Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar deze
voor naslag op een later tijdstip.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar door.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Voorschriften die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Voorschriften die ter voorkoming van schade aan het apparaat
• Bij het in de wintermaanden leveren van het apparaat bij temperatu-
ren onder het vriespunt: de wasautomaat voor de ingebruikname gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten acclimatiseren.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasautomaat is alleen voor het wassen van binnen het huishouden gebruikelijk wasgoed bestemd.
• Het ombouwen van of het aanbrengen van wijzigingen aan de wasautomaat is niet toegestaan.
• Alleen was- en nabehandelingsmiddelen gebruiken die voor huishoudelijke wasautomaten geschikt zijn.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplossingen bevatten.
Explosiegevaar!
• De wasautomaat niet voor chemische reiniging gebruiken.
• Kleur- en ontkleurmiddelen mogen alleen in de wasautomaat worden
gebruikt als de fabrikant van dit product dit uitdrukkelijk vermeldt.
Voor eventuele schade zijn wij niet aansprakelijk.
Veiligheid voor kinderen
• Verpakkingsonderdelen buiten bereik van kinderen houden. Verstikkingsgevaar!
• Kinderen kunnen het gevaar dat aan het omgaan met elektrisch apparatuur verbonden is, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht bij de wasautomaat.
• Controleer of kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klauteren. Levensgevaar!
5
Algemene veiligheid
• Reparaties aan wasautomaten dienen alleen door vakmensen uitgevoerd te worden.
• Neem de wasautomaat nooit in gebruik als de stroomkabel, het bedieningspaneel, het bovenblad of de voet van het apparaat dermate
beschadigd zijn dat de binnenzijde van het apparaat open toegankelijk is.
• Voor de reiniging, het onderhoud en de reparatiewerkzaamheden
dient de wasautomaat uitgeschakeld te worden. Vervolgens de stekker uit het stopcontact nemen of – bij een vaste aansluiting – de LSschakelaar in de zekeringkast uitschakelen of de schroefzekering geheel uitdraaien.
• Als het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal
gaan worden, dient het apparaat van de stroomvoorziening genomen
te worden en dient de waterkraan gesloten te worden.
• De netstekker nooit aan de kabel uit het stopcontact trekken, maar
middels de stekker.
• Stekkerdozen, koppelingen en verlengingskabels mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
• De wasautomaat niet met een waterstraal afspuiten. Risico op
stroomschokken!
• Bij wasprogramma’s op hoge temperaturen wordt het glas van de vuldeur heet. Niet aanraken!
• Voor het aftappen van het apparaat, het reinigen van de afvoerpomp
of voor het in noodsituaties openen van de vuldeur dient het sop
eerst af te koelen.
• Huisdieren kunnen stroomkabels en waterslangen doorbijten. Risico
op stroomschokken en gevaar op wateroverlast! Huisdieren buiten
het bereik van wasautomaten houden.
6
Apparatuurbeschrijving
Wasmiddellade
Kenplaatje
(achterzijde vuldeur)
Schroefvoeten
(in hoogte
verstelbaar)
Bedieningspaneel
Toets Centrifugeren/SPOELSTOP
Extra programmatoetsen
Bedieningspaneel
Sokkel/
Afvoerpomp
Indicatie van het programmaverloop
Toets
STARTTIJDKEUZE
Toets START/PAUZE
Indicatie DEUR
Programmakiezer
7
Programma overzicht
Programma
1)
Programma
Max. vulgewicht
(droge was)
2)
ECO
WITTE/BONTE WAS
95, 60, 40, 30
KREUKHERSTELLEND
60, 40, 30
STRIJKVRIJ 401kg••••
FIJNE WAS
40, 30
WOL/ZIJDE H (handwas)
30, X (KOUD)
6kg••••
6kg••
3kg••••
3kg••••
2kg••
extra’s
VOORWAS
3)
Centrifuge-
toerental
KORT
1400
•••
1000/600
n (SPOELSTOP)
FIJNSPOELEN 3kg•••
POMPEN
CENTRIFUGEREN6kg••
1) Een emmer van 10 liter bevat ongeveer 2,5 kg droge was (katoen).
2) Programma-instellingen voor tests conform EN 60 456 en IEC 60 456 zijn beschreven in het hoofdstuk "Verbruikswaarden".
3) Aanbevolen vulgewicht bij korte programma's 3kg; een volle belading is mogelijk, echter met een iets minder reinigingsresultaat.
8
Gebruik/Kenmerken
Symbool
onderhoud
1)
Energie besparend programma bij een temperatuur van 60 °C voor licht tot
normaal vervuilde witte/bontewas van katoen/linnen.
Programma voor normaal tot sterk vervuilde witte/bonte was van katoen/
linnen.
Programma voor kreukherstellende gemengde weefsels en synthetische stoffen.
Speciaal programma bij 40 °C voor kreukherstellend textiel, dat na dit programma nog slechts licht of zelfs helemaal niet hoeft te worden gestreken.
Kort programma voor fijn textiel zoals mengvezels, microvezels, synthetische
stoffen en gordijnen (doe maximaal 20 tot 25 m
2
gordijnen in de machine). Met
n (SPOELSTOP) ook geschikt voor textiel met speciaal ademend membraan,
bijvoorbeeld outdoorkleding.
Bijzonder kreukherstellend programma voor met de hand en wasmachine wasbare wol/zijde.
Afzonderlijk voorzichtig spoelen (3 spoelgangen, vloeibaar nabehandelingsmiddel uit het inspoelvakje
geschikt voor wol. Als u alleen kreukherstellend en fijnwasgoed in de machine
doet, dient u het centrifugetoerental te verlagen.
Wegpompen na een spoelstop.
Wegpompen en centrifugeren na een spoelstop resp. afzonderlijk centrifugeren
van met de hand gewassen witte/bonte was. Als u alleen kreukherstellend, fijn
wasgoed en wol in de machine doet, dient u het centrifugetoerental te verlagen.
1) De getallen in het symbool onderhoud geven de maximale temperaturen aan.
wordt in de machine gespoeld, centrifugeren). Niet
&
M O
J M O
I K N
K N
I K
Q L H
J M O
J M O
9
Voor de eerste keer wassen
1. Open de wasmiddellade.
2. Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade van de wasautomaat.
De volgende keer dat het programma wordt gestart wordt daardoor de
kuip gesloten en kan de ÖKO-sluis op de juiste wijze functioneren.
3. Om eventuele bij de fabricage ontstane resten in de trommel en kuip te
verwijderen, dient de eerste wasgang zonder wasgoed uitgevoerd te
worden. Programma: WITTE WAS/BONTE WAS 60, toets KORT indrukken, ca. 1/4 meetbeker waspoeder toevoegen.
Let op! Bh’s en ander wasgoed met beugels uitsluitend in een net wassen. Beugels kunnen losraken en het apparaat beschadigen.
10
Wasgoed sorteren
• Op kleur: wit en gekleurd wasgoed separaat wassen. Wasgoed kan
kleurstof afgeven.
• Op temperatuur, soort wasgoed en behandelingsetiket.
Let op! Wasgoed met het behandelingsetiket G (= niet wassen!) niet
in de wasautomaat wassen.
Wasprogramma uitvoeren
Vuldeur openen/Wasgoed vullen
1. Vuldeur openen: trek aan de greep van de vuldeur.
De indicaties DEUR en START/PAUSE geven bij een ingeschakeld apparaat aan of de vuldeur kan worden geopend:
Indicatie DEURIndicatie START/PAUSE
knippertknippertja, na ca. 2 minuten
brandtbrandt
is uitknippertja
Vuldeur openen
mogelijk?
nee, te hoge waterstand
resp. te hoge temperatuur
2. Wasgoed uitvouwen en los vullen.
Grote en kleine stukken wasgoed
mengen.
Let op! Geen wasgoed tussen de
vuldeur en de rubberen afdichting
inklemmen.
3. Druk de vuldeur goed dicht. De sluiting dient hoorbaar vast te klikken.
Was-/nabehandelingsmiddel toevoegen
Let op! Alleen was- en nabehandelingsmiddelen gebruiken die voor
huishoudelijke wasautomaten geschikt zijn.
Was-/nabehandelingsmiddelen conform de richtlijnen van de fabrikant
van het was- of nabehandelingsmiddel doseren. Volg de aanwijzingen
op de verpakkingen op.
De dosering is afhankelijk van:
– de mate van de vervuiling van het wasgoed,
– de hoeveelheid wasgoed
– en de hardheid van het leidingwater.
• Als de fabrikant geen aanwijzingen voor kleine hoeveelheden was-
goed op de verpakking heeft aangebracht: bij een halve belading 1/3
minder wasmiddel, bij de laagste belading slechts de 1/2 van het wasmiddel dat bij een volledige belading wordt geadviseerd.
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.