Aeg IKE8575SFB, 949 597 908 User Manual [nl]

USER MANUAL
IKE8575SFB
NL Gebruiksaanwijzing
Kookplaat
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat je voor dit AEG-product hebt gekozen. We hebben het gecreëerd om jarenlang onberispelijke prestaties te leveren, met innovatieve technologieën die het leven eenvoudiger maken – functies die je wellicht niet op gewone apparaten aantreft. Neem een paar minuten de tijd om het beste uit het apparaat te halen.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie­informatie:
www.aeg.com/support
Registreer je product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor je apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE EN SERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met onze erkende servicedienst, zorg er dan voor dat u de volgende gegevens tot uw beschikking hebt: Model, PNC, serienummer. De informatie vindt u op het typeplaatje.
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.

INHOUDSOPGAVE

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................................5
3. INSTALLATIE..................................................................................................................7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.......................................................................... 8
5. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................. 10
6. EXTRA FUNCTIES....................................................................................................... 13
7. AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................................ 15
8. ONDERHOUD EN REINIGING.....................................................................................17
9. PROBLEEMOPLOSSING............................................................................................. 18
10. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................................20
11. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................................... 20
12. MILIEUBESCHERMING..............................................................................................21

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
2 NEDERLANDS
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.

1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd toezicht op kinderen, om te voorkomen dat zij gaan
spelen met het apparaat.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd
kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens
het gebruik en bij het afkoelen.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.

1.2 Algemene veiligheid

Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik in een
binnenomgeving.
Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgastenhuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik niet
hoger is dan (gemiddeld) huishoudelijk gebruik.
NEDERLANDS 3
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
Gebruik nooit water om het kookvuur te blussen. Schakel
het apparaat uit en bedek de vlammen met bijv. een
blusdeken of deksel.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van stroom
worden voorzien door een extern schakelapparaat, zoals
een tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door
het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt
geschakeld.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookoppervlakken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
constructie installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement na elk gebruik uit met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat rechtstreeks op de
stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u
de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem
altijd contact op met de erkende servicedienst.
Indien het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door de fabrikant, een erkende service of
vergelijkbaar gekwalificeerde personen om gevaar te
voorkomen.
4 NEDERLANDS
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 Installeren

WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag dit apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend.
• Elk apparaat heeft koelventilatoren op de bodem.
• Als het apparaat gemonteerd wordt boven een lade:
– Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen worden, omdat ze de koelventilatoren
kunnen beschadigen of het koelsysteem kunnen belemmeren.
– Houd een minimumafstand van 2 cm
tussen de bodem van het apparaat en de voorwerpen die u in de lade opbergt.
• Verwijder de afscheidingspanelen die in de kast onder het apparaat zijn geïnstalleerd.

2.2 Elektrische aansluiting

WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Verzeker jezelf ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat je welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom.
• Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ertoe leiden dat de contactklem te heet wordt.
• Gebruik het juiste netsnoer.
• Zorg dat de stroomkabel niet verstrikt raakt.
• Controleer of er een aardlekschakelaar is geïnstalleerd.
• Gebruik de trekontlastingsklem op de kabel.
NEDERLANDS 5
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als je het apparaat op een nabijgelegen contactdoos aansluit.
• Gebruik geen adapters met meerdere stekkers en verlengkabels.
• Zorg ervoor dat je de stekker (indien van toepassing) of het netsnoer niet beschadigt. Neem contact op met ons erkende servicecentrum of een elektricien om een beschadigde stroomkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
• Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm.

2.3 Gebruik

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden of elektrische schokken.
• De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
• Verwijder voorafgaand aan het eerste gebruik alle verpakkingsmaterialen, etiketten en beschermfolie (indien van toepassing).
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na ieder gebruik.
• Plaats geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze kunnen heet worden.
• Gebruik het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of als opslagoppervlak.
• Als het oppervlak van het apparaat gebarsten is, haal dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Dit voorkomt elektrische schokken.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is.
• Als u voedsel in hete olie plaatst, kan het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vetten en oliën als u ermee kookt.
• De dampen die erg hete olie vrijkomen, kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten kan bevatten, kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of artikelen die vochtig zijn met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Laat geen heet kookgerei op het bedieningspaneel staan.
• Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat laat vallen. Het oppervlak kan beschadigd raken.
6 NEDERLANDS
• Schakel de kookzones niet terwijl er leeg kookgerei of geen kookgerei op geplaatst is.
• Leg geen aluminiumfolie op het apparaat.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer of met een beschadigde bodem kan krassen op het glas/glaskeramiek veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als je ze op de kookplaat moet verplaatsen.

2.4 Onderhoud en reiniging

• Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.

2.5 Service

• Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het

3. INSTALLATIE

apparaat. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en reservelampen die afzonderlijk worden verkocht: Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn tegen extreme fysieke omstandigheden in huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur, trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie te geven over de operationele status van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor gebruik in andere toepassingen en zijn niet geschikt voor verlichting in huishoudelijke ruimten.

2.6 Verwijdering

WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie over het afvoeren van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

3.1 Voor montage

Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................

3.2 Ingebouwde kookplaten

Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen.

3.3 Aansluitsnoer

• De kookplaat wordt geleverd met een aansluitkabel.
• Gebruik als vervanging van het beschadigde netsnoer het volgende snoertype: H05V2V2-F dat bestand is tegen een temperatuur van 90 °C of hoger. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Het aansluitsnoer mag alleen worden vervangen door een gekwalificeerde elektricien.

3.4 Montage

Als je de kookplaat onder een kap installeert, raadpleeg je de installatie-instructies van de afzuigkap voor de minimumafstand tussen de apparaten.
NEDERLANDS 7
min. 50mm
min. 500mm
Als het apparaat boven een lade wordt
44
23
min. 55
780
550
520
490
+1
750
+1
max R5
min. 1500
335
75
min. 12min.
55
min. 28
www.youtube.com/electrolux www.youtube.com/aeg
How to install your AEG
Induction Hob - Worktop installation
1
2
1
1
1
1
geïnstalleerd, kan de ventilatie van de kookplaat de artikelen die zich in de lade bevinden tijdens het bereidingsproces
Zoek de videotutorial "Hoe installeert u uw AEG inductiekookplaat - installatie op het aanrecht" door de volledige naam die in de onderstaande afbeelding staat in te typen.
opwarmen.

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT

4.1 Indeling kookoppervlak

Inductiekookzone
1
Bedieningspaneel
2
8 NEDERLANDS

4.2 Indeling bedieningspaneel

1
3 2
4
5
910
76 8
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐
Functie Omschrijving
toets
1
2
3
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
4
5
6
7
8
9
- Bedieningsbalk kookplaat Het instellen van de kookstand.
10
Aan / Uit Het apparaat in- en uitschakelen.
Timer De functie instellen.
- De tijd verlengen of verkorten.
/
Bridge De functie in- en uitschakelen.
Pauze De functie in- en uitschakelen.
Blokkering / Kinderbeveiligingsin‐ richting
Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uitschakelen.
PowerBoost Het inschakelen van de functie.

4.3 Indicatielampjes op de display

Indicatielampje Omschrijving
+ cijfer
Er is een storing.
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
NEDERLANDS 9
Indicatielampje Omschrijving
/ /
OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator): doorgaan met koken/warm hou‐ den/restwarmte.

5. DAGELIJKS GEBRUIK

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

5.1 In- en uitschakelen

Houd ingedrukt om de kookplaat in of uit te schakelen.

5.2 Pandetectie

Deze functie geeft de aanwezigheid van kookgerei op de kookplaat aan en schakelt de kookzones uit als er tijdens een kooksessie geen kookgerei wordt gedetecteerd.
Als je kookgerei op een kookzone plaatst voordat je een kookstand selecteert, verschijnt het indicatielampje boven 0 op de regelbalk.
Als je kookgerei uit een geactiveerde kookzone verwijdert en deze tijdelijk opzij zet, gaan de indicatielampjes boven de bijbehorende regelbalk knipperen. Als je het kookgerei niet binnen 60 seconden terugplaatst op de geactiveerde kookzone, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
Plaats het kookgerei weer op de kookzones binnen de aangegeven time-out om het koken te hervatten.

5.3 De kookzones gebruiken

Plaats het kookgerei in het midden van de gekozen kookzone. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmetingen van pannen aan.
U kunt met groot kookgerei op twee kookzones tegelijkertijd koken. Het kookgerei dient het midden van beide zones te bedekken, maar niet voorbij de
gebiedsmarkering komen. Als het kookgerei tussen beide middenzones wordt geplaatst, wordt de functie Bridge niet geactiveerd.

5.4 Warmte-instelling

1. Druk op de gewenste warmte-instelling
op de regelbalk.
De indicatielampjes boven de regelbalk verschijnen tot het geselecteerde warmte­instellingsniveau.
2. Druk op 0 om een kookzone uit te
schakelen.

5.5 PowerBoost

Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor
10 NEDERLANDS
uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
Stel eerst de wartme-instelling voor de geselecteerde kookzone in en stel daarna de functie in.
Je kunt de functie niet activeren terwijl de Hob²Hood functie actief is.
Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak aan. De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.

5.6 OptiHeat Control (3-staps restwarmte-indicator)

WAARSCHUWING!
/ / Zolang het indicatielampje aanstaat, bestaat er een risico op brandwonden door restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte rechtstreeks in de bodem van het kookgerei. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van het kookgerei.
De indicatielampjes / / verschijnen als een kookzone heet is. De aanduidingen tonen het niveau van de restwarmte voor de kookzones die je momenteel gebruikt.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones, zelfs als je ze niet gebruikt,
• als er heet kookgerei op de koude kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld, maar de kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de kookzone is afgekoeld.

5.7 Timer

Timer met aftelfunctie

Gebruik deze functie om aan te geven hoelang een kookzone moet werken tijdens een enkele kooksessie.
1. Druk op . 00 verschijnt op het
timerdisplay.
2. Druk op
(00-99 minuten).
3. Druk op om de timer te starten of
wacht 3 seconden. De timer begint af te tellen.
Om de tijd te wijzigen: selecteer de
kookzone met Om de functie uit te schakelen: selecteer
de kookzone met en druk op . De resterende tijd telt terug naar 00.
De timer stopt met aftellen, er klinkt een signaal en 00 knippert. Schakelt de kookzone uit. Druk op een willekeurig symbool om het signaal te stoppen en te knipperen.
of om de tijd in te stellen
en druk op of .

Kookwekker

U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld maar de kookzones niet werken. De kookstand toont 00.
Je kunt de functie niet activeren terwijl de Hob²Hood functie actief is.
1. Druk op .
2. Druk op
De timer stopt met aftellen, er klinkt een signaal en 00 knippert. Druk op een willekeurig symbool om het signaal te stoppen en te knipperen.
Om de functie uit te schakelen: druk op
en . De resterende tijd telt terug naar 00.
of om de tijd in te stellen.

5.8 Stroommanagement

Als er meerdere zones actief zijn en het verbruikte vermogen de limiet van de stroomtoevoer overschrijdt, verdeelt deze
NEDERLANDS 11
functie het beschikbare vermogen tussen alle kookzones (verbonden met dezelfde fase). De kookplaat regelt de warmte-instellingen om de zekeringen van de installatie in het huis te beschermen.
• Kookzones zijn gegroepeerd volgens de locatie en het aantal fasen van de kookplaat. Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van . Als de kookplaat de limiet van het maximaal beschikbare vermogen bereikt binnen een fase, wordt het vermogen van de kookzones automatisch verlaagd.
• De warmte-instelling van de als eerste gekozen kookzone heeft altijd prioriteit. Het resterende vermogen wordt verdeeld over de andere kookzones, afhankelijk van de volgorde van de selectie.
• Voor kookzones met verminderd vermogen knippert het bedieningspaneel tweemaal en toont het de maximaal mogelijke warmte-instellingen.
• Wacht totdat het display stopt met knipperen of verlaag de kookstand van de laatst geselecteerde kookzone. De kookzones blijven werken met de verlaagde warmte-instelling. Wijzig indien nodig handmatig de warmte-instellingen van de kookzones.
Zie de afbeelding voor mogelijke combinaties waarin vermogen over de kookzones kan worden verdeeld.
Gebruikersinstellingen
Sym‐ bool
b Geluid Aan / Uit (--)
H Afzuigkapmodus 0 - 6
E Alarm / foutge‐
Instellingen Mogelijke opties
schiedenis
De lijst met recente alarmen / fouten.
Om gebruikersinstellingen in te voeren: 3 seconden ingedrukt houden . Houd
vervolgens ingedrukt. De instellingen verschijnen op de timer van de linker kookzones.
Navigeren door het menu: het menu bestaat uit het instellingssymbool en een waarde. Het symbool verschijnt op de timer aan de achterkant en de waarde verschijnt op de timer aan de voorkant. Om tussen de
instellingen te navigeren, druk je op
op de
timer aan de voorzijde. Druk op of op de timer aan de voorzijde om de instellingswaarde te wijzigen.
Om het menu te verlaten: druk op
.

OffSound Control

Je kunt de geluiden in / uitschakelen in Menu > Gebruikersinstellingen.
Zie "Menustructuur".

5.9 Menustructuur

De tabel toont de basismenustructuur.
12 NEDERLANDS
Wanneer de geluiden uit zijn, kun je het geluid nog steeds horen als:
aanraakt,
• u
• de timer gaat uit,
• druk je op een inactief symbool.

6. EXTRA FUNCTIES

6.1 Automatische uitschakeling

De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld,
• u geen kookstand of ventilatorsnelheid instelt na het inschakelen van de kookplaat,
• je iets hebt gemorst of langer dan 10 seconden iets op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek). Er klinkt een signaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het object of reinig het bedieningspaneel.
• het apparaat wordt te heet (bijv. als een steelpan droog kookt). Laat de kookzone afkoelen voordat je de kookplaat weer gebruikt.
• je een kookzone niet uitschakelt of de kookstand wijzigt. Na enige tijd wordt de kookplaat uitgeschakeld.
De relatie tussen de kookstand en de tijd waarna het apparaat uitschakelt:
Warmte-instelling De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
1 - 2 6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur

6.2 Pauze

Deze functie stelt alle kookzones in die op de laagste warmte-instelling werken.
Als de functie in werking is kunnen en worden gebruikt. Alle andere symbolen op het bedieningspaneel zijn vergrendeld.
De functie stopt de timerfuncties niet.
1. Om de functie in te schakelen: druk op
.
De warmte-instelling wordt verlaagd naar 1.
2. Om de functie uit te schakelen, druk op
.
De vorige kookstand gaat aan.

6.3 Blokkering

U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookplaat in werking is. Het voorkomt dat devan de afzuigkap per ongeluk wordt gewijzigd.
Stel eerst de in.
Om de functie in te schakelen: druk op .
Om de functie uit te schakelen: druk
nogmaals op .
De functie wordt uitgeschakeld, als je de kookplaat uitschakelt.

6.4 Kinderbeveiligingsinrichting

Deze functie voorkomt onbedoeld gebruik van de kookplaat .
Om de functie te activeren: druk op
Stel geenin. Houd 3 seconden ingedrukt tot het indicatielampje boven het symbool
verschijnt. Schakel de kookplaat uit met .
Als je de kookplaat uitschakelt, is de functie nog steeds actief.
Het indicatielampje hierboven brandt.
Om de functie uit te schakelen: druk op .
Stel geen kookstandin. Houd 3 seconden ingedrukt totdat het indicatielampje boven het symbool verdwijnt. Schakel de kookplaat uit
met . Koken met de functie ingeschakeld: druk
op en druk vervolgens 3 seconden op tot het indicatielampje boven het symbool verdwijnt. Je kunt de kookplaat bedienen. Als
je de kookplaat uitschakelt met de ­functie, werkt weer.
.
NEDERLANDS 13

6.5 Bridge

Automatische modi
De functie werkt als de pan de middelpunten van beide zones bedekt. Raadpleeg "De kookzones gebruiken" voor meer informatie over de juiste plaatsing van kookgerei.
De functie verbindt twee kookzones en ze werken als één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van de kookzones.
Om de functie voor linker-/ rechterkookzones te activeren: raak
/
aan. Om de warmte-instelling in te stellen of te wijzigen, raakt u een van de linker/ rechter regelsensoren aan.
Om de functie uit te schakelen: raak /
aan. De kookzones werken onafhankelijk van elkaar.

6.6 Hob²Hood

Het is een geavanceerde automatische functie die de kookplaat op een speciale kap aansluit. Zowel de kookplaat als de afzuigkap hebben een infraroodontvanger. Snelheid van de ventilator wordt automatisch bepaald op basis van modusinstelling en temperatuur van de heetste pan op de kookplaat. Je kunt de ventilator ook handmatig van de kookplaat bedienen.
Bij de meeste afzuigkappen is het afstandsbedieningssysteem in eerste instantie uitgeschakeld. Activeer het voordat je de functie gebruikt. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding van de afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 – H6 om de functie automatisch te bedienen. De kookplaat is oorspronkelijk ingesteld op H5. De afzuigkap reageert wanneer je de kookplaat gebruikt. De kookplaat herkent de temperatuur van de pannen automatisch en stelt de snelheid van de ventilator erop af.
Automa‐
tisch lampje
Modus H0 Uit Uit Uit
Modus H1 Aan Uit Uit
Modus
3)
H2
Modus H3 Aan Uit Ventilator‐
Modus H4 Aan Ventilator‐
Modus H5 Aan Ventilator‐
Modus H6 Aan Ventilator‐
1)
De kookplaat detecteert het kookproces en activeert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische modus.
2)
De kookplaat detecteert het bakproces en ac‐ tiveert de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische modus.
3)
Deze modus activeert de ventilator en de ver‐ lichting en reageert niet op de temperatuur.
Aan Ventilator‐
Koken1)Bakken
snelheid 1
snelheid 1
snelheid 1
snelheid 2
Ventilator‐ snelheid 1
snelheid 1
Ventilator‐ snelheid 1
Ventilator‐ snelheid 2
Ventilator‐ snelheid 3
De automatische modus wijzigen
1. De kookplaat uitschakelen.
2. Druk 3 seconden op
. Het display gaat
aan en weer uit.
3. Druk 3 seconden op .
4. Druk een paar keer in tot h gaat
branden.
5. Druk op van de timer om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische modus van de functie uit om de afzuigkap rechtstreeks op het afzuigkappaneel te bedienen.
2)
14 NEDERLANDS
Als je klaar bent met koken en de kookplaat uitschakelt, werkt de ventilator mogelijk nog even. Daarna schakelt het systeem de ventilator automatisch uit en wordt voorkomen dat je de ventilator per ongeluk in de komende 30 seconden activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig bedienen
Je kunt de functie ook handmatig bedienen.
Druk hiervoor op als de kookplaat actief is. Hierdoor wordt de automatische werking van de functie uitgeschakeld en kun je de ventilatorsnelheid handmatig wijzigen. Als je
op drukt, wordt de ventilatorsnelheid met één verhoogd. Als je een intensief niveau
bereikt en weer op drukt, stel je de

7. AANWIJZINGEN EN TIPS

ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de afzuigkapventilator uitschakelt. Om de ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, druk op .
Schakel de kookplaat uit en weer aan om automatische bediening van de functie te activeren.
Het lampje inschakelen
Je kunt de kookplaat instellen om het licht automatisch te activeren wanneer je de kookplaat activeert. Hiervoor stel je de automatische modus in op H1 – H6.
Het lampje op de afzuigkap gaat 2 minuten na het uitschakelen van de kookplaat uit.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

7.1 Pannen

Voor inductiekookzones creëert een sterk elektromagnetisch veld de hitte in de pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen.
• De bodem van de pannen moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en droog zijn voordat de pannen op de kookplaat worden gezet.
• Schuif of wrijf de pan niet over het keramische glas, om krassen te voorkomen.
Panmaterialen
goed: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt door de fabrikant).
niet goed: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd,
• een magneet op de onderkant van het kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
• Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmetingen van pannen aan.
• De efficiëntie van de kookzone hangt samen met de diameter van de pan. Pannen met een diameter kleiner dan het minimum ontvangen slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd.
• Gebruik zowel om veiligheidsredenen als voor optimale kookresultaten geen pannen groter dan aangegeven in de kookzonespecificaties. Zorg ervoor dat pannen tijdens het koken niet dicht bij het bedieningspaneel blijven. Dit kan invloed hebben op de werking van het bedieningspaneel of onbedoeld de kookplaatfuncties activeren.
Raadpleeg de technische gegevens.
NEDERLANDS 15

7.2 Lawaai tijdens gebruik

Als u dit hoort:
• kraakgeluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (een sandwich­constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van een kookzone met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (een sandwich­constructie).
• zoemend geluid: als u hoge kookstanden gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• sissend, brommend: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken.

7.3 Öko Timer (Eco-timer)

Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt.

7.4 Voorbeelden van kooktoepassingen

De correlatie tussen de kookstand en het stroomverbruik van de kookzone is niet lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat een kookzone op de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de tabel dienen alleen als richtlijn.
Warmte-instel‐ ling
1 Houd gekookt voedsel warm. indien no‐
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
1 - 2 Harden: pluizige omeletten, gebakken
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
3 - 4 Stoom groenten, vis, vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels vocht toe.
4 - 5 Stoom aardappelen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
4 - 5 Bereid grotere hoeveelheden voedsel,
6 - 7 Zachtjes bakken: escalope, kalfsvlees
7 - 8 Zware friet, hash browns, lenden‐
9 Kook water, kook pasta, braadvlees (goulash, stoofvlees), frietjes bakken.
Gebruik om het volgende te doen:
colade, gelatine.
eieren.
en gerechten op melkbasis, reeds be‐ reide gerechten opwarmen.
stoofschotels en soepen.
cordon bleu, cutlets, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, do‐ nuts.
steaks, steaks.
Tijd
Aanwijzingen
(min)
dig
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
10 - 40 Kook met een deksel erop.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo veel
60 - 150 Tot 3 liter vloeistof plus ingrediënten.
indien no‐ dig
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraai‐
Doe een deksel op het kookgerei.
vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis halverwege de procedure door.
aardappelen.
Halverwege de bereidingstijd omdraai‐ en.
en.
16 NEDERLANDS
Warmte-instel‐ ling
Gebruik om het volgende te doen:
Grote hoeveelheden water koken. PowerBoost is ingeschakeld.
Tijd (min)
Aanwijzingen

7.5 Praktische tips voor Hob²Hood

Wanneer je de kookplaat gebruikt met de functie:
• Bescherm het paneel van de kap tegen direct zonlicht.
• Schijn geen halogeenlicht op het paneel van de kap.
• Dek het bedieningspaneel van de afzuigkap niet af.
• Onderbreek het signaal tussen de kookplaat en de afzuigkap niet (bijvoorbeeld met een hand, een handgreep van een pan of een grote pan). Zie de afbeelding.
De kap hieronder is alleen bedoeld ter illustratie.
Andere op afstand bediende apparaten kunnen het signaal hinderen. Gebruik dergelijke apparaten niet in de buurt van de kookplaat terwijl Hob²Hood ingeschakeld is.
Afzuigkappen met de Hob²Hood-functie
Voor het volledige assortiment afzuigkappen dat met deze functie werkt, raadpleeg je onze website van de consument. De AEG­afzuigkappen die met deze functie werken,
moeten het symbool hebben.

8. ONDERHOUD EN REINIGING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

8.1 Algemene informatie

• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
• Krassen of donkere vlekken op het oppervlak hebben geen invloed op de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor het glas.
NEDERLANDS 17

8.2 De kookplaat reinigen

Verwijder onmiddellijk: gesmolten
kunststof, plastic folie, zout, suiker en suikerhoudend voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Gebruik de speciale schraper op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
waterringen, vetvlekken, glanzende metaalverkleuring. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet­schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Verwijder glanzende metaalverkleuring: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn.
Verwijder wanneer de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalkringen,

9. PROBLEEMOPLOSSING

WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.

9.1 Wat moet je doen als ...

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Je kunt de kookplaat niet inscha‐ kelen of bedienen.
De zekering is doorgeslagen. Verzeker je ervan dat de zekering de
Stel gedurende 60 seconden geen
Je hebt 2 of meer sensorvelden te‐
Pauze is in werking. Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
Water of vetvlekken op het bedie‐
Je kunt een constant piepgeluid horen.
Je kunt de maximale warmte‐ stand niet instellen voor één van de kookzones.
De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of niet goed geïn‐ stalleerd.
kookstand in.
gelijkertijd aangeraakt.
ningspaneel.
De elektrische aansluiting is ver‐ keerd.
De andere zones verbruiken het maximaal beschikbare vermogen. Je kookplaat werkt correct.
Controleer of de kookplaat goed aan‐ gesloten is op het lichtnet.
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐ ringen keer op keer doorslaan, neem je contact op met een erkende installa‐ teur.
Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 60 seconden in.
Raak slechts één sensorveld aan.
Reinig het bedieningspaneel.
Trek de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Laat de installatie controleren door een erkende elektri‐ cien.
Verlaag de warmtestand van de ande‐ re kookzones die op dezelfde fase zijn aangesloten. Zie 'Stroommanage‐ ment'.
18 NEDERLANDS
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Als de kookplaat wordt uitge‐ schakeld, klinkt er een geluids‐ signaal.
De kookplaat wordt uitgescha‐ keld.
De restwarmte-indicator gaat niet aan.
Je maakt gebruik van een hele hoge
Het bedieningspaneel wordt heet bij aanraking.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐ neer je de tiptoetsen van het be‐ dieningspaneel aanraakt.
Het indicatielampje boven het
symbool gaat aan.
De bedieningsbalk knippert. Er staat geen pan op de zone, of de
De pan is niet geschikt. Gebruik kookgerei dat geschikt is voor
De diameter van de bodem van de
en een getal gaan branden.
Je hebt iets op een of meer sensor‐ velden geplaatst.
Je hebt iets op het sensorveld geplaatst.
De zone is niet heet omdat deze slechts kortstondig is gebruikt, of de sensor is beschadigd.
pan die het signaal blokkeert.
Het kookgerei is te groot of je plaatst het te dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uit. Schakel de geluiden in. Raadpleeg
Kinderbeveiligingsinrichting of Blok‐ kering werkt.
zone is niet volledig bedekt.
pan is te klein voor de zone.
Er is een fout opgetreden in de kookplaat.
Verwijder het voorwerp van de sensor‐ velden.
Verwijder het voorwerp van het sen‐ sorveld.
Als de zone voldoende lang gebruikt is om heet te zijn, neem je contact op met een erkende servicedienst.
Gebruik een kleinere pan, verander van kookzone of bedien de afzuigkap handmatig.
Plaats grotere pannen indien mogelijk op de achterste kookzones.
‘Dagelijks gebruik’.
Raadpleeg ‘Dagelijks gebruik’.
Zet een pan op de zone, zodat de pan de zone volledig bedekt.
inductiekookplaten. Zie 'Aanwijzingen en tips'.
Gebruik pannen met de juiste afmetin‐ gen. Raadpleeg de technische gege‐ vens.
Schakel de kookplaat uit en schakel deze na 30 seconden weer in. Wan‐
neer weer verschijnt, trek je de stekker van de kookplaat uit het stop‐ contact. Steek de stekker van de kook‐ plaat er na 30 seconden weer in. Als het probleem zich blijft voordoen, neem je contact op met een erkende servicedienst.

9.2 Als je geen oplossing kunt vinden...

Als je niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met je verkoper of een erkende serviceafdeling. Geef de gegevens op het typeplaatje. Zorg ervoor dat je de
kookplaat correct gebruikt. Als dit niet het geval is, is het onderhoud van een servicemonteur of dealer niet gratis, ook tijdens de garantieperiode. De informatie over garantieperiode en geautoriseerde servicecentra vind je in het garantieboekje.
NEDERLANDS 19

10. TECHNISCHE GEGEVENS

10.1 Typeplaatje

Model IKE8575SFB PNC 949 597 908 00 Type 62 D5A 01 AA 220 - 240 V / 400 V 2N 50 Hz Inductie 7.35 kW Gemaakt in: Duitsland
Serienr. ................ 7.35 kW
AEG

10.2 Specificatie kookzones

Kookzone Nominaal vermo‐
gen (max warmte­instelling) [W]
Links voor 2300 3200 10 125 - 180
Links achter 2300 3200 10 125 - 210
Midden voor 2300 3200 10 125 - 210
Rechtsvoor 2300 3200 10 125 - 180
Rechtsachter 2300 3200 10 125 - 210
Het vermogen van de kookzones kan binnen een bepaalde kleine marge verschillen van de gegevens in de tabel. Dit kan veranderen
PowerBoost [W] PowerBoost
maximale duur [min]
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter die niet groter is dan vermeld in de tabel.
Diameter kook‐ gerei [mm]
afhankelijk van het materiaal en de afmetingen van het kookgerei.

11. ENERGIEZUINIGHEID

11.1 Productinformatie*

Modelnummer IKE8575SFB
Type kookplaat Inbouwkookplaat
Aantal kookzones 5
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter van ronde kookzones (Ø) Midden voor 21,0 cm
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone Links voor L 22,3 cm
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone Links achter L 22,3 cm
W 22,0 cm
W 22,0 cm
20 NEDERLANDS
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone Rechtsvoor L 22,3 cm
Lengte (L) en breedte (W) van niet-ronde kookzone Rechtsachter L 22,3 cm
Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking) Links voor
Links achter Midden voor
Rechtsvoor
Rechtsachter
Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) 186,8 Wh / kg
W 22,0 cm
W 22,0 cm
179,6 Wh/kg 189,1 Wh/kg 189,1 Wh/kg 187,3 Wh/kg 189,1 Wh/kg
* Voor de Europese Unie overeenkomstig EU 66/2014. Voor Belarus volgens STB 2477-2017, Annex A. Voor Oekraïne volgens 742/2019.
IEC / EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - Deel 2: Kookplaten - Methoden voor het meten van prestaties.
De energiemetingen betreffende het kookgebied worden geïdentificeerd door de markeringen van de respectievelijke kookzones.

11.2 Energiebesparende

Je kunt energie besparen tijdens het dagelijks koken als je de onderstaande aanwijzingen volgt.
12. MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten.
• Gebruik bij het opwarmen van water alleen de hoeveelheid die je nodig hebt.
• Plaats, indien mogelijk, altijd de deksels op het kookgerei.
• Plaats het kookgerei direct in het midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het voedsel warm te houden of om het te laten smelten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
NEDERLANDS 21
*
22
23
www.aeg.com/shop
867372793-B-362022
Loading...