Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar het
boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat door.
De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt:
1Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen.
Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat
• Als het apparaat in de wintermaanden wordt geleverd bij temperatu-
ren onder het vriespunt: de wasautomaat voor de ingebruikname gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten acclimatiseren.
Gebruik volgens de voorschriften
• De wasautomaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik, voor
het wassen van wasgoed.
• Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn
niet toegestaan.
• Alleen was- en nabehandelingsmiddelen gebruiken die voor huishoudelijke wasautomaten geschikt zijn.
• Het wasgoed mag geen ontvlambare oplosmiddelen bevatten.
Explosiegevaar!
• De wasautomaat niet voor chemische reiniging gebruiken.
• Kleur- en ontkleurmiddelen mogen alleen in de wasautomaat worden
gebruikt als de fabrikant van dit product dit uitdrukkelijk vermeldt.
Voor eventuele schade zijn wij niet aansprakelijk.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsonderdelen buiten bereik van kinderen houden. Verstikkingsgevaar!
• Kinderen kunnen de gevaren die aan het omgaan met elektrische apparaten verbonden zijn, vaak niet inschatten. Laat kinderen niet zonder toezicht bij de wasautomaat.
• Controleer of kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klauteren. Levensgevaar!
5
Page 6
Algemene veiligheid
• Reparaties aan wasautomaten mogen alleen door vakmensen worden
uitgevoerd.
• Neem de wasautomaat nooit in gebruik als het aansluitsnoer beschadigd is of als het bedieningspaneel, het bovenblad of de sokkel van
het apparaat dermate beschadigd zijn dat de binnenzijde van het apparaat open toegankelijk is.
• Voor reiniging, onderhoud en reparatiewerkzaamheden dient de wasautomaat uitgeschakeld te worden. Bovendien de stekker uit het
stopcontact trekken of bij een vaste aansluiting de beveiligingsschakelaar in de zekeringkast uitschakelen of de schroefzekering geheel
uitdraaien.
• Als het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt zal
gaan worden, dient het apparaat van de stroomvoorziening gescheiden te worden en dient de waterkraan gesloten te worden.
• De netstekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar
aan de stekker.
• Meerwegstekkers, koppelingen en verlengingsnoeren mogen niet
worden gebruikt. Brandgevaar door oververhitting!
• De wasautomaat niet met een waterstraal afspuiten. Risico op elektrische schokken!
• Bij wasprogrammaís op hoge temperaturen wordt het glas van de
vuldeur heet. Niet aanraken!
• Voor het aftappen van water, het reinigen van de afvoerpomp of
noodontgrendeling van de vuldeur dient het sop eerst af te koelen.
• Huisdieren kunnen snoeren en waterslangen doorbijten. Risico op
elektrische schokken en gevaar voor wateroverlast! Huisdieren uit de
buurt van de wasautomaat houden.
6
Page 7
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
2
De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de
daarvoor bestemde containers.
2Oud apparaat verwijderen
Het symbool
product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en
milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
W op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
1Waarschuwing! Bij afgedankte apparatuur dient de stroomstekker uit
het stopcontact genomen te worden. De voedingskabel afsnijden en
met de stekker verwijderen.
Het slot van de vuldeur onklaar maken. Als gevolg kunnen kinderen
zich niet insluiten en niet in levensgevaar komen.
7
Page 8
Beschrijving van het apparaat
Wasmiddellade
Typeplaatje
(achter vuldeur)
Schroefvoeten
(in hoogte verstelbaar)
Bedieningspaneel
Sokkelklepje/
Afvoerpomp
8
Page 9
Bedieningspaneel
Toets Centrifugetoerental/SPOELSTOP
Extra programmatoetsen
Toets START /PAUZE
Multidisplay
Indicatie van het programmaverloop
Indicatie DEUR
Programmakeuzeknop
9
Page 10
Programmaoverzicht
1)
Programma
Max. vulgewicht
2)
ECO
WITTE/BONTE WAS
95, 60, 50, 40, 30
KREUKHERSTELLEND
60, 50, 40, 30, 20
FIJNE WAS
40, 30
WOL/ZIJDE H (handwas)
40, 30, KOUD
SPOELEN3kg••
POMPEN
6kg••••••
6kg••••
3kg••••
3kg•••••
2kg••
Extra programma's
SPOELEN +
(droog wasgoed)
KORT
VOORWAS
Centrifuge-
toerental
VLEKKEN
3)
•••
3)
1400
700
••
n (SPOELSTOP)
CENTRIFUGEREN6kg••
OPFRISSEN3kg••
1) Een 10-liter emmer kan ongeveer 2,5 kg droge was bevatten (katoen).
2) Programma-instellingen voor tests conform EN 60 456 en IEC 60 456 zijn beschreven in het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
3) VLEKKEN kan alleen worden ingesteld bij wastemperaturen vanaf 40°C, aangezien vlekkenmiddelen pas bij
hogere temperaturen werkzaam zijn.
10
Page 11
Toepassing/eigenschappen
Waslabel-
symbolen
1)
Energiebesparend programma bij 60 °C voor licht tot normaal vervuilde witte/
bonte was van katoen/linnen.
Programma voor normaal tot sterk vervuilde witte/bonte was van katoen/linnen.
Programma voor kreukherstellend textiel (gemengde weefsels) en synthetische
weefsels.
Kort programma voor fijne weefsels zoals mengvezels, microvezels, synthetische
stoffen, gordijnen (Max. 20 tot 25 m
2
gordijnen in de machine doen). Met
n (SPOELSTOP) ook geschikt voor textiel met speciaal ademend membraan, bij-
voorbeeld outdoorkleding.
Bijzonder behoedzaam programma voor in de machine en met de hand wasbare
wol/zijde.
Afzonderlijk voorzichtig spoelen (3 spoelgangen, vloeibaar nabehandelings-middel uit het inspoelvakje
Wegpompen na een spoelstop.
Wegpompen en centrifugeren, bijvoorbeeld na een spoelstop, resp. afzonderlijk
centrifugeren van met de hand gewassen witte/bonte was.
Speciaal programma bij 30 °C, ca. 30 minuten, voor het kort wassen van bijvoorbeeld een keer gedragen, licht vervuilde sportkleding of nieuw linnengoed.
1) Het getal in het waslabelsymbool geeft de maximale temperatuur aan.
wordt in de machine gespoeld, centrifugeren).
w
M O
J M O
I K N
I K
Q L H
I K N
Q L
H
J M O
J M O
I K N
11
Page 12
Voor de eerste keer wassen
1. Open de wasmiddellade.
2. Giet ca. 1 liter water in de wasmiddellade van de wasautomaat.
De volgende keer dat het programma wordt gestart wordt daardoor de
kuip gesloten en kan de ÖKO-sluis op de juiste wijze functioneren.
3. Om eventuele bij de fabricage ontstane resten in de trommel en kuip te
verwijderen, dient de eerste wasgang zonder wasgoed uitgevoerd te
worden. Programma: WITTE WAS/BONTE WAS 60, toets KORT indrukken, ca. 1/4 meetbeker waspoeder toevoegen.
2. Wasgoed uitvouwen en losjes in de
wasmachine doen. Grote en kleine
stukken wasgoed mengen.
Let op! Geen wasgoed tussen de
vuldeur en de rubberen afdichting
inklemmen.
3. Vuldeur goed dichtdrukken. De sluiting dient hoorbaar vast te klikken.
ja, na het indrukken van de
toets START/PAUZE
nee, te hoge waterstand resp.
te hoge temperatuur
Was-/nabehandelingsmiddel doseren
Let op! Alleen was- en nabehandelingsmiddel gebruiken die voor huis-
houdelijke wasautomaten geschikt zijn.
Was-/nabehandelingsmiddel volgens de aanwijzingen van de fabrikant
van het was-/nabehandelingsmiddel doseren. Volg de aanwijzingen op
de verpakkingen op.
De dosering is afhankelijk van:
– de mate van vervuiling van het wasgoed,
– de hoeveelheid wasgoed
– en de hardheid van het leidingwater.
• Als de fabrikant geen aanwijzingen voor kleine hoeveelheden was-
goed op de verpakking geeft: bij een halve lading een derde minder
wasmiddel, bij de laagste belading slechts de helft van het wasmiddel
dat bij een volledige belading wordt geadviseerd.
13
Page 14
• Vanaf waterhardheid 2 (=middel) dient waterontharder gebruikt te
worden. Het wasmiddel kan dan voor waterhardheid 1 (=zacht) worden gedoseerd. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u
bij het betreffende waterleidingbedrijf verkrijgen.
1. De wasmiddellade zo ver mogelijk uittrekken.
2. Was-/nabehandelingsmiddel doseren.
3. De wasmiddellade geheel inschuiven.
Waspoeder/-tabletten
voor de hoofdwas
Wasverzachter/
stijfsel
Vlekkenzout/-tabletten
Waspoeder/-tabletten
voor de voorwas
of waterontharder
Waspoeder/-tabletten voor de hoofdwas
Als u gebruik maakt van een waterontharder en het rechtervakje voor
voorwasmiddel nodig heeft, de waterontharder op het hoofdwasmiddel
in het linkervakje doseren.
Wasverzachter, stijfsel
Het vakje ten hoogste tot de markering MAX vullen. Dikvloeibaar concentraat voor het doseren volgens de aanwijzingen van de fabrikant
verdunnen. Poedervormig stijfsel oplossen.
Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
Vloeibaar wasmiddel met de door de wasmiddelfabrikant aangeboden
doseerhouder doseren.
Apparaat inschakelen/Programma kiezen
Programma en temperatuur met de
programmakiezer instellen
3Als u een programma kiest, schakelt
u gelijk het apparaat in.
– De indicatie van het programma-
verloop geeft de programmastappen aan die door het gekozen
programma worden uitgevoerd.
– In de multidisplay verschijnt de
vermoedelijke programmaduur (in minuten).
14
Page 15
Centrifugetoerental wijzigen/Spoelstop kiezen
De wasautomaat stelt het maximaal
toelaatbare toerental voor dat geschikt is voor het gekozen programma. U kunt het toerental verlagen:
Druk daarvoor zo vaak op de toets
Centrifugeren/SPOELSTOP tot de
gewenste indicatie brandt.
3Het toerental voor het uiteindelijke
centrifugeren kan tijdens het programma nog worden gewijzigd.
Daarvoor:
1. Op de toets START/PAUZE drukken.
2. Het toerental wijzigen.
3. Nogmaals op de toets START/PAUZE drukken.
SPOELSTOP
Bij SPOELSTOP blijft het wasgoed in het laatste spoelwater staan. Er zal
geen centrifugeerproces plaatsvinden, er zal tussentijds gecentrifugeerd worden. Het tussentijds centrifugeren is programma-afhankelijk
en kan niet worden gewijzigd.
Extra programma's kiezen
Indien gewenst drukt u op de
toets(en) voor het betreffende extra
programma. De bijbehorende indicatie gaat branden.
3Wanneer “Err“ in het multidisplay
knippert, kan het geselecteerde
extra programma niet worden gecombineerd met het ingestelde
wasprogramma.
SPOELEN +
Bij de programma's ECO, WITTE/BONTE WAS, FIJNE WAS en KREUKHERSTELLEND worden twee extra spoelgangen uitgevoerd (bijvoorbeeld bij
overgevoeligheid van de huid).
KORT
Verkort wasprogramma voor licht vervuilde was.
15
Page 16
VOORWAS
Warm voorwassen voor de automatisch volgende hoofdwasgang; met
tussendoor centrifugeren bij WITTE/BONTE WAS en KREUKHERSTELLEND, zonder tussendoor centrifugeren bij FIJNE WAS.
VLEKKEN
Voor sterk vervuilde of bevlekte was. Het vlekkenmiddel wordt op het
optimale tijdstip tijdens het verloop van het programma in de machine
gespoeld.
Dit programma kan alleen worden ingesteld bij wastemperaturen vanaf
40°C, aangezien vlekkenmiddelen pas bij hogere temperaturen werkzaam zijn.
Programma starten
1. Controleer of de waterkraan is geopend.
2. Toets START/PAUZE indrukken. Het programma wordt gestart.
3Wanneer nadat u op de toets START/PAUZE hebt gedrukt E40 in het
multidisplay knippert, de indicatie EINDE 4x knippert en gelijktijdig 4x
een signaaltoon klinkt, is de deur niet goed gesloten. Druk de deur goed
dicht en druk de toets START/PAUZE opnieuw in.
Verloop van het programma
• De indicatie van het programmaverloop geeft de programmafase aan
die wordt uitgevoerd.
• De multidisplay geeft de vermoedelijke resterende tijd (in minuten)
tot aan het einde van het programma aan.
3De resterende looptijd kan tijdens het wasprogramma langer worden of
kort blijven staan omdat het programma zich aan de verschillende omstandigheden bij het wassen aanpast (bijv. soort en hoeveelheid wasgoed, onbalansherkenning bij het centrifugeren, extra spoelen, enz.).
16
Page 17
Programma onderbreken/Wasgoed bijvullen
Programma onderbreken
• Als gevolg van het indrukken van de toets START/PAUZE kan een pro-
gramma op ieder gewenst moment worden onderbroken en door het
opnieuw indrukken van de toets START/PAUZEweer worden voortgezet.
• Voor het voortijdig afbreken van een programma dient de program-
makiezer op UIT gedraaid te worden. Let op! Op het water in het apparaat letten!
Was bijvullen
Was bijvullen is mogelijk, zolang de indicatie DEUR groen brandt.
1. Druk op de toets START/PAUZE. Vuldeur kan worden geopend.
2. De vuldeur sluiten en nogmaals op de toets START/PAUZE drukken. Het
programma gaat verder.
Programma beëindigd/ Wasgoed uit de machine nemen
Aan het einde van het programma brandt EINDE op de indicatie van het
programmaverloop. Zodra de indicatie DEUR gedoofd is kan de vuldeur
worden geopend.
1. Vuldeur openen en het wasgoed uitnemen.
2. Programmakiezer op UIT draaien.
3. Draai de kraan dicht.
4. Na het wassen de wasmiddellade iets naar buiten trekken, zodat deze
kan drogen. De vuldeur iets openzetten opdat de wasautomaat kan
luchten.
Als SPOELSTOP is gekozen:
Na spoelstop brandt EINDE op de indicatie van het programmaverloop.
Eerst moet het water worden weggepompt:
– de programmakiezer op UIT en aansluitend op POMPEN draaien en op
de toets START/PAUZE drukken (er wordt zonder centrifugeren weggepompt),
– of de programmakiezer op UIT en aansluitend op CENTRIFUGEREN
draaien. Afhankelijk van het soort wasgoed eventueel het toerental
aanpassen en op de toets START/PAUZE drukken (er wordt gepompt
en gecentrifugeerd).
17
Page 18
Kinderbeveiliging
Bij een geactiveerde kinderbeveiliging kan de vuldeur niet meer gesloten worden.
Kinderbeveiliging instellen:
De draaiknop (aan de binnenkant
van de vuldeur) met een muntstuk
zover mogelijk rechtsom draaien.
1Waarschuwing! De draaiknop mag
zich na het instellen niet in ingedrukte positie bevinden omdat anders de kinderbeveiliging niet
functioneert! De draaiknop moet
volgens de afbeelding uitgetrokken
zijn.
Kinderbeveiliging opheffen:
De draaiknop met een muntstuk zo-
ver mogelijk linksom draaien.
18
Page 19
Reiniging en onderhoud
Let op! Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen reinigings-
middelen voor meubels of agressieve reinigingsmiddelen.
Neem het bedieningspaneel en de behuizing met een vochtige doek af.
Wasmiddellade
De wasmiddellade dient regelmatig gereinigd te worden.
1. Trek de wasmiddellade met een krachtige ruk uit het apparaat.
2. Neem het inzetstuk voor de wasver-
zachter uit het middelste vak.
3. Reinig alle delen met water.
4. Het inzetstuk voor de wasverzachter
zo ver mogelijk insteken, zodat het
vast zit.
5. Maak ook het gehele inspoelgedeelte
van de wasautomaat en vooral ook
de sproeiers aan de bovenkant van
de inspoelvakjes met een borstel
schoon.
6. De wasmiddellade in de geleidingsrails plaatsen en naar binnen schuiven.
Wastrommel
Als gevolg van roestende voorwerpen in het wasgoed of ijzerhoudend
leidingwater kan roestvorming op de trommel ontstaan.
Let op! De trommel niet met zuurhoudende ontkalkingsmiddelen,
chloor of ijzer bevattende schuurmiddelen of staalwol reinigen.
1. Eventuele roestafzettingen op de trommel met een reinigingsmiddel
voor roestvrij staal verwijderen.
2. Wasgang zonder wasgoed uitvoeren om schoonmaakmiddelrestanten
weg te spoelen. Programma: WITTE WAS/BONTE WAS 60, toets KORT indrukken, ca. 1/4 maatbeker waspoeder toevoegen.
Vuldeur en rubberen ring
Regelmatig controleren, of afzettingen of vreemde voorwerpen zich in
de naden van de rubberen ring of aan de binnenkant van het deurvenster hebben afgezet. Deurvenster en rubberen ring regelmatig reinigen.
19
Page 20
Wat te doen als...
Kleine storingen zelf oplossen
Als tijdens het gebruik een van de volgende foutmeldingen in de multidisplay wordt aangegeven:
– E10 (probleem met de watertoevoer),
– E20 (probleem met de waterafvoer),
– E40 (vuldeur open),
kijk dan in onderstaande tabel.
Druk nadat de storing is opgelost op de toets START/PAUZE.
Bij andere foutmeldingen (E en getal of letter): schakel het apparaat uit
en weer in. Het programma opnieuw instellen. Druk op toets START/
PAUZE.
Als de storing nogmaals wordt aangegeven neem dan contact op met
de service-afdeling en noem de foutcode.
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Wasautomaat werkt
niet.
Deur gaat niet dicht.
Wanneer op een toets
wordt gedrukt, verschijnt Err in het multidisplay.
E40 wordt weergegeven.
De indicatie EINDE
knippert 4x, tegelijkertijd klinkt 4x een signaaltoon.
De stekker zit niet in het
stopcontact of er is een probleem met de zekering.
Deur is niet goed gesloten.
Toets START/PAUZE is niet
lang genoeg ingedrukt.
Kinderbeveiliging is ingesteld.
De gekozen functie kan niet
met het ingestelde programma worden gecombineerd.
Deur is niet goed gesloten.
De stekker in het stopcontact
steken. Zekering controleren.
Deur goed sluiten, zodat de
vergrendeling hoorbaar vastklikt.
Toets START/PAUZE langer
indrukken.
Kinderbeveiliging opheffen.
Maak een andere keuze.
Deur goed sluiten. Programma opnieuw starten.
20
Page 21
StoringMogelijke oorzaakOplossing
E10 wordt weergegeven.
De indicatie EINDE
knippert 1x, tegelijkertijd klinkt 1x een signaaltoon.
(Probleem met de watertoevoer.)
Wasautomaat trilt tijdens het wassen of
staat niet stil.
Er loopt water onderuit
de wasautomaat.
Waswater schuimt
sterk. Aan heteindevan
het wasprogramma
wordt het centrifugeren afgebroken.
E20 wordt weergegeven.
De indicatie EINDE
knippert 2x, tegelijkertijd klinkt 2x een signaaltoon.
(Probleem met de waterafvoer.)
Waterkraan is gesloten.Waterkraan opendraaien.
Zeef in schroefkoppeling
van de toevoerslang is verstopt.
Waterkraan zit vol met kalkaanslag of is defect.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
Schroefpootjes zijn niet
goed afgesteld.
Er zit te weinig wasgoed in
de trommel (bijv. alleen een
badjas).
Schroefkoppeling van de
toevoerslang lekt.
Afvoerslang is lek.Afvoerslang vervangen.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Er zat wasgoed tussen de
deur geklemd.
Aftapslang is lek.Aftapslang goed aansluiten.
Waarschijnlijk is er teveel
wasmiddel gebruikt.
Knik in de afvoerslang.Knik uit de slang halen.
Maximale pomphoogte van
1m is overschreden.
Afvoerpomp is verstopt.
Bij een sifonaansluiting:
sifon is verstopt.
De waterkraan dichtdraaien.
Slang losschroeven, zeef verwijderen en schoonmaken.
Waterkraan controleren,
evt. laten repareren.
Transportbeveiliging verwijderen.
Voetjes afstellen volgens de
aanwijzingen voor opstelling
en aansluiting.
Dit heeft geen nadelige invloed op de werking van het
apparaat.
Toevoerslang vastschroeven.
Deksel goed sluiten.
De wasautomaat de volgende
keer zorgvuldig vullen.
Wasmiddel nauwkeurig volgens de aanwijzingen van de
fabrikant doseren.
Neem contact op met de
klantenservice.
Wasautomaat uitzetten.
Stekker uit het stopcontact
trekken.
Afvoerpomp schoonmaken.
Vreemde voorwerpen uit het
pomphuis verwijderen.
Sifon reinigen.
21
Page 22
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Wasverzachter wordt
niet ingespoeld, vak w
voor nabehandelingsmiddel is met water gevuld.
Deur kan bij ingeschakeld apparaat niet
worden geopend.
Was is erg gekreukt.
Het wasverzachter-inzetbakje is niet goed in het vak
voor nabehandelingsmiddel
gezet of is verstopt.
Deur is vergrendeld.
Stroomuitval! (Alle indicaties zijn uit.)
De deur blijft ca. 4 tot 10
minuten vergrendeld.
Mogelijk teveel wasgoed in
de wasautomaat.
Wasmiddelschuiflade reinigen, inzetstuk voor wasverzachter goed bevestigen.
Wacht tot de indicatie DEUR
groen brandt.
Het programma gaat verder
wanneer de stroomuitval
voorbij is.
Wasgoed uit de wasautomaat
halen:
wanneer er water in de wasautomaat zichtbaar is, vóór
het openen van de deur eerst
het water weg laten lopen
(zie het gedeelte "Water aftappen").
Let op de maximale belading.
22
Page 23
Als het wasresultaat niet bevredigend is
Het wasgoed is grauw en kalk heeft zich in de trommel vastgezet.
• Er is onvoldoende wasmiddel gebruikt.
• Niet het juiste wasmiddel is gebruikt.
• Speciale vervuilingen zijn niet voorbehandeld.
• Programma of temperatuur zijn niet correct ingesteld.
Op het wasgoed zijn grijze vlekken aanwezig
• Met zalf, vet of olie vervuild wasgoed is met te weinig wasmiddel ge-
wassen.
• Er is op te lage temperatuur gewassen.
• De meest voorkomende oorzaak is dat wasverzachter, en met name in
geconcentreerde vorm, op het wasgoed terecht is gekomen. Dergelijke vlekken dienen zo snel mogelijk uitgewassen te worden en de betreffende wasverzachter dient voorzichtig gebruikt te worden.
Na de laatste spoelgang is nog schuim zichtbaar
• Moderne wasmiddelen kunnen ook in de laatste spoelgang nog
schuim veroorzaken. Het wasgoed is echter voldoende gespoeld.
Witte restanten op het wasgoed
• Het betreft niet opgeloste bestanddelen van moderne wasmiddelen.
Dit is niet het gevolg van onvoldoende spoelen.
Wasgoed uitschudden of afborstelen. Eventueel het wasgoed in de
toekomst voor het wassen binnenste buiten keren. Wasmiddelkeuze
controleren. Met name bij donker wasgoed is het gebruik van een
vloeibaar wasmiddel aan te bevelen.
23
Page 24
Water aftappen
1Waarschuwing! Voor het aftappen de wasautomaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken!
Waarschuwing! Het sop dat uit de aftapslang komt kan heet zijn. Ver-
brandingsgevaar! Voor het aftappen het sop laten afkoelen!
1. Het klepje van de sokkel open klappen en lostrekken.
2. De aftapslang uitnemen.
3. Een vlakke opvangbak onder de
slang plaatsen. Aansluitend de afsluitstoppen linksom draaien en
lostrekken.
4. Het sop loopt weg. Indien noodzakelijk de opvangbak meerdere keren
legen en de aftapslang tussentijds
met de afsluitstoppen sluiten.
Als het sop afgetapt is:
5. De afsluitstoppen goed in de aftapslang plaatsen en rechtsom vast-
draaien.
6. De aftapslang weer in de houder terug plaatsen.
7. Het klepje van de sokkel inzetten en sluiten.
24
Page 25
Afvoerpomp
De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het openen van de pompdeksel is alleen in geval van een storing vereist, als er geen water weg wordt gepompt, bijv. bij een geblokkeerd pompwiel.
Controleer altijd voor het vullen met wasgoed of er geen vreemde
voorwerpen in de zakken zitten of tussen het wasgoed aanwezig zijn.
Paperclips, spijkers, enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terechtkomen blijven in het pomphuis liggen (filter voor vreemde
voorwerpen dat het pompwiel beschermt).
1Waarschuwing! Voor het openen van de pompdeksel de wasautomaat
uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken!
1. Tap eerst het water uit de wasautomaat af.
2. Leg een doek op de vloer voor het deksel van de afvoerpomp.
Er kan restwater uitlopen.
3. Het pompdeksel linksom losschroeven en uitnemen.
4. Eventuele vreemde voorwerpen en
textielpluizen uit het pomphuis en
van het pompwiel verwijderen.
5. Controleer of het pompwiel helemaal achter in het pomphuis rond
kan worden gedraaid. (Het is normaal als het pompwiel stootsgewijs
draait.) Als het pompwiel niet kan
worden gedraaid dient u contact op
te nemen met de service-afdeling.
6. Pompdeksel weer terugplaatsen.
Lipjes van de deksel zijdelings in de
geleidingssleuven inschuiven en de
deksel rechtsom vastdraaien.
7. De aftapslang sluiten en in de houder plaatsen.
8. Klepje van de sokkel sluiten.
25
Page 26
Technische gegevens
Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen:
5
– 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richt-
lijn 92/31/EEG
– 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn
hoogte x breedte x diepte850 x 598 x 640 mm
Diepte bij geopende vuldeur.1017 mm
In hoogte verstelbaar:ca. +10/-5mm
Vulhoeveelheid (programma-
De verbruikswaarden worden aangegeven als onder standaardcondities.
Deze waarden kunnen in het dagelijks gebruik verschillend zijn.
26
Programmakeuzeknop
(temperatuur)
WITTE/BONTE WAS 956622,20
2)
ECO
WITTE/BONTE WAS 406580,70
KREUKHERSTELLEND 403580,52
FIJNE WAS 303580,42
WOL/ZIJDE H (handwas) 302540,35
1) De bepaling voor het vulgewicht is conform de norm EN 60456 Standard load.
2) Tip: programma-instellingen voor tests in overeenstemming met resp. EN 60 456 en
IEC 60 456.
De verbruikswaarden kunnen van de aangegeven waarden afwijken, afhankelijk van
de druk, de hardheid en de toevoertemperatuur van het water, de omgevingstemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, het gebruikte wasmiddel, schommelingen in de netspanning en de gekozen extra functies.
Vulgewicht
1)
in kg
6491,02
Water
in liters
Energie
in kWh
Page 27
Opstel- en aansluitaanwijzing
1Veiligheidsaanwijzingen voor de
installatie
• Deze wasautomaat is niet geschikt voor onderbouw.
• Voor de ingebruikname dient het apparaat op transportschade ge-
controleerd te worden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier.
• Voor de ingebruikname dienen alle delen van de transportbeveiliging
verwijderd te zijn. Anders kan er bij het centrifugeren schade aan het
apparaat of aan naburige meubels ontstaan.
• Voor de inbedrijfname dient de spatwaterbeveiliging op het apparaat
tot stand gebracht te zijn (zie “Transportbeveiliging verwijderen”).
• De stekker altijd in een volgens de voorschriften geÔnstalleerd geaard
stopcontact steken.
• Bij een vaste aansluiting: Een vaste aansluiting mag uitsluitend door
een erkend vakman worden uitgevoerd.
• Controleer voor de ingebruikname of de op het typeplaatje van het
apparaat vermelde nominale spanning en stroomsoort met netspanning en stroomsoort op de plaats van de opstelling overeenkomen.
Ook de elektrische zekering die nodig is kunt u van het typeplaatje
aflezen.
• Zijn voor de juiste wateraansluiting van de wasautomaat werkzaam-
heden aan de waterinstallatie noodzakelijk, dan moeten deze door
een erkend installateur worden uitgevoerd.
• Zijn voor de juiste elektrische aansluiting van de wasautomaat werk-
zaamheden aan het stroomnet noodzakelijk, dan moeten deze door
een erkend installateur worden uitgevoerd.
• Het aansluitsnoer van de wasautomaat mag uitsluitend door de servi-
ce-afdeling of een erkend vakman worden vervangen.
27
Page 28
Opstelling van het apparaat
Het apparaat transporteren
Waarschuwing! De wasautomaat heeft een hoog gewicht. Kans op ver-
wonding! Voorzichtig bij het optillen.
Het apparaat niet op de voorzijde en niet op de rechter zijkant (vanaf de
voorzijde gezien) neerleggen. De elektrische componenten kunnen nat
worden.
Het apparaat nooit zonder transportbeveiliging transporteren. De transportbeveiliging dient pas op de plaats van de opstelling verwij-derd te
worden! Het transporteren zonder transportbeveiliging kan tot beschadigingen aan het apparaat leiden.
Bij het transporteren met een steekwagen:
De steekwagen alleen vanaf de zijkant onder het apparaat plaatsen. uit-
nemen.
Uitpakken
Voordat u de machine aanzet is het noodzakelijk de veiligheidsvoorzieningen voor het transport te verwijderen door deze aanwijzingen op
te volgen.
Nadat u alle verpakkingen verwijderd heeft, de machine heel voorzichtig
op zijn achterkant leggen om de basis van piepschuim van onder de
machine te verwijderen.
28
Maak de voedingskabel en de afvoerslang los van de
steunen op de achterkant van de
machine.
HEC0008
HEC0001
Page 29
Installation
Draai de centrale
schroef A in het
bovenste gedeelte
van de achterkant
A
los (met een
geschikte sleutel)
en verwijder hem.
Trek de plastic pin
naar buiten.
HEC0002S
HEC0003S
C
B
B
Draai de twee grote schroeven B en de zes kleinere schroeven C aan de
zijkanten van de achterkant van de machine los en verwijder ze.
Verwijder, voorzichtig, de stalen beugel D.
Draai de zes kleine
schroeven C aan de
zijkanten weer vast.
Doe de deur open,
haal de water-aanvoerslang uit de
C
D
trommel en verwijder het piepschuim
HEC0014
C
HEC0011S
blokje dat met plakband op de pakking van de deur is bevestigd.
C
Maak het kleine
bovenste gat en de
twee grote gaten
aan de zijkanten
(onder) dicht met
de daarvoor bedoelde plastic doppen
die in het zakje met
de handleiding zitten.
HEC0010
HEC0005
29
Page 30
Installation
Plaatsing
Zet de machine op een vlake harde vloer neer.
Zorg er voor dat de luchtcirculatie rondom de machine niet belemmerd
wordt door vloerkleden, tapijten enz.
• Voordat u de machine op kleine tegels neerzet dient u een rubberen
mat onder de machine te leggen.
• Probeer oneffenheden in de vloer nooit te compenseren d.m.v. hout,
karton of iets dergelijks onder de machine te leggen.
• Als het niet mogelijk is om te voorkomen dat de machine naast een
gasfornuis of een andere warmtebron wordt geplaatst, moet er een
isolerende plaat (85x57 cm) worden geplaatst tussen de twee apparaten, waarbij aan de kant van de warmtebron (fornuis, kachel) een aluminiumfolie is aangebracht.
• Plaats de machine niet in ruimtes waar de temperatuur onder de 0°C
kan zaken.
• De toevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt of platgedrukt worden.
• Zorg er voor dat als het apparaat wordt geïnstalleerd, dat deze
gemakkelijk toegankelijk is voor de monteur in geval van een storing.
Het apparaat juist afstellen
30
De vier voeten van het apparaat zijn
vooraf ingesteld.
Grove oneffenheden kunnen door
het individueel instellen van de in
hoogte verstelbare schroefvoeten
worden gecompenseerd.
Hiervoor dient de bijgeleverde speciale sleutel gebruikt te worden.
Let op! Oneffenheden van het
grondoppervlak niet met behulp van
stukjes hout, karton of soortgelijke
materialen compenseren, maar door
het afstellen van de in hoogte verstelbare schroefvoeten.
Page 31
Elektrische aansluiting
Gegevens over de netspanning, stroomsoort en de vereiste zekering zijn
op het typeplaatje aangegeven. Het typeplaatje is bij de vulopening
aangebracht.
Wateraansluiting
Let op!
• Dit apparaat mag niet aan de warmwatervoorziening worden aange-
sloten!
• Bij het aansluiten dient uitsluitend een nieuwe slangenset gebruikt te
worden.
• Het apparaat uitsluitend aan de drinkwaterleiding aansluiten. Regen-
water alleen dan gebruiken als het aan de eisen volgens DIN1986 en
DIN1988 voldoet.
• Toevoer- en afvoerslang niet in een knik leggen of platdrukken!
Toegestane waterdruk
De waterdruk dient ten minste 1 bar (=10 N/cm2 = 0,1 MPa) te zijn en
mag ten hoogste 10 bar (= 100 N/cm
– Bij een druk hoger dan 10bar: een drukverlagingsventiel plaatsen.
– Bij een druk lager dan 1bar: de toevoerslang aan de kant van het ap-
paraat bij de magneetinlaatklep losschroeven en de doorstroomregelaar uitnemen (daarvoor de zeef met een spitse tang verwijderen en
de daarachter gelegen rubberen ring uitnemen). De zeef weer terugplaatsen.
2
=1 MPa) bedragen.
31
Page 32
Watertoevoer
Een drukslang met een lengte van 1,5meter is meegeleverd.
Indien een langere toevoerslang vereist is, dient uitsluitend een originele slang gebruikt te worden. De klantendienst heeft slangensets in diverse lengtes beschikbaar.
3De afdichtringen treft u in de moeren van de schroefverbinding van de
slang aan of in de verpakking. Gebruik geen andere afdichtringen!
Let op! Alle slangverbindingen mo-
gen uitsluitend met de hand vastgedraaid worden.
1. De slang met de afgewikkelde aansluiting aan de machine aansluiten.
Let op! De toevoerslang niet
loodrecht naar beneden, maar volgens de afbeelding naar rechts of
naar links leggen.
2. De slang met de rechte aansluiting
aan de waterkraan met schroefdraad
R 3/4 (duim) aansluiten.
3. Voor het vast- en losdraaien van de
schroefverbinding van de slang, mag
alleen aan de metalen moer worden
gedraaid. De behuizing van de veiligheidsklep dient u hierbij met een
hand vast te houden, zodat deze niet
meedraait.
Let op! Voor het vast- en losdraaien
van de schroefverbinding van de
slang dient u nooit aan de behuizing
van de veiligheidsklep te draaien,
daar anders de binnenslang wordt beschadigd.
4. De kraan geleidelijk openen en controleren of alle aansluitingen dicht
zijn.
HEC0006
32
Page 33
Waterafvoer
Het hoogteverschil tussen de onderkant van de wasautomaat en de waterafvoer mag ten hoogste 1 meter zijn.
Voor een verlenging mogen uitsluitend originele slangen worden gebruikt. (max. 3 meter, op de vloer gelegd en tot een hoogte van 80 cm).
De service-afdeling heeft afvoerslangen in diverse lengtes beschikbaar.
Waterafvoer in een sifon
Het verbindingspunt tuit/sifon met
een slangklem (in de vakhandel verkrijgbaar) vastzetten.
Waterafvoer in een wastafel/badkuip
1Let op!
– Kleine wastafels zijn hier niet voor
geschikt. Het water kan overlopen!
– Het uiteinde van de afvoerslang
mag niet in het uitgepompte water ondergedompeld zijn. Anders
kan het water in het apparaat teruggezogen worden!
– Bij afvoer in een wastafel of een
badkuip dient de afvoerslang met
het meegeleverde bochtstuk tegen
wegglijden geblokkeerd te worden.
Het uitlopende water kan anders
de slang uit de wastafel duwen.
– Bij het wegpompen controleren of
het water voldoende snel wegloopt.
Afvoerhoogtes van meer dan 1 meter
De afvoerpomp van de wasautomaat voert het sop tot op een hoogte
van 1meter af, dit gerekend vanaf de onderkant van het apparaat.
Let op! Bij afvoerhoogtes van meer dan 1 meter kunnen storingen en
beschadigingen aan het apparaat optreden.
Voor afvoerhoogtes van meer dan 1 meter is een ombouwset verkrijgbaar. Neem hiervoor a.u.b. contact op met de service-afdeling.
33
Page 34
Garantievoorwaarden
Nederland
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan
het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12
maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos
vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch)
glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen
door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van
toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11 . Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de beno-
digde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor
ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale
in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te
rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een
nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het pro-
duct, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten.
Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften,
gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte
34
Page 35
producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke
of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk bin-
nen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2
a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke,
gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren
toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit
is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op
basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen
het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het
toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de
technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht,
tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de
rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een
garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de reparatie dient de consument
op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs
een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal
aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer
volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten
terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door
de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland
35
Page 36
Adres service-afdeling
Nederland
AEG fabrieksservice
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Service-informatielijn
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen
(voor algemene, product- of
gebruiksinformatie)
tel.0172-468 300
tel.0172-468 172
www.aeg.nl
36
Page 37
37
Page 38
38
Page 39
Service
In de paragraaf “Wat te doen als...?” zijn sommige storingen opgesomd
die uzelf kunt oplossen. Lees deze paragraaf door in het geval van een
storing. Als u het probleem (storing) niet kunt oplossen, neem dan contact op met het servicecentrum.
Leg uw probleem zo duidelijk mogelijk uit om het oplossen van uw probleem te vergemakkelijken: de servicemonteur bepaalt dan of het noodzakelijk is een monteur te sturen.
Schrijf het serienummer (Ser. nr.) en het productnummer op (Prod. nr.)
die op het plaatje staan.
From the Electrolux Group. The world’s No. 1 choice.
The Electrolux Group is the world's largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and
outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such as refrigerators, cookers, washing
machines, vacuum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx.
USD 14 billion in more than 150 countries around the world.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.