AEG L76679FL User manual

Page 1
L 76679 FL NL Gebruiksaanwijzing
Page 2
www.aeg.com
2
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. TECHNISCHE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5. BEDIENINGSPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
6. PROGRAMMA’S . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
7. VERBRUIKSWAARDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
9. BEDIENING VAN HET APPARAAT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
10. AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
11. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
12. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
13. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
Page 3
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in­stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva­liditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha­melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin­deren.
• Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinde­ren.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap­paraat als de deur open is.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili­ging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
NEDERLANDS 3
1.2 Algemene veiligheid
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen ver­richt.
Page 4
www.aeg.com
4
• De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
• Respecteer het maximale laadvermogen van 7 kg (raadpleeg hoofdstuk “Programmaschema”).
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabri­kant of diens technische dienst of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situ­aties te voorkomen.
• De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa)
• De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing) mogen niet worden afgedekt door tapijt
• Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
2.1 Montage
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Bewaar de transportbouten. Als u het
apparaat gaat verplaatsen, moet de trommel worden geblokkeerd.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager is dan 0 °C of als het is blootgesteld aan het weer.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen.
• Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische informatie
• Gebruik altijd een correct geïnstal-
• Gebruik geen meerwegstekkers en
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromon­teur.
leerd, schokbestendig stopcontact.
verlengsnoeren.
niet beschadigt. Indien de voedings­kabel moet worden vervangen, dan MOET dit gebeuren door onze Klan­tenservice.
Page 5
• Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het aansluitnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
• Dit apparaat voldoet aan de EU-richt-
lijnen.
Aansluiting aan de waterleiding
• Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
• Het apparaat moet met de nieuwe
slangset worden aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet op­nieuw worden gebruikt.
• Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op nieuwe leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt.
• Zorg dat er geen lekkages zijn als u
het apparaat de eerste keer gebruikt.
2.2 Gebruik van het apparaat
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat.
• Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Volg de veiligheidsinstructies op de
verpakking van het vaatwasmiddel op.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
NEDERLANDS 5
re producten in, bij of op het appa­raat.
• Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden.
• Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed verwijdert.
• Plaats geen bak om mogelijke water­lekkage op te vangen onder het appa­raat. Neem contact op met de service­dienst om te raadplegen welke acces­soires gebruikt mogen worden.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Ge­bruik geen schuurmiddelen, schuur­sponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorko­men dat kinderen en huisdieren opge­sloten raken in het apparaat.
3. TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diep-
te
Totale diepte 540 mm
600 / 850 / 522 mm
Page 6
www.aeg.com
6
Aansluiting aan het elek­triciteitsnet:
Voltage Totale stroom Zekering Frequentie
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste stoffen en vochtigheid, behalve op de plaatsen waar de lage spanningsapparatuur geen bescher­ming heeft tegen vocht
Waterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1)
Koud water
Maximale belading Katoen 7 kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1600 toeren per minuut
1)
Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
1 2 3 8
4
5
230 V
2200 W
10A
50 Hz
IPX4
9
0
Bovenblad
1
Wasmiddeldoseerlade
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
1
6
7
Stelvoetjes
7
Afvoerslang
8
Watertoevoerklep
9
Netsnoer
10
Transportbouten
11
Stelvoetjes
12
2
Page 7
4.1 Accessoires
1 2
5. BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
NEDERLANDS 7
Moersleutel
1
Om de transportbouten te verwijde­ren.
Plastic dopjes
2
Voor het afdichten van de gaten aan de achterzijde van het apparaat na­dat u de transportbouten hebt ver­wijderd.
Toevoerslang met geïntegreerd
34
3
beschermingssysteem tegen wa­teroverlast
Om mogelijke wateroverlast te voor­komen.
Plastic slanggeleider
4
Om een afvoerslang op de rand van een gootsteen te bevestigen.
Katoen
Eco
Aan-/Uittoets (Aan/Uit)
1
Programmaschakelaar
2
Display
3
Toets Start/Pauze (Start/Pauze)
4
Toets Startuitstel (Startuitstel)
5
Toets Tijd Besparen (Tijd Besparen)
6
Toets Extra spoelen (Extra Spoelen)
7
Toets Vlekken (Vlekken)
8
Toets Kort centrifugeren (TPM)
9
45678910
Toets Temperatuur (Temp.°C)
10
5.1 Aan/uit-toets
1
Druk op deze toets om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld. De AUTO Stand-by functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
Page 8
www.aeg.com
8
• Er een programma is geselecteerd, maar na 5 minuten van de instelling
nog niet op de toets is gedrukt. – Alle instellingen worden geannu-
leerd
Druk op de knop raat weer in te schakelen.
– Stel het wasprogramma en alle mo-
gelijke opties
1
om het appa-
4
• 5 minuten na afloop van het waspro­gramma. Raadpleeg 'Aan het einde
.
van het programma'.
5.2 Programmaschakelaar
Draai deze knop om een programma in te stellen. Het bijbehorende program­ma-indicatielampje gaat branden.
2
5.3 Display
3
A B C D
Op het display verschijnt:
A • De maximum temperatuur van het programma.
B • De standaard centrifugesnelheid van het programma.
1)
en "Spoelstop"-symbolen.
2)
C
"Niet centrifugeren"
De displaysymbolen.
Symbolen Beschrijving
Wasfase
Spoelfases
Centrifugefase
Kinderbeveiliging
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het sym­bool brandt. U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
• Er staat water in de trommel.
• De functie 'Spoelstop' is aan.
Startuitstel
Page 9
NEDERLANDS 9
D • De programmatijd
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
• De uitgestelde start Als u op de toets startuitstel drukt, toont de display de uitstelde start-
tijd.
•Alarmcodes Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes op
de display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk "Probleemoplos­sing".
•Err Het display toont dit bericht enkele seconden als: – U een functie instelt die niet van toepassing is voor het programma. – U het programma wijzigt als het in werking is.
4
Het lampje van de toets Start/Pauze
knippert.
Als het programma is voltooid.
1)
Alleen beschikbaar voor het programma Centrifugeren/Afpompen.
2)
De symbolen verschijnen op de display als de bijbehorende fase of functie is ingesteld.
5.4 Toets Start/Pauze
Druk op toets 4 om het programma te starten of te onderbreken.
5.5 Toets startuitstel
Druk op toets 5 om de start van een programma vanaf 30 minuten tot 20 uur uit te stellen.
5.6 Toets tijdbesparing
Druk op de toets 6 om de programma­tijd te verminderen.
• Druk een keer om een verkort pro­gramma in te stellen voor wasgoed met dagelijks vuil.
• Druk twee keer voor het instellen van een extra snel programma voor was­goed dat bijna niet vuil is.
Sommige programma's accepte­ren uitsluitend een van de twee functies.
5.7 Toets extra spoelen
Druk op toets 7 om spoelfases toe te voegen aan het programma.
4
5
6
7
Gebruik deze functie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
5.8 Toets Vlekken
Druk op toets 8 om de vlekkenfase toe te voegen aan het programma. Gebruik deze functie voor wasgoed met vlekken die moeilijk te verwijderen zijn. Als u deze functie instelt, doet u vlekken-
verwijderaar in het vakje
Deze functie verlengt de duur van het wasprogramma. Deze functie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
8
.
5.9 Toets centrifugeren
Druk op deze toets om:
• De maximale snelheid van de centrifu­gefase te verlagen als u een program­ma instelt.
De display toont alleen de centri­fugesnelheden die voor het inge­stelde programma beschikbaar zijn.
• Schakel de centrifugefase uit.
• Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel deze functie in om kreukvorming in
9
Page 10
www.aeg.com
10
stoffen te voorkomen. Het apparaat pompt geen water af als het program­ma is voltooid.
Centrifugefase is uit.
De functie 'Spoelstop' is aan.
5.10 Temperatuurtoets
Druk op knop 10 om de standaard tem­peratuur te wijzigen.
10
- - = koud water
5.11 Geluidssignalenfunctie
U hoort geluidssignalen als:
• U het apparaat inschakelt.
• U het apparaat uitschakelt.
• U op een toets drukt.
• Het programma is voltooid.
• Het apparaat ondervindt een storing. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op toets seconden.
8
en toets 7 gedurende 6
Als u de geluidssignalen uitscha­kelt, blijven ze alleen werken als u op de toetsen drukt en er een storing optreedt.
5.12 Functie kinderslot
Deze functie voorkomt dat kinderen spe­len met het bedieningspaneel.
• Druk om de functie te activeren, tege-
10
lijkertijd op toets dat de display het symbool
• Druk om de functie te deactiveren, te­gelijkertijd op toets totdat het symbool uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
• Voordat u drukt op de toets Start/Pau-
4
ze
: kan het apparaat niet starten.
• Nadat u drukt op de toets Start/Pauze
4
, worden alle toetsen en de pro-
grammaschakelaar uitgeschakeld.
en toets 9 tot-
toont.
10
en toets
9
5.13 Permanente extra
spoelfunctie
Met deze functie kunt u de extra spoel­functie permanent aan laten als u een nieuw programma instelt.
• Druk om de functie te activeren, tege-
6
lijkertijd op toets dat het lampje van toets
• Druk om de functie uit te schakelen, tegelijkertijd op toets totdat het lampje van toets 7 uit
gaat.
en toets 5 tot-
7
brandt.
6
en toets
5
6. PROGRAMMA’S
Programma Huishoudelijk
Katoen
Katoen 95° - Koud
Type lading max. gewicht van belading
Wit en bont katoen, normaal vervuild. max. 7 kg
Cyclus­beschrijving
Wassen Spoelgangen Lang centrifuge­ren
Functies
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP VLEKKEN EXTRA SPOELEN TIJDBESPARING
1)
Page 11
NEDERLANDS 11
Programma Huishoudelijk
Katoen + Voor­was
Katoen + Voor­was 95° - Koud
Extra Stil
Extra Stil 95° - Koud
Synthetica
Synthetica 60° - Koud
Strijkvrij
2)
Easy Iron (Strijk­vrij) 60° - Koud
Type lading max. gewicht van belading
Wit en bont katoen, zwaar vervuild. max. 7 kg
Wit en bont katoen, normaal vervuild. max. 7 kg
Synthetische of ge­mengde stoffen, nor­maal vervuild. max. 3.5 kg
Synthetica, normaal vervuild. max. 3.5 kg
Cyclus­beschrijving
Voorspoelen Wassen Spoelgangen Lang centrifuge­ren
Wassen Spoelgangen Stop met water in de trommel
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
Functies
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN TIJDBESPARING
1)
VLEKKEN EXTRA SPOELEN TIJDBESPARING
1)
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP VLEKKEN EXTRA SPOELEN TIJDBESPARING
1)
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN TIJDBESPARING
1)
Fijne Was
Delicates (Fijne Was) 40° - Koud
Wol / Zijde Wol - Zijde 40° - Koud
Fijn wasgoed zoals acryl, viscose, polyes­ter stoffen, normaal vervuild. max. 3.5 kg
In de machine was­bare wol. Met de hand wasbare wol en fijn wasgoed met het symbool 'handwas'. max. 2 kg
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP VLEKKEN EXTRA SPOELEN TIJDBESPARING
1)
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP
Page 12
www.aeg.com
12
Programma Huishoudelijk
Type lading max. gewicht van
Cyclus­beschrijving
Functies
belading
Dekbed
Duvet (Dekbed) 60° - 30°
Centrifugeren/ Pompen
3)
Centr./Pompen
Spoelen
Spoeling
Outdoor
Outdoor 40° - Koud
Eén synthetische de­ken, dekbed, sprei enz. max. 2 kg
Alle stoffen De maximale bela­ding van wasgoed is afhankelijk van het type wasgoed.
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
Afvoer van het water Centrifugefase op de maximale snelheid.
Handwasartikelen. Spoelgangen
Lang centrifuge­ren
Waterbestendige, sport- en buitenkle­ding. Gebruik geen wasverzachter!
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
max. 2.5 kg
AANPASSEN TOERENTAL
AANPASSEN TOERENTAL
AANPASSEN TOERENTAL SPOELSTOP
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
20 Min. - 3 kg
Kort 20 minuten 3 kg 40° - 30°
Katoenen en synthe­tische kleding met lichte vervuiling of slechts eenmaal ge-
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN
dragen.
Super Eco
Koud
Gemengde stoffen (katoen en syntheti­sche stoffen). max. 3 kg
Wassen Spoelgangen Kort centrifuge­ren
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN
4)
SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
Katoen
5)
Eco
Katoen Eco 60° - 40°
Wit en bont katoen, normaal vervuild. max. 7 kg Voor deze program­ma's kunt u alleen de duur Extra kort instel­len.
1)
Als u twee keer op de toets 6 drukt (functie Supersnel ingesteld), raden wij u aan om de hoeveelheid wasgoed te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd.
2)
De was- en centrifugefase is zacht om te voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken. De wasautomaat voegt extra spoelgangen toe.
3)
De standaardinstelling van de centrifugeersnelheid is gebaseerd op katoenen wasgoed. Stel de centrifugesnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed.
4)
Stel dit programma in om de tijd en het water- en energieverbruik te verlagen.
5)
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de
regulering 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het “standaard 60° katoenprogramma” en het “standaard 40° katoenprogramma”. Dit zijn de meest
Wassen Spoelgangen Lang centrifuge­ren
AANPASSEN TOERENTAL NIET CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP VLEKKEN EXTRA SPOELEN
Page 13
NEDERLANDS 13
efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed. Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen. De tijd van het wasprogramma wordt verlengd.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma.
STOOMPROGRAMMA'S
Programma
1)
Stomen Opfrissen
Type lading Max. lading
Katoen en synthetica. tot 1.5 kg
Refresh (Opfrissen) Dit programma verwijdert luchtjes uit het wasgoed.
Stoom verwijdert geen dierenluchtjes.
Stomen Ontkreuk
Katoen en synthetica. tot 1.5 kg
Anti-kreuk Dit programma helpt het was­goed te ontkreuken.
Stoom kan worden gebruikt voor droge, gewassen of eenmaal gedra­gen wasgoed. Deze programma's kunnen kreukels en luchtjes vermin­deren en het wasgoed zachter maken. Gebruik nooit een schoonmaakmiddel. Verwijder vlekken indien nodig door te wassen of plaatselijke vlekverwijderaar te gebruiken. Stoomprogramma's hebben geen hygiënische cyclus.
Stel het Stoomprogramma niet in voor dit type kleding:
• Kleding waar op het wasvoorschrift niet staat of het geschikt is voor de dro­ger.
• Kleding met veel ingewerkte stukjes plastic, metaal, hout en dergelijke.
1)
Als u een stoomprogramma instelt met gedroogde was, zal de was aan het eind van de cyclus vochtig aanvoelen. Het is beter om de kleren aan de lucht te drogen gedurende 10 minuten om de vochtigheid te laten verdampen. Het wasgoed moet zo snel mogelijk uit de trommel worden verwijderd. Na een stoomcyclus kunt u de kleding toch nog strijken, maar dan uiteraard met veel minder moeite!
7. VERBRUIKSWAARDEN
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laadcapaciteit. Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en de­ze kan flink worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maxima­le laadcapaciteit (bijv. katoen 60°C, maximale laadcapaciteit 7 kg, de pro­grammaduur is langer dan 2 uur, lading 1 kg, de programmaduur is nog geen uur). Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
Page 14
www.aeg.com
14
De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende oorzaken kun­nen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omgevingstemperatuur.
Programma’s Lading
(kg)
Energiever­bruik (kWh)
Waterver-
bruik (liter)
Gemiddel-
de pro-
gramma-
duur (minu-
Resterend
vocht
(%)
ten)
Katoen 60 °C 7 1.25 70 146 44
Katoen 40 °C 7 0.78 70 161 44
Synthetische stoffen 40 °C
Fijne was 40 °C
Wol/Handwas 30 °C
3.5 0.47 50 171 35
3.5 0.53 62 121 35
2 0.25 45 58 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60 °C katoen
Standaard 60 °C katoen
Standaard 40 °C katoen
1)
Aan het einde van de centrifugeerfase.
7 0.72 45 232 44
3.5 0.62 33 190 44
3.5 0.46 34 186 44
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.48 0.48
De informatie die in de bovenstaande grafieken wordt vermeld, is in overeen­stemming met de regelgeving 1015/2010 van de Europese Commissie die richtlijn 2009/125/EC implementeert.
1)
8. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmid­dellade om het afvoersysteem te ac­tiveren.
2.
Giet een klein beetje wasmiddel in het vakje van het hoofdwasmiddel
van de wasmiddellade. Stel het pro­gramma voor katoen in op de hoog­ste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
9. BEDIENING VAN HET APPARAAT
1.
Draai de waterkraan open.
2.
Steek de stekker in het stopcontact.
Page 15
3.
Druk op toets 1 om het apparaat in te schakelen.
4.
Plaats het wasgoed in de machine.
5.
Gebruik de juiste hoeveelheid was­middelen en toevoegingen.
6.
U dient het juiste programma in te stellen en te starten voor het type la­ding en de mate van vervuiling.
9.1 Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur van het apparaat.
NEDERLANDS 15
2.
Plaats het wasgoed een voor een in de trommel. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
3.
Sluit de deur.
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlek­kage of beschadigd wasgoed ontstaan.
9.2 Wasmiddel en additieven (wasverzachter, vlekkenmiddel) toevoegen
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma en voor de vlekkenfunctie. Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen.
Page 16
www.aeg.com
16
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel). Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmid­delen.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel. Draai het klepje (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poe­der of vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
De stand van de klep controleren
1.
Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze stopt.
2.
Druk de hendel in om de lade uit te trekken.
3.
Draai de klep omhoog om poeder­wasmiddel te gebruiken.
4.
Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM­LAAG:
– Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde­len.
– Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep. – Stel de voorwasfase niet in. – Stel de startuitstelfunctie niet
in.
Page 17
5.
Meet het wasmiddel en wasverzach­ter af.
6.
Sluit de wasmiddeldoseerlade voor­zichtig. Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen blokkering veroorzaakt.
9.3 Een programma instellen en starten
1.
Draai de programmaschakelaar. Het bijbehorende programma-indicatie­lampje gaat branden.
2.
Het lampje van toets 4 knippert in het rood.
3.
Op het display verschijnt de stan­daard temperatuur en centrifuge­snelheid. Om de temperatuur en/of de centrifugesnelheid te wijzigen, drukt u op de bijbehorende toetsen.
4.
Stel de beschikbare functies in. Het lampje van de ingestelde functie gaat aan, of de display toont het bij­behorende symbool.
5.
Druk op toets 4 om het program­ma te starten. Het lampje van toets
4
is aan.
De afvoerpomp kan even werken als het apparaat gevuld wordt met water.
9.4 Een programma onderbreken
1.
Als u op de toets 4 drukt: Het indi­catielampje knippert.
2.
Als u opnieuw op toets 4 drukt. Het wasprogramma gaat verder.
9.5 Een programma annuleren
1.
Druk op toets 1 om het program­ma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2.
Druk opnieuw op toets 1 om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
Het apparaat pompt geen water weg.
NEDERLANDS 17
9.6 Een functie wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets 4 drukt: Het indi­catielampje knippert.
2.
De ingestelde functie wijzigen.
9.7 Het startuitstel instellen
1.
Druk herhaaldelijk op toets 5 tot het aantal minuten of uren op de display verschijnt. De bijbehorende symbolen gaan branden.
2.
Druk op toets 4 , het apparaat be­gint het aftellen van de uitgestelde start.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automa­tisch gestart.
Voordat u op toets 4 drukt om het apparaat te starten, kunt u de instelling van de uitgestelde start annuleren of wijzigen.
9.8 De uitgestelde start annuleren
1.
Als u op de toets 4 drukt: Het bij­behorende indicatielampje knippert.
2.
Druk herhaaldelijk op toets 5 tot de display 0’ toont.
3.
Als u op de toets 4 drukt: Het pro­gramma wordt gestart.
9.9 Deur openen
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachi­ne vergrendeld.
De deur van het apparaat openen:
1.
Druk op toets 4 . Het deurvergren­delingssymbool in de display gaat uit.
2.
Open de deur van het apparaat.
Page 18
www.aeg.com
18
3.
Sluit de deur van de machine en
4
druk op toets of startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het water­peil in de trommel te hoog zijn, blijft het symbool voor de deur­vergrendeling aan en kunt u de deur niet openen. U opent in dat geval de deur als volgt:
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Wacht enkele minuten.
3.
Zorg ervoor dat er zich geen water in de trommel bevindt.
Als u het apparaat uit zet, dient u het programma opnieuw in te stellen.
. Het programma
9.10 Aan het einde van het programma
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen klinken.
In de display gaat het symbool
• Het indicatielampje van de toets Start/
4
Pauze
• Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
Druk op toets te schakelen. Vijf minuten na het einde van het programma wordt het appa­raat door de functie AUTO OFF auto­matisch uitgeschakeld.
gaat uit.
1
om het apparaat uit
Als u het apparaat weer inscha­kelt, wordt het einde van het als laatste ingestelde programma in de display weergegeven. Draai de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
aan.
• Haal het wasgoed uit de wasmachine. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangena­me luchtjes te voorkomen.
• Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
– De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
– De deur blijft vergrendeld. – U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Het water wegpompen:
1.
Verlaag zo nodig de centrifugesnel­heid.
2.
Druk op de toets Start/Pauze 4 . Het apparaat voert het water af en centrifugeert.
3.
Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen.
4.
Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het af­voeren van water en centrifuge­ren.
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
10.1 Wasgoed sorteren
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet sa­men.
• Sommige bonte weefsels kunnen uit­lopen als zij de eerste keer worden ge­wassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Maak riemen vast.
Page 19
• Maak alle zakken leeg en vouw alle ar­tikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken bin­nenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met de gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordij­nen in een zak of kussensloop.
• Niet in de machine wassen: – Wasgoed zonder zomen of met
scheuren – Beugelbeha's. – Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen hand­matig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten.
10.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en was­middel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te ver­wijderen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekverwijderaars ver­krijgbaar. Gebruik een speciale vlekver­wijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
10.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
• Gebruik alleen wasmiddelen en nabe­handelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat.
NEDERLANDS 19
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programma­temperatuur en de mate van vervui­ling.
• Stel geen voorwasfase in als u vloeiba­re wasmiddelen gebruikt.
• Als uw machine geen wasmiddellade heeft met klepje, voeg dan het vloei­bare wasmiddel toe met een doseer­bal.
10.4 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterver­zachter niet nodig. Neem contact op met de plaatselijke waterautoriteit voor de waterhardheid in uw gebied. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producten. Gelijkwaardige eenheden meten de wa­terhardheid:
• Duitse graden (°dH).
• Franse graden (°TH)
• mmol/l (millimol per liter - een interna­tionale eenheid voor de hardheid van water).
• Clarke-graden.
Waterhardheidstabel
Niveau Type
°dH °TH mmol/l Clarke
Waterhardheid
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
Page 20
www.aeg.com
20
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voor­dat u het apparaat reinigt.
11.1 Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk. Als het nodig is dient u waterverzachter te gebruiken om deze kalk te verwijde­ren. Gebruik een speciaal product voor was­automaten. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de produ­cent. Doe dit apart van het wassen van was­goed.
11.2 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle opper­vlakken volledig droog.
11.4 Deurrubber
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op­losmiddelen of chemische pro­ducten.
11.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelma­tig een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Stel het heetste wasprogramma in voor katoen
• Gebruik de juiste hoeveelheid poe­derwasmiddel met biologische eigen­schappen.
Houd de deur enige tijd open na elke wasbeurt, om schimmels te voorkomen en onprettige geurtjes te verwijderen.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnen­kant.
11.5 Trommel
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten om roestdeeltjes uit de trommel te verwijde­ren.
Ga als volgt te werk:
• Reinig de trommel met een speciaal product voor roestvrij staal.
• Start een kort programma voor katoen op de maximale temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel.
Page 21
11.6 Wasmiddeldoseerlade
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
1
2
NEDERLANDS 21
1.
Druk op de hendel.
2.
Trek de doseerlade naar buiten.
3.
Verwijder het bovenste gedeelte van het vakje voor vloeibare nabe­handelingsmiddelen.
4.
Maak alle onderdelen schoon met water.
5.
Maak de ruimte van de wasmiddel­doseerlade schoon met een borstel.
6.
Plaats de wasmiddeldoseerlade te­rug in de ruimte.
11.7 Afvoerpomp
Controleer de afvoerpomp regel­matig en zorg dat deze schoon is.
De pomp schoonmaken als:
• Het apparaat geen water wegpompt.
• De trommel niet kan draaien.
• Het apparaat een ongebruikelijk ge­luid maakt door een blokkade in de af­voerpomp.
• De display een alarmcode weergeeft door een probleem met de wateraf­voer.
WAARSCHUWING!
1.
Trek de stekker uit het stop­contact.
2.
Verwijder het filter niet als het apparaat in gebruik is. Reinig de afvoerpomp niet als het water in de machine heet is. Het water moet koud zijn voordat u de afvoer­pomp kunt reinigen.
Page 22
www.aeg.com
22
De afvoerpomp reinigen:
1
1.
Open het afvoerpompdeurtje.
2.
Trek de klep naar voren om hem te verwijderen.
3.
Plaats een bak onder de uitsparing van de afvoerpomp om het uitstro­mende water op te vangen.
4.
Druk de twee hendels in en trek het afvoerkanaal naar voren om het wa­ter eruit te laten stromen.
5.
Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal terug en leegt u de bak. Herhaal stap 4 en 5 tot er geen water meer uit de afvoerpomp stroomt.
6.
Duw het afvoerkanaal terug en draai het filter om het te verwijderen.
2
7.
Verwijder stof en voorwerpen uit de pomp.
8.
Zorg dat het schoepenrad op de juiste wijze kan draaien. Neem als dit niet lukt, contact op met de klan­tenservice.
Page 23
NEDERLANDS 23
9.
2
1
Reinig het filter onder de water­kraan en plaats het terug in de spe­ciale geleiders van de pomp.
10.
Zorg ervoor dat het filter stevig vast­zit om waterlekkage te voorkomen.
11.
Plaats de klep terug en sluit het af­voerpompdeurtje.
11.8 Het filter van de
toevoerslang en het klepfilter
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• Het apparaat niet met water wordt ge­vuld.
• De machine langdurig water vult.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
Het lampje van toets de display het bijbehorende alarm weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop­lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon­tact.
1.
Draai de waterkraan dicht.
2.
Verwijder de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het filter in de toevoerslang met een harde borstel.
4.
Verwijder de toevoerslang achter de machine.
5.
Reinig het filter in de klep met een harde borstel of een handdoek.
4
knippert en
45°
20°
11.9 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing.
6.
Installeer de watertoevoerslang op­nieuw. Zorg ervoor dat de koppelin­gen stevig vast zitten om lekkage te voorkomen.
7.
Draai de waterkraan open.
Als dit optreedt, voert u stap (1) tot en met (6) van "De afvoerpomp reinigen" uit. Maak de pomp zo nodig schoon.
Page 24
www.aeg.com
24
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de afvoerpompklep. Als u het water afvoert met de noodaf­voerprocedure, dient u het afvoersys­teem opnieuw te activeren:
1.
Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de wasmid­deldoseerlade.
2.
Start het programma om water af te voeren.
11.10 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0 °C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
12. PROBLEEMOPLOSSING
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan dicht.
3.
Verwijder de watertoevoerslang.
4.
Plaats de twee uiteinden van de toe­voerslang in een bak en laat het wa­ter uit de slang stromen.
5.
Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
6.
Als de afvoerpomp leeg is, instal­leert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.
Het apparaat start niet of stopt tijdens het programma. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Indien dit niet lukt, neem contact op met de service afde­ling.
Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen wa-
ter weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten.
- Anti-overstromingsbeveiliging
is aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. neemt geen wa­ter.
De watertoevoerslang is
beschadigd.
De filters in de water-
toevoerslang zijn ver-
Controleer of de watertoevoers­lang niet is beschadigd.
Reinig de filters Zie het hoofd­stuk "Onderhoud en reiniging".
stopt.
De waterkraan is ver-
Maak de waterkraan schoon. stopt of aangezet met kalkaanslag.
De aansluiting van de
watertoevoerslang is
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is. niet correct.
Page 25
NEDERLANDS 25
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het wa-
terleidingbedrijf.
Het apparaat pompt geen water
De waterafvoerslang is beschadigd.
Controleer of de waterafvoers-
lang niet is beschadigd.
weg.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af-
voerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reini-
ging".
De aansluiting van de
waterafvoerslang is niet
Zorg dat de aansluiting altijd
correct is. correct.
Er is een wasprogram-
Stel het afvoerprogramma in. ma zonder afvoerfase ingesteld.
De functie 'Spoelstop' is
Stel het afpompprogramma in. aan.
De deur is open of
Sluit de deur goed.
niet goed geslo­ten.
Anti-overstro­mingsbeveilliging is aan.
• Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het stop­contact.
• Draai de waterkraan dicht.
• Neem contact op met het ser­vicecentrum.
Het apparaat cen­trifugeert niet.
Het filter in de afvoer-
De centrifugafase is uit. Stel het centrifugeprogramma
in.
Reinig het filter of maak de af-
pomp is geblokkeerd.
voerpomp schoon. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reini­ging".
Balansproblemen met
de waslading.
Verdeel de artikelen handmatig in de trommel en start de centri­fugefase opnieuw.
Het programma start niet.
De zekering in de me-
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcon­tact.
Vervang de zekering.
terkast is doorgebrand.
U heeft niet op toets
4
Als u op de toets 4 drukt:
gedrukt.
De uitgestelde start is
ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start om het programma direct te starten.
Page 26
www.aeg.com
26
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het kinderslot is geacti-
Het kinderslot uitschakelen.
veerd.
Er ligt water op de vloer.
Lekkages van de koppe­lingen van de waterslan-
Zorg dat de koppelingen goed zijn aangedraaid.
gen.
Lekkages van de afvoer-
pomp.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
Zorg dat het filter van de afvoer­pomp goed is bevestigd.
Verzeker u ervan dat de water­toevoerslang niet is bescha­digd.
U kunt de deur van het apparaat
Het wasprogramma is bezig.
Laat het wasprogramma beëin­digen.
niet openen.
Er staat water in de
trommel.
Het apparaat maakt een abnor-
Het apparaat staat niet waterpas.
Kies het programma Pompen of Centrifugeren.
Het apparaat waterpas afstellen. Raadpleeg "Installatie".
maal geluid.
De verpakking en/of de
transportbouten zijn niet verwijderd.
Verwijder de verpakking en/of de transportbouten. Raadpleeg "Installatie".
De lading is erg klein. Meer wasgoed in de machine
doen.
Het apparaat vult zich met water en
Het uiteinde van de af­voerslang is te laag.
Zorg dat de afvoerslang op de
juiste hoogte staat. pompt het direct weer af.
Het wasresultaat is niet bevredigend.
Het door u gebruikte wasmiddel was niet cor-
Gebruik meer wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
rect of onvoldoende.
U heeft de hardnekkige
vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed
Gebruik speciale producten om
hardnekkige vlekken te verwij-
deren.
gehaald.
Onjuiste temperatuur
ingesteld.
Te veel wasgoedbela-
ding.
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken. Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service afdeling.
Zorg dat u de juiste tempera-
tuur instelt.
Verminder de hoeveelheid was-
goed.
Indien het display andere alarmcodes meldt, neem dan contact op met onze service afdeling.
Page 27
13. MONTAGE
NEDERLANDS 27
13.1 Set bevestigingsplaatjes
(4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde ver­kooppunt.
13.2 Uitpakken
Zet het apparaat goed vast met de be­vestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint plaatst. Volg de instructies die bij de set zijn meegeleverd.
1.
Gebruik de handschoenen. De ex­terne folie eraf trekken. Gebruik zo nodig een mes.
2.
Verwijder de kartonnen deksel.
3.
Verwijder de piepschuim verpak­kingsmaterialen.
4.
De interne folie eraf trekken.
Page 28
www.aeg.com
28
5.
Open de deur en verwijder alle ma­terialen.
6.
Plaats het piepschuim verpakkings­materiaal op de vloer achter het ap­paraat. Plaats het apparaat met de achterzijde voorzichtig op het kar­tonnen deksel. Zorg dat u de slan­gen niet beschadigt.
7.
Verwijder de piepschuim bescher­ming van de onderkant.
8.
Zet het apparaat weer rechtop.
1
2
9.
Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders.
Page 29
NEDERLANDS 29
10.
Draai de drie transportbouten los. Gebruik de bij het apparaat gelever­de moersleutel.
11.
Trek de bouten met de plastic tus­senstukken eruit.
12.
Doe de plastic dopjes in de gaatjes. U vindt deze doppen in de zak van de gebruikershandleiding.
– Wij raden u aan om alle trans-
portbouten en verpakking te bewaren voor als u het appa­raat gaat verplaatsen.
– Als de machine in de winter
wordt afgeleverd, als de tem­peratuur onder nul is, zet u de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u ze in gebruik neemt.
Page 30
20
O
45
O
www.aeg.com
30
13.3 Plaatsing en waterpas zetten
• Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
• Zorg ervoor dat de vloerbedekking de luchtcirculatie onder het apparaat niet stopt.
• Zorg ervoor dat het apparaat geen muren of andere apparaten raakt.
• Gebruik de stelvoetjes om het appa­raat waterpas te zetten. Een juiste af­stelling van het apparaat voorkomt tril­lingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf is.
x4
• Het apparaat moet waterpas en sta­biel staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of ver­gelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om de­ze waterpas te stellen.
13.4 De toevoerslang
O
O
20
20
• Sluit de slang aan op het apparaat. Draai de toevoerslang alleen naar links of rechts. Maak de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten.
O
O
45
45
Page 31
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van de toevoers­lang.
Waterstop
A
NEDERLANDS 31
• Sluit de watertoevoerslang aan op een koudwaterkraan met 3/4-schroef­draad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken.
De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lek­kage in de slang door natuurlijke slijta­ge. Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing. Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de klanten­service om de slang te laten vervangen.
13.5 Waterafvoer
Er zijn verschillende procedures om de afvoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider.
Page 32
www.aeg.com
32
• Op de rand van een gootsteen.
• Zorg dat de plastic geleider niet kan bewegen als het apparaat water af­voert. Bevestig de geleider op de wa­terkraan of wand.
• Op een standpijp met ventilatieope­ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm. Het einde van de afvoers­lang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de bui­tendiameter van de afvoerslang.
Zonder de plastic slanggeleider.
• Op een gootsteenafvoer. Raadpleeg de illustratie. Plaats de af-
voerslang in de gootsteenafvoer en draai vast met een clip. Zorg dat de af­voerslang een bocht maakt om te voorkomen dat resterende deeltjes uit de gootsteen in het apparaat komen.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem contact op met de klantenservice voor de andere afvoerslang en het verlengstuk.
• Direct op een ingebouwde afvoer­pomp in de kamerwand en zet vast met een klem.
Page 33
14. MILIEUBESCHERMING
NEDERLANDS 33
Recycle de materialen met het symbool een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en
. Gooi de verpakking in
elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
niet weg met het
Page 34
www.aeg.com
34
Page 35
NEDERLANDS 35
Page 36
www.aeg.com/shop
132917930-A-492012
Loading...