schoon,
• laat de deur/deuren op een kier staan om de vorming van onaangename luchtjes te
voorkomen.
Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren,
om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft, als de stroom uitvalt.
Problemen oplossen
WAARSCHUWING!
Voordat u problemen opspoort, moet u eerst de stekker uit het stopcontact trekken.
Het opsporen van storingen die niet in deze handleiding vermeld zijn, dient te worden
verricht door een gekwalificeerd technicus of deskundig persoon.
15
Er zijn tijdens de normale werking geluiden te horen (compressor, koelcircuit).
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat maakt lawaai
Het apparaat werkt niet.
Het lampje brandt niet.
De stekker zit niet goed in het
Het apparaat krijgt geen stroom.
Het lampje werkt niet.
Het lampje is stuk.Zie 'Het lampje vervangen'.
Het controlelampje knippert.
4) indien nodig,
Het apparaat wordt niet goed
ondersteund
Het apparaat is uitgeschakeld.Schakel het apparaat in.
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Het lampje staat in stand-by.Sluit en open de deur.
Het apparaat werkt niet goed.Neem contact op met een gekwa-
Controleer of het apparaat stabiel
staat (alle vier de voetjes moeten
op de vloer staan)
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch apparaat aan op het stopcontact.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien.
lificeerd elektricien.
Problemen oplossen
16
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De zoemer klinkt. Het
alarmlampje knippert.
De compressor werkt
continu.
De deur is niet goed gesloten.Zie 'De deur sluiten'.
De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open
De temperatuur van het product
De kamertemperatuur is te
De compressor start niet
direct na drukken op de
FROSTMATIC of COOLMATIC -knop, of na het
wijzigen van de temperatuur.
Er loopt water over de
achterkant van de koelkast.
Er loopt water in de koelkast.
Producten verhinderen het wa-
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De temperatuur in het
apparaat is te laag/hoog.
De deur is niet goed gesloten.Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het product
Er zijn veel producten tegelijk
De temperatuur in de
koelkast is te hoog.
De temperatuur in de vriezer is
te hoog.
De temperatuur is niet goed ingesteld.
is te hoog.
hoog.
Dit is normaal, er is geen storing. De compressor start na enige tijd.
Tijdens het automatische ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achterwand.
De waterafvoer is verstopt.Maak de waterafvoer schoon.
ter om in de wateropvangbak te
lopen.
FROSTMATIC of COOLMATICfuncties zijn ingeschakeld.
De thermostaatknop is niet goed
ingesteld.
is te hoog.
opgeborgen.
Er is geen koude luchtcirculatie
in het apparaat.
Zie 'Alarm hoge temperatuur'.
Stel een hogere temperatuur in.
staan dan nodig is.
Laat het product afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
opbergt.
Verlaag de kamertemperatuur.
Dit is normaal.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
Schakel de FROSTMATIC of COOLMATIC handmatig uit, of wacht
met het instellen van de temperatuur tot de functie automatisch
is gereset. Raadpleeg de ' FROSTMATIC of COOLMATIC-functie'.
Stel een hogere/lagere temperatuur in.
Laat het product afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het
opbergt.
Berg minder producten tegelijk
op.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat is.
Technische gegevens
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De temperatuur in het
vriesvak is te hoog.
Er is te veel rijp.
De deur is niet goed gesloten.Zie 'De deur sluiten'.
De thermostaatknop is niet goed
Producten liggen te dicht op elkaar.
Het voedsel is niet goed verpakt. Verpak het op de juiste manier.
ingesteld.
Bewaar de producten zodanig dat
er koude lucht kan circuleren.
Stel een hogere temperatuur in.
Het lampje vervangen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Druk op de achterste haak en schuif het
kapje tegelijkertijd in de richting van de
pijl.
3. Vervang het lampje met één van hetzelfde
vermogen (het maximale vermogen wordt
weergegeven op de lamp zelf).
4. Installeer het lampenkapje door het terug
te schuiven in zijn oorspronkelijke positie.
5. Schakel het apparaat in.
6. Open de deur. Controleer of het lampje
gaat branden.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact met de service-
afdeling.
17
Technische gegevens
Afmetingen van de uitsparingHoogte1780 mm
Breedte560 mm
Diepte550 mm
Tijdsduur24 h
De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de linker binnenkant in het apparaat
en op het energielabel.
Montage
18
Montage
WAARSCHUWING!
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsinformatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren.
Opstelling
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat:
KlimaatklasseOmgevingstemperatuur
SN+10°C tot + 32°C
N+16°C tot + 32°C
ST+16°C tot + 38°C
T+16°C tot + 43°C
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis.
Het apparaat moet geaard zijn. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit
doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk
aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien.
De fabrikant neemt geen verantwoordelijkheid op zich als de bovenstaande veiligheidsmaatregelen niet worden nageleefd.
Dit apparaat voldoet aan de EU. richtlijnen.
Omkeerbaarheid van de deur
De deur van het apparaat gaat naar rechts open. Als u wilt dat de deur naar links open gaat,
ga dan als volgt te werk, voordat u het apparaat installeert:
1. Maak de bovenste pen los en verwijder de
afstandhouder.
2. Verwijder de bovenste pen en de bovenste
deur.
3. Verwijder de afdekking van het scharnier
(A). Schroef de pennen (B) en de afstandhouders (C) los. Bevestig de afdekking van
het scharnier (A).
4. Verwijder de onderste deur.
5. Maak de onderste pen los.
Op de tegenoverliggende kant:
1. Monteer de onderste pen.
2. Monteer de onderste deur.
3. Bevestig de pennen (B) en de afstandhouders (C) weer op het middelste scharnier
aan de tegenoverliggende kant.
4. Monteer de bovenste deur.
5. Zet de afstandhouder en de bovenste pen
vast.
Montage
C
19
B
A
Ventilatievereisten
De luchtstroom achter het apparaat moet voldoende zijn.
De installatie van het apparaat
LET OP!
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer vrij kan bewegen.
Ga als volgt te werk.
50 mm
min.
200 cm
2
min.
2
200 cm
Montage
20
1.Bevestig de zelfklevende afdichtstrip op
het apparaat zoals aangegeven op de
afbeelding.
2.Installeer het apparaat in de nis.
Duw het apparaat in de richting van de
pijl (1) totdat de afdekking van de opening tegen het keukenmeubel aankomt.
Duw het apparaat in de richting van de
pijl (2) tegen de kast tegenover het
scharnier.
2
1
3.Stel het apparaat in de nis af.
Zorg ervoor dat de afstand tussen het
apparaat en de voorste rand van de kast
44 mm is.
De afdekking voor het onderste scharnier (in de zak met accessoires) zorgt ervoor dat de afstand tussen het apparaat
en het keukenmeubel correct is.
Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm
tussen het apparaat en de kast is.
Open de deur. Zet de afdekking van het
onderste scharnier op de juiste plek.
4mm
44mm
4.Bevestig het apparaat met 4 schroeven aan
de nis.
5.Verwijder het juiste onderdeel van de
scharnierafdekking (E). Verwijder onderdeel DX bij een scharnier aan de rechterkant of SX bij een scharnier aan de
linkerkant.
Montage
I
I
21
6.Bevestig de afdekkingen (C, D) aan de
uitsteeksels en de gaten van de scharnieren.
Installeer het ventilatierooster (B).
Bevestig de scharnierafdekkingen (E) op
het scharnier.
C
D
E
E
B
Montage
22
7.Als het apparaat aan de zijkant aan moet
sluiten op de deur van het keukenmeubel:
a) Maak de schroeven in de bevesti-
gingshaken (H) los.
b) Verwijder de haken (H).
c) Draai de schroeven weer vast.
8.Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en
(Hd) los
9.Monteer onderdeel (Ha) aan de binnenkant van het keukenmeubel.
ca. 50 mm
ca. 50 mm
H
H
90°
21 mm
90°
21 mm
10. Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha).
11. Zet de deur van het apparaat en de deur
van het keukenmeubel open in een hoek
van 90°.
Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de
geleider (Ha).
Zet de deur van het apparaat en de deur
van het keukenmeubel tegen elkaar en
markeer de gaten.
Hc
Ha
8 mm
Hb
Montage
23
Ha
12. Verwijder de haken en markeer een afstand van 8 mm vanaf de buitenrand van
de deur waar de nagel moet worden
vastgemaakt (K).
8 mm
K
Ha
Loading...
+ 53 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.