Lees deze informatie aandachtig door.
Let vooral op hoofdstuk “Veiligheid” op de eerste pagina's. Bewaar dit
boekje goed zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje door
aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
In de tekst worden de volgende symbolen gebruikt:
1 Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Waarschuwing: Aanwijzingen m.b.t. uw persoonlijke veiligheid.
Attentie: Aanwijzingen m.b.t. het voorkomen van schade aan het ap-
paraat.
3Aanwijzingen en praktische tips
2Informatie m.b.t. het milieu
1. Deze cijfers leiden u stap voor stap door de bediening van het apparaat.
2. …
3. …
Mocht er een storing optreden, dan vindt u in dit boekje tips om storingen zelf op te heffen, zie hoofdstuk "Wat is er aan de hand als...“.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met onze service-afdeling (zie ook hoofdstuk Service).
Gedrukt op milieuvriendelijk gefabriceerd papier.
Wie milieubewust denkt, handelt ook zo …
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u op het volgende te wijzen.
Vóór het in gebruik nemen
• Lees de "Opstel- en aansluitaanwijzing“ achter in dit boekje.
• Bij aflevering van het apparaat in de winter met temperaturen onder
nul: wasautomaat vóór het in gebruik nemen 24 uur op kamertemperatuur laten staan.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasautomaat is alleen bedoeld voor huishoudelijk gebruik, voor
het wassen van wasgoed. Als het apparaat voor verkeerde doeleinden
wordt gebruikt of foutief wordt bediend, wordt eventuele schade niet
door de garantiebepalingen gedekt.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn uit
veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Gebruik alleen wasmiddelen die geschikt zijn voor wasautomaten. Let
op de aanwijzingen van de wasmiddelfabrikant.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten. Let hier
ook op bij het wassen van voorbehandeld wasgoed.
• Gebruik de wasautomaat niet voor chemische reiniging.
• Kleur- en ontkleuringsmiddelen mogen alleen in de wasautomaat ge-
bruikt worden, als de fabrikant van deze producten uitdrukkelijk aangeeft dat dat mogelijk is. Voor eventuele schade zijn wij niet
verantwoordelijk.
• Gebruik alleen leidingwater. Gebruik regenwater alleen als dat aan de
voorschriften volgens DIN1986 und DIN1988 voldoet.
• Beschadigingen ten gevolge van vorst worden niet door de garantiebepalingen gedekt! Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het
kan gaan vriezen, moet bij kans op vorst het water worden afgetapt
(zie hoofdstuk "Water aftappen“).
6
Veiligheid van kinderen
• Delen van de verpakking (bijv. folie, styropor) kunnen gevaarlijk zijn
voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Verpakkingsonderdelen uit de
buurt van kinderen houden.
• Kinderen zien vaak de gevaren niet die de omgang met elektrische
apparaten met zich meebrengt. Zorg daarom voor het nodige toezicht
als het apparaat aanstaat en laat kinderen niet met de wasautomaat
spelen - ze zouden zichzelf of andere kinderen in het apparaat kunnen opsluiten.
• Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel van
de wasautomaat klimmen.
• Als u het toestel afdankt: trek de stekker uit het stopcontact, maak
het deurslot onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker en
snoer weg. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere kinderen niet in het
apparaat opsluiten en niet in levensgevaar komen.
Algemene veiligheid
• Reparaties aan de wasautomaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's leiden. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling.
• Neem de wasautomaat nooit in gebruik, als het aansluitsnoer beschadigd is of als bedieningspaneel, bovenblad of sokkel zo beschadigd
zijn, dat de binnenkant van het apparaat toegankelijk is.
• Schakel de wasautomaat uit voordat u hem gaat schoonmaken. Bovendien de stekker uit het stopcontact trekken of - bij vaste aansluiting - automatische zekering in de huisinstallatie uitschakelen of
zekering geheel uitdraaien.
• Wanneer het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, moet het apparaat worden losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
• Stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de
stekker.
• Meerwegstekkers, koppelingen en verlengsnoeren mogen niet worden
gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
• Sproei de wasautomaat niet met een waterstraal af. Kans op kortsluiting!
• Bij wasprogramma's met hoge temperaturen wordt het deurglas heet.
Niet aanraken!
7
• Laat het sop afkoelen voordat u water gaat aftappen, de pomp gaat
reinigen of noodontgrendeling van de deur gaat toepassen.
• Kleine huisdieren kunnen aan snoeren en slangen knagen. Kans op
kortsluiting en overstroming! Kleine dieren uit de buurt van de wasautomaat houden.
2Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen!
Verwijder de verpakking van de wasautomaat op de juiste manier. Alle
gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu-onvriendelijk en kunnen hergebruikt worden.
• De kunststof delen zijn voorzien van een internationaal gebruikte codering:
>PE<voor polyethyleen, bijv. de folieverpakking
>PS<voor polystyreen, bijv. de hoekbeschermers
(volkomen CFK-vrij)
>POM< voor polyoxymetheen, bijv. kunststof klemmen
• Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer
in een container voor oud papier te deponeren.
Oud apparaat verwijderen!
Als u het apparaat afdankt, lever het dan in bij uw vakhandelaar of informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking
in uw woonplaats.
8
2Milieutips
• Voor doorsnee vervuild wasgoed is een voorwas of inweken niet nodig. Zo spaart u wasmiddelen, water en tijd (en belast u minder het
milieu!).
• De wasmachine werkt bijzonder zuinig wanneer u de aangegeven
vulgewichten gebruikt.
• In geval van kleine washoeveelheden enkel de helft tot twee derden
van de aanbevolen dosis aan wasmiddel gebruiken.
• Door de goede voorbehandeling van vlekken en vuil kunt u bij een lagere temperatuur wassen.
• Vaak zijn ook wasverzachters niet nodig. Probeer het eens! Wanneer
u een droogautomaat gebruikt, wordt uw wasgoed ook zonder wasverzachter zacht en vlokkig.
• Ingeval van een gemiddelde tot een hoge waterhardheid (vanaf hardheidsgraad II, zie “Was- en nabehandelingsmiddelen”) dient u waterontharders te gebruiken. Het wasmiddel kan dan altijd voor
hardheidsgraad I (= zacht) gedoseerd worden.
9
Het eerste in gebruik nemen - taalkeuze instellen
Na het eerste in gebruik nemen van het apparaat moet u direct instellen in welke taal de indicaties in het display moeten worden weergegeven.
1. Druk op de draaiknop.
Het display in het midden
van het bedieningspaneel
gaat branden. Het apparaat
is ingeschakeld. Rechts in het
display verschijnen de talen
die u kunt kiezen.
Attentie: wanneer er geen
talen worden weergegeven in het display, werd het apparaat al eerder
ingeschakeld. Zie in dit geval het hoofdstuk “Taalkeuze veranderen”
wanneer u de instelling van de taalkeuze wilt veranderen.
2. Draai aan de draaiknop totdat de gewenste taal met het
kader is gemarkeerd.
EXTRAS
Í
3. Druk op de toets SELECTIE.
Naast de gemarkeerde taal
verschijnt een vinkje. Vanaf
EXTRA´S
Î
nu worden alle indicaties in
het display in de gekozen
taal weergegeven.
4. Druk op de draaiknop om het
apparaat uit te schakelen.
Wanneer u het apparaat
EXTRA´S
Î
weer inschakelt, worden alle
indicaties in het display in de
ingestelde taal weergegeven.
3Lees het hoofdstuk “Vóór het in gebruik nemen” voordat u een wasgang
uitvoert.
10
Beschrijving van het apparaat
Vooraanzicht
Bedieningspaneel met display
Schuiflade
voor was- en
nabehandelingsmiddel
Schroefpootjes
(in hoogte verstelbaar);
links achter:
automatische
stelvoet
In dit hoofdstuk is beschreven hoe u met weinig bedieningselementen
(1 draaiknop en 4 toetsen) een veelvoud van functies kunt instellen en
met elkaar kunt combineren. Het interactieve display maakt deze eenvoudige bedieningswijze mogelijk.
Interactief betekent: na elke stap die u maakt in de bediening, wordt
het display van de wasautomaat geactualiseerd. Hierdoor kunnen alleen
zinvolle instellingen worden ingesteld.
In het informatieveld en in de symboolregel daaronder kunt u op elk
moment zien wat de actuele instelling is.
Om snel te wennen aan het bedienen van de wasautomaat via een display, raden wij u aan dit hoofdstuk goed te lezen.
In-/uitschakelen
Door te drukken op de draaiknop kunt u het apparaat inen uitschakelen.
Bij het inschakelen komt de
draaiknop uit de ingedrukte
stand.
Bij het uitschakelen drukt u
de draaiknop weer terug in
de ingedrukte stand.
3Wacht na het uitschakelen ca. 3 seconden voordat u het apparaat weer
inschakelt. Hierdoor worden eventueel eerder ingestelde programmainstellingen uitgeschakeld.
Instellingen uitschakelen
Indien u instellingen die u per abuis hebt ingesteld weer wilt uitschakelen, dient u het apparaat met de draaiknop uit te schakelen en na ca. 3
seconden weer in te schakelen. U kunt de wasautomaat nu opnieuw
instellen.
13
Navigatie-indicatie
In het display van uw wasautomaat zijn de functies in niveaus en pagina's verdeeld.
Een niveau kan bestaan uit
meerdere pagina's.
Niveau 3 (actueel niveau)
Niveau 2
Niveau 1
Actuele pagina
U kunt in de navigatie-indi-
Totaal aantal pagina's
catie zien op welk niveau en
op welke pagina u zich momenteel bevindt (hier: niveau 3, pagina 1 van 2).
Draaiknop en pagina's
Door te draaien aan de draaiknop markeert u de keuzemogelijkheden
rechts in het display.
Door tegen de klok in te
draaien beweegt u het markeringskader omlaag. Als het
markeringskader de laatste
keuzemogelijkheid van een
pagina heeft gemarkeerd
(hier: WOL) en u draait verder tegen de klok in, dan
verschijnt de volgende pagina in het display (ö).
Door met de klok mee te
draaien beweegt u het markeringskader omhoog. Als
het markeringskader de eerste keuzemogelijkheid van
een pagina heeft gemarkeerd
(hier: ZIJDE) en u draait verder met de klok mee, dan
verschijnt de vorige pagina in het display (î).
WOL 30°C
ZIJDE 30°C
î
H
ö
H
14
Toetsen en niveaus
Met de toetsen kunt u:
– een keuzemogelijkheid ac-
tiveren die zich rechts
naast de toets bevindt,
bijvoorbeeld START;
– keuzemogelijkheden ver-
anderen, bijvoorbeeld de
temperatuur;
– naar een ander niveau in het display gaan, bijvoorbeeld met de toets
OPTIES.
1. niveau 1: Programma's
î (1. niveau 1, pagina 1 van 3)
Op dit niveau kunt u:
– het programma, de tempe-
ratuur en het centrifugetoerental instellen;
– met de toets OPTIES naar
niveau 2 gaan.
2. niveau 2: OPTIES
ç (2. niveau 2, pagina 1 van 1)
Op dit niveau kunt u verschillende extra functies instellen.
– Met de toets SELECTIE kunt
u enkele OPTIES direct inschakelen, bijvoorbeeld
VLEKKEN.
Bij andere OPTIES
(bijvoorbeeld KORT/EXTRA KORT) kunt u naar het niveau eronder
gaan, waar u uit meerdere mogelijkheden kunt kiezen.
– Met de toets TERUG gaat u weer terug naar het niveau erboven.
– Met de toets EXTRA'S gaat u naar niveau 3.
KATOEN/SYNTH. 60°C
î
H
FIJNE WAS 40°C
î
H
FIJNE WAS 40°C
ç
3U kunt voor elk programma een of meer opties instellen. Let daarbij op
het volgende:
Stel eerst het programma in (niveau 1) en dan de optie (niveau 2).
15
3. niveau 3: EXTRA'S
ì (3. niveau 3, pagina 1 van 2)
Op dit niveau kunt u verschillende basisinstellingen
EXTRA´S
instellen. Deze basisinstellingen worden niet uitgeschakeld wanneer u de
wasautomaat uitschakelt. De
basisinstellingen blijven net
zo lang actief totdat de instellingen worden uitgeschakeld.
Zie hoofdstuk “Extra's” voor een gedetailleerde beschrijving.
Voorbeeld van een programma-instelling
Programma FIJNE WAS, 30°C, 1000 TPM, met optie VLEKKEN.
1. Druk op de draaiknop.
Het apparaat is ingeschakeld.
De indicaties in het display
gaan branden.
ì
2. Markeer met de draaiknop
het wasprogramma FIJNE
WAS.
3. Druk net zo vaak op de toets
voor de wastemperatuur totdat de temperatuur 30° verschijnt.
4. Druk net zo vaak op de toets
voor het centrifugetoerental
totdat het centrifugetoerental 1000 verschijnt.
16
FIJNE WAS 40°C
î
H
FIJNE WAS 30°C
î
H
FIJNE WAS 30°C
î
H
5. Druk op de toets OPTIES.
FIJNE WAS 30°C
î
6. Markeer met de draaiknop
de optie VLEKKEN.
7. Druk op de toets SELECTIE.
Rechts naast VLEKKEN ver-
schijnt een vinkje. De optie is
FIJNE WAS 30°C
FIJNE WAS 30°C
H
ç
F ç
geactiveerd.
In de symboolregel verschijnt
F.
3Lees het hoofdstuk “Was-/nabehandelingsmiddel toevoegen” en "Was-
goed in de machine doen" voordat u het wasprogramma start.
8. Wanneer u het in dit voorbeeld ingestelde programma
wilt starten:
– drukt u op de toets START.
Het wasprogramma wordt
gestart.
FIJNE WAS 30°C
F ç
– Druk anders op de draai-
knop om het apparaat uit
te schakelen.
De indicaties in het display
gaan uit.
Alle hiervoor beschreven
instellingen zijn weer uitgeschakeld.
FIJNE WAS 30°C
F ç
17
Functie-overzicht
Programma's (niveau 1)
Wasprogramma
KATOEN/SYNTH.
Een universeel wasprogramma (20 °C tot 60 °C)
voor witte/bonte was (katoen/linnen), kreukherstellend textiel (gemengde weefsels zoals bijvoorbeeld katoen/polyester) en synthetische
stoffen. Het wasprogramma past zich aan de verschillende soorten weefsels en vulgewichten aan.
Kies bij overwegend katoen/linnen een programma voor witte/bonte was en bij overwegend synthetische stoffen een programma voor kreukherstellend wasgoed. Als u
alleen kreukherstellend wasgoed in de wasautomaat doet, dient u een
maximaal vulgewicht van 2,5 kg aan te houden om kreuken in het wasgoed te voorkomen.
KATOEN/SYNTH. 60°C
2E-STAND
Energie- en waterbesparend programma bij een temperatuur van 60 °C
voor licht tot normaal vervuilde witte/bonte was (katoen/linnen).
KOOK-WAS
Wasprogramma bij een temperatuur van 95 °C voor witte/bonte was
(katoen/linnen).
î
H
FIJNE WAS
Wasprogramma voor fijne was bij een temperatuur van 30 °C of 40 °C.
WOL H (handwas)
Wasprogramma (KOUD tot 40 °C) voor in de machine wasbare en met
de hand wasbare wol met het behandelingsetiket ï (handwas).
ZIJDE H (handwas)
Wasprogramma bij een temperatuur van 30 °C
voor met de hand wasbare en in de machine
wasbare zijde.
3Omdat zijde een bijzonder kwetsbare textielsoort
is, raden wij aan slechts één kledingstuk per wasgang te wassen en dit kledingstuk nooit samen
met ander ruw textiel te wassen. Extreem kwetsbaar zijde wordt nog voorzichtiger behandeld als u kiest voor de optie
KORT/EXTRA KORT.
18
ZIJDE 30°C
ö
H
LINGERIE
Kort wasprogramma bij een temperatuur van 40 °C voor fijn en kwetsbaar textiel. Attentie: doe lingerie met voorgevormde beugels in een
wasnet of een zakje!
40°-60° MIX
Programma voor bonte was, die op verschillende wastemperaturen
moet worden gewassen. Verschillende stukken wasgoed die volgens het
behandelingsetiket bij een temperatuur van 40 °C of bij een temperatuur van 60 °C gewoonlijk apart moeten worden gewassen, kunt u samen wassen in het programma 40°-60° MIX. Zo benut u de capaciteit
van de trommel beter en bespaart u energie. Door de verlengde wastijd
is het wasresultaat gelijk aan het wasresultaat van een normaal 60°Cprogramma.
STRIJKVRIJ
Wasprogramma bij een temperatuur van 40 °C voor kreukherstellend
textiel, dat na dit programma nog slechts licht of zelfs helemaal niet
hoeft te worden gestreken.
OPFRISSEN
Wasprogramma van ca. 20 minuten bij een temperatuur van 30 °C voor
het kort doorwassen van textiel (bijvoorbeeld licht vervuilde sportkleding die slechts een keer is gedragen).
FASHION
Bijzonder kort wasprogramma bij een temperatuur van 40 °C voor modern textiel, zoals bij-
FASHION 40°C
voorbeeld viscose, Modal, Cupro en Lyocell.
ú
Extra programma's
KORT CENTR.
Wegpompen van het water na een spoelstop en kort centrifugeren resp.
afzonderlijk kort centrifugeren van kwetsbaar textiel (fijne was, wol) bij
een lager toerental.
CENTRIFUGEREN
Wegpompen van het water na een spoelstop en centrifugeren resp. afzonderlijk centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was en
kreukherstellend wasgoed.
19
STIJVEN
Afzonderlijk stijven, afzonderlijk wasverzachten, afzonderlijk impregneren van vochtige was (1 spoelgang, vloeibaar nabehandelingsmiddel uit
het inspoelvakje æ wordt in de machine gespoeld, centrifugeren).
Met deze programma-instelling kunt u ook een afzonderlijke spoelgang
uitvoeren. In dit geval doet u geen nabehandelingsmiddel in het inspoelvakje.
POMPEN
Wegpompen van het water na een spoelstop (zonder centrifugeren).
3Spoelstop betekent: de was blijft in het laatste spoelwater liggen en
wordt niet gecentrifugeerd.
Opties (niveau 2)
Met de toets OPTIES gaat u
naar niveau 2. Op dit niveau
kunt u verschillende extra
functies toevoegen aan het
eerder gekozen wasprogramma. U kunt het programma
aanpassen aan het soort
weefsel of de mate van vervuiling van het wasgoed. Ook kunt u de starttijd en de duur van een
wasprogramma bepalen. Er worden alleen opties aangeboden die met
het gekozen wasprogramma kunnen worden gecombineerd. De opties
zijn na afloop van het wasprogramma weer uitgeschakeld.
KATOEN/SYNTH. 60°C
î
H
20
KORT/EXTRA KORT Z
Kort wasprogramma voor
licht vervuilde was.
Wanneer u de optie KORT/
EXTRA KORT hebt ingesteld,
verschijnt Z in de symboolregel.
KATOEN/SYNTH. 60°C
ç
KATOEN/SYNTH. 60°C
è
STARTUITSTEL
Met de optie STARTUITSTEL kunt u de start van een wasprogramma uitstellen. U kunt de optie STARTUITSTEL in stappen van 30 minuten instellen. In het display worden de actuele tijd en het tijdstip waarop het
programma eindigt weergegeven (bijvoorbeeld 14:23 - 20:28).
BEHOEDZAAM S
Speciale extra functie met een duidelijk verhoogde spoelwerking (extra
spoelgang) en tegelijk een minder belastende behandeling van de
weefsels (minder bewegingen van de trommel). Ideaal wanneer er vaak
moet worden gewassen, bijvoorbeeld bij overgevoeligheid van de huid.
U kunt bovendien nog een extra spoelgang (SPOELEN+) kiezen (zie
hoofdstuk “Extra's”). Wanneer u de optie BEHOEDZAAM hebt ingesteld,
wordt S in de symboolregel weergegeven.
VLEKKEN F
Voor het behandelen van sterk vervuilde was of was met vlekken. (Vlekkenzout of -tabs worden op het optimale tijdstip tijdens het verloop
van het programma in de wasautomaat gespoeld.) Wanneer u de optie
VLEKKEN hebt ingesteld, wordt F in de symboolregel weergegeven.
VOORWAS V
Koud voorwassen voor de automatisch volgende hoofdwasgang. Wanneer u de optie VOORWAS hebt ingesteld, wordt V in de symboolregel
weergegeven.
Extra’s (niveau 3)
Met de toets EXTRA'S gaat u
naar het derde niveau. Hier
kunt u, onafhankelijk van
het betreffende wasprogramma, verschillende basisinstellingen kiezen. Deze
basisinstellingen blijven actief totdat de instellingen
weer worden uitgeschakeld.
GEHEUGEN
Programma-instellingen die veel worden gebruikt, kunt u opslaan (bijvoorbeeld KATOEN/SYNTH., 40°C, 1200 TPM, met optie KORT/EXTRA
KORT).
Voor het opslaan van de instellingen zijn 4 geheugenplaatsen beschikbaar. De opgeslagen programma-instelling verschijnt als keuzemogelijkheid op de eerste pagina met programma's (bijvoorbeeld
KATOEN/SYNTH. 60°C
ç
21
M1: KATOEN/SYNTH.) en kan net als een normaal wasprogramma worden gekozen. (Zie hoofdstuk: “Geheugen: Programma-instelling opslaan”.)
SPOELEN+ P
De wasautomaat is ingesteld
op een uiterst spaarzaam
waterverbruik. Voor mensen
EXTRA´S
ì
die een allergie hebben en in
gebieden met zeer zacht water, kan het echter behulpzaam zijn om met meer
water te spoelen. Wanneer u
SPOELEN+ kiest, wordt er behalve bij de programma's WOL H, ZIJDE H
en LINGERIE een extra spoelgang uitgevoerd. Wanneer u SPOELEN+
hebt ingesteld, verschijnt P in de symboolregel.
AFKOELING WATER
Het sop wordt vóór het wegpompen na afloop van de hoofdwasgang
door aanvoer van koud water afgekoeld om thermische beschadigingen
van kunststof afvoerslangen te voorkomen. Deze basisinstelling is alleen mogelijk bij de programma's KOOK-WAS, KATOEN/SYNTH. en ESTAND.
LOS SCHUDDEN
Deze functie voor instelbaar centrifugeren is geïntegreerd in het centrifugeren aan het einde van het programma. De was hecht minder aan de
wand van de trommel en kan beter uit de wasautomaat worden gehaald.
22
TAALKEUZE
Met deze functie kunt u instellen in welke taal de indicaties in het display moeten worden weergegeven. (Zie hoofdstuk “Taalkeuze veranderen”.)
TIMER
Met deze functie kunt u de actuele tijd instellen. Dit is belangrijk om
het einde van het wasprogramma in het display te kunnen weergeven
en om de extra functie STARTUITSTEL te kunnen gebruiken. (Zie hoofdstuk “Vóór het in gebruik nemen: Timer instellen”.)
SIGNAALVOLUME
Wanneer u op de toetsen drukt, klinkt er een geluidssignaal. Het signaalvolume kan worden ingesteld resp. de signaaltoon kan worden uitgeschakeld. U kunt het signaalvolume van het alarm bij foutmeldingen
niet veranderen.
Voordat u gaat wassen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
• Wasgoed volgens wasetiket sorteren (zie "Textielsoorten en was-
etiketten“).
• Zakken leegmaken.
• Metalen delen (paperclips, veiligheidsspelden enz.) verwijderen.
• Om te voorkomen dat het wasgoed beschadigt en een kluwen vormt:
ritssluitingen sluiten, slopen en dekbedovertrekken dichtknopen, losse
ceintuurs en lange schortbanden samenbinden.
• Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzak, anorak enz.) binnenste
buiten keren.
• Gebreid gekleurd textiel, wol en textiel met applicaties: binnenste
buiten keren.
• Kleine en tere stukken wasgoed (babysokjes, panty's, beha's enz.) in
een wasnetje, een kussensloop met ritssluiting of in een grote sok
wassen.
• Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Metalen of kunststof rol-
letjes of haken verwijderen of de vitrages in een net of zak binden.
Voor beschadigingen kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.
• Gekleurd en wit wasgoed niet samen wassen. Wit wasgoed verkleurt
resp. vergrauwt dan.
• Nieuw gekleurd wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken kunt u de eer-
ste keer beter apart wassen.
• Kleine en grote stukken tegelijk wassen! Daardoor verbetert de was-
werking en het wasgoed wordt bij het centrifugeren gunstiger verdeeld.
• Wasgoed losschudden voordat u het in de machine doet.
• Wasgoed uit elkaar gevouwen in de trommel doen.
• Let op de aanwijzingen "apart wassen“ en "meermalen apart wassen“!
23
Soorten wasgoed en behandelingsetiketten
De behandelingsetiketten helpen u bij de keuze van het juiste wasprogramma. De was moet worden gesorteerd op soort en op behandelingsetiket. De temperatuurvoorschriften op de behandelingsetiketten zijn
altijd de maximale waarden.
Witte was O
Textiel van katoen (Cotton) en linnen met dit behandelingsetiket is niet
gevoelig voor mechanische belasting en hoge temperaturen. Voor dit
soort wasgoed is het programma KOOK-WAS geschikt.
Bonte was MJ
Textiel van katoen en linnen met dit behandelingsetiket is niet gevoelig
voor mechanische belasting. Voor dit soort wasgoed is het programma
KATOEN/SYNTH. geschikt.
Kreukherstellend wasgoed NK
Textiel zoals bewerkt katoen, samengestelde stoffen met katoen en
synthetische stoffen met dit behandelingsetiket vraagt om een mechanisch minder belastende behandeling. Voor dit soort wasgoed kunt u de
programma's KATOEN/SYNTH. enSTRIJKVRIJ gebruiken.
Fijne was L
Textiel zoals mengvezels, microvezels, synthetische stoffen en gordijnen
met dit behandelingsetiket vraagt om een voorzichtige behandeling.
Voor deze soorten wasgoed is het programma FIJNE WAS geschikt.
24
Viscose KL
Modern textiel, zoals bijvoorbeeld viscose, Cupro, Lyocell en Modal
vraagt om een bijzonder voorzichtige behandeling. Voor deze soorten
wasgoed is het programma FASHION geschikt.
Lingerie KL
Voor fijn en kwetsbaar textiel van polyester, polyamide en voor gemengde weefsels met dit behandelingsetiket is het programma LINGERIE geschikt.
Wol, zijde en bijzonder kwetsbaar wasgoed WLH
Textiel zoals wol, wolmengsels en zijde met dit behandelingsetiket is
bijzonder gevoelig voor mechanische belasting. Voor dit type textiel
zijn de programma's WOL H en ZIJDE Hgeschikt.
Attentie! Textiel met het behandelingsetiket G (Niet wassen!) mag
niet in de wasautomaat worden gewassen!
Was- en nabehandelingsmiddelen
Welk was- en nabehandelingsmiddel?
Gebruik alleen was- en nabehandelingsmiddelen die geschikt zijn voor
gebruik in de wasautomaat. Let altijd op de aanwijzingen van de fabrikant.
Hoeveel was- en nabehandelingsmiddel?
De hoeveelheid is afhankelijk:
• van de mate van verontreiniging van het wasgoed
• van de hardheidsgraad van het leidingwater
• van het vulgewicht
2Als de wasmiddelfabrikant geen doseeraanwijzingen voor kleine hoe-
veelheden wasgoed geeft, doseert u bij halve belading een derde minder, bij nog kleinere belading en bij STRIJKVRIJ slechts de helft van de
hoeveelheid wasmiddel die voor een volle belading wordt geadviseerd.
Let op de gebruiks- en doseeraanwijzingen van de fabrikant van wasen nabehandelingsmiddel.
Waterontharder
Bij gemiddelde tot hoge waterhardheid (vanaf hardheid II) moet ontharder worden gebruikt. Let op de aanwijzingen van de fabrikant! Wasmiddel dan altijd voor hardheid I (= weich) doseren. Informatie over de
waterhardheid in uw woonplaats kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.
2Omdat de waterontharder vóór het hoofdwasmiddel wordt ingespoeld
(voorontharding), is 80% van de op de verpakking aangegeven hoeveelheid ontharder voldoende.
Aanwijzingen m.b.t. de waterhardheid
hardheidsbereik
I - laag onder 10onder 1,8
II - gemiddeld 10 - 161,8 - 2,9
III - hoog boven 16boven 2,9
waterhardheid in °dH
(graden Duitse hardheid)
waterhardheid in mmol/ l
(millimol per liter)
25
Vóór het in gebruik nemen
Timer instellen
Vóór het in gebruik nemen en bij het omschakelen naar zomer- en wintertijd moet u de timer instellen.
1. Druk op de draaiknop.
Het apparaat is ingeschakeld.
2. Druk op de toets OPTIES.
KATOEN/SYNTH. 60°C
î
3. Druk op de toets EXTRA'S.
4. Draai de draaiknop naar
TIMER.
5. Druk op de toets SELECTIE.
6. Stel de actuele tijd in met de
draaiknop.
7. Druk op de toets SELECTIE
om de ingestelde tijd op te
slaan.
8. Druk 3x op de toets TERUG.
U bevindt zich op het eerste
niveau en kunt nu een wasprogramma instellen.
H
KATOEN/SYNTH. 60°C
ç
EXTRA´S
ô
EXTRA´S
é
26
Reiniging vóór het in gebruik nemen uitvoeren
Voer vóór het in gebruik nemen van de wasautomaat een wasgang zonder wasgoed uit (KATOEN/SYNTH. 60°, met halve hoeveelheid wasmiddel).
Daardoor worden bij de fabricage ontstane resten in de trommel en de
kuip verwijderd.
1. Druk op de draaiknop.
Het apparaat is ingeschakeld.
2. Voeg wasmiddel toe in het
linkervak van de wasmiddelschuiflade.
3. Druk op de toets START.
Het wasprogramma wordt
gestart.
KATOEN/SYNTH. 60°C
î
H
27
Een wasgang uitvoeren
Vuldeur openen en sluiten
• Openen: trek aan de greep van de vuldeur.
• Sluiten: druk de vuldeur goed dicht.
3Als het symbool O in het display wordt weergegeven, kunt u de vul-
deur openen.
Als het symbool N
vergrendeld.
Wanneer de foutmelding DEUR SLUITEN A.U.B. in het display wordt
weergegeven, is er geprobeerd een wasprogramma te starten terwijl de
vuldeur niet goed was gesloten. In dit geval dient u de vuldeur goed
dicht te drukken en het wasprogramma opnieuw te starten.
in het display wordt weergegeven, dan is de vuldeur
Wasgoed in de machine doen
3Voor aanwijzigen voor de juiste voorbereiding van het wasgoed, zie
“Wasgoed sorteren en voorbereiden”.
1. Wasgoed sorteren op soort en voorbereiden.
2. Vuldeur openen: trek aan de greep van de vuldeur.
3. Wasgoed in de machine doen.
Attentie! Let op dat er geen was-
goed tussen de deur wordt geklemd!
Wasgoed en apparaat zouden hierdoor kunnen worden beschadigd!
4. Vuldeur goed sluiten.
28
Was-/nabehandelingsmiddel toevoegen
3Voor aanwijzingen met betrekking tot was- en nabehandelingsmidde-
len raadpleegt u de paragraaf “Was- en nabehandelingsmiddelen”.
1. Wasmiddelschuiflade openen: pak
de klep onderaan de schuiflade
beet (1) en trek de schuiflade tot
de aanslag naar buiten (2).
2. Was-/nabehandelingsmiddel in de
lade doen.
Vak voor hoofdwasmiddel in
poedervorm/tabs (links):
Als u waterontharder gebruikt en
het rechtervak nodig hebt voor het
voorwasmiddel, voeg de waterontharder dan toe aan het hoofdwasmiddel in het linkervak.
Vak voor vlekkenzout/tabs
(midden achter):
Voeg alleen vlekkenmiddel toe wanneer u de optie VLEKKEN hebt gekozen.
Vak voor waterontharder
of voor voorwasmiddel (rechts):
Voeg alleen voorwasmiddel toe
wanneer u de optie VOORWAS hebt
gekozen.
Vak voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (midden voor):
Wasverzachter, verzorgingsmiddel,
stijfsel
Attentie! Vak niet verder dan tot de markering MAX vullen. Dikvloeibare middelen eventueel verdunnen tot aan de markering MAX, stijfsel in
poedervorm oplossen.
Tip: een kleine hoeveelheid restwater in het vak voor vloeibare nabehandelingsmiddelen is normaal en heeft geen negatieve invloed op het
spoelresultaat.
3. Schuiflade helemaal naar binnen schuiven.
poedervormig
hoofdwasmiddel/tabs
Vlekkenzout/ -tabs
Vloeibare nabehande-
lingsmiddelen
Waterontharder
of voorwasmiddel
29
3Bij gebruik van vloeibaar wasmiddel/tabs:
Vloeibaar wasmiddel resp. tabs in de door de wasmiddelfabrikant aangeboden doseerhouders doen. Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel op.
Wasprogramma instellen
1. Druk op de draaiknop.
Het apparaat is ingeschakeld.
2. Markeer met de draaiknop
het gewenste wasprogramma, bijvoorbeeld FIJNE WAS.
3. Druk net zo vaak op de toets
voor de wastemperatuur totdat de gewenste temperatuur verschijnt (bijvoorbeeld
30°).
4. Druk net zo vaak op de toets
voor het centrifugetoerental
totdat het gewenste centrifugetoerental (bijvoorbeeld
1000) of de indicatie SPOELSTOP verschijnt.
5. Wanneer u geen verdere instellingen wilt instellen,
drukt u op de toets START.
Het wasprogramma wordt
gestart. (Zie hoofdstuk
“Wasprogramma starten”.)
Raadpleeg het hoofdstuk
“Opties instellen” wanneer u
opties wilt instellen.
30
FIJNE WAS 40°C
î
H
FIJNE WAS 30°C
î
H
FIJNE WAS 30°C
î
H
FIJNE WAS 30°C
î
H
Opties instellen, bijvoorbeeld STARTUITSTEL
Met de optie STARTUITSTEL kunt u de start van een wasprogramma met
1 tot maximaal23,5uur uitstellen.
1. Druk op de toets OPTIES.
FIJNE WAS 30°C
î
2. Markeer met de draaiknop
de optie STARTUITSTEL.
3. Druk op de toets SELECTIE.
4. Stel met de draaiknop het
gewenste tijdstip in waarop
het wasprogramma moet zijn
FIJNE WAS 30°C
FIJNE WAS 30°C
H
ç
è
beëindigd.
3U kunt de optie STARTUIT-
STEL in stappen van 30 minuten instellen.
5. Druk op de toets SELECTIE.
In het informatieveld verandert het tijdstip waarop het programma ein-
digt (bijvoorbeeld 14:06).
6. Druk op de toets START.
3Tijdens het verloop van de optie STARTUITSTEL schakelt de wasauto-
maat over naar de modus Stand-by. De achtergrondverlichting van het
display gaat uit.
STARTUITSTEL afbreken:
• Druk op de toets START.
Het wasprogramma start on-
middellijk.
FIJNE WAS 30°C
N§
31
Wasprogramma starten
1. Controleer of de waterkraan is geopend.
2. Nadat u het wasprogramma
en eventuele opties hebt ingesteld, drukt u op de toets
FIJNE WAS 30°C
è
START.
Het wasprogramma wordt
gestart.
H
3Ca. 30 seconden nadat u de
wasautomaat hebt ingeschakeld of nadat u voor de laatste keer een
toets of een draaiknop hebt aangeraakt, gaat de indicatie START knipperen. Wanneer u geen verdere instellingen moet instellen, drukt u op
de toets START.
Als u starttijdkeuze hebt ingesteld:
Als u de optie STARTUITSTEL hebt gekozen, eindigt het wasprogramma
op het in het display aangegeven tijdstip. Zolang het wasprogramma
nog niet is gestart, kunt u de starttijdkeuze afbreken. Het wasprogramma start dan gelijk. (Zie hoofdstuk “Opties instellen, bijvoorbeeld
STARTUITSTEL”.)
Wanneer u voor de start van het programma nog meer wasgoed in de
machine wilt doen:
1. Druk op de toets OPEN. Het
symbool O
verschijnt.
2. Open de vuldeur.
Doe het wasgoed in de machine.
FIJNE WAS 30°C
N§
3. Sluit daarna de vuldeur en
druk op de toets SLUITEN.
32
FIJNE WAS 30°C
O§
Verloop van het wasprogramma
Tijdens het uitvoeren van het
wasprogramma worden in
het display altijd de actuele
programmastap (bijvoorbeeld hoofdwas) en een balk
voor het programmaverloop
weergegeven.
Tijdens het verloop van het
programma wordt in het display het symbool N
deur is vergrendeld.
Restfocht/Belading
Tijdens het uitvoeren van het
wasprogramma worden in
het display bovendien nog
de volgende aanduidingen
gegeven:
– De te verwachten hoeveel-
heid resterend water van
de wasgang aan het programma-einde. Deze waarde hangt van het ingestelde centrifugetoerental af.
– Belading van de wastrommel (in stappen van 10 procent.)
Deze waarde wordt enkel bij de programma' s KATOEN/SYNTH. en
KOOK-WAS aangegeven. De belading kan pas ongeveer vijftien minuten na de programmastart door de wasautomaat herkend worden.
FIJNE WAS 30°C
KATOEN/SYNTH. 60°C
N§
weergegeven: de vul-
N§
Centrifugetoerental veranderen
Tijdens het wasprogramma kan het centrifugetoerental nog worden
veranderd of kan spoelstop worden ingesteld. Andere instellingen kunnen niet worden veranderd.
Programma afbreken
Om het programma voortijdig af te breken, schakelt u het apparaat uit
(druk op de draaiknop).
3U kunt het wasprogramma op elk moment onderbreken met de toets
PAUZE.
33
Wasgang beëindigd
Nadat een wasprogramma is beëindigd, verschijnt WAS VERWIJDEREN
in het display.
3 Wanneer u binnen ca. 3 minuten na het einde van het programma niet
op een toets hebt gedrukt resp. de draaiknop niet hebt aangeraakt,
schakelt de wasautomaat over naar de modus Stand-by. Door te drukken op een van de toetsen of door aan de draaiknop te draaien wordt
de modus Stand-by weer uitgeschakeld.
3Wanneer u STRIJKVRIJ hebt gekozen, volgt na het einde van het pro-
gramma een anti-kreukfase van ca. 30 minuten. Tijdens deze antikreukfase kunt u het wasgoed op elk moment uit de machine nemen.
Druk hiervoor op de toets PAUZE. U kunt de vuldeur nu openen.
Bij een spoelstop
Wanneer de wasgang met een spoelstop eindigt, moet het water eerst
worden weggepompt resp. moet het wasgoed eerst worden gecentrifugeerd:
Centrifugeren:
1. Stel het gewenste centrifu-
getoerental in.
FIJNE WAS 30°C
N§
2. Druk op de toets START.
De was wordt gecentrifu-
geerd.
Kort centrifugeren of Pompen:
1. Schakel het apparaat uit en
weer in.
2. Markeer met de draaiknop
– KORT CENTR. (eventueel
lager centrifugetoerental)
of
– POMPEN.
34
FIJNE WAS 30°C
N§
KORT CENTRIFUG.
ú
3. Druk op de toets START.
– Bij kort centrifug. wordt het water weggepompt en de was kort ge-
centrifugeerd.
– Bij pompen wordt het water weggepompt (zonder centrifugeren).
Was uit de machine nemen
Als het symbool O§in het
display wordt weergegeven,
kunt u de vuldeur openen.
1. Open de vuldeur door aan de
greep te trekken.
2. Neem de was uit de machine.
3. Druk op de draaiknop.
Het apparaat is uitgeschakeld.
Attentie! Wanneer de wasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt:
moet u de waterkraan dichtdraaien en het apparaat loskoppelen van
het elektriciteitsnet. (De beveiliging tegen wateroverlast, aqua-control,
werkt niet wanneer de stroomtoevoer is onderbroken.)
EINDE
O§
Indicatie OVERDOSERING
Wanneer na afloop van een
wasgang OVERDOSERING in
het display wordt weergegeven, hebt u teveel wasmiddel
gebruikt in het laatste
wasprogramma. Let bij de
volgende wasgang op de doseeraanwijzingen van de
wasmiddelfabrikant en op het vulgewicht!
EINDE
O§
35
GEHEUGEN
Programma-instelling opslaan
Met de basisinstelling GEHEUGEN kunnen programmacombinaties die
veel worden gebruikt, zoals wasprogramma, temperatuur, centrifugetoerental en optie(s) worden opgeslagen. Voor het opslaan van de instellingen zijn 4 geheugenplaatsen beschikbaar. Het opgeslagen
programma kan dan net als elk ander wasprogramma worden gekozen.
3U kunt geen extra's opslaan met GEHEUGEN. Extra's moeten afzonder-
lijk worden ingesteld en blijven net zo lang actief totdat de instellingen
weer worden uitgeschakeld.
Voorbeeld: KATOEN/SYNTH., 40 °C, 1200 TPM, met optie BEHOEDZAAM.
1. Druk op de draaiknop.
Het apparaat is ingeschakeld.
2. Draai de draaiknop naar het
programma KATOEN/SYNTH.
3. Stel met de toetsen de temperatuur en het centrifugetoerental in.
4. Druk op de toets OPTIES.
5. Markeer met de draaiknop
de optie BEHOEDZAAM.
6. Druk op de toets SELECTIE.
In het display verschijnt het
symbool S.
7. Druk op de toets EXTRA'S.
36
KATOEN/SYNTH. 40°C
î
H
KATOEN/SYNTH. 40°C
ç
KATOEN/SYNTH. 40°C
Sç
GEHEUGEN is gemarkeerd.
8. Druk op de toets SELECTIE.
EXTRA´S
ì
GEHEUGEN 1 is gemarkeerd:
9. Druk op de toets OPSLAAN.
De programma-instelling
GEHEUGEN
é
wordt opgeslagen.
10. Druk 3x op de toets TERUG.
GEHEUGEN
U bevindt zich weer op het
eerste niveau.
3De opgeslagen programma-
instelling verschijnt als eerste keuzemogelijkheid op de
KATOEN/SYNTH. 40°C
é
Sþ
eerste pagina (M1: KATOEN/
SYNTH. 40°C, met 1200 TPM
en optie BEHOEDZAAM/S).
De opgeslagen programmainstelling kan nu net als elk ander wasprogramma worden gekozen.
Met deze nieuwe keuzemogelijkheid bestaat het eerste niveau uit in totaal vier pagina's. Het navigatiesymbool verandert in þ.
37
Opgeslagen programma-instelling uitschakelen
1. Druk op de toets OPTIES.
KATOEN/SYNTH. 40°C
Sþ
2. Druk op de toets EXTRA'S.
GEHEUGEN is gemarkeerd:
3. Druk op de toets SELECTIE.
4. Markeer met de draaiknop
GEHEUGEN 1.
5. Druk op de toets CANCEL.
De opgeslagen programmainstelling wordt uitgeschakeld.
Druk vervolgens 3x op de
toets TERUG.
U bevindt zich weer op het eerste niveau.
KATOEN/SYNTH. 40°C
ç
EXTRA´S
ì
EXTRA‘S
é
38
Taalkeuze veranderen
Wanneer de indicaties in het display in een andere taal moeten worden
weergegeven, kunt u de instelling van de taalkeuze veranderen.
1. Druk op de draaiknop.
Het apparaat is ingeschakeld.
2. Druk op de toets OPTIES.
3. Druk op de toets EXTRA'S.
4. Markeer met de draaiknop
TAALKEUZE.
5. Druk op de toets SELECTIE.
KATOEN/SYNTH. 60°C
î
H
KATOEN/SYNTH. 60°C
ç
EXTRA´S
ô
EXTRA´S
ô
39
6. Markeer met de draaiknop
de gewenste taal, bijvoorbeeld Engels.
Zodra de taal is gemarkeerd,
worden de indicaties in het
display in deze taal weergegeven.
7. Sla de gekozen taal op met
de toets SELECT.
Vanaf nu worden alle indicaties in het display in de gekozen taal weergegeven.
EXTRAS
Í
EXTRAS
Í
40
Reiniging en onderhoud
Bedieningspaneel
Attentie! Geen middelen voor het onderhoud van meubelen of agres-
sieve reinigingsmiddelen gebruiken voor het reinigen van paneel en bedieningselementen.
Bedieningspaneel met een vochtig doekje afnemen. Daarvoor warm
water gebruiken.
Wasmiddellade
Van tijd tot tijd moet de wasmiddellade worden gereinigd.
1. De lade zo ver mogelijk naar buiten trekken.
2. De lade met een flinke ruk losnemen.
3. Wasverzachterbakje uit het middel-
ste vak nemen.
4. Wasverzachterbakje onder stromend water reinigen.
5. Inspoelvakjes met warm water vanaf de achterzijde schoonmaken.
U kunt het beste een flessenborstel
gebruiken.
41
6. Wasverzachterbakje weer stevig opzetten, tot het niet verder kan.
7. Gehele inspoelbereik van de wasau-
tomaat, vooral ook de sproeiers aan
de bovenzijde van de inspoelvakjes, met een borsteltje reinigen.
8. Lade weer in de geleiders zetten en
naar binnen schuiven.
Wastrommel
De wastrommel is van roestvrij edelstaal. Door roestende vreemde voorwerpen in het wasgoed kunnen roestvlekken op de trommel ontstaan.
Attentie! De stalen trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen, chloor- of ijzerhoudende schuurmiddelen of staalwol reinigen. Bij
onze service-afdeling zijn geschikte middelen te verkrijgen.
Eventuele roestvlekken op de trommel met een reinigingsmiddel voor
roestvrij staal verwijderen.
Deur
42
Regelmatig controleren of zich aanslag of vreemde voorwerpen in de
rubber manchet achter de deur bevinden en deze eventueel verwijderen.
Afvoerpomp reinigen
Paperclips, spijkers enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terecht zijn gekomen, blijven in het huis van de afvoerpomp liggen. Op zulke voorwerpen kunnen zich textielpluizen afzetten die
daardoor de afvoerpomp verstoppen.
Daarom minstens één maal per jaar de afvoerpomp reinigen.
1 Waarschuwing! Vóór het reinigen van de afvoerpomp wasautomaat
uitschakelen en stekker uit het stopcontact trekken!
1. Eerst het water aftappen (zie hoofdstuk "Water aftappen“).
2. Doekje op de vloer voor het deksel van de afvoerpomp leggen. Er kan
restwater weglopen.
3. Deksel van de afvoerpomp linksom losschroeven en naar buiten
trekken.
4. Eventuele vreemde voorwerpen
uit de pomp verwijderen.
5. Deksel weer inzetten. Lipjes aan
het deksel opzij in de geleidingssleuven plaatsen en deksel rechtsom vastschroeven.
6. Aftapslang afsluiten en in de
houder plaatsen.
7. Klepje sluiten.
43
Wat is er aan de hand als...
Hulp bij storingen
Probeer in geval van storing aan de hand van onderstaande aanwijzingen het probleem zelf op te lossen. Als u voor een van de hier vermelde
storingen of vanwege bedieningsfouten de service-afdeling inschakelt,
wordt het bezoek van de service-technicus ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
• Wanneer op het display een foutmelding wordt weergegeven, dan
kunt u de fout eventueel zelf oplossen (zie de volgende storingstabel).
Nadat de fout is opgelost, drukt u op de toets START. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven, neem dan contact op met de klantenservice.
• Wanneer in het informa-
tieveld een storingsmelding verschijnt
(bijvoorbeeld CD6), neem
dan contact op met de
klantenservice. Geef in dit
geval de nummers door die
in het display worden
weergegeven.
ATTENTIE
44
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Wasautomaat doet het
niet.
Na het drukken op de
toets START begint het
wasprogramma niet. In
het display verschijnt
DEUR SLUITEN A.U.B.
Vuldeur laat zich niet
sluiten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Zekering van de elektrische
installatie in uw woning is
niet in orde.
Toets START niet ingedrukt.Druk op de toets START.
Vuldeur is niet goed gesloten.
Kinderbeveiliging is
ingesteld.
Steek de stekker in het stopcontact.
Zekering vervangen.
Vuldeur sluiten. De sluiting
moet hierbij hoorbaar vastklikken. Druk op de toets
START.
Wasautomaat trilt tijdens het wassen of
staat niet stil.
Sop van de hoofdwas
schuimt te sterk.
Water loopt onder de
wasautomaat uit.
Wasverzachter wordt
niet in de machine gespoeld, vakje æ voor
nabehandelingsmiddel
zit vol water.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
De in de hoogte verstelbare
schroefpootjes zijn niet
correct ingesteld.
Er zit zeer weinig was in de
trommel (bijvoorbeeld
slechts een badjas).
Water kan voor het centrifugeren niet volledig worden
weggepompt omdat de afvoerslang geknikt is of
de afvoerpomp verstopt is.
Waarschijnlijk hebt u teveel
wasmiddel gebruikt.
Schroefverbinding van de
toevoerslang zit niet vast.
Afvoerslang is lek.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Was zit tussen de vuldeur
geklemd.
De aftapslang is niet goed
afgesloten of is lek.
Het wasverzachterinzetstuk
in het vakje voor nabehandelingsmiddel is niet goed bevestigd of is verstopt.
Transportbeveiliging aan de
hand van de aanwijzingen
voor opstelling en
aansluiting verwijderen.
De pootjes aan de hand van
de aanwijzingen voor opstelling en aansluiting afstellen.
De functionering ondervindt
hiervan geen nadelige gevolgen.
Controleer hoe de
afvoerslang loopt en zo nodig de knik eruit halen of de
afvoerpomp schoonmaken
en zo nodig vreemde voorwerpen uit het pomphuis
verwijderen.
Wasmiddel precies volgens
de aanwijzingen van de fabrikant doseren.
Toevoerslang vastschroeven.
Afvoerslang controleren en
zo nodig vervangen.
Deksel goed sluiten.
Programma afbreken, was
tussen de vuldeur uit halen.
Programma opnieuw starten.
Aftapslang goed afsluiten
(zie paragraaf “Water aftappen”). Bij een lekkende aftapslang, contact opnemen
met de klantenservice.
Wasmiddelschuiflade reinigen, inzetstuk voor wasverzachter goed bevestigen.
45
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Maximaal vulgewicht aanhouden (zie hoofdstuk “Verbruikswaarden en
vulgewichten”). Bij kreukherstellend textiel het programma STRIJKVRIJ kiezen.
Vul de trommel altijd zo vol
mogelijk met kleine en grote
stukken wasgoed.
Wacht tot het symbool O
verschijnt.
Druk op een willekeurige
toets.
Het wasprogramma gaat verder wanneer de stroomuitval
voorbij is.
Indien de was uit de wasautomaat moet worden gehaald: als er water te zien is
in het zichtvenster van de
vuldeur, tapt u het water uit
de wasautomaat af (zie paragraaf “Water aftappen”).
Na ca. 4 minuten kunt u de
vuldeur openen.
Waterkraan volledig opendraaien.
De waterkraan dichtdraaien.
Toevoerslang losschroeven
van de waterkraan en van
het apparaat. Filter reinigen.
Geen negatieve invloed op
het spoelresultaat, eventueel
vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Druk op een willekeurige
toets.
Was is erg gekreukt.
Was is na het
centrifugeren niet zo
droog als gebruikelijk.
Vuldeur kan bij ingeschakeld apparaat niet
worden geopend. In
het display verschijnt
het symbool N.
Het display gaat uit tijdens het verloop van
een wasprogramma.
In de wasmiddelschuiflade zitten aangekoekte resten
wasmiddel.
Spoelwater is troebel.
De achtergrondverlichting van het display
gaat uit terwijl het apparaat is ingeschakeld.
Waarschijnlijk hebt u teveel
wasgoed in de machine gedaan.
De was kon voor het
centrifugeren niet
gelijkmatig in de trommel
worden verdeeld.
Vuldeur is om veiligheidsredenen vergrendeld.
De wasautomaat bevindt
zich in de modus Stand-by.
Stroomuitval.
De vuldeur blijft om veiligheidsredenen ca. 4 minuten
vergrendeld.
Waterkraan is niet volledig
opengedraaid.
Filter in de schroefverbinding
van de toevoerslang naar de
waterkraan of naar het apparaat is verstopt.
Oorzaak hiervan is vermoedelijk een wasmiddel met een
hoog silicaatgehalte.
De wasautomaat bevindt
zich in de modus Stand-by.
46
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Waterkraan is dichtgedraaid. Waterkraan opendraaien.
Er wordt geen water
toegevoerd. In het display verschijnt WATERKRAAN OPENEN.
De afvoerpomp van de
wasautomaat blijft
pompen terwijl het apparaat is uitgeschakeld.
Was is niet goed gecentrifugeerd, in de
trommel is nog restwater zichtbaar.
In het display verschijnt WATERAFVOER
CONTROLEREN.
Filter in de schroefverbinding
van de toevoerslang is
verstopt.
Waterkraan heeft kalkaanslag of is defect.
De beveiliging tegen wateroverlast, aqua-control, is in
werking getreden.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Maximale pomphoogte (afvoerhoogte van 1m vanaf de
onderkant van het apparaat)
is overschreden.
Afvoerpomp is verstopt.
Bij sifonaansluiting: sifon is
verstopt.
De waterkraan dichtdraaien.
Slang van de waterkraan afschroeven, filter uitnemen en
onder stromend water
schoonmaken.
Waterkraan controleren en
zo nodig laten repareren.
Waterkraan dichtdraaien,
vervolgens de stekker uit het
stopcontact trekken en contact opnemen met de
klantenservice.
Haal de knik uit de slang.
Neem contact op met de
klantenservice; voor afvoerhoogtes van meer dan 1m is
een speciale ombouwset verkrijgbaar.
Apparaat uitzetten en de
stekker uit het stopcontact
trekken, afvoerpomp
schoonmaken.
Sifon reinigen.
47
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Als het wasgoed grauw is en zich in de trommel kalk afzet
• U hebt niet genoeg wasmiddel gedoseerd.
• U hebt niet het juiste wasmiddel gebruikt.
• U hebt speciale verontreinigingen niet voorbehandeld.
• U hebt niet het juiste programma of de juiste temperatuur gekozen.
Als op het wasgoed nog grijze vlekken zitten
• U hebt door zalf, vet of olie verontreinigd wasgoed met te weinig
wasmiddel gewassen.
• U hebt met te lage temperatuur gewassen.
• Vaak is wasverzachter (vooral in geconcentreerde vorm) op het was-
goed terechtgekomen. Zulke vlekken zo snel mogelijk uitwassen en
voorzichtig met de betreffende wasverzachter omgaan.
Als na de laatste spoelgang nog schuim zichtbaar is
• Moderne wasmiddelen kunnen ook in de laatste spoelgang nog
schuim veroorzaken. Het wasgoed is echter voldoende gespoeld.
Als op het wasgoed witte resten zitten
• Het gaat hierbij om onoplosbare bestanddelen van moderne wasmid-
delen. Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect.
Wasgoed uitschudden of uitborstelen. Misschien moet u het wasgoed
in het vervolg binnenste buiten wassen. Wasmiddel controleren,
eventueel vloeibaar wasmiddel gebruiken.
48
Water aftappen
• Als de wasautomaat het sop niet meer wegpompt, moet het water
worden afgetapt.
• Als de wasautomaat in een ruimte staat waar het kan gaan vriezen,
moet bij kans op vorst het water worden afgetapt.
Bovendien: toevoerslang van de waterkraan losschroeven en op de
vloer leggen, afvoerslang legen.
1 Waarschuwing! Voordat u water gaat aftappen de wasautomaat uit-
schakelen en de stekker uit het stopcontact trekken!
Voorzichtig! Het sop dat uit de aftapslang komt, kan heet zijn. Verb-
randingsgevaar! Voordat u water gaat aftappen sop eerst laten afkoelen.
1. Een plat bakje klaar zetten, om het uitlopende sop op te vangen.
2. Klepje rechts in de sokkel naar be-
neden klappen en lostrekken.
3. Aftapslang uit de houder nemen.
4. Bakje eronder zetten.
5. Afsluitstop van de aftapslang
linksom draaien en lostrekken.
Het sop loopt nu weg. Afhankelijk
van de hoeveelheid sop kan het
nodig zijn, het bakje verschillende
malen te legen. De aftapslang dan
tussendoor weer met de afsluitstop afsluiten.
49
Als het sop geheel weggelopen is:
6. Afsluitstop stevig in de aftapslang steken en rechtsom vastdraaien.
7. Aftapslang weer in de houder plaatsen.
8. Klepje in het sokkelpaneel zetten en sluiten.
Beveiliging tegen wateroverlast
aqua-control + aqua-alarm
Bij beschadiging van de toevoerslang blokkeert het systeem direct aan
de waterkraan de verdere watertoevoer naar het apparaat.
Mocht op een andere plek water uit de machine komen, dan pompt de
afvoerpomp het water automatisch weg - ook als het apparaat uitgeschakeld is. De wasautomaat moet alleen aan het stroomnet aangesloten zijn. Als de beveiliging tegen wateroverlast in werking treedt, klinkt
tegelijk een waarschuwingssignaal.
50
Kinderbeveiliging
Als de kinderbeveiliging is ingesteld, kan de deur niet meer gesloten worden en kan er geen
wasprogramma meer gestart worden.
Kinderbeveiliging instellen:
Draaiknop (aan de binnenzijde van
de deur) m.b.v. een geldstuk zo ver
mogelijk rechtsom draaien.
1 Waarschuwing! De draaiknop
mag na het instellen niet in de
verzonken stand staan, anders is
de kinderbeveiliging niet actief! De
draaiknop moet naar buiten staan,
zie afbeelding.
Kinderbeveiliging opheffen:
Draaiknop zo ver mogelijk linksom
draaien.
51
Verbruikswaarden en vulgewichten
Verbruikswaarden
De waarden voor gekozen programma's in de volgende tabel worden
gegeven als onder standaardcondities. De verbruikswaarden zijn afhankelijk van de gekozen instellingen (extra functies), maar ook van externe omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de temperatuur van het water
of het gebruikte wasmiddel. Bij toepassing voor huishoudelijke doeleinden vormen deze waarden echter een nuttige indicatie.
Wasprogramma/temperatuurType textiel
E-STAND
KOOK-WAS 95Katoen421,80
KATOEN/SYNTH. 60Katoen420,95
KATOEN/SYNTH. 40Katoen490,55
KATOEN/SYNTH. 60
KORT/EXTRA KORT (KORT)
KATOEN/SYNTH. 40
KORT/EXTRA KORT (KORT)
KATOEN/SYNTH. 40
KORT/EXTRA KORT (EXTRA KORT)
FIJNE WAS 30Synthetische stoffen540,35
WOL H 30Wol420,16
1) Tip: programma-instelling voor tests conform EN 60 456 en IEC 60 456.
1)
1)
1)
Katoen370,85
Synthetische stoffen480,70
Synthetische stoffen480,50
Synthetische stoffen420,50
Water
in liters
Energie
in kWh
52
Vulgewichten
WasprogrammaType textielVulgewicht in kg
KATOEN/SYNTH.Katoen5
KATOEN/SYNTH.Synthetische stoffen2,5
E-STANDKatoen5
KOOK-WASKatoen5
FIJNE WASSynthetische stoffen2,5
WOL HWol2
ZIJDE HZijde1
LINGERIESynthetische stoffen1
40°-60° MIXKatoen5
STRIJKVRIJ
OPFRISSEN
FASHIONViscose2,5
1) Vulgewichten conform EN 60 456 Standardload.
Synthetische stoffen/
katoen
Synthetische stoffen/
katoen
1
2,5
1)
53
Opstel- en aansluitaanwijzing
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid voor de
installatie
• Kantel de wasautomaat niet op z'n voorzijde en niet op z'n rechterzij-
de (van voren gezien). Elektrische onderdelen zouden nat kunnen
worden!
• Controleer de wasautomaat op transportschade. Een beschadigd ap-
paraat mag u in geen geval aansluiten. Wend u in geval van schade
tot uw leverancier.
• Controleer of alle onderdelen van de transportbeveiliging zijn verwij-
derd en of de spatwaterbescherming aan het apparaat gemonteerd is,
zie "Transportbeveiliging verwijderen“. Anders kunnen het tijdens het
centrifugeren het apparaat zelf en meubelen die ernaast staan beschadigd raken.
• Stekker altijd in een volgens de voorschriften randgeaard stopcontact
steken.
• Bij vaste aansluiting: vaste aansluiting mag alleen door een erkend
elektro-installateur worden uitgevoerd.
• Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het typeplaatje van
het apparaat aangegeven netspanning en stroomsoort overeenkomen
met netspanning en stroomsoort op de plek van opstelling. Op het
typeplaatje staat ook welke zekering nodig is.
• Wanneer voor de wateraansluiting van de wasautomaat werkzaam-
heden aan de waterinstallatie noodzakelijk zijn, moeten deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend installateur.
• Wanneer voor de elektrische aansluiting van de wasautomaat werk-
zaamheden aan het elektriciteitsnet noodzakelijk zijn, moeten deze
werkzaamheden worden uitgevoerd door een erkend elektro-installateur.
• Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-afdeling of door een
erkend installateur worden vervangen.
54
Opstelling van het apparaat
Wasautomaten met gewelfd voorpaneel zijn niet geschikt voor
3
onderbouw.
Apparaat vervoeren
• Leg de wasautomaat niet op z'n voorzijde en niet op z'n rechterzijde
(van voren gezien). Anders kunnen elektrische onderdelen nat
worden.
• Apparaat nooit vervoeren zonder transportbeveiliging. Transportbe-
veiliging pas op de plaats van opstelling verwijderen. Vervoer zonder
transportbeveiliging kan tot beschadiging van het apparaat leiden.
• Het apparaat nooit aan de geopende deur en ook niet aan de sokkel
optillen.
Bij transport met een steekwagen:
• Steekwagen alleen aan de zijkant van het apparaat plaatsen. Het blad
van de steekwagen mag niet langer zijn dan 24 cm, anders kan de
vlotterschakelaar beschadigd worden.
Transportbeveiliging verwijderen
Attentie! Vóór in gebruik nemen
van het apparaat beslist de transportbeveiliging verwijderen! Alle
onderdelen van de transportbeveiliging voor eventueel later
transport (verhuizing) goed bewaren.
1. Aan de achterzijde van het apparaat beide slanghouders openen
en slangen en aansluitsnoer eruit
nemen.
55
2. Beide slanghouders met een flinke ruk van het apparaat
lostrekken.
3De speciale sleutel A en de af-
sluitdopjes B (2 x) en C (1 x) worden met het apparaat
meegeleverd.
3. Schroef D incl. drukveer met
speciale sleutel A verwijderen.
4. Gat met afsluitdopje C afsluiten.
Attentie! Afsluitdopje zo stevig
in het gat drukken, dat het in de
achterwand valt (bescherming
van de binnenzijde van het
apparaat tegen spatwater).
5. De twee schroeven E m.b.v. de
speciale sleutel A uitdraaien.
6. De vier schroeven F m.b.v. de
speciale sleutel A uitdraaien.
7. Transportrail G losnemen.
8. De vier schroeven F weer in-
draaien.
9. De twee grote gaten met afsluitdopjes B afsluiten.
Attentie! Afsluitdopjes zo stevig
in het gat drukken, dat ze in de
achterwand vallen (bescherming
van de binnenzijde van het apparaat tegen spatwater).
56
Plaats van opstelling voorbereiden
• De vloer moet schoon en droog zijn, vrij van resten van boenwas en
andere vettige aanslag, zodat het apparaat niet kan wegglijden. Geen
vettige stoffen als glijmiddel gebruiken.
• Opstelling op hoogpolig tapijt of op tapijt met een rug van zacht
schuim is niet aan te bevelen, omdat daardoor de stabiliteit van het
apparaat niet gewaarborgd is.
• Als het apparaat op kleine tegels wordt opgesteld, er een rubber mat
onder leggen.
• Kleine oneffenheden in de vloer nooit compenseren d.m.v. hout, kar-
ton of iets dergelijks, maar altijd door verstellen van de schroefvoeten.
• Als vanwege ruimtegebrek opstelling van het apparaat direct naast
een fornuis onvermijdelijk is: Tussen fornuis en wasautomaat een
warmte-isolerende plaat (85 x 57 cm) plaatsen, die aan de kant van
het fornuis van aluminiumfolie voorzien moet zijn.
• De wasautomaat mag niet worden opgesteld in een ruimte waar het
kan gaan vriezen. Kans op beschadiging t.g.v. vorst!
• Toevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt of platgedrukt worden.
Opstelling op een betonnen sokkel
Bij opstelling op een betonnen
sokkel moeten uit veiligheidsoverwegingen beslist borgplaten worden gemonteerd, waarin de
wasautomaat wordt geplaatst.
Deze borgplaten zijn verkrijgbaar
bij onze service-afdeling onder ETnr. 645 425 058.
57
Opstelling op verende vloeren
Bij verende vloeren, vooral houten vloeren met meegevende planken,
een minstens 15 mm dikke, waterbestendige houten plaat op minstens
2 vloerbalken vastschroeven. Apparaat indien mogelijk in een hoek van
de kamer opstellen, omdat een houten vloer daar het stevigst en het
minst geneigd tot trillen is.
Oneffenheden in de vloer compenseren
3Automatische stelvoet: De voet links achter is een soort veer. Daar-
door staat het apparaat stabiel, ook bij hoge centrifugetoerentallen.
Mocht de wasautomaat tijdens het centrifugeren toch niet rustig staan,
dan gaat u als volgt te werk:
1. De drie stelvoeten op 10 mm instellen. Gebruik daarvoor de meegeleverde speciale sleutel voor
verwijderen van de transportbeveiliging.
Als de automatische stelvoet dan
niet tot op de vloer komt:
2. Automatische stelvoet (links
achter) met de hand zo ver als
nodig verlengen.
3. Opstelling eventueel m.b.v. een
waterpas controleren.
Attentie! Kleine oneffenheden in de vloer nooit compenseren d.m.v.
hout, karton of iets dergelijks, maar altijd door verstellen van de stelvoeten.
58
Elektrische aansluiting
Aanwijzingen m.b.t. netspanning,
stroomsoort en benodigde zekering
staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich boven achter de
deur.
De wasautomaat bezit veiligheidsinrichtingen die ervoor zorgen dat het
3
drinkwater niet door terugstromen verontreinigd kan worden en die
voldoen aan de voorschriften van de waterleidingbedrijven. Verdere
beschermende maatregelen in de installatie zijn daarom niet nodig.
Attentie!
– Apparaten voor aansluiting aan koud water mogen niet aan warm
water worden aangesloten!
– Bij de aansluiting alleen nieuwe slangensets gebruiken!
Toelaatbare waterdruk
De waterdruk moet minimaal 1 bar (= 10N/cm2 = 0,1MPa), maximaal
10bar (= 100 N/cm
• Bij meer dan 10 bar: reduceerventiel installeren.
• Bij minder dan 1bar: toevoerslang aan de kant van het apparaat bij
de magneetinlaapklep losschroeven en doorstroomregelaar eruit nemen (zeef m.b.v. een spitse tang verwijderen en rubber schijf daarachter uitnemen). Zeef weer inzetten.
2
= 1MPa) zijn.
59
Watertoevoer
Meegeleverd wordt een drukslang van 1,5 meter lang.
Als u een langere toevoerslang nodig hebt, gebruikt u dan uitsluitend
een bij onze service-afdeling verkrijgbare, VDE-goedgekeurde complete
slangenset met gemonteerde slangkoppeling.
– Voor wasautomaten zonder aqua-control zijn slangensets in lengtes
van 2,2m, 3,5m en 5m verkrijgbaar.
– Voor wasautomaten met aqua-control zijn slangensets in lengtes van
2,0m, 2,9m en 3,9m verkrijgbaar.
Attentie! In geen geval de slang verlengen!
3Afdichtringen zijn in de kunst-
stof moeren van de slangkoppeling of apart meegeleverd. Geen
andere afdichtringen gebruiken!
1. Slang met de gebogen aansluiting
aan de machine aansluiten.
Attentie!
– De toevoerslang niet loodrecht
naar beneden leggen, maar volgens de afbeelding naar rechts
of links draaien.
– Slangkoppeling alleen met de
hand aandraaien.
2. Slang met de rechte aansluiting
aan een waterkraan met schroefdraad R 3/4 (inch) aansluiten.
Attentie! Slangkoppeling alleen
met de hand aandraaien.
3. Vóór in gebruik nemen van de
wasautomaat controleren of de
aansluiting dicht is door de waterkraan langzaam open te
draaien.
60
Waterafvoer
De afvoerslang kan worden aangesloten op een sifon of in een wastafel,
gootsteen of badkuip worden gehangen.
Voor verlenging (max. 3 m via de vloer en dan max. 80 cm omhoog)
mogen alleen originele slangen worden gebruikt. Bij onze service-afdeling zijn afvoerslangen in lengten van 2,7 und 4m verkrijgbaar.
Attentie! De afvoerslang mag beslist niet geknikt zijn.
Waterafvoer in een sifon
De tuit aan het uiteinde van de
slang past op alle gangbare
sifontypes.
De verbinding tuit/sifon met een
slangklem borgen.
Waterafvoer in een wastafel,
gootsteen of badkuip
Attentie!
– Kleine gootstenen of wastafels zijn niet geschikt voor de waterafvoer.
Het water zou
kunnen overlopen!
– Het uiteinde van de afvoerslang
mag niet in het weggepompte
water liggen. Zo zou water in
het apparaat teruggezogen
kunnen worden!
– Om wegglijden van de slang in
een wastafel, gootsteen of badkuip te voorkomen, moet de
slang met het meegeleverde
bochtstuk worden vastgezet. De
slang zou anders door de terugslagkracht van het uitstromende water uit de wastafel
kunnen worden gedrukt.
61
Het bochtstuk m.b.v. een touw aan de waterkraan of de muur bevestigen.
Pomphoogten van meer dan 1meter
Voor het wegpompen van het sop bezit de wasautomaat een afvoerpomp, die via de afvoerslang vloeistof tot een hoogte van 1meter
transporteert, gerekend vanaf de standplaats van de machine.
Bij een pomphoogte van meer dan 1meter dient u contact op te nemen
met onze service-afdeling.
62
Technische gegevens
In hoogte verstelbaar ca. +10/-5mm
Vulgewicht (afhankelijk van het
programma)
Toepassingsgebiedhuishouden
Trommeltoerental centrifugerenzie typeplaatje
Waterdruk1-10 bar
Afmetingen
max. 5kg
(=10-100N/cm
2
= 0,1-1,0MPa)
(maten in mm)
63
Garantiebepalingen
Nederland
Garantievoorwaarden voor Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan
het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12
maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch)
glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11 . Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de beno-
digde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale
in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te
rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een
nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het pro-
duct, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
64
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten.
Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte
producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke
of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
TEL: 0172-468300
België
WAARBORGVOORWAARDEN
Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan
het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker.
Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk
te stellen gebruik.
2. De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.
4. Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te
worden overlegd.
5. De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch)
glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.
7. De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
• chemische en elektrochemische inwerking van water,
• abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
• voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
• contact met agressieve stoffen.
8. De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig
onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of gezonden
naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.
11 . Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de beno-
digde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door
abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
65
12. Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te
rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een
nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel,
zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel
voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of
gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.
Adres Klantendienst:
ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM
Bergensesteenweg, 719
1502 LEMBEEK
Tel.: 02.363.04.44
66
Adres service-afdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
Storingen/reparaties
(voor bezoek servicetechnicus)
Onderdelenverkooptel.
België
Electrolux Home Products Belgium
ELECTROLUX SERVICE
Bergensesteenweg 719
1502 Lembeek
Province de Liège:
S.D.E.
Rue Gaucet 26
4020 Liege
In het hoofdstuk "Wat is er aan de hand als ...“ zijn enkele storingen beschreven die u zelf kunt opheffen. Lees in geval van storing eerst dit
hoofdstuk. Als u daar geen aanwijzingen vindt, neemt u contact op met
onze service-afdeling. (Adres en telefoonnummer vindt u in hoofdstuk
"Adres service-afdeling“.)
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose
en de beslissing of bezoek van een servicetechnicus nodig is.
Noteer PNC-nummer en S-nummer.
Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de binnenzijde van de
deur van de wasautomaat.
• Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
• Geeft het display een foutmelding aan?
Wanneer ontstaan er voor u ook tijdens de garantietermijn kosten?
– als u de storing m.b.v. de storingstabel (zie hoofdstuk "Wat is er aan
de hand als …“) zelf had kunnen opheffen,
– als onze service-technicus u verschillende malen moet bezoeken, om-
dat hij voor zijn bezoek niet alle belangrijke informatie heeft gekregen en nu bijv. onderdelen moet halen. Dit kunt u voorkomen als u
uw telefoongesprek goed voorbereidt zoals boven beschreven.
71
From the Electrolux Group. The world´s No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden
ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg