AEG MC2661EB User Manual [nl]

MC2660E / MC2661E
Microwave oven
Mikrowellengerät
Four à micro-ondes
Magnetronoven
Operating instructions Gebrauchsanweisung Notice d’utilisation Gebruiksaanwijzing Instrucciones de Manejo
UK
D
F
NL
E
PERFEKT IN FORM UND FUNKTION
Geachte klant,
Gefeliciteerd met de aankoop van deze AEG-ELECTROLUX magnetron. Wij adviseren u deze gebruiksaanwijzing vóór het in gebruik nemen zorgvuldig
door te lezen, zodat u alle voordelen van het apparaat leert kennen. Bewaar de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen. De magnetron beloont u voor deze kleine moeite door onberispelijk te functioneren. Bovendien voorkomt u onnodige servicekosten.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Attentie!) geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Let goed op deze aanwijzingen.
Dit symbool voert u stap voor stap door de bediening van het apparaat. Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch
gebruik van het apparaat. Het klaverblad staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat.
NL
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in deze gebruiksaanwijzing tips om kleine storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk “Wat te doen als...”.
115
Inhoud
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .117-119
Apparaat en toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .120
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .121
Vóór het in gebruik nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
Instellen van de klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .122
Wat zijn microgolven? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123
Geschikt servies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .123-124
Tips en adviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125-129
Vermogensstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .130
Handmatig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .131
Andere nuttige functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132-133
Automatisch gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .134-135
Tabellen automatische programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .136-139
Recepten voor automatische kookprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .139-140
Tabellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141-142
Recepten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .142-146
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Wat te doen als … . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .148
Adres service afdeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .148
Garantievoorwaarden NEDERLAND . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .149-150
Waarborgvoorwaarden BELGIË . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .151
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152
Belangrijke informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152
Installatie-aanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .153-154
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
116
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID: LEES DE VOLGENDE AANWIJZINGEN GOED DOOR EN BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING.
Om brand te voorkomen
Magnetronovens mogen tijdens het gebruik niet zonder toezicht worden gelaten. Te hoge vermogens of te lange bereidingstijden kunnen de levensmiddelen oververhitten en brand veroorzaken.
Het stopcontact moet altijd bereikbaar zijn, zodat de stekker er in geval van nood makkelijk kan worden uitgetrokken. De netspanning moet 230 V wisselspanning, 50 Hz zijn en de zekering moet minstens 10 A zijn. Wij raden u aan het apparaat aan een aparte stroomkring aan te sluiten. Het apparaat niet in de open lucht bewaren of opstellen.
NOOIT DE DEUR OPENEN, als in het apparaat verwarmde levensmiddelen beginnen te roken. Het apparaat uitschakelen, de stekker uit het stopcontact trekken en wachten tot de levensmiddelen niet meer roken. Als u de deur opent tijdens de rookontwikkeling kan dat brand veroorzaken.
Alleen voor magnetrons geschikt servies gebruiken, zie pag. 123-124.
Het apparaat nooit zonder toezicht laten, als u verpakkingen van kunststof, papier of ander brandbaar materiaal gebruikt.
De afdekking van de microgolvengeleider, de ovenruimte, het draaiplateau en het draaimechanisme na gebruik van het apparaat reinigen. Deze onderdelen moeten droog en vetvrij zijn. Achterblijvende vetspatten kunnen oververhit raken, gaan roken of ontbranden.
Geen brandbare materialen in de buurt van het apparaat of de ventilatie-openingen bewaren. De ventilatie-openingen nooit blokkeren. Alle metalen sluitingen, draden enz. van levensmiddelen en verpakkingen verwijderen. Vonkvorming op metalen oppervlakken kan tot brand leiden. De magnetron niet gebruiken om levensmiddelen in olie of vet te frituren. De temperatuur kan niet gecontroleerd worden en het vet kan vlam vatten. Alleen speciaal daarvoor geschikte popcorn in de magnetron bereiden. Geen levensmiddelen of andere voorwerpen in het apparaat bewaren. Na het starten van het apparaat de instellingen controleren om er zeker van te zijn dat het apparaat zoals gewenst werkt. Deze gebruiksaanwijzing gebruiken.
Om verwondingen te voorkomen
WAARSCHUWING:
Het apparaat niet gebruiken als het beschadigd is of niet goed functioneert. Controleer het volgende voordat u het apparaat inschakelt:
a) De deur moet correct sluiten en mag niet verkeerd
uitgelijnd of vervormd zijn.
b) De scharnieren en veiligheidsvergrendelingen van
de deur mogen niet kapot of los zijn.
c) De deurafdichtingen en afsluitvlakken mogen niet
beschadigd zijn.
d) In de ovenruimte en de deur mogen geen deuken
of andere beschadigingen aanwezig zijn.
e) Het aansluitsnoer en de stekker mogen niet
beschadigd zijn.
Voer in geen geval zelf reparaties of wijzigingen aan uw magnetron uit. Reparaties, vooral reparaties waarbij de afdekking van het apparaat moet worden verwijderd, mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico’s voor de gebruiker leiden. Wend u daarom in geval van storing altijd tot onze service-afdeling. Alleen originele AEG-ELECTROLUX onderdelen voldoen aan alle eisen!
Nooit op enigerlei wijze veranderingen aanbrengen aan de veiligheidsvergrendeling van de deur. Het apparaat nooit inschakelen als zich voorwerpen tussen de deurafdichtingen en de afsluitvlakken bevinden.
Laat vet of vuil zich niet ophopen op de afdichtingen van de deur of aangrenzende delen. Volg de instructies in hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, pag. 147. Als u de oven niet schoonhoudt, kan dat leiden tot aantasting van het oppervlak, wat de levensduur van het toestel negatief kan beïnvloeden en mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaakt.
Personen met PACEMAKERS moeten bij hun arts of bij de fabrikant informeren naar voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met magnetrons.
Om elektrische schokken te voorkomen
De ommanteling van het apparaat mag in geen geval worden verwijderd. Nooit vloeistof in de openingen van de veiligheidsvergrendelingen van de deur of ventilatie­openingen laten komen of voorwerpen in deze openingen steken.
NL
117
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Als u grotere hoeveelheden vloeistof morst, het apparaat direct uitschakelen, de stekker uit het stopcontact trekken en contact opnemen met onze service-afdeling. Het aansluitsnoer en de stekker nooit in water of andere vloeistof leggen. Het aansluitsnoer mag niet over hete of scherpe oppervlakken geleid worden, zoals bijvoorbeeld de hete ventilatie-openingen bovenaan de achterwand van het apparaat. In geen geval proberen om de ovenlamp zelf te vervangen. Dit mag alleen door vakmensen geschieden. Als de ovenlamp uitvalt, neem dan contact op met onze service-afdeling. Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het door een nieuw speciaal snoer worden vervangen. Vervangen mag alleen door vakmensen geschieden.
Om explosies en plotseling koken te voorkomen
WAARSCHUWING: levensmiddelen in vloeibare en andere vorm mogen niet in afgesloten bakjes verwarmd worden; ze zouden kunnen exploderen.
Nooit afgesloten bakjes gebruiken. Sluitingen en afdekkingen verwijderen. Afgesloten bakjes kunnen door de drukverhoging zelfs na uitschakelen van het apparaat nog exploderen. Wees voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen. Kopjes of bekers met een grote opening gebruiken, opdat luchtbellen kunnen ontsnappen.
Wees bij het verwarmen van vloeistoffen in de magnetron voorzichtig als u het kopje of de beker uit de oven neemt; het kan tot kookpuntvertraging komen en de vloeistof kan plotseling hevig overkoken of spatten.
Om verbrandingen door plotseling overkoken (kookpuntvertraging) te voorkomen:
1. De vloeistof vóór het verwarmen omroeren.
2. Bij het verwarmen van vloeistoffen een glazen
staafje of lepeltje in het glas of kopje zetten.
3. Laat de vloeistof tenminste 20 seconden na het
koken in de oven staan om kookvertraging te voorkomen.
Eieren niet in de dop koken. Hardgekookte eieren mogen niet in de magnetron verwarmd worden, omdat ze zelfs na het verwarmen kunnen exploderen. Voor het koken of opwarmen van eieren die niet geklutst of geroerd worden, eidooier en eiwit inprikken, zodat ze niet kunnen exploderen. Vóór het opwarmen in de magnetron de doppen van gekookte eieren verwijderen en de eieren in plakjes snijden.
Levensmiddelen met een schil of vel, zoals aardappelen, worstjes of fruit, altijd eerst enkele malen met een vork inprikken, zodat de stoom kan ontsnappen.
Om verbranding te voorkomen
Gebruik pannenlappen als u levensmiddelen uit de ovenruimte neemt. Schalen, popcorn-verpakkingen, braadzakjes enz. altijd van gezicht en handen afgewend openen om verbranding door stoom te voorkomen.
Om verbrandingen te voorkomen altijd de temperatuur van de levensmiddelen controleren en ze voor het serveren omroeren. Wees extra voorzichtig als de levensmiddelen of dranken voor baby's, kinderen of oudere personen bestemd zijn.
De temperatuur van het servies is geen echte aanwijzing voor de temperatuur van de levensmiddelen of dranken; altijd de temperatuur controleren. Houd bij het openen van de ovendeur voldoende afstand, om verbranding door vrijkomende hitte of stoom te voorkomen. Snijd gevulde, gebakken gerechten na het bereiden in plakken om de stoom te laten ontsnappen en verbranding te voorkomen. Houd kinderen uit de buurt van het deurvenster om verbranding te voorkomen.
Om foutieve bediening door kinderen te voorkomen
WAARSCHUWING: kinderen mogen het apparaat alleen onder toezicht gebruiken of als ze voldoende instructies voor een veilig gebruik hebben gekregen en de gevaren van ondeskundig gebruik begrijpen.
Niet tegen de ovendeur leunen of aan de deur hangen. De magnetron is geen speelgoed! Kinderen moet u vertrouwd maken met alle belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid: bijv. gebruik van pannenlappen en voorzichtig afnemen van deksels. Let vooral op verpakkingen die levensmiddelen knapperig maken (bijv. zelfbruinende gerechten); deze worden bijzonder heet.
Overige aanwijzingen
Breng op geen enkele wijze veranderingen aan het apparaat aan. Dit apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik en mag alleen voor het bereiden van levensmiddelen worden gebruikt. Het is niet geschikt voor industriële doeleinden of voor gebruik in een laboratorium.
118
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
NL
Om foutieve bediening en beschadiging van het apparaat te voorkomen.
Het apparaat nooit inschakelen als er geen levensmiddelen in staan. Bij het gebruik van bruineringsservies of zelfverwarmende materialen moet een hittebestendige isolatie (bijv. een porseleinen bord) tussen servies en draaiplateau worden gezet. Daardoor worden beschadigingen door warmte van het draaiplateau en het draaimechanisme voorkomen. De aangegeven opwarmtijd voor het servies mag niet worden overschreden. Geen metalen servies gebruiken, omdat microgolven gereflecteerd worden en dit tot vonkvorming leidt. Geen conservenblikken in het apparaat zetten. Alleen het voor dit apparaat bedoelde draaiplateau en draaimechanisme gebruiken. Gebruik de oven niet zonder het draaiplateau. Om te voorkomen dat het draaiplateau barst: (a) Vóór het reinigen het draaiplateau laten afkoelen. (b) Geen hete gerechten of heet servies op het koude
draaiplateau zetten.
(c) Geen koude levensmiddelen of koud servies op het
hete draaiplateau zetten.
Geen voorwerpen op de ommanteling zetten als het apparaat in werking is.
AANWIJZINGEN:
Wend u met vragen over de aansluiting van het apparaat tot een erkend installateur. Zowel de fabrikant als de handelaar kunnen geen verantwoording op zich nemen voor beschadigingen van het apparaat of verwondingen van personen, die als gevolg van een foutieve elektrische aansluiting ontstaan. Op de wanden in de ovenruimte resp. rond de deurafdichtingen en afsluitvlakken kunnen zich waterdamp en druppels vormen. Dit is normaal en is geen aanwijzing dat er microgolven naar buiten komen of dat er van een andere storing sprake is.
119
Apparaat en toebehoren
1
2
3
4
1. front
2. ovenlamp
3. bedieningspaneel
4. toets om de deur te openen
5. afdekking van de microgolvengeleider
6. ovenruimte
7. aandrijfas
8. deurafdichtingen en afsluitvlakken
9. bevestigingspunten (4 plaatsen)
10. ventilatie-openingen
11. ommanteling
12. achterzijde van het apparaat
13. snoerdrager
14. aansluitsnoer
TOEBEHOREN:
Controleer of de volgende onderdelen zijn meegeleverd:
(15) draaiplateau (16) draaimechanisme (17) 4 bevestigingsschroeven (niet afgebeeld)
• Het draaimechanisme in de aandrijfas in de bodem van de ovenruimte plaatsen.
• Dan het draaiplateau erop zetten.
• Om schade aan het draaiplateau te voorkomen, moet u erop letten, dat servies bij het uitnemen niet de rand van het draaiplateau raakt.
AANWIJZING: Geef bij het bestellen van onderdelen uw handelaar of onze service-afdeling de naam van het onderdeel en de modelaanduiding op.
14
13
78
56
9
10
11
12
15
16
120
Bedieningspaneel
1 display 2 symbolen
De indicatie boven het symbool knippert of gaat
1
2
3
4 5
6
7
8
9
10
branden. Als een indicatie knippert, de betreffende toets (met hetzelfde symbool) indrukken of de benodigde bedieningshandeling uitvoeren.
omroeren omkeren kg/gewicht portie vermogensstand apparaat in werking
3 Knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT/PORTIE 4 toets AUTOMATISCH KOKEN 1
Deze toets indrukken om een van de 2 automatische programma's te kiezen.
5 toets AUTOMATISCH KOKEN 2
Deze toets indrukken om een van de 2 automatische programma's te kiezen.
6 toets DIEPVRIESPRODUCTEN KOKEN
Deze toets indrukken om een van de 3 automatische programma's te kiezen.
7 toets AUTOMATISCH ONTDOOIEN
Deze toets indrukken om een van de 5 automatische programma's te kiezen.
8 toets VERMOGENSSTAND 9 toets START/QUICK 10 toets STOP 11 toets om de deur te openen.
NL
11
121
Vóór het in gebruik nemen
De stekker in het stopcontact steken.
1. De indicatie begint te knipperen.
2. Toets STOP indrukken. Indicatie controleren.
1x
De klok volgens onderstaande aanwijzingen instellen.
Gebruik van toets STOP
1. Wissen van een invoerfout bij het programmeren.
2. Lopend proces even onderbreken.
3. Wissen van een programma tijdens het lopende
proces door tweemaal indrukken.
Instellen van de klok
De klok kan als 12-uurs of als 24-uurs-klok worden ingesteld.
1. Om de 12-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND 3 seconden ingedrukt houden. verschijnt op het display.
2. Om de 24-uurs-klok in te stellen toets VERMOGENSSTAND nogmaals indrukken verschijnt op het display.
Voorbeeld:
Instellen van de 24-uurs-klok op 23:35 uur.
1. Kies de klokfunctie
(12-uurs-klok).
Kies de 24uurs-klok.
2. Stel de uren in. Knop TIJDSCHAKELKLOK/GEWICHT/ PORTIE draaien, tot het juiste uur
wordt aangegeven (23).
1 x 3 seconden lang indrukken
3. Toets VERMOGENSSTAND
indrukken om van de uren naar de minuten te gaan.
1x 3 seconden lang indrukken
4. De minuten instellen.Knop TIJDSCHAKELKLOK/ GEWICHT/PORTIE
draaien, tot de juiste minuten worden aangegeven (35).
AANWIJZING:
1. U kunt knop TIJDSCHAKELKLOK/ GEWICHT/PORTIE rechtsom en linksom draaien.
2. Druk toets STOP in als u bij het programmeren een
fout hebt gemaakt.
3. Als de stroomverzorging naar het apparaat wordt onderbroken, laat het display regelmatig
122
1x 1x
5. Toets VERMOGENSSTAND
indrukken om de klok te starten.
Indicatie controleren.
1x
zien als de stroomverzorging weer hersteld is. Als dat tijdens een bereidingsproces gebeurt, wordt het programma gewist.
4. Als u de dagtijd opnieuw wilt instellen, gaat u te
werk zoals hierboven beschreven.
Wat zijn microgolven?
NL
Net als radio- en televisiegolven zijn microgolven elektromagnetische golven. Microgolven worden in de oven door het magnetron opgewekt en brengen de watermoleculen in levensmiddelen in trilling. Door de veroorzaakte wrijving ontstaat warmte, die ervoor zorgt dat de gerechten ontdooid, verwarmd of gekookt worden. Het geheim van de kortere bereidingstijden is het feit dat de microgolven van alle kanten in de levensmiddelen doordringen. Energie wordt ten volle benut. De energie van een conventionele kookplaat bijvoorbeeld gaat van de kookzone naar de pan en zo naar de levensmiddelen. Daarbij wordt veel energie verspild.
Geschikt servies
DE EIGENSCHAPPEN VAN MICROGOLVEN
Microgolven dringen door alle voorwerpen van glas, porselein, aardewerk, kunststof, hout of papier. Daarom maken de microgolven deze materialen niet heet. Servies wordt alleen warm omdat het voedsel erin warm is. De levensmiddelen absorberen de microgolven en worden verwarmd. Micorogolven kunnen niet door metaal heendringen, maar worden daardoor teruggekaatst. Daarom zijn metalen voorwerpen niet geschikt voor de magnetron. Er zijn uitzonderingen waarbij u er juist gebruik van kunt maken dat de microgolven niet door metaal heen kunnen dringen. Als u tijdens het ontdooien en koken bepaalde gedeelten van de levensmiddelen met aluminiumfolie afdekt, wordt voorkomen dat deze gedeelten te heet of te gaar worden. Let op de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing.
Glas en glaskeramiek
Hittebestendig glazen servies is heel geschikt. Het bereidingsproces kan van alle kanten geobserveerd worden. Het servies mag echter geen metaal bevatten (loodkristal) of van een versiering van metaal
voorzien zijn (bijv. gouden randje, kobaltblauw).
Aardewerk
Is over het algemeen goed geschikt. Aardewerk moet geglazuurd zijn, omdat anders vocht in het servies kan binnendringen. Vocht verhit het materiaal en kan het laten barsten. Als u niet zeker weet of uw servies geschikt voor de magnetron is, voer dan de geschiktheidstest uit.
Porselein
Is heel goed geschikt. Let erop dat het porselein geen randje van goud of zilver heeft en geen metaal bevat.
Kunststof en papier
Hittebestendig, voor de magnetron geschikt kunststof servies kunt u gebruiken bij ontdooien, verwarmen en koken. Let op de aanwijzingen van de fabrikant. Hittebestendig,
voor de magnetron geschikt servies van papier kunt u ook gebruiken. Let op de aanwijzingen van de fabrikant.
Keukenpapier
Kan gebruikt worden om bij korte verwarmingsprocessen, bijv. bij brood of gepaneerd vlees, vocht op te nemen. Het papier tussen de levensmiddelen en het draaiplateau leggen. Zo blijft het oppervlak van de levensmiddelen knapperig en droog. Door vettige gerechten met keukenpapier af te dekken worden spatten opgevangen.
123
Geschikt servies
Magnetronfolie
Magnetronfolie of hittebestendig folie is goed geschikt om gerechten af te dekken of te omwikkelen. Let op de aanwijzingen van de fabrikant.
Braadzakken
Braadzakken kunt u in de magnetron gebruiken. Metalen sluitclips zijn echter ongeschikt, omdat de braadzak dan kan smelten. Gebruik een touwtje om de braadzak af te sluiten en prik de braadzak met een vork enkele malen in. Het is niet raadzaam om niet hittebestendig folie, bijv. vershoudfolie, in de magnetron te gebruiken.
Bruineringsservies
Speciaal braadservies voor in de magnetron met een metaallegering op de bodem die ervoor zorgt dat de levensmiddelen bruin worden. Bij gebruik van bruineringsservies moet een geschikte isolator, bijv. een porseleinen bord, tussen draaiplateau en servies worden gelegd. Let goed op de door de fabrikant van het servies aangegeven voorverwarmtijd. Bij overschrijding daarvan kan het tot beschadiging van het draaiplateau en het draaimechanisme komen en de veiligheidsinrichting kan in werking treden en het apparaat uitschakelen.
Metaal
aluminium schaaltjes bijv. moeten voor minstens 2/3 tot 3/4 met levensmiddelen gevuld zijn. Wij raden u
aan de levensmiddelen over te doen in voor de magnetron geschikt servies. Bij gebruik van aluminium schalen of ander metalen servies moet een minimale afstand van ongeveer 2 cm tot de ovenwanden
worden aangehouden, omdat deze anders door mogelijke vonkvorming beschadigd kunnen worden.
Geen servies met metalen versieringen of metalen delen, zoals schroeven, hengsels of
grepen gebruiken.
Geschiktheidstest
Als u niet zeker weet of uw servies geschikt voor de
magnetron is, voer dan de volgende
test uit. Het servies in de
magnetron zetten. Een glas met 150
ml water op of naast het servies
zetten.
Het apparaat 1 tot 2 minuten op 900 W vermogen inschakelen. Als het servies koel of handwarm blijft, is het geschikt. Voer deze test niet uit met kunststof servies, dat kan smelten.
Metaal mag in de regel niet gebruikt worden, omdat microgolven niet door metaal heen dringen en zo niet
bij de levensmiddelen terechtkomen. Er zijn echter uitzonderingen: smalle stroken aluminiumfolie kunt u gebruiken om delen af te dekken, zodat deze
niet te snel ontdooien of gaar worden (bijv. de vleugels bij een kip). Kleine spiesjes van metaal en aluminium schaaltjes (bijv. bij kant-en­klaar gerechten) kunnen gebruikt worden. Ze moeten echter in verhouding tot de levensmiddelen klein zijn,
124
Tips en adviezen
NL
Voordat u begint…
Om het gebruik van de magnetron zo makkelijk mogelijk te maken, hebben we wat tips en adviezen voor u. Schakel het apparaat alleen in als er levensmiddelen in staan.
Tijden instellen
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn over het algemeen aanzienlijk korter dan in een conventionele oven. Houd u daarom aan de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven tijden. Stel de tijden liever korter dan langer in. Controleer de gerechten na het bereiden. Liever nog even koken dan te gaar laten worden.
Uitgangstemperatuur
De ontdooi-, verwarm- en kooktijden zijn afhankelijk van de uitgangstemperatuur van de levensmiddelen. Bevroren en gekoelde levensmiddelen hebben bijvoorbeeld langer tijd nodig dan levensmiddelen op kamertemperatuur. Voor het verwarmen en koken van levensmiddelen gaan we uit van
normale bewaartemperaturen (koelkasttemperatuur ongeveer 5°C, kamertemperatuur ongeveer 20°C). Voor het ontdooien van levensmiddelen gaan we uit van –18°C.
Alle aangegeven tijden …
in deze gebruiksaanwijzing zijn richtlijnen, die afhankelijk zijn van uitgangstemperatuur, gewicht en aard (water-, vetgehalte enz.) van de levensmiddelen.
Zout, specerijen en kruiden
In de magnetron bereide gerechten behouden hun eigen smaak beter dan bij conventionele bereidingsmethoden. Wees daarom zeer zuinig bij gebruik van zout en voeg dit pas na het bereiden toe. Zout bindt vloeistof en droogt het oppervlak uit. Specerijen en kruiden kunt u als gewoonlijk gebruiken.
Kooktest
Net als bij conventionele bereiding kunt u testen hoe
gaar de levensmiddelen zijn:
• Voedselthermometer: elke soort levensmiddelen heeft een bepaalde kerntemperatuur aan het einde van het bereidingsproces. Met een speciale thermometer kunt u bepalen of de levensmiddelen gaar zijn.
• Vork: u kunt vis met een vork testen. Als het visvlees niet meer doorzichtig is en makkelijk van de graat loslaat, is het gaar. Als het te gaar is, wordt het taai en droog.
• Cocktailprikker: gebak en brood kunt u testen door er een cocktailprikker in te steken. Als deze schoon en droog blijft, is het gebak klaar.
Voedselthermometer gebruiken om de bereidingstijd te bepalen
De kerntemperatuur van levensmiddelen en dranken kunt u vaststellen met een voedselthermometer. In onderstaande tabel vindt u een overzicht van temperaturen.
product kerntemperatuur kerntemperatuur
dranken verwarmen (koffie, water, thee, enz.) melk verwarmen soep verwarmen stoofschotel verwarmen gevogelte lamsvlees
roze van binnen door en door gaar
rosbief
rood van binnen roze van binnen door en door gaar
varkensvlees, kalfsvlees
na het na 10 tot 15 bereiden minuten standtijd
65-75o C
60-65o C 75-80o C 75-80o C 80-85o C
70o C 75-80o C
50-55o C 60-65o C 75-80o C 80-85o C
85-90o C
70-75o C 80-85o C
55-60o C 65-70o C 80-85o C 80-85o C
125
Tips en adviezen
Water toevoegen
Groente en andere waterhoudende levensmiddelen kunnen in hun eigen vocht of met weinig water worden gekookt. Daardoor blijven vele vitamines en mineralen in de levensmiddelen behouden.
Levensmiddelen met schil of vel
zoals worstjes, kip, aardappelen, tomaten, appels, eidooier e.d., met een vork of houten prikker inprikken. Daardoor kan de stoom die ontstaat ontsnappen zonder dat de schil of het vel springt.
Vette gerechten
Vlees met vet is sneller gaar dan mager vlees. Dek daarom deze delen met wat aluminiumfolie af of leg de levensmiddelen met de vette kant naar beneden.
Groente blancheren
Voor het invriezen moet groente worden geblancheerd. Zo blijven kwaliteit en smaak het best behouden. Methode: groente wassen en snijden. 250 g groente met 275 ml water in een schaal met deksel doen. 3-5 minuten verwarmen. Na het blancheren de groente direct in koud water onderdompelen om te voorkomen dat het verder kookt. Dan laten uitlekken. De groente in een luchtdichte doos doen en invriezen.
Fruit en groente inmaken
In de magnetron kunt u snel en makkelijk inmaken. Er zijn speciale potten, gummiringen en deksels voor gebruik in de magnetron. Volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Kleine en grote hoeveelheden
De benodigde tijden zijn direct afhankelijk van de hoeveelheid levensmiddelen die u wilt ontdooien, verwarmen of koken. Dat betekent: kleine porties zijn sneller gaar dan grote. Als vuistregel geldt: DUBBELE HOEVEELHEID = BIJNA DUBBELE TIJD HALVE HOEVEELHEID = HALVE TIJD
Hoge en lage schalen
Beide schalen hebben dezelfde inhoud, maar in de hoge schaal is de bereidingstijd langer dan in de lage. Gebruik daarom liefst lage schalen met een groot oppervlak. Hoge schalen alleen gebruiken voor gerechten die kunnen overkoken, bijv. pasta, rijst, melk enz.
Ronde en ovale schalen
In ronde en ovale schalen worden gerechten gelijkmatiger gaar dan in rechthoekige, omdat zich in de hoeken microgolvenenergie concentreert en het gerecht op die
plekken te gaar zou kunnen worden.
Afdekken
Als levensmiddelen worden afgedekt, blijft het vocht behouden en de bereidingstijd wordt korter. Gebruik een deksel, magnetronfolie of een afdekkap. Gerechten die een korstje moeten krijgen, bijv. vlees of kip, niet afdekken. Wat in de conventionele oven wordt afgedekt, moet ook in de magnetron worden afgedekt.
Onregelmatige delen
met de dikke resp. compacte kant naar boven leggen.
Groente (bijv. broccoli) met de stelen naar buiten leggen. Dikkere delen hebben een langere bereidingstijd en krijgen aan de buitenkant meer microgolvenenergie, zodat de
levensmiddelen gelijkmatig gaar worden.
Omroeren
Omroeren van de levensmiddelen is nodig , omdat de microgolven eerst de buitenste gedeelten verwarmen. Door omroeren wordt de temperatuur verdeeld en het gerecht gelijkmatig verwarmd.
Rangschikking
Verschillende enkele porties, bijv. puddingvormpjes, kopjes of aardappelen in de schil, in een kring op het draaiplateau plaatsen. Tussen de porties ruimte laten, zodat de
microgolvenenergie van alle kanten kan binnendringen.
Omkeren
Middelgrote gerechten, zoals hamburgers en steaks,
tijdens het bereidingsproces eenmaal omkeren om de bereidingstijd te verkorten. Grote gerechten, zoals vlees en kip, moeten worden omgekeerd, omdat de naar boven gerichte kant meer
microgolvenenergie krijgt en zou kunnen uitdrogen.
126
Loading...
+ 29 hidden pages