AEG S1444TK7 User Manual [nl]

SANTO
Tisch-Kühlautomat Automatic Refrigerator Tafelmodel koelkast
Gebrauchsanweisung Operating Instructions Gebruiksaanwijzing
49
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren om later nog eens iets na te kun­nen lezen. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorge­ven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwij­zingen letten die op uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Dit symbool leidt uw stap voor stap door de bediening van het appa­raat.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak­tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij­zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klan­tendienst u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
50
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Informatie over de verpakking van het apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Weggooien van oude apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Bovenblad verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Bevestiging aan een doorlopend werkblad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Omzetten van de deur van het vriesvak. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Voorkant apparaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
In gebruik nemen en temperatuurregeling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Legvlakken/roosters. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Variabele binnendeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Glazen VARIO-legvlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Op de juiste wijze indelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Invriezen en diepgevroren bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Ontdooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
De koelruimte wordt automatisch ontdooid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Vriesvak ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Apparat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Tips om energie te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Wat te doen als .... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Lamp verwisselen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Klantenservice. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Geluiden tijdens de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Vaktermen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
51
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het apparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van levensmid­delen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doel­einden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het apparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het apparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelij­ke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folieën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe­zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgeslotenra-
52
ken (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin­gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vries­vak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percen­tage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de huisinstallatie uitscha­kelen.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer.
• Overtuig u er van dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd raakt, moet het snoer, eventueel met stekers, vervangen worden; deze onderdelen zijn ver­krijgbaar bij onze service-afdeling.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan­wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aan­wij-zingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat wer­ken.
• Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont­staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze servi­ce-afdeling.
53
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor­den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnen in. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe CFK-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver­vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot­maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het appa­raat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensge­vaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd.
Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken. Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine
verwijderd worden. Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
54
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen
plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het apparaat is ont­worpen. De klimaatklasses staan op het typeplaatje dat zich links aan de bin­nenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatklasse behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat­sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isole­rende plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatklasse voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Het koelaggregaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag ontbreken is een goede ventilatie. De luchttoevoer geschiedt onder de deur, door de ventilatiesleuf tussen apparaat en vloer. De luchtafvoer vindt plaats via het bovenste ventila­tierooster. Let u erop, dat deze openingen niet door sokkelpanelen en dergelijke worden afgedekt.
55
Als de koelkast onder een doorlo­pend werkblad ingebouwd wordt, moeten aan de achterzijde van het werkblad een ventilatie-opening van minstens 200 cm
2
en een bij het werkblad passend ventilatierooster (A/B) worden aangebracht. De snijvlakken van het werkbald (C) lakken, om inwerking van vocht te vermijden. De afstand tussen toestel en wand moet minstens 30 mm bedraagen: vóór inzetten van het ventilatieroos­ter kontroleren.
Extra leverbare accessoires:
A ventilatierooster, bruin B ventilatierooster, wit
A/B
200 cm
2
105
C
570
550
93-103
Bovenblad verwijderen
Na afnemen van het bovenblad kan de koelkast onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd.
Daarbij gaat u als volgt te werk:
Kruiskopschroeven (F) rechts en links uitdraaien.
Bovenblad iets optillen, ca. 20 mm naar achteren schuiven en naar boven losnemen (G). Klembusjes (H) losschroeven en bewaren.
Bevestiging aan een doorlopend
werkblad
Bij onderbouw onder een doorlopend werkblad wordt het toestel met een bevestigingsschroef (A) onder het blad bevestigd.
A
F
G
H
56
Overzetten van het deurscharnier
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin het wordt afgeleverd) naar links overgezet worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het overzetten van het deurscharnier mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen.
Apparaat schuin naar achteren kan­telen.
Deurscharnierschroeven (K) uitdraai­en en deurscharnier (1) naar beneden uit de scharnierbus nemen.
Deur iets openen en naar beneden uitnemen.
Bovenste scharnierstift (A) uitdraaien en op de tegenoverliggende zijde weer monteren.
Deur in de bovenste scharnierstift (A) zetten en deur sluiten.
Scharnierstift van het deurscharnier (1) in de linker scharnierbus van de deur zetten en deurscharnier met de schroeven (K) goed vastdraai­en.
Deurgreep op de tegenoverliggende zijde monteren. Schroefgaten met plugjes afsluiten.
EG97
1
K
EG98
12
A
57
Omzetten van de deur van het vriesvak
Deur van het vriesvak iets openen.
M. b. v. een kleine schroevedraaier de veer in de uitsparing van het onder­ste deurscharnier iets naar boven drukken en deurscharnier samen met de deur van het vriesvak uitnemen.
Afdekkap (M) omzetten. Deur van het vriesvak 180°C draaien
en onderste deurscharnier op de onderste scharnierbus zetten.
Deur van het vriesvak iets optillen, in bovenste deurscharnier links zetten en tegelijk onderste deurscharnier in het vierkante gaz zetten. Regelmatig op en neer bewege va de deur van het vriesvak vergemakke­lijkt het inzetten.
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn­stalleerde contactdoos met randaarde vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de stekker alti­jd uit de contactdoos kan worden getrokken.
M
58
Als het toestel onder een doorlo­pend werkblad wordt ingebouwd, dient de kontaktdoos volgens de voorschriften te worden geïnstal­leerd, bij voorkeur zoals in afb. is aangegeven. De elektrische zekering dient minsten 10 Ampère te zijn. Indien het stop­contact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegankelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgeslo­ten (bijv. zekering, beveiligingsscha­kelaar, aardlekschakelaar of dergeli­jke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
130
300
Voor ingebruikneming op het typeplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V ~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Beschrijving van het apparaat
Voorkant apparaat
Boter-/kaasvakken
Deurvak met beugel
(niet bij alle modellen)
Deurvak
Flessenvak
Groentelade
Planken
Temperatuurregelaar en lichtschakelaar
Het diepvriesvak
Typeplaatje
59
In gebruik nemen en temperatuurregeling
U steekt de steker van de koelkast in een kontaktdoos met randaarde. Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld. De draaiknop voor de temperatuur­keuze bevindt zich rechts in de koel­ruimte. Stand „0“ betekent: uit. Draaien in de richting van „1“ (met de wijzers van de klok mee): koelaggre­gaat aan, dit werkt dan automatisch.
Stand „1“ betekent:
hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent:
laagste binnentemperatuur, koudste instelling. De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden. Bij een lage omgevingstemperatuur van ca. 16°C bevelen wij stand „1“ aan. Bij een omgevingstemperatuur van ca. 25°C stand „2“. Als u een lagere temperatuur wenst stand „3“ o „4“. Bij deze instelling kunt u er zeker van zijn dat verse levensmiddelen op de juiste wijze kunnen wor­den ingevroren en dat de bewaartemperatuur in het vriesvak ca. -18°C is. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijding op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er voor zorgen dat de compressor continue werkt. Reden: De compressor dient ononderbroken te lopen om bij een hogere omgevingstemperatuur de lage temperatuur van het apparaat te kun­nen handhaven. De koelruimte ontdooit dan niet meer – automatisch ontdooien van de koelruimte is alleen bij stilstaande compressor moge­lijk (zie hoofdstuk “Ontdooien”). Sterke rijpvorming aan de achterwand van de koelruimte is dan het gevolg. Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand “3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint het ontdooien weer automatisch.
60
Interieur
Legvlakken/roosters
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunststof of roosters meegeleverd.
Een legvlak zo mogelijk in de onderste geleiders boven de groente- en fruitbak schuiven en ook blijven liggen.
De legvlakken kunnen in hoogte versteld worden: Daartoe de legvlak zo ver naar voren trekken tot hij naar boven en
naar beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden. Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Variabele binnendeur
Naar gelang behoefte kunnen de deurvakken uitgehaald worden en in andere opnames geplaatst worden.
Glazen VARIO-legvlak (niet bij alle modellen)
Het apparaat heeft twee halve legvlakken van glas. Grote artikelen instellen:
De voorste helft van het VARIO-leg­vlak onder de achterste helft schui­ven. Daardoor wordt ruimte gewonnen om op de daaronder liggende plank grote artikelen te plaatsen.
61
Op de juiste wijze indelen
boter, kaaseieren, tubes, konservendrankenkaas, fruit, groentevlees, vleeswaren, zuivelpro-
dukten
kant-en-klare gerechten,
deegwaren, konserven
diepvriesprodukten, ijsblokjes
en konsumptieijs
Deze aanduiding wil zeggen dat in dit vriesvak diepvriespro-
dukten enkele maanden be waard kunnen worden. De bewaartijd is afhankelijk van de soort produkten, zie de aanwijzin-
gen van de fabrikant. U kunt ook kleine hoeveelheden verse levensmiddelen zelf invriezen, zie „Invriezen en bewaren“.
Tip: Levensmiddel dienen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte gezet te worden om uitdrogen en geur- of smaakoverdracht op andere artikelen te voorkomen.
Voor het verpakken zijn geschikt: – Vershoudzakken en -folien van polyethyleen; – Plastic dozen met deksel; – Speciale kappen van plastic met elastieken band; – aluminiumfolie.
Invriezen en diepgevroren bewaren
Het vriesvak dient voor het invriezen en diepgevroren opslaan van levensmiddelen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen alsmede voor het opslaan
van reeds bevroren diepvriesartikelen dient de temperatuur in het vriesvak –18 °C of lager te zijn.
• Niet te grote hoeveelheden, maximaal 2 kg per 24 uur, invriezen. De
kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
➁ ➁
62
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesprodukten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op ande­re diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen.
De verpakte levensmiddelen op de bodem van het vriesvak leggen. Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
Tips:
• Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn: – diepvrieszakken en -folie van polyethyleen; – speciale diepvriesdozen; – aluminiumfolie, extra sterk.
• Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt: plastic klemmen, elastiekjes of plakband.
• Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert.
• Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller.
• Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half)vloeibare diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet.
Het maken van ijsblokjes
IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesvak plaatsen en laten bevrietzen.
Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken, het gevaar bestaat dan dat u de kou­dekringloop beschadigt. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
63
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de com­pressor loopt en ontdooit weer als de compressor stilstaat. Het dooiwater wordt automatisch verdampt.
Vriesvak ontdooien
Als het apparaat aanstaat en tijdens het openen van de deur van het vriesvak slaat vocht als rijp neer in het vriesvak. Verwijder deze rijp van tijd tot tijd met de zachte plastic schraper. Gebruik in geen geval harde of spitse voorwerpen.
Het vriesvak dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar wei­nig artikelen in liggen.
Waarschuwing!
• Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen, met uitzondering van die die in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen worden.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen.
Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik­kelen en op een koele plaats leggen.
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke­ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
64
Afluitstopje uir de dooiwateruitloop verwijderen. Bakje eronder zetten om het dooiwater op te vangen.
Tip: Het ontdooien kan versneld wor­den door een pan met heet water in het vriesvak te zetten en de deur te sluiten. Verwijder stukken ijs die er afvallen voor ze geheel ontdooid zijn.
Na het ontdooien het vriesvak grondig schoonmaken (zie hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien.
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uit­halen
Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini­ging en Onderhoud”).
Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
65
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteits­net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonma­ken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of scha­kel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schok­ken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno­men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv.
- Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
- boterzuur;
- Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder­delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”). Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
66
Het dooiwater-afvoergat aan de achter­wand van de koelruimte controleren. Een verstopt dooiwater afvoergat met behulp van het groene stopje dat met het toe­stel is meegeleverd de opening schoon­maken.
Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het apparaat weer in bedrijf nemen.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera­tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesaltikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De koude in de diepvriesatikelen wordt zo voor koeling van de koelruim­te gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het apparaat, schoon.
67
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Onderdelen: Kleine reparaties kunt u zelf uitvoeren. Onderdelen kunt u bij de afde-
ling klantenservice verkrijgen. Er is geen bijzondere handigheid vereist om onderdelen zelf te vervangen, bijv.:
– boter- en kaasvak, – eierrekjes, – deurrekken, – fruit- en groentebakken, – roosters. Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie altijd tot onze service-afdeling.
Störung
Apparaat werkt niet.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet aangezet.
Stekker zit niet in het stopcontact of zit los.
Zekering is los of kapot.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door uw elektrovakman laten verhelpen.
Oplossing
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact ste­ken. Zekering controleren, eventueel vernieuwen.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag ingesteld.
Temperatuurregelaar tijde­lijk op een hogere stand zetten.
68
Störung
De levensmiddelen zijn te warm.
Mogelijke oorzaken
Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voor­zichtig met een Föhn® ver­warmen (niet heter dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarm­de deurafdichting met de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit.
Deurafdichting is lek (eventueel na het overzet­ten van het deurscharnier).
Sterke rijpvorming in het apparaat, eventueel ook aan de deurafdichting.
Oplossing
Temperatuur is niet juist ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik­name”.
Deur heeft te lang openge­staan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is. In de laatste 24 uur zijn grotere hoeveelheden warme levensmiddelen opgeslagen.
Temperatuurregelaar op
een koudere stand zetten.
Het apparaat staat naast een warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp ver-
wisselen”.
Binnenverlichting werkt niet.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen aan. Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van het apparaat komt tegen een ander onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur.
Instelvoetjes bijstellen.
Apparaat iets wegtrekken.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Water op de bodem van de koelruimte of op de plan­ken.
Ontdooiwaterafvoer is ver­stopt.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud”.
Dit is normaal, het betreft geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct.
69
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor electrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand “O”
draaien. Stekken uit het stopcontact trekken.
Voor het verwisselen van de lamp de schroef die de afdekking van het lampje bevestigt, eruit draaien.
Op de afdekking van het lampje druk­ken en deze achteruit laten glijden.
Defecte lamp verwisselen.
De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
De koelkast aanzetten.
70
Klantenservice
Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze service­afdeling te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegd boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst". Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat:
• Modelnaam
• Productnummer (PNC)
• Productienummer (S-No.)
Deze gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in te vullen om ze snel bij de hand te hebben.
Aanwijzing: Voor het ten onrechte contact opnemen met de service­afdeling tijdens de garantieperiode worden kosten berekend.
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken Elke keer als de compressor in- of uitgeschakeld wordt,
hoort u een klik
Zoemen Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
Gebubbel/ Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, gegorgel hoort u een gebubbel of gegorgel.
Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van (GSG), de Duitse voorschrif­ten ter voorkoming van ongevallen bij koude-installaties (VBG 20) en de bepalingen van de vereniging van Duitse elektrotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest.
71
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: – 73/23/EG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn – 89/336/EG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EG) - EMC-richtlijn.
Vaktermen
Koelmiddel
Koelmiddel
kringloop
Verdamper
Compressor
Condensor
Vloeistoffen die gebruikt kunnen worden voor kou­deproductie, worden koelmiddelen genoemd. Deze stoffen hebben verhoudingsgewijs een laag kook­punt, zo laag dat de warmte van de aanwezige levensmiddelen in het koelapparaat, het koelmiddel tot koken ofwel tot verdampen kan brengen.
Gesloten kringloopsysteem waarin het koelmiddel zich bevindt. De koelmiddelkringloop bestaat hoofd­zakelijk uit verdamper, compressor, condensor en lei­dingen.
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Net als alle vloeistof, heeft het koelmiddel warmte nodig om te kunnen verdampen. Deze warmte wordt onttrokken aan de binnenruimte van het koelappa­raat, de ruimte koelt daardoor af. Hiertoe is de ver­damper in de binnenruimte geplaatst of gelijk achter de binnenwand aangebracht en daardoor niet zicht­baar.
De compressor ziet eruit als een tonnetje. Hij wordt aangedreven door een ingebouwde elektromotor en is achter, aan de onderkant van het apparaat geplaatst. De compressor zorgt ervoor dat het gas­vormige koelmiddel aan de verdamper onttrokken wordt en vervolgens verdicht en naar de condensor geleid wordt.
De condensor heeft meestal de vorm van een roos­ter. In de condensor wordt het koelmiddel dat door de compressor verdicht is, gecondenseerd. Hierbij komt warmte vrij die door de oppervlakte van de condensor aan de omgevingslucht afgegeven wordt. De condensor is daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het apparaat, aangebracht.
AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
Technische Änderungen vorbehalten
03-0701
2222 619-67
Loading...