Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang
onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger
maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de
tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatieinformatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende
gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer.
De informatie vindt u op het typeplaatje.
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
3/44
VEILIGHEIDSINFORMATIE
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen en mobiele apparaten met My AEG
Kitchen ..
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als die in werking is of afkoelt.
Makkelijk toegankelijke onderdelen worden heet tijdens het
gebruik.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Alleen een erkende installatietechnicus mag dit apparaat
installeren en de kabel vervangen.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
constructie installeert.
• Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat
u welke soort onderhoud dan ook gaat uitvoeren.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties met elektriciteit te
voorkomen.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
4/44
VEILIGHEIDSINFORMATIE
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
ovenschalen te plaatsen of verwijderen.
• Activeer de magnetronfunctie niet wanneer het apparaat
leeg is. Metalen onderdelen in de ruimte kunnen elektrische
vonken veroorzaken.
• Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is
niet van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat
het formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt
is voor bereiding in de magnetron.
• WAARSCHUWING: Als de deur of deurafdichtingen
beschadigd zijn, mag het apparaat niet worden gebruikt
totdat het is gerepareerd door een erkende
installatietechnicus.
• WAARSCHUWING: Alleen een erkende installatietechnicus
kan service- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarbij
een afdekking wordt verwijderd die bescherming biedt tegen
blootstelling aan magnetronenergie.
• WAARSCHUWING: Warm geen vloeistoffen en ander
voedsel in afgesloten verpakkingen op. Ze kunnen
exploderen.
• Gebruik alleen voorwerpen die geschikt zijn voor gebruik in
de magnetron.
• Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren
verpakkingen op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot
zelfontbranding.
• Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van voedsel of kleding en het
opwarmen van warmhoudkussentjes, slippers, sponzen,
vochtige doeken enzovoort kunnen leiden tot letsel,
vonkontsteking of brand.
• Als rook wordt uitgestoten, schakelt u het apparaat uit of
trekt u de stekker uit het stopcontact en houdt u de deur
gesloten om vlammen te kunnen doven.
5/44
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Het opwarmen van dranken in de magnetron kan tot
kookvertraging leiden. Wees voorzichtig bij het hanteren van
de verpakking.
• De inhoud van zuigflesjes en babyvoedingspotjes moet
worden geroerd of geschud en de temperatuur vóór het
gebruik worden gecontroleerd om brandwonden te
voorkomen.
• Eieren in hun schaal en hele hardgekookte eieren mogen
niet in het apparaat worden opgewarmd omdat ze kunnen
exploderen, zelfs nadat de opwarming in de magnetron is
beëindigd.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
• Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en alle
voedselresten moeten worden verwijderd.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
• Als het apparaat niet in een schone toestand wordt
onderhouden, kan dit leiden tot een verslechtering van het
oppervlak. Dit kan de levensduur van het apparaat negatief
beïnvloeden en mogelijk een gevaarlijke situatie opleveren.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installeren
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
6/44
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Installeer het apparaat op een veilige en geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Controleer, voordat u het apparaat monteert, of de ovendeur onbelemmerd opengaat.
• Het apparaat is uitgerust met een elektrisch koelsysteem. Het moet worden gebruikt met de
elektrische voeding.
• De inbouweenheid moet voldoen aan de stabiliteitsvereisten van DIN 68930.
Minimumhoogte kast (Minimumhoogte kast onder
werkblad)
Kastbreedte560 mm
Kastdiepte550 (550) mm
Hoogte van de voorkant van het apparaat455 mm
Hoogte van de achterkant van het apparaat440 mm
Breedte van de voorkant van het apparaat595 mm
Breedte van de achterkant van het apparaat559 mm
Diepte van het apparaat567 mm
Ingebouwde diepte van het apparaat546 mm
Diepte met open deur882 mm
Minimumgrootte ventilatieopening. Opening ge‐
plaatst aan de onderkant van de achterzijde
Lengte netvoedingskabel. Kabel wordt in de rech‐
terhoek van de achterzijde geplaatst
Bevestigingsschroeven3.5x25 mm
444 (460) mm
560x20 mm
1500 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische
vermogen van de netstroom.
7/44
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat of de niche
onder het apparaat, met name niet als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig
van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
• Dit apparaat wordt geleverd met een stekker en een netsnoer.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden, elektrische schokken of een explosie.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor (binnenshuis) huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat wanneer het apparaat in
werking is. Er kan hete lucht vrijkomen.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Oefen geen druk uit op de open deur.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of als opslagoppervlak.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten met alcohol kan
een mengsel van alcohol en lucht veroorzaken.
• Laat geen vonken of open vlammen in contact met het apparaat komen wanneer u de deur
opent.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten
in, bij of op het apparaat.
• Deel uw wifi-wachtwoord niet.
• Gebruik de magnetronfunctie niet om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te voorkomen:
– leg geen aluminiumfolie op de bodem van de ruimte in het apparaat.
– plaats geen water direct in het hete apparaat.
8/44
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
– bewaar geen vochtige gerechten en voedsel in het apparaat nadat u klaar bent met
koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Vruchtensappen veroorzaken vlekken die
permanent kunnen zijn.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, bijvoorbeeld het verwarmen van de ruimte.
• Kook altijd met een gesloten ovendeur.
• Als het apparaat achter een meubelpaneel gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in werking is. Warmte en vocht kunnen achter
een gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het apparaat compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het apparaat condenseert op de wanden en kan roest
veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
• Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft, kan brand en elektrische vonken veroorzaken
wanneer de magnetronfunctie werkt.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de aanwijzingen op de verpakking.
2.5 Hanteren van glaswerk
Als u uw glaswerk niet met passende zorg behandelt, kan dit leiden tot breuken, afsplintering,
barsten of aanzienlijke krassen:
• Mors geen koud water of andere vloeistoffen op het glaswerk omdat een plotselinge daling
van de temperatuur ertoe kan leiden dat het glas onmiddellijk breekt. Stukjes gebroken glas
kunnen zeer scherp zijn en moeilijk te vinden.
• Plaats heet glaswerk niet op een nat of koel oppervlak, direct op het aanrecht of een
metalen oppervlak of in de gootsteen of hanteer heet glaswerk niet met een vochtige doek.
• Gebruik of repareer geen glaswerk dat is afgesplinterd, gebarsten of zwaar bekrast.
• Laat heet glaswerk niet op of tegen een hard voorwerp stoten en sla er niet met keukengerei
tegen.
9/44
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
• Verwarm leeg of bijna leeg glaswerk niet in de magnetron, of oververhit olie of boter niet in
de magnetron (neem de minimale kooktijd in acht).
Laat heet glaswerk afkoelen op een koelrek, pannenlap of droge doek. Zorg ervoor dat het
glaswerk genoeg is afgekoeld voordat het wordt gewassen of in de koelkast of diepvries wordt
gezet.
Vermijd het hanteren van heet glaswerk (waaronder items met silicone grijpvlakken) zonder
droge pannenlappen.
Vermijd misbruik van de magnetron (bijv. de oven aanzetten zonder iets erin te zetten of met
een zeer kleine belasting).
2.6 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden
verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke
omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of
zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn
niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
• Dit product bevat een lichtbron van energie-efficiëntieklasse G.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties.
2.7 Service
• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over het afvoeren van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het
apparaat vast komen te zitten.
10/44
12
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
Bedieningspaneel
Display
Verwarmingselement
Magnetrongenerator
Lamp
Ventilator
Inschuifrails, verwijderbaar
Inzetniveaus
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Om te bakken en braden of als een pan om vet in
op te vangen.
Glazen bodemplaat van de magnetron
Voor het bereiden van voedsel in de
magnetronmodus.
11/44
1234
5 67
3s
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
4. HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
4.1 Bedieningspaneel
Aan / UITHoud ingedrukt om de oven in en uit te schakelen.
1
MenuGeeft een overzicht van de ovenfuncties.
2
FavorietenGeeft een overzicht van de favoriete instellingen.
3
DisplayToont de huidige instellingen van de oven.
4
LampschakelaarOm de verlichting in en uit te schakelen.
5
Snel opwarmenOm de functie in en uit te schakelen: Snel opwarmen.
6
Magnetron snel
7
starten
DrukVerplaatsen
Raak het oppervlak aan met
de vingertop.
12/44
Om de magnetronfunctie in te schakelen (1000 W en 30 secon‐
den).
Ingedrukt houden
Schuif de vingertop over het
oppervlak.
Raak het oppervlak 3 secon‐
den aan.
4.2 Display
STARTSTART
12:3012:30
150°C
12:34
11min
12:3012:30
150°C
STOP
150°C
12:30
15min
START
FDE
C
AB
HET IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE OVEN
Na het inschakelen wordt op de display het
hoofdscherm met de verwarmingsfunctie en de
standaardtemperatuur weergegeven.
Als u de oven 2 minuten niet gebruikt, gaat de
display naar stand-by.
Wanneer u kookt, worden op de display de in‐
gestelde functies en andere beschikbare opties
weergegeven.
Display met ingestelde toetsfuncties.
A. Wi-Fi
B. Dagtijd
C. BEGIN/STOP
D. Temperatuur / Magnetrontimer
E. Verwarmingsfuncties
F. Timer
Indicatielampjes op de display
Basisindicatielampjes: om op de display te navigeren.
Om de selectie/instelling te be‐
Geluidsalarm functie-indicatielampjes - wanneer de ingestelde kooktijd ten einde is, klinkt het
signaal.
vestigen.
Om één ni‐
veau terug te
gaan in het
menu.
Om de laatste
handeling on‐
gedaan te ma‐
ken.
Om de opties in en uit te
schakelen.
13/44
VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
De functie is ingeschakeld.
Indicatielampjes timer
De functie instellen: Uitgestelde start.
Wi-Fi indicatielampje - de oven kan worden aangesloten op wifi.
De functie is ingeschakeld.
Het koken stopt automatisch.
Om de instelling te annuleren.
Wi-Fi verbinding is ingeschakeld.
Het geluidsalarm staat uit.
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Eerste reiniging
Stap 1Stap 2Stap 3
Haal alle accessoires en ver‐
wijderbare inschuifrails uit de
oven.
Reinig de oven en de acces‐
soires met een zachte doek,
warm water en een mild reini‐
gingsmiddel.
Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails in
de oven.
5.2 Eerste verbinding
Het display toont een welkomstbericht na de eerste verbinding.
Je moet het volgende instellen: Taal, Helderheid display, Toetstonen, Geluidsvolume, Dagtijd.
5.3 Draadloze verbinding
Om de oven te verbinden heb je nodig:
• Draadloos netwerk met internetverbinding.
• Mobiel apparaat dat is verbonden met je draadloze netwerk.
14/44
VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
Stap 1Download de mobiele app My AEG Kitchen en volg de instructies voor de volgende
Stap 2Zet de oven aan.
Stap 3
Stap 4
Stap 5De draadloze module van de oven start binnen 90 sec.
De software in dit product bevat onderdelen die gebaseerd zijn op vrije en open source software.
AEG erkent de bijdragen van de open software en robotgemeenschappen aan het ontwikkelings‐
project.
Om toegang te krijgen tot de broncode van deze vrije en open source-softwarecomponenten
waarvan de licentievoorwaarden publiceren en om hun volledige auteursrechtelijke informatie en
toepasselijke licentievoorwaarden te bekijken, bezoek: http://aeg.opensoftwarerepository.com
(map NIU5).
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Instellen: Verwarmingsfuncties
Stap 1Zet de oven aan. Op het display verschijnt de standaard verwarmingsfunctie.
Stap 2Druk op het symbool van de verwarmingsfunctie om het submenu te openen.
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6Schakel de oven uit.
Doe het op een snellere manier!
16/44
Selecteer de verwarmingsfunctie en druk op: . Op het display verschijnt: tempe‐
ratuur.
Instellen: temperatuur. Druk op: .
Druk op: .
- druk hierop om de verwarmingsfunctie uit te schakelen.
DAGELIJKS GEBRUIK
6.2 Instellen: Magnetronverwarmingsfuncties
Stap 1Haal alle accessoires uit de oven en zet de oven aan.
Stap 2Druk op het symbool van de verwarmingsfunctie om het submenu te openen.
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Druk op om de functie uit te schakelen.
Stap 6Schakel de oven uit.
Plaats de glazen bodemplaat van de magnetron.
Selecteer de magnetronverwarmingsfunctie en druk op: . Op het display ver‐
schijnt: magnetronvermogen.
Instellen: magnetronvermogen. Druk op: .
Druk op: .
De maximale tijd van de magnetronfuncties is afhankelijk van het door jou
ingestelde magnetronvermogen:
MAGNETRONVERMOGENMAXIMUMTIJD
100 - 600 W90 minuten
Meer dan 600 W7 minuten
Als u de deur opent, stopt de functie. Om het weer te starten, drukt u op .
Doe het op een snellere manier!
6.3 Ga als volgt te werk voor gebruik: Magnetron snel starten
Stap 1
Indrukken en vasthouden: . De magnetron draait 30 seconden.
17/44
DAGELIJKS GEBRUIK
Stap 2Om de bereidingstijd te verlengen:
Druk op de draaitijdwaarde om naar
de tijdinstellingen te gaan. Stel de be‐
reidingstijd in.
De magnetron kan op elk moment worden ingeschakeld met: Magnetron snel starten.
Druk op +30 s.
6.4 Instellen: Kook- En Bakassistent
Elk gerecht in dit submenu heeft een aanbevolen functie en temperatuur. U kunt de tijd en de
temperatuur aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken met:
• Per gewicht
Stap 1Schakel de oven in.
Stap 2
Stap 3
Stap 4Kies een gerecht of een voedseltype.
Stap 5
Doe het op een snellere manier!
Druk op: .
Druk op: . Voer in: Kook- En Bakassistent.
Druk op: .
6.5 Verwarmingsfuncties
STANDAARD
Verwarmingsfunc‐
tie
Grillen
18/44
Toepassing
Om dunne stukken voedsel te grillen en brood te roosteren.
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Circulatiegrill
Hetelucht
Bevroren gerech‐
ten
Boven + onder‐
warmte
Pizza-functie
Onderwarmte
Toepassing
Voor het braden van grote stukken vlees of gevogelte met bot op één ni‐
veau. Voor gratineren en bruinen.
Bakken op maximaal twee rekstanden tegelijkertijd en voedsel drogen.
Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte.
Om kant-en-klaar-gerechten (bijv. patat, aardappelpartjes of loempia's)
krokant te maken.
Voor het bakken en roosteren op één ovenniveau.
Voor het bakken van pizza. Voor intensieve bruining en een krokante bo‐
dem.
Voor het bakken van taarten met een krokante bodem en het bewaren
van voedsel.
SPECIAAL
Verwarmingsfunc‐
tie
Inmaken
Drogen
Toepassing
Voor het inmaken van groenten (bijv. augurken).
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en champignons te drogen.
19/44
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Borden warmen
Deeg laten rijzen
Gratineren
Lage temperatuur
garen
Warm houden
Brood bakken
Toepassing
Om borden voor het serveren op te warmen.
Om het rijsproces van gistdeeg te versnellen. Het voorkomt dat het opper‐
vlak van het deeg uitdroogt en houdt het deeg elastisch.
Voor gerechten zoals lasagne of aardappelgratin. Voor gratineren en brui‐
nen.
Voor het bereiden van mals, sappig braadstuk.
Om eten warm te houden.
Gebruik deze functie voor brood en broodjes met heel goed professioneel
resultaat qua krokantheid, kleur en bruine korst.
MAGNETRON
Verwarmingsfunc‐
tie
Magnetron
Ontdooien
20/44
Toepassing
Opwarmen, koken, vermogensbereik: 100 - 1000 W
Vlees, vis, gebak ontdooien, vermogensbereik: 100 - 200 W
DAGELIJKS GEBRUIK
Verwarmingsfunc‐
tie
Opwarmen
Vloeistof
Toepassing
Vermogensbereik voor het opwarmen van vooraf bereide maaltijden en
delicaat voedsel: 300 - 700 W
Opwarmen van dranken en soepen, vermogensbereik: 800 - 1000 W
COMBI MAGNETRON
Verwarmingsfunc‐
tie
Hetelucht + mag‐
netron
Boven- en onder‐
warmte + magne‐
tron
Toepassing
Bakken op één rekstand. De functie met magnetron-boost.
Bak- en braadgerechten op één niveau. De functie met magnetron-boost.
Grill + magnetron
Circulatiegrill +
magnetron
Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te ge‐
ven. De functie met magnetron-boost.
Om grotere stukken vlees op één niveau te roosteren. Voor gratineren en
bruinen. De functie met magnetron-boost.
21/44
KLOKFUNCTIES
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Omschrijving klokfuncties
KlokfunctieToepassing
KooktijdDe duur van het koken instellen. Maximaal 23 uur 59 min.
Actie beëindigenVoor het instellen wat er gebeurt als de timer stopt met tellen.
Uitgestelde startOm het begin en/of het einde van het koken uit te stellen.
Tijd verlengingOm de kooktijd te verlengen.
HerinneringOm een aftelling in te stellen. Maximum is 23 uur 59 min. Deze functie
UptimerControleert hoelang de functie werkt. Uptimer - je kunt deze in- en uit‐
Actie beëindigen en Uitgestelde start zijn niet beschikbaar voor magnetronfuncties.
Maximum voor gecombineerde functies (magnetron + standaard) is
119 min 59 sec.
heeft geen invloed op de werking van de oven.
schakelen.
7.2 Instellen: Klokfuncties
De klok instellen
Stap 1Druk op: Dagtijd.
Stap 2
Stel de tijd in. Druk op: .
De bereidingstijd instellen
Stap 1Kies de verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
Stap 2
Stap 3
22/44
Druk op: .
Stel de tijd in. Druk op: .
Doe het op een snellere manier!
De eindoptie kiezen
Stap 1Kies de verwarmingsfunctie en stel de temperatuur in.
KLOKFUNCTIES
Stap 2
Stap 3Stel de bereidingstijd in.
Stap 4
Stap 5Druk op: Actie beëindigen.
Stap 6Kies je voorkeur: Actie beëindigen.
Stap 7
Het begin van het koken uitstellen
Stap 1Stel de verwarmingsfunctie en de temperatuur in.
Stap 2
Stap 3Stel de bereidingstijd in.
Stap 4
Stap 5Druk op: Uitgestelde start.
Stap 6Kies de waarde.
Druk op: .
Druk op: .
Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm op het display verschijnt.
Druk op: .
Druk op: .
Stap 7
De bereidingstijd verlengen
Wanneer 10% van de bereidingstijd overblijft en het voedsel niet klaar lijkt te zijn, kun je de berei‐
dingstijd verlengen. Je kunt ook de verwarmingsfunctie wijzigen.
Druk op: . Herhaal de actie totdat het hoofdscherm op het display verschijnt.
23/44
GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
De bereidingstijd verlengen
Druk op +1min om de kooktijd te verlengen.
De timerinstellingen wijzigen
Stap 1
Stap 2Stel de timerwaarde in.
Stap 3
Je kunt de ingestelde tijd tijdens het koken op elk gewenst moment wijzigen.
Druk op: .
Druk op: .
8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK:
ACCESSOIRES
8.1 Accessoires plaatsen
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal. Raadpleeg hoofdstuk 'Hints en tips',
kookgerei en materiaal geschikt voor de magnetron.
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de veiligheid. De inkepingen zijn ook antikantelmechanismen. De hoge rand rond het rooster voorkomt dat het kookgerei van het rooster
afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestan‐
gen van de roostersteun en zorg ervoor
dat de pootjes omlaag staan.
24/44
Bakplaat / Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat / Diepe schaal:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de gelei‐
ders erboven.
Glazen bodemplaat van de magnetron:
Gebruik de glazen bodemplaat van de
magnetron alleen met de magnetronfunc‐
tie. Het is niet geschikt voor de gecombi‐
neerde magnetronfunctie (bijv. grillen met
de magnetron).
Plaats het accessoire op de bodem van de
uitsparing.
Je kunt het voedsel direct op de glazen bo‐
demplaat van de magnetron plaatsen.
EXTRA FUNCTIES
9. EXTRA FUNCTIES
9.1 Hoe kan ik opslaan: Favorieten
U kunt uw favoriete instellingen opslaan, zoals de verwarmingsfunctie, de bereidingstijd, de
temperatuur of de reinigingsfunctie. U kunt 3 favoriete instellingen opslaan.
Stap 1Schakel de oven in.
Stap 2Selecteer de gewenste instelling.
Stap 3
Stap 4Selecteer: Huidige instellingen opslaan.
Druk op: . Selecteer: Favorieten.
25/44
EXTRA FUNCTIES
Stap 5
- druk hierop om de instelling te resetten.
- druk hierop om de instelling te annuleren.
Druk op + om de instelling toe te voegen aan de lijst met: Favorieten. Druk op .
9.2 Toetsenblokkering
Deze functie voorkomt dat de verwarmingsfunctie per ongeluk wordt gewijzigd.
Stap 1Schakel de oven in.
Stap 2Stel een verwarmingsfunctie in.
Stap 3
Herhaal stap 3 om de functie uit te schakelen.
, - druk hier tegelijkertijd op om de functie in te schakelen.
9.3 Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking
is en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (h)
30 - 11512.5
120 - 1958.5
200 - 2305.5
De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: Binnenverlichting, Eindtijd, Lage
temperatuur garen.
9.4 Koelventilator
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt, kan de koelventilator
blijven werken totdat de oven is afgekoeld.
26/44
AANWIJZINGEN EN TIPS
10. AANWIJZINGEN EN TIPS
10.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Ze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit en kwantiteit van de gebruikte ingrediënten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De onder‐
staande hints tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor specifie‐
ke soorten voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
Voor meer kookaanbevelingen kunt u de kooktabellen op onze website raadplegen. Om de Kook‐
hints te vinden, controleer het productnummer op het classificatieplaatje op de voorzijde van het
frame van de binnenkant van de oven.
10.2 Magnetronaanbevelingen
Laten we koken!
Plaats het voedsel op de glazen bodemplaat die zich onderin de magnetronruimte bevindt.
Plaats het voedsel op een bord onderin de ruimte.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en bereidingstijd om of roer het door.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Zet tijdens het opwarmen van dranken de lepel in de fles of het glas om de warmte beter te
verdelen.
Plaats het voedsel in de oven zonder verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaarmaaltijden kunnen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is
(raadpleeg de informatie op de verpakking).
Koken in de magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Bereid voedsel slechts zonder het te bedekken als je een korst wilt
behouden.
Kook de gerechten niet te lang door het vermogen en de tijd te hoog instellen. Het voedsel kan
uitdrogen, aanbranden of brand veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren in hun schaal en slakken met huisjes te bereiden, omdat deze
kunnen barsten. Prik het eigeel van gebakken eieren door voordat ze worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse malen door voordat je het bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke grootte.
Nadat je de oven uitzet, neem je het voedsel uit de oven en laat je het een paar minuten rusten
om de warmte gelijkmatig te verdelen.
Ontdooien in de magnetron
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een klein omgekeerd bord met een bakje eronder of
op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid.
Je kunt een hoger magnetronvermogen gebruiken om fruit en groenten te bereiden zonder ze
eerst te ontdooien.
27/44
AANWIJZINGEN EN TIPS
10.3 Kookgerei en materialen geschikt voor de magnetron
Gebruik alleen kookgerei en materiaal in de magnetron dat hier geschikt voor is. Gebruik
onderstaande tabel als referentie.
Controleer de specificaties van het kookgerei/materiaal voor gebruik.
Kookgerei/materiaal
Ovenvast glas en porselein zon‐
der metalen onderdelen, bijv. hit‐
tebestendig glas
Niet-ovenbestendig glas en por‐
selein zonder zilveren, gouden,
platina of andere metalen versie‐
ringen
Glas en glaskeramiek van oven‐
bestendig / diepvriesbestendig
materiaal
Ovenvaste keramiek en aarde‐
werk zonder kwarts of metalen
onderdelen en metaalhoudend
glazuur
Keramiek, porselein en aarde‐
werk met ongeglazuurde onder‐
kant of met kleine gaatjes, bijv.
op handvaten
Tot 200 °C hittebestendige
kunststof
Karton, papierXX
HuishoudfolieXX
MagnetronfolieX
XXX
XX
X
Braadschalen gemaakt van me‐
taal, bijv. email, gietijzer
Bakblikken, zwarte lak of met si‐
liconen coating
28/44
XXX
XXX
AANWIJZINGEN EN TIPS
Kookgerei/materiaal
BakplaatXXX
BakroosterXX
Glazen bodemplaat magnetronX
Kookgerei voor gebruik in mag‐
netron, bijv. pan voor knapperige
gerechten
XX
10.4 Aanbevolen vermogensinstellingen voor verschillende soorten
voedsel
De gegevens in de tabel dienen alleen als richtlijn.
700 - 1000 W
Groenten koken
Eiergerechten berei‐
den
Hutspot laten sudde‐
Aanbakken aan het begin van
het kookproces
500 - 600 W
ren
300 - 400 W
Eenpansgerechten
opwarmen
Vloeistoffen opwarmen
Ontdooien en opwar‐
men van bevroren
maaltijden
Smelten van
kaas, chocolade,
boter
Rijst sudderen
Babyvoeding op‐
warmen
Koken/opwarmen
van delicaat voed‐
sel
Doorgaan met
koken
29/44
AANWIJZINGEN EN TIPS
100 - 200 W
Ontdooien van brood
Ontdooien van fruit en
gebak
Ontdooien van kaas,
room, boter
Ontdooien van vlees,
vis
10.5 Kooktafels voor testinstituten
Informatie voor testinstituten
Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het bakrooster, tenzij anders aangegeven.
MAGNETRON‐
FUNCTIE
(W)
Cake, zacht6000.475Bottom7 - 9Draai halverwege de
Gehaktbrood4000.9225 - 32Draai halverwege de
Bouillon met stuk‐
jes ei
Ontdooien van
vlees
5001Bottom18-
2000.5Bottom7 - 8Draai het vlees hal‐
kg
(min)
bereidingstijd de
kom 1/4.
bereidingstijd de
kom 1/4.
verwege de berei‐
dingstijd om.
Gebruik het ovenrek.
COMBI‐
MAGNE‐
TRON‐
FUNCTIE
Cake, 0.7kgBoven- en
onderwarm‐
te + mag‐
netron
30/44
(W)(°C)(min)
100200223 - 27Draai halverwege
de bereidingstijd
de kom 1/4.
Gebruik het ovenrek.
COMBI‐
MAGNE‐
TRON‐
FUNCTIE
ONDERHOUD EN REINIGING
(W)(°C)(min)
Aardap‐
pelgratin,
1.1 kg
Kip, 1.1kgCirculatie‐
Hetelucht +
magnetron
grill + mag‐
netron
300180238 - 42Draai halverwege
400230135 - 40Doe het vlees in
11. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over schoonmaken
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en
een mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinigings‐
middelen
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen
brand veroorzaken.
Reinig voorzichtig de bovenkant van de oven om resten en vet te verwijderen.
de bereidingstijd
de kom 1/4.
een ronde glazen
kom en draai het
halverwege de be‐
reidingstijd om.
Dagelijks ge‐
bruik
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uitsparing
na elk gebruik met een zachte doek.
31/44
2
3
1
ONDERHOUD EN REINIGING
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in de
afwasmachine reinigen.
Accessoires
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe voorwerpen.
11.2 Hoe te verwijderen: Inschuifrails/
Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1Schakel de oven uit en wacht tot deze afgekoeld is.
Stap 2Trek de inschuifrails voorzichtig
Stap 3Trek de inschuifrail bij de voor‐
Stap 4Trek de inschuifrails uit de ach‐
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
naar boven toe uit de voorste
ophanging.
kant uit de zijwand.
terste ophanging.
11.3 Hoe te vervangen: Lamp
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de
ovenlamp verbranden.
Voordat u de lamp vervangt:
Stap 1Stap 2Stap 3
Schakel de oven uit. Wacht tot
de oven afgekoeld is.
Trek de oven uit het stopcon‐
tact.
Bovenlamp
Stap 1Draai de glazen afdekking om die te verwijderen.
32/44
Plaats een doek op de bodem
van de holte.
PROBLEEMOPLOSSING
Stap 2Reinig het glazen deksel.
Stap 3Vervang de lamp door een geschikte hittebestendige lamp van 300 °C.
Stap 4Installeer het glazen deksel.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12.1 Wat te doen als...
De oven gaat niet aan of warmt niet op
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten op een stopcon‐
tact of is niet goed geïnstalleerd.
De klok is niet ingesteld.Stel de klok in, raadpleeg voor meer informatie
De deur is niet goed gesloten.Sluit de deur volledig.
De zekering is doorgeslagen.Ga na of de zekering de oorzaak van het pro‐
Het Kinderslot van de oven is geactiveerd.Raadpleeg het hoofdstuk 'Menu', Submenu
Oplossing
Controleer of de oven goed is aangesloten op
het lichtnet.
het hoofdstuk 'Klokfuncties', Instellen: Klok‐
functies.
bleem is. Als het probleem zich opnieuw voor‐
doet, neem dan contact op met een gekwalifi‐
ceerde elektricien.
voor: Opties.
33/44
PROBLEEMOPLOSSING
Onderdelen
Omschrijving Oplossing
De lamp is opgebrand.Vervang de lamp, raadpleeg voor meer infor‐
Problemen met wifi-signaal
Mogelijke oorzaak
Problemen met draadloos netwerksignaal.Controleer uw draadloze netwerk en router.
Er is een nieuwe router geïnstalleerd of de rou‐
terconfiguratie is gewijzigd.
Het draadloze netwerksignaal is zwak.Verplaats indien mogelijk de router dichterbij
Het draadloze signaal wordt verstoord door
een magnetron die in de buurt van de oven is
geplaatst.
matie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging',
Hoe te vervangen: Lamp.
Oplossing
Herstart de router.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Voor het eerste ge‐
bruik', Draadloze verbinding, om de oven en
het mobiele apparaat opnieuw te configureren.
de oven.
Schakel de magnetron uit.
12.2 Hoe te beheren: Foutcodes
Wanneer de softwarefout optreedt, geeft het display een foutmelding weer.
In deze sectie vindt u de lijst met problemen die u zelf kunt oplossen.
Code en omschrijving Oplossing
F240, F439 - de aanraakvelden op het display
werken niet goed.
F601 - er is een probleem met het Wi-Fi-sig‐
naal.
34/44
Reinig het oppervlak van het display. Zorg er‐
voor dat er geen vuil op de aanraakvelden zit.
Controleer uw netwerkverbinding. Raadpleeg
het hoofdstuk 'Voor het eerste gebruik', Draad‐
loze verbinding.
ENERGIEZUINIGHEID
Code en omschrijving Oplossing
F604 - de eerste verbinding met Wi-Fi is mis‐
lukt.
F908 - het ovensysteem kan geen verbinding
maken met het bedieningspaneel.
Wanneer een van deze foutmeldingen op het display blijft verschijnen, betekent dit dat een
defect subsysteem mogelijk is uitgeschakeld. Neem in dat geval contact op met uw dealer of
een erkend servicecentrum. Als een van deze fouten optreedt, zal de rest van de ovenfuncties
blijven werken zoals gewoonlijk.
Code en omschrijving Oplossing
F131 - de temperatuur van de magnetronsen‐
sor is te hoog.
F602, F603 - Wi-Fi is niet beschikbaar.Schakel de oven uit en in.
Zet de oven uit en aan en probeer het opnieuw.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Voor het eerste ge‐
bruik', Draadloze verbinding.
Schakel de oven uit en in.
Zet de oven uit en wacht tot deze is afgekoeld.
Zet de oven weer aan.
12.3 Servicegegevens
Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een
erkende serviceafdeling.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich
aan de voorkant van de ovenruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.).........................................
Deze oven bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks
koken.
35/44
MENUSTRUCTUUR
Zorg ervoor dat de ovendeur gesloten is als u de oven in werking stelt. Open de ovendeur niet
te vaak tijdens gebruik. Houd het deurrubber schoon en zorg ervoor dat het goed op zijn plaats
vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen (alleen als u geen magnetronfunctie
gebruikt).
Verwarm de oven niet voor als het niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als je een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als een programma met tijdselectie (Duur of Einde) in
werking is en de bereidingstijd langer is dan 30 minuten, de verwarmingselementen
automatisch eerder uitgeschakeld.
De ventilator en lamp blijven werken. Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het display de
restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal
3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte in de oven blijft koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd
warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het
display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het aan als je het nodig hebt.
14. MENUSTRUCTUUR
14.1 Menu
Druk op om te openen Menu.
Menu-itemToepassing
Kook- En BakassistentToont overzicht van de automatische
FavorietenGeeft een overzicht van de favoriete
OptiesVoor het instellen van de ovenconfi‐
36/44
programma's.
instellingen.
guratie.
MENUSTRUCTUUR
Menu-itemToepassing
InstellingenAansluitingenOm de netwerkconfiguratie in te stel‐
InstellingVoor het instellen van de ovenconfi‐
ServiceToont de softwareversie en -configu‐
len.
guratie.
ratie.
14.2 Submenu voor: Opties
SubmenuToepassing
BinnenverlichtingSchakelt de lamp in en uit.
KinderslotVoorkomt accidentele activering van de oven. Wanneer de
Snel opwarmenVerkort de opwarmtijd. Deze is alleen beschikbaar voor een
TijdisindicatieSchakelt de klok in en uit.
optie is ingeschakeld, verschijnt de tekst 'Kinderslot' op het
scherm wanneer je de oven inschakelt. Om het ovengebruik
in te schakelen, kies je de codeletters in alfabetische volgor‐
de. Toegang tot de timer, de bediening op afstand en het
lampje zijn uitvoerbaar met het kinderslot.
aantal ovenfuncties.
Digitale klokstijlWijzigt de indeling van de weergegeven tijdsaanduiding.
14.3 Submenu voor: Aansluitingen
SubmenuBeschrijving
Wi-FiOm in en uit te schakelen: Wi-Fi.
Bediening op afstandOm de afstandsbediening in en uit te schakelen.
Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: WiFi.
37/44
MENUSTRUCTUUR
SubmenuBeschrijving
Automatische bediening op af‐
stand
NetwerkOm de netwerkstatus en het signaalvermogen van het vol‐
Vergeet netwerkOm het huidige netwerk uit te schakelen van automatische
Om de bediening op afstand automatisch te starten na het
indrukken van BEGIN.
Optie alleen zichtbaar nadat u het volgende inschakelt: WiFi.
gende te controleren: Wi-Fi.
verbinding met de oven.
14.4 Submenu voor: Instelling
SubmenuBeschrijving
TaalStelt de taal van de oven in.
Helderheid displayStelt de helderheid van de display in.
ToetstonenSchakelt het geluid van de aanraakvelden in en uit. Het is
niet mogelijk om de toon te dempen voor: .
GeluidsvolumeStelt het volume van de belangrijkste geluiden en signalen
DagtijdStelt de huidige tijd en datum in.
in.
14.5 Submenu voor: Service
SubmenuBeschrijving
DemofunctieActiverings-/deactiveringscode: 2468
SoftwareversieInformatie over softwareversie.
Terug naar fabrieksinstellingenHerstelt fabrieksinstellingen.
38/44
HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
15. HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
Voorafgaand aan het eerste gebruik moet u het volgende instellen:
Taal
Maak uzelf vertrouwd met de basispictogrammen op het bedieningspaneel en het display:
Aan / UITMenuFavorieten
Start met het gebruik van de oven
Snel startenZet de oven aan
Snel uitSchakel de
MW snel star‐
ten
Helderheid dis‐
play
en begin met ko‐
ken met de stan‐
daardtempera‐
tuur en -tijd van
de functie.
oven, elk
scherm of be‐
richt op elk ge‐
wenst moment
uit.
Start de magne‐
tron op elk ge‐
wenst moment
met de stan‐
daardinstellin‐
gen: 30 sec /
1000 W.
ToetstonenGeluidsvolumeDagtijd
Wi-Fi
Stap 1Stap 2Stap 3
Ingedrukt hou‐
den: .
- houd ingedrukt tot de oven uitschakelt.
Druk op: .
teer de gewen‐
ste functie.
Timer
- selec‐
Druk op:
.
/
Begin met koken
Stap 1Stap 2Stap 3Stap 4Stap 5
- druk hierop om
de oven in te
schakelen.
- selecteer de
verwarmings‐
functie.
Instellen: tempe‐
ratuur.
- druk hierop om
te bevestigen.
- druk hierop om
te beginnen met
koken.
39/44
HET IS HEEL GEMAKKELIJK!
Leer snel koken
Gebruik de automatische programma’s om snel een gerecht te koken met de standaardin‐
stellingen:
Kook- En
Bakassistent
Gebruik snelle functies om de kooktijd in te stellen
10% Finish assist
Gebruik 10% Finish assist om extra tijd toe te
voegen wanneer 10% van de bereidingstijd
overblijft.
Stap 1Stap 2Stap 3Stap 4
Druk op: .Druk op: .Druk op:
Kook- En Bakas‐
sistent.
Druk op +1min om de kooktijd te verlengen.
Kies het gerecht.
16. DOE HET OP EEN SNELLERE MANIER!
Hier ziet je alle handige snelkoppelingen. Je kunt ze ook vinden in de speciale hoofdstukken in
de gebruikershandleiding.
Draadloze verbinding
Instellen: Verwarmingsfuncties
Instellen: Kookassistentie
Instellen: Kooktijd
40/44
DOE HET OP EEN SNELLERE MANIER!
Uitstellen: Begin en einde van het koken
Annuleren: Timer instellen
17. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer
op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar
het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
41/44
*
42/44
43/44
www.aeg.com/shop
867362053-C-342022
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.