AEG L61473FL User manual

Page 1
L 61473 FL L 61476 FL
WASAUTOMAAT GEBRUIKSAANWIJZING
Page 2
2
INHOUD
11 PROGRAMMA’S 14 VOOR HET EERSTE GEBRUIK 14 BEDIENING VAN HET APPARAAT 14 WASGOED IN DE MACHINE DOEN 15 WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER,
16 EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN 17 AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA 19 AANWIJZINGEN EN TIPS 21 ONDERHOUD EN REINIGING 26 PROBLEEMOPLOSSING 29 MONTAGE
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE 6 MILIEUBESCHERMING 6 TECHNISCHE INFORMATIE 7 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 7 ACCESSOIRES 8 BEDIENINGSPANEEL
VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
KLANTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model Productnummer Serienummer
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Page 3
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
Bezoek onze webshop op www.aeg.com/shop
NEDERLANDS
3
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
Page 4
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of ge­bruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de vei­ligheid van uw eigendommen
• Voor het milieu
• Voor de correcte werking van het ap­paraat.
Bewaar deze instructies altijd bij het ap­paraat, ook wanneer u het verplaatst of aan een ander geeft. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een fou­tieve installatie.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN
• Mensen, met inbegrip van kinderen, met beperkte lichamelijke, zintuiglij­ke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mo­gen dit apparaat niet bedienen. Zij moeten onder toezicht staan of in­structies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verant­woordelijk is voor hun veiligheid. Laat kinderen niet met het apparaat spe­len.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of letsel.
• Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is.
• Voordat u de deur van het apparaat sluit, dient u te controleren dat er geen kinderen of huisdieren in de trommel zitten.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
• Gebruik het apparaat niet voor pro­fessioneel gebruik. Dit apparaat is
uitsluitend bestemd voor huishoude­lijk gebruik.
• De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ont­vlambare producten in, bij of op het apparaat. Brand- of explosiegevaar.
• Volg de veiligheidsinstructies van de verpakking van het wasmiddel om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen.
• Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het wasgoed verwijdert. Hard en scherp materiaal kan het apparaat beschadigen.
• Raak het glas van de deur niet aan als een programma in gebruik is. Het glas kan heet worden (alleen bij ma­chines met laaddeur vooraan).
ONDERHOUD EN REINIGING
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik het apparaat niet zonder fil­ters. Zorg dat de filters op de juiste wijze worden geïnstalleerd. Een on­juiste installatie leidt tot waterlekka­ge.
MONTAGE
• Het apparaat is zwaar, wees voorzich­tig bij het verplaatsen van het appa­raat.
• Vervoer uw apparaat niet zonder transportbouten, u kunt anders de in­terne componenten beschadigen en lekkages en defecten veroorzaken.
• Installeer en sluit geen beschadigd apparaat aan.
• Zorg dat u alle verpakkingsmateria­len en transportbouten verwijdert.
• Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker uit het stopcontact is ge­haald.
Page 5
• Alleen een erkende persoon mag de elektrische installatie, het loodgie­terswerk en de installatie van het ap­paraat uitvoeren. Dit om het risico op structurele schade of lichamelijk let­sel te voorkomen.
• Installeer of gebruik het apparaat niet op een plek waar de tempera­tuur onder de 0 °C komt.
• Als u het apparaat installeert op vloerbedekking, dient u ervoor te zorgen dat er luchtcirculatie is tussen het apparaat en de vloerbedekking. Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloerbedekking te creëren.
Aansluiting aan de waterleiding
• Sluit het apparaat niet aan met oude slangen die al gebruikt zijn. Gebruik alleen nieuwe slangen.
• Zorg dat u de waterslangen niet be­schadigt.
• Sluit het apparaat niet op nieuwe lei­dingen aan of op leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water en­kele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan.
• Let er bij het eerste gebruik op dat de watertoevoerslangen en de kop­pelingen niet lek zijn.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
NEDERLANDS
• Zorg ervoor dat het apparaat is ge­aard.
• Controleer of de elektrische informa­tie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening.
• Gebruik altijd een correct geïnstal­leerd schokvrij stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt.
• Steek de stekker pas in het stopcon­tact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Trek niet aan het snoer om het appa­raat los te koppelen van de netvoe­ding. Trek altijd aan de stekker.
HET APPARAAT AFVOEREN
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Snij het netsnoer van het apparaat
af en gooi dit weg.
3. Verwijder de deurvergrendeling.
Dit voorkomt dat u kinderen of huisdieren in de trommel opsluit. Gevaar voor verstikking (alleen bij machines met laaddeur vooraan).
5
Page 6
6
MILIEUBESCHERMING
VERPAKKINGSMATERIALEN
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen.
MILIEUTIPS
Gebruik minder water en energie om het milieu te helpen, volg deze instruc­ties:
• Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat nor­maal vervuild is te wassen.
• Start een wasprogramma altijd met
de maximum hoeveelheid wasgoed.
• Gebruik indien nodig een vlekkenver-
wijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt.
• Controleer de waterhardheid om de
juiste hoeveelheid wasmiddel te ge­bruiken.
TECHNISCHE INFORMATIE
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte 600 / 850 / 522 mm
Totale diepte 540 mm
Aansluiting aan het elek­triciteitsnet:
De beschermkap biedt bescherming tegen vaste stof­fen en vochtigheid, behalve op de plaatsen waar de lage spanningsapparatuur geen bescherming heeft tegen vocht
Waterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Watertoevoer
Maximale belading Katoen 7 kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1400 toeren per minuut
1)
Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-schroefdraad.
1)
Voltage Totale stroom Zekering Frequentie
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Koud water
Het symbool de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
op het product of op
230 V
2200 W
10A
50 Hz
IPX4
Page 7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
NEDERLANDS
7
1 2 3
Bovenblad
1
Afwasmiddeldoseerbakje
2
Bedieningspaneel
3
Handgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
ACCESSOIRES
1 2
8
4
5
6
7
Stelvoetjes
7
Afvoerslang
8
Watertoevoerklep
9
Hoofdkabel
10
Transportbouten
11
Stelvoetjes
12
Moersleutel
1
9
10
11
12
Om de transportbouten te verwij­deren.
Plastic dopjes
2
Voor het afdichten van de gaten aan de achterzijde van het appa­raat nadat u de transportbouten hebt verwijderd.
Toevoerslang met geïntegreerd
34
3
beschermingssysteem tegen wa­teroverlast
Om mogelijke wateroverlast te voorkomen.
Plastic slanggeleider
4
Om een afvoerslang op de rand van een gootsteen te bevestigen.
Page 8
8
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3
456789
Aan/Uit-toets (Aan/Uit)
1
Programmaknop
2
Display
3
Toets Start/Pauze (Start/Pauze)
4
Startuitstel-toets
5
Tijd Besparen-toets
6
Extra Spoelen-toets
7
Toets Centrifugeren (TPM)
8
Temperatuurtoets(Temp. °C)
9
AAN/UIT-TOETS
Druk op deze toets om het apparaat in of uit te schakelen. Er klinkt een geluid als het apparaat wordt ingeschakeld. DeAUTO Stand-by functie schakelt het apparaat automatisch uit om stroom te besparen als:
DISPLAY
3
1
ABC
• Er een programma is geselecteerd, maar na 5 minuten van de instelling
4
nog niet op de toets is gedrukt. – Alle instellingen worden geannu-
leerd
Druk op de knop raat weer in te schakelen.
– Stel het wasprogramma en alle
mogelijke opties
• 5 minuten na afloop van het waspro­gramma. Raadpleeg 'Aan het einde van het programma'.
1
om het appa-
.
PROGRAMMASCHAKELAAR
2
Draai deze knop om een programma in te stellen.
Page 9
Op het display verschijnt:
A • De programmatijd
Als het programma start, vermindert de tijd in stappen van 1 minuut.
• De uitgestelde start Als u op de toets startuitstel drukt, toont de display de uitstelde starttijd.
•Alarmcodes Als er een storing in het apparaat optreedt, worden er alarmcodes op de
display weergegeven. Raadpleeg het hoofdstuk 'Probleemoplossing'.
•Err Het display toont dit bericht enkele seconden als: – U een functie instelt die niet van toepassing is voor het programma. – U het programma wijzigt als het in werking is.
Het lampje van de toets Start/Pauze
Als het wasprogramma is voltooid.
B Deurvergrendeling
C Het symbool Kinderslot
TOETS START/PAUZE
Druk op toets starten of te onderbreken.
TOETS STARTUITSTEL
Druk op toets programma vanaf 30 minuten tot 20 uur uit te stellen.
TOETS TIJDBESPARING
Druk op de toets matijd te verminderen.
• Druk een keer om een verkort pro­gramma in te stellen voor wasgoed met dagelijks vuil.
• Druk twee keer voor het instellen van een extra snel programma voor was­goed dat bijna niet vuil is.
U kunt de deur van het apparaat niet openen als het symbool brandt. U kunt de deur van het apparaat openen als het symbool uit gaat.
Het symbool blijft aan, maar het programma is voltooid:
• Er staat water in de trommel.
• De functie 'Spoelstop' is aan.
Het symbool gaat aan als u deze functie inschakelt.
4
4
om het programma te
5
5
om de start van een
6
6
om de program-
NEDERLANDS
4
knippert.
Sommige programma's accep­teren uitsluitend een van de twee functies.
TOETS EXTRA SPOELEN
7
Druk op toets voegen aan het programma. Gebruik deze functie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is.
om spoelfases toe te
TOETS CENTRIFUGEREN
Druk op deze toets om:
• De maximale snelheid van de centri­fugefase van het programma te verla­gen.
• Schakel de functie 'Spoelstop' in. Stel deze functie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. Het apparaat
7
8
9
Page 10
10
pompt geen water af als het pro­gramma is voltooid.
De functie 'Spoelstop' is aan.
TEMPERATUURTOETS
9
Druk op knop
om de standaard
9
temperatuur te wijzigen.
= koud water
GELUIDSSIGNALENFUNCTIE
U hoort geluidssignalen als:
• U het apparaat inschakelt.
• U het apparaat uitschakelt.
• U op een toets drukt.
• Het programma is voltooid.
• Het apparaat ondervindt een storing. Voor het uitschakelen/inschakelen van de geluidssignalen, drukt u tegelijker-
8
tijd op toets 6 seconden.
Als u de geluidssignalen uit­schakelt, blijven ze alleen wer­ken als u op de toetsen drukt en er een storing optreedt.
en toets 9 gedurende
• Druk om de functie te activeren, te­gelijkertijd op toets
6
en toets
7
totdat de display het symbool toont.
• Druk om de functie te deactiveren, tegelijkertijd op toets
6
en toets
totdat het symbool uitgaat.
U kunt de volgende functie activeren:
• Voordat u drukt op de toets Start/
4
Pauze
: kan het apparaat niet star-
ten.
• Nadat u drukt op de toets Start/Pau-
4
, worden alle toetsen en de
ze programmaschakelaar uitgeschakeld.
PERMANENTE EXTRA SPOELFUNCTIE
Met deze functie kunt u de extra spoel­functie permanent aan laten als u een nieuw programma instelt.
• Druk om de functie te activeren, te-
5
gelijkertijd op toets
en toets
totdat het lampje van toets brandt.
• Druk om de functie uit te schakelen, tegelijkertijd op toets
5
en toets
totdat het lampje van toets 7 uit gaat.
6
7
7
6
FUNCTIE KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat kinderen spelen met het bedieningspaneel.
Page 11
PROGRAMMA’S
NEDERLANDS
11
Programma Temperatuur
Katoen 95° - Koud
Katoen + Voor­was 95° - Koud
Katoen + Vlek­ken 95° - 40°
Synthetica 60° - Koud
2)
Strijkvrij 60° - Koud
Fijne Was 40° - Koud
Wol/Zijde
40° - Koud
Centrifugeren
Type lading max. gewicht van be­lading
Wit en bont katoen, normaal vervuild. max. 7 kg
Wit en bont katoen, zwaar vervuild. max. 7 kg
max. 7 kg Wassen
Synthetische of ge­mengde stoffen, nor­maal vervuild. max. 3.5 kg
Synthetische stoffen, normaal vervuild. max. 3.5 kg
Delicate stoffen zoals acryl, viscose, polyes­ter stoffen, normaal vervuild. max. 3.5 kg
Machine wasbare wol. Met de hand wasbare wol en fijn wasgoed met het symbool «handwas». max. 2 kg
3)
Alle stoffen De maximale bela­ding van wasgoed is afhankelijk van het ty­pe wasgoed.
Cyclus beschrijving
Wassen Spoelgangen Lang centrifuge­ren
Voorwas Wassen Spoelgangen Lang centrifuge­ren
Spoelgangen Lang centrifuge­ren
Wassen Spoelgangen Kort centrifugeren
Wassen Spoelgangen Kort centrifugeren
Wassen Spoelgangen Kort centrifugeren
Wassen Spoelgangen Kort centrifugeren
Afvoer van het water Centrifugefase op de maximale snel­heid.
Functies
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
CENTRIFUGE­TOERENTAL RE­DUCEREN SPOELSTOP
TIJD BESPAREN EXTRA SPOELEN-
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP
KORT CENTRIFU­GEREN
1)
1)
1)
1)
1)
1)
1)
Page 12
12
Programma Temperatuur
Type lading max. gewicht van be-
Cyclus beschrijving
Functies
lading
Pompen Alle stoffen
De maximale bela-
Afvoer van het
water ding van wasgoed is afhankelijk van het ty­pe wasgoed.
Spoelen Handwasartikelen. Spoelgangen
Lang centrifuge-
ren
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN
Gordijnen 40° - Koud
Stel dit programma in om gordijnen te was­sen. Het voegt auto­matisch de voorwas-
Voorwas
Wassen
Spoelgangen
Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU­GEREN SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN fase toe om het stof uit de gordijnen te reinigen. Voeg geen wasmid­del toe aan het voor­wasvakje. max. 2 kg
Jeans 60° - Koud
Alle wasgoed van spijkerstof. Items van jersey met hi-techma­terialen. max. 7 kg
Wassen Spoelgangen Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN-
TIJD BESPAREN
EXTRA SPOELEN-
TIJD BESPAREN
20 min. - 3 kg 40° - 30°
Katoenen en syntheti­sche kleding met lich­te vervuiling of slechts
Wassen Spoelgangen Kort centrifugeren
KORT CENTRIFU-
GEREN
eenmaal gedragen.
4)
Eco 60° - 40°
Wit en bont katoen, normaal vervuild. max. 7 kg
Wassen Spoelgangen Lang centrifuge­ren
KORT CENTRIFU-
GEREN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
TIJD BESPAREN
1) Als u twee keer op toets 6 drukt (Supersnel-functie ingesteld), raden wij u aan om de
hoeveelheid belading te verkleinen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar de wasresultaten zullen minder goed zijn.
2)
De was- en centrifugefase is zacht om te voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken. De wasautomaat voegt extra spoelgangen toe.
3) De standaard fase van de centrifugesnelheid is gebaseerd op katoenen wasgoed. De
centrifugeersnelheid instellen. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort wasgoed.
4) Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomverbruik te verlagen.
De tijd van het wasprogramma wordt verlengd. Voor Economy katoenprogramma's kunt u alleen de functie Extra kort instellen.
1)
1)
1)
Page 13
VERBRUIKSWAARDEN
NEDERLANDS
13
Programma
1)
Energieverbruik (kWh)
2)
Waterverbruik (li-
ter)
Witte katoen 95° C 2.3 66
Katoen 60 °C 1.3 62
Katoen 40 °C 0.8 62
Synthetische stoffen 40 °C 0.53 45
Fijne was 40 °C 0.57 53
Wol/Handwas 30 °C 0.25 45
1) Raadpleeg het display voor de programmatijd.
2) De consumptiegegevens die in dit overzicht worden weergegeven, zijn indicatief. De
gegevens kunnen verschillen, afhankelijk van de hoeveelheid, het type wasgoed, de temperatuur van de watertoevoer en de omgevingstemperatuur.
Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden
De katoen 60 °C eco en katoen 40 °C eco zijn de standaard katoenprogram­ma's voor normaal vervuilde katoenen was. Ze zijn geschikt voor het wassen van normaal vervuilde katoenen was en
voor gecombineerd energie- en water­verbruik voor het wassen van dat type katoenen was. Overeenkomstig EN60456.
De daadwerkelijke watertempe­ratuur kan verschillen van de vermelde cyclustemperatuur.
het zijn zeer efficiënte programma's
2)
Page 14
14
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Giet 2 liter water in het vakje voor
het hoofdwasmiddel van de was­middellade om het afvoersysteem te activeren.
2. Giet een klein beetje wasmiddel in
het vakje van het hoofdwasmiddel
BEDIENING VAN HET APPARAAT
1. Draai de waterkraan open.
2. Steek de stekker in het stopcon-
tact.
3.
Druk op toets in te schakelen.
4. Plaats het wasgoed in de machine.
1
om het apparaat
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat.
2. Plaats het wasgoed een voor een in
de trommel. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg
van de wasmiddellade. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder was­goed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip.
5. Gebruik de juiste hoeveelheid was­middelen en toevoegingen.
6. U dient het juiste programma in te stellen en te starten voor het type lading en de mate van vervuiling.
ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst.
3. Sluit de deur.
Zorg ervoor dat er geen wasgoed tus­sen de deur blijft klemmen. Er kan wa­terlekkage of beschadigd wasgoed ont­staan.
Page 15
WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER, VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
Het doseerbakje voor de voorwasfase, het inweekprogramma en voor de vlekkenfunctie. Voeg inweek-, vlekken- en voorwasmiddelen toe voordat u het programma start.
Het vakje voor het wasmiddel van de wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel). Plaats het product in het vakje voordat u het programma start.
Dit is het maximale niveau voor vloeibare nabehandelingsmidde­len.
Klepje voor poeder of vloeibaar wasmiddel. Draai het klepje (omhoog of omlaag) in de juiste stand om poeder of vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
NEDERLANDS
15
De stand van de klep controleren
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze stopt.
2. Druk de hendel in om de lade uit te trekken.
Page 16
16
5. Meet het wasmiddel en wasver-
zachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen blokke­ring veroorzaakt.
3. Draai de klep omhoog om poeder­wasmiddel te gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM­LAAG:
– Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde­len.
– Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep. – Stel de voorwasfase niet in. – Stel de startuitstelfunctie niet
in.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN EN STARTEN
1. Draai de programmaschakelaar.
2.
Het lampje van toets het rood.
3. De lampjes van de standaard tem­peratuur en centrifugesnelheid gaan aan. om de temperatuur en/ of de centrifugesnelheid te wijzi­gen, drukt u op de bijbehorende toetsen.
4. Stel de beschikbare functies in en het startuitstel. Als u op de relevan­te toets drukt, gaat het lampje van de ingestelde functie aan, of toont de display het bijbehorende sym­bool.
4
knippert in
5.
Druk op toets ma te starten. Het lampje van toets
4
brandt in het rood.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN
1.
Als u op de toets dicatielampje knippert.
2.
Als u opnieuw op toets Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
1.
Draai de programmaknop op om het programma te annuleren.
4
om het program-
4
drukt: Het in-
4
drukt.
Page 17
2. Zet de programmaknop op een nieuw afwasprogramma. Op dit moment kunt u ook de beschikbare functies instellen.
Het apparaat pompt geen water weg.
EEN FUNCTIE WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken.
1.
Als u op de toets dicatielampje knippert.
2. De ingestelde functie wijzigen.
4
drukt: Het in-
HET STARTUITSTEL INSTELLEN
1.
Druk herhaaldelijk op toets het aantal minuten of uren op de display verschijnt.
2.
Druk op toets begint het aftellen van de uitgestel­de start.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automa­tisch gestart.
Voordat u op toets 4 drukt om het apparaat te starten, kunt u de instelling van de uitgestelde start annuleren of wijzigen. U kunt de uitgestelde start niet instellen bij het Stoom pro- gramma.
4
, het apparaat
5
tot
2.
Druk herhaaldelijk op toets de display 0’ toont.
3.
Als u op de toets programma wordt gestart.
NEDERLANDS
4
drukt: Het
17
5
tot
DEUR OPENEN
Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachi­ne vergrendeld.
De deur van het apparaat openen:
1.
Druk op toets grendelingssymbool in de display gaat uit.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Sluit de deur van de machine en
druk op toets of startuitstel gaat verder.
Als de temperatuur en het wa­terpeil in de trommel te hoog zijn, blijft het symbool voor de deurvergrendeling aan en kunt u de deur niet openen. U opent in dat geval de deur als volgt:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Wacht enkele minuten.
3. Zorg ervoor dat er zich
geen water in de trommel bevindt.
Als u het apparaat uit zet, dient u het programma opnieuw in te stellen.
4
. Het deurver-
4
. Het programma
DE UITGESTELDE START ANNULEREN
1.
Als u op de toets behorende indicatielampje knip­pert.
4
drukt: Het bij-
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen klinken.
In de display gaat het symbool aan.
• Het indicatielampje van de toets
Start/Pauze
4
gaat uit.
• Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
Druk op toets te schakelen. Vijf minuten na het ein­de van het programma wordt het ap­paraat door de energiebesparende functie automatisch uitgeschakeld.
1
om het apparaat uit
Page 18
18
Als u het apparaat weer inscha­kelt, wordt het einde van het als laatste ingestelde programma in de display weergegeven. Draai de programmaknop om een nieuwe cyclus in te stellen.
• Haal het wasgoed uit de wasmachi­ne. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaange­name luchtjes te voorkomen.
• Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel:
– De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
– De deur blijft vergrendeld. – U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Het water wegpompen:
1. Verlaag zo nodig de centrifugesnel­heid.
2.
Druk op de toets Start/Pauze
4
. Het apparaat voert het water af en centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat het deurvergrendelingssym­bool uit en kunt u de deur openen
4. Schakel het apparaat uit.
Na ongeveer 18 uur begint het apparaat automatisch met het afvoeren van water en centrifu­geren.
Page 19
AANWIJZINGEN EN TIPS
NEDERLANDS
19
WASGOED SORTEREN
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol.
• Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt.
• Was witte en bonte artikelen niet sa­men.
• Sommige bonte weefsels kunnen uit­lopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit rit­sen, haakjes en drukknopen. Maak riemen vast.
• Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open.
• Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken bin­nenstebuiten.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Was delen met zware vervuiling met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met de gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordij­nen in een zak of kussensloop.
• Niet in de machine wassen: – Wasgoed zonder zomen of met
scheuren – Beugelbeha's. – Gebruik een waszakje om kleine
stuk wasgoed te wassen.
• Een zeer kleine lading kan proble­men veroorzaken bij de centrifugefa­se. Als dit gebeurt, kunt u de artike­len handmatig verdelen in de trom­mel en de centrifugefase opnieuw starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en was­middel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te verwijderen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekverwijderaars ver­krijgbaar. Gebruik een speciale vlekver-
wijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN
• Gebruik alleen wasmiddelen en na­behandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasauto­maat.
• Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar.
• Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het mili­eu te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze produc­ten.
• Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programma­temperatuur en de mate van vervui­ling.
• Stel geen voorwasfase in als u vloei­bare wasmiddelen gebruikt.
• Als uw machine geen wasmiddellade heeft met klepje, voeg dan het vloei­bare wasmiddel toe met een doseer­bal.
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor was­automaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met de plaatselijke waterautoriteit voor de waterhardheid in uw gebied. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de producten. Gelijkwaardige eenheden meten de waterhardheid:
• Duitse graden (°dH).
• Franse graden (°TH)
• mmol/l (millimol per liter - een inter­nationale eenheid voor de hardheid van water).
• Clarke-graden.
Page 20
20
Waterhardheidstabel
Niveau Type
°dH °TH mmol/l Clarke
Waterhardheid
1 zacht 0-7 0-15 0-1.5 0-9
2 medium 8-14 16-25 1.6-2.5 10-16
3 hard 15-21 26-37 2.6-3.7 17-25
4 erg hard > 21 > 37 >3.7 >25
Page 21
ONDERHOUD EN REINIGING
NEDERLANDS
21
WAARSCHUWING!
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt.
ONTKALKEN
Het water dat wij gebruiken, bevat kalk. Als het nodig is dient u waterverzachter te gebruiken om deze kalk te verwijde­ren. Gebruik een speciaal product voor was­automaten. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van de produ­cent. Doe dit apart van het wassen van was­goed.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle opper­vlakken volledig droog.
DEURRUBBER
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus, op­losmiddelen of chemische pro­ducten.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperatu­ren is het mogelijk dat er wat wasmid­del achterblijft in de trommel. Voer re­gelmatig een onderhoudswas uit. Om dit te doen:
• Haal al het wasgoed uit de trommel.
• Stel het heetste wasprogramma in voor katoen
• Gebruik de juiste hoeveelheid poe­derwasmiddel met biologische ei­genschappen.
Houd de deur enige tijd open na elke wasbeurt, om schimmels te voorkomen en onprettige geurtjes te verwijderen.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnen­kant.
TROMMEL
Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten om roestdeeltjes uit de trommel te verwij­deren. Ga als volgt te werk:
• Reinig de trommel met een speciaal product voor roestvrij staal.
• Start een kort programma voor ka­toen op de maximale temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmid­del.
Page 22
22
WASMIDDELDOSEERLADE
De wasmiddeldoseerlade reinigen:
1
2
1. Druk op de hendel.
2. Trek de doseerlade naar buiten.
3. Verwijder het bovenste gedeelte
van het vakje voor vloeibare nabe­handelingsmiddelen.
4. Maak alle onderdelen schoon met water.
AFVOERPOMP
Controleer de afvoerpomp re­gelmatig en zorg dat deze schoon is.
De pomp schoonmaken als:
• Het apparaat pompt geen water weg.
• De trommel niet kan draaien.
• Het apparaat een ongebruikelijk ge­luid maakt door een blokkade in de afvoerpomp.
• De display een alarmcode weergeeft door een probleem met de wateraf­voer.
5. Maak de ruimte van de wasmiddel­doseerlade schoon met een bor­stel.
6. Plaats de wasmiddeldoseerlade te­rug in de ruimte.
WAARSCHUWING!
1. Trek de stekker uit het stop-
contact.
2. Verwijder het filter niet als het apparaat in gebruik is. Reinig de afvoerpomp niet als het water in de machine heet is. Het water moet koud zijn voordat u de af­voerpomp kunt reinigen.
Page 23
De afvoerpomp reinigen:
1
2
NEDERLANDS
1. Open het afvoerpompdeurtje.
2. Plaats een bak onder de uitsparing
van de afvoerpomp om het uitstro­mende water op te vangen.
3. Druk de twee hendels in en trek het afvoerkanaal naar voren om het water eruit te laten stromen.
4. Als de bak vol met water is, duwt u het afvoerkanaal terug en leegt u de bak. Herhaal stap 3 en 4 tot er geen water meer uit de afvoer­pomp stroomt.
5. Duw het afvoerkanaal terug en draai het filter om het te verwijde­ren.
23
6. Verwijder stof en voorwerpen uit
de pomp.
7. Zorg dat het schoepenrad op de juiste wijze kan draaien. Neem als dit niet lukt, contact op met de klantenservice.
Page 24
24
8. Reinig het filter onder de water-
1
2
kraan en plaats het terug in de spe­ciale geleiders van de pomp.
9. Zorg ervoor dat het filter stevig vastzit om waterlekkage te voorko­men.
11. Sluit het afvoerpompdeurtje.
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER
Het kan nodig zijn filters te reinigen als:
• Het apparaat niet met water wordt gevuld.
• De machine langdurig water vult.
De watertoevoerfilters schoonmaken:
Het lampje van toets de display het bijbehorende alarm weergeeft. Raadpleeg 'Probleemop­lossing'.
WAARSCHUWING!
Trek de stekker uit het stopcon­tact.
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Verwijder de watertoevoerslang
van de kraan.
3. Reinig het filter in de toevoerslang met een harde borstel.
4. Verwijder de toevoerslang achter
de machine.
5. Reinig het filter in de klep met een
harde borstel of een handdoek.
4
knippert en
Page 25
35°
45°
NEDERLANDS
6. Installeer de watertoevoerslang op-
nieuw. Zorg ervoor dat de koppe­lingen stevig vast zitten om lekka­ge te voorkomen.
7. Draai de waterkraan open.
25
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing. Als dit optreedt, voert u stap (1) tot en met (6) van "De afvoerpomp reinigen" uit. Maak de pomp zo nodig schoon. Plaats het afvoerkanaal terug en sluit de afvoerpompklep. Als u het water afvoert met de noodaf­voerprocedure, dient u het afvoersys­teem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het hoofdwasmiddel van de was­middeldoseerlade.
2. Start het programma om water af te voeren.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is
dan 0 °C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoer­pomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Verwijder de watertoevoerslang.
4. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen.
5. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure.
6. Als de afvoerpomp leeg is, instal­leert u de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0 °C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoor­delijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt.
Page 26
26
PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start niet of stopt tijdens het programma. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Indien dit niet lukt, neem contact op met de service afde­ling.
Bij sommige problemen werken de geluidssignalen en toont de display een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet ge-
vuld met water.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat neemt geen water.
De watertoevoerslang is
De filters in de watertoe-
De waterkraan is verstopt
De aansluiting van de
De waterdruk is te laag. Neem contact op met het water-
Het apparaat pompt geen water weg.
Het filter in de afvoer-
De aansluiting van de
Er is een wasprogramma
De functie 'Spoelstop' is
De deur is open of niet goed geslo­ten.
De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open.
beschadigd.
voerslang zijn verstopt.
of aangezet met kalkaan­slag.
watertoevoerslang is niet correct.
De waterafvoerslang is beschadigd.
pomp is geblokkeerd.
waterafvoerslang is niet correct.
zonder afvoerfase inge­steld.
aan.
Sluit de deur goed.
- Het apparaat pompt geen
water weg.
- De deur is open of niet goed
gesloten.
- Anti-overstromingsbeveiliging
is aan.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert.
Controleer of de watertoevoers­lang niet is beschadigd.
Reinig de filters Zie het hoofd­stuk "Onderhoud en reiniging".
Maak de waterkraan schoon.
Zorg dat de aansluiting altijd cor­rect is.
leidingbedrijf.
Controleer of de waterafvoers­lang niet is beschadigd.
Reinig het filter of maak de af­voerpomp schoon. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reini­ging".
Zorg dat de aansluiting altijd cor­rect is.
Stel het afvoerprogramma in.
Stel het afpompprogramma in.
Page 27
NEDERLANDS
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Anti-overstro­mingsbeveilliging is aan.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stop­contact.
• Draai de waterkraan dicht.
• Neem contact op met het ser­vicecentrum.
Het apparaat cen-
De centrifugafase is uit. Stel het centrifugeprogramma in.
trifugeert niet.
Het filter in de afvoer-
pomp is geblokkeerd.
Reinig het filter of maak de af­voerpomp schoon. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reini­ging".
Balansproblemen met de
waslading.
Verdeel de artikelen handmatig in de trommel en start de centri­fugefase opnieuw.
Het programma start niet.
De zekering in de meter-
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcon­tact.
Vervang de zekering.
kast is doorgebrand.
U heeft niet op toets
4
Als u op de toets 4 drukt:
gedrukt.
De uitgestelde start is in-
gesteld.
Het kinderslot is geacti-
Annuleer de uitgestelde start om het programma direct te starten.
Het kinderslot uitschakelen.
veerd.
Er ligt water op de vloer.
Lekkages van de koppe­lingen van de waterslan-
Zorg dat de koppelingen goed zijn aangedraaid.
gen.
Lekkages van de afvoer-
pomp.
De waterafvoerslang is
beschadigd.
U kunt de deur van het apparaat niet
Het wasprogramma is bezig.
Zorg dat het filter van de afvoer­pomp goed is bevestigd.
Verzeker u ervan dat de water­toevoerslang niet is beschadigd.
Laat het wasprogramma beëindi­gen.
openen.
Er staat water in de trom-
mel.
Het apparaat maakt een abnor-
Het apparaat staat niet waterpas.
Kies het programma Pompen of Centrifugeren.
Het apparaat waterpas afstellen. Raadpleeg "Installatie".
maal geluid.
De verpakking en/of de
transportbouten zijn niet verwijderd.
Verwijder de verpakking en/of de transportbouten. Raadpleeg "In­stallatie".
27
Page 28
28
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De lading is erg klein. Meer wasgoed in de machine
doen.
Het apparaat vult zich met water en
Het uiteinde van de af­voerslang is te laag.
Zorg dat de afvoerslang op de
juiste hoogte staat. pompt het direct weer af.
Het wasresultaat is niet bevredigend.
Het door u gebruikte wasmiddel was niet cor-
Gebruik meer wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
rect of onvoldoende.
U heeft de hardnekkige
vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed
Gebruik speciale producten om
hardnekkige vlekken te verwijde-
ren.
gehaald.
Onjuiste temperatuur in-
gesteld.
Te veel wasgoedbela-
ding.
Schakel het apparaat na de controle in. Het programma gaat verder vanaf het punt waar het werd onderbroken.
Zorg dat u de juiste temperatuur
instelt.
Verminder de hoeveelheid was-
goed.
Indien het display andere alarmcodes meldt, neem dan contact op met onze
service afdeling. Als het probleem opnieuw optreedt, neem dan contact op met onze service afdeling.
Page 29
MONTAGE
UITPAKKEN
NEDERLANDS
1. Gebruik de handschoenen. De ex­terne folie eraf trekken. Gebruik zo nodig een mes.
2. Verwijder de kartonnen bovenkant.
3. Verwijder de piepschuim verpak-
kingsmaterialen.
4. De interne folie eraf trekken.
29
5. Open de trommel en verwijder alle
materialen.
Page 30
30
6. Kantel het apparaat achterover.
Plaats het apparaat met de achter­zijde voorzichtig op het kartonnen deksel. Zorg dat u de slangen niet beschadigt.
7. Verwijder de piepschuim bescher-
ming van de onderkant.
8. Zet het apparaat weer rechtop.
1
2
9. Verwijder het aansluitsnoer en de
afvoerslang van de slanghouders.
10. Draai de drie transportbouten los.
Gebruik de bij het apparaat gele­verde moersleutel.
11. Trek de bouten met de plastic tus-
senstukken eruit.
Page 31
– Wij raden u aan om alle trans-
portbouten en verpakking te bewaren voor als u het appa­raat gaat verplaatsen.
– Als de machine in de winter
wordt afgeleverd, als de tem­peratuur onder nul is, zet u de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u ze in gebruik neemt.
NEDERLANDS
12. Vervang de plastic tussenstukken
door de plastic doppen. U vindt deze doppen in de zak van de ge­bruikershandleiding.
31
PLAATSING EN WATERPAS ZETTEN
• Installeer het apparaat op een vlakke
harde vloer.
• Zorg ervoor dat de vloerbedekking
de luchtcirculatie onder het apparaat niet stopt.
• Zorg ervoor dat het apparaat geen
muren of andere apparaten raakt.
• Gebruik de stelvoetjes om het appa-
raat waterpas te zetten. Een juiste af­stelling van het apparaat voorkomt trillingen en lawaai en het bewegen van het apparaat als deze in bedrijf
x4
is.
Page 32
35
O
45
O
32
• Het apparaat moet waterpas en sta-
biel staan.
LET OP!
Plaats geen karton, hout of ver­gelijkbare materialen onder de voeten van het apparaat om de­ze waterpas te stellen.
DE TOEVOERSLANG
• Sluit de slang aan op het apparaat.
Draai de toevoerslang alleen naar links of rechts. Maak de ringmoer los om hem in de juiste stand te zetten.
O
O
35
35
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang te kort is. Neem contact op met de klan­tenservice voor vervanging van de toevoerslang.
O
O
45
45
• Sluit de watertoevoerslang aan op
een koudwaterkraan met 3/4-schroef­draad.
LET OP!
Zorg ervoor dat de koppelingen niet lekken.
Page 33
Waterstop
A
WATERAFVOER
Er zijn verschillende procedures om de afvoerslang aan te sluiten:
Met de plastic slanggeleider.
NEDERLANDS
De watertoevoerslang is voorzien van een waterstop. Dit toestel voorkomt lekkage in de slang door natuurlijke slij­tage. Het rode gedeelte in het venster «A» toont deze storing. Als dit gebeurt, draait u de kraan dicht en neemt u contact op met de klanten­service om de slang te laten vervangen.
• Op de rand van een gootsteen.
• Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water af­voert. Bevestig de geleider op de waterkraan of wand.
33
• Op een standpijp met ventilatieope-
ning. Raadpleeg de illustratie. Rechtstreeks
in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 100 cm. Het einde van de af­voerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendiameter van de af­voerslang.
Page 34
34
Zonder de plastic slanggeleider.
• Op een gootsteenafvoer.
Raadpleeg de illustratie. Plaats de af­voerslang in de gootsteenafvoer en draai vast met een clip. Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te voorkomen dat resterende deeltjes uit de gootsteen in het apparaat ko­men.
• Direct op een ingebouwde afvoer-
pomp in de kamerwand en zet vast met een klem.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm verlengen. Neem con­tact op met de klantenservice voor de andere afvoerslang en de verlenging.
Page 35
NEDERLANDS
35
Page 36
www.aeg.com/shop 132934481-A-282011
Loading...