11 PROGRAMMA’S
14 VOOR HET EERSTE GEBRUIK
14 BEDIENING VAN HET APPARAAT
14 WASGOED IN DE MACHINE DOEN
15 WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER,
16 EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
17 AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
19 AANWIJZINGEN EN TIPS
21 ONDERHOUD EN REINIGING
26 PROBLEEMOPLOSSING
29 MONTAGE
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE
6 MILIEUBESCHERMING
6 TECHNISCHE INFORMATIE
7 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
7 ACCESSOIRES
8 BEDIENINGSPANEEL
VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
KLANTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de
klantenservice dient u de volgende
gegevens bij de hand te hebben. Deze
informatie treft u aan op het
typeplaatje.
Model
Productnummer
Serienummer
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Waarschuwing - Belangrijke
veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Page 3
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben.
Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG
mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u
verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg.com/shop
NEDERLANDS
3
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
Page 4
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Voor het milieu
• Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of
aan een ander geeft.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
EN KWETSBARE MENSEN
• Mensen, met inbegrip van kinderen,
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis, mogen dit apparaat niet bedienen. Zij
moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van
dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Laat
kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit
de buurt van kinderen. Gevaar voor
verstikking of letsel.
• Houd alle reinigingsmiddelen uit de
buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als de deur
open is.
• Voordat u de deur van het apparaat
sluit, dient u te controleren dat er
geen kinderen of huisdieren in de
trommel zitten.
• Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit
te activeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Gebruik het apparaat niet voor professioneel gebruik. Dit apparaat is
uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik.
• De specificaties van het apparaat
mogen niet worden veranderd. Risico
op letsel en beschadiging van het
apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat. Brand- of explosiegevaar.
• Volg de veiligheidsinstructies van de
verpakking van het wasmiddel om
brandwonden aan ogen, mond en
keel te voorkomen.
• Zorg dat u alle metalen onderdelen
uit het wasgoed verwijdert. Hard en
scherp materiaal kan het apparaat
beschadigen.
• Raak het glas van de deur niet aan als
een programma in gebruik is. Het
glas kan heet worden (alleen bij machines met laaddeur vooraan).
ONDERHOUD EN REINIGING
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
• Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg dat de filters op de juiste
wijze worden geïnstalleerd. Een onjuiste installatie leidt tot waterlekkage.
MONTAGE
• Het apparaat is zwaar, wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat.
• Vervoer uw apparaat niet zonder
transportbouten, u kunt anders de interne componenten beschadigen en
lekkages en defecten veroorzaken.
• Installeer en sluit geen beschadigd
apparaat aan.
• Zorg dat u alle verpakkingsmaterialen en transportbouten verwijdert.
• Zorg er tijdens de installatie voor dat
de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Page 5
• Alleen een erkende persoon mag de
elektrische installatie, het loodgieterswerk en de installatie van het apparaat uitvoeren. Dit om het risico op
structurele schade of lichamelijk letsel te voorkomen.
• Installeer of gebruik het apparaat
niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt.
• Als u het apparaat installeert op
vloerbedekking, dient u ervoor te
zorgen dat er luchtcirculatie is tussen
het apparaat en de vloerbedekking.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloerbedekking te creëren.
Aansluiting aan de waterleiding
• Sluit het apparaat niet aan met oude
slangen die al gebruikt zijn. Gebruik
alleen nieuwe slangen.
• Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt.
• Sluit het apparaat niet op nieuwe leidingen aan of op leidingen die lang
niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de
toevoerslang pas aan.
• Let er bij het eerste gebruik op dat
de watertoevoerslangen en de koppelingen niet lek zijn.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
NEDERLANDS
• Zorg ervoor dat het apparaat is geaard.
• Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt
met de stroomvoorziening.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd schokvrij stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander het netsnoer
niet zelf. Neem contact op met het
servicecentrum.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
• Trek niet aan het snoer om het apparaat los te koppelen van de netvoeding. Trek altijd aan de stekker.
HET APPARAAT AFVOEREN
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Snij het netsnoer van het apparaat
af en gooi dit weg.
3. Verwijder de deurvergrendeling.
Dit voorkomt dat u kinderen of
huisdieren in de trommel opsluit.
Gevaar voor verstikking (alleen bij
machines met laaddeur vooraan).
5
Page 6
6
MILIEUBESCHERMING
VERPAKKINGSMATERIALEN
Recycle de materialen met het symbool
.
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
MILIEUTIPS
Gebruik minder water en energie om
het milieu te helpen, volg deze instructies:
• Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
• Start een wasprogramma altijd met
de maximum hoeveelheid wasgoed.
• Gebruik indien nodig een vlekkenver-
wijderaar als u een programma met
een lage temperatuur instelt.
• Controleer de waterhardheid om de
juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
TECHNISCHE INFORMATIE
AfmetingenBreedte / hoogte / diepte600 / 850 / 522 mm
Totale diepte540 mm
Aansluiting aan het elektriciteitsnet:
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste stoffen en vochtigheid, behalve op de plaatsen waar de
lage spanningsapparatuur geen bescherming heeft
tegen vocht
WaterdrukMinimaal0,5 bar (0,05 MPa)
Watertoevoer
Maximale beladingKatoen7 kg
CentrifugeersnelheidMaximaal1400 toeren per minuut
1)
Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
1)
Voltage
Totale stroom
Zekering
Frequentie
Maximaal8 bar (0,8 MPa)
Koud water
Het symbool
de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden
afgegeven bij een verzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt
dat dit product op de juiste manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of
de winkel waar u het product hebt
gekocht.
op het product of op
230 V
2200 W
10A
50 Hz
IPX4
Page 7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
NEDERLANDS
7
123
Bovenblad
1
Afwasmiddeldoseerbakje
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
ACCESSOIRES
12
8
4
5
6
7
Stelvoetjes
7
Afvoerslang
8
Watertoevoerklep
9
Hoofdkabel
10
Transportbouten
11
Stelvoetjes
12
Moersleutel
1
9
10
11
12
Om de transportbouten te verwijderen.
Plastic dopjes
2
Voor het afdichten van de gaten
aan de achterzijde van het apparaat nadat u de transportbouten
hebt verwijderd.
Toevoerslang met geïntegreerd
34
3
beschermingssysteem tegen wateroverlast
Om mogelijke wateroverlast te
voorkomen.
Plastic slanggeleider
4
Om een afvoerslang op de rand
van een gootsteen te bevestigen.
Page 8
8
BEDIENINGSPANEEL
123
456789
Aan/Uit-toets (Aan/Uit)
1
Programmaknop
2
Display
3
Toets Start/Pauze (Start/Pauze)
4
Startuitstel-toets
5
Tijd Besparen-toets
6
Extra Spoelen-toets
7
Toets Centrifugeren (TPM)
8
Temperatuurtoets(Temp. °C)
9
AAN/UIT-TOETS
Druk op deze toets om het apparaat in
of uit te schakelen. Er klinkt een geluid
als het apparaat wordt ingeschakeld.
DeAUTO Stand-by functie schakelt het
apparaat automatisch uit om stroom te
besparen als:
DISPLAY
3
1
ABC
• Er een programma is geselecteerd,
maar na 5 minuten van de instelling
4
nog niet op de toets is gedrukt.
– Alle instellingen worden geannu-
leerd
–
Druk op de knop
raat weer in te schakelen.
– Stel het wasprogramma en alle
mogelijke opties
• 5 minuten na afloop van het wasprogramma. Raadpleeg 'Aan het einde
van het programma'.
1
om het appa-
.
PROGRAMMASCHAKELAAR
2
Draai deze knop om een programma in
te stellen.
Page 9
Op het display verschijnt:
A• De programmatijd
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
• De uitgestelde start
Als u op de toets startuitstel drukt, toont de display de uitstelde starttijd.
•Alarmcodes
Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes op de
display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk 'Probleemoplossing'.
•Err
Het display toont dit bericht enkele seconden als:
– U een functie instelt die niet van toepassing is voor het programma.
– U het programma wijzigt als het in werking is.
Het lampje van de toets Start/Pauze
•
Als het wasprogramma is voltooid.
BDeurvergrendeling
CHet symbool Kinderslot
TOETS START/PAUZE
Druk op toets
starten of te onderbreken.
TOETS STARTUITSTEL
Druk op toets
programma vanaf 30 minuten tot 20 uur
uit te stellen.
TOETS TIJDBESPARING
Druk op de toets
matijd te verminderen.
• Druk een keer om een verkort programma in te stellen voor wasgoed
met dagelijks vuil.
• Druk twee keer voor het instellen van
een extra snel programma voor wasgoed dat bijna niet vuil is.
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool
brandt.
U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit
gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
• Er staat water in de trommel.
• De functie 'Spoelstop' is aan.
Het symbool gaat aan als u deze functie inschakelt.
4
4
om het programma te
5
5
om de start van een
6
6
om de program-
NEDERLANDS
4
knippert.
Sommige programma's accepteren uitsluitend een van de
twee functies.
TOETS EXTRA SPOELEN
7
Druk op toets
voegen aan het programma.
Gebruik deze functie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
om spoelfases toe te
TOETS CENTRIFUGEREN
Druk op deze toets om:
• De maximale snelheid van de centrifugefase van het programma te verlagen.
• Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel
deze functie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen. Het apparaat
7
8
9
Page 10
10
pompt geen water af als het programma is voltooid.
De functie 'Spoelstop' is
aan.
TEMPERATUURTOETS
9
Druk op knop
om de standaard
9
temperatuur te wijzigen.
= koud water
GELUIDSSIGNALENFUNCTIE
U hoort geluidssignalen als:
• U het apparaat inschakelt.
• U het apparaat uitschakelt.
• U op een toets drukt.
• Het programma is voltooid.
• Het apparaat ondervindt een storing.
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijker-
8
tijd op toets
6 seconden.
Als u de geluidssignalen uitschakelt, blijven ze alleen werken als u op de toetsen drukt en
er een storing optreedt.
en toets 9 gedurende
• Druk om de functie te activeren, tegelijkertijd op toets
6
en toets
7
totdat de display het symbool
toont.
• Druk om de functie te deactiveren,
tegelijkertijd op toets
6
en toets
totdat het symbool uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
• Voordat u drukt op de toets Start/
4
Pauze
: kan het apparaat niet star-
ten.
• Nadat u drukt op de toets Start/Pau-
4
, worden alle toetsen en de
ze
programmaschakelaar uitgeschakeld.
PERMANENTE EXTRA
SPOELFUNCTIE
Met deze functie kunt u de extra spoelfunctie permanent aan laten als u een
nieuw programma instelt.
• Druk om de functie te activeren, te-
5
gelijkertijd op toets
en toets
totdat het lampje van toets
brandt.
• Druk om de functie uit te schakelen,
tegelijkertijd op toets
5
en toets
totdat het lampje van toets 7 uit
gaat.
6
7
7
6
FUNCTIE KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat kinderen
spelen met het bedieningspaneel.
Page 11
PROGRAMMA’S
NEDERLANDS
11
Programma
Temperatuur
Katoen
95° - Koud
Katoen + Voorwas
95° - Koud
Katoen + Vlekken
95° - 40°
Synthetica
60° - Koud
2)
Strijkvrij
60° - Koud
Fijne Was
40° - Koud
Wol/Zijde
40° - Koud
Centrifugeren
Type lading
max. gewicht van belading
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 7 kg
Wit en bont katoen,
zwaar vervuild.
max. 7 kg
max. 7 kgWassen
Synthetische of gemengde stoffen, normaal vervuild.
max. 3.5 kg
Synthetische stoffen,
normaal vervuild.
max. 3.5 kg
Delicate stoffen zoals
acryl, viscose, polyester stoffen, normaal
vervuild.
max. 3.5 kg
Machine wasbare wol.
Met de hand wasbare
wol en fijn wasgoed
met het symbool
«handwas».
max. 2 kg
3)
Alle stoffen
De maximale belading van wasgoed is
afhankelijk van het type wasgoed.
Cyclus
beschrijving
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifugeren
Voorwas
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifugeren
Spoelgangen
Lang centrifugeren
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
Afvoer van het
water
Centrifugefase op
de maximale snelheid.
Functies
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
CENTRIFUGETOERENTAL REDUCEREN
SPOELSTOP
TIJD BESPAREN
EXTRA SPOELEN-
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
KORT CENTRIFUGEREN
1)
1)
1)
1)
1)
1)
1)
Page 12
12
Programma
Temperatuur
Type lading
max. gewicht van be-
Cyclus
beschrijving
Functies
lading
PompenAlle stoffen
De maximale bela-
Afvoer van het
water
ding van wasgoed is
afhankelijk van het type wasgoed.
SpoelenHandwasartikelen.Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Gordijnen
40° - Koud
Stel dit programma in
om gordijnen te wassen. Het voegt automatisch de voorwas-
Voorwas
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFUGEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
fase toe om het stof
uit de gordijnen te
reinigen.
Voeg geen wasmiddel toe aan het voorwasvakje.
max. 2 kg
Jeans
60° - Koud
Alle wasgoed van
spijkerstof. Items van
jersey met hi-techmaterialen.
max. 7 kg
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN-
TIJD BESPAREN
EXTRA SPOELEN-
TIJD BESPAREN
20 min. - 3 kg
40° - 30°
Katoenen en synthetische kleding met lichte vervuiling of slechts
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
eenmaal gedragen.
4)
Eco
60° - 40°
Wit en bont katoen,
normaal vervuild.
max. 7 kg
Wassen
Spoelgangen
Lang centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1)
Als u twee keer op toets 6 drukt (Supersnel-functie ingesteld), raden wij u aan om de
hoeveelheid belading te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken,
maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2)
De was- en centrifugefase is zacht om te voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken. De
wasautomaat voegt extra spoelgangen toe.
3)
De standaard fase van de centrifugesnelheid is gebaseerd op katoenen wasgoed. De
centrifugeersnelheid instellen. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed.
4)
Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen.
De tijd van het wasprogramma wordt verlengd. Voor Economy katoenprogramma's kunt u
alleen de functie Extra kort instellen.
1)
1)
1)
Page 13
VERBRUIKSWAARDEN
NEDERLANDS
13
Programma
1)
Energieverbruik (kWh)
2)
Waterverbruik (li-
ter)
Witte katoen 95° C2.366
Katoen 60 °C1.362
Katoen 40 °C0.862
Synthetische stoffen 40 °C0.5345
Fijne was 40 °C0.5753
Wol/Handwas 30 °C0.2545
1)
Raadpleeg het display voor de programmatijd.
2)
De consumptiegegevens die in dit overzicht worden weergegeven, zijn indicatief. De
gegevens kunnen verschillen, afhankelijk van de hoeveelheid, het type wasgoed, de
temperatuur van de watertoevoer en de omgevingstemperatuur.
Standaardprogramma's voor de
Energielabel verbruikswaarden
De katoen 60 °C eco en katoen 40 °C
eco zijn de standaard katoenprogramma's voor normaal vervuilde katoenen
was. Ze zijn geschikt voor het wassen
van normaal vervuilde katoenen was en
voor gecombineerd energie- en waterverbruik voor het wassen van dat type
katoenen was.
Overeenkomstig EN60456.
De daadwerkelijke watertemperatuur kan verschillen van de
vermelde cyclustemperatuur.
het zijn zeer efficiënte programma's
2)
Page 14
14
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmiddellade om het afvoersysteem
te activeren.
2. Giet een klein beetje wasmiddel in
het vakje van het hoofdwasmiddel
BEDIENING VAN HET APPARAAT
1. Draai de waterkraan open.
2. Steek de stekker in het stopcon-
tact.
3.
Druk op toets
in te schakelen.
4. Plaats het wasgoed in de machine.
1
om het apparaat
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat.
2. Plaats het wasgoed een voor een in
de trommel. Schud de items voor u
ze in de wasautomaat plaatst. Zorg
van de wasmiddellade. Stel het
programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit
verwijdert al het mogelijke vuil uit
de trommel en de kuip.
5. Gebruik de juiste hoeveelheid wasmiddelen en toevoegingen.
6. U dient het juiste programma in te
stellen en te starten voor het type
lading en de mate van vervuiling.
ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
3. Sluit de deur.
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan.
Page 15
WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER,
VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma en
voor de vlekkenfunctie.
Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het
programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het
starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter,
stijfsel).
Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmiddelen.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel.
Draai het klepje (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poeder
of vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
NEDERLANDS
15
De stand van de klep controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit
tot deze stopt.
2. Druk de hendel in om de lade uit te
trekken.
Page 16
16
5. Meet het wasmiddel en wasver-
zachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig. Zorg bij het sluiten van
de lade dat de klep geen blokkering veroorzaakt.
3.Draai de klep omhoog om poederwasmiddel te gebruiken.
4.Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
– Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmiddelen.
– Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep.
– Stel de voorwasfase niet in.
– Stel de startuitstelfunctie niet
in.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1. Draai de programmaschakelaar.
2.
Het lampje van toets
het rood.
3. De lampjes van de standaard temperatuur en centrifugesnelheid
gaan aan. om de temperatuur en/
of de centrifugesnelheid te wijzigen, drukt u op de bijbehorende
toetsen.
4. Stel de beschikbare functies in en
het startuitstel. Als u op de relevante toets drukt, gaat het lampje van
de ingestelde functie aan, of toont
de display het bijbehorende symbool.
4
knippert in
5.
Druk op toets
ma te starten. Het lampje van toets
4
brandt in het rood.
EEN PROGRAMMA
ONDERBREKEN
1.
Als u op de toets
dicatielampje knippert.
2.
Als u opnieuw op toets
Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA
ANNULEREN
1.
Draai de programmaknop op
om het programma te annuleren.
4
om het program-
4
drukt: Het in-
4
drukt.
Page 17
2. Zet de programmaknop op een
nieuw afwasprogramma. Op dit
moment kunt u ook de beschikbare
functies instellen.
Het apparaat pompt geen water
weg.
EEN FUNCTIE WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets
dicatielampje knippert.
2. De ingestelde functie wijzigen.
4
drukt: Het in-
HET STARTUITSTEL
INSTELLEN
1.
Druk herhaaldelijk op toets
het aantal minuten of uren op de
display verschijnt.
2.
Druk op toets
begint het aftellen van de uitgestelde start.
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het wasprogramma automatisch gestart.
Voordat u op toets 4 drukt om
het apparaat te starten, kunt u
de instelling van de uitgestelde
start annuleren of wijzigen.
U kunt de uitgestelde start niet
instellen bij het Stoom pro-
gramma.
4
, het apparaat
5
tot
2.
Druk herhaaldelijk op toets
de display 0’ toont.
3.
Als u op de toets
programma wordt gestart.
NEDERLANDS
4
drukt: Het
17
5
tot
DEUR OPENEN
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld.
De deur van het apparaat openen:
1.
Druk op toets
grendelingssymbool in de display
gaat uit.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Sluit de deur van de machine en
druk op toets
of startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het waterpeil in de trommel te hoog
zijn, blijft het symbool voor de
deurvergrendeling aan en kunt
u de deur niet openen. U opent
in dat geval de deur als volgt:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Wacht enkele minuten.
3. Zorg ervoor dat er zich
geen water in de trommel
bevindt.
Als u het apparaat uit zet, dient
u het programma opnieuw in te
stellen.
4
. Het deurver-
4
. Het programma
DE UITGESTELDE START
ANNULEREN
1.
Als u op de toets
behorende indicatielampje knippert.
4
drukt: Het bij-
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen klinken.
•
In de display gaat het symbool
aan.
• Het indicatielampje van de toets
Start/Pauze
4
gaat uit.
• Het deurvergrendelingssymbool gaat
uit.
•
Druk op toets
te schakelen. Vijf minuten na het einde van het programma wordt het apparaat door de energiebesparende
functie automatisch uitgeschakeld.
1
om het apparaat uit
Page 18
18
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt het einde van het als
laatste ingestelde programma in
de display weergegeven. Draai
de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
• Haal het wasgoed uit de wasmachine. Zorg ervoor dat de trommel leeg
is.
• Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
• Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
– De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
– De deur blijft vergrendeld.
– U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Het water wegpompen:
1. Verlaag zo nodig de centrifugesnelheid.
2.
Druk op de toets Start/Pauze
4
.
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid,
gaat het deurvergrendelingssymbool uit en kunt u de deur openen
4. Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het
afvoeren van water en centrifugeren.
Page 19
AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS
19
WASGOED SORTEREN
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet samen.
• Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Maak
riemen vast.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met de gordijnen.
Verwijder de haken of stop de gordijnen in een zak of kussensloop.
• Niet in de machine wassen:
– Wasgoed zonder zomen of met
scheuren
– Beugelbeha's.
– Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
• Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
verwijderen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekver-
wijderaar die geschikt is voor het type
vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
• Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld
zijn voor gebruik in een wasautomaat.
• Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van deze producten.
• Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling.
• Stel geen voorwasfase in als u vloeibare wasmiddelen gebruikt.
• Als uw machine geen wasmiddellade
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbal.
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied
hoog of gemiddeld is, raden we u het
gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de
waterhardheid zacht is, is het gebruik
van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met de plaatselijke
waterautoriteit voor de waterhardheid
in uw gebied.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van de producten.
Gelijkwaardige eenheden meten de
waterhardheid:
• Duitse graden (°dH).
• Franse graden (°TH)
• mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid
van water).
• Clarke-graden.
Page 20
20
Waterhardheidstabel
NiveauType
°dH°THmmol/lClarke
Waterhardheid
1zacht0-70-150-1.50-9
2medium8-1416-251.6-2.510-16
3hard15-2126-372.6-3.717-25
4erg hard> 21> 37>3.7>25
Page 21
ONDERHOUD EN REINIGING
NEDERLANDS
21
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat reinigt.
ONTKALKEN
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk.
Als het nodig is dient u waterverzachter
te gebruiken om deze kalk te verwijderen.
Gebruik een speciaal product voor wasautomaten. Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van de producent.
Doe dit apart van het wassen van wasgoed.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
DEURRUBBER
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswas uit. Om
dit te doen:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Stel het heetste wasprogramma in
voor katoen
• Gebruik de juiste hoeveelheid poederwasmiddel met biologische eigenschappen.
Houd de deur enige tijd open na elke
wasbeurt, om schimmels te voorkomen
en onprettige geurtjes te verwijderen.
Controleer het deurrubber regelmatig
en verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
TROMMEL
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten om
roestdeeltjes uit de trommel te verwijderen.
Ga als volgt te werk:
• Reinig de trommel met een speciaal
product voor roestvrij staal.
• Start een kort programma voor katoen op de maximale temperatuur
met een kleine hoeveelheid wasmiddel.
Page 22
22
WASMIDDELDOSEERLADE
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
1
2
1. Druk op de hendel.
2. Trek de doseerlade naar buiten.
3. Verwijder het bovenste gedeelte
van het vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen.
4. Maak alle onderdelen schoon met
water.
AFVOERPOMP
Controleer de afvoerpomp regelmatig en zorg dat deze
schoon is.
De pomp schoonmaken als:
• Het apparaat pompt geen water
weg.
• De trommel niet kan draaien.
• Het apparaat een ongebruikelijk geluid maakt door een blokkade in de
afvoerpomp.
• De display een alarmcode weergeeft
door een probleem met de waterafvoer.
5. Maak de ruimte van de wasmiddeldoseerlade schoon met een borstel.
6. Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruimte.
WAARSCHUWING!
1. Trek de stekker uit het stop-
contact.
2. Verwijder het filter niet als
het apparaat in gebruik is.
Reinig de afvoerpomp niet
als het water in de machine
heet is. Het water moet
koud zijn voordat u de afvoerpomp kunt reinigen.
Page 23
De afvoerpomp reinigen:
1
2
NEDERLANDS
1. Open het afvoerpompdeurtje.
2. Plaats een bak onder de uitsparing
van de afvoerpomp om het uitstromende water op te vangen.
3. Druk de twee hendels in en trek
het afvoerkanaal naar voren om het
water eruit te laten stromen.
4. Als de bak vol met water is, duwt u
het afvoerkanaal terug en leegt u
de bak. Herhaal stap 3 en 4 tot er
geen water meer uit de afvoerpomp stroomt.
5. Duw het afvoerkanaal terug en
draai het filter om het te verwijderen.
23
6. Verwijder stof en voorwerpen uit
de pomp.
7. Zorg dat het schoepenrad op de
juiste wijze kan draaien. Neem als
dit niet lukt, contact op met de
klantenservice.
Page 24
24
8. Reinig het filter onder de water-
1
2
kraan en plaats het terug in de speciale geleiders van de pomp.
9. Zorg ervoor dat het filter stevig
vastzit om waterlekkage te voorkomen.
11. Sluit het afvoerpompdeurtje.
HET FILTER VAN DE
TOEVOERSLANG EN HET
KLEPFILTER
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• Het apparaat niet met water wordt
gevuld.
• De machine langdurig water vult.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
•
Het lampje van toets
de display het bijbehorende alarm
weergeeft. Raadpleeg 'Probleemoplossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcontact.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verwijder de watertoevoerslang
van de kraan.
3. Reinig het filter in de toevoerslang
met een harde borstel.
4. Verwijder de toevoerslang achter
de machine.
5. Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
4
knippert en
Page 25
35°
45°
NEDERLANDS
6. Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg ervoor dat de koppelingen stevig vast zitten om lekkage te voorkomen.
7. Draai de waterkraan open.
25
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stap (1) tot en
met (6) van "De afvoerpomp reinigen"
uit.
Maak de pomp zo nodig schoon.
Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de
afvoerpompklep.
Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de wasmiddeldoseerlade.
2. Start het programma om water af
te voeren.
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is
dan 0 °C, dan dient u het resterende
water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Verwijder de watertoevoerslang.
4. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
5. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg
de noodafvoerprocedure.
6. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur
hoger is dan 0 °C voordat u het
apparaat opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
Page 26
26
PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start niet of stopt tijdens
het programma.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Indien dit niet lukt,
neem contact op met de service afdeling.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet ge-
vuld met water.
ProbleemMogelijke oorzaakMogelijke oplossing
Het apparaat
neemt geen water.
De watertoevoerslang is
De filters in de watertoe-
De waterkraan is verstopt
De aansluiting van de
De waterdruk is te laag.Neem contact op met het water-
Het apparaat
pompt geen water
weg.
Het filter in de afvoer-
De aansluiting van de
Er is een wasprogramma
De functie 'Spoelstop' is
De deur is open of
niet goed gesloten.
De waterkraan is dicht.Draai de waterkraan open.
beschadigd.
voerslang zijn verstopt.
of aangezet met kalkaanslag.
watertoevoerslang is niet
correct.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
pomp is geblokkeerd.
waterafvoerslang is niet
correct.
zonder afvoerfase ingesteld.
aan.
Sluit de deur goed.
•
- Het apparaat pompt geen
water weg.
•
- De deur is open of niet goed
gesloten.
•
- Anti-overstromingsbeveiliging
is aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat
u controles uitvoert.
Controleer of de watertoevoerslang niet is beschadigd.
Reinig de filters Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Maak de waterkraan schoon.
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
leidingbedrijf.
Controleer of de waterafvoerslang niet is beschadigd.
Reinig het filter of maak de afvoerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Zorg dat de aansluiting altijd correct is.
Stel het afvoerprogramma in.
Stel het afpompprogramma in.
Page 27
NEDERLANDS
ProbleemMogelijke oorzaakMogelijke oplossing
Anti-overstromingsbeveilliging
is aan.
• Schakel het apparaat uit en
trek de stekker uit het stopcontact.
• Draai de waterkraan dicht.
• Neem contact op met het servicecentrum.
Het apparaat cen-
De centrifugafase is uit.Stel het centrifugeprogramma in.
trifugeert niet.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de afvoerpomp schoon. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Balansproblemen met de
waslading.
Verdeel de artikelen handmatig
in de trommel en start de centrifugefase opnieuw.
Het programma
start niet.
De zekering in de meter-
De stekker zit niet goed
in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Vervang de zekering.
kast is doorgebrand.
U heeft niet op toets
4
Als u op de toets 4 drukt:
gedrukt.
De uitgestelde start is in-
gesteld.
Het kinderslot is geacti-
Annuleer de uitgestelde start om
het programma direct te starten.
Het kinderslot uitschakelen.
veerd.
Er ligt water op de
vloer.
Lekkages van de koppelingen van de waterslan-
Zorg dat de koppelingen goed
zijn aangedraaid.
gen.
Lekkages van de afvoer-
pomp.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
U kunt de deur van
het apparaat niet
Het wasprogramma is
bezig.
Zorg dat het filter van de afvoerpomp goed is bevestigd.
Verzeker u ervan dat de watertoevoerslang niet is beschadigd.
Laat het wasprogramma beëindigen.
openen.
Er staat water in de trom-
mel.
Het apparaat
maakt een abnor-
Het apparaat staat niet
waterpas.
Kies het programma Pompen of
Centrifugeren.
Het apparaat waterpas afstellen.
Raadpleeg "Installatie".
maal geluid.
De verpakking en/of de
transportbouten zijn niet
verwijderd.
Verwijder de verpakking en/of de
transportbouten. Raadpleeg "Installatie".
27
Page 28
28
ProbleemMogelijke oorzaakMogelijke oplossing
De lading is erg klein.Meer wasgoed in de machine
doen.
Het apparaat vult
zich met water en
Het uiteinde van de afvoerslang is te laag.
Zorg dat de afvoerslang op de
juiste hoogte staat.
pompt het direct
weer af.
Het wasresultaat is
niet bevredigend.
Het door u gebruikte
wasmiddel was niet cor-
Gebruik meer wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
rect of onvoldoende.
U heeft de hardnekkige
vlekken niet voor het
wassen uit het wasgoed
Gebruik speciale producten om
hardnekkige vlekken te verwijde-
ren.
gehaald.
Onjuiste temperatuur in-
gesteld.
Te veel wasgoedbela-
ding.
Schakel het apparaat na de controle in.
Het programma gaat verder vanaf het
punt waar het werd onderbroken.
Zorg dat u de juiste temperatuur
instelt.
Verminder de hoeveelheid was-
goed.
Indien het display andere alarmcodes
meldt, neem dan contact op met onze
service afdeling.
Als het probleem opnieuw optreedt,
neem dan contact op met onze service
afdeling.
Page 29
MONTAGE
UITPAKKEN
NEDERLANDS
1. Gebruik de handschoenen. De externe folie eraf trekken. Gebruik zo
nodig een mes.
2. Verwijder de kartonnen bovenkant.
3. Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
4. De interne folie eraf trekken.
29
5. Open de trommel en verwijder alle
materialen.
Page 30
30
6. Kantel het apparaat achterover.
Plaats het apparaat met de achterzijde voorzichtig op het kartonnen
deksel. Zorg dat u de slangen niet
beschadigt.
7. Verwijder de piepschuim bescher-
ming van de onderkant.
8. Zet het apparaat weer rechtop.
1
2
9. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
10. Draai de drie transportbouten los.
Gebruik de bij het apparaat geleverde moersleutel.
11. Trek de bouten met de plastic tus-
senstukken eruit.
Page 31
– Wij raden u aan om alle trans-
portbouten en verpakking te
bewaren voor als u het apparaat gaat verplaatsen.
– Als de machine in de winter
wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is, zet u de
wasmachine 24 uur in een
ruimte met kamertemperatuur
voordat u ze in gebruik
neemt.
NEDERLANDS
12. Vervang de plastic tussenstukken
door de plastic doppen. U vindt
deze doppen in de zak van de gebruikershandleiding.
31
PLAATSING EN WATERPAS ZETTEN
• Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
• Zorg ervoor dat de vloerbedekking
de luchtcirculatie onder het apparaat
niet stopt.
• Zorg ervoor dat het apparaat geen
muren of andere apparaten raakt.
• Gebruik de stelvoetjes om het appa-
raat waterpas te zetten. Een juiste afstelling van het apparaat voorkomt
trillingen en lawaai en het bewegen
van het apparaat als deze in bedrijf
x4
is.
Page 32
35
O
45
O
32
• Het apparaat moet waterpas en sta-
biel staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of vergelijkbare materialen onder de
voeten van het apparaat om deze waterpas te stellen.
DE TOEVOERSLANG
• Sluit de slang aan op het apparaat.
Draai de toevoerslang alleen naar
links of rechts. Maak de ringmoer los
om hem in de juiste stand te zetten.
O
O
35
35
Gebruik geen verlengslang als
de toevoerslang te kort is.
Neem contact op met de klantenservice voor vervanging van
de toevoerslang.
O
O
45
45
• Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4-schroefdraad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen
niet lekken.
Page 33
Waterstop
A
WATERAFVOER
Er zijn verschillende procedures om de
afvoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider.
NEDERLANDS
De watertoevoerslang is voorzien van
een waterstop. Dit toestel voorkomt
lekkage in de slang door natuurlijke slijtage. Het rode gedeelte in het venster
«A» toont deze storing.
Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht
en neemt u contact op met de klantenservice om de slang te laten vervangen.
• Op de rand van een gootsteen.
• Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water afvoert. Bevestig de geleider op de
waterkraan of wand.
33
• Op een standpijp met ventilatieope-
ning.
Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks
in een afvoerpijp op een hoogte van
niet minder dan 60 cm en niet meer
dan 100 cm. Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd
zijn, d.w.z. dat de binnendiameter
van de afvoerpijp groter moet zijn
dan de buitendiameter van de afvoerslang.
Page 34
34
Zonder de plastic slanggeleider.
• Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de afvoerslang in de gootsteenafvoer en
draai vast met een clip. Zorg dat de
afvoerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat resterende deeltjes
uit de gootsteen in het apparaat komen.
• Direct op een ingebouwde afvoer-
pomp in de kamerwand en zet vast
met een klem.
U kunt de afvoerslang maximaal
400 cm verlengen. Neem contact op met de klantenservice
voor de andere afvoerslang en
de verlenging.
Page 35
NEDERLANDS
35
Page 36
www.aeg.com/shop132934481-A-282011
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.