AEG L62642VI User Manual [nl]

LAVAMAT 62642 VI
NL
WASMACHINE GEBRUIKSAANWIJZING
DE
WASCHMASCHINE BENUTZERINFORMATION
40
2
2
VOOR PERFECTE RESULTATEN
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg-electrolux.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie 6 Beschrijving van het product 7 Bedieningspaneel 8 Tabel met symbolen
8 Display 10 Het eerste gebruik 10 Personalisering 11 Dagelijks gebruik 16 Wasprogramma's 18 Nuttige aanwijzingen en tips 20 Onderhoud en reiniging 26 Problemen oplossen 30 Technische gegevens 30 Verbruikswaarden 31 Montage 36 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet 37 Inbouwen 38 Het milieu
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
4 Veiligheidsinformatie
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
• De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
• Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaan­wijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werk­ing van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
• U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te instal­leert of in gebruik neemt.
• Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er onder­delen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier.
• Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
• Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze ver­anderingen aan te brengen aan dit apparaat.
• Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aan­raken!
• Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de trommel klimmen. Om dit te voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren.
• Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere harde, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet in het apparaat terechtkomen.
• Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel do­seert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de fa­brikant met betrekking tot de hoeveelheden.
• Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kus­sensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
• Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of ge­scheurde materialen te wassen.
• Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stop­contact en draai de kraan dicht.
• Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondes­kundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele ver­vangingsonderdelen.
Veiligheidsinformatie
Installatie
• Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
• Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het ap­paraat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice.
• Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden verwij­derd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigen­dommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
• Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
• Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren.
• Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen.
• Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofd­stuk "Bevriezingsgevaren.
• Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
• Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werk­zaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
• Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
• Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor machinaal wassen. Volg de instruc­ties op het wasvoorschrift in de kleding.
• Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
• Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle kno­pen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
• Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in de wasautomaat doet.
• Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
• Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk is.
5
Veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
6 Beschrijving van het product
• De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleve­ren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van kin­deren.
• Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
• Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klimmen. Om te voor­komen dat kinderen of huisdieren binnen in deze machine vast komen te zitten, heeft hij een speciale functie. Om deze functie te ac­tiveren draait u de knop (zonder deze in te drukken) aan de binnenkant van de deur naar rechts tot de groef horizontaal staat Gebruik zo nodig een muntstuk. Om deze functie uit te schakelen en de mogelijkheid te herstellen om de deur te sluiten, draait u de knop naar links tot de groef verticaal staat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel. Het spaarklepsysteem staat het totale gebruik van wasmiddel toe en vermindert het water­verbruik om energie te sparen.
2
1
3
4
5
6
Bedieningspaneel 7
1 Wasmiddellade 2 Bedieningspaneel 3 Deurhandgreep 4 Typeplaatje 5 Afvoerpomp 6 Verstelbare pootjes
Wasmiddellade
Vakje voor voorwasmiddel of vlekkenverwijde-
raar. Het voorwasmiddel wordt het begin van het was­programma ingespoeld. Het vlekkenzout wordt tijdens de vlekken-fase in de hoofdwas in gespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel
te gebruiken voor de hoofdwas .
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasver-
zachter, stijfsel).
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden gegoten voordat u het wasprogramma start.
BEDIENINGSPANEEL
Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuzeknop zien alsook de toetsen en controlelampjes. Deze onderdelen worden op de volgende pagi­na's met verwijzing naar de relevante nummers uitgelegd.
9
1 2 3 4 5 6 7 8
1 Programmakeuzeknop
10
8 Tabel met symbolen
2 Toets CENTRIFUGE 3 Toets VOORWAS 4 Toets VLEKKEN 5 Toets BEHOEDZAAM 6 Toets TIJDBESPARING 7 Display 8 toets START/PAUZE 9 Toets UITGESTELDE START
10 Controlelampjes
TABEL MET SYMBOLEN
= Katoen = Kort centrifugeren = Synthetica = Spoelstop = Koude was = Voorwas
= Kreukvrij = Vlekken
= Fijne was = Behoedzaam = Wol = Tijdbesparing
= Handwas = Kinderslot
= Behoedzaam spoelen = Resterende tijd
= Pompen = Uitgestelde start = Centrifugeren = Was
= Opfrissen = Deur vergrendeld
= Energiebesparend programma = Extra spoelen
= Uit/Reset = Start/Pauze
DISPLAY
7.2
7.3
7.1
9
Duur van het gekozen programma (7.1):
Duur van het gekozen programma: Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijds­duur in uren en minuten weergegeven (bijvoorbeeld 2.05 ). De duur wordt automatisch be­rekend op basis van de aanbevolen maximale belading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Alarmcodes
In geval van problemen met de werking kunnen er alarmcodes weergegeven worden, bij­voorbeeld
(zie hoofdstuk «Problemen oplossen...»).
Einde van het programma
Als het programma is afgelopen, verschijnt er een knipperende nul
, het controlelampje
DEUR ( 10.2 ), het controlelampje WASSEN ( 10.1 ) en het controlelampje van toets 8 gaan uit. De deur kan nu geopend worden.
Verkeerde optiekeuze
Als een optie wordt gekozen die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma, ver­schijnt de boodschap Err gedurende een paar seconden en gaat het gele licht van knop 8 knipperen.
Startuitstel (7.2)
Het gekozen uitstel (max. 20 uur), ingesteld met de betreffende toets, wordt gedurende een paar seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt de duur van het eerder gese­lecteerde programma. Het symbool 7.2 verschijnt op het display. De tijdsduur van het uit­stel neemt per uur met een eenheid af. Als er nog maar 1 uur resteert, neemt de tijd per minuut af.
Kinderslot (7.3)
Controlelampjes (7)
Als u op toets 5 heeft gedrukt, gaat het controle­lampje WASSEN ( 7.1 ) branden. Het apparaat werkt en u kunt de deur niet openen. Als het programma is afgelopen, gaat het contro­lelampje EINDE ( 7.2 ) branden en na een paar mi­nuten kunt u de deur openen. Als het apparaat extra spoelgangen uitvoert, gaat het controlelampje EXTRA SPOELGANG ( 7.3 ) branden. Zie 'Een extra spoelgang kiezen'.
10 Het eerste gebruik
HET EERSTE GEBRUIK
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de instal­latie-instructies.
• Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel.
• Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel ECO -klep te activeren. Laat vervolgens het katoenprogramma op de hoogste tempera­tuur draaien, zonder wasgoed in de machine, zodat eventuele fabricageresten uit de trommel en de kuip worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel in het vakje voor de hoofdwas en start de machine.
van de wasmiddellade om de
PERSONALISERING
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen zal zijn:
• aan het einde van een cyclus
• in geval van problemen met de werking.
Door ongeveer 6 seconden tegelijkertijd op de toetsen 3 en 4 te drukken, wordt het geluids- signaal uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op deze 2 toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer ingeschakeld.
Kinderslot
Met deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd achterlaten, u hoeft zich dan geen zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is. Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
• voordat toets 8 wordt ingedrukt: de machine kan niet gestart worden.
• nadat toets 8 is ingedrukt: ingestelde programma's of opties kunnen niet veranderd wor- den.
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 7.3 op (van) het display verschijnt (verdwijnt).
Dagelijks gebruik 11
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur voorzichtig door de hand-
greep naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mogelijk uit.
2. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het
sluiten een klik horen.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet tussen de deur en de rubber pakking terecht komen.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en wasmiddel.
1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk
naar buiten. Meet de vereiste hoeveelheid wasmiddel af, giet het in het vak voor de hoofdwas uitvoeren met de voorwas fase of de vlekken functie wilt gebruiken, dient u het wasmiddel in het vak
. Als u een programma wilt
te gieten.
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in het
vakje de markering MAX in de lade niet over- schrijden). Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig in.
(de gebruikte hoeveelheid mag
12 Dagelijks gebruik
Het gewenste programma kiezen met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de programmatabellen op te volgen (zie "Wasprogramma's"). Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgan­gen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed. Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen. De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. Stand
om het programma te resetten/ De machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de keuzeknop op stand om de machine uit te schakelen.
Als u de programmakeuzeknop naar een ander programma draait terwijl de machine in be­drijf is, gaat het gele controlelampje van toets 8 3 keer knipperen en wordt het bericht Err op het display weergegeven om een onjuiste keuze aan te geven. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
gedraaid worden
Centrifugetoerental of optie SPOELSTOP kiezen (toets 2)
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maximale centrifugetoerental voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op toets 2 om het centrifugetoerental te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed wordt gecentrifugeerd op een snelheid die afwijkt van de door de wasautomaat voorgestelde toerental. Het desbetreffende lampje licht op. SPOELSTOP : als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Als het programma is afgelopen verschijnt op het dis­play knipperend is vergrendeld om aan te geven dat het water eerst moet worden afgevoerd.
Om het water weg te pompen het hoofdstuk "Aan het einde van het programma" lezen.
, het controlelampje 10.2 brandt, het lampje van toets 8 is uit en de deur
Programmakeuzetoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden. Deze functies moeten gekozen worden nadat u het gewenste programma gekozen heeft en voordat u op toets 8 drukt. Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende controlelampjes branden. Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit. Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het gele controlelampje van toets 8 3 keer en verschijnt het bericht Err gedurende enkele seconden op het display.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk "Wasprogram­ma's".
Kies de optie VOORWAS (Toets 3)
Kies deze optie als u wilt dat uw wasgoed op 30°C wordt voorgewassen voor de hoofdwas. De voorwas eindigt met kort centrifugeren bij programma's voor katoen en synthetische stoffen, terwijl bij het programma voor fijne was alleen het water wordt weggepompt.
Dagelijks gebruik
Het desbetreffende lampje licht op.
Selecteer de optie VLEKKEN (Toets 4)
Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met vlek­kenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase). Het desbetreffende lampje licht op. Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C. Als u een programma wilt laten draaien met de optie vlekken, giet dan vlekkenzout in het juiste vakje .
Selecteer de optie BEHOEDZAAM (toets 5)
Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit beperkt verminderd. De machine voegt een spoelgang toe in de programma's voor katoen en synthetische stoffen. Deze optie wordt aanbevolen voor niet kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak ge­wassen worden.
Selecteer de optie TIJDBESPARING (Toets 6)
Met deze optie kunt u de wastijd veranderen die de wasmachine automatisch heeft voorge­steld. Met deze toets kunt u de volgende opties kiezen: DAGELIJKS: door eenmaal op toets 6 te drukken gaat het bijbehorende controlelampje branden en zal de wasduur verkort worden om dagelijks wasgoed te wassen. SUPERSNEL: door tweemaal op toets 6 te drukken, blijft het bijbehorende controlelampje branden, de wasduur wordt verkort om licht vervuild wasgoed of artikelen die slechts korte tijd gebruikt of gedragen zijn te wassen. Op het display wordt de aflopende wastijd weerge­geven.
13
Selecteer START/PAUZE (Toets 8)
Om het gekozen programma te starten, toets 8 indrukken, het bijbehorende rode controle­lampje stopt met knipperen. Het controlelampje 10.1 brandt om aan te geven dat het apparaat begint te werken. Het controlelampje 10.2 brandt om aan de geven dat de deur vergrendeld is. Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op toets 8 : het bijbehorende rode con- trolelampje gaat knipperen. Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken drukt u opnieuw op de knop 8 . Als u een uitgestelde start geselecteerd heeft met toets 9 , begint de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is geselecteerd, knippert het gele contro­lelampje van de toets 8 3 keer, de melding Err wordt gedurende ongeveer 2 seconden weer­gegeven.
Selecteer het STARTUITSTEL (toets 9)
Voordat u het programma start , als u de start wilt uitstellen, druk dan herhaaldelijk op de
toets om het gewenste uitstel te selecteren. De duur van het gekozen uitstel (max. 20 uur) verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden op het display, daarna verschijnt de duur van het programma weer U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u toets 8 in­drukt.
14 Dagelijks gebruik
De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervol­gens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitgesteld. Als u later, tijdens de vertragingstijd, nog wasgoed in de trommel wilt stoppen, druk dan op de toets 8 om de machine op pauze te zetten. Voeg het wasgoed toe, doe de deur dicht en druk weer op toets 8 . De uitgestelde start kiezen.
• Kies het programma en de gewenste opties.
• Kies de uitgestelde start.
• Druk op toets 8 : de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het programma zal be­ginnen als het gekozen uitstel is afgelopen.
Startuitstel annuleren
• Zet de wasmachine op PAUZE door op toets 8 te drukken;
• Druk eenmaal op toets 9 tot het symbool
• druk nogmaals op toets 8 om het programma te starten
• Het gekozen uitstel kan alleen worden veranderd nadat u het wasprogramma opnieuw hebt gekozen.
• De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u de deur toch wilt openen, dan moet u de wasmachine eerst op PAUZE zetten door op de toets 8 te drukken. Nadat u de deur weer gesloten heeft drukt u weer op de toets 8 .
Toets 9 kan niet gekozen worden bij het programma POMPEN.
wordt weergegeven
Een extra spoelgang kiezen
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met een ex­tra hoeveelheid water te spoelen (extra spoelgang). Druk gedurende enkele seconden tegelijkertijd op de toetsen 2 en 3 : het controlelampje
10.3 gaat branden. Deze functie blijft permanent actief. Om de functie te verwijderen nog-
maals op dezelfde toetsen drukken tot het lampje 10.3 uit gaat.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voordat u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine laten pauzeren door op toets 8 te drukken. U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten . Draai de program-
makeuzeknop eerst op programma door nogmaals op toets 8 te drukken. Het water in de kuip zal niet worden weggepompt.
en dan op de stand van het nieuwe programma. Start het nieuwe
Een programma onderbreken
Druk op toets 8 om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende controlelamp­je gaat knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten.
Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op om een lopend programma te annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
De deur openen nadat het programma is gestart
Zet de machine eerst op pauzeren door op toets 8 te drukken. Als het controlelampje 10.2 uitgaat, kan de deur enkele minuten later geopend worden. Als de deur vergrendeld blijft - het controlelampje 10.2 brandt, betekent dit dat de machine al aan het opwarmen is, dat het waterniveau boven de bodemrand van de deur komt. In dat geval kan de deur niet worden geopend. Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u de machine uit door de keuzeknop op kan de deur worden geopend (let op het waterniveau en de temperatuur . Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma en de opties opnieuw kiezen en op toets 8 drukken.
te draaien. Na enkele minuten
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch. Het controlelampje van toets 8 en de controlelampjes 10.1 en 10.2 gaan uit Er verschijnt een knipperende Als er een programma of optie is geselecteerd die eindigt met water in de trommel dan blijft het controlelampje 10.2 branden. Een knipperende controlelampje van toets 8 gaat uit. De deur blijft vergrendeld om aan te geven dat het water moet worden weggepompt voordat de deur kan worden geopend. Volg onderstaande instructies om het water af te voeren:
• Zet de programmakeuzeknop op
• Selecteer het programma POMPEN of CENTRIFUGEREN
• Druk indien nodig op de toets om de centrifugesnelheid te verminderen,
• Druk op toets 8
• Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende trolelampje 10.2 gaat uit. De deur kan nu geopend worden.
Draai de programmakeuzeknop op goed uit de trommel en controleer goed of de trommel helemaal leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur open staan om vor­ming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
.
om de machine uit te schakelen. Verwijder het was-
op het display.
verschijnt op het display en het
15
. Het con-
Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na enkele minuten het energiebespa­ringssysteem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verminderd. Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus.
16 Wasprogramma's
WASPROGRAMMA'S
Programma Maximale en minimale temperatuur Programmabeschrijving Maximale centrifugesnelheid Maximale belading Type wasgoed
KATOEN
95°- 30° Hoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 6 kg - gereduceerde belading 3 kg Voor wit en bont katoen (normaal vervuilde artike­len).
SYNTHETICA
60° - Koud Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 3 kg - gereduceerde belading 1,5 kg Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, ge­kleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blou­ses.
ANTIKREUK
40° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 1 kg
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen en gecentrifugeerd moeten worden. Als u dit program-
ma kiest, wordt het wasgoed met zorg gewassen en gecentrifugeerd om eventuele kreukels te voorkomen. Op deze manier is strijken gemakkelijker. Bovendien zal de machine extra spoelgangen uitvoeren.
BEHOEDZAAM
40° - Koud Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 3 kg - gereduceerde belading 1,5 kg Fijne was: acryl, viscose, polyester.
Opties
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
VLEKKEN
1)
BEHOEDZAAM
TIJDBESPARING
EXTRA SPOELING CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
VLEKKEN
1)
BEHOEDZAAM
TIJDBESPARING
EXTRA SPOELING
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
EXTRA SPOELING
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
VLEKKEN
1)
TIJDBESPARING
EXTRA SPOELING
Wasmiddel
Vakje
3)
2)
3)
2)
3)
3)
2)
Programma Maximale en minimale temperatuur Programmabeschrijving Maximale centrifugesnelheid Maximale belading Type wasgoed
WOL PLUS/HANDWAS
30° - Koud Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 2 kg. Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en voor met de hand wasbare wol en fijne stoffen. Opmerking : Een enkel of groot stuk wasgoed kan een verkeerd evenwicht van de trommel tot gevolg heb­ben. Als de machine de laatste centrifugefase niet uit­voert, voeg dan meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens het centrifu­geprogramma.
KORT SPOELEN
Spoelgangen - Lang centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 6 kg Met dit programma is het mogelijk om katoenen kle­dingstukken die met de hand gewassen zijn uit te spoelen en te centrifugeren. De machine voert enkele spoelgangen uit, gevolgd door een laatste centrifuge­gang. De centrifugesnelheid kan verlaagd worden met de betreffende toets
POMPEN
Water wegpompen Max. belading 6 kg Om het laatste spoelwater af te voeren bij program­ma's met de Spoelstop-optie
CENTRIFUGEREN
Pompen en lang centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 6 kg Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken die met de hand gewassen zijn en na programma's waarbij de optie Spoelstop gekozen is. Voordat u dit
programma kiest moet de keuzeknop op worden. U kunt de snelheid met behulp van de betref­fende toets aanpassen aan de stoffen die gecentrifu­geerd moeten worden.
gedraaid
Wasprogramma's 17
Opties
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELING
CENTRIFUGEREN
Wasmiddel
Vakje
18 Nuttige aanwijzingen en tips
Programma Maximale en minimale temperatuur Programmabeschrijving Maximale centrifugesnelheid Maximale belading Type wasgoed
Opfrissen
30° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 3 kg Dit programma kan gebruikt worden voor het snel wassen van sportartikelen, of katoenen en syntheti­sche artikelen die licht vervuild of slechts eenmaal ge­dragen zijn
KATOEN ECO
60° Hoofdwas, - Spoelgangen - Lang centrifugeren Maximale centrifugesnelheid 1200 tpm Max. belading 6 kg Wit en kleurecht katoen . Dit programma kan worden geselecteerd voor licht of normaal vervuilde katoenen wasgoed. De temperatuur wordt verlaagd en de wastijd wordt verlengd. Zo wast u doeltreffend en bespaart u energie.
/UIT
Om het lopende programma te annuleren of om de machine uit te schakelen.
1) De optie VLEKKEN kan alleen worden gekozen bij een temperatuur van 40°C of hoger.
2) Als u de optie Supersnel selecteert door te drukken op toets 6 , raden we u aan de maximale belading te
beperken, zoals aangegeven. Maximale belading is wel mogelijk, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
3) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, moet u een programma zonder VOORWAS selecteren.
Opties
CENTRIFUGEREN
CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
VOORWAS
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELING
1)
Wasmiddel
Vakje
3)
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch, fij­ne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen. Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste keer dan ook apart. Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange rie­men vast. Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen. Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Nuttige aanwijzingen en tips 19
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net.
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het kle­dingstuk te wassen. Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen. Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren. Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek. Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt. Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton de vlek. Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmid­del.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton zuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna grondig uitspoelen. Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, ver­volgens inwrijven met reinigingspasta.
1)
, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep
1)
en dan met azijn-
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen. Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoe­veelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren. De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling. Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden ge­bruikt:
• waspoeder voor alle soorten weefsels;
• waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol;
• vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
20 Onderhoud en reiniging
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddel­lade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van ge­concentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet .
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangen af van het type weefsel, de hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van het water. Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over de te gebruiken hoeveelheden. Gebruik minder wasmiddel als:
• als u een kleine lading wast;
• het wasgoed licht vervuild is;
• er veel schuimvorming is tijdens het wassen.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetref­fende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid middelmatig of hoog is, raden we aan een waterontharder toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de fabrikant opvolgt. Als de hardheid van het water zacht is, pas dan de hoeveelheid wasmiddel aan.
ONDERHOUD EN REINIGING
U moet het apparaat LOSKOPPELEN van de elektrische voeding, voordat u welke reinigings­of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voorkomt u de vorming van kalkaanslag.
Na elke wasbeurt
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje open te laten staan na een wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard.
Onderhoudswasbeurt
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant van de trommel blijft zitten. Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren. Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
Onderhoud en reiniging 21
• Moet de trommel leeg zijn.
• Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen.
• Moet u een normale hoeveelheid wasmiddel gebruiken, dit moet waspoeder zijn met bio­logische eigenschappen.
Schoonmaken van de buitenkant
Maak de buitenkant van de behuizing van het apparaat alleen schoon met water en zeep, droog het daarna grondig af.
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant van de machine te reinigen.
Wasmiddellade
De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt.
1. Om het schoonmaken te vergemakkelijken
kan het bovenste gedeelte van het vakje voor nabehandelingsmiddelen verwijderd worden. Verwijder de lade door de ver­grendeling naar beneden te drukken en de lade naar buiten te trekken.
2. Spoel de lade af onder een kraan om
eventuele resten waspoeder te verwijde­ren.
22 Onderhoud en reiniging
3. Nadat u de lade verwijderd heeft, kunt u
met een borsteltje de uitsparing schoon­maken, zo zorgt u er voor dat alle resten waspoeder verwijderd worden van de bo­ven en onderkant van de uitsparing.
4. Schuif de lade weer naar binnen en laat
het spoelprogramma lopen, zonder kle­ding in de trommel.
Wastrommel
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor bevatten of ijzer of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van reinigingsmiddelen te
verwijderen. Programma: Kort katoenprogramma op maximale temperatuur en voeg ong. een kwart
maatbeker wasmiddel toe.
Deurrubber
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal evt. aanwezige voorwerpen weg die in de man­chet terecht zijn gekomen.
Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als:
• de machine niet pompt en/of niet centrifugeert;
• de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van veiligheids­spelden, munten, enz. die de pomp blokkeren;
• er is een probleem met de waterafvoer vastgesteld ( zie hoofdstuk "Wat te doen als..." voor meer details).
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u de pompafdekking losschroeft.
Ga als volgt te werk:
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld.
3. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp
om het vrijkomende water op te vangen.
4. Maak de noodafvoerslang los ( B ), hang
hem in de opvangbak en verwijder de stop ervan.
5. Als er geen water meer naar buiten komt,
schroef dan het deksel van de pomp los ( A ) door deze naar links te draaien en ver­wijder het filter. Gebruik indien nodig een tang. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen.
Maak het filter schoon onder een kraan om alle pluis te verwijderen.
6. Verwijder vreemde materialen en waspoe-
der van het filter en het schoepenrad.
Onderhoud en reiniging 23
A
B
Controleer of het schoepenrad van de pomp kan draaien (het draait schokkerig). Als hij niet draait, neemt u contact op met de klantenservice.
7. Plaats de dop terug op de noodafvoers-
lang en zet de slang terug op zijn plaats.
24 Onderhoud en reiniging
8. Plaats het filter terug in de pomp door
het goed in de speciale geleidingen te plaatsen. Schroef het deksel van de pomp goed vast door het rechtsom te draaien.
WAARSCHUWING!
Als de machine in werking is en afhankelijk van het gekozen programma kan er heet wa­ter in de pomp aanwezig zijn. Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de machine de cy­clus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel hebt kunnen halen. Wanneer u het pompdeksel weer vastschroeft, dient u goed te controleren of het stevig is vastgezet om lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen.
De watertoevoerfilters schoonmaken
Als het apparaat niet met water wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat het water wordt gevuld, de startknop geel knippert of het display (indien aanwezig) het bijbehorende alarm toont (zie hoofdstuk "Problemen oplossen" voor meer informatie), moet u controleren of de watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
Om de watertoevoerfilters schoon te maken:
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang van de kraan.
3. Reinig het zeefje in de slang met een har-
de borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de kraan.
Zorg ervoor dat de aansluiting stevig vast zit.
5. Schroef de slang van het apparaat. Houd
een oude doek bij de hand om eventueel gemorst water te kunnen opvegen.
6. Maak het filter in de klep schoon met een
stevige borstel of met een doek.
Loading...
+ 56 hidden pages