AEG MC2661EB User Manual [nl]

PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
Microwave oven
Mikrowellengerät
Four à micro-ondes
Magnetronoven
Operating instructions
Gebrauchsanweisung
Notice d’utilisation
Instrucciones de Manejo
MC2660E / MC2661E
UK
D
F
NL
E
115
NL
Geachte klant,
Gefeliciteerd met de aankoop van deze AEG-ELECTROLUX magnetron.
Wij adviseren u deze gebruiksaanwijzing vóór het in gebruik nemen zorgvuldig
door te lezen, zodat u alle voordelen van het apparaat leert kennen. Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen. De
magnetron beloont u voor deze kleine moeite door onberispelijk te
functioneren. Bovendien voorkomt u onnodige servicekosten.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!,
Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze
aanwijzingen.
Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch
gebruik van het apparaat.
Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in deze gebruiksaanwijzing tips
om kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk “Wat te doen als...”.
116
Inhoud
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117-119
Apparaat en toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .120
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .121
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
Instellen van de klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
Wat zijn microgolven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123
Geschikt servies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123-124
Tips en adviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125-129
Vermogensstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .130
Handmatig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .131
Andere nuttige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132-133
Automatisch gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .134-135
Tabellen automatische programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .136-139
Recepten voor automatische kookprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .139-140
Tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141-142
Recepten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .142-146
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Wat te doen als … . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .148
Adres service afdeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .148
Garantievoorwaarden NEDERLAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .149-150
Waarborgvoorwaarden BELGIË . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .151
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152
Belangrijke informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152
Installatie-aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .153-154
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
117
NL
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Om verwondingen te voorkomen
WAARSCHUWING:
Het apparaat niet gebruiken als het beschadigd is of
niet goed functioneert. Controleer het volgende
voordat u het apparaat inschakelt:
a) De deur moet correct sluiten en mag niet verkeerd
uitgelijnd of vervormd zijn.
b) De scharnieren en veiligheidsvergrendelingen van
de deur mogen niet kapot of los zijn.
c) De deurafdichtingen en afsluitvlakken mogen niet
beschadigd zijn.
d) In de ovenruimte en de deur mogen geen deuken
of andere beschadigingen aanwezig zijn.
e) Het aansluitsnoer en de stekker mogen niet
beschadigd zijn.
Voer in geen geval zelf reparaties of wijzigingen
aan uw magnetron uit. Reparaties, vooral
reparaties waarbij de afdekking van het apparaat
moet worden verwijderd, mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige
reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de
gebruiker leiden. Wend u daarom in geval van
storing altijd tot onze service-afdeling. Alleen
originele AEG-ELECTROLUX onderdelen voldoen
aan alle eisen!
Nooit op enigerlei wijze veranderingen aanbrengen aan
de veiligheidsvergrendeling van de deur.
Het apparaat nooit inschakelen als zich voorwerpen
tussen de deurafdichtingen en de afsluitvlakken
bevinden.
Laat vet of vuil zich niet ophopen op de
afdichtingen van de deur of aangrenzende delen.
Volg de instructies in hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”, pag. 147. Als u de oven niet
schoonhoudt, kan dat leiden tot aantasting van
het oppervlak, wat de levensduur van het toestel
negatief kan beïnvloeden en mogelijk gevaarlijke
situaties veroorzaakt.
Personen met PACEMAKERS moeten bij hun arts of bij
de fabrikant informeren naar voorzorgsmaatregelen bij
het omgaan met magnetrons.
Om elektrische schokken te voorkomen
De ommanteling van het apparaat mag in geen geval
worden verwijderd.
Nooit vloeistof in de openingen van de
veiligheidsvergrendelingen van de deur of ventilatie-
openingen laten komen of voorwerpen in deze
openingen steken.
Om brand te voorkomen
Magnetronovens mogen tijdens het gebruik niet
zonder toezicht worden gelaten. Te hoge vermogens
of te lange bereidingstijden kunnen de
levensmiddelen oververhitten en brand veroorzaken.
Het stopcontact moet altijd bereikbaar zijn, zodat de
stekker er in geval van nood makkelijk kan worden
uitgetrokken. De netspanning moet 230 V
wisselspanning, 50 Hz zijn en de zekering moet
minstens 10 A zijn.
Wij raden u aan het apparaat aan een aparte
stroomkring aan te sluiten.
Het apparaat niet in de open lucht bewaren of
opstellen.
NOOIT DE DEUR OPENEN, als in het apparaat
verwarmde levensmiddelen beginnen te roken. Het
apparaat uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact trekken en wachten tot de
levensmiddelen niet meer roken. Als u de deur
opent tijdens de rookontwikkeling kan dat brand
veroorzaken.
Alleen voor magnetrons geschikt servies gebruiken,
zie pag. 123-124.
Het apparaat nooit zonder toezicht laten, als u
verpakkingen van kunststof, papier of ander
brandbaar materiaal gebruikt.
De afdekking van de microgolvengeleider, de
ovenruimte, het draaiplateau en het
draaimechanisme na gebruik van het apparaat
reinigen. Deze onderdelen moeten droog en vetvrij
zijn. Achterblijvende vetspatten kunnen oververhit
raken, gaan roken of ontbranden.
Geen brandbare materialen in de buurt van het
apparaat of de ventilatie-openingen bewaren.
De ventilatie-openingen nooit blokkeren.
Alle metalen sluitingen, draden enz. van levensmiddelen
en verpakkingen verwijderen. Vonkvorming op metalen
oppervlakken kan tot brand leiden.
De magnetron niet gebruiken om levensmiddelen in olie
of vet te frituren. De temperatuur kan niet
gecontroleerd worden en het vet kan vlam vatten.
Alleen speciaal daarvoor geschikte popcorn in de
magnetron bereiden.
Geen levensmiddelen of andere voorwerpen in het
apparaat bewaren.
Na het starten van het apparaat de instellingen
controleren om er zeker van te zijn dat het apparaat
zoals gewenst werkt. Deze gebruiksaanwijzing
gebruiken.
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID: LEES DE VOLGENDE AANWIJZINGEN GOED DOOR EN BEWAAR DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING.
118
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Levensmiddelen met een schil of vel, zoals aardappelen,
worstjes of fruit, altijd eerst enkele malen met een vork
inprikken, zodat de stoom kan ontsnappen.
Om verbranding te voorkomen
Gebruik pannenlappen als u levensmiddelen uit de
ovenruimte neemt.
Schalen, popcorn-verpakkingen, braadzakjes enz. altijd
van gezicht en handen afgewend openen om
verbranding door stoom te voorkomen.
Om verbrandingen te voorkomen altijd de
temperatuur van de levensmiddelen controleren en
ze voor het serveren omroeren. Wees extra
voorzichtig als de levensmiddelen of dranken voor
baby's, kinderen of oudere personen bestemd zijn.
De temperatuur van het servies is geen echte
aanwijzing voor de temperatuur van de levensmiddelen
of dranken; altijd de temperatuur controleren.
Houd bij het openen van de ovendeur voldoende
afstand, om verbranding door vrijkomende hitte of
stoom te voorkomen.
Snijd gevulde, gebakken gerechten na het bereiden in
plakken om de stoom te laten ontsnappen en
verbranding te voorkomen.
Houd kinderen uit de buurt van het deurvenster om
verbranding te voorkomen.
Om foutieve bediening door kinderen te voorkomen
WAARSCHUWING: kinderen mogen het apparaat
alleen onder toezicht gebruiken of als ze
voldoende instructies voor een veilig gebruik
hebben gekregen en de gevaren van ondeskundig
gebruik begrijpen.
Niet tegen de ovendeur leunen of aan de deur hangen.
De magnetron is geen speelgoed!
Kinderen moet u vertrouwd maken met alle belangrijke
aanwijzingen m.b.t. de veiligheid: bijv. gebruik van
pannenlappen en voorzichtig afnemen van deksels.
Let vooral op verpakkingen die levensmiddelen
knapperig maken (bijv. zelfbruinende gerechten); deze
worden bijzonder heet.
Overige aanwijzingen
Breng op geen enkele wijze veranderingen aan het
apparaat aan.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk
gebruik en mag alleen voor het bereiden van
levensmiddelen worden gebruikt. Het is niet geschikt
voor industriële doeleinden of voor gebruik in een
laboratorium.
Als u grotere hoeveelheden vloeistof morst, het
apparaat direct uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact trekken en contact opnemen met onze
service-afdeling.
Het aansluitsnoer en de stekker nooit in water of
andere vloeistof leggen.
Het aansluitsnoer mag niet over hete of scherpe
oppervlakken geleid worden, zoals bijvoorbeeld de hete
ventilatie-openingen bovenaan de achterwand van het
apparaat.
In geen geval proberen om de ovenlamp zelf te
vervangen. Dit mag alleen door vakmensen geschieden.
Als de ovenlamp uitvalt, neem dan contact op met onze
service-afdeling.
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het door een
nieuw speciaal snoer worden vervangen. Vervangen
mag alleen door vakmensen geschieden.
Om explosies en plotseling koken te voorkomen
WAARSCHUWING: levensmiddelen in vloeibare en
andere vorm mogen niet in afgesloten bakjes
verwarmd worden; ze zouden kunnen exploderen.
Nooit afgesloten bakjes gebruiken. Sluitingen en
afdekkingen verwijderen. Afgesloten bakjes kunnen
door de drukverhoging zelfs na uitschakelen van het
apparaat nog exploderen.
Wees voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen.
Kopjes of bekers met een grote opening gebruiken,
opdat luchtbellen kunnen ontsnappen.
Wees bij het verwarmen van vloeistoffen in de
magnetron voorzichtig als u het kopje of de beker
uit de oven neemt; het kan tot kookpuntvertraging
komen en de vloeistof kan plotseling hevig
overkoken of spatten.
Om verbrandingen door plotseling overkoken
(kookpuntvertraging) te voorkomen:
1. De vloeistof vóór het verwarmen omroeren.
2. Bij het verwarmen van vloeistoffen een glazen
staafje of lepeltje in het glas of kopje zetten.
3. Laat de vloeistof tenminste 20 seconden na het
koken in de oven staan om kookvertraging te
voorkomen.
Eieren niet in de dop koken. Hardgekookte eieren
mogen niet in de magnetron verwarmd worden,
omdat ze zelfs na het verwarmen kunnen
exploderen. Voor het koken of opwarmen van
eieren die niet geklutst of geroerd worden,
eidooier en eiwit inprikken, zodat ze niet kunnen
exploderen. Vóór het opwarmen in de magnetron
de doppen van gekookte eieren verwijderen en de
eieren in plakjes snijden.
119
NL
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Geen voorwerpen op de ommanteling zetten als het
apparaat in werking is.
AANWIJZINGEN:
Wend u met vragen over de aansluiting van het
apparaat tot een erkend installateur.
Zowel de fabrikant als de handelaar kunnen geen
verantwoording op zich nemen voor beschadigingen
van het apparaat of verwondingen van personen, die als
gevolg van een foutieve elektrische aansluiting
ontstaan.
Op de wanden in de ovenruimte resp. rond de
deurafdichtingen en afsluitvlakken kunnen zich
waterdamp en druppels vormen. Dit is normaal en is
geen aanwijzing dat er microgolven naar buiten komen
of dat er van een andere storing sprake is.
Om foutieve bediening en beschadiging van het
apparaat te voorkomen.
Het apparaat nooit inschakelen als er geen
levensmiddelen in staan.
Bij het gebruik van bruineringsservies of
zelfverwarmende materialen moet een hittebestendige
isolatie (bijv. een porseleinen bord) tussen servies en
draaiplateau worden gezet. Daardoor worden
beschadigingen door warmte van het draaiplateau en
het draaimechanisme voorkomen. De aangegeven
opwarmtijd voor het servies mag niet worden
overschreden.
Geen metalen servies gebruiken, omdat microgolven
gereflecteerd worden en dit tot vonkvorming leidt.
Geen conservenblikken in het apparaat zetten.
Alleen het voor dit apparaat bedoelde draaiplateau en
draaimechanisme gebruiken. Gebruik de oven niet
zonder het draaiplateau.
Om te voorkomen dat het draaiplateau barst:
(a) Vóór het reinigen het draaiplateau laten afkoelen.
(b) Geen hete gerechten of heet servies op het koude
draaiplateau zetten.
(c) Geen koude levensmiddelen of koud servies op het
hete draaiplateau zetten.
120
Apparaat en toebehoren
10
11
14
12
13
15
16
1
2
3
56
78
9
4
1. front
2. ovenlamp
3. bedieningspaneel
4. toets om de deur te openen
5. afdekking van de microgolvengeleider
6. ovenruimte
7. aandrijfas
8. deurafdichtingen en afsluitvlakken
9. bevestigingspunten (4 plaatsen)
10. ventilatie-openingen
11. ommanteling
12. achterzijde van het apparaat
13. snoerdrager
14. aansluitsnoer
TOEBEHOREN:
Controleer of de volgende onderdelen zijn meegeleverd:
(15) draaiplateau (16) draaimechanisme
(17) 4 bevestigingsschroeven (niet afgebeeld)
Het draaimechanisme in de aandrijfas in de bodem
van de ovenruimte plaatsen.
Dan het draaiplateau erop zetten.
Om schade aan het draaiplateau te voorkomen,
moet u erop letten, dat servies bij het uitnemen niet
de rand van het draaiplateau raakt.
AANWIJZING: Geef bij het bestellen van onderdelen
uw handelaar of onze service-afdeling de naam van het
onderdeel en de modelaanduiding op.
121
NL
Bedieningspaneel
1 display
2 symbolen
De indicatie boven het symbool knippert of gaat
branden. Als een indicatie knippert, de betreffende
toets (met hetzelfde symbool) indrukken of de
benodigde bedieningshandeling uitvoeren.
omroeren
omkeren
kg/gewicht
portie
vermogensstand
apparaat in werking
3 Knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT/PORTIE
4 toets AUTOMATISCH KOKEN 1
Deze toets indrukken om een van de 2 automatische
programma's te kiezen.
5 toets AUTOMATISCH KOKEN 2
Deze toets indrukken om een van de 2 automatische
programma's te kiezen.
6 toets DIEPVRIESPRODUCTEN KOKEN
Deze toets indrukken om een van de 3 automatische
programma's te kiezen.
7 toets AUTOMATISCH ONTDOOIEN
Deze toets indrukken om een van de 5 automatische
programma's te kiezen.
8 toets VERMOGENSSTAND
9 toets START/QUICK
10 toets STOP
11 toets om de deur te openen.
1
2
3
7
9
11
10
6
5
4
8
122
Vóór het in gebruik nemen
Indicatie controleren.
De klok kan als 12-uurs of als 24-uurs-klok worden ingesteld.
1. Om de 12-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND 3 seconden
ingedrukt houden. verschijnt op het display.
2. Om de 24-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND nogmaals
indrukken verschijnt op het display.
1 x 3 seconden
lang indrukken
De stekker in het stopcontact steken.
1. De indicatie begint te knipperen.
2. Toets STOP indrukken. Indicatie controleren.
De klok volgens onderstaande aanwijzingen instellen.
Voorbeeld:
Instellen van de 24-uurs-klok op 23:35 uur.
Gebruik van toets STOP
1. Wissen van een invoerfout bij het programmeren.
2. Lopend proces even onderbreken.
3. Wissen van een programma tijdens het lopende
proces door tweemaal indrukken.
Kies de
24uurs-klok.
1. Kies de klokfunctie
(12-uurs-klok).
2. Stel de uren in. Knop
TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT/
PORTIE draaien, tot het juiste uur
wordt aangegeven (23).
4. De minuten instellen.Knop
TIJDSCHAKELKLOK/ GEWICHT/PORTIE
draaien, tot de juiste minuten worden
aangegeven (35).
5. Toets VERMOGENSSTAND
indrukken om de klok te
starten.
AANWIJZING:
1. U kunt knop TIJDSCHAKELKLOK/
GEWICHT/PORTIE rechtsom en linksom draaien.
2. Druk toets STOP in als u bij het programmeren een
fout hebt gemaakt.
3. Als de stroomverzorging naar het apparaat wordt
onderbroken, laat het display regelmatig
zien als de stroomverzorging weer hersteld is. Als
dat tijdens een bereidingsproces gebeurt, wordt het
programma gewist.
4. Als u de dagtijd opnieuw wilt instellen, gaat u te
werk zoals hierboven beschreven.
3. Toets VERMOGENSSTAND
indrukken om van de uren
naar de minuten te gaan.
1x 3 seconden lang
indrukken
Instellen van de klok
1x
1x 1x
1x
123
NL
Wat zijn microgolven?
Net als radio- en televisiegolven zijn microgolven
elektromagnetische golven.
Microgolven worden in de oven door het magnetron
opgewekt en brengen de watermoleculen in
levensmiddelen in trilling. Door de veroorzaakte
wrijving ontstaat warmte, die ervoor zorgt dat de
gerechten ontdooid, verwarmd of gekookt worden.
Het geheim van de kortere bereidingstijden is het feit
dat de microgolven van alle kanten in de
levensmiddelen doordringen. Energie wordt ten volle
benut. De energie van een conventionele kookplaat
bijvoorbeeld gaat van de kookzone naar de pan en zo
naar de levensmiddelen. Daarbij wordt veel energie
verspild.
DE EIGENSCHAPPEN VAN MICROGOLVEN
Microgolven dringen door alle voorwerpen van glas,
porselein, aardewerk, kunststof, hout of papier. Daarom
maken de microgolven deze materialen niet heet.
Servies wordt alleen warm omdat het voedsel erin
warm is.
De levensmiddelen absorberen de microgolven en
worden verwarmd. Micorogolven kunnen niet door
metaal heendringen, maar worden daardoor
teruggekaatst. Daarom zijn metalen voorwerpen niet
geschikt voor de magnetron. Er zijn uitzonderingen
waarbij u er juist gebruik van kunt maken dat de
microgolven niet door metaal heen kunnen dringen. Als
u tijdens het ontdooien en koken bepaalde gedeelten
van de levensmiddelen met aluminiumfolie afdekt,
wordt voorkomen dat deze gedeelten te heet of te gaar
worden. Let op de aanwijzingen in deze
gebruiksaanwijzing.
Glas en glaskeramiek
Hittebestendig glazen servies is
heel geschikt. Het bereidingsproces
kan van alle kanten geobserveerd
worden. Het servies mag echter
geen metaal bevatten (loodkristal)
of van een versiering van metaal
voorzien zijn (bijv. gouden randje, kobaltblauw).
Aardewerk
Is over het algemeen goed geschikt. Aardewerk moet
geglazuurd zijn, omdat anders vocht in het servies kan
binnendringen. Vocht verhit het materiaal en kan het
laten barsten. Als u niet zeker weet of uw servies
geschikt voor de magnetron is, voer dan de
geschiktheidstest uit.
Porselein
Is heel goed geschikt. Let erop dat het porselein geen
randje van goud of zilver heeft en geen metaal bevat.
Kunststof en papier
Hittebestendig, voor de magnetron
geschikt kunststof servies kunt u
gebruiken bij ontdooien, verwarmen
en koken. Let op de aanwijzingen
van de fabrikant. Hittebestendig,
voor de magnetron geschikt servies
van papier kunt u ook gebruiken. Let op de
aanwijzingen van de fabrikant.
Keukenpapier
Kan gebruikt worden om bij korte
verwarmingsprocessen, bijv. bij brood of gepaneerd
vlees, vocht op te nemen. Het papier tussen de
levensmiddelen en het draaiplateau leggen. Zo blijft het
oppervlak van de levensmiddelen knapperig en droog.
Door vettige gerechten met keukenpapier af te dekken
worden spatten opgevangen.
Geschikt servies
124
Geschikt servies
Magnetronfolie
Magnetronfolie of hittebestendig
folie is goed geschikt om gerechten
af te dekken of te omwikkelen. Let
op de aanwijzingen van de
fabrikant.
Braadzakken
Braadzakken kunt u in de magnetron gebruiken.
Metalen sluitclips zijn echter ongeschikt, omdat de
braadzak dan kan smelten. Gebruik een touwtje om de
braadzak af te sluiten en prik de braadzak met een vork
enkele malen in. Het is niet raadzaam om niet
hittebestendig folie, bijv. vershoudfolie, in de
magnetron te gebruiken.
Bruineringsservies
Speciaal braadservies voor in de magnetron met een
metaallegering op de bodem die ervoor zorgt dat de
levensmiddelen bruin worden. Bij gebruik van
bruineringsservies moet een geschikte isolator, bijv. een
porseleinen bord, tussen draaiplateau en servies
worden gelegd. Let goed op de door de fabrikant van
het servies aangegeven voorverwarmtijd. Bij
overschrijding daarvan kan het tot beschadiging van
het draaiplateau en het draaimechanisme komen en de
veiligheidsinrichting kan in werking treden en het
apparaat uitschakelen.
Metaal
Metaal mag in de regel niet gebruikt worden, omdat
microgolven niet door metaal heen dringen en zo niet
bij de levensmiddelen
terechtkomen. Er zijn echter
uitzonderingen: smalle stroken
aluminiumfolie kunt u gebruiken
om delen af te dekken, zodat deze
niet te snel ontdooien of gaar
worden (bijv. de vleugels bij een kip). Kleine spiesjes
van metaal en aluminium schaaltjes (bijv. bij kant-en-
klaar gerechten) kunnen gebruikt worden. Ze moeten
echter in verhouding tot de levensmiddelen klein zijn,
aluminium schaaltjes bijv. moeten voor minstens 2/3
tot 3/4 met levensmiddelen gevuld zijn. Wij raden u
aan de levensmiddelen over te doen
in voor de magnetron geschikt
servies. Bij gebruik van aluminium
schalen of ander metalen servies
moet een minimale afstand van
ongeveer 2 cm tot de ovenwanden
worden aangehouden, omdat deze
anders door mogelijke vonkvorming beschadigd
kunnen worden.
Geen servies met metalen versieringen
of metalen delen, zoals schroeven, hengsels of
grepen gebruiken.
Geschiktheidstest
Als u niet zeker weet of uw servies geschikt voor de
magnetron is, voer dan de volgende
test uit. Het servies in de
magnetron zetten. Een glas met 150
ml water op of naast het servies
zetten.
Het apparaat 1 tot 2 minuten op
900 W vermogen inschakelen. Als het servies koel of
handwarm blijft, is het geschikt. Voer deze test niet uit
met kunststof servies, dat kan smelten.
125
NL
Voordat u begint…
Om het gebruik van de magnetron zo makkelijk
mogelijk te maken, hebben we wat tips en adviezen
voor u. Schakel het apparaat alleen in als er
levensmiddelen in staan.
Tijden instellen
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn over het
algemeen aanzienlijk korter dan in een conventionele
oven. Houd u daarom aan de in deze
gebruiksaanwijzing aangegeven tijden. Stel de tijden
liever korter dan langer in. Controleer de gerechten na
het bereiden. Liever nog even koken dan te gaar laten
worden.
Uitgangstemperatuur
De ontdooi-, verwarm- en
kooktijden zijn afhankelijk van de
uitgangstemperatuur van de
levensmiddelen. Bevroren en
gekoelde levensmiddelen hebben
bijvoorbeeld langer tijd nodig dan
levensmiddelen op
kamertemperatuur. Voor het
verwarmen en koken van
levensmiddelen gaan we uit van
normale bewaartemperaturen
(koelkasttemperatuur ongeveer 5°C, kamertemperatuur
ongeveer 20°C). Voor het ontdooien van
levensmiddelen gaan we uit van –18°C.
Alle aangegeven tijden …
in deze gebruiksaanwijzing zijn richtlijnen, die
afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht en
aard (water-, vetgehalte enz.) van de levensmiddelen.
Zout, specerijen en kruiden
In de magnetron bereide gerechten behouden hun
eigen smaak beter dan bij conventionele
bereidingsmethoden. Wees daarom zeer zuinig bij
gebruik van zout en voeg dit pas na het bereiden toe.
Zout bindt vloeistof en droogt het oppervlak uit.
Specerijen en kruiden kunt u als gewoonlijk gebruiken.
Kooktest
Net als bij conventionele bereiding kunt u testen hoe
gaar de levensmiddelen zijn:
Voedselthermometer: elke soort levensmiddelen
heeft een bepaalde kerntemperatuur aan het einde
van het bereidingsproces. Met een speciale
thermometer kunt u bepalen of de levensmiddelen
gaar zijn.
Vork: u kunt vis met een vork testen. Als het visvlees
niet meer doorzichtig is en makkelijk van de graat
loslaat, is het gaar. Als het te gaar is, wordt het taai
en droog.
Cocktailprikker: gebak en brood kunt u testen door er
een cocktailprikker in te steken. Als deze schoon en
droog blijft, is het gebak klaar.
Voedselthermometer gebruiken om de
bereidingstijd te bepalen
De kerntemperatuur van levensmiddelen en dranken
kunt u vaststellen met een voedselthermometer. In
onderstaande tabel vindt u een overzicht van
temperaturen.
product kerntemperatuur kerntemperatuur
na het na 10 tot 15
bereiden minuten standtijd
dranken verwarmen
(koffie, water, thee, enz.)
melk verwarmen
soep verwarmen
stoofschotel verwarmen
gevogelte
lamsvlees
roze van binnen
door en door gaar
rosbief
rood van binnen
roze van binnen
door en door gaar
varkensvlees, kalfsvlees
65-75
o
C
60-65
o
C
75-80
o
C
75-80
o
C
80-85
o
C
70
o
C
75-80
o
C
50-55
o
C
60-65
o
C
75-80
o
C
80-85
o
C
85-90
o
C
70-75
o
C
80-85
o
C
55-60
o
C
65-70
o
C
80-85
o
C
80-85
o
C
Tips en adviezen
126
Tips en adviezen
Ronde en ovale schalen
In ronde en ovale schalen worden
gerechten gelijkmatiger gaar dan
in rechthoekige, omdat zich in de
hoeken microgolvenenergie
concentreert en het gerecht op die
plekken te gaar zou kunnen worden.
Afdekken
Als levensmiddelen worden afgedekt, blijft het vocht
behouden en de bereidingstijd wordt korter. Gebruik
een deksel, magnetronfolie of een afdekkap. Gerechten
die een korstje moeten krijgen, bijv. vlees of kip, niet
afdekken. Wat in de conventionele oven wordt
afgedekt, moet ook in de magnetron worden afgedekt.
Onregelmatige delen
met de dikke resp. compacte kant naar boven leggen.
Groente (bijv. broccoli) met de
stelen naar buiten leggen. Dikkere
delen hebben een langere
bereidingstijd en krijgen aan de
buitenkant meer
microgolvenenergie, zodat de
levensmiddelen gelijkmatig gaar worden.
Omroeren
Omroeren van de levensmiddelen is nodig , omdat de
microgolven eerst de buitenste gedeelten verwarmen.
Door omroeren wordt de temperatuur verdeeld en het
gerecht gelijkmatig verwarmd.
Rangschikking
Verschillende enkele porties, bijv.
puddingvormpjes, kopjes of
aardappelen in de schil, in een kring
op het draaiplateau plaatsen. Tussen
de porties ruimte laten, zodat de
microgolvenenergie van alle kanten kan binnendringen.
Omkeren
Middelgrote gerechten, zoals hamburgers en steaks,
tijdens het bereidingsproces
eenmaal omkeren om de
bereidingstijd te verkorten. Grote
gerechten, zoals vlees en kip,
moeten worden omgekeerd, omdat
de naar boven gerichte kant meer
microgolvenenergie krijgt en zou kunnen uitdrogen.
Water toevoegen
Groente en andere waterhoudende levensmiddelen
kunnen in hun eigen vocht of met weinig water
worden gekookt. Daardoor blijven vele vitamines en
mineralen in de levensmiddelen behouden.
Levensmiddelen met schil of vel
zoals worstjes, kip, aardappelen, tomaten, appels,
eidooier e.d., met een vork of houten prikker inprikken.
Daardoor kan de stoom die ontstaat ontsnappen
zonder dat de schil of het vel springt.
Vette gerechten
Vlees met vet is sneller gaar dan mager vlees. Dek
daarom deze delen met wat aluminiumfolie af of leg
de levensmiddelen met de vette kant naar beneden.
Groente blancheren
Voor het invriezen moet groente worden geblancheerd.
Zo blijven kwaliteit en smaak het best behouden.
Methode: groente wassen en snijden. 250 g groente
met 275 ml water in een schaal met deksel doen. 3-5
minuten verwarmen. Na het blancheren de groente
direct in koud water onderdompelen om te voorkomen
dat het verder kookt. Dan laten uitlekken. De groente
in een luchtdichte doos doen en invriezen.
Fruit en groente inmaken
In de magnetron kunt u snel en
makkelijk inmaken. Er zijn speciale
potten, gummiringen en deksels
voor gebruik in de magnetron. Volg
de aanwijzingen van de fabrikant.
Kleine en grote hoeveelheden
De benodigde tijden zijn direct afhankelijk van de
hoeveelheid levensmiddelen die u wilt ontdooien,
verwarmen of koken. Dat betekent: kleine porties zijn
sneller gaar dan grote. Als vuistregel geldt:
DUBBELE HOEVEELHEID = BIJNA DUBBELE TIJD
HALVE HOEVEELHEID = HALVE TIJD
Hoge en lage schalen
Beide schalen hebben dezelfde inhoud, maar in de
hoge schaal is de bereidingstijd langer dan in de lage.
Gebruik daarom liefst lage schalen met een groot
oppervlak. Hoge schalen alleen gebruiken voor
gerechten die kunnen overkoken, bijv. pasta, rijst, melk
enz.
Loading...
+ 29 hidden pages