Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar het
boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat door.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat
• Als het apparaat in de wintermaanden wordt geleverd bij temperatu-
ren onder het vriespunt: de wasautomaat voor de ingebruikname gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten acclimatiseren.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasautomaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik, voor
het wassen van wasgoed.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn
niet toegestaan.
• Alleen was- en nabehandelingsmiddelen gebruiken die voor huishoudelijke wasautomaten geschikt zijn.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten.
Explosiegevaar!
• De wasautomaat niet voor chemische reiniging gebruiken.
• Kleur- en ontkleurmiddelen mogen alleen in de wasautomaat worden
gebruikt als de fabrikant van dit product dit uitdrukkelijk vermeldt.
Voor eventuele schade zijn wij niet aansprakelijk.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsonderdelen buiten bereik van kinderen houden. Verstikkingsgevaar!
• Kinderen kunnen de gevaren die aan het omgaan met elektrische apparaten verbonden zijn, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht bij de wasautomaat.
• Controleer of kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klauteren. Levensgevaar!
5
Algemene veiligheid
• Reparaties aan wasautomaten mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd.
• Neem de wasautomaat nooit in gebruik als het aansluitsnoer beschadigd is of als het bedieningspaneel, het bovenblad of de sokkel van
het apparaat dermate beschadigd zijn dat de binnenzijde van het apparaat open toegankelijk is.
• Voor reiniging, onderhoud en reparatiewerkzaamheden dient de wasautomaat uitgeschakeld te worden. Bovendien de stekker uit het
stopcontact trekken of bij een vaste aansluiting de beveiligingsschakelaar in de zekeringkast uitschakelen of de schroefzekering geheel
uitdraaien.
• Als het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal
gaan worden, dient het apparaat van de stroomvoorziening gescheiden te worden en dient de waterkraan gesloten te worden.
• De netstekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar
aan de stekker.
• Meerwegstekkers, koppelingen en verlengingsnoeren mogen niet
worden gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
• De wasautomaat niet met een waterstraal afspuiten. Risico op elektrische schokken!
• Bij wasprogrammaís op hoge temperaturen wordt het glas van de
vuldeur heet. Niet aanraken!
• Voor het aftappen van water, het reinigen van de afvoerpomp of
noodontgrendeling van de vuldeur dient het sop eerst af te koelen.
• Huisdieren kunnen snoeren en waterslangen doorbijten. Risico op
elektrische schokken en gevaar voor wateroverlast! Huisdieren uit de
buurt van de wasautomaat houden.
6
De eerste keer inschakelen - taalkeuze
instellen
Na de eerste keer inschakelen van het apparaat moet u direct instellen
in welke taal de indicaties in het display moeten worden aangegeven.
1. Druk de draaiknop in.
Het apparaat is ingeschakeld.
In het display verschijnen de
talen die u kunt kiezen. Vanaf de fabriek is Duits als taal
ingesteld.
Let op: wanneer er geen talen worden aangegeven in het display, is het
apparaat al eerder ingeschakeld. Ga in dit geval naar hoofdstuk „Extra's
instellen: Taalkeuze“, wanneer u de taalinstelling wilt veranderen.
2. Markeer met de draaiknop
de gewenste taal.
3. Druk op de toets SELECTIE.
Vanaf nu worden de indica-
ties in het display in de gekozen taal aangegeven.
4. Druk de draaiknop in om het
apparaat uit te schakelen.
EXTRAS
SPRACHE
ä
ANWÄHLEN
ZURÜCK
EXTRAS
TAALKEUZE
§
ENGLISH§
DEUTSCH)
ITALIANO§
FRANÇAIS§
ã
SELECTIE
TERUG
EXTRAS
TAALKEUZE
§§
NEDERLANDS!)
ESPAÑOL§§
PORTUGUÊS§§
DANSK§§
ã
SELECTIE
TERUG
§§
NEDERLANDS!)
ESPAÑOL§§
PORTUGUÊS§§
DANSK§§
7
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel met display
Lade voor wasen nabehandelingsmiddel
Drie schroefvoeten
in hoogte verstelbaar;
links achter:
automatische stelvoet
Bedieningspaneel met display
Toetsen
KATOEN/SYNTH. 60°C
1800 TPM10:17-12:16
START
60°
1800
OPTIESWOL
î
KATOEN/SYNTH.)
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS
Typeplaatje
(achter vuldeur)
Vuldeur
Klep voor
afvoerpomp
Draaiknop
Display
Indicaties in het display
Informatieveld
geeft programma,
temperatuur en centrifugetoerental aan
Symboolregel
geeft de gekozen
opties resp. extra’s
aan
8
KATOEN/SYNTH. 60°C
1800 TPM10:17-12:16
START
60°
1800
OPTIES
î
KATOEN/SYNTH.)
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS
WOL
Actuele tijd -
Einde programma
Navigatie-
indicatie
Keuze
programma's,
opties,
extra’s
Bediening van het apparaat
Draaiknop
In-/uitschakelen
Door de draaiknop in te
drukken schakelt u het
apparaat in resp. uit.
Markeren
Door de draaiknop te draaien
markeert u items rechts in
het display.
Instellingen wissen
Wanneer u per ongeluk doorgevoerde instellingen wilt wissen, schakelt
u het apparaat met de draaiknop uit en vervolgens weer in. U kunt het
programma nu opnieuw instellen.
WOL 40°C
1200 TPM10:17-10:54
START
40°
1200
OPTIESWOL )
î
KATOEN/SYNTH.
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS
Toetsen
Met de toetsen kunt u:
– een item links in het dis-
play activeren, bijvoorbeeld START;
– temperatuur en centrifu-
getoerental veranderen;
– OPTIES en EXTRA'S kiezen.
KATOEN/SYNTH. 60°C
1400 TPM10:17-12:16
START
60°
1400
OPTIESWOL
î
KATOEN/SYNTH.)
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS
3U kunt voor elk programma een of meer opties instellen.
In principe gaat u als volgt te werk: Eerst het programma instellen,
dan de optie.
3 De programma's en functies zijn verdeeld over verschillende niveaus en
pagina's. In de navigatie-indicatie kunt u zien op welk niveau en op
welke pagina u zich momenteel bevindt (bijvoorbeeld ì: niveau 3,
pagina 1 van 2).
9
Programmaoverzicht
Programma
Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
1)
KATOEN/SYNTH.
60, 50, 40, 30, 20
6kg
resp.
3kg
KORT/
EXTRA KORT
KORT
2)
•
•2)•••
OptiesCentrifugetoerental
STARTUITSTEL
BEHOEDZAAM
VLEKKEN
VOORWAS
1800
1600/1400
EXTRA KORT
3)
••••••
1200
1000/800/600/400
SPOELSTOP
E-STAND
4)
KOOK-WAS 956kg1)•
6kg
1)
2)•2)
•••••••••
•••••••••
FIJNE WAS 40, 30, 203kg•••3)••••
WOL (handwas)
40, 30, KOUD
2kg••••
ZIJDE (handwas) 301kg••••
LINGERIE 401kg••••
40°-60°MIX 6kg
STRIJKVRIJ
60, 50, 40, 30, 20
1)
•••••••••
1kg••••3)••••
OPFRISSEN 303kg••••
1) Bij overwegend volumineus en wollig wasgoed, bijvoorbeeld badstof of flanel, kan het voorkomen dat de
trommel reeds helemaal gevuld is, voordat het maximale vulgewicht is bereikt.
2) Aanbevolen vulgewicht bij korte programma's 3 kg; een volle belading is mogelijk, echter met een iets minder reinigingsresultaat.
3) VLEKKEN kan alleen worden ingesteld bij wastemperaturen vanaf 40°C, aangezien vlekkenmiddelen pas bij
hogere temperaturen werkzaam zijn.
4) Programma-instellingen voor tests volgens EN 60 456 en IEC 60 456 zijn beschreven in het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
10
Toepassing/eigenschappen
Universeel programma voor bont en kreukherstellend wasgoed van katoen/linnen
evenals voor kreukherstellende mengweefsels en synthetische weefsels. Het programma past zich automatisch aan de verschillende weefselsoorten en vulgewichten aan.Wanneer de wasmachine alleen met kreukherstellend textiel wordt
gevuld, maximaal 3kg wasgoed in de machine doen.
Energie- en waterbesparend programma bij 60 °C voor licht tot normaal vervuild
wit/bont wasgoed van katoen/linnen.
Programma voor normaal tot sterk vervuild wit wasgoed van katoen/linnen.
Kort programma voor fijne weefsels zoals mengvezels, microvezels, synthetische
stoffen, vitrage (max. 15 tot 20 m
ook geschikt voor textiel met speciaal ademend membraan, bijvoorbeeld outdoorkleding.
Bijzonder behoedzaam programma voor in de machine en met de hand wasbare
wol of wolmengsels.
Bijzonder behoedzaam programma voor in de machine en met de hand wasbare
zijde. Zeer tere kledingstukken afzonderlijk wassen.
Behoedzaam programma voor fijn en kwetsbaar textiel.
LET OP! Doe lingerie met beugels in een wasnet of een zakje!
Programma voor bont wasgoed waarvoor verschillende wastemperaturen zijn
aangegeven. Wasgoed dat volgens het behandelingsetiket bij 40 °C of 60 °C afzonderlijk moet worden gewassen, kan met dit programma samen worden gewassen. Het wasresultaat van een normaal programma op 60 °C wordt bereikt.
2
vitrage in de machine doen). Met SPOELSTOP
Behandelings
etiket
1)
I K N
J
M
M O
O
I K
Q L H
Q L H
K L
J M
Speciaal programma voor kreukherstellend textiel, dat aansluitend slechts nog
licht of helemaal niet gestreken hoeft te worden.
Speciaal programma, ca. 20 minuten, voor het kort wassen van licht vervuild of
nieuw wasgoed.
1) Het getal in het behandelingsetiket geeft de maximale temperatuur aan.
K N
J M O
I K N
11
OptiesCentrifugetoerental
KORT/
EXTRA KORT
Programma
Max. vulgewicht
(droog wasgoed)
KORT
FASHION 403kg•••••••
KORT CENTRIFUG.3kg•••
CENTRIFUGEREN6kg•••••
STIJVEN6kg••••••
POMPEN•
STARTUITSTEL
EXTRA KORT
BEHOEDZAAM
VLEKKEN
VOORWAS
1800
1600/1400
1200
1000/800/600/400
SPOELSTOP
12
Toepassing/eigenschappen
Behandelings
etiket
1)
Behoedzaam speciaal programma voor textielsoorten zoals viscose, modal, cupro
en lyocell met een voorzichtigere behandeling dan het programma voor fijne was
en een intensievere reinigingswerking dan de handwasprogramma's.
Wegpompen en kort centrifugeren na een spoelstop resp. afzonderlijk kort centrifugeren van met de hand gewassen fijne was, wol, zijde.
Wegpompen en centrifugeren, bijvoorbeeld na een spoelstop, resp. afzonderlijk
centrifugeren van met de hand gewassen wit/bont wasgoed en kreukherstellend
wasgoed.
Afzonderlijk stijven, wasverzachten, verzorgen, impregneren van vochtig wasgoed.
Wegpompen van het water na een spoelstop.
1) Het getal in het behandelingsetiket geeft de maximale temperatuur aan.
K L
I K N
Q L
H
J M O
J M O
I K N
13
Vóór het in gebruik nemen
Dagtijd instellen
Om ervoor te zorgen dat de actuele dagtijd en het programma-einde
correct worden aangegeven, controleert u de indicatie in het display en
stelt u indien nodig de juiste tijd in (zie „Extra's instellen: Timer“).
Reinigen vóór het in gebruik nemen
Voor het in gebruik nemen dient u een wasgang zonder wasgoed uit te
voeren (programma KATOEN/SYNTH. 60°, optie EXTRA KORT, ca.
1/4 maatbeker waspoeder). Daardoor worden bij de fabricage ontstane
resten in de trommel en de kuip verwijderd.
Let op! Behaís en ander wasgoed met beugels uitsluitend in een net
wassen. Beugels kunnen losraken en het apparaat beschadigen.
14
Wasgoed sorteren
• Op kleur: Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Wasgoed kan kleurstof afgeven.
• Op temperatuur, soort wasgoed en behandelingsetiket.
Let op! Wasgoed met het behandelingsetiket G (= niet wassen!) niet
in de wasautomaat wassen.
Wasprogramma uitvoeren
Apparaat inschakelen
Druk de draaiknop in.
Het apparaat is ingeschakeld.
3Controleer voor het inscha-
kelen of de trommel leeg is.
Alleen op deze manier wordt
het wasgoed aansluitend
door de beladingssensor volledig geregistreerd.
Programma instellen
1. Het gewenste programma
markeren, bijvoorbeeld FIJNE
WAS.
Temperatuur veranderen
2. De toets voor de tempera-
tuur zo vaak indrukken, tot
de gewenste temperatuur
verschijnt, bijvoorbeeld
30°C.
FIJNE WAS 40°C
1200 TPM11:25-12:36
START
40°
1200
OPTIESWOL
FIJNE WAS 30°C
1200 TPM11:25-12:36
START
30°
1200
OPTIESWOL
KATOEN/SYNTH.
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS)
KATOEN/SYNTH.
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS)
î
î
Centrifugetoerental veranderen
3. De toets voor het centrifu-
getoerental zo vaak indrukken, tot het gewenste
centrifugetoerental verschijnt, bijvoorbeeld 1000 of
SPOELST.
FIJNE WAS 30°C
1000 TPM11:25-12:36
START
30°
1000
OPTIESWOL
KATOEN/SYNTH.
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS)
î
15
3SPOELSTOP betekent: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater lig-
gen en wordt niet gecentrifugeerd.
Indien gewenst, opties instellen.
Opties kiezen
Als aanvulling op het eerder gekozen programma kunt u verschillende
opties kiezen. Er worden alleen opties aangeboden die met het gekozen
programma kunnen worden gecombineerd.
KORT/EXTRA KORT Verkort programma voor licht vervuild wasgoed.
STARTUITSTELDe start van een programma kan in stappen van
30 minuten max. 20 uur worden uitgesteld.
BEHOEDZAAM Verbeterde spoelwerking door extra spoelgang
terwijl gelijktijdig het wasgoed wordt ontzien
(geringere trommelbeweging). Ideaal wanneer er
vaak moet worden gewassen, bijvoorbeeld bij
overgevoeligheid van de huid. Een extra spoelgang kan ook permanent worden ingesteld (zie
„Extra's instellen: Spoelen+“).
VLEKKEN Voor sterk vervuild wasgoed of wasgoed met
vlekken. Het vlekkenmiddel wordt op het optimale tijdstip tijdens het verloop van het programma ingespoeld.
VOORWAS Warm voorwassen voor de automatisch volgen-
de hoofdwasgang.
KORT/EXTRA KORT
1. Druk op de toets OPTIES.
2. Markeer met de draaiknop KORT/EXTRA KORT.
3. Druk op de toets SELECTIE.
4. Markeer met de draaiknop
EXTRA KORT.
5. Druk op de toets SELECTIE.
In het display verschijnt het
symbool .
16
FIJNE WAS 30°C
1000 TPM11:25-12:36
è
SELECTIE
TERUG
KORT/EXTRA KORT¶¶¶¶
NORMAAL!¶
EXTRA KORT¶¶)
STARTUITSTEL
1. Druk op de toets OPTIES.
2. Markeer met de draaiknop STARTUITSTEL.
3. Druk op de toets SELECTIE.
4. Stel met de draaiknop het
tijdstip in waarop het programma moet zijn beëindigd.
5. Druk op de toets SELECTIE.
In het informatieveld verandert het tijdstip van het programma-einde.
6. Druk op de toets START.
STARTUITSTEL afbreken:
Druk op de toets START opnieuw.
Het wasprogramma start onmiddellijk.
BEHOEDZAAM/VLEKKEN/VOORWAS
1. Druk op de toets OPTIES.
2. Markeer met de draaiknop
VOORWAS.
3. Druk op de toets SELECTIE.
In het display verschijnt het
symbool .
FIJNE WAS 30°C
1000 TPM11:25-14:06
è
SELECTIE
TERUG
1000 TPM11:25-12:36
START
SELECTIE
TERUG
EXTRA´S
EINDE PROGRAMMA
14:06 H:MIN(
FIJNE WAS 40°C
KORT/EXTRA KORT
STARTUITSTEL
VLEKKEN
VOORWAS(
ç
17
Vuldeur openen/wasgoed in de machine doen
1. Vuldeur openen: trek aan de greep van de vuldeur.
2. Wasgoed uiteenvouwen en losjes in
de machine doen. Grote en kleine
stukken wasgoed door elkaar.
Let op! Zorg ervoor dat er geen
wasgoed klem komt te zitten tussen
de deur en de rubberen afdichting.
3. Druk de vuldeur goed dicht.
Indicatie BELADING/DOSERING
3Als tijdens de programma-
instelling of bij het vullen
van het wasgoed gedurende
enkele seconden geen enkele
instelling meer wordt uitgevoerd, verschijnen bij een
geopende deur, de volgende
indicaties in de display:
– de maximaal toegestane belading voor het gemarkeerde programma,
– de daadwerkelijke belading, deze wordt ook aangegeven door de balk
(beladingen onder 0,5kg worden niet aangegeven),
– en de dosering van het wasmiddel, met betrekking tot de hoeveel-
heid, die door de wasmiddelfabrikant wordt aanbevolen.
Als er te veel wasgoed in de machine is gedaan, verschijnt in het display
de indicatie OVERBELADEN. In dit geval dient u voldoende wasgoed uit
de machine te nemen.
Druk op een willekeurige toets of draai de draaiknop, om verdere programma-instellingen door te voeren.
FIJNE WAS 30°C
1000 TPM11:25-12:36
##################======]
MAX. BELADING ¶¶¶¶¶¶3 KG
BELADING¶¶¶¶ ¶¶ ¶ ¶¶¶2 KG
WASMIDDEL ¶¶¶¶¶¶¶¶¶¶75 %
§
3Als het wasgoed voor de start van het programma weer uit de machine
wordt genomen, kan het voorkomen dat de indicatie BELADING niet
weer naar 0 wisslt. In dit geval verzoeken wij u de machine uit te schakelen en na ca. 3 seconden weer in te schakelen. Het programma opnieuw instellen en het wasgoed weer in de machine doen.
De indicatie BELADING dooft als de vuldeur wordt gesloten.
18
Was-/nabehandelingsmiddel doseren
Let op! Gebruik alleen was-/nabehandelingsmiddel dat geschikt is voor
huishoud wasautomaten.
Was-/nabehandelingsmiddel doseren volgens de voorschriften van de
fabrikant van het was-/nabehandelingsmiddel. Neem de aanwijzingen
op de verpakking in acht.
De dosering is afhankelijk van:
– de mate van vervuiling van het wasgoed;
– de hoeveelheid wasgoed;
– de hardheid van het leidingwater.
Vanaf waterhardheid 2 (=middel) moet waterontharder worden gebruikt. Wasmiddel kan dan altijd voor waterhardheid 1 (=zacht) worden
gedoseerd. Uw waterleidingbedrijf kan u informatie geven omtrent de
waterhardheid in uw omgeving.
De voorgestelde dosering op het display is dus alleen een richtwaarde.
1. De lade voor wasmiddel zo ver mogelijk naar buiten trekken.
2. Was-/nabehandelingsmiddel in de lade doen.
3. Wasmiddelschuiflade helemaal naar binnen schuiven.
Waspoeder/tabs
voor de hoofdwas
Wasverzachter/
verzorgingsmiddel
stijfsel
Vlekkenzout/-tabs
Waspoeder/tabs
voor de voorwas
of waterontharder
Waspoeder/tabs voor de hoofdwas
(Als u waterontharder gebruikt en het rechtervak nodig hebt voor het
voorwasmiddel, voeg de waterontharder dan toe aan het hoofdwasmiddel in het linkervak.)
Wasverzachter, verzorgingsmiddel, stijfsel
Vak niet verder dan tot de markering MAX vullen. Dikvloeibare concentraten voor het toevoegen verdunnen volgens de aanwijzingen van de
fabrikant. Stijfsel in poedervorm oplossen.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
Vloeibaar wasmiddel in de door de wasmiddelfabrikant aangeboden
doseerhouders doen.
19
Programma starten
1. Controleer of de waterkraan
geopend is.
2. Druk op de toets START.
Het wasprogramma wordt
gestart.
FIJNE WAS 30°C
1000 TPM11:25-12:36
START
30°
1000
OPTIESWOL
KATOEN/SYNTH.
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS)
î
Verloop van het programma
Tijdens het verloop van het
programma wordt in het display onder andere het volgende aangegeven:
– de betreffende actuele
programmafase, bijvoorbeeld HOOFDWAS;
– een balk voor het verloop
van het programma;
– de te verwachten restvochtigheid van het wasgoed aan het einde van
het programma.
FIJNE WAS 30°C
1000 TPM11:25-12:36
PAUZE
###############=========]
1000
§
HOOFDWAS
RESTVOCHT 50 %
Programma onderbreken/wasgoed toevoegen
Programma onderbreken
• Met de toets PAUZE kan het programma op elk moment worden on-
derbroken. Wanneer u de toets nog een keer indrukt, gaat het programma weer verder.
• Om een programma voortijdig af te breken schakelt u het apparaat
uit (draaiknop indrukken).
Wasgoed toevoegen
Het slotsymbool op de display geeft aan of na het starten van het programma nog wasgoed toegevoegd kan worden:
Wasgoed toevoegen is niet mogelijk (vuldeur is als gevolg van een
hoge waterstand of hoge temperatuur vergrendeld).
Wasgoed toevoegen is mogelijk.
1. Toets PAUZE indrukken. In het display verschijnt het symbool .
2. Deur openen.
3. Wasgoed toevoegen, deur weer sluiten.
4. Toets START indrukken.
20
Wasgang beëindigd/wasgoed uit de machine nemen
Aan het einde van het programma verschijnt WAS VERWIJDEREN in het
display. Zodra het symbool
§verschijnt, kan de deur worden geopend.
1. Vuldeur openen door aan de greep te trekken.
2. Wasgoed uit de machine nemen.
3. Wasautomaat uitschakelen.
Als u spoelstop hebt gekozen:
1. Toets START indrukken.
FIJNE WAS 30°C
SPOELST11:28-11:28
START
######################
SPOELST
§
SPOELSTOP
Het display gaat automatisch
naar de eerste programmapagina. Afhankelijk van het
uitgevoerde programma is
CENTRIFUGEREN of KORT
CENTR. gemarkeerd.
Indien u wilt centrifugeren of pompen:
Met draaiknop
– CENTRIFUGEREN of
– POMPEN markeren.
2. Eventueel het centrifugetoerental verlagen.
KORT CENTR.
1200 TPM12:28-12:34
START
1200
OPTIESCENTRIFUGEREN
CENTRIFUGEREN
1200 TPM11:28-11:39
START
1200
OPTIESPOMPEN
ú
STRIJKVRIJ
OPFRISSEN
FASHION
KORT CENTR.)
ú
FASHION
KORT CENTR.
CENTRIFUGEREN)
STIJVEN
3. Toets START indrukken.
Het wasgoed wordt gecentrifugeerd resp. het water wordt wegge-
pompt.
3Wanneer na afloop van een wasgang OVERDOSERING in het display
wordt aangegeven, hebt u te veel wasmiddel gebruikt in het laatste
wasprogramma. Let bij de volgende wasgang op de doseeraanwijzingen
van de wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht!
21
Extra's instellen
Onafhankelijk van het betreffende wasprogramma kunt u verschillende
basisinstellingen kiezen. Deze blijven continu ingesteld, tot ze weer
worden gewijzigd.
GEHEUGEN
1, 2, 3, 4
Veel gebruikte programma-instellingen kunnen
worden opgeslagen. De opgeslagen programmainstelling kan dan als een normaal programma
worden gekozen. In totaal kunt u vier geheugenplaatsen gebruiken.
SPOELEN+ Extra spoelgang, alleen effectief bij de program-
ma's KOOK-WAS, KATOEN/SYNTH., E-STAND, FIJNE
WAS, 40°-60°MIX, STRIJKVRIJ en FASHION.
LOS SCHUDDENHet wasgoed hecht minder aan de wand van de
trommel en kan makkelijker uit de wasautomaat
worden gehaald. Alleen effectief bij de programma's KOOK-WAS, KATOEN/SYNTH., E-STAND,
40°-60°MIX, STIJVEN en CENTRIFUGEREN.
TAALKEUZEMet deze functie kunt u instellen in welke taal de
indicaties in het display moeten worden aangege-
ven.
TIMERMet deze functie kunt u de actuele tijd instellen.
SIGNAALVOLUME Wanneer u op de toetsen drukt, klinkt er een ge-
luidssignaal. Het geluidsvolume van dit signaal kan
worden ingesteld resp. de signaaltoon kan worden
uitgeschakeld. U kunt het geluidsvolume van het
signaal bij foutmeldingen niet veranderen.
GEHEUGEN
Programma-instelling opslaan
Eerst het programma instellen (bijvoorbeeld KATOEN/SYNTH., 40°C,
1200 TPM, met optie BEHOEDZAAM), dan opslaan.
1. Markeer met de draaiknop
KATOEN/SYNTH.
2. Stel temperatuur en centrifugetoerental in.
3. Druk op de toets OPTIES.
22
KATOEN/SYNTH. 40°C
1200 TPM10:17-12:16
START
40°
1200
OPTIESWOL
î
KATOEN/SYNTH.)
E-STAND
KOOK-WAS
FIJNE WAS
4. Markeer de optie BEHOEDZAAM.
5. Druk op de toets SELECTIE.
In het display verschijnt het
symbool .
6. Druk op de toets EXTRA'S.
KATOEN/SYNTH. 40°C
1200 TPM10:17-12:16
START
SELECTIE
TERUG
EXTRA´SVOORWAS
GEHEUGEN is gemarkeerd:
7. Druk op de toets SELECTIE.
SELECTIE
TERUG
GEHEUGEN 1 is gemarkeerd:
8. Druk op de toets OPSLAAN.
De programma-instelling is
opgeslagen als M1: KATOEN/
SYNTH.
KATOEN/SYNTH. 40°C1200
OPSLAAN
TERUG
9. Druk vervolgens de toets
TERUG 3x in.
Opgeslagen programma-instelling wissen
ç
KORT/EXTRA KORT
STARTUITSTEL
BEHOEDZAAM)
VLEKKEN
EXTRA´S
ì
GEHEUGEN(
SPOELEN+
LOS SCHUDDEN
TAALKEUZE
GEHEUGEN
é
GEHEUGEN 1(
GEHEUGEN 2
GEHEUGEN 3
GEHEUGEN 4
1. Druk op de toets OPTIES.
2. Druk op de toets EXTRA'S.
GEHEUGEN is gemarkeerd:
3. Druk op de toets SELECTIE.
4. Markeer met de draaiknop
GEHEUGEN 1.
5. Druk op de toets CANCEL.
De opgeslagen programmainstelling wordt gewist.
4. Druk op de toets SELECTIE.
In het display verschijnt het
symbool .
5. Druk 2x op de toets TERUG.
TAALKEUZE
1. Druk op de toets OPTIES.
2. Druk op de toets EXTRA'S.
3. Markeer met de draaiknop TAALKEUZE.
4. Druk op de toets SELECTIE.
5. Met de draaiknop de ge-
wenste taal markeren, bijvoorbeeld ENGLISH.
6. Sla de gekozen taal op met
de toets SELECT.
7. Druk 3x op de toets BACK.
EXTRA´S
ì
SELECTIE
TERUG
EXTRA´S
SELECT
BACK
GEHEUGEN
SPOELEN +)
LOS SCHUDDEN
TAALKEUZE
LANGUAGE
ä
§
ENGLISH)
DEUTSCH§
ITALIANO§
FRANÇAIS§
TIMER
1. Druk op de toets OPTIES.
2. Druk op de toets EXTRA'S.
3. Markeer met de draaiknop de TIMER.
4. Druk op de toets SELECTIE.
5. Gebruik de draaiknop om de
gewenste tijd in te stellen.
6. Druk op de toets SELECTIE.
7. Druk 3x op de toets TERUG.
24
EXTRA´S
é
SELECTIE
TERUG
TIMER¶¶¶¶¶¶¶¶¶¶
15:11 H:MIN
)
SIGNAALVOLUME
1. Druk op de toets OPTIES.
2. Druk op de toets EXTRA'S.
3. Markeer met de draaiknop SIGNAALVOLUME.
4. Druk op de toets SELECTIE.
5. Markeer met de draaiknop
UIT, NORMAAL of HOOG.
6. Druk op de toets SELECTIE.
7. Druk 3x op de toets TERUG.
EXTRA’S
SIGNAALVOLUME
SELECTIE
TERUG
UIT
NORMAAL
HOOG
Programmabeveiliging
Om de gekozen instellingen van een lopend programma tegen abusievelijke wijzigingen te beveiligen, kunnen de toetsen worden vergrendeld.
Programmabeveiliging instellen:
1. Programma starten.
2. Tweede en vierde toets ca.
3 seconden tegelijk ingedrukt houden. In het display
verschijnt het symbool .
De toetsen zijn vergrendeld.
FIJNE WAS 30°C
1000 TPM11:25-12:36
§
HOOFDWAS
##======================]
RESTVOCHT 50 %
é
§§§
!)
§§§
Programmabeveiliging uitschakelen:
Tweede en vierde toets nogmaals ca. 3 seconden tegelijk ingedrukt
houden. De toetsen zijn nu ontgrendeld. Het symbool verdwijnt.
3Ook na het uitschakelen van het apparaat blijven de toetsen nog ver-
grendeld. Schakel voor de volgende wasbeurt de programmabeveiliging
eerst uit, zodat een nieuw programma kan worden ingesteld.
Wanneer het apparaat tijdens een programma per ongeluk wordt uitgezet, moet eerst de programmabeveiliging worden uitgeschakeld.
Vervolgens het programma opnieuw instellen en starten.
25
Kinderbeveiliging
Bij een geactiveerde kinderbeveiliging kan de vuldeur niet meer gesloten worden.
Kinderbeveiliging instellen:
De draaiknop (aan de binnenkant
van de vuldeur) met een muntstuk
zover mogelijk rechtsom draaien.
1Waarschuwing! De draaiknop mag
zich na het instellen niet in ingedrukte positie bevinden omdat anders de kinderbeveiliging niet
functioneert! De draaiknop moet
volgens de afbeelding uitgetrokken
zijn.
Kinderbeveiliging opheffen:
De draaiknop met een muntstuk zo-
ver mogelijk linksom draaien.
26
Reiniging en onderhoud
Let op! Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen reinigings-
middelen voor meubels of agressieve reinigingsmiddelen.
Neem het bedieningspaneel en de behuizing met een vochtige doek af.
Wasmiddellade
De wasmiddellade dient regelmatig gereinigd te worden.
1. Trek de wasmiddellade met een krachtige ruk uit het apparaat.
2. Neem het inzetstuk voor de wasver-
zachter uit het middelste vak.
3. Reinig alle delen met water.
4. Het inzetstuk voor de wasverzachter
zo ver mogelijk insteken, zodat het
vast zit.
5. Maak ook het gehele inspoelgedeelte
van de wasautomaat en vooral ook
de sproeiers aan de bovenkant van
de inspoelvakjes met een borstel
schoon.
6. De wasmiddellade in de geleidingsrails plaatsen en naar binnen schuiven.
Wastrommel
Als gevolg van roestende voorwerpen in het wasgoed of ijzerhoudend
leidingwater kan roestvorming op de trommel ontstaan.
Let op! De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen,
chloor of ijzer bevattende schuurmiddelen of staalwol reinigen.
1. Eventuele roestafzettingen op de trommel met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal verwijderen.
2. Wasgang zonder wasgoed doorvoeren, om restanten van schoonmaakmiddelen weg te spoelen. Programma: KATOEN/SYNTH. 60, met optie
KORT/EXTRA KORT, ca. 1/4 maatbeker waspoeder toevoegen.
Vuldeur en rubberen ring
Regelmatig controleren, of afzettingen of vreemde voorwerpen zich in
de naden van de rubberen ring of aan de binnenkant van het deurvenster hebben afgezet. Deurvenster en rubberen ring regelmatig reinigen.
27
Wat te doen als...
Kleine storingen zelf oplossen
Wanneer tijdens het gebruik een van de volgende foutmeldingen in het
display wordt aangegeven:
raadpleeg dan de volgende tabel.
Nadat de fout is opgelost, drukt u op de toets START.
Wanneer in het display ATTENTIE/ SERVICEDIENST WAARSCHUWEN
A.U.B en een foutcode (bijvoorbeeld E..) worden aangegeven: het apparaat uit- en weer inschakelen. Programma opnieuw instellen. Toets
START indrukken.
Wanneer de foutmelding opnieuw wordt aangegeven, neemt u contact
op met de service-afdeling onder vermelding van de foutcode en het
PNC-nr (op het typeplaatje).
StoringMogelijke oorzaakOplossing
28
Wasautomaat werkt
niet.
Deur gaat niet dicht.
Na het drukken op de
toets START begint het
wasprogramma niet. In
het display verschijnt
ATTENTIE (E41) / DEUR
SLUITEN A.U.B.
De stekker zit niet in het
stopcontact of de zekering in
de huisinstallatie is niet in
orde.
Vuldeur is niet goed
gesloten.
Toets START niet ingedrukt.Toets START indrukken.
Kinderbeveiliging is
ingesteld.
Deur is niet goed gesloten.
De stekker in het stopcontact
steken.
Zekering controleren.
Deur goed sluiten. De sluiting
moet hierbij hoorbaar vastklikken.
Kinderbeveiliging opheffen.
Vuldeur sluiten. De sluiting
moet hierbij hoorbaar vastklikken. Toets START indrukken.
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Afvoerpomp blijft
voortdurend lopen, ook
wanneer het apparaat
is uitgeschakeld.
In het display verschijnt ATTENTIE (EF3)/
SERVICEDIENST WAARSCHUWEN A.U.B
Wasautomaat trilt tijdens het wassen of
staat niet stil.
Was is niet gecentrifugeerd.
Er loopt water onderuit
de wasautomaat.
Wasverzachter wordt
niet ingespoeld. Vak
voor nabehandelingsmiddel is met water
gevuld.
Wasgoed is erg gekreukt.
Deur kan bij ingeschakeld apparaat niet worden geopend. In het
display verschijnt het
symbool .
De beveiliging tegen wateroverlast, aqua-control, is in
werking getreden.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
Schroefvoeten zijn niet goed
afgesteld.
Slechts een paar grote stukken wasgoed in de trommel.
Schroefverbinding van de
toevoerslang zit niet vast.
Afvoerslang is lek.Afvoerslang vervangen.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Er zat wasgoed tussen de
deur geklemd.
Aftapslang is lek.Aftapslang goed aansluiten.
Het inzetbakje in het vakje
voor nabehandelingsmiddel
is niet goed bevestigd of is
verstopt.
Eventueel te veel wasgoed in
de machine gedaan.
Deur is om veiligheidsredenen vergrendeld.
Waterkraan dichtdraaien,
vervolgens de stekker uit het
stopcontract trekken en contact opnemen met de
service-afdeling.
Transportbeveiliging verwijderen.
De voeten volgens de opstel- en aansluitaanwijzing
afstellen.
Trommel altijd zo vol mogelijk beladen. Grote en kleine
delen door elkaar mengen.
Toevoerslang vastschroeven.
Deksel goed sluiten.
De wasautomaat de volgende keer zorgvuldig vullen.
Wasmiddellade reinigen, inzetstuk voor wasverzachter
goed bevestigen.
Let op de maximale belading.
Wachten tot het symbool
verschijnt.
29
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Het programma gaat verder
wanneer de stroomuitval
voorbij is.
Wasgoed uit de wasautomaat halen:
als er water in het apparaat
zichtbaar is, voor het openen
van de deur eerst het water
aftappen.
Druk op een willekeurige
toets.
De waterkraan dichtdraaien.
Slang losschroeven, zeef verwijderen en schoonmaken.
Waterkraan controleren, evt.
laten repareren.
Neem contact op met de
service-afdeling
Afvoerpomp schoonmaken.
Vreemde voorwerpen uit het
pomphuis verwijderen.
Sifon reinigen.
Het display gaat uit tijdens het verloop van
een wasprogramma.
De achtergrondverlichting van het display
gaat uit terwijl het apparaat is ingeschakeld.
Er wordt geen water
toegevoerd. In het display verschijnt ATTENTIE ERROR CODE (E11)/
WATERKRAAN OPENEN A.U.B.
Wasgoed is niet goed
gecentrifugeerd, in de
trommel is nog restwater zichtbaar.
In het display verschijnt ATTENTIE ERROR CODE (E21)/
WATERAFVOER CONTROLEREN A.U.B.
Stroomuitval.
De vuldeur blijft om veiligheidsredenen ca. 4 minuten
vergrendeld.
De wasautomaat bevindt
zich in de modus stand-by.
Waterkraan is gesloten.Waterkraan opendraaien.
Zeef in schroefkoppeling van
de toevoerslang is verstopt.
Waterkraan zit vol met kalkaanslag of is defect.
Afvoerslang is geknikt.Knik uit de slang halen.
Maximale pomphoogte van
1m is overschreden.
Afvoerpomp is verstopt.
Bij een sifonaansluiting: sifon is verstopt.
30
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Het wasgoed is grauw en kalk heeft zich in de trommel vastgezet.
• Er is onvoldoende wasmiddel gebruikt.
• Niet het juiste wasmiddel is gebruikt.
• Speciale vervuilingen zijn niet voorbehandeld.
• Programma of temperatuur zijn niet correct ingesteld.
Op het wasgoed zijn grijze vlekken aanwezig
• Met zalf, vet of olie vervuild wasgoed is met te weinig wasmiddel ge-
wassen.
• Er is op te lage temperatuur gewassen.
• De meest voorkomende oorzaak is dat wasverzachter, en met name in
geconcentreerde vorm, op het wasgoed terecht is gekomen. Dergelijke vlekken dienen zo snel mogelijk uitgewassen te worden en de betreffende wasverzachter dient voorzichtig gebruikt te worden.
Na de laatste spoelgang is nog schuim zichtbaar
• Moderne wasmiddelen kunnen ook in de laatste spoelgang nog
schuim veroorzaken. Het wasgoed is echter voldoende gespoeld.
Witte restanten op het wasgoed
• Het betreft niet opgeloste bestanddelen van moderne wasmiddelen.
Dit is niet het gevolg van onvoldoende spoelen.
Wasgoed uitschudden of afborstelen. Eventueel het wasgoed in de
toekomst voor het wassen binnenste buiten keren. Wasmiddelkeuze
controleren. Met name bij donker wasgoed is het gebruik van een
vloeibaar wasmiddel aan te bevelen.
31
Water aftappen
1Waarschuwing! Voor het aftappen de wasautomaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken!
Waarschuwing! Het sop dat uit de aftapslang komt kan heet zijn. Ver-
brandingsgevaar! Voor het aftappen het sop laten afkoelen!
1. Het klepje van de sokkel open klappen en lostrekken.
2. De aftapslang uitnemen.
3. Een vlakke opvangbak onder de
slang plaatsen. Aansluitend de afsluitstoppen linksom draaien en
lostrekken.
4. Het sop loopt weg. Indien noodzakelijk de opvangbak meerdere keren
legen en de aftapslang tussentijds
met de afsluitstoppen sluiten.
Als het sop afgetapt is:
5. De afsluitstoppen goed in de aftapslang plaatsen en rechtsom vast-
draaien.
6. De aftapslang weer in de houder terug plaatsen.
7. Het klepje van de sokkel inzetten en sluiten.
32
Afvoerpomp
De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het openen van de pompdeksel is alleen in geval van een storing vereist, als er geen water weg wordt gepompt, bijv. bij een geblokkeerd pompwiel.
Controleer altijd voor het vullen met wasgoed of er geen vreemde
voorwerpen in de zakken zitten of tussen het wasgoed aanwezig zijn.
Paperclips, spijkers, enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terechtkomen blijven in het pomphuis liggen (filter voor vreemde
voorwerpen dat het pompwiel beschermt).
1Waarschuwing! Voor het openen van de pompdeksel de wasautomaat
uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken!
1. Tap eerst het water uit de wasautomaat af.
2. Leg een doek op de vloer voor het deksel van de afvoerpomp.
Er kan restwater uitlopen.
3. Het pompdeksel linksom losschroeven en uitnemen.
4. Eventuele vreemde voorwerpen en
textielpluizen uit het pomphuis en
van het pompwiel verwijderen.
5. Controleer of het pompwiel helemaal achter in het pomphuis rond
kan worden gedraaid. (Het is normaal als het pompwiel stootsgewijs
draait.) Als het pompwiel niet kan
worden gedraaid dient u contact op
te nemen met de service-afdeling.
6. Pompdeksel weer terugplaatsen.
Lipjes van de deksel zijdelings in de
geleidingssleuven inschuiven en de
deksel rechtsom vastdraaien.
7. De aftapslang sluiten en in de houder plaatsen.
8. Klepje van de sokkel sluiten.
33
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
2
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1Waarschuwing! Bij afgedankte apparatuur dient de stroomstekker uit
het stopcontact genomen te worden. De voedingskabel afsnijden en
met de stekker verwijderen.
Het slot van de vuldeur onklaar maken. Als gevolg kunnen kinderen
zich niet insluiten en niet in levensgevaar komen.
34
Technische gegevens
Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen:
5
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richt-
lijn 92/31/EEG
– 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn
hoogte x breedte x diepte850 x 598 x 603mm
Diepte bij geopende vuldeur.980 mm
In hoogte verstelbaar:ca. +10/-5mm
Vulhoeveelheid (programmaafhankelijk)
ToepassingsgebiedHuishouden
Trommeltoerental centrifugerenzie kenplaatje
Waterdruk1-10bar (=10–100N/cm2=0,1–1,0MPa)
max. 6kg
Verbruikswaarden
De verbruikswaarden voor gekozen programma's in de volgende tabel
zijn onder normomstandigheden bepaald. Deze waarden kunnen in het
dagelijks gebruik afwijken.
Wasprogramma/
temperatuur
E-STAND
KOOK-WAS 95Katoen6522,05
KATOEN/SYNTH. 40
VLEKKEN
KATOEN/SYNTH. 40Synthetische stoffen3480,52
FIJNE WAS 30Synthetische stoffen3540,40
WOL 30Wol2460,32
1) De bepaling van het vulgewicht geschiedt volgens EN 60.456 Standard load.
2) Aanwijzing: programma-instelling voor tests volgens EN 60 456 en IEC 60 456.
2)
2)
De verbruikswaarden kunnen van de aangegeven waarden afwijken, afhankelijk van
de druk, de hardheid en de toevoertemperatuur van het water, de omgevingstemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, het gebruikte wasmiddel, schommelingen in de netspanning en de gekozen extra functies.
Type textiel
Katoen6371,02
Katoen6480,66
Vulgewicht
1)
in kg
Water
in liters
Energie
in kWh
35
Opstel- en aansluitaanwijzing
1Veiligheidsaanwijzingen voor de
installatie
• Deze wasautomaat is niet geschikt voor onderbouw.
• Voor de ingebruikname dient het apparaat op transportschade ge-
controleerd te worden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier.
• Voor de ingebruikname dienen alle delen van de transportbeveiliging
verwijderd te zijn. Anders kan er bij het centrifugeren schade aan het
apparaat of aan naburige meubels ontstaan.
• Voor de inbedrijfname dient de spatwaterbeveiliging op het apparaat
tot stand gebracht te zijn (zie “Transportbeveiliging verwijderen”).
• De stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerd geaard
stopcontact steken.
• Bij een vaste aansluiting: Een vaste aansluiting mag uitsluitend door
een erkend vakman worden uitgevoerd.
• Controleer voor de ingebruikname of de op het typeplaatje van het
apparaat vermelde nominale spanning en stroomsoort met netspanning en stroomsoort op de plaats van de opstelling overeenkomen.
Ook de elektrische zekering die nodig is kunt u van het typeplaatje
aflezen.
• Zijn voor de juiste wateraansluiting van de wasautomaat werkzaam-
heden aan de waterinstallatie noodzakelijk, dan moeten deze door
een erkend installateur worden uitgevoerd.
• Zijn voor de juiste elektrische aansluiting van de wasautomaat werk-
zaamheden aan het stroomnet noodzakelijk, dan moeten deze door
een erkend installateur worden uitgevoerd.
• Het aansluitsnoer van de wasautomaat mag uitsluitend door de servi-
ce-afdeling of een erkend vakman worden vervangen.
36
Opstelling van het apparaat
Het apparaat transporteren
1Waarschuwing! De wasautomaat heeft een hoog gewicht. Kans op ver-
wonding! Voorzichtig bij het optillen.
• Het apparaat niet op de voorzijde en niet op de rechter zijkant (vanaf
de voorzijde gezien) neerleggen. De elektrische componenten kunnen
nat worden.
• Het apparaat nooit zonder transportbeveiliging transporteren. De
transportbeveiliging dient pas op de plaats van de opstelling verwijderd te worden! Het transporteren zonder transportbeveiliging kan
tot beschadigingen aan het apparaat leiden.
• Het apparaat niet aan de geopende vuldeur en ook niet aan de sokkel
optillen.
Bij het transporteren met een steekwagen:
• De steekwagen alleen vanaf de zijkant onder het apparaat plaatsen.
Het blad van de steekwagen mag niet langer dan 24 cm zijn omdat
anders delen van het waterbeveiligingssysteem kunnen worden beschadigd.
Transportbeveiliging verwijderen
Let op! Voor de ingebruikname die-
nen alle delen van de transportbeveiliging verwijderd te worden!
Transportbeveiliging voor een mogelijk later transport (verhuizing)
bewaren.
1. Op de achterzijde van het apparaat
de beide slanghouders openen en de
slangen en het aansluitsnoer
uitnemen.
37
2. De beide slanghouders met een
krachtige ruk van het apparaat
aftrekken.
3. Beide kunststof kappen zijdelings
eraf trekken.
3De speciale sleutel A en de afsluit-
doppen B (2 stuks) en C (1 stuk) zijn
bij het apparaat gevoegd.
4. Schroef D incl. drukveer met de speciale sleutel A verwijderen.
5. Afsluitdop C volgens afbeelding omkeren.
6. Opening met de afsluitdop C
afsluiten.
7. De twee schroeven E met de speciale
sleutel A losschroeven.
8. De vier schroeven F met de speciale
sleutel A losschroeven.
9. Transportrail G afnemen.
10. De vier schroeven F weer indraaien.
11. De twee grote openingen met de af-
sluitdoppen B afsluiten.
Let op! Alle afsluitdoppen B
(2 stuks) en C (1 stuk) zo krachtig indrukken dat deze in de achterwand
vastklikken (spatwaterbescherming!).
38
Plaats van opstelling
Let op! Het apparaat mag niet in ruimte waar het kan vriezen worden
gebruikt. Vorstschade of negatieve invloed op de functies! Vorstschade
valt niet onder de garantie!
• De vloer dient stevig en egaal te zijn. Het apparaat niet op tapijt of
zachte vloerbedekking opstellen.
• De vloer dient schoon en droog te zijn en vrij te zijn van vettige aan-
slag zodat het apparaat niet weg kan glijden.
• Bij opstellingsplaatsen op een vloer voorzien van een klein formaat
tegels dient een in de handel verkrijgbare en daarvoor geschikte rubbermat onder het apparaat geplaatst te worden.
Als het apparaat op een sokkel
moet staan:
opdat het apparaat veilig op de sokkel staat, moeten borgplaten*) worden gemonteerd waarin het
apparaat wordt geplaatst.
Als het apparaat op een zwevende vloer moet staan, bijv. een vloer
van houten balken en houten vloerdelen:
het apparaat indien mogelijk in een hoek van de ruimte plaatsen.
1. Een waterbestendige houten plaat (minimale dikte: 15 mm) op ten
minste twee vloerbalken vastschroeven.
2. Borgplaten*) op de houten plaat monteren, waarin het apparaat wordt
geplaatst.
*) De borgplaten zijn bij de service-afdeling verkrijgbaar.
Het apparaat juist afstellen
3Automatische stelvoet: De voet links achter is een soort veer. Daar-
door staat het apparaat stabiel en geeft het bij belasting iets naar de
linkerachterhoek mee. De automatische stelvoet garandeert een stabiele stand van het apparaat, ook bij hoge centrifugetoerentallen. In principe hoeft de automatische stelvoet niet ingesteld te worden.
39
De vier voeten van het apparaat zijn
vooraf ingesteld.
Grove oneffenheden kunnen door
het individueel instellen van de in
hoogte verstelbare schroefvoeten
worden gecompenseerd.
Hiervoor dient de bijgeleverde speciale sleutel gebruikt te worden.
Let op! Oneffenheden van het
grondoppervlak niet met behulp van
stukjes hout, karton of soortgelijke
materialen compenseren, maar door
het afstellen van de in hoogte verstelbare schroefvoeten.
Elektrische aansluiting
Gegevens over de netspanning, stroomsoort en de vereiste zekering zijn
op het typeplaatje aangegeven. Het typeplaatje is bij de vulopening
aangebracht.
Wateraansluiting
40
Let op!
• Dit apparaat mag niet aan de warmwatervoorziening worden aange-
sloten!
• Bij het aansluiten dient uitsluitend een nieuwe slangenset gebruikt te
worden.
• Het apparaat uitsluitend aan de drinkwaterleiding aansluiten. Regen-
water alleen dan gebruiken als het aan de eisen volgens DIN1986 en
DIN1988 voldoet.
• Toevoer- en afvoerslang niet in een knik leggen of platdrukken!
Toegestane waterdruk
De waterdruk dient ten minste 1 bar (=10 N/cm2 = 0,1 MPa) te zijn en
mag ten hoogste 10 bar (= 100 N/cm
– Bij een druk hoger dan 10bar: een drukverlagingsventiel plaatsen.
– Bij een druk lager dan 1bar: de toevoerslang aan de kant van het ap-
paraat bij de magneetinlaatklep losschroeven en de doorstroomregelaar uitnemen (daarvoor de zeef met een spitse tang verwijderen en
de daarachter gelegen rubberen ring uitnemen). De zeef weer terugplaatsen.
2
=1 MPa) bedragen.
Watertoevoer
Een drukslang met een lengte van 1,5meter is meegeleverd.
Indien een langere toevoerslang vereist is, dient uitsluitend een originele slang gebruikt te worden. De klantendienst heeft slangensets in diverse lengtes beschikbaar.
3Afdichtringen zijn of in de kunststof moeren van de slangverbindingen
geïntegreerd of in een separate verpakking bijgevoegd. Geen andere afdichtingen gebruiken!
Let op! Alle slangverbindingen mogen uitsluitend met de hand vastgedraaid worden.
1. De slang met de afgewikkelde aansluiting aan de machine aansluiten.
Let op! De toevoerslang niet
loodrecht naar beneden, maar volgens de afbeelding naar rechts of
naar links leggen.
2. De slang met de rechte aansluiting
aan de waterkraan met schroefdraad
R 3/4 (duim) aansluiten.
3. De kraan geleidelijk openen en controleren of alle aansluitingen dicht
zijn.
41
Waterafvoer
Het hoogteverschil tussen de onderkant van de wasautomaat en de waterafvoer mag ten hoogste 1 meter zijn.
Voor een verlenging mogen uitsluitend originele slangen worden gebruikt. (max. 3 meter, op de vloer gelegd en tot een hoogte van 80 cm).
De service-afdeling heeft afvoerslangen in diverse lengtes beschikbaar.
Waterafvoer in een sifon
Het verbindingspunt tuit/sifon met
een slangklem (in de vakhandel verkrijgbaar) vastzetten.
Waterafvoer in een wastafel/badkuip
1Let op!
– Kleine wastafels zijn hier niet voor
geschikt. Het water kan overlopen!
– Het uiteinde van de afvoerslang
mag niet in het uitgepompte water ondergedompeld zijn. Anders
kan het water in het apparaat teruggezogen worden!
– Bij afvoer in een wastafel of een
badkuip dient de afvoerslang met
het meegeleverde bochtstuk tegen
wegglijden geblokkeerd te worden.
Het uitlopende water kan anders
de slang uit de wastafel duwen.
– Bij het wegpompen controleren of
het water voldoende snel wegloopt.
42
Afvoerhoogtes van meer dan 1 meter
De afvoerpomp van de wasautomaat voert het sop tot op een hoogte
van 1meter af, dit gerekend vanaf de onderkant van het apparaat.
Let op! Bij afvoerhoogtes van meer dan 1 meter kunnen storingen en
beschadigingen aan het apparaat optreden.
Voor afvoerhoogtes van meer dan 1 meter is een ombouwset verkrijgbaar. Neem hiervoor a.u.b. contact op met de service-afdeling.
Garantievoorwaarden
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan
het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12
maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch)
glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11 . Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de beno-
digde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale
in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te
rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een
nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het pro-
duct, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten.
Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte
43
producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke
of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk bin-
nen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke,
gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit
is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen
het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het
toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de
technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht,
tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de
rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs
een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal
aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer
volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten
terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door
de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
44
Adres service-afdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
tel.0172-468 300
tel.0172-468 172
www.aeg.nl
45
46
Service
Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem
zelf kunt oplossen.
Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met
onze service-afdeling.
Om u snel te kunnen helpen, hebben
wij de volgende gegevens nodig:
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg